Categorieën
Strips

Dutch Comic Con 2016

Het laatste weekend van maart vond dit jaar de tweede editie van de Dutch Comic Con plaats. Ik was er op zaterdag.

Prachtig beeld van de Groene Gigant. Helaas veel te groot voor mijn woonkamer.
Prachtig beeld van de Groene Gigant. Helaas veel te groot voor mijn woonkamer.

Als ik geen griep had gehad, had ik me zeker beter vermaakt, want ik vind het ontzettend tof om zoveel comicfans bij elkaar te zien op Dutch Comic Con. De fans tonen op verschillende manieren hun liefde voor strips, films en tv-series.
Er waren veel cosplayers en ook waren de verschillende replica’s van bekende vierwielers weer uit de garage gehaald.

General Lee uit the Dukes of Hazzard.
General Lee uit the Dukes of Hazzard.
Ecto-1 met een fan ervoor.
Ecto-1 met een fan ervoor.
Very nice hood ornament.
Very nice hood ornament.

Ook waren er weer acteurs aanwezig met wie je op de foto kon. Vaak zijn dit niet de hoofdrolspelers maar aanvullende cast, maar dat mag bij de fans de pret niet drukken. Zelf hoef ik niet zo nodig een handtekening van iemand als Billy Dee Williams te hebben, maar prima natuurlijk als zoiets je dag helemaal goed maakt.

De opzet was dit jaar groter dan vorig jaar en zaterdag rond 12 uur was het al erg druk. Dikke rijen stonden voor de deur en binnen was het ook soms navigeren in de massa.

Spidey Jr.
Spidey Jr.

Brian Epstein
Ik was dit keer vooral op de Con om schrijvers Vivek J. Tiwary en Joe Hill te interviewen. Tiwary is een succesvolle broadway producent die een grote liefde heeft voor comics. Hij schreef de graphic novel The Fifth Beatle, een prachtige strip over Brian Epstein, en heeft ook geld gestoken in Valiant comics. Daarnaast is hij een enorm aardige man met een positieve levensinstelling.

Hills werk ken je als je de fantastische stripreeks Locke & Key hebt gelezen, of de strip Wraith. Kan natuurlijk ook dat je zijn boeken hebt gelezen, want daar kwamen ook veel mensen op af. Hill zat onder andere bij de American Book Center te signeren, maar had ook zijn eigen stand. Een aardige kerel met wie ik ruim een half uur heb kunnen praten. Ook over zijn stripliefde trouwens. Nooit gedacht dat Captain America zijn favoriete Marvel-held zou zijn.

Kick-Ass shopt ook bij the American Book Center.
Kick-Ass shopt ook bij the American Book Center.

Het was trouwens goed druk bij de American Book Center stand. Volgens mij hebben ze goede zaken gedaan. De winkel had ook een heel podiumprogramma met interviews op Dutch Comic Con.

Panel van de American Book Center. Tweede van links is Joe Hill.
Panel van de American Book Center. Tweede van links is Joe Hill. Foto: American Book Center.

Cosplay
Ik trof bij de Eppostand de heren Valkema en Hercules aan. Valkema had zelfs een stropdas om en zei met een glimlach dat dit zijn cosplay outfit was.

Valkema, Hercules en cosplayer Klariska Der Kinderen-Kwakkel.
Valkema, Hercules en cosplayer Klariska Der Kinderen-Kwakkel. (Niet mijn foto trouwens, maar weet niet wie hem wel genomen heeft.)

Dat is trouwens wel grappig: mensen vroegen me op sociale media als wie ik gekleed was. Ik doe echter niet aan cosplay. Ik vind het een leuk fenomeen, en kijk graag naar de vaak mooie kostuums die mensen aan hebben, maar ik zou zelf niet zo snel zo rondlopen. Mijn Spider-Man-pak draag ik altijd onder mijn kleding.

Overigens sprak ik eindelijk eens Frank Mulder van de website De Nachtvlinders in het echt. Bekjik zijn leuke cosplayfoto’s op instagram. Ook had ik een leuk gesprek met een paar van de Ghostbusters van The Dutch Division. Hun kostuums zien er net echt uit.

Na de gesprekken ben ik weer naar huis getreind en in mijn bedje gedoken. Ik moet zeggen dat zo’n bezoekje aan Dutch Comic Con erg inspirerend werkt. Vandaag heb ik enorme zin om nog vaker over strips te gaan bloggen dan ik al doe. Strips laten zien die ik mooi, interessant en boeiend vind. Makers onder de aandacht brengen die een spotlight verdienen. Of gewoon leuke, gekke stripgerelateerd dingen aanhalen. De laatste tijd heb ik daar minder tijd voor vanwege een paar erg toffe, maar tijdrovende schrijfklussen. De lagere blogfrequentie heeft dus niets met minder zin te maken.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie: Batman v Superman – Dawn of Justice

Batman v Superman: Dawn of Justice is een groteske mislukking. Toegegeven: na Man of Steel (VS, 2013) waren mijn verwachtingen al redelijk laaggespannen, maar toch is regisseur Zack Snyder erin geslaagd teleur te stellen.

batman_v_superman_dawn_of_justiceBatman v Superman is zo mogelijk nog bombastischer dan zijn voorganger. Daarbij heeft het droge en humorloze scenario van Chris Terrio en David S. Goyer een gebrek aan logica dat alleen door een dronken tienjarige gevolgd zou kunnen worden. Misschien is die tienjarige ook wel de doelgroep van deze film gebaseerd op de uitgaven van DC Comics. Wie is het sterkst, is immers een klassieke vraag die vooral gesteld wordt door kinderen wanneer twee superhelden het tegen elkaar opnemen. Als helden met elkaar slaags raken, vindt die confrontatie meestal plaats in de eerste akte van het verhaal. Vervolgens worden ze daarna vrienden en werken ze samen. Nu hebben Snyder & co. bijna een hele film aan die confrontatie opgehangen. Op zich heeft de vraag hoe een normale sterveling zich staande zou kunnen houden tegen Superman (Henry Cavill) ook wel potentie en komt Batman (Ben Affleck) in de confrontatie met enkele aardige verrassingen.

Stripklassieker
De makers hebben wat mosterd gehaald uit Frank Millers The Dark Knight Returns en de comicfans zullen zeker enkele iconografische beelden uit die strip herkennen. Jammer dat niet gewoon het verhaal van The Dark Knight Returns is gebruikt, want dat klassieke epos krijgt waarschijnlijk een Shakespeariaanse kwaliteit toebedeeld door iedereen die dit stripverhaal na Batman v Superman voor het eerst leest. (Overigens is van deze strip wel een tweedelige animatiefilm gemaakt, getiteld Batman: The Dark Knight Returns.)

