Posts Tagged ‘Peter Pontiac’
Peter Pontiac, Typex & John Irving | 430
Monday, August 31st, 2020Greetings from Amsterdam by Peter Pontiac | ACG Vlog 31
Tuesday, January 28th, 2020More on Peter Pontiac read here.
EXPOSITIE Indrukwekkende SCHILDERKUNST van STRIPTEKENAARS | Vlog 125
Friday, March 22nd, 2019Het stripmuseum Groningen is weliswaar dicht, maar gelukkig heb ik in de laatste periode nog wat opnames kunnen maken. Zoals deze van de expositie Van penseel naar kwast: Schilderkunst van striptekenaars.
Deze vlog is dus een registratie van een deel van de schilderijen die er toen te zien waren.
Comic Book Cities: Amsterdam
Monday, December 17th, 2018Wasco tekende de markt in Amsterdam West in een van zijn strips. Natuurlijk doet in de wereld van Wasco een pinguïn de boodschappen.
Guido van Driel gebruikte Amsterdam als decor van zijn strip Gasten.
Peter Pontiac tekende het bezoek van Robert Crumb aan Amsterdam op. In een strip voor Highlife toont Pontiac hoe uitgever Hansje Joustra (weergegeven als stripfiguur DirkJan) samen met Pontiac (potlood) de beroemde stripmaker Robert Crumb meeneemt naar een coffeeshop die naar hem is vernoemd.
Het Oudekerksplein in Amsterdam uit het album Suske en Wiske: Suske de Rat getekend door Luc Morjaeu.
Afdalen in de wereld van undergroundstrips
Thursday, June 9th, 2016Had ik je al gezegd dat ik me deze editie van de Stripdagen Haarlem prima vermaak? Nee, nou ik vermaak me prima. Woensdag bezocht ik enkele tentoonstellingen waaronder Underground in beeld: Van Pontiac to Guthrie.
Fijn aan deze editie van de Stripdagen Haarlem is dat het festival tien dagen duurt. Doordeweeks is van alles te doen, maar nog belangrijker: de meeste tentoonstellingen zijn ook te bezichtigen. Iets waar ik afgelopen weekend helemaal niet aan toekwam vanwege de opening van de expositie over motion comics en mijn Strip Talkshow. Daarom was ik woensdag in Haarlem in de Vishal om de hoofdtentoonstelling over undergroundstrips eens goed te bekijken.
Bij binnenkomst trof ik festivaldirecteur Tonio van Vugt aan, die achter de balie wat aantekeningen maakte. Een artistiek directeur die zijn gezicht goed laat zien in de binnenstad van Haarlem. Terwijl ik rondliep verplaatste hij nog met een van de medewerkers van de Vishal een van de vitrines. Van Vugt is lekker hands-on bezig dus.
De tentoonstelling Van Pontiac tot Guthrie leidt de bezoeker van het eerste undergroundblad in Nederland – het tijdens de bezetting door de Toonder Studio’s verspreide tijdschrift Metro – naar legendarische tijdschriften als Aloha, Tante Leny Presenteert en Modern Papier, en via vergeten helden als Mark Smeets en Flip Fermin naar hedendaagse undergroundtekenaars als Charles Guthrie, Maia Matches, Bobbi Oskam en Ibrahim R. Ineke.
Nu ben ik zelf redelijk bekend met het verleden van de Nederlandse undergroundstrip, dus ik was niet verbaasd bovenstaande titels aan te treffen. Een centrale plek is er voor Peter Pontiac, die ook wel de godfather van de undergroundstrip wordt genoemd. In 2015 overleed hij, maar vergeten is hij gelukkig nog lang niet.
Maar, zoals de tentoonstelling duidelijk maakt, was Pontiac niet de enige die zich begaf in de duistere krochten van de undergroundstrip. Het was leuk om alle smallpress-uitgaven in de vitrines te zien van allerlei verschillende makers die tot deze groep behoren of behoorden. Zoals Joost Swarte die het blad Modern Papier in het leven riep.
