Categorieën
Film

HAFF 2016: Extraordinary Tales

Regisseur Raúl Garcia animeerde vijf korte, macabere verhalen van Edgar Allan Poe en gaf iedere vertelling een geheel eigen visuele stijl. Extraordinary Tales beleeft zijn Nederlandse première op het HAFF.

Extraordinary Tales
Extraordinary Tales: The Fall of the House of Usher

De fantastische en macabere verhalen van de Amerikaanse schrijver, dichter en criticus Edgar Allan Poe (1809-1849) blijven ook nu nog filmmakers fascineren en inspireren. Toen Poe onder mysterieuze omstandigheden stierf op veertigjarige leeftijd liet hij een oeuvre gedichten en verhalen na die zijn doordrenkt met verlies, rouw en de dood. Ook wordt Poe beschouwd als de vader van het moderne detectiveverhaal. Poe’s vertellingen zijn zowel grimmig als absurd, soms satirisch: de gebeurtenissen in ‘The Facts in the Case of M. Valdemar’, waarin een stervende onder hypnose wordt gebracht, beschreef Poe als een feitelijk medisch verslag zonder vermelding dat dit fictie was. Volgens de legende namen lezers de woorden voor waar aan.

Voor de Spaanse animator en regisseur Raúl Garcia was de ontdekking van Poe’s verhalen een deur naar het genre van gothic-horrorverhalen van schrijvers als Mary Shelly, Lord Byron en het werk van Arthur Conan Doyle. ‘Edgar Allan Poe was een van de eerste volwassen auteurs die ik als kind las, en de overgang naar zijn duistere sfeer maakte een grote indruk op me. Ik was een fervent lezer, en toen ik eenmaal dit rijk betrad, kon ik niet stoppen met het lezen van horrorcomics of met het kijken van fantasy- en sciencefiction films,’ vertelde de regisseur aan de site Cartoon Brew.

Garcia werkte jarenlang als animator voor onder andere Disney. Zijn werk is te zien in films als Aladdin, Pocahontas en Who Framed Roger Rabbit. Extraordinary Tales is zijn regiedebuut. Nu zijn de verhalen van Poe vaker verfilmd, maar die producties zijn niet altijd even trouw aan de bron. Daarom wilde Garcia zo dicht mogelijk bij Poe blijven. Sommige teksten komen woord voor woord terug in de film.

extraordinary tales 02

Stemmen uit het graf
De vijf verhalen worden verteld door een indrukwekkende sterrencast bestaande uit Christopher Lee (een van zijn laatste rollen), de Mexicaanse filmregisseur Guillermo del Toro, de Britse horror- en fantasy acteur Julian Sands en Bela Lugosi. Koning van de B-film Roger Corman, die in de jaren zestig Poe-verfilmingen regisseerde, sprak voor ‘The Masque of the Red Death’ de rol in van Prins Prospero. Corman heeft maar liefst één zin dialoog.

Alle mannen zijn op de een of andere manier verbonden aan horrorcinema: Lee en Lugosi zullen voor eeuwig verbonden zijn aan de rol van Dracula. Om de opnamesessie van ‘The Fall of the House of Usher’ voor de toen 89-jarige Lee zo makkelijk mogelijk te maken, werd zijn keuken omgebouwd tot geluidsstudio. Twee dagen lang acteerde hij in kamerjas en pantoffels achter de microfoon. Lugosi, overleden in 1956, is letterlijk een stem uit het graf. Garcia vond op eBay een cassette met daarop een oude opname van Lugosi die het verhaal ‘The Tell-Tale Heart’ voorleest. Na het oppoetsen van de opname en nadat de zoon van de acteur toestemming gaf, kon Garcia de soundtrack gebruiken als basis voor zijn animatie.