Batman versus Suup uit The Dark Knight Returns. Illustratie: Frank Miller
Batman versus Suup uit The Dark Knight Returns. Illustratie: Frank Miller

Voor de DC Comics-liefhebber zitten er in Batman v Superman ook wat verwijzingen naar andere personages uit dat universum, maar van echte world building zoals bij de films van Marvel is nog niet echt sprake. Als the Flash even kort opduikt in een verder vage sequentie die verwijst naar de films die komen gaan, is dat niet dezelfde acteur als uit de televisieserie. Een gemiste kans.

En waarom raken Batfleck en Superman slaags met elkaar? We leven in een wereld waarin een almachtige held als Superman eerder als potentiële bedreiging voor onze veiligheid wordt gezien dan als iemand die deze veiligheid handhaaft. De confrontatie tussen Superman en enkele van zijn planeetgenoten in Man of Steel heeft nogal wat ravage en onschuldige slachtoffers veroorzaakt, dus dat de Amerikaanse senaat wel eens wil weten of die Superman ook bereid is zich aan de regels te houden, is een vraag die goed aansluit bij het huidige tijdsgewricht waarin paranoïde gevoelens de boventoon voeren. Ook Batman neemt Superman het een en ander kwalijk en maakt zich klaar voor het moment dat dit buitenaardse wezen zich tegen ons keert. Zelf heeft Batman overigens de status van vigilante en schiet de politie van Gotham net zo snel op The Bat als op de misdadigers die hij probeert te bestrijden.

Daddy issues
Ook Lex Luthor vertrouwt de goddelijke Superman niet. Dat heeft alles te maken met zijn slechte jeugd waarin God hem niet redde van een gewelddadige vader. Of zoiets. Ergens tussen sequenties vol met testosterongevuld geweld heeft Luthor het daar even over om zijn motivaties duidelijk te maken, maar het lukt Jesse Eisenberg nauwelijks om boven de herrie van instortende gebouwen en de soundtrack van Hans Zimmer en Junkie XL uit te komen. Neem oordopjes mee als je naar de bioscoop gaat, want alles in deze film heeft een gehalte van 120 procent, ook het geluidsvolume.

Net als in Man of Steel sneuvelt er heel veel vastgoed in Metropolis en Gotham City (de twee megagrote steden blijken trouwens naast elkaar te liggen in dit filmuniversum). Het grote verschil is dat er nu telkens in de dialogen wordt verteld dat het gevecht wel net plaatsvindt op een plek waar niemand zich bevindt, want het grote commentaar op de vorige film was dat Superman in dichtbevolkte gebieden slaags raakte met zijn vijanden en er veel onschuldige slachtoffers vielen. Die disclaimers zijn soms onbedoeld grappig, zoals de reporter van CNN die roept dat het gevecht in het zakendistrict gelukkig na werktijd plaatsvindt, want dan is iedereen al naar huis. Ondergetekende wilde op dat moment ook heel graag naar huis, maar toen dook Wonder Woman (Gal Gadot) op om de twee mannen te helpen met een nóg veel grotere bedreiging die in de tweede climax van de film opduikt.

Overigens krijgt Wonder Woman wel heel weinig screentijd in een film die met tweeëneenhalf uur al eigenlijk veel te lang is.

Wonder Woman.
Wonder Woman.

Natuurlijk was ik van tevoren heel benieuwd naar hoe Affleck het ervan af zou brengen als Batman. Eerder gaf hij gestalte aan de superhelden Daredevil en zette hij in Hollywoodland overtuigend George Reeves neer, de getormenteerde acteur die in de jaren vijftig Superman op televisie speelde. Eigenlijk doet hij het heel goed als Batman: Affleck zet een gedreven Bruce Wayne neer, is een overtuigende vechtmachine en het Batkostuum staat hem ook goed. Jammer dat Bruce Wayne van zulke ondoordachte keuzes maakt omdat het scenario nu eenmaal eist dat hij en Suup met elkaar gaan knokken.

Why so serious Batfleck?
Why so serious Batfleck?

Ook het spel van Cavill, Amy Adams, Holly Hunter, Eisenberg en Gadot is goed, maar ze krijgen te weinig momenten om het geheel wat menselijkheid mee te geven. Daarbij zijn de dialogen die ze uitspreken zo clichématig en dermate serieus van toon, dat alle mogelijke emotie doodslaat.

Batman v Superman: Dawn of Justice neemt zichzelf veel te serieus, duurt te lang, is te luidruchtig, probeert teveel en zegt daardoor eigenlijk te weinig. Dit soort films geven superheldencomics een slechte reputatie. Mag Zack Snyder nu eindelijk met pensioen, want zijn volgende bombastische exercitie in dit genre vrees ik niet te overleven.

Distributie Warner Bros.. Release BE 23 maart, NL 24 maart 2016.

Geschreven voor en gepubliceerd op SchokkendNieuws.nl.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Fan van seventies Spider-Man

Er zijn nog genoeg mensen die de Spider-Man TV-serie uit de jaren zeventig een warm hart toedragen. Dankzij het web vinden die elkaar.

spider man 70s kick ninjasZoals ik eerder schreef is Nicholas Hammond de eerste acteur die ik Peter Parker zag spelen in een live-action versie van Spider-Man. Mijn jongenshartje klopte iedere vrijdagavond sneller als Sky Channel weer een nieuwe aflevering uitzond. De video-opnames van de afleveringen heb ik grijsgedraaid.

Inmiddels zijn we heel wat jaren verder en is er moeilijk aan die afleveringen te komen. Ze staan op YouTube, in een slechte resolutie en het is nog maar de vraag hoe lang dat zo is voordat ze eraf worden gehaald vanwege de inbreuk op auteursrechten. Daarom is fan Stuart Green op Change.org een petitie gestart in de hoop dat de serie op bluray uitgebracht zal worden. Ik heb daar een hard hoofd in, maar heb uiteraard wel getekend.

1970s_spiderman_013Op Facebook is een hele pagina aan de serie gewijd. Er staan hoge resolutieversies van foto’s, frames en promotiemateriaal van de serie op. Inmiddels heeft de pagina ruim 3400 likes dus als al die mensen nu even de petitie ook tekenen, schiet het een beetje op. (Er is ook nog een tweede FB-pagina met soorgelijk materiaal.)

@SpidermanCBS70s op twitter kletst zo nu en dan met @nicholasham1 en plaatst ook wel eens beeldmateriaal uit de serie. Hij vertelde me dat hij een album heeft met plakplaatjes uit de serie. Die is volgens mij in Nederland nooit uitgebracht. Als kind zat voor de tv foto’s te maken die nagenoeg allemaal mislukten.