Wie is underground?
Interessant vind ik dan ook de keuze die men heeft gemaakt om de hedendaagse underground weer te geven. Want, is er in Nederland nog sprake van een underground scène? ‘Ja’, luidt het antwoord. Al is die minder duidelijk dan pakweg dertig jaar geleden. Veel wordt immers online gepubliceerd en wie wel of niet bij underground hoort, hangt een beetje af van hoe je die term definieert.
Het verleggen van grenzen is een van de definities die de samenstellers hanteren. Een mooi uitgangspunt waar Guthrie, Oskam en Ineke zeker onder vallen.
Ik zelf denk aan underground ook aan een blad als Pulpman van Fred de Heij. Een stripblad dat met liefde voor de strip in elkaar wordt gezet door een klein team. Een blad dat nagenoeg onbekend is bij het grote publiek. Of eigenlijk bijna bij ieder publiek. Maar dat geldt natuurlijk niet voor De Heij zelf, want die is veel te bekend in de stripwereld om als underground stripmaker bestempeld te kunnen worden. Iemand als Charles Guthrie past wel in die definitie, want hij is eigenlijk een goed bewaard geheim en past dus prima in de expo thuis.
Hoewel ik geen fan ben van Guthries werk an sich – zijn strip Tomaat in Schokkend Nieuws kan mij niet bekoren – waardeer ik het vakmanschap in zijn illustraties wel.
Ook het album The White People van Ibrahim R. Ineke is een fascinerende strip, maar niet heel toegankelijk. Je moet daar echt je best voor doen om het verhaal te doorgronden. Underground? Zeker! Maar ik heb toch meer met het werk van Pontiac, Van den Boogaard en Marcel Ruijters. Maar dat is ook mooi aan een stripfestival als Haarlem, dat je lekker kunt snuffelen en ruiken aan strips die vreemd voor je zijn. Soms tref je zo iets aan wat een nieuwe liefde van je wordt en vaak weet je weer beter wat je wel en niet leuk vindt om te lezen. In beide gevallen een waardevolle ontdekking.
Toch liet de vraag van hoe de undergroundstrip er tegenwoordig uitziet, me niet los toen ik de Vishal weer uitliep woensdagmiddag. Het is een vraag die verder onderzoek vraagt, wat mij betreft. Niet in de laatste plaats omdat ik graag de aandacht vestig op onbekende beeldverhalen die mijns inziens wel een publiek verdienen. Wie zich tot die vraag voelt aangetrokken moet zeker even de Vishal bezoeken in de komende tijd.
Van Pontiac tot Guthrie is nog t/m zondag 3 juli 2016 te zien.
Minneboo leest: Styx van Peter Pontiac
Friday, October 16th, 2015Inmiddels ligt Styx Of: De zesplankenkoorts van Peter Pontiac (1951-2015) in de winkels.
Al jaren wilde Peter Pontiac een graphic novel over de dood maken. Hij had een aardige bibliotheek van tientallen kunsthistorische titels over dit onderwerp en een knipselmap vol met informatie. De dood was een onderwerp dat hem eindeloos fascineerde, maar hem ook angst in boezemde.
Tja, bij wie niet. Het is niet mijn favoriete gedachte, denken aan de eerste dag dat ik er niet meer zal zijn. Of nee, het moment dat ik doodga… Man, ik ben er als de dood voor.
Toen ik Peter in 2011 interviewde naar aanleiding van het winnen van De Marten, zei hij het volgende over zijn voornemen een boek te maken over Magere Hein:
‘ Ik wil het [boek] absoluut maken, zodat wanneer de dood mij komt halen het 1-1 staat omdat ik hem al een keer te pakken heb gehad. Daarbij vind ik het heel erg leuk om skeletten en schedels te tekenen. Er is een prachtig vers van Dylan Thomas waarin hij zijn woede tegen de dood verwoordt: “Rage, rage against the dying of the light.” De klootzak die denkt ons te kunnen halen en het godverdomme ook nog doet. Die emotie zou ik er zeker in verwoorden, maar ook de positieve kant van de dood. Het is natuurlijk tragisch als iemand sterft, maar het is absurd om te doen alsof de dood een vijand is, want er pleit ook van alles voor dat hij een vriend is. In de eerste plaats in de gevallen waarin het leven al helemaal niet leuk meer is, maar wat zou het leven zonder de dood zijn? Hij is de lijst om het schilderij.’