Het hele filmproject begon met het maken van ‘The Tell-Tale Heart’ waarin een verzorger een oude man vermoordt. Dit zou de perfect uitgevoerde misdaad zijn geweest, ware het niet dat de moordenaar zodanig geplaagd wordt door zijn geweten en de hartslag van zijn slachtoffer, dat hij uiteindelijk schuld bekent. Het segment is gemaakt in de tekenstijl van de Argentijnse stripmaker Alberto Breccia en bestaat uit scherp contrasterende zwart-wit tekeningen. Toen deze korte film op festivals overladen werd met prijzen besloten Garcia en producent Stéphan Roelants een hele film met verhalen te maken die ieder een eigen stijl hebben. Zo liet Garcia zich voor ‘The Facts in the Case of M. Valdemar’ inspireren door de tekenstijl en druktechnieken uit jaren vijftig zoals we die kennen uit de horrorstrips van uitgeverij EC Comics. Een van de personages lijkt op Vincent Price, de acteur die in menig Poe-verfilming en andere horrorfilms optrad. De stijl van ‘The Masque of the Red Death’ is geïnspireerd op het werk van Egon Schiele en Pieter Bruegel, terwijl ‘The Pit and the Pendulum’ als hommage aan het werk van Francisco Goya en Giovanni Battista Piranesi gezien kan worden, en eveneens verwijst naar het werk van fotopionier Joseph Nicéphore Niépce.

extraordinary tales 03
Extraordinary Tales: De raaf en de Dood op het kerkhof

Raamvertelling
De segmenten zijn verbonden door een raamvertelling waarin de Dood op het kerkhof een plagerige conversatie voert met Poe die door een zwarte raaf vertolkt wordt. (Een verwijzing naar het gedicht ‘The Raven’ waar Poe beroemd mee werd.) Terwijl Poe op aarde wil blijven om nieuwe verhalen te kunnen creëren, wil de Dood zijn ziel. Ze vertellen elkaar verhalen van Poe om hun argumenten te illustreren.

Over het waarom Poe nog steeds inspireert zei Garcia in een interview: ‘Ik denk dat de hedendaagse aantrekkingskracht deels zijn romantische aura is. Zijn wilde, getormenteerde ziel past goed bij de huidige tijdsgeest. Poe is niet dood. Vandaag de dag is hij meer levend dan ooit.’

Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in de speciale bijlage in de VPRO Gids #11 (2016) van het Holland Animation Film Festival dat dit jaar plaatsvindt van 16 tot en met 20 maart.

Categorieën
Film

Film A-Z: H

Deze keer zes films: twee horrorflicks, twee muziekfilms, een docu en een stripverfilming. Enjoy.

Halloween (John Carpenter, 1978)
In dit film ABC mag natuurlijk een film van horrormeester John Carpenter niet ontbreken. Dus Halloween moet erin. Niet alleen omdat deze film je de stuipen op het lijf jaagt, maar ook gewoon omdat ik gek van het fenomeen Halloween ben. Scream queen Jamie Lee Curtis debuteert in deze film. Carpenter componeerde zelf het herkenbare muzikale thema van Halloween.

De plot is simpel: Michael Myers vermoordt op zesjarige leeftijd zijn zus Judith (Sandy Johnson) met een keukenmes. Hij wordt opgesloten in een inrichting, maar ontsnapt vijftien jaar later om jacht te maken op zijn jongere zusje (Curtis) en haar vrienden. Myers psychiater, Sam Loomis (Donald Pleasence), probeert hem te stoppen.

Rob Zombie maakte in 2007 een remake die eigenlijk zo slecht nog niet is. Hij voegde nog wat welkome backstory toe aan Mike Meyers. Maar het origineel blijft natuurlijk het beste.

Hard Candy (David Slade, 2005)

Ellen Page speelt de vroeg volwassen Hayley Stark die wraak neemt op een pedofiel (Patrick Wilson). De scène waarin ze hem ‘castreert’ zorgt er bij de mannelijke kijkers voor dat hun ballen pijn doen van afschuw. En dat puur door de kracht van de suggestie, want we zien natuurlijk niet echt hoe ze zijn scrotum toetakelt. Zo hoort horror te zijn.

Page had eigenlijk een Oscar moeten winnen voor deze rol. (Ze werd wel genomineerd voor haar rol in Juno). Ze zou in de echte wereld alle katholieke priesters doen sidderen van angst.

Erg goed gefilmd en spannend tot het einde. (En een prachtige poster trouwens.)

