Categorieën
Film Filmrecensie

De gelukkige huisvrouw

Dankzij verschillende televisieoptredens komt Heleen van Royen op mij over als een elitair viswijf. Aangezien ik ook niet tot haar beoogde lezersgroep behoor, acht ik de kans zeer gering dat ik ooit een boek van La Royen zal lezen. Toch werd ik blij verrast door de verfilming van de bestseller De Gelukkige Huisvrouw.

Lea Meyer (Carice van Houten) is stewardess en leidt een schijnbaar gezellig leventje met haar man Harry (Waldemar Torenstra). Totdat hij besluit dat ze een kind willen.

Harry: ‘We zijn zes jaar samen. Dat moeten we vieren. Laten we een kind nemen!’

Lea: ‘Wat moet jij nou met een kind, je bent toch nooit thuis?’

Harry: ‘Nee, maar jij wel.’

Zo gaat dat kennelijk in de wereld van Van Royen – ik kan me daar niet zoveel bij voorstellen. Maar goed, Lea heeft geen bezwaar tegen een flinke sekspartij, integendeel, maar dat daar ook kindjes van kunnen komen lijkt voor haar van secundair belang. De bevalling is zwaar, kent veel pijnlijke momenten en duurt zo tergend lang in de film, dat ik zelden een effectievere reclamespot voor anticonceptiemiddelen heb gezien.

Na de bevalling krijgt Lea een postnatale psychose. Als ze haar pasgeboren zoontje probeert weg te stoppen in een verhuisdoos, wordt het tijd dat ze wordt opgenomen. Tijdens haar verblijf in een inrichting laat Lea langzaam haar schild van cynisme zakken en blijkt dat de moeilijke band met haar kind alles te maken heeft met de vroegtijdig verbroken relatie met haar vader.

Carice! Carice!
Bovenstaand plot had snel kunnen verzanden in gratuite emotioneel kijkvoer, maar Antoinette Beumer, die na een reeks tv-series met De Gelukkige Huisvrouw haar speelfilmdebuut maakt, wisselt ietwat botte humor en tragiek vakkundig met elkaar af en zal daarmee de doelgroep zeker aanspreken.

Toegegeven: de vriendinnen van Lea en de gekken in de inrichting hangen naar het clichématige en sommige sequenties hadden wat strakker geknipt mogen worden. Ook de seksscènes in het begin ontstijgen het typische Hollandse filmidee van erotiek niet: platte seksplaatjes zonder passie.

Toch zijn dat soort schoonheidsfoutjes snel vergeten door het krachtige spel van de cast, waarbij gezegd moet worden dat Van Houten bewijst dat ze de beste actrice van Nederland is. Haar spel ontroert.

Verder is het camerawerk van Bert Pot prima in orde en heeft Tom Holkenborg (Junkie XL) een zeer verdienstelijke soundtrack gecomponeerd.

Niet dat ik na het zien van deze film in de toekomst sneller een roman van Van Royen zal oppakken, maar nog een verfilming van dit kaliber zie ik graag tegemoet.

De Gelukkige Huisvrouw draait vanaf 15 april in de bioscoop.

Deze recensie stond ook op het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie

Dirty Diaries: Zelden opwindende femporn

Wie bij porno voor vrouwen denkt aan sekspartijen waar een nodeloos verhaal aan voorafgaat, zal de meeste korte feministische pornofilms van de dvd Dirty Diaries als een koude douche ervaren.

Dirty Diaries is een initiatief van de Zweedse documentairemaakster Mia Engberg. Engberg veroorzaakte veel ophef met de film Come Together, waarin het gelaat van vrouwen is te zien terwijl ze zichzelf vingeren en klaarkomen. Ze nodigde bevriende filmmaaksters uit hun visie op seksualiteit te tonen. Het resultaat is 12 korte videofilms van wisselende kwaliteit.

Bij de dvd zit een boekje met daarin per film een inleiding van de filmmaaksters. Op de site van Dirty Diaries staat een heus manifest waarin Engberg ten strijde trekt tegen de mannelijke overheersing van seksualiteit, tegen censuur en het schoonheidsideaal. In het manifest staat lettterlijk: ‘We are fed up with the cultural cliché that sexually active and independent women are either crazy or lesbian and therefore crazy.’

Prima, maar bijdragen als Flasher girl on tour, waarin de hoofdrolspeelster te onpas in Parijs in het openbaar masturbeert en nietsvermoedende voorbijgangers met haar kut confronteert, en Authority, waarin een betrapte graffitispuitster met een stereotiep pottenuiterlijk een agente vastbindt en sigarettenas in haar mond deponeert, zullen het clichébeeld van de enge mannenhatende, lesbische feministe dat Engberg in haar manifest wil tegenspreken, eerder bevestigen dan ontkrachten.

Nylonpakken
Wel mooi is Red Like Cherry, waarin door middel van close-ups en onscherpe silhouetten de roes van de opwinding wordt verbeeld. Ook is Skin een van de betere bijdragen. In Skin ontdoen een man en vrouw zich tijdens het vrijen langzaam van vleeskleurige nylonpakken. De twee geliefden geven zich langzaam aan elkaar bloot en transformeren van twee anonieme wezens in individuen. Toch roept de schaar waar de pakken langzaam mee opengeknipt worden juist weer wel het beeld op van de vrouw met penisnijd, maar die interpretatie moet wellicht op het conto van deze mannelijke recensent geschreven worden.

In de anusfilm Fruitcake, waarbij het woord anus als bijvoeglijk naamwoord of als zelfstandig naamwoord beschouwd kan worden, wisselt de filmmaakster onscherpe shots waarin de menselijke uitgang gevingerd wordt af met beelden waarin een vinger een onschuldige kiwi penetreert. Het zal wel avant-gardistisch bedoeld zijn, opwindend is het niet. En porno die niet opwindt is net zo nuttig als een condoom waneer je zwanger wilt raken.

Focus, people, focus!
Hoewel ik sympathie voel voor de doelen van Engberg – wie is er immers niet tegen censuur, het schoonheidsideaal waar geen mens aan kan voldoen en tegen de patriarchale overheersing van vrouwen in de porno-industrie? – is het vooral de uitvoering die teleurstelt. Bijna geen van de filmmaaksters weet haar onderwerp mooi – laat staan scherp – in beeld te brengen, wat het geheel een amateuristisch tintje geeft.

Sterker nog: tussen de grote hoeveelheid amateurporno op het internet zitten, vergeleken bij de ‘kunstenaars’ op deze dvd, de echte Paul Verhoevens van de porno. In dat opzicht is het opmerkelijk dat het Zweedse filminstituut dit project subsidieerde.

Een tip voor alle aspirant pornografen in Nederland: stuur vanaf nu uw onscherpe huisgemaakte porno naar het Filmfonds. Een verhaal, opwindende afloop of interessante seks zijn geen vereisten. Maar vergeet niet er een manifest bij te stoppen om uw werk te verantwoorden.