Pontiac was tijdens het ziekzijn druk bezig met zijn graphic novel, maar dinsdag 20 januari overleed hij toch aan een falende lever. Peter had Hepatitis C en levercirrose. Ooit opgelopen door een vervuilde naald toen hij nog drugs gebruikte. Toen Pontiac overleed was hij ongeveer halverwege zijn boek over de dood.
Toch is het boek er nu: Styx, Of: De zesplankenkoorts. Het is niet zo zeer een boek geworden over de dood, maar over Peters strijd met zijn leverziekte en zijn aankomende sterven. Zoals de meeste strips die hij maakte, vertelt Pontiac een persoonlijk en autobiografisch verhaal. Halverwege het boek houden de strippagina’s op. De laatste potloodpagina’s die Pontiac in staat was te tekenen, staan er nog in, gevolgd door een tekst van Joost Pollmann die de situatie uitlegt. Pollmann is niet alleen stripkenner, hij is ook een van de broers van Pontiac. Na Pollmanns uitleg volgt Pontiacs correspondentie met zijn familie, uitgever en vrienden. Hierin worden de laatste jaren dat Pontiac met het boek bezig was en steeds zieker werd, geboekstaafd, inclusief schetsen. Het is een aangrijpend, ontroerend en pijnlijk verslag geworden.
Op dit moment ben ik halverwege dat gedeelte, maar ik heb het boek even weggelegd. Het lezen er van valt mij zwaar. Ook al gebruikt Pontiac geregeld woordspelingen en andere humoristische technieken om het geheel wat te verlichten, het is allemaal geen lichte kost. Omdat de reacties van de correspondenten ontbreken, zijn Peters e-mails een lange monoloog geworden. Het is als het ware een dagboek en misschien wel te intiem.
Het boek is samengesteld door vormgever Fake Booij en de weduwe van Pontiac.
Styx, Of: De zesplankenkoorts is niet het meesterwerk geworden dat Pontiac beoogde. Dat kon ook niet door zijn vroegtijdig overlijden. Ik ben ervan overtuigd dat als Peter de graphic novel had kunnen afronden, het resultaat niet onder had gedaan voor zijn meesterwerk Kraut. Toch is het fijn en interessant dat boek er toch is gekomen, voor de nabestaanden en voor Pontiacs fans.
Peter Pontiac. Styx, Of: De zesplankenkoorts
Uitgeverij Podium, 160 pagina’s, € 29,50
Omslag: Fake Booij en Peter Pontiac
ISBN: 978 90 5759 641 4
[hr]
Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
Pontiacs testament komt uit in oktober
Monday, September 7th, 2015Begin dit jaar is de grote stripmaker Peter Pontiac (1951-2015) ons ontvallen. Tot vlak voor zijn dood werkte Pontiac nog aan zijn grapic novel over de dood. Helaas was hij maar op de helft toen Magere Hein hem kwam halen. Toch komt in oktober Styx of: De zesplankenkoorts uit bij Uitgeverij Podium.
‘Naast groot tekenaar was Pontiac, zo blijkt in Styx meer dan ooit, ook een begaafd schrijver. Zijn archaïsche, ietwat Reviaanse correspondentie met onder anderen zijn broer Joost Pollmann, een bevriend kunstenaarspaar, vormgever Fake Booij en uitgever Joost Nijsen over de wording van Styx en zijn eigen ziekteverloop, is even geestig als schrijnend. Als aanvulling op de graphic novel stelde Fake Booij in samenwerking met Pontiacs weduwe Ipie uit deze correspondentie en prachtige schetsen een ontroerende bloemlezing samen, als tweede deel van dit schitterend vormgegeven boek. Joost Pollmann schreef bij dit deel een treffende inleiding, tevens in memoriam,’ aldus de catalogus van Podium.