A Hard Day’s Night (Richard Lester, 1964)
De eerste Beatle-film gaat over een fictieve dag uit het leven van de fab four. Hip gefilmd, goede soundtrack en de Beatles kunnen heel verdienstelijk zichzelf acteren. Richard Lester gebruikte de cinema verité stijl om zijn mockumentary vorm te geven: zwart-wit, kleine camera’s en dicht op de actie. Bij vlagen is de film wel wat flauw, maar dat vergeef je dit bijzondere beeld van Beatlemania snel.

Hearts of Darkness (Fax Bahr en George Hickenlooper, 1991)


Films over hoe films gemaakt worden zijn soms nog fascinerender dan de films waar ze over gaan. Hoewel Apocalypse Now zeker een fascinerende film is, hij staat niet voor niets in de A van mijn Film ABC, is het bijna even zo interessant om te zien welke pijn en moeite het Coppola heeft gekost om deze film op het scherm te krijgen. Waanzin voor en achter de camera, gefilmd door Eleanor Coppola die de twee filmmakers Bahr en Hickenlooper jaren later dat filmmateriaal gaf. Ze draaiden er interviews met de cast en crew bij en het resultaat is een van de beste documentaires over film maken ooit.

Hellboy (Guillermo del Toro, 2004)

Lekker stel (uit Hellboy II: The Golden Army)

Van de week zat ik deze film weer eens te kijken en het verbaasde me weer hoeveel ik ervan vergeten was. Iedere keer als ik Hellboy kijk is het een frisse filmervaring. Hellboy is ook niet de beste stripverfilming die ooit gemaakt is, maar toch staat hij in mijn Film ABC. Ron Perlman zet een zeer sympathieke Hellboy neer en laat de dikke laag make-up niet in de weg staan van een goede acteerprestatie. De film bevat prachtige beelden en is zeer sfeervol.

De relatie tussen Hellboy en Liz Sherman werd door de regisseur zelf bedacht en zit niet in de strip, maar wordt op de juiste dramatische manier uitgebuit voor de film. De scène waarin Hellboy als een verliefde schooljongen Liz en John Myers bespioneert als ze samen uit zijn, is zeer aandoenlijk. Fijn dat de ietwat vreemde, maar daardoor juist intrigerende, actrice Selma Blair is gecast als Liz.

Let wel: ik verkies de strips van Mignola boven de verfilming, maar toch is de eerste Hellboy-verfilming zeer vermakelijk. Over de sequel was ik indertijd een stuk minder lovend.

High Fidelity (Stephen Frears, 2000)


Stephen Frears maakte een filmadaptatie van het klassieke boek van Nick Hornby. Hij verplaatste de setting van Londen naar Chicago in Amerika, maar verder voelt dit toch als een aardig getrouwe verfilming. John Cusack speelt de sterren van de hemel en ook bijspelers Jack Black en Todd Louiso zijn een schot in de roos.

Rob (Cusack) runt een snobistisch platenzaakje dat alleen wordt bezocht door de ware puristen. De dwalende dertiger blijkt een verwoed platenverzamelaar (op het ziekelijke af) en categoriseert alles consequent aan de hand van een top vijf, of het nou om muziek, vrouwen of break-ups gaat. Robs leven staat op het punt een grote verandering te ondergaan wanneer zijn vriendin Laura (Iben Hjejle) voor een ander kiest, namelijk voormalig buurman Ian ‘Ray’ Raymond – een koelbloedige maar irritante zweefteef, prachtig gestalte gegeven door Tim Robbins.

Een liefdesfilm voor mannen met een prima soundtrack die in het rijtje thuishoort waar mijn favoriete films Almost Famous (Cameron Crowe, 2000), Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) en (500) Days of Summer ook in staan.

In verband met het Imagine filmfestival, zal er de komende weken geen Film A-Z verschijnen. Ik ga deep undercover bij het festival en me voor de Zone 5300 sufbloggen over de films die ik daar zie. Natuurlijk zullen die blogposts ook op deze site gepubliceerd worden, dus zal het hier zeker niet filmloos zijn. Mijn Film ABC is weer terug op vrijdag 7 mei. Dan gaan we verder met de I. Imagine that!

(Liefhebbers van alfabetlijstjes kunnen in de tussentijd terecht bij Marco Raaphorst. Die raakte geïnspireerd door mijn Film ABC en maakte een persoonlijke en interessante Muziek A-Z.)