Categorieën
Fotoblog

Wijnvlekken

Categorieën
Mike's notities

Column: Lieve Rita Verdonk

Lieve Rita, Ik begrijp best dat je je als carrièrevrouw zorgen maakt om je X-factor.En de stoel van Jan Peter ziet er inderdaad verleidelijk uit. Rechtlijnig overkomen, doen wat je zegt en de dikke laag make-up die vrouwelijkheid moet suggereren, zullen zeker het aantal fans doen toenemen. En dan die grappige faux pas om de voorkeurstemmen en de poging om Mark van zijn troon(tje) te stoten. De weg naar de top is immers hard en een politiek lijk hier en daar, ach, dat hoort er allemaal bij. Het heeft allemaal een hoge entertainment waarde voor de kiezer thuis op de bank, dus mij hoor je niet klagen.Maar laten we elkaar eens eerlijk in de ogen kijken: je bent de dans nu te vaak ontsprongen. Na de Schiphol brand en zeker na de kwestie Hirsi Ali had je samen met laatst genoemde met de noorderzon mogen vertrekken. Maar nee, je ben ambitieus en waarom zou je je iets aantrekken van wat anderen vinden. Je bent immers recht door zee, en je houdt je aan de wet. Goed, doe dat nu dan ook. Tot zo’n vier jaar geleden leefden we in Nederland in een democratie, waarbij de regering (min of meer) luisterde naar Het Volk. De regering werd bij het aantreden van het huidige kabinet al geregeld Oost-Indisch doof, maar ik vrees dat bij jou, beste Rita, het meest sterke gehoorapparaat geen soelaas meer kan bieden.Wanneer een kamermeerderheid achter een plan staat, dan behoort een minister dit uit te voeren. De meerderheid beslist, dát is democratie. Ga je nu niet verschuilen achter een paar onzinnige regels en bedenk dat je met menselijkheid ook kiezers kunt scoren.Ik wil je daarom het volgende voorstellen: laat die 26.000 asielzoekers – of hoeveel het er dan ook mogen zijn – gewoon uit de kooi waar ze al vele jaren inzitten. Een kamermeerderheid is voor, dus je moet niet zeuren. Voor iedereen geldt dat hij af en toe iets moet uitvoeren wat hij of zij niet zo leuk vindt. Dat heet je professioneel opstellen en je werk doen! Zie dit maar als de nodige levertraan die je moet laten. Maar als je de asielzoekers dan toch persé wil uitzetten, ga dan meteen maar met ze mee. Ze komen veelal uit landen waar mensen onderdrukt worden en waar democratie ver te zoeken is. Ik denk dat je je daar goed thuis zult voelen. Dan maar wat minder entertainment in de Tweede Kamer. Misschien wordt het dan nog wat met Nederland.

Categorieën
Media

Column: Aantrekkelijk klapvee

Het is een bekende traditie dat bij een talkshow publiek aanwezig is. Het publiek luistert aandachtig naar wat er gezegd wordt, lacht op cue en klapt tussen de items door. Daarom worden de leden van het hooggeëerd publiek ook wel eens oneerbiedig ‘klapvee’ genoemd. Soms kan het publiek behoorlijk afleiden. Het mag duidelijk zijn dat het publiek eigenlijk staat voor de mensen thuis. De programmamakers hopen dat wij in de huiskamer ook aandachtig luisteren, op cue lachen en wellicht zelfs tussen de items door applaudisseren. Aangezien de meeste talkshows gebakken lucht verkopen en na vijf minuten niet meer boeien, zal dat wel meevallen. Soms daarentegen kan een verhitte discussie op de buis je op het puntje van je stoel doen zitten. Op dat soort momenten kan het aanwezige publiek een verstorende factor zijn.Zo zat ik laatst naar De Wereld Draait Door (DWDD) te kijken waar een gast een vurig pleidooi hield voor het en of ander. Het feit dat ik me niet meer precies kan herinneren waarover de gast zo gepassioneerd sprak, is geheel te wijten aan de knappe vrouw die achter hem zat.Tijdens het gesprek viel mijn oog opeens op haar. Ze zat links van hem tussen de andere leden van het publiek. Ze zag er goed uit: mooi glanzend haar, volle lippen en helderblauwe ogen met een tikje eigenwijze blik. Het was liefde op het eerste gezicht. In ieder geval vanaf mijn kant van de buis. Ze mocht dan model staan voor mij in de huiskamer, we waren in werkelijkheid enkele tientallen kilometers van elkaar verwijderd. Ook al zou deze relatie het niveau van goedkoop voyeurisme niet overstijgen, ik kon het niet laten naar haar te blijven staren. Tenminste, dat had ik graag willen doen, ware het niet dat de gast niet stil wilde blijven zitten en menigmaal het zicht op De Schoonheid blokkeerde. Nog erger: het gesprek liep ten einde en de regisseur – de oen! – liet weer overschakelen op Matthijs van Nieuwkerk. Normaliter heb ik daar geen problemen mee, Van Nieuwkerk is immers een van de beste presentatoren die Hilversum te bieden heeft. Maar nu had ik even geen boodschap aan de goede man. Ik wilde weer terug naar het prachtigste stukje decor dat ik sinds tijden op de buis had mogen aanschouwen. (Voordat ik allerlei boze e-mails krijg over vermeend seksisme: publiek is er natuurlijk voornamelijk voor de beeldvulling en is daarmee onderdeel van het decor.) Helaas. Even later zag ik haar nog even onscherp in de achtergrond, maar het beeld was te vaag om een blijvende indruk te maken.Het programma liep af en ik zette in een sombere stemming de televisie uit. Wie was de vrouw? Hoe heette ze? Waar woonde ze? Al deze vragen zouden onbeantwoord blijven. Ik schonk een lege kop koffie vol en troostte mij met de gedachte dat er morgen een nieuwe uitzending zou zijn. Wie weet wie er dan weer in het publiek zou zitten.