Zo ziet het er in de serie uit als Parkers spinneninstinkt afgaat.
Zo ziet het er in de serie uit als Parkers spinneninstinkt afgaat.

Ik vind het heerlijk om die oude foto’s weer te zien en door de albums heen te bladeren. Ook vind ik de fanart hartverwarmend.

Fan-art: Gabriel Tora.
Fan-art: Gabriel Tora.
1970s_spiderman_fanart
Fan-art: Simon Williams. http://simon-williams-art.deviantart.com/art/Nicholas-Hammond-as-Spider-man-503678263
Fan-art: Jon Pinto.
Fan-art: Jon Pinto.

Ook Axel Ross liet zich door de serie inspireren. Het was Paul Allen die de overeenkomst opmerkte:

1970s_spiderman_alex ross

Categorieën
Media Mike's notities

David Bowie is over hoe Bowie was

Ook als David Bowie ons niet eerder dit jaar was ontvallen had ik de expositie David Bowie is bezocht in het Groninger Museum.

Als tiener raakte ik gefascineerd door Bowie’s muziek. Vooral zijn werk uit de jaren zeventig raakte bij mij de juiste snaar. Volgens mij was dat zijn beste periode, maar er zijn ongetwijfeld kenners en fans die een andere voorkeur uitspreken.

Dat is ook tevens de kracht van Bowie: omdat hij zoveel verschillende muziek heeft gemaakt en uitgeprobeerd is er voor ieder wat wils. In het verleden las ik wat biografieën over Bowie en studies van zijn werk. Echt een kenner zou ik mezelf niet durven noemen, maar ik herken Bowies verschillende gedaanten en de perioden die daarbij horen. Ook ben ik redelijk thuis in zijn oeuvre en weet zo’n beetje welk album ongeveer uitkwam. Geen overbodige kennis voor bij het bezoeken van de expositie David Bowie is, want er komt nogal veel op je af.

david-bowie-is‘Meer dan 300 objecten uit het David Bowie Archief, waaronder handgeschreven songteksten, originele kostuums, fotografie, ontwerpen van bijvoorbeeld albums, en zeldzaam materiaal van de afgelopen 50 jaar zijn voor het eerst samengebracht. Het demonstreert hoe Bowie’s werk is beïnvloed door en invloed heeft gehad op uiteenlopende stromingen in kunst, design, theater en de hedendaagse cultuur. Hierbij ligt de focus op creativiteit, vernieuwing en samenwerking met veel vormgevers op het gebied van geluid, mode, vormgeving, theater en film,’ aldus de tekst op de site van het Groninger Museum. Daar was niets op af te dingen: veel mooie dingen gezien. In kostuums ben ik niet zo geïnteresseerd, maar het verbaasde me wel hoeveel er bewaard is gebleven. Bowie had nogal wat kostuums namelijk.

Bowie_220720102Originele aantekeningen van songteksten vind ik erg interessant om eens te zien. De tekst van het nummer ‘Ziggy Stardust’ bijvoorbeeld. Slechts een paar woordjes heeft Bowie hier en daar doorgekrast en vervangen, maar het ziet ernaar uit dat hij de lyrics al in zijn hoofd had voordat hij deze op papier zette. Dat weet ik niet zeker natuurlijk, dat is wat ik vermoed als ik naar de blaadjes op de muur kijk.

Filmacteur
Ik genoot erg van de filmfragmenten van films waarin David Bowie een rol heeft gespeeld. Labyrinth, Merry Christmas Mr. Lawrence, Absolute Beginners, maar ook een opname van zijn optreden als The Elephant Man op Broadway in 1980. Zonder prothetische make-up maakte Bowie door zijn spel duidelijk hoe ongemakkelijk de vergroeiingen zijn die John Merrick op zijn lichaam heeft.

TPC-13184R_kleinSowieso maken de fragmenten duidelijk wat een goede acteur Bowie eigenlijk was. De hoofdrol van buitenaards wezen dat op aarde leeft in The Man Who Fell To Earth was hem natuurlijk op het lijf geschreven, maar persoonlijk geniet ik vooral van zijn ingetogen spel als Nikola Tesla in The Prestige. En vind zijn interpretatie van Andy Warhol nog steeds de beste van alle acteurs die deze kunstenaar gestalte hebben gegeven. Ik wist overigens niet dat hij tijdens de opnamen een pruik op had die Warhol echt heeft gedragen en dat zijn acteercarrière begon in een horrorfilm zonder dialoog.

Ook interessant vond ik de ontwerpenschetsen en de foto’s die gebruikt werden voor covers. Je zag namelijk niet alleen de foto die gekozen is als albumcover, maar ook de andere foto’s uit de sessie die niet door de selectie kwamen. Het maakte duidelijk hoe hard werken het eigenlijk is om tot het juiste beeld te komen. David Bowie, in het echt natuurlijk David Jones zoals je weet, was een constructie. Eentje waar Jones hard aan werkte.

Muziek
Gelukkig was er tussen alle kostuums en bijzaken ook ruim aandacht voor Bowies muziek en dan vooral het maakproces. Vooral zijn Berlijnperiode werd aardig belicht met een interviewfragment. Menno Kooistra schreef ooit drie informatieve artikelen over die periode en ook nu heb ik me weer voorgenomen om die albums binnenkort eens goed te luisteren.

Bowie had een computerprogramma waarmee hij zinnen kon invoeren die deze dan in stukjes opbrak om hem op die manier associatief te laten denken. De windowsversie van William Burroughs zeg maar. Ik lees graag boeken over hoe nummers tot stand zijn gekomen en hoe het er in de opnamestudio aantoeging. Documentaires over dit onderwerp: nog beter. Misschien hadden de samenstellers daar nog wat meer mee kunnen doen. In ieder geval was de concertzaal, waarop we video-opnames zien van Bowie in concert op grote schermen, wel erg tof. Ze gaven een lekkere vibe en laten nog maar eens zien wat een goede performer David Bowie eigenlijk was.

Vol = vol
Van tevoren dienden we kaartjes te kopen voor de tentoonstelling en alleen op het aangewezen tijdstip mochten we naar binnen. Het viel me desondanks een beetje tegen hoe druk het was zaterdagavond om 18 uur. De expositieruimtes waren warm en benauwd. Ik was constant aan het schakelen tussen Bowie, mensen ontwijken en proberen niet op een kruipende peuter te gaan staan. Ook de audio-apparatuur werkte niet naar behoren.