DIRTY DIARIES, Zweden 2009. Regie: Mia Engberg, e.a.
(Dutch filmworks)
Reeds op DVD verschenen.

Deze recensie is ook gepubliceerd in Zone 5300#89 en het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Film

Film A-Z: H

Deze keer zes films: twee horrorflicks, twee muziekfilms, een docu en een stripverfilming. Enjoy.

Halloween (John Carpenter, 1978)
In dit film ABC mag natuurlijk een film van horrormeester John Carpenter niet ontbreken. Dus Halloween moet erin. Niet alleen omdat deze film je de stuipen op het lijf jaagt, maar ook gewoon omdat ik gek van het fenomeen Halloween ben. Scream queen Jamie Lee Curtis debuteert in deze film. Carpenter componeerde zelf het herkenbare muzikale thema van Halloween.

De plot is simpel: Michael Myers vermoordt op zesjarige leeftijd zijn zus Judith (Sandy Johnson) met een keukenmes. Hij wordt opgesloten in een inrichting, maar ontsnapt vijftien jaar later om jacht te maken op zijn jongere zusje (Curtis) en haar vrienden. Myers psychiater, Sam Loomis (Donald Pleasence), probeert hem te stoppen.

Rob Zombie maakte in 2007 een remake die eigenlijk zo slecht nog niet is. Hij voegde nog wat welkome backstory toe aan Mike Meyers. Maar het origineel blijft natuurlijk het beste.

Hard Candy (David Slade, 2005)

Ellen Page speelt de vroeg volwassen Hayley Stark die wraak neemt op een pedofiel (Patrick Wilson). De scène waarin ze hem ‘castreert’ zorgt er bij de mannelijke kijkers voor dat hun ballen pijn doen van afschuw. En dat puur door de kracht van de suggestie, want we zien natuurlijk niet echt hoe ze zijn scrotum toetakelt. Zo hoort horror te zijn.

Page had eigenlijk een Oscar moeten winnen voor deze rol. (Ze werd wel genomineerd voor haar rol in Juno). Ze zou in de echte wereld alle katholieke priesters doen sidderen van angst.

Erg goed gefilmd en spannend tot het einde. (En een prachtige poster trouwens.)

A Hard Day’s Night (Richard Lester, 1964)
De eerste Beatle-film gaat over een fictieve dag uit het leven van de fab four. Hip gefilmd, goede soundtrack en de Beatles kunnen heel verdienstelijk zichzelf acteren. Richard Lester gebruikte de cinema verité stijl om zijn mockumentary vorm te geven: zwart-wit, kleine camera’s en dicht op de actie. Bij vlagen is de film wel wat flauw, maar dat vergeef je dit bijzondere beeld van Beatlemania snel.

Hearts of Darkness (Fax Bahr en George Hickenlooper, 1991)


Films over hoe films gemaakt worden zijn soms nog fascinerender dan de films waar ze over gaan. Hoewel Apocalypse Now zeker een fascinerende film is, hij staat niet voor niets in de A van mijn Film ABC, is het bijna even zo interessant om te zien welke pijn en moeite het Coppola heeft gekost om deze film op het scherm te krijgen. Waanzin voor en achter de camera, gefilmd door Eleanor Coppola die de twee filmmakers Bahr en Hickenlooper jaren later dat filmmateriaal gaf. Ze draaiden er interviews met de cast en crew bij en het resultaat is een van de beste documentaires over film maken ooit.

Hellboy (Guillermo del Toro, 2004)

Lekker stel (uit Hellboy II: The Golden Army)

Van de week zat ik deze film weer eens te kijken en het verbaasde me weer hoeveel ik ervan vergeten was. Iedere keer als ik Hellboy kijk is het een frisse filmervaring. Hellboy is ook niet de beste stripverfilming die ooit gemaakt is, maar toch staat hij in mijn Film ABC. Ron Perlman zet een zeer sympathieke Hellboy neer en laat de dikke laag make-up niet in de weg staan van een goede acteerprestatie. De film bevat prachtige beelden en is zeer sfeervol.

De relatie tussen Hellboy en Liz Sherman werd door de regisseur zelf bedacht en zit niet in de strip, maar wordt op de juiste dramatische manier uitgebuit voor de film. De scène waarin Hellboy als een verliefde schooljongen Liz en John Myers bespioneert als ze samen uit zijn, is zeer aandoenlijk. Fijn dat de ietwat vreemde, maar daardoor juist intrigerende, actrice Selma Blair is gecast als Liz.

Let wel: ik verkies de strips van Mignola boven de verfilming, maar toch is de eerste Hellboy-verfilming zeer vermakelijk. Over de sequel was ik indertijd een stuk minder lovend.

High Fidelity (Stephen Frears, 2000)


Stephen Frears maakte een filmadaptatie van het klassieke boek van Nick Hornby. Hij verplaatste de setting van Londen naar Chicago in Amerika, maar verder voelt dit toch als een aardig getrouwe verfilming. John Cusack speelt de sterren van de hemel en ook bijspelers Jack Black en Todd Louiso zijn een schot in de roos.

Rob (Cusack) runt een snobistisch platenzaakje dat alleen wordt bezocht door de ware puristen. De dwalende dertiger blijkt een verwoed platenverzamelaar (op het ziekelijke af) en categoriseert alles consequent aan de hand van een top vijf, of het nou om muziek, vrouwen of break-ups gaat. Robs leven staat op het punt een grote verandering te ondergaan wanneer zijn vriendin Laura (Iben Hjejle) voor een ander kiest, namelijk voormalig buurman Ian ‘Ray’ Raymond – een koelbloedige maar irritante zweefteef, prachtig gestalte gegeven door Tim Robbins.

Een liefdesfilm voor mannen met een prima soundtrack die in het rijtje thuishoort waar mijn favoriete films Almost Famous (Cameron Crowe, 2000), Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) en (500) Days of Summer ook in staan.

In verband met het Imagine filmfestival, zal er de komende weken geen Film A-Z verschijnen. Ik ga deep undercover bij het festival en me voor de Zone 5300 sufbloggen over de films die ik daar zie. Natuurlijk zullen die blogposts ook op deze site gepubliceerd worden, dus zal het hier zeker niet filmloos zijn. Mijn Film ABC is weer terug op vrijdag 7 mei. Dan gaan we verder met de I. Imagine that!

(Liefhebbers van alfabetlijstjes kunnen in de tussentijd terecht bij Marco Raaphorst. Die raakte geïnspireerd door mijn Film ABC en maakte een persoonlijke en interessante Muziek A-Z.)

Categorieën
Film

Film A-Z: G

We zijn alweer bij de G van mijn Film ABC. De G van goede films, of in ieder geval: de films die ik goed vind en die mij op de juiste manier wisten te raken.

Ghostbusters (Ivan Rietman, 1984)

Ik ben zo gek op deze flick dat ik vorig jaar in New York speciaal de bibliotheek bezocht waar een van de scènes is opgenomen.