Categorieën
Strips

Spider-Man in de seventies

Sinds Stan Lee en Steve Ditko in 1962 de stripheld Spiderman bedachten is hij in verschillende gedaanten op televisie en film verschenen. Een van de meest curieuze verschijningen is de televisieserie The Amazing Spider-Man.

Voordat Tobey Maguire het strakke pak van Spiderman mocht aantrekken in de recente klassiekers geregisseerd door Sam Raimi, was Nicholas Hammond hem voor. Nicholas wie? vraag je je wellicht af. Hammond is een acteur die misschien wel het meest bekend is door zijn rol in The Sound of Music. Hij was een van de kinderen van vader Von Trapp. In de jaren zeventig speelde hij ook Peter Parker in de kortlopende televisieserie The Amazing Spider-Man.De serie bestond in totaal uit dertien afleveringen, waarvan de pilot in Europa in de bioscoop is vertoond. Hoewel de serie aardig genietbaar is, zijn de makers er niet in geslaagd een geloofwaardige Spider-Man te creëren. Kenmerkend aan de serie zijn de doorzichtige specialeffects en het hergebruik van eerder vertoonde opnames. In de pilot-aflevering doen de blue screeneffecten goedkoop aan. Wanneer Spiderman langs de muren kruipt, wordt de acteur zichtbaar aan kabels omhooggetrokken. Het ergste zijn de continuïteitsfouten door veelvuldig hergebruik van eerder vertoonde beelden. Zo komt het voor dat Spiderman in het ene shot een riem draagt en het volgende shot opeens niet.

Funky
Ook wisten de makers niet de juiste toon te zetten. Het is bewonderingwaardig dat het materiaal redelijk serieus benaderd werd. Tien jaar daarvoor durfden televisiemakers superhelden alleen maar met een flinke dosis camp op het scherm te brengen zoals in de serie Batman met Adam West. Toch ontkomt The Amazing Spiderman ook niet aan de nodige camp, al komt dat vooral doordat de serie nu gedateerd overkomt dankzij de jaren zeventig look. Daarbij bevat de soundtrack overdadig schallende trompetten en een vleugje discomuziek. Aan de andere kant geeft dit de serie juist een bepaalde curiositeitswaarde en een vleugje funk. Nicholas Hammond schiet duidelijk tekort als Peter Parker. In de meeste scènes speelt hij als een stijve hark. De charme waarmee Maguire van Peter een aandoenlijke nerd maakt, ontbreekt volledig in het spel van Hammond.

Vertaling met gebreken
Het grote manco van de serie is dat van het concept van de Spiderman-strip weinig is overgebleven. Peter is een student die zijn krachten krijgt tijdens wat labwerk. In de strip en in de film van Raimi wordt hij door de spin gebeten tijdens een schoolexcursie. Die setting is dramatischer en verhalender: Peter wordt eigenlijk bij toeval gebeten door de spin. In principe had het ook iemand anders kunnen zijn. In de televisieserie is Peter alleen als hij gebeten wordt.In de televisieserie komen weinig personages uit de comic voor: in de pilot speelt Tante May een rol en verder is J. Jonah Jameson een vaste speler die het leven van Peter zuur maakt.Omdat oom Ben is weggelaten ontbreekt een goede verklaring waarom Peter besluit met zijn krachten de wereld te helpen. In de serie wordt Ben immers niet vermoord door de moordenaar die Peter even daarvoor heeft laten gaan, omdat hij vond dat het niet zijn taak was om boeven te vangen. Het gegeven van ‘grote krachten geven grote verantwoordelijkheden’ wat zo centraal staat in de strips en in de films van Raimi ontbreekt daardoor volledig.

Doe maar gewoon…
In de serie vecht Spiderman tegen gewone mensen en niet tegen superschurken. Hier zijn enkele verklaringen voor te geven. In de eerste plaats wordt een televisieserie die op primetime wordt uitgezonden nooit alleen voor kinderen gemaakt. Volwassenen moeten er ook van kunnen genieten. Daarom probeert men de verhalen niet te fantastisch te maken. Door Spiderman het op te laten nemen tegen gewone schurken, blijft de verhaalwereld nog enigszins realistisch.In de tweede plaats is het budgettair niet erg aantrekkelijk om dure specialeffects te moeten gebruiken om de krachten van de schurken geloofwaardig te maken. Om dezelfde redenen hield men de serie The Incredible Hulk uit dezelfde tijd ook redelijk down to earth. De Hulk (Lou Ferrigno) is maar twee keer per aflevering te zien en dan niet erg lang. De meeste tijd is Bruce Banner (Bill Bixby) in zijn normale gedaante. Om volwassenen geïnteresseerd te houden werd de nadruk gelegd op human interest-verhalen en niet op het bovennatuurlijke.