Een deel van het boek is door crowdfunding gefinancierd. Pontiac zette een succesvolle actie op via VoorDeKunst en haalde meer dan het streefbedrag van € 17.500 op, namelijk € 28.445. Zelf heb ik ook nog een bedrag overgemaakt toentertijd.
Stripfestival Oeverloos
Styx zal gepresenteerd worden tijdens het Stripfestival Oeverloos in Boekhandel Plantage. Dit is een nieuw festival in Amsterdam Noord dat van op 23, 24 en 25 oktober zal spelen op 15 locaties. Initiatiefnemer en drijvende kracht achter dit festival is Joost Pollmann – precies, de oud-creatief directeur van de Stripdagen Haarlem die in 2014 zijn laatste editie had. Pollmann is natuurlijk ook de broer van Pontiac.
Nog niet het hele programma is op dit moment bekend, maar wel is er zojuist een affiche gepubliceerd op de facebookpagina van Oeverloos. (Er is vooralsnog geen externe website buiten Facebook.)
Er wordt ook weer een stripbuurtkrant uitgegeven, Stripkrant Noord, met daarin stripverhalen over Amsterdam Noord. Net als bij eerdere stripkranten die een Amsterdams stadsdeel behandelen is Maia Matches de drijvende kracht achter de krant. De opening van het festival op vrijdag 23 oktober in de Buiksloterkerk. Daar is ook de tentoonstelling van de originele tekeningen van de Stripkrant Noord. Deelnemende tekenaars: Kifah Al Reefi, Aart Taminiau, Bas Köhler, Maia Matches, Thijs Vissia, Mark de Jonge, Tommy A, Merel Barends, Remco Lee Polman, Edith Kuyvenhoven, Jan Cleijne, Milan Hulsing, Flo De Goede, Larie Cook, Pepijn Schermer, Ge Wasco. Daar nog dat hele weekeinde (dus 24 en 25 oktober) te zien!
Ik ben blij verrast dat Amsterdam nu ook een serieus stripfestival heeft. Daar zitten we eigenlijk al jaren op te wachten. Ik hoop wel dat de focus van het festival niet te veel hangt naar de obscure en avant-garde strip en dat ook meer mainstream makers aan de beurt komen, zodat het een festival wordt dat toegankelijk is voor een groot publiek. Nou ja, we gaan het zien in oktober. En we gaan Styx natuurlijk lezen. Ik kijk in ieder geval halsreikend uit naar Pontiacs testament.
Stripdagen Haarlem gaat 10 dagen duren
Friday, June 12th, 2015Dit weekend zitten stripliefhebbers natuurlijk in Turnhout waar het Stripgids festival zal plaatsvinden. Anderen zitten wellicht op de Animecon in Den Haag, waar ook allerlei stripzaken aanbod komen.
Ik ben in Den Haag omdat ik me graag wil verdiepen in de wereld van manga en anime.
Over stripfestivals gesproken: ik kreeg vandaag het bericht binnen dat de Stripdagen Haarlem dat een tiendaags festival gaat worden. Een slimme zet, want er is altijd heel veel te doen op het leukste en beste stripfestival van Nederland.
Het grootste stripfestival van Nederland breidt uit. De editie van 2016 gaat van twee naar maar liefst tien dagen: van vrijdag 3 tot en met zondag 12 juni.
Het zwaartepunt van de activiteiten zal in de beide weekenden liggen, met als vanouds in het eerste weekend de beurs in de Philharmonie en op de Grote Markt, en een groot festival in Het Patronaat op de eerste zaterdagavond. In de tussenliggende week zal er meer ruimte zijn voor lezingen, presentaties en andere evenementen door de hele stad. Het festival zal in het tweede weekend op gepaste wijze afgesloten met een nog nader bekend te maken evenement voor stripmakers én –lezers.