David-Bowie-Is-kostuum
Er mochten geen foto’s gemaakt worden, dus deze is van: http://blog.thecurrent.org/2014/09/david-bowie-is-mca-chicago-exhibit-tells-the-story-of-the-musician-who-changed-our-culture/

‘De multimedia van de tentoonstelling is verzorgd door Sennheiser. De geavanceerde geluidstechnologie die behoort bij de toneelensceneringen, animaties en video-installaties, creëert een meeslepende reis langs de artistieke invloeden van David Bowie,’ aldus de site van het museum. Men heeft inderdaad prachtige fragmenten geselecteerd en de expositie biedt een aardige combinatie van videobeelden en aanwezige voorwerpen. Technisch verliep het allemaal niet vlekkeloos. Het audioapparaatje zou automatisch moeten oppikken waar je je in de ruimte bevond en dan het juiste fragment afspelen. Dat werkte dus niet helemaal lekker. Soms hoorde ik een fragment van een onderdeel dat ik net bezocht had en wilde het ding niet laten horen waar ik op dat moment stond. Kortom, onderweg was ik veel met dit technische ongemak bezig.

De catalogus van de expositie heb ik uiteindelijk niet gekocht: de opmaak van het boek ziet er wat slordig uit en eerlijk gezegd heb ik betere boeken over Bowie in de kast staan.

Al met al ben ik blij dat ik David Bowie is heb bezocht. Eigenlijk zou je zo’n tentoonstelling een tweede keer moeten bezoeken om alles goed te kunnen lezen en zien en op je in te laten werken. Dat gaat niet meer lukken voor 10 april, wat de laatste dag zal zijn. Geeft niks, Bowie kun je ook het beste thuis beleven: zet een album op en luisteren maar.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Killing and Dying

Killing and Dying is a collection of six wonderful short stories by Californian comic book artist Adrian Tomine. Six emotional, well-crafted slices of life, though predominantly the more gloomy slices.

killing-and-dying-tomine-coIn ‘A Brief History of the Art Form Known as Hortisculpture’ a gardener invents a new art form: large sculptures with plants in them. He thinks it’s going to be big. Too bad nobody else thinks the same way. Even though his wife tries to support her husband’s dream in the end he becomes so obsessed with it, their family life suffers.

killing-dying-hortisculptureIn ‘Amber Sweet’ a student’s life takes a turn for the worse when she gets mistaken for porno star Amber Sweet, whom she resembles.

‘Go Owls’ deals with a relationship between a woman and a self-absorbed man with a shady past called Dennis Barry. In the beginning he seems like a nice guy who tries to help her out, but soon the dark side of his personality surfaces.

‘Killing and Dying’ is about how a father tries to protect his daughter from failure and embarrassment. She wants to be a stand-up comedian. To her father this is just another one of her whims while her mother is really supportive. Tomine offers a great study of the father-daughter dynamic. The father is trying his best at parenting, but isn’t a very subtle communicator. The killing and dying refers to being a stand-up: you either kill the room by making the audience laugh their butts off, or you’re dying inside when they don’t laugh at your jokes.

killing and dying stand-up

Adrian Tomine is a great cartoonist and also a wonderful writer: it’s through their dialogue and their inner thoughts that his characters seem most alive. Every story is a slice of life and a character study. Tomine’s characters are all tragic and flawed in some way, making them not only recognizable, but also very real. These are the people living next door. Heck, they could even be us.

Although, one wishes never to become a Dennis Barry or the main character in ‘Intruders’. By chance this soldier gets the hold of the keys to an old apartment, and after the current occupant leaves for work, he goes into his former home to spend his day. All of Tomine’s characters seem to have suffered some sort of loss or need to learn to let go of something whether it’s to stop pursuing a dream or letting go of a memory. The tone of the stories might be a bit gloomy, but it never gets too depressing. The six vignettes fit more within the ‘dark humor’ category.

Tomine gives every story its own characteristics and isn’t afraid of experimentation. ‘A Brief History of the Art Form Known as Hortisculpture’ comes in the form of a newspaper comic, with every episode ending on a funny note. ‘Translated, from the Japanese,’ reads like a mother’s memoir, illustrated with colorful still images. In all comics Tomine uses a very clean drawing style, a bit similar to ligne claire (Clear Line). (The artwork is reminiscent of the comics of Chris Ware and Daniel Clowes, comic book artists who also deal with black humor and hapless characters.) The story ‘Intruders’ Tomine seems to have inked in a looser way with thicker lines. Because the panels also lack inked borders, the visualization is in tune with the subjective storytelling.

From: 'Go Owls'
From: ‘Go Owls’

I very much enjoyed reading Killing and Dying and I’d like to heartily recommend this collection of six stories to anyone wanting to read good comics.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Het lijk en de bank

Met de titel Het lijk en de bank denk je wellicht dat Tony Sandoval een kritische strip over de bankencrisis heeft gemaakt – bankiers gaan immers over lijken – maar dat is niet zo.

het lijk en de bankDe bank is een oud versleten meubelstuk dat ergens buiten staat. Op die bank zitten Polo en Sophie die elkaar net hebben ontmoet. Het lijk is het lichaam van Christian dat ze buiten hebben gevonden. Samen proberen de tieners te achterhalen wat er met Christian is gebeurd. Ondertussen ontstaat er iets moois tussen hen.

De Mexicaanse Sandoval (Doomboy, Johnny Caronte: Zombie Detective & The Revolver) tekent in een energieke, cartooneske stijl. Hij combineert op losse wijze plattelandse tienerperikelen en ontluikende seksualiteit met bovennatuurlijke elementen als weerwolven en vampiers. Fantasie en werkelijkheid vloeien door elkaar in dit originele en zeer vermakelijke album. Sandoval maakt met Het lijk en de bank duidelijk dat sommige grappen verschrikkelijk uit de hand kunnen lopen.

Het_Lijk_en_de_bank

Tony Sandoval. Het lijk en de bank.
Uitgeverij Strip2000/Gorilla. HC €14,95.

Categorieën
Film

HAFF 2016: Ticking Away

In Ticking Away slijt een eenzame horlogemaker zijn dagen in zijn werkplaats. Op een dag krijgt hij bezoek van een zonderlinge man die hem vraagt een magisch horloge te repareren. Animator en illustrator Michael Sewnarain licht zijn korte film toe.

Ticking Away.
Ticking Away.

Je vader was horlogemaker. Was hij de aanleiding voor je verhaal?
‘Nee, het is geen autobiografisch verhaal. Door mijn vader kende ik natuurlijk wel het onderwerp en de situatie, dus het is wel een inspiratie geweest. Ik heb zelf ook een tijdje geklooid met het maken van klokken, toen mijn vader mij dat probeerde bij te brengen. Het heeft echter niet mogen beklijven. Het idee van klokken maken, de ambacht en precisie die daarbij komt kijken, vond ik een mooi gegeven. Ook omdat het rijmt met het maken van animatiefilms, wat immers ook precisiewerk is. Daarom komt dit motief ook vaak in animatiefilms terug, vermoed ik.’