Dat allemaal in het achterhoofd gehouden…. The Amazing Spider-Man is zeker de moeite waard om een keertje te bekijken. Goed, het pak zit slecht, het verteltempo is traag en deze Spiderman is niet altijd even handig: juist deze elementen (en de seventies uitstraling) maken dat de serie genoeg in zich heeft om een avondje even lekker te ‘genieten’. Probleem is echter dat de serie tot op heden niet officieel op dvd is uitgebracht. Gelukkig zwerven er op het internet nog enkele VHS versies. (En op YouTube zijn wat fragmenten te vinden, zie daarvoor ook de links in dit stuk.) Goed zoeken dus voor de liefhebber.

Categorieën
Fotoblog

Roode Steen bij nacht

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Bond mag met pensioen

Recentelijk schreef gastauteur Jeroen Mirck een terecht lovende recensie over de nieuwe Bond-film Casino Royale. Daniel Craig overtuigt hierin als een Bond van deze tijd en actrice Eva Green zet een atypische Bond-girl neer. Toch vraag ik me af of na bijna 45 jaar Bond-films het niet eens tijd wordt om het doek te laten vallen. Bond heeft zijn beste tijd langgeleden gehad. Toen de boeken van Ian Fleming succes kregen, besloot de schrijver een keer per jaar een nieuwe aflevering te schrijven. Het zou in principe hetzelfde verhaal worden, maar dan met een paar nuanceverschillen. Die opzet hebben de filmproducenten ter harte genomen, want nadat de formule volledig was uitgedacht met de derde flick Goldfinger, was elke nieuwe Bond-film een gerecyclede kopie van de voorgaande. De plot was hetzelfde, alleen de meisjes, de schurk en de locaties zagen er iets anders uit. GSM
Een hoop elementen die de Bond-films in het begin bijzonder maakten, zijn nu erg achterhaald. Exotische locaties zijn binnen handbereik in het tijdperk van Google Earth en goedkope tickets. Er worden zelfs hele wedstrijdige televisieprogramma’s op deze locaties opgenomen: Expeditie Robinson, Peking Express. Oogstuiterende stunts zien we in bijna alle actiefilms: een aflevering van 24 bevat bijna net zoveel actie als een hele Bond-film). En over mooie vrouwen struikel je in de media, of het nu televisie, film of interpret is. En iedereen heeft tegenwoordig zelf al Bond-like gadgets. Misschien dat daarom zo veelvuldig wordt gegrepen naar de gsm in Casino Royale. De vele parodieën die in de afgelopen jaren op het witte doek verschenen hebben Bonds coolness eigenlijk ook niet veel goeds gedaan. Om over de vele kopieën nog maar te zwijgen (dus zullen we het maar niet hebben over Onmogelijke Missies van Tom Cruise. Moeder
Met de komst van Pierce Brosnan kreeg Bond al een make-over: de emancipatie was ook niet aan de wereld van Bond voorbij gegaan. Niet alleen was M een vrouw (sommige theorieën omtrent Ian Fleming verhalen dat M voor Ian inderdaad Mother betekende, aangezien zijn moeder een nogal overheersende vrouw was), ook Moneypenny liet zich niet meer zo maar inpakken door de geliefde seksist. De Bond van de jaren zestig moest zich aanpassen aan de jaren negentig. Hij kreeg nog net geen schort voorgebonden en een luier in zijn handen gedrukt. Hoewel Brosnan het helemaal niet onaardig deed als Bond, werd voor mij bij iedere nieuwe aflevering steeds duidelijker dat 007 zijn beste tijd had gehad. Hij was achterhaald door de tijd en overbodig gemaakt als filmheld. Toen in de laatste film een deel van de stunts ook nog werden overgenomen door doorzichtige digitale animaties, verdween daarmee het laatste bestaansrecht van de filmreeks. De Bond-films hadden voorheen altijd als stokpaardje dat de stunts – hoe extravagant ze ook waren – werkelijk werden uitgevoerd.
Bond begins
Daarbij had Bond alles al tig keer gedaan en viel er weinig verandering te verwachten in de toekomst. En wie geen toekomst heeft kan alleen nog maar terugblikken. De producenten konden met Casino Royale dus maar een kant op: terug tot de bron. Letterlijk in de zin dat Casino Royale het eerste boek was dat Ian Fleming over Bond schreef, en figuurlijk in de zin dat de begindagen van James als geheimagent worden verhaald. In feite hebben de filmmakers dus iets geleerd van Batman Begins waarmee Warner Bros. een op leven na dode franchise opnieuw wist te reanimeren. Casino Royale is een prima actiefilm geworden, maar is vooral interessant op de momenten dat wordt afgeweken van de sleetse Bond-formule. Dat geldt vooral voor het tweede deel van de film: als Bond het opneemt tegen Le Chiffre aan de goktafel en de romance tussen Vesper en James zijn hoogtepunt bereikt. Net als bij de films Licence To Kill en On Her Majesty’s Secret Service, is Bond het meest interessant als we hem als mens zien. Iemand die bereid is zijn carrière in de wind te slaan om een vriend te wreken of door verliefd te worden.
Eigenzinnig
Overigens is de scène aan de goktafel natuurlijk wel een typisch James Bond sjabloon, we mogen hier echter de stevige factor die Daniel Craig is niet over het hoofd zien. Hij weet een eigenzinnige draai te geven aan Bond. De eigenzinnigheid van Casino Royale is voor een deel ook te danken aan de frisse verschijning van Eva Green, die meer een klassieke femme fatale neerzet zoals we die kennen uit film noir. Ze is een atypisch Bond-meisje dat zowel de glamour heeft van weleer als dat ze als hedendaagse vrouw stevig in haar schoenen staat. Toch is de gokscène niet zo spannend als ze had kunnen zijn en zoeken de filmmakers het vooral in de actie rondom deze scène dan in de confrontatie tussen Bond en Le Chiffre zelf. Door de afwijkende elementen is Casino Royale boeiend genoeg als Bond-film. Wat mij betreft zou de film een waardig afsluiter zijn en wordt er na deze 21e aflevering een punt achter de serie gezet voordat de nieuwe frisheid opnieuw een sleets sjabloon wordt. Gezien de recettes is er weinig kans van dat de producenten van ophouden weten. Ook heeft Craig al getekend voor meerdere films.Zie ook Jeroen Mircks recensie.