Ghostbusters is een origineel idee bedacht en opgeschreven door Harold Ramis en Dan Aykroyd, over een stel wetenschappers die hun brood proberen te verdienen met het vangen van spoken. Ze beginnen hun bedrijfje net op tijd, want Gozer de Gozerian staat op het punt om tot onze wereld toe te treden. En dat is niet best.

Het gevolg is een supergrappig script, voor die tijd indrukwekkende specialeffects en bij het opnieuw bekijken van Ghostbusters warme nostalgische gevoelens. Voor spoken ben ik nooit bang geweest, en samen met Peter Venkman, Ray Stantz, Egon Spengler en Winston Zeddmore kan ik hartelijk om hun doorzichtige verschijning lachen.

Daarbij bevat de film belangrijke datingtips, zoals deze:
‘There is no Dana, there is only zuul!’

Pas maar op, voordat je het weet blijkt je date bezeten te zijn door een of ander bovennatuurlijke poortwachter. Gij zijt gewaarschuwd.

The Good, The Bad and The Ugly (Sergio Leone, 1966)
De titel mag dan ook verwijzen naar de drie belangrijke hoofden van wijlen Balkenende IV, maar daar draait deze ultieme spaghettiwestern natuurlijk niet om. Al vindt regisseur Martin Koolhoven deze film van Sergio Leone niet exemplarisch voor de spaghettiwestern omdat:

Die films zijn niet representatief voor de 600 andere spaghettiwesterns die er zijn gemaakt. Meestal “kleine” films, gemaakt met beperkte budgetten. Django van Sergio Corbucci is archetypischer en is ook heel invloedrijk geweest. Het gaat er allemaal veel harder, gemener en smeriger aan toe. Het aantrekkelijke van de spaghettiwestern is dat die niet volgens de normale morele codes van Hollywood zijn gemaakt. (Zie dit artikel op Cinema.nl.)

Dat zal dan wel: ik vind The Good, The Bad and The Ugly gewelddadig genoeg, en een prachtig verhaal over een mysterieuze revolverheld – mooi ouderwets woord is dat trouwens – gespeeld door Clint Eastwood. Samen met twee vreemdelingen, de slechterik (Eli Wallach) en de lelijke (Lee van Cleef) probeert hij een fortuin aan gestolen goud op te sporen. Maar hoe betrouwbaar zijn dieven? Hun zoektocht leidt naar een van de beste climaxen uit het western genre.

www.youtube.com/v/13EUXqIwDkQ

Ghost World (Terry Zwigoff, 2001)


Toen ik de trailer van Ghost World voor het eerst zag, dacht ik dat de film geen bal aan zou zijn. Zo zie je maar hoe een slechte trailer kan bedriegen, want deze stripverfilming is het kijken meer dan waard. Dankzij een gevat script, interessante personages en prima vertolkingen van Thora Birch, Steve Buscemi en Scarlett Johansson voordat ze een echte seksbom werd. (Wordt dat woord nog wel eens gebruikt eigenlijk, ‘seksbom?’ Klinkt als een moslimterroriste in burkini.)

Het is vooral het einde dat deze film magisch maakt. Als Enid de stad verlaat en het verhaaltje uitrijdt in een bus die al jaren is opgeheven. Mooi statement over eigenheid en over je eigen weg in slaan. Overigens is de strip van Daniel Clowes waar de film op gebaseerd is, ook heel goed.

The Graduate (Mike Nichols, 1967)

Er zijn van die films die je altijd bijblijven en je keer op keer kunt zien. The Graduate is voor mij zo’n film. Deze flick van Mike Nichols was mijn eerste kennismaking met acteur Dustin Hoffman en de muziek van Simon & Garfunkel.

The Graduate is een boeiende klassieker die gaat over het verzet tegen de oudere generatie: Benjamin Braddock (Dustin Hoffman) valt na zijn studie in het spreekwoordelijke zwarte gat. Hij leeft in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe. Ondertussen verleidt Mrs. Robinson (Anne Bancroft), en krijgt hij een verhouding met deze oudere vrouw terwijl hij liever een relatie begint met haar dochter Elaine (Katharine Ross). Als hij een einde aan de affaire maakt is Mrs. Robinson het daar natuurlijk niet mee eens en ze zal er alles aan doen om de relatie tussen Benjamin en Elaine te stoppen.

De kinderen willen voor zichzelf een ander leven dan hun ouders die vast zitten in een standaardleven en ongelukkig huwelijk – gedoemd om tot het einde der tijden samen te blijven. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.

Het venijn van The Graduate zit aan het einde, want het is nog maar de vraag of Benjamin en Elaine het lot van hun ouders kunnen ontlopen. Wanneer Benjamin Elaine voor het huwelijksaltaar heeft weggeroofd, rijden ze weg in de bus, hun toekomst tegemoet. Het is echter de vraag of ze de valkuilen waarin hun ouders zijn gestapt kunnen vermijden. Als de spanning van het moment uit hun lijven is weggeëbd, zwijgen ze, alsof ze elkaar niets meer te vertellen hebben. Het nummer ‘The Sound of Silence’ onderstreept dit idee.

Groundhog Day (Harold Ramis, 1993)
De tweede film met Harold Ramis en Bill Murray in deze aflevering van mijn film A-Z, dit keer ook geregisseerd door Ramis. Stel je eens voor dat je de ergste dag van je leven telkens overnieuw moet beleven. Bill Murray, die weerman Phil Connors speelt die voor het vierde achtereenvolgende jaar moet afreizen naar Punxsutawney, Pennsylvania, om te zien of de bosmarmot zijn gezicht laat zien of niet, maakt er maar het beste van, krijgt er op den duur lol in en verovert het hart van Andy MacDowell.

Het verhaal gaat natuurlijk over een man die langzaam zijn karakter moet aanpassen en soms zijn daar bovennatuurlijke narratieve middelen voor nodig. Bill Murray speelt perfect de cynische (weer)man die zich niets laat wijsmaken. Een rol die hem op het lijf geschreven is en doet denken aan personages als Frank Cross uit Scrooged. De laatste jaren is er een echte Murray revival, waarin hij tot mijn vreugde ook andere kanten van zijn acteertalent toont.

Groundhog Day won onder meer een BAFTA Award voor beste script, een British Comedy Award voor beste filmkomedie en een Saturn Award voor beste actrice (Andie MacDowell). In 2006 werd de film aan het Amerikaanse National Film Registry toegevoegd vanwege de culturele, historische en esthetische waarde van de film.

Hoewel de film dus over een herhalende dag gaat, is hij mij nog niet gaan vervelen.

Bekijk deze scènes maar eens:


Volgende week de filmtitels die met een H beginnen.  Maar eerst wil ik natuurlijk van jullie horen welke G-films jullie favorieten zijn en waarom.

Categorieën
Film

Film A-Z: F

En ik had me nog zo voorgenomen om me bij deze aflevering van mijn film ABC in te houden en me te beperken tot een paar films. Het zijn toch weer vijf titels geworden. Twee maatschappijkritische flicks, verder veel horror. Enjoy.