Wat is de hoofdpersoon voor een man?
‘Een eenzame man die in zijn eigen wereld en eigen tijd leeft. Het liefste is hij binnen bij zijn klokken. Een echte kluizenaar. Hoe dat komt probeer ik in de film duidelijk te maken.’

Je hebt van het hoofd van dit personage een kleimodel gemaakt. Kun je uitleggen waarom? En doe je dat wel vaker?
‘Als je animeert is het altijd zoeken en worstelen met hoe je het personage laat acteren en hoe je dat tekent. Zo’n kleimodel is daar een enorm hulpstuk bij want het is een goede referentie wanneer ik zijn hoofd in een lastige hoek of vreemd perspectief moet tekenen. Plus, wanneer je zo’n model maakt, ben je heel bewust met de constructie bezig, waardoor de vorm goed in je hoofd zit. Bij opdrachtwerk heb je hier doorgaans geen tijd voor.’

ticking away klok

De film is deels via crowdfunding gefinancierd. Is dat een voordeel of vooral extra veel werk?
‘Het was ontzettend veel zenuwslopend werk, maar het heeft ook een groot voordeel. Ik heb namelijk heel lang alleen aan deze film gewerkt. Pas in de laatste fase zijn er mensen bijgekomen voor de inkleuring, de muziek en het geluid. Als je gaat crowdfunden is het ontzettend leuk om te merken dat er een publiek voor je film is. Dat mensen geïnteresseerd zijn in wat je doet en dit willen ondersteunen.’

Ticking Away gaat in wereldpremière op het HAFF en is te zien op de openingsavond. De film is geselecteerd voor de internationale competitie shorts en voor de competitie Nederlandse animatie. www.tickingaway.nl

Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in de speciale bijlage in de VPRO Gids van het Holland Animation Film Festival dat dit jaar plaatsvindt van 16 tot en met 20 maart.

Categorieën
Film

HAFF 2016: Extraordinary Tales

Regisseur Raúl Garcia animeerde vijf korte, macabere verhalen van Edgar Allan Poe en gaf iedere vertelling een geheel eigen visuele stijl. Extraordinary Tales beleeft zijn Nederlandse première op het HAFF.

Extraordinary Tales
Extraordinary Tales: The Fall of the House of Usher

De fantastische en macabere verhalen van de Amerikaanse schrijver, dichter en criticus Edgar Allan Poe (1809-1849) blijven ook nu nog filmmakers fascineren en inspireren. Toen Poe onder mysterieuze omstandigheden stierf op veertigjarige leeftijd liet hij een oeuvre gedichten en verhalen na die zijn doordrenkt met verlies, rouw en de dood. Ook wordt Poe beschouwd als de vader van het moderne detectiveverhaal. Poe’s vertellingen zijn zowel grimmig als absurd, soms satirisch: de gebeurtenissen in ‘The Facts in the Case of M. Valdemar’, waarin een stervende onder hypnose wordt gebracht, beschreef Poe als een feitelijk medisch verslag zonder vermelding dat dit fictie was. Volgens de legende namen lezers de woorden voor waar aan.

Voor de Spaanse animator en regisseur Raúl Garcia was de ontdekking van Poe’s verhalen een deur naar het genre van gothic-horrorverhalen van schrijvers als Mary Shelly, Lord Byron en het werk van Arthur Conan Doyle. ‘Edgar Allan Poe was een van de eerste volwassen auteurs die ik als kind las, en de overgang naar zijn duistere sfeer maakte een grote indruk op me. Ik was een fervent lezer, en toen ik eenmaal dit rijk betrad, kon ik niet stoppen met het lezen van horrorcomics of met het kijken van fantasy- en sciencefiction films,’ vertelde de regisseur aan de site Cartoon Brew.

Garcia werkte jarenlang als animator voor onder andere Disney. Zijn werk is te zien in films als Aladdin, Pocahontas en Who Framed Roger Rabbit. Extraordinary Tales is zijn regiedebuut. Nu zijn de verhalen van Poe vaker verfilmd, maar die producties zijn niet altijd even trouw aan de bron. Daarom wilde Garcia zo dicht mogelijk bij Poe blijven. Sommige teksten komen woord voor woord terug in de film.

extraordinary tales 02

Stemmen uit het graf
De vijf verhalen worden verteld door een indrukwekkende sterrencast bestaande uit Christopher Lee (een van zijn laatste rollen), de Mexicaanse filmregisseur Guillermo del Toro, de Britse horror- en fantasy acteur Julian Sands en Bela Lugosi. Koning van de B-film Roger Corman, die in de jaren zestig Poe-verfilmingen regisseerde, sprak voor ‘The Masque of the Red Death’ de rol in van Prins Prospero. Corman heeft maar liefst één zin dialoog.

Alle mannen zijn op de een of andere manier verbonden aan horrorcinema: Lee en Lugosi zullen voor eeuwig verbonden zijn aan de rol van Dracula. Om de opnamesessie van ‘The Fall of the House of Usher’ voor de toen 89-jarige Lee zo makkelijk mogelijk te maken, werd zijn keuken omgebouwd tot geluidsstudio. Twee dagen lang acteerde hij in kamerjas en pantoffels achter de microfoon. Lugosi, overleden in 1956, is letterlijk een stem uit het graf. Garcia vond op eBay een cassette met daarop een oude opname van Lugosi die het verhaal ‘The Tell-Tale Heart’ voorleest. Na het oppoetsen van de opname en nadat de zoon van de acteur toestemming gaf, kon Garcia de soundtrack gebruiken als basis voor zijn animatie.

Het hele filmproject begon met het maken van ‘The Tell-Tale Heart’ waarin een verzorger een oude man vermoordt. Dit zou de perfect uitgevoerde misdaad zijn geweest, ware het niet dat de moordenaar zodanig geplaagd wordt door zijn geweten en de hartslag van zijn slachtoffer, dat hij uiteindelijk schuld bekent. Het segment is gemaakt in de tekenstijl van de Argentijnse stripmaker Alberto Breccia en bestaat uit scherp contrasterende zwart-wit tekeningen. Toen deze korte film op festivals overladen werd met prijzen besloten Garcia en producent Stéphan Roelants een hele film met verhalen te maken die ieder een eigen stijl hebben. Zo liet Garcia zich voor ‘The Facts in the Case of M. Valdemar’ inspireren door de tekenstijl en druktechnieken uit jaren vijftig zoals we die kennen uit de horrorstrips van uitgeverij EC Comics. Een van de personages lijkt op Vincent Price, de acteur die in menig Poe-verfilming en andere horrorfilms optrad. De stijl van ‘The Masque of the Red Death’ is geïnspireerd op het werk van Egon Schiele en Pieter Bruegel, terwijl ‘The Pit and the Pendulum’ als hommage aan het werk van Francisco Goya en Giovanni Battista Piranesi gezien kan worden, en eveneens verwijst naar het werk van fotopionier Joseph Nicéphore Niépce.

extraordinary tales 03
Extraordinary Tales: De raaf en de Dood op het kerkhof

Raamvertelling
De segmenten zijn verbonden door een raamvertelling waarin de Dood op het kerkhof een plagerige conversatie voert met Poe die door een zwarte raaf vertolkt wordt. (Een verwijzing naar het gedicht ‘The Raven’ waar Poe beroemd mee werd.) Terwijl Poe op aarde wil blijven om nieuwe verhalen te kunnen creëren, wil de Dood zijn ziel. Ze vertellen elkaar verhalen van Poe om hun argumenten te illustreren.

Over het waarom Poe nog steeds inspireert zei Garcia in een interview: ‘Ik denk dat de hedendaagse aantrekkingskracht deels zijn romantische aura is. Zijn wilde, getormenteerde ziel past goed bij de huidige tijdsgeest. Poe is niet dood. Vandaag de dag is hij meer levend dan ooit.’

Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in de speciale bijlage in de VPRO Gids #11 (2016) van het Holland Animation Film Festival dat dit jaar plaatsvindt van 16 tot en met 20 maart.

Categorieën
Strips

Rotterdam krijgt stripfestival

Hebben we de presentatie van de Stripdagen Haarlem net achter de rug, tref ik opeens dit bericht aan op de Facebookpagina van Robert van der Kroft. Rotterdam krijgt een serieus nieuw stripfestival genaamd Cross Comix Rotterdam. Een intitiatief van Van der Kroft, Hanco Kolk en Erik de Graaf.

cross comix rotterdam

Eindelijk kunnen we bekend maken dat we aan de vooravond staan van een groot nieuw jaarlijks stripfestival:
‘Cross Comix Rotterdam’.

Een idee dat al een paar jaar broedt: het ultieme crossover festival. In het centrum van Rotterdam: de Doelen, Pathé, Schouwburg, maar ook Kunsthal, Boijmans zullen de plekken zijn voor films (Marvel films, anime), muziek (the Gorillaz, Hatsune Miku), theater (Kamagurka, Urbanus), expo (Mattotti, Hewlett), architectuur, fotografie, games, street-art, enz.
Een gigantisch stripfestival, maar zónder de bekende bananendozen, of handelaren. Een echt ‘festival’ dus, beslist geen ‘beurs’.
Het achterliggende doel is om het grote publiek (de 16,5 miljoen ándere Nederlanders) duidelijk te maken dat ‘strip’ niet alleen in de bekende stripboeken te vinden is, maar dat je ‘strip’ als 9e kunst óveral tegenkomt: in films, muziek, theater, museum, galeries, maar ook in vliegtuigen, in de journalistiek, de handleiding van Ikea, met pasen, of zelfs op de kermis moet het gaan opvallen..

Op zaterdag 8 oktober 2016 vindt een kleinere introductie-pilot-versie van het festival plaats in alle zalen, hallen en foyers van de Rotterdamse Schouwburg, van ’s morgens vroeg tot diep in de nacht (met slotfeest). Dit jaar een compact festival, op maar één enkele lokatie, vooral bedoeld voor pers en genodigden, maar ook gewoon toegankelijk voor alle andere geïnteresseerden.
Van zaal tot zaal het idee achter ‘Cross Comix Rotterdam’ proeven, en ontdekken wat de bedoeling is. En meteen de plannen horen en zien voor de eerste grote weekend-versie, najaar 2017.

Categorieën
Strips

Vooruitblik Stripdagen Haarlem 2016

Vrijdagmiddag 11 maart vond in de Bakenesserkerk de perspresentatie plaats van de Stripdagen Haarlem die dit jaar plaatsvinden van 3 t/m 12 juni 2016.

Een erg geslaagde presentatie vond ik waarin de nieuwe festivaldirecteur Tonio van Vugt vlotjes enkele hoogtepunten uit de aankomende editie aan ons voorstelde. Tussendoor zorgde Roel Venderbosch voor een muzikale noot en gaf Marcel Ruijters een beknopte lezing over Jheronimus. Het leukste daaraan vond ik dat hij de de schilderijen toonde die hij als bronmateriaal voor zijn graphic novel had gebruikt. O ja, huistekenaar Hanco Kolk kreeg een taartje… want de beste man was jarig. Check vooral ook de nieuwe website van de Stripdagen Haarlem. Die heeft een nieuw handigheidje: je kunt je eigen programma samenstellen. Wel zo makkelijk.

Tonio van Vugt in actie. Foto: Natasja van Loon.
Tonio van Vugt in actie. Foto: Natasja van Loon.
Marcel Ruijters vertelt over Bosch. Foto: Natasja van Loon.
Marcel Ruijters vertelt over Bosch. Foto: Natasja van Loon.
Echt alleen voor strips  krijg je mij een kerk in. Foto: Natasja van Loon.
Echt alleen voor strips krijg je mij een kerk in. Foto: Natasja van Loon.

Maar goed, jullie willen natuurlijk weten wat er allemaal besproken is in de Bakenesserkerk.

Daarom hieronder het bijgestuurde persbericht met de voorlopige aankondigingen.

Stripdagen-Haarlem-2016

Hanco Kolk is de nieuwe huisstijltekenaar
Hoewel velen in de aanloop naar de Kick-off hadden gegist naar de identiteit van de huisstijltekenaar, had slechts een enkeling in het detail van het affiche dat we eerder hadden vrijgegeven de vaardige hand van Hanco Kolk herkend. Hanco is bij het grote publiek vooral bekend van de dagstrip S1NGLE die hij samen met Peter de Wit voor diverse dagbladen maakt en die enige jaren geleden zelfs voor televisie werd bewerkt. Samen met Peter was hij ook verantwoordelijk voor de komische avonturenstrip Gilles de Geus. Als graphic novelist verdiende hij zijn sporen met Meccano en zijn bewerking van het boek Van Istanbul naar Bagdad van Arnon Grunberg. Ook verzorgde hij het artwork voor diverse albums van Spinvis. Als tekenaar is hij befaamd om zijn minimalistische maar ongeëvenaard sierlijke lijnenwerk, waarmee hij zijn personages een maximale hoeveelheid expressie weet te geven. Dat handelsmerk is dan ook duidelijk terug te zien in zijn ontwerp voor het affiche voor 2016, dat opvalt door de heldere beeldtaal die zowel eenvoudig als uitbundig is.

Pontiacs Lost in the Lowlands.
Pontiacs Lost in the Lowlands.

De hoofdthema’s
Dát Peter Pontiac geëerd zou worden in de editie van 2016 was geen geheim meer –de vraag was alleen hóe. Het antwoord is het eerste thema: Underground in beeld. De bijbehorende hoofdexpo in de Vishal, Van Pontiac tot Guthrie, belicht de undergroundstrip in Nederland en Vlaanderen. Centrale vragen: wát is underground precies, en bestaat het nog eigenlijk wel in onze huidige maatschappij, waarin tegengeluiden harder nodig lijken dan ooit? Peters werk vormt het startpunt van deze zoektocht. Die leidt van het eerste undergroundblad in Nederland – het tijdens de bezetting door de Toonder Studio’s verspreide tijdschrift Metro – naar legendarische tijdschriften als Aloha, Tante Leny Presenteert en Modern Papier, en via de punk naar fenomenen als Kamagurka en hedendaagse undergroundtekenaars als Charles Guthrie, Ibrahim R. Ineke en Bobbi Oskam. Daarnaast zal een groot deel van het werk dat Peter in de afgelopen veertig jaar in en over Haarlem heeft gemaakt, te zien zijn in het Museum Haarlem.

munch-coverDe schilder getekend luidt de titel van het tweede thema, dat inhaakt op 2016 als Jeroen Bosch Jaar. In de bijbehorende expo in 37PK is uiteraard Jheronimus van Marcel Ruijters opgenomen, de eigenzinnige stripbiografie van de beroemde schilder, maar die biografie maakt deel uit van een recente reeks spraakmakende en in vele landen vertaalde biografieën over onder anderen Rembrandt (Typex’ Rembrandt), Vincent van Gogh (Vincent, Barbara Stok), Edvard Munch (Munch, Steffen Kverneland) en Kurt Schwitters (Herr Merz, Lars Fiske). Deze boeken hebben met elkaar gemeen dat de persoonlijke visie van de maker duidelijk zichtbaar is. De expositie onderzoekt welke voordelen én problemen een stripbiografie met zich meebrengt ten opzichte van een geschreven biografie, aan de hand van originelen, schetsen en interviews. Ook wordt er werk in uitvoering getoond van op handen zijnde stripbiografieën door Typex (Andy Warhol), Robert van Raffe (Piet Mondriaan) en Luc Cromheecke ‎(Charles-François Daubigny).

Andere speerpunten en randprogrammering

Meermaals bekroond tekenaar Marcel Ruijters bijt dit jaar de spits af als gastcurator van de Bovenkamer in De Hallen, waar in de even jaren een stripmaker en in de oneven jaren een schrijver een tentoonstelling zal samenstellen. Marcel maakt daarvoor een keuze uit de ruim 18.000 in het depot aanwezige objecten, waarbij hij een verhaal in stripvorm zal vertellen.

Vier andere belangrijke expo’s tijdens de editie 2016 zijn:
Motion Comics (over innovatieve toepassingen van de strip op smartphone, tablet en internet) in het ABC Architectuurcentrum;

– de tentoonstelling van de tekeningen van ‘artist’s artist’ Mark Smeets in het Teylers Museum (in het kader van Underground in beeld);

75 Jaar Tom Poes (over de ballonstrips rond het beroemde personage uit de Toonder Studio’s) in het Noord-Hollands Archief;

Drawing Modern Feminism in de Kloostergangen, waarin stripjournalistiek gekoppeld wordt aan actuele kwesties die worden aangesneden in het moderne feminisme.

Gezamenlijk kijken deze expo’s zowel naar het rijke verleden van de Nederlandse strip als naar haar veelbelovende toekomst.

Interessant is ook het project ¡VIVA PONTIAC! in De Nieuwe Vide, dat aansluit bij de hommage aan Peter Pontiac, met werk van tekenaars die een artistieke band met hem hadden of met hem bevriend waren; de expo’s van Merel Barends (Fake It Till You Make It, over conventies, paradigma’s en illusies van normaliteit en waanzin) en Dav Guedin en Craoman (Zomerwaanzin) in Museum ’t Dolhuys; en Religie in Strips met werk van Margreet de Heer in de Grote Kerk.

Haarlem 2016 biedt de bezoekers in tien dagen tijd meer dan veertig grote en kleine exposities – maar daar blijft het niet bij. De festivalorganisatie hecht er zeer aan om vooral het cross-overkarakter van het medium te benadrukken, en daarom zullen er gedurende die tien dagen ook theater- en muziekvoorstellingen, lezingen, workshops, cosplay-activiteiten en zelfs een modeshow (de Comic Sexy-lijn van Martin Draax, gebaseerd op strips uit de jaren 60) geprogrammeerd worden. In beide festivalweekenden staan er feesten op de rol: op de eerste zaterdag 4 juni het openingsfeest in het Patronaat (in samenwerking met Typex & Lamelos), en op de tweede zaterdag 11 juni het slotfeest in de Toneelschuur. Artiesten die we in dit verband al kunnen noemen zijn The Unborn Brothers en The Spinshots.

Buitenlandse gasten die aanwezig zullen zijn op het festival zijn onder anderen Edmond Baudoin, Philippe Auladell (beiden met expo’s in Galerie Année), Daniel Clowes, Derf Blackderf en Pierre Christin & Jean-Claude Meziéres, auteurs van de sf-klassieker Ravian & Laureline.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Reborn

Reborn is een zeer vermakelijk science fiction-verhaal met enorme vaart en is zeker het lezen waard. Aimée de Jongh is een sterke visuele verteller. Het basisconcept had mijns inziens echter wel meer uitgediept kunnen worden.

Aimée de Jongh heeft zichzelf allang als stripmaker bewezen. De animator/stripmaker kennen we onder meer van Snippers – alweer vier jaar dagelijks leuk uit de hoek komen in een krantenstrip is niet niks. Daarnaast maakt ze ook nog wel eens een animatiefilm, een graphic novel als De terugkeer van de wespendief en andere strips zoals Reborn. Het is dat ik weet dat Aimée heel snel kan tekenen, anders zou ik me afvragen of ze überhaupt nog wel tijd heeft om te slapen.
reborn-cover

Reborn is een science fiction-verhaal dat speelt in het Nederland van 2038. Tiener Elise komt er per ongeluk achter dat zij de eerste menselijke kloon is van een meisje dat enkele jaren geleden om het leven kwam in een auto-ongeluk. Voordat ze echt tijd heeft om te verwerken dat ze dus eigenlijk een kopie is, moet ze vluchten voor een meedogenloze sekte. De religieuze fanatici vinden namelijk dat de mens niet voor God mag spelen en dus ook niet mag klonen. Elise krijgt hulp van haar vrienden, maar als de sekte de media gebruiken om het volk op te roeren, lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat ze gevonden zal worden.

Vakwerk
De Jongh laat wederom zien hoe goed ze het medium in de vingers heeft en weet hoe storytelling in stripvorm werkt. Ieder plaatje is raak. Het verhaal verloopt in rap tempo en de spanning wordt goed vastgehouden. Ook zit er een onverwachte en leuke wending in de climax.

Sterke vorm van storytelling.
Sterke vorm van storytelling.

Tot zover de lof, want ik heb ook wel wat kritiek op dit album.

Reborn heeft een prachtig basisconcept, vind ik. Het idee van klonen, een hoofdpersonage dat erachter komt dat ze een kopie is… rijk materiaal dat uitnodigt tot een mooie dramatische vertelling met psychologische diepgang. Helaas ligt het tempo van Reborn zo hoog, dat hier nauwelijks ruimte voor is. De identiteitscrisis die Elise doormaakt wordt weliswaar aangestipt, maar lijkt in twee bladzijden ook wel weer voorbij, want dan is het tijd voor actie.

Reborn werd voorgepubliceerd in stripblad Eppo. Iedere drie bladzijden is er dus een cliffhanger die het verhaal verder moet brengen. Die publicatievorm vereist ook enigszins dat het verhaal snel verloopt en dat er wellicht te weinig ruimte is om alles goed te exploreren. Daarbij moet er in 44 pagina’s een hoop gebeuren.

Reborn is daarom soms kort door de bocht. Als Elise haar beste vriendin Julia vertelt dat ze een kloon is, zegt Juliaj: ‘Schat… Ik vind het een volstrekt ongeloofwaardig verhaal. Maar de Elise die ik ken, zou nooit tegen me liegen. Dus ja, ik geloof je.’ Je zou verwachten dat er toch meer overtuigingskracht voor nodig is om dit ongelofelijke gegeven geloofwaardig te maken. Vooral omdat Elise een uiterlijk kenmerk heeft dat duidelijk maakt dat ze een kloon is. Als bewijs zou ze dit aan Julia kunnen laten zien. Als Julia wat sceptischer was geweest had dat de scène wat meer uitgediept. Ook het vriendje van Elise lijkt maar een stripplaatje nodig te hebben om het nieuws te verwerken en te geloven. Daarna is hij meer onder de indruk van Elises nieuwe kapsel dan over het feit dat ze een de eerste menselijke kloon is.

reborn kapselAls Elise en haar vrienden op de vlucht slaan voor de sekte en een van hen vermoord wordt, maakt dit maar weinig indruk. Het slachtoffer is een personage dat we verder nagenoeg niet hebben leren kennen, en waar we dus geen band mee hebben kunnen opbouwen.

Deze oppervlakkigheid is kenmerkend voor veel avonturenstrips, want in dit genre is plot belangrijker dan uitgediepte en interessante personages, maar juist omdat het concept van Reborn zoveel potentie heeft, vind ik het jammer dat het verhaal dus niet veel verder gaat dan een actievolle plot.

Dat neemt niet weg dat De Jongh er toch zo nu en dan in slaagt om interessante dingen aan te stippen. De kwestie klonen krijgt een politieke lading als mensen de straat opgaan om er tegen te demonstreren. Terecht merkt Elise op: ‘Het gaat niet om wat ik heb gedaan, maar om wie ik ben!’ Dat het hier gaat om discriminatie in het algemeen, en we hier een verwijzing naar de vluchtelingencrisis kunnen zien, lijkt me duidelijk.

Ook op visueel vlak ondersteunt De Jongh soms het thema. Elise: ‘Ik was een kloon. Een kopie van iemand anders. Ik was een project. Ontworpen om iemand te vervangen die er niet meer is.’ Hier laat De Jongh in de regen een grote regendruppel van een blad glijden. Dit geeft niet alleen de gemoedstoestand weer waarin de hoofdpersoon in verkeert, Elise is namelijk erg verdrietig. Het stripplaatje draagt ook het idee uit dat iedere regendruppel uniek is, maar tegelijkertijd veel op andere druppels lijkt. Net als mensen en euh, klonen.

Aimée de Jongh. Reborn
Don Lawrence Collection, €8,95.

Categorieën
Bloggen

Op je honderdste gaan bloggen

Dit berichtje kwam ik in VPRO gids #7 (2016) tegen:

100ste bloggenHoe tof is dat? Op je honderdste nog eens gaan bloggen zoals Dagny Carlsson! En waarom ook niet?

Wat ik zo grappig aan dit bericht vind is dat je dus nooit te oud bent om aan iets nieuws te beginnen. Ook lijkt het mij erg interessant om zo’n blog te lezen om op die manier een beeld te krijgen van hoe het leven van een hoogbejaarde er eigenlijk uit ziet. Goed, het is maar de ervaring van een vrouw, en bovendien ook nog een zeer actieve bejaarde, maar je moet ergens beginnen.

Dat is immers het mooie aan bloggen: dat je iemand beter leert kennen en kennis maakt met nieuwe belevingswerelden.

Hoe persoonlijk en hoe vaak?
Blogs die een persoonlijk tintje hebben zijn wat mij betreft het interessantst om te lezen. Toch twijfel ik zelf nog wel eens aan wat ik wel en niet wil delen met de wereld. Ik blog over strips, film en mediaverschijnselen, maar probeer dat altijd vanuit een persoonlijke invalshoek te doen. Toch vraag ik me de laatste dagen weer eens af of ik niet ook gewoon een leuke foto moet plaatsen van een fijn moment en of ik korte invallen weer zal noteren en publiceren. De frequentie van mijn blog ligt tegenwoordig redelijk laag – een drietal, viertal keer per week publiceer ik wat. Dat is minder dan een jaar geleden bijvoorbeeld. In ieder geval zijn dat vooral stukken die mijn profiel van (strip)journalist passen.

Soms zit er aan te denken om meer stripmateriaal te plaatsen, een beetje zoals op Tumblr gebeurt, maar dan wel met iets meer tekst en uitleg dan alleen maar een afbeelding plaatsen voor de afbeelding. Maar dan denk ik weer aan de grote hoeveelheid die we collectief dagelijks online knallen en de vele egodocumenten die het web al telt, en besluit ik het toch maar weer niet te doen.

Eeuwig twijfelen, dat is voor mij ook bloggen.