Categorieën
Film Strips

The trouble with Superman

Sinds de jaren veertig is iedere generatie opgegroeid met een versie van Superman op het witte doek of op het kleine scherm. Je kunt je afvragen of al deze aandacht terecht is, want Superman is namelijk de meest ongeloofwaardige en saaie superheld die er is. Hoe zorg je dat het publiek met een onoverwinnelijke Superman meeleeft?

Superman is een saaie voorspelbare held. Clark Kent is het product van zijn opvoeding: groot geworden in de schoot van zijn liefhebbende adoptie-ouders, is hij vergiftigd met allerlei goede karaktereigenschappen. Superman representeert natuurlijk het goede in de mens. Aangezien hij goddelijke krachten bezit is dit een geruststellende gedachte – een kwaadwillende Superman zou over de gehele wereld kunnen heersen.

Bad guy
De eerste versie van Superman die Jerry Siegel en Joe Shuster bedachten, was dan ook een echte schurk. In het verhaal The Reign of the Superman, lijkt hij een voorloper van Lex Luthor: een glimmend kaal hoofd en gebrand op domineren van de wereld. Toen Siegel en Shuster uit commercieel oogpunt Superman in een held veranderden, was hij in het begin erg hard voor criminelen – al was zijn collega Batman meedogenlozer.

Na de Tweede Wereldoorlog stelde hoofdredacteur Whitney Elssworth enkele richtlijnen op voor alle helden van DC Comics, waarmee Superman werd gedegradeerd tot de vriendelijke padvinder zoals we hem nu kennen. Behalve dat hij door zijn rechtlijnigheid saai en voorspelbaar is, kampt Superman ook met een geloofwaardigheidsprobleem.

Hypnose
Omdat Superman geen masker draagt, is de scheiding tussen Clark Kent en zijn alter ego nogal doorzichtig. In de strip Superman #330 uit 1978 wordt een verklaring gegeven waarom een doortastende journalist als Lois Lane nog nooit de vermomming van Clark heeft doorzien. In het verhaal wordt uitgelegd dat Superman zijn superhypnose gebruikt om mensen een Clark Kent te laten zien die breekbaarder en kaler lijkt dan hij werkelijk is. Beide mannen lijken genoeg op elkaar om de gelijkenis enigszins verdacht te maken, maar door de hypnose lijken de verschillen te groot om ze één man te laten zijn. De brilglazen, gemaakt van de ramen van de raket waarin Superman naar de aarde gezonden is, versterken de hypnosekracht om de illusie in stand te houden. Helaas is in latere comics nooit meer gebruik gemaakt van deze creatieve oplossing.

Superman Returns biedt overigens ook geen bevredigend antwoord op deze kwestie. In de film wordt hier en daar wel een grapje gemaakt over de gelijkenis tussen Clark en Superman, maar meer dan een knipoog naar het publiek is het niet. Misschien kan geloofwaardigheidsprobleem in een volgend deel worden uitgewerkt.

Gezin
Wat Superman tot slot minder boeiend maakt dan zijn collega’s, is zijn onoverwinnelijke kracht. Het is moeilijk spanning in een verhaal te creëren als je held onverslaanbaar is. Eén oplossing hiervoor is om het conflict op het emotionele vlak te zoeken. In Superman Returns speelt de klassieke vraag hoe een superheld een normaal leven kan leiden, met plaats voor een gezin en kinderen, een belangrijke rol. Superman is eigenlijk het ex-vriendje dat met pijn in het hart moet toezien hoe zijn vriendinnetje geschaakt is door een ander. Lois heeft sinds het vertrek van Superman een ‘normaal’ leven, inclusief gezin. Is dat wel weggelegd voor iemand die Beschermer van de Mensheid als baan heeft? Spider-Man kampt met dezelfde vraag.