Falling Down (Joel Schumacher, 1993)
Het grappige aan regisseur Joel Schumacher is dat hij de ene film bagger aflevert en de volgende film een klein juweeltje is. In de laatste categorie valt Falling Down. (Ik vind Flatliners ook een prima film van Joel, maar als ik tussen Flatliners en Falling Down moet kiezen, wordt het toch de laatste.)

Het is 12 juni 1991, Los Angeles, de warmste dag van het jaar. William ‘D-Fens’ Foster, een medewerker van het ministerie van defensie, gespeeld door een onovertroffen Michael Douglas, heeft geen beste dag. Als hij vast staat in de file besluit hij lopend naar het huis van zijn ex-vrouw te wandelen, waar zijn dochtertje haar verjaardag viert. Maar de man heeft een nogal opvliegend karakter en wordt tijdens zijn wandeling opgehitst door alles wat in zijn ogen onrechtvaardig is in deze maatschappij. En verdomd, hij heeft nog gelijk ook!

William is een man die tot over zijn grens wordt gedreven en al het gezeur niet meer langer pikt. Zo voelen we ons allemaal wel eens. Het is spijtig dat hij zo tragisch aan zijn einde komt. Schumacher heeft met Falling Down eigenlijk een prima therapiefilm gemaakt. Bekijk deze scene maar eens. Vaak als ik langs een McDonald’s loop, moet ik eraan denken:

Fight Club (David Fincher, 1999)
Natuurlijk mag Fight Club niet aan een dergelijke filmlijst ontbreken. Edward Norton is een fenomenale acteur, Brad Pitt is erg overtuigend in deze flick en Helena Bonham Carter speelt weliswaar wederom het aparte vrouwtje waar van alles mee mis lijkt, maar doet het hier als de beste. En wat te denken van Meat Loaf met zijn  man boobs. Fight Club is een prachtig gestileerde aanklacht tegen de consumptiemaatschappij en alle bullshit die we ons iedere dag weer laten voeren door commerciële instituten en rijksinstanties. De onzinnige ongelijkheid die achter De American Dream schuilgaat is alleen te bestrijden met een flinke dosis cynisme. Zeg nee! tegen alle bullshit die van ons slapende schoothondjes maakt! Ironisch natuurlijk dat we wakker geschud worden door een Hollywoodfilm: commerciëler komen ze bijna niet.

Fight Club is Zeep voor de Ziel.

Frankenstein (James Whale, 1931)
Wie van horror houdt, kan eigenlijk niet om de klassieke horrorfilms van de Universal studio heen. In de jaren dertig van de vorige eeuw produceerde deze filmstudio niet alleen een reeks Dracula-films, maar ook Frankenstein en de Wolfman werden meerdere malen verfilmd. Het monster van Frankenstein vond ik vroeger altijd het engste van het stel – een mens gecreëerd uit meerdere lijken. Brrrr. Toch heeft het monster zoals verbeeld door Boris Karloff ook wel iets van een onschuldig kind dat met een verward hoofd een weg probeert te vinden in de wereld.

Robert De Niro was als het monster in Kenneth Branaghs versie uit 1994 ook niet onaardig, maar mijn hart zal altijd uitgaan naar de oerfilmversie van Universal. Ook al was dat niet de allereerste filmversie van Frankenstein, die is uit 1910 gemaakt door de filmstudio van Thomas Edison.

The Frighteners (Peter Jackson, 1996)


Er was een tijd dat de films van Peter Jackson de moeite van het uitzitten waard waren. Films die niet te overdadig waren, niet te lang en – verdomd – nog ergens over gingen. Heavenly Creatures is zo’n film. En wat mij betreft The Frighteners ook. Hierna houdt het wat mij betreft op met Mr. Jackson. Mijn ongenoegen over de Bored of the Rings trilogie heb ik vaak genoeg al vermeld, en King Kong was mij een monster te veel en verder: te lang, te saai, te overbodig. (Zie hier een recensie die ik indertijd over die apenfilm schreef in De Filmkrant.) Wat mij betreft mag Jackson lekker met pensioen, samen met Francis Ford Coppola wijn verbouwen. Qua uiterlijk lijken die filmmakers immers wel wat op elkaar.

Waarom The Frighteners? Ik heb een grote zwak voor Michael J. Fox. Van tv-ster naar filmster naar tv-ster, naar stemmetjesinspreker voor animatiefilms. Ik heb Fox een keer live gezien, bij David Letterman in de prachtige zomer van 1996 toen ik New York bezocht. Aardige vent.

In The Frighteners speelt Fox Frank Bannister die zijn brood verdient als spokenjager. Alleen is hij een oplichter: hij kan weliswaar communiceren met de doden, maar heeft ze in loondienst om bij mensen te gaan spoken. Een oplichtende Ghostbuster dus. Totdat een geest aan het moorden slaat en de hele stad denkt dat Bannister de moordenaar is.

Zoals het horror betaamt is de film bij vlagen eng en naargeestig, maar biedt humor op de juiste momenten verlichting. En – heel toepasselijk natuurlijk – sluit het nummer ‘Don’t Fear The Reaper’ van The Mutton Birds de film af.

Bij het zien van dit soort films vraag ik me des te meer af hoe mensen ooit in de fratsen van kwakzalvers als Derek Ogilvy of Char kunnen trappen. Ze hebben niet eens half de charme van Michael J. Fox.

The Frighteners is de Ghost whiperer met kloten.

From Dusk till Dawn (Robert Rodrigues, 1996)
Ik zeg: Quentin Tarantino, George Clooney, Harvey Keitel en Cheech Marin in één film. Dat is al reden om deze originele vampierfilm te kijken. Jammer alleen dat Juliet Lewis een rol speelt – ik kan dat kindvrouwtje niet uitstaan. Maar goed. Verder prima vermakelijke flick met een aardige twist halverwege de film.

Come on, pussy lovers!

Wat? Geen Full metal Jacket in de F, vraag je je wellicht af. Nope. Knap gemaakte flick, maar geen favoriete film van me. Volgende week gaan we verder met G. Opmerkingen en eigen favoriete F-titels zijn zoals altijd welkom.

Categorieën
Film

Nu ook op VHS!

Vandaag vond ik een curieus persbericht in mijn digitale inbox: ‘VHS maakt comeback’, luidt de kop. Waar gaat het om? De film Paranormal Activity wordt behalve op dvd en blu-ray ook uitgebracht op VHS. Op videotape dus.

Willem Olov Lourditz, Marketing Director van distributeur E1 Entertainment Benelux zegt er het volgende over: “Met de opkomst van digitale technologieën en toepassingen als Blu-ray en 3D blijkt er, vergelijkbaar met de comeback van vinyl, juist een soort tegenbeweging te zijn ontstaan.”

Een tegenbeweging, waarbij mensen roepen dat films ook uitgebracht moeten worden op VHS? Werkelijk?