De exposities zullen traditioneel gedurende het hele festival doorlopen, een groot deel zelfs nog daarna.
De organisatie van Stripdagen Haarlem besloot tot de uitbreiding van het festival omdat de oude formule eigenlijk te succesvol was voor één weekend. In voorgaande jaren zat het programma telkens zo vol dat het vrijwel onmogelijk was om alles te bezoeken. ‘De aard van het festival verandert niet, alleen zit er in de nieuwe opzet meer lucht in de programmering,’ aldus Tonio van Vugt, de nieuwe artistiek directeur van het festival, ‘en dat is goed nieuws voor alle betrokkenen én voor de festivalbezoeker. Zo liepen veel van de exposities al in de voorgaande edities langer door dan alleen dat ene festivalweekend, maar dat was niet voor iedereen even duidelijk.’ Volgens Van Vugt geeft de uitbreiding naar een officieel tiendaags festival bezoekers de tijd om meer van de Stripdagen Haarlem te genieten.
Over de twee hoofdthema’s van de editie 2016 wil hij – behalve dat er nu al heel hard aan gewerkt wordt – nog niet te veel kwijt. ‘Alleen dat de onlangs overleden striptekenaar en oud-Haarlemmer Peter Pontiac op het festival op bijzondere wijze geëerd zal worden.’
Stripplaatjes onder de loep: Peter Pontiacs Autobioblues
Friday, March 27th, 2015Toen ik het droevige nieuws van Peter Pontiacs overlijden hoorde, heb ik met de hoofdredactie van Eppo gebeld om voor te stellen de volgende aflevering van mijn rubriek Onder de loep aan Pontiac te wijden. Dat zag Rob van Bavel meteen zitten. Als ik het artikel die week nog kon afleveren zou de aflevering meteen in de volgende Eppo gepubliceerd worden. Aldus geschiedde. Bij deze de publicatie online.
Peter Pontiac overleed 20 januari op 63-jarige leeftijd. Een van de beste striptekenaars van Nederland is niet meer.
Pontiac (Peter Pollmann) was al lange tijd ziek. Hij had hepatitis C en levercirrose. Een overblijfsel van de heroïneverslaving die hij in de jaren tachtig overwon.
Pontiac laat een boeiend en eigenzinnig oeuvre achter als stripmaker en illustrator. Hij maakte affiches, platenhoezen en illustraties van popmuzikanten voor tijdschriften als Hitweek-Aloha, Muziek Express en Oor. Ook tekende hij voor kranten. In het begin van zijn carrière kreeg hij het predikaat undergroundtekenaar opgeplakt, mede door publicaties in Nederlandse, Spaanse en Amerikaanse undergroundbladen.
De in 1951 te Beverwijk geboren tekenaar drukte sinds 1969 een eigenzinnige stempel op de Nederlandse stripwereld. De autodidact (!) maakte sociaal geëngageerde strips, erotica en sinds de jaren zeventig autobiografische verhalen over zijn drugsgebruik en liefdesleven, geregeld met zijn alter ego’s Daan Doem of punker Gaga in de hoofdrol. Soms grimmig en vol zelfbeklag, vaak niet zonder zelfspot en soms heerlijk luchtig, zoals in de strip Autobioblues waaruit onderstaand stripplaatje afkomstig is.
Uitverteld
Autobioblues is een verhaal van vier pagina’s dat Pontiac tekende voor de expositie Yo/ik op stripfestival Ficomic in Barcelona in 2010. Nederland was toen eregast op het festival en autobiografie was het thema. Een onderwerp dat Pontiac op het lijf geschreven is: geïnspireerd door tekenaars als Robert Crumb was hij een van de eersten in Nederland die in dit genre strips maakte.