Om het probleem van onoverwinnelijkheid van Superman op te lossen, maken Singer en zijn schrijversteam gebruik van een beproefd concept: ze maken een kwetsbaar mens van hem. Wanneer Superman in de val wordt gelokt door Luthor, is hij ernstig verzwakt door het eiland van kryptoniet waar ze zich op bevinden. Superman wordt geschopt en geslagen door de handlangers van Luthor. De misdaadbaas zelf dient de genadesteek toe met een geïmproviseerd mes van kryptoniet. De rauwe scène doet denken aan de manier waarop in gevangenisfilms doorgaans met een tegenstander wordt afgerekend. Het is een indrukwekkend tafereel waarin Superman tot menselijke proporties wordt teruggebracht. Juist omdat Superman niet opgeeft op dit soort moeilijke momenten symboliseert hij het goede in ons.

Brandon Routh als Superman
Brandon Routh als Superman

Dit concept van een verzwakte Superman werd overigens ook in Superman II gebruikt. Nadat Clark zijn krachten vrijwillig opgaf om met Lois het bed te delen, wordt met hem de vloer aangeveegd door een asociale trucker.

Tijdelijk dood
Sinds zijn debuut in 1938 is er veel gesleuteld aan Superman, al is hij in grote lijnen hetzelfde gebleven. Een belangrijk moment in de stripgeschiedenis van Superman is de serie van John Byrne – Man of Steel uit 1986. Byrne actualiseerde de geschiedenis van Superman en zwakte enkele van zijn krachten af. Tijdreizen was er niet meer bij; zijn onkwetsbaarheid en supersterkte werden ook verminderd. Superman werd er menselijker door. Zo menselijk, dat hij in 1993 doodgeslagen kon worden door het monster Doomsday. Natuurlijk was deze ‘dood’ maar tijdelijk, en na een viertal Superman-imitators kwam uiteindelijk de enige echte weer terug.Superman representeert zoals alle superhelden de wensversie van onszelf. Graag zouden we buitengewone krachten bezitten om ons te onderscheiden van de normale mensen. Helaas zijn de meeste van ons een versie van Clark Kent – stuntelig, onopvallend en heel normaal.