Nou bestaat er een site www.wewantvhs.com, waar je zelf mag invullen welke film je op VHS zou willen zien. Volgens het persbericht heeft de site ertoe geleid dat er voor de Amerikaanse markt een VHS-versie van Paranormal Activity uitkwam.

Doe maar Paranormaal, dan doe je al gek genoeg
Dit alles ruikt naar een leuke grap en prima pr voor een film die, laten we eerlijk zijn, middelmatig is.
Paranormal Activity gaat over een jong stel dat hun intrek neemt in hun nieuwe huis. Ze krijgen al snel het gevoel dat ze niet alleen zijn in het huis en steeds vaker worden ze wakker van onverklaarbare geluiden en gebeurtenissen. Ze worden lastig gevallen door een poltergeist.

De gimmick van de film is dat deze zogenaamd is opgenomen door de mannelijke hoofdrolspeler. De opnames zijn teruggevonden en gemonteerd tot wat Paranormal Activity geworden is. Een soort van nieuwe Blair Witch dus, maar dan minder eng, voorspelbaar en te ongeloofwaardig om je echt mee te laten voeren met de belevenissen van de personages.

Spoelen
Het is juist het videokarakter dat ervoor zorgt dat mensen deze film op VHS willen zien, volgens het persbericht.

Ik moest dan ook erg lachen om deze formulering. Leest u mee?

‘In de VS, waar deze film enorm gehyped en ook zeer succesvol is geweest in de bioscoop, is dit al een tijdje aan de gang. Een groeiende groep filmliefhebbers heeft daar te kennen gegeven deze film 1-op-1 op videoband te willen bekijken. Ze willen de karakteristieke beleving van de tapeopnames ervaren en de film ook letterlijk voor- en achteruit kunnen spoelen. In de film zelf gebeurt dit ook veelvuldig als de hoofdrolspelers erachter willen komen welk geheimzinnige en angstaanjagende dingen zich ’s nachts tijdens hun slaap hebben afgespeeld in hun slaapkamer.’

Ja, we gaan een film kijken op het inferieure medium VHS. Beeld dat er met de huidige lcd-televisiestandaard niet meer uit ziet. In dat opzicht gaat de vergelijking met de comeback van vinyl meteen mank, want ten opzichte van cd’s geeft dat medium  wel superieure geluidskwaliteit. Ik heb jarenlang film gekeken op VHS en koester nostalgische gevoelens naar het medium, maar als ik kan kiezen tussen een film op tape kijken of dvd, kies ik voor het laatste. Bij mijn verhuizing vorig jaar heb ik alle videobanden weggegooid. De hele verzameling, honderden films op de vuilnisbelt. (Een paar titels heb ik gehouden omdat deze voor zover ik weet nog niet op dvd te krijgen zijn, maar de videorecorder is sinds de verhuizing nog niet uit de doos gehaald.)

De grap van de campagne zit natuurlijk in de reden om VHS te gaan kijken: zodat we de film voor- en achteruit kunnen spoelen! Heeft niemand deze VHS lovers uitgelegd dat je dat ook kunt op dvd? Sterker nog, dat je het beeld kunt inzoomen om de vermeende Poltergeist nog beter te kunnen zien? Natuurlijk weten de VHS lovers dat wel. Dit is gewoon een leuk marketing grapje om de film onder de aandacht te brengen.

En het werkt.

De liefhebber kan de limited VHS edition bestellen bij bol.com.

Categorieën
Film Filmrecensie

Exam: Krachtige thriller op 26ste Imagine Filmfestival

Exam is een van de thrillers die te zien zijn op het aankomende Imagine Amsterdam Fantastic Film Festival dat dit jaar van woensdag 14 t/m zaterdag 24 april plaatsvindt in filmtheater Kriterion. Dat wordt weer ruim een week genieten van een gevarieerde filmmaaltijd bestaande uit horror, scifi, anime en fantasy, samengebracht onder de noemer fantastische film.

Als we Exam als maatstaf zouden nemen voor deze 26ste editie, dan staan ons een voedzame maaltijd te wachten. De film is geregisseerd door Engelse filmmaker Stuart Hazeldine die samen met Simon Garrity ook het verhaal schreef.

Extreme sollicitatie
Exam
is een krachtig debuut met een eenvoudige premisse: Acht sollicitanten krijgen tachtig minuten de tijd om een vragenformulier in te vullen. Voor welk bedrijf ze gaan werken en wat hun functie wordt, is onduidelijk, maar de voorwaarden waaronder dit examen plaatsvindt zijn glashelder en dienen niet overtreden te worden. Wie dat wel doet, wordt zonder pardon de ruimte uitgesmeten door een stoïcijnse bewaker.

De kandidaten dienen geen vragen te stellen, mogen onder geen beding de ruimte verlaten en wie zijn formulier bevuilt of beschadigt, valt eveneens bij voorbaat af.

Nadat de kandidaten tot hun verbijstering hebben geconstateerd dat hun formulieren blanco zijn, kan de onderlinge strijd naar de vraag en het antwoord beginnen. Het zal je niet verbazen dat naar mate deadline in zicht komt de pogingen om als winnaar uit de bus te komen extremer worden.

Papercuts
De oplettende kijker leert er ook een paar handige ondervragingstechnieken bij: wie had kunnen vermoeden dat je met een velletje A4 printpapier in wezen een dodelijk wapen in handen hebt.

xexamstill2

Het uitgangspunt van Exam mag dan eenvoudig klinken, de uitvoering is zeker niet simpel te noemen. Hazeldine beperkte zich bij het draaien praktisch tot één ruimte en bedient zich van een kleine cast. Toch doet Exam nergens theatraal aan.

Al moet je logica soms uitsluiten: wie zou er in werkelijkheid zo ver gaan voor een baan als sommige van de personages? Zelfs in crisistijd en een hoog werkeloosheidcijfer schurken de handelingen van de kandidaten tegen de grens van het geloofwaardige aan – maar dat is dan ook een van de charmes van de fantastische film. Wie bereid is zich te laten charmeren is getuige van een interessant psychologisch spel gepeeld door een overtuigende cast.

Met in de hoofdrollen: Colin Salmon, Jimi Mistry, Luke Mably en Nathalie Cox.

Speelduur: 97 minuten

Vanaf 6 mei is Exam te zien in de bioscoop.

Binnenkort meer nieuws over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival. Donderdag 25 maart start de voorverkoop.

Categorieën
Film

Film A-Z: E

Dit wordt alweer de vijfde bijdrage in de rubriek Film A-Z, waarin ik aan de hand van het alfabet mijn favoriete films opnoem en vertel waarom ik ze zo goed vind. Ik ben nog steeds erg verheugd met de reacties die de vorige afleveringen kregen. Dit keer maar drie films in de lijst, maar ongetwijfeld komen jullie nog met andere titels op de proppen.