Grappig genoeg weet Pontiac in Autobioblues niets nieuws meer te vertellen over zijn leven. De vier lege bladzijden die gevuld moeten worden blijven maar achter de tekenaar aanlopen, ook als hij naar de supermarkt gaat. Ze opperen suggesties voor thema’s die hij kan behandelen, maar Peter wijst ze allemaal van de hand. ‘Al 40 jaar vertrouw ik jullie m’n lotgevallen toe: dope, relaties, angst, schaamte, woede! ‘T is op! Verhalen: fijn! Maar niet over MIJ!’ zegt hij tegen de vellen papier. Hij wil geen strip over zijn jeugd maken of over wat hij ziet als hij in het heden uit zijn raam kijkt. En hij wil het al helemaal niet over zijn ergste blunders hebben. Maar, en dat is een mooi voorbeeld van zijn zelfspot, geeft in een plaatje wel enkele voorbeelden van genante momenten uit zijn leven. Zoals de ontmoeting met Joey Ramone die uiteindelijk niet doorging omdat Peter de hele tijd dat de punkzanger naast hem staat verlegen wegkijkt. Het is een erg grappige strip waarin Pontiac zijn werk relativeert en tegelijkertijd ook een beetje terugblikt op ruim veertig jaar strips maken. Autobioblues eindigt dan met Peters oplossing voor zijn blues. Op de laatste stroken is te zien hoe hij de voorgaande drie pagina’s tekent. In het laatste plaatje loopt de strip zijn huis uit met de eerste pagina voorop.
Kraut
Wat ik heel sterk aan zijn autobiografische werk vind, is dat Pontiac eerlijk en rauw was. Hij ontzag zichzelf niet. Met Kraut (2000) maakte Pontiac een van de belangrijkste boeken in de Nederlandse stripcultuur. Kraut is een portret over zijn vader Joop Pollmann die tijdens de Tweede Wereldoorlog met de Duitsers collaboreerde en als frontverslaggever bij de Waffen-SS zat. Na de oorlog zat hij vijf jaar in de gevangenis, daarna was hij actief als journalist van vrouwen- en roddelbladen. In 1978 verdween Pontiacs vader op mysterieuze wijze in de Draaibooibaai op Curaçao.
Gonzo
In 1997 kreeg Pontiac de Stripschapprijs en in 2011 de Marten Toonderprijs voor zijn gehele oeuvre. Een mooie aanleiding om hem toen te interviewen. Uiteraard vroeg ik hem waarom hij ooit autobiografische strips was gaan maken. ‘Omdat ik egocentrisch ben,’ antwoordde hij met een glimlach. ‘Het eerste verhaal dat ik ooit maakte was voor een boek over de jaren zestig dat in 1971 gemaakt werd. Andere tekenaars van het stripblad Tante Leny presenteert! deden daar ook aan mee. Wat lag er meer voor de hand om over mijn eigen sixties, die behoorlijk heftig waren geweest, een verhaal te maken? Altijd als ik autobiografische strips maakte voelde dat volstrekt natuurlijk. Op een gegeven moment ontdekte ik het werk van Hunter S. Thompson, die het begrip “gonzojournalistiek” heeft uitgevonden. Hij was iemand die zichzelf helemaal in zijn artikelen op de voorgrond zette. Als hij over Nixon of Las Vegas moest schrijven, ging het artikel alleen maar over de dope die hij nam en hoe ellendig hij zich daar vervolgens door voelde. Dat was voor mij een eye-opener, want ik maakte ook dat soort werk. Natuurlijk moet je wat je meemaakt gebruiken. Dus als een relatie uit elkaar valt is het logisch dat ik dat onderwerp gebruik in mijn strips. Dat doen popmuzikanten immers ook. Later denk je wel eens “Jezus, wat een schaamteloos zelfbeklag”. Maar ik zou het niet ongedaan maken als dat zou kunnen.’
Peter Pontiac (1951 – 2015).
Gepubliceerd in Eppo #3 (2015).