Categorieën
Mike's notities

Gastauteur: Sinterklaas & zo…

Het heerlijk avondje is gekomen… of nu ja bijna dan. Gastauteur Manouk werpt licht op de legende van Sinterklaas. Of toch niet?Ieder jaar is het weer hetzelfde liedje: Sinterklaas komt er aan en de verhalen over hoe het allemaal zo gekomen is schieten als paddestoelen uit de grond. Terwijl je broertje luidkeels ‘Sinterklaas Kapoentje’ staat te zingen, heb jij al weer vijftien keer gelezen dat Sinterklaas echt bestaan heeft, dat hij niet in Spanje leefde maar in Turkije, en dat hij een weeshuis opzette en zijn cape (tabberd) deelde met een aantal arme kinderen die het koud hadden. Koud. In Turkije. Laten we een bommetje leggen onder de legende.Pedo
Sinterklaas is de kindervriend bij uitstek. Sinds de oprichting van de Partij voor de Naastenliefde, nogwat en Diversiteit heeft het woord ‘kindervriend’ een iets andere betekenis gekregen. Laten we er van uitgaan dat Sint Nicolaas geen pedofiel was (hoewel er in het hedendaagse Vaticaan genoeg voorbeelden zijn van bisschoppen die het met koorknapen doen) en dat hij gewoon een kindervriend was om zijn liefdadigheid. Hij leefde namelijk in de vierde eeuw na Christus als bisschop in Myra in, jawel, Turkije. Volgens de verhalen heeft hij dat dorp van de ondergang gered door het verstrekken van voedsel. Ook schijnt hij arme meisjes van bruidsschatten voorzien te hebben zodat ze konden trouwen. Verder zou hij nog meer liefdadige dingen gedaan hebben die vooral met kinderen te maken hebben.Allemaal leuk en aardig, maar in Spanje zelf is Sinterklaas geen feest voor de kinderen, het is een feest voor de gelovigen. En dan vooral voor de vrouwen die in geldnood zitten… Ze lopen drie maandagen achter elkaar van huis naar een kerk die gewijd is aan de Sint, mensen krijgen cakejes, gedroogd fruit, noten en caramelsnoepjes, en de jonge bisschopjes (tussen de 4 en 7 jaar oud) nemen een speciale plaats in op die dag.Pienter ventje
Hoe kwam die man eigenlijk in Spanje terecht? Waarom roepen we nog steeds dat hij ieder jaar uit Madrid komt met zijn stoomboot (ik dacht dat de stoommachine pas rond de 18e eeuw uitgevonden werd, maar blijkbaar was Sint Nicolaas een pienter ventje) terwijl we allemaal weten dat het een rasechte Turk is? Ik ben zelf van mening dat die zeelui met hun sterke verhalen vanalles verzonnen hebben. Toen wij Nederlanders in de Gouden Eeuw (17e eeuw) gingen varen kwamen we regelmatig de Spanjaarden tegen. Aangezien ons Sinterklaasje als de beschermheer van de scheepvaart gezien werd kan het best zijn dat de zeelui wat uit hun duim gezogen hebben.Herinneren jullie dat relletje nog van een aantal jaren geleden? Een groep mensen claimde dat het gedeelte over Zwarte Pieten in het verhaal discriminerend was en daar viel de rest van Nederland dan weer overheen. Nou, ze hebben gelijk. Die eerste groep dan. In de eeuwen rond de Gouden Eeuw waren het de Moren die de macht hadden in Spanje (en ja de Moren zijn zwart). Ook rond die tijd overwonnen de Spanjaarden de Moren weer, dus het zou best eens zo kunnen zijn dat onze Zwarte Pieten (die natuurlijk onder leiding staan van Sinterklaas) symbool staan voor de overwinning op de Moren. Aanwijzingen genoeg: in landen als Australië, Slowakije en Tsjechië is degene die Sinterklaas op zijn tocht vergezelt niet een Zwarte Piet of een andere hulp, maar een aangelijnd monster met hoorns en een rode tong, gekleed in bont. In deze gevallen staat Sinterklaas voor het goede, en het monster voor het kwade. De kettingen waaraan het wezen vastzit zorgen ervoor dat hij de mensen geen kwaad kan doen en staan symbool voor de macht die Sint Nicolaas heeft.Stinkende kinderschoentjes
Is er nog één aspect over: het paard van Sinterklaas. Trouwe Americo, het witte paard dat over de daken kan lopen zonder de dakpannen er af te kegelen en nog lang niet moe is als hij in één nacht heel Nederland en een stukje België doorkruist heeft. Americo, het paard dat op het dek mag staan van de stoomboot, het paard dat iedere nacht weer tientallen kilo’s stro, hooi en wortelen in de kleine stinkende kinderschoentjes vindt. In een groot deel van België, heel Frankrijk, Luxemburg en Zwitserland bestaat hij helemaal niet. Daar heeft Sinterklaas een ezeltje, een klein ezeltje ja, en omdat dat diertje te klein is om de tabberd van de grond te houden draagt het beest manden met cadeautjes en snoepgoed. En de Sint, die ongeveer 1600 jaar oud is, moet lopen.En om het verhaal compleet te maken: Pakjesavond is de viering van de sterfdag van Sint Nicolaas, op 6 december 434. Heb ik jullie tóch stiekem verteld hoe het Sinterklaasfeest in elkaar zit.Wie meer teksten van Manouk wil lezen, kan surfen naar: Holly N Co.

Categorieën
Fotoblog

Vleermuis

Een van de eerste foto’s die ik met mijn Nokia nam, de eerste mobiel die ik had die überhaupt daartoe in staat was, was een foto van een foto van Batman. Het Batsymbool op het kostuum dat Michael Keaton draagt in de film ‘Batman’ van Tim Burton. Deze hing in mijn appartement op het Ramen in Hoorn. Een apart begin van een fotodagboek wellicht, maar niet zo gek als je weet dat Batman een van mijn favoriete striphelden is. Spider-Man staat op nummer 1, Batman toch wel meteen op de volgende plek. Deze foto fungeerde een lange tijd als afbeelding op de display van mijn (bat)phone.

Categorieën
Mike's notities

Holiday blues?

Ik loop door de grote winkelstraat bij mij in de buurt en zie dat de sierverlichting weer boven de straat is opgehangen. Dan is het dus november. Nu ben ik niet iemand die last heeft van een najaarsdip: ik ben dol op de herfst. Maar het vooruitzicht van de tijd tot en met oud en nieuw stemt mij wel enigszins somber.De jaarlijkse commerciële climax is weer aangebroken. Sinterklaas, de Kerstman en een gedicteerd familiegevoel dwingen mensen om zich een hartaanval te stressen door de jacht naar cadeaus tijdens ingelaste koopavonden en overdrukke zaterdagen. Walgelijk. Dit gaat lang niet meer over de waarden waar Kerst oorspronkelijk voor bedacht is – al heb ik daar ook niet zo veel mee op.En dan de kerstdagen zelf. Ik ben in de loop der jaren allergisch geworden voor verplichte gezelligheid. Ik prijs me gelukkig dat ik niet op dag 1 met mijn familie en op dag 2 met schoonfamilie hoef door te brengen. Da’s mij allemaal te benauwd.Anderzijds kunnen de kerstdagen het beste worden doorgebracht met z’n tweeën – samen ontsnappen aan de gekte en verstikkende ‘gezelligheid’. Herinneringen aan vrolijke kerstdagen met voormalige vriendinnetjes schieten door mijn hoofd, terwijl ik de winkelstraat uit loop: veel betekenend in elkaars ogen kijken terwijl de kerst erna haar plek onder de kerstboom leeg blijft.En wat te doen met Oud & Nieuw? Hangen in een overvolle kroeg maakt het gebeuren tot niet meer dan een zaterdagavond. Misschien maar weer zoals vorig jaar: ik kwam toen ’s ochtends terug uit Tilburg waar een vriend mij langs zijn favoriete gelagkamers had meegenomen. De rest van de dag heb ik lekker gesuft op de bank, luisterend naar mijn favoriete muziek van dat moment. Beetje wegdromend in een wolk van slaaptekort, hoopvolle toekomstwensen en een vleugje zoete nostalgie. Hoe dan ook: het wordt weer doorbijten tot het ontwaken van het nieuwe jaar.Hoe breng jij december door? En heb jij ook last van holiday blues of juist helemaal niet?

Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomic: Review Freddie and me

Mike Dawson, woonachtig in Brooklyn NY, ging begin jaren negentig in New Jersey naar de middelbare school. Op zich zijn dit geen opmerkelijke feiten, maar Mike wist zijn tijd op de middelbare school om te zetten in een boeiende webcomic.De comic – een voorpublicatie van de graphic novel Freddie and Me die volgend jaar zal uitkomen – gaat over zijn ervaringen met de dood van Queen-zanger Freddie Mercury. Mercury stierf, zoals iedereen zal weten, in 1991 aan Aids. Voor sommige muziekliefhebbers stierf hiermee een originele artiest en een van de beste zangers uit de popmuziek. Voor die mensen is de strip dan ook geknipt.Maar los daarvan heeft Dawsons comic een universele aantrekkingskracht. De pubertijd is bij uitstek het moment waarin je je verliest in de passie voor een artiest. Popmuziek is het perfecte middel om je in die onzekere tijd te profileren en een identiteit rondom op te bouwen. Wat Dawson heeft met Mercury had deze auteur onder andere met Prince (AKA de Kleine Geile Dwerg) en The Beatles. Op een bepaalde manier blijft de muziek uit die tijd je altijd bij.Almost famous
Muziek is een binding met het verleden. Wat en wie we aanhangen bepaalt voor een deel wie we zijn. En hoe anderen ons zien. Dat deze ervaring tot de verbeelding spreekt, bewees regisseur Cameron Crowe al met zijn Almost Famous, waarin zijn jongere alter ego voor Rolling Stone Magazine op stap mag met de band Stillwater. Ook de film Detroit Rock City van Adam Rifkin is hier een voorbeeld van. Een stel kids maken een odyssee door om een Kiss-concert bij te wonen. Coming of age is prima, maar dan wel graag met de juiste soundtrack.Tot zover de nostalgische gedachten die de comic losmaakt. Hoe zit het met de comic zelf?
Dawson heeft met Freddie and Me een persoonlijke strip gemaakt. Duidelijk komen zijn liefde voor de muziek naar voren, verbonden met scènes uit het leven van alledag. Hij heeft hiervoor het perspectief van een tiener gekozen – net als Crowe een jongere versie van zichzelf. Het is een autobiografische strip, al valt niet te zeggen wat werkelijk is gebeurd en wat niet. Dat is ook niet belangrijk, want de gebeurtenissen hebben een eigen authenticiteit die los staat van de werkelijkheid.Authentiek
De authenticiteit wordt versterkt door het feit dat Dawson schijnbaar dicht bij zichzelf is gebleven. We lezen zijn gedachten en meningen. De monolooginterieur van Mike is de leidraad in de comic. Zijn gedachten filteren soms letterlijk alle andere geluiden uit. Dit wordt zichtbaar gemaakt door zijn tekst over de andere tekstballons te plaatsen. Point-of-view shots versterken het idee in het hoofd te zitten van Dawson.In de tekstkaders springt Dawson soms over van de monoloog van de verteller naar de gedachten van het personage in de strip. Dit gebeurt erg organisch en wordt nergens onoverzichtelijk.Mike heeft in de comic zijn mening duidelijk klaar. Zijn vriendinnetje hangt bands aan als Nirvana, maar Mike gaat duidelijk voor de echte rock:

“I don’t like alternative music because I like to listen to singers that can actually sing.” (Kurt Kobain zou zich in zijn graf omdraaien.) En verderop: ‘That’s really why I only like classic Rock. Newer music just doesn’t take any talent. Nobody around today is as good as Freddy Mercury.’

Dit soort uitspraken versterken het idee van blinde adoratie voor Mercury. Hierdoor weet Dawson een typische tiener neer te zetten, vol met eigen vooroordelen en kortzichtigheden. Ook de ontwikkeling die Mike doormaakt wordt door de tekst duidelijk gemaakt. Is hij eerst nog een grote fan van de film Wayne’s World (toen Mike Meyers nog geen Austin Powers was) omdat het nummer Bohemian Rapsody daarin voorkomt, enkele weken later is zijn mening tegenovergesteld omdat iedereen het opeens een cool nummer vindt door de film. Als iedereen Queen cool vindt, dan mist de jonge Mike een kans om zich te onderscheiden van zijn klasgenoten. Bovendien is hun mening natuurlijk niet oprecht die van een fan en komt hun enthousiasme voor Queen puur vanuit Wayne’s World.
Dawson is een visueel verteller: afgezien van het eerder genoemde tekstvoorbeeld, deelt Dawson soms plaatjes op in verschillende kaders, waarna hij tussenliggende kaders gebruikt om de herinneringen van de personages weer te geven. In een scène ligt Mike op bed terwijl hij terugdenkt aan een afspraak. Door het visuele afwisselen van de stripplaatjes en het letterlijke overvloeien van tekst en gedachten is Freddie and Me een voortstuwende en vloeiende vertelling. (Zie onderstaande voorbeeld.)
Cartoonesk
De comic is rijkelijk geïllustreerd in een cartooneske stijl. Daar hou je van of niet. De helden van Queen zijn herkenbaar maar niet echt gelijkend. Overigens heeft de tekenaar van zichzelf ook een aardige karikatuur gemaakt.Qua vertelling springt Freddie and Me boven het maaiveld uit als we de comic vergelijken met bijvoorbeeld Misfit’s Journey van Ben Adams. Beide zijn autobiografische comics. Maar waar Adams slechts schetsmatige scènes schrijft die niet goed weten te engageren, weet Dawson de lezer dus wel bij het lot van zijn personages te betrekken. Ook zijn bij Dawson de dialogen goed, terwijl die van Adams toch vooral samenvattingen van meningen zijn. Kortom: als autobio-comic is Freddie and Me gewoon beter geslaagd.Op dit moment zijn er een kleine zeventig pagina’s gepubliceerd. Het verloop van het verhaal hangt nog in het midden – het is niet geheel duidelijk waar het nog naar toe gaat. In ieder geval is de strip een mooi voorbeeld van een striptekenaar die zijn eigen ervaringen op een beeldende manier weet vorm te geven. Een manifest over de liefde voor zijn held. En dat maakt de strip al het lezen waard. Of je nu van Queen houdt of niet. Daarnaast valt er een hoop te herkennen voor iedereen die als jonge tiener op de middelbare school op een of andere manier met muziek bezig was.

Categorieën
Media

Gastauteur: Niet dood, maar ook nog niet levend

Gastauteur Hans Bruin over de nieuwe technische snufjes in het onderwijs die zelfs docenten versteld doen staan.
De Nederlands MBO-scholier is trots bezitter van een mobiel. Bijna allemaal hebben ze zo’n ding. Wat jammer dat ‘ie nog zo weinig gebruikt wordt. Dat ligt natuurlijk aan de leraren.Mag de telefoon uit in de klas? Nou eh.. liever niet. Want je kunt er geweldige dingen mee doen, ook in de klas. Meer dan 50 % van de deelnemers op het MBO beschikt ondertussen over een mobiel waarmee ook beeld en geluid opgenomen kunnen worden. Dat vraagt natuurlijk om gebruikt te worden. Gesprekken opnemen, instructiefilmpjes maken: het ligt binnen handbereik. En de leerling heeft de eigen apparatuur bij de hand.Wie zei ook al weer dat de film dood is?
En wie zei ook al weer dat film een begin, midden en eind moet hebben?
You Tube staat vol van producties die het tegendeel bewijzen.Het onderwijs lijkt klaar voor nieuwe ontwikkelingen. Vakken zijn omgevormd tot modules, eindtermen door competenties, en landelijke eindexamens door persoonlijke portfolio’s. Laat maar zien wat je kunt! En ondertussen blijft de gemiddelde MBO’er toch maar duffe verslagjes typen, geïnspireerd door de websites die Google selecteerde. Waarom de eigen creativiteit en de mobiel niet ingezet? Ik vraag het aan wat leerlingen en docenten.’Mag je tegenwoordig ook filmpjes inleveren als bewijsmateriaal van je kunnen?’ vragen de leerlingen verbaasd. En ja: dat mag. Sterker nog: de nieuwe onderwijswet stimuleert om op weg naar het diploma een zo’n divers mogelijke digitale portfolio aan te leggen met al het benodigde bewijsmateriaal van het vereiste kunnen.’Ik heb geen idee hoe dat zou moeten!’ verzuchten docenten in eerlijkheid. Want van het onderwijzend personeel heeft nog geen 10% een videofunctie op de mobiel. Laat staan dat ze weten hoe die te gebruiken.Ik weet het eerlijk gezegd ook niet. Mijn mobiel heeft nog een dieselmotor. Niks “bling bling,” niks camera. Dus laat ik me eerst maar uitleggen wat een mp3 is. En een mp4. En welke andere termen ik moet kennen om op basisniveau mee te kunnen praten over de audiovisuele inzet van de mobiel in het onderwijs. En laat ik ook gerust oefenen met het verzinnen van ‘mobiele telefoon opdrachten’, voor ik collega’s ga betrekken.Ik grijp Mike’s Webs aan om jou om advies te vragen. Hoe krijgen we de Nederlandse scholier aan de slag met de mobiel? Want ook al is film nog lang niet dood, in de klas moet ‘ie nog tot leven gewekt worden.Hans Bruin Docent ROC Horizon CollegeBruih001 [AT] horizoncollege.nl