Ed Wood (Tim Burton, 1994)


Ed Wood mag te boek staan een van de slechtste filmmakers ooit te zijn, het enthousiasme van deze ode aan Wood werkt aanstekelijk. Prachtige film over een filmmaker die geen talent heeft, met prima vertolkingen van Johnny Depp en in het bijzonder Martin Landau die een van zijn mooiste rollen speelt als Bela Lugosi.(Mocht je het je afvragen: de in 1928 geboren acteur werkt nog steeds!)

Tim Burton schetst een beeld van zijn held dat optimistischer is dan de hoe de zaken werkelijk zijn verlopen. Wood stierf als alcoholverslaafde in armoede in 1978, maar dat laat Burton niet zien. Zijn Ed Wood eindigt in 1959, op het moment dat de C-filmmaker Plan 9 From Outer Space heeft gemaakt: het relatieve ‘hoogtepunt’ uit zijn carrière. Belangrijker dan feitelijke onjuistheden en verfraaiingen is het feit dat Burton Woods onvermoeidbare enthousiasme voor het maken van films en het geloof in de eigen expressie weet over te brengen. Je krijgt er zelf ook zin van om films of video’s te gaan maken!

‘I was fascinated by his bizarrely perverted optimism,’ vertelde Burton ooit in een interview, ‘because that was something I had also started out with and which then somehow wore off. Ed Wood had revitalised me.’

Tegenwoordig zit YouTube vol met hedendaagse Ed Woods en wat een kijkplezier, afgrijzen en verwondering heeft dat al opgeleverd. Tim Burtons Ed Wood is een eerbetoon aan alle hoopvolle maar talentloze creatievelingen die ondanks grote tegenslagen maar blijven doorgaan met waar ze niet goed in zijn.

Eternal Sunshine of the Spotless Mind (Michel Gondry, 2004)


Wie zijn hart heeft gebroken, wil nooit meer herinnerd worden aan de degene die het brak. Hoe mooi zou het zijn als we ons geheugen gedeeltelijk konden laten wissen om weer vrolijk verder te leven? Natuurlijk pakt een dergelijke handeling niet zo makkelijk uit als dat we zouden hopen en dat toont Eternal Sunshine of the Spotless Mind dus ook. De gebeurtenissen die we hebben meegemaakt, goed of slecht en opgeslagen in ons brein, maken ons tot wie we tot op heden zijn. Wis een herinnering en raak een deel van jezelf kwijt.

Toch is dat precies wat Joel Barish, een prachtige vertolking van Jim Carrey, wil als hij is gedumpt door zijn vriendin. Maar zoals het script van Charlie Kaufman, verantwoordelijk voor meer mindwarp-films zoals Adaptation en Being John Malkovich, laat zien verdwijnen ook de herinneringen aan mooie dingen, die intrinsiek verbonden zijn aan de pijn.
Oh ja: Kate Winslet, als het vriendinnetje, doet het ook niet onaardig in deze flick.

The Exorcist (William Friedkin, 1973)

exorcist_01
Toen ik van deze film de director’s cut zag in wat ik vermoed 2001 was, viel het mij op dat deze horrorfilm uit 1973 nog niets aan kracht had ingeboet.

Als je droog naar de premisse kijkt dan moet je haast wel in de lach schieten: een jong meisje is bezeten door de duivel en een priester moet hem uitdrijven. Het idee dat een demonische entiteit zich laat verdrijven omdat een priester met een kruis zwaait en roept dat de kracht van Christus hem zal aanpakken, is voor een rasechte atheïst als ik te belachelijk voor woorden. Des te knapper dus dat ik in de film werd gezogen als een stofje in een stofzuiger en ik, ondanks het feit dat het hartje zomer was, de koude rillingen over mijn lijf voelde.

Goed, de plots van de meeste horrorfilms slaan nergens op. Da’s waar. En het merendeel van de horrorflicks van de afgelopen jaren prikkelen eerder de lachspieren dan dat je er ’s nachts wakker van ligt. Sterker nog: het merendeel van wat er uitkomt is slaapverwerkkend voorspelbaar, dus wakker liggen is er sowieso niet bij.

Toch bewijzen films als The Exorcist dat dit genre zeker effectief kan zijn. Dat maakt The Exorcist misschien wel tot de beste horrorfilm ooit.

Categorieën
Film

Film A-Z: D

Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC die ik op vrijdagen publiceer. Vandaag komt de D aan bod.

The Dark Knight (Christopher Nolan, 2008)


Dit was wat mij betreft de beste film van het jaar 2008 en een van de meest meeslepende Batman-films die ik ooit zag. Christopher Nolan heeft met zijn tweede Batman-film een cinematografische opera gemaakt: bombastisch, gewelddadig, met een adembenemende vaart. RIP Heath Ledger die een fantastische, grimmige Joker neerzette. The Dark Knight deed mijn fanboy hart sneller kloppen. Ik schreef er indertijd deze recensie over.

(500) Days of Summer (Marc Webb, 2009)


Een recente film die veel indruk op me maakte en die ik in de nabije toekomst zeker weer een keer zal zien. Tom (Joseph Gordon-Levitt) is het heilige geloof in het bestaan van de Ware nooit ontgroeid, Summer (Zooey Deschanel) vindt dat allemaal maar onzin en zit helemaal niet te wachten op een relatie. Toch krijgen ze ‘iets’ met elkaar en terwijl Tom hier een serieuze relatie in ziet, is Summer zich vooral aan het vermaken. Dat kan natuurlijk nooit goed aflopen, toch?

Toegegeven, bovenstaande samenvatting riekt naar een doorsnee romantische comedy, maar (500) Days of Summer stijgt mijlenhoog boven dit ingeslapen genre uit. De film snijdt een interessant aspect van liefdesrelaties aan: hoe herinneren we ons het verloop van de zojuist gestrande romance? Welk beeld koesteren we van onze ex-geliefde? Regisseur Marc Webb maakte een heerlijke, verfrissende film over de liefde. Ik beschouw (500) Days of Summer dan ook als een liefdesfilm voor mannen die in het rijtje thuishoort waar mijn favoriete films High Fidelity (Stephen Frears, 2000), Almost Famous (Cameron Crowe, 2000) en Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) ook in staan. Chasing Amy stond overigens niet bij de C de vorige keer, na lang wikken en wegen viel deze film buiten de lijst, al koester ik Smiths meest persoonlijke film nog steeds.

(Het kan overigens zijn dat deze titel eigenlijk de A voor had moeten gaan in verband met het nummer Fivehundred. Nou ja, hij moest in ieder geval een keer in de lijst genoemd worden. )

Die Hard (John McTiernan, 1988)
Die Hard, nee echt? Jazeker! Die Hard zette een nieuwe, hoge standaard voor het actiegenre. Bruce Willis zette met zijn John McClane een menselijke held neer die ook zijn breekbare kanten had. Daarmee kwam een einde aan de eendimensionale helden van Stallone en Schwarzenegger. Niet dat die weg waren vanaf nu, maar in ieder geval had de kwaliteitsactiefilm een boeiend alternatief voor hen. En Alan Rickman speelde een van de beste schurken van de jaren tachtig.

Donnie Darko (Richard Kelly, 2001)
Het was op een verloren maandagavond in het najaar van 2002 dat ik het plaatselijke filmhuis binnenstapte. De film van de avond was Donnie Darko. Ik had er niets over gehoord, maar de tagline van de poster sprak me erg aan: ‘Dark, Darker, Darko’.

Ik kon toen nog niet vermoeden dat de film die ik ging zien een levensveranderende ervaring zou zijn. Vanaf het moment dat Donnie met zijn fiets de heuvels afreed en de soundtrack ‘The Killing Moon’ van Echo and the Bunnymen de speakers uitkwam, werd ik in de bizarre wereld van regisseur en schrijver Richard Kelly gezogen. Tijdsparadoxen, een man in een konijnenpak, jeugdige rebellie tegen bekrompen christelijke autoriteiten en ontluikende liefde. Een kleine twee uur laten liep ik vol vragen maar met prikkelende energie de zaal uit.


Donnie Darko is zo’n film die je een paar keer moet zien en bij iedere kijkbeurt boeiender wordt omdat je steeds méér ziet. Richard Kelly moest wel een geniaal filmmaker zijn dat hij dit paradoxale verhaal kon bedenken en op deze verpletterende wijze wist te visualiseren. Een bijzonder debuut met een fantastische cast. Jake Gyllenhaal was een ware ontdekking, Patrick Swayze, die kwijlebal die door de generatie van mijn moeder was verheven tot sekssymbool, bleek wonderwel zelfspot te hebben, en veel bandjes uit de jaren tachtig bleken zo slecht nog niet te zijn.

D van Duivel
Een paar films die dit overzicht (net) niet haalden zijn The Devil’s Advocate (Taylor Hackford, 1997) en Do the Right Thing (Spike Lee, 1989). Al Pacino was heel goed als de duivel in The Devil’s Advocate en zelfs Keanu Reeves was een keer te pruimen, omdat zijn houtenklaasacteerstijl perfect paste bij het personage dat hij moest spelen. Daarbij zou ik deze film ook niet als klassieker willen bestempelen. Ik heb ook niet meer de neiging om deze film snel op te zetten nu ik hem al een paar keer heb gezien. En dat is een van de voorwaarden van dit Film ABC.

Do The Right Thing is een typische Spike Lee film over racisme in Amerika. Indertijd indrukwekkend, maar Lee heeft in zijn latere films een bombastisch zeurtoontje aangenomen dat ik bij voorbaat geen zin meer heb om te kijken als er weer een nieuwe film van hem uitkomt. Dieptepunt was toch wel Bamboozled uit 2000. De film 25th Hour uitgezonderd overigens, die film was voor Lee’s doen opvallend subtiel.

En ik zat nog te twijfelen over Dracula uit 1931. Bela Lugosi is de oer-filmdracula wat mij betreft, maar het is niet de mooiste verfilming van Bram Stoker’s roman. Daarom niet onder de D dit keer, maar hij komt vast nog wel een keer langs als ik Dracula-verfilmingen ga behandelen.

Volgende week vrijdag gaan we verder met de E.
Net zoals bij de vorige afleveringen zie ik graag jullie reacties tegemoet. Schroom niet om onder deze post je eigen favoriete films toe te voegen die met een D- beginnen en antwoord te geven op deze vraag: Welke films van mijn rijtje heb je gezien en wat vond je van ze?

Categorieën
Film

Stan Lee spreekt Oscarcommissie toe

Stan – the man – Lee, bedenker en cocreator van een ontelbare hoeveelheid  Marvel-helden als Spiderman, The Fantastic Four en de Hulk, voert een pleidooi voor een nieuwe categorie bij de Oscars, namelijk voor de cameorol.

Cameo-acteurs zijn meestal maar kort in beeld, maar vaak toch herkenbaar omdat het bekende koppen zijn.  Alfred Hitchcock zorgde ervoor dat hij altijd even in beeld was in zijn films. Het was zijn handelsmerk. In zijn latere films kwam Hitcock meestal in de eerste minuten al op omdat mensen het van hem verwachtten en het zoeken naar Hitchcocks bekende profiel anders te veel af zou leiden van het verhaal.

Wegwijzer voor ruimtewezens
Lee is zelf een van de ongekroonde koningen van de cameorollen. In bijna alle verfilmingen van Marvel-strips komt hij wel even langs, als een Hitchcock van de superheldenfilms.Lee speelde in de film Mallrats (Kevin Smith) zichzelf en deed dat overigens heel verdienstelijk.

In zijn nieuwe creatie, Super Seven, heeft Lee voor zichzelf een hoofdrol gereserveerd. Maar het gaat dan ook om een optreden als stripfiguur. In de strip en animatieserie gaat Lee zeven buitenaardse wezens die op aarde zijn gecrasht, wegwijs maken.

Maar deze week, met de aankomende Oscars in het vooruitzicht, breekt de schijnbaar onvermoeibare Lee een lans voor de cameospeler: ‘You can take the actors out of a movie and it still works. You can’t cut the cameo without killing the flick!’ Nuff Said!

Stan Lee’s Oscar Campaign from Stan Lee

Via SuperheroHype.com

Hier een montage van Stan Lee’s superheldenoptredens.

Categorieën
Film

Film A-Z: C

Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC, omdat ik eerlijk gezegd niet een nummer één heb. En als die er al is, dan is het morgen weer een andere film. Daarom presenteer ik de komende weken op vrijdag mijn, geheel particuliere, film ABC.

Vandaag komt de C aan bod. In dit overzicht zit zelfs een documentaire – dat is immers ook film, nietwaar?

Net zoals bij de vorige afleveringen zie ik graag jullie reacties tegemoet. Schroom niet om onder deze post je eigen favoriete films toe te voegen die met een C- beginnen en antwoord te geven op deze vraag: Welke films van mijn rijtje heb je gezien en wat vond je van ze?

Casablanca (Michael Curtiz, 1942)
Casablanca speelt zich af in de gelijknamige stad ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Humphrey Bogart speelt de rol van Rick Blaine, een eigenaar van een nachtclub die de lokale overheid, lees Nazi’s, te vriend probeert te houden. Op dag stapt zijn oude geliefde Ilsa Lund (Ingrid Bergman) door de deur. Oude liefde roest niet, maar Lund is tegenwoordig de geliefde van verzetsheld Victor Laszlo. De vraag is: kiest Blaine ervoor om Laszo te helpen uit Casablanca te ontsnappen of gaat hij voor de liefde? Oftewel: is Blaine daadwerkelijk de opportunist die hij lijkt te zijn of schuilt er nog een echte held in de man? Zo kort samengevat klinkt het verhaal wellicht wat simpel, maar de film Casablanca heeft een hoop sfeer én Bogart en Bergman in de hoofdrol. Ook nu is de film nog prima kijkvoer voor romantische zielen. Daarbij wordt er in enkele hedendaagse romantische komedies verwezen naar deze klassieker.

Persoonlijk kan ik erg genieten van de studiodecors van Warner Bros. uit die tijd. Je weet dat je naar een decor zit te kijken en dat geeft duidelijk het gevoel van Old Hollywood weer.

Capote (Bennet Miller, 2006)


De film Capote is een eersteklas portret van schrijver Truman Capote tijdens het schrijven van zijn bestseller In cold blood‘. Philip Seymour Hoffman geeft overtuigend gestalte aan de excentrieke schrijver en kreeg terecht een Oscar voor zijn vertolking. Capote is een boeiende, gelaagde film die prachtig gefotografeerd is. Zie hier de volledige recensie die ik indertijd schreef.

The Celluloid Closet (Rob Epstein en Jeffrey Friedman, 1995)
Deze documentaire van Rob Epstein en Jeffrey Friedman geeft een uitgebreid en verrassend beeld van homoseksualiteit in de Amerikaanse film. Echt een aanrader. Homo’s werden door de jaren heen in Hollywood gerepresenteerd als de Ander: als afwijking van de norm. De Ander is in de film de komische noot, de crimineel, geesteszieke of dient als spektakel (bijvoorbeeld kussende lesbiennes). Homoseksuele Hollywood-acteurs hielden hun seksuele geaardheid geheim uit angst dat dit hun carrière zou schaden. In dat opzicht is er niet veel veranderd, toch Tom Cruise?

Ik zag The Celluloid Closet toen hij uitkwam in een Amerikaanse bioscoop en werd er zeer door geraakt. Vooral de eindmontage waarin shots uit een reeks oude films voorbijkomen is, mede dankzij de muziek van Carter Burwell, zeer effectief.

Chinatown (Roman Polanski, 1974)


Een prachtig doortimmerd script van Robert Towne werd bijzonder goed verfilmd door omstreden regisseur Roman Polanski. De film is een zogenaamde neo noir film: een film noir gemaakt na de jaren vijftig. (Alleen films uit de jaren veertig tot en met eind jaren vijftig rekenen we tot klassieke film noirs.)

Chinatown speelt in Los Angeles in de tijd van de Grote Depressie. De cynische privé-detective Jake ‘J.J.’ Gittes (Jack Nicholson) wordt ingehuurd om de gangen na te gaan van Hollis Mulwray (Darrell Zwerling), de hoofdingenieur van de afdeling waterbeheer van deze stad. Gittes fotografeert Mulwray terwijl deze een blonde jongedame kust, wat tot een schandaal in de pers leidt. Kort daarop verdrinkt Mulwray. In opdracht van Mulwrays echtgenote (Faye Dunaway) onderzoekt Gilles de toedracht rond diens dood. Hij stuit daarbij op een ingewikkeld complot rond waterrechten en een groot familiegeheim.

Qua sfeer komt deze film dicht in de buurt van de klassieke Noir-films. Jack Nicholson speelt hier een van zijn beste rollen, al stond hij toen nog aan het begin van zijn carrière. Jaren later regisseerde hij de film The Two Jakes dat een officieus vervolg is op Chinatown en het lang niet haalt bij het origineel.

Clerks II (Kevin Smith, 2006)


Een vervolg op de lowbudgetfilm Clerks uit 1993 waar de carrière van debuterend regisseur Kevin Smith mee van start ging. Het script van Clerks baseerde Smith op zijn ervaringen als winkelbediende in de Quick Stop, een kruidenierswinkeltje naast een videotheek, ergens in New Jersey. In deze film volgen we een dag uit het leven van Dante Hicks en zijn sidekick Randal Graves. De humor in de film is typisch Smith: puberaal, hard en oh zo prikkelend.

In Clerks II werken beide heren achter de balie in een fastfoodketen. Memorabele momenten in Clerks II zijn Randals uitbeelding van de Bored of the Rings-films (het meest verschrikkelijke filmavontuur van de afgelopen jaren), een knap staaltje intersoortelijke seks en het ritje in de kartbaan waarmee Randal en Dante laten zien nog niets van hun tienerharen verloren te zijn. Dit tweede deel is verreweg superieur aan zijn voorganger, maar goed, Smith had in die ruim tien jaar tijd ook wel wat bijgeleerd wat het film maken betreft. Het goede aan Smiths films is dat onder de oppervlakte van puberale grollen er een gemeende emotionele lading zit die weet te beroeren. Thema’s als ware vriendschap, echte liefde en familiewaarden worden op verfrissende wijze aangepakt door Kevin Smith.

Kort samengevat: verreweg een van de mooiste en grappigste films over mannenvriendschap. Zie hier de volledige recensie die ik indertijd schreef.

Benieuwd wat mijn eerdergenoemde topfilms zijn? Bekijk aflevering A en B.

Categorieën
Film

Film A-Z: B

Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC, omdat ik eerlijk gezegd niet een nummer één heb. En als die er al is, dan is het morgen weer een andere film. Daarom presenteer ik de komende weken op vrijdag mijn, geheel particuliere, film ABC.

Vandaag deel twee van mijn Film ABC. Er zijn veel goede films die met een B beginnen, dus dit keer maar liefst zeven flicks. Ik vond het leuk om de reacties op de A-films te lezen. Schroom dus niet om onder deze post je eigen favoriete films toe te voegen die met een B- beginnen. En antwoord te geven op deze vraag: Welke van mijn rijtje heb je gezien en wat vond je van ze?

Back to the Future (Robert Zemeckis, 1985)

Het script geschreven door Robert Zemeckis en Bob Gale een schoolvoorbeeld van hoe je in Hollywood een scenario dient te pennen. Alles klopt binnen het verhaal: wat je in de eerste tien minuten ziet aan details en gebeurtenissen, wordt later volledig uitgespeeld. Geen overbodige details of scènes. Ieder zinnetje uit de dialoog staat in dienst van het verhaal. Daarnaast prachtige specialeffects en heerlijk gestoei met tijdsparadoxen. En natuurlijk wonderboy Michael J. Fox en Christopher Lloyd als enthousiaste, gekke professor.

Batman (Tim Burton, 1989)
Ik geef als eerste toe dat deze film niet zonder gebreken is, maar ik hou een zwak voor Michael Keatons Bruce Wayne en de prachtige gothicsfeer die Gotham City in deze film heeft. Mijn oordeel is niet gespeend van enige nostalgie. Burtons eerste Batman-film introduceerde mij met een paar nieuwe dingen die tot de dag van vandaag deel uitmaken van mijn leven: het werk van Tim Burton, de muziek van Danny Elfman, mijn passie voor cinema en natuurlijk een diepgeworteld plezier aan de verhaalwereld van de Batman. Ook de muziek van Prince leerde ik kennen, hoewel ik die tegenwoordig bijna niet meer draai. Sommige dingen ontgroei je. Maar mijn passie voor Batman-strips, Burton en Elfman is gebleven. Ik schreef ooit een paar blogposts over Batman van Burton. The Bat & Prince; De wereld van Tim Burton; Terug naar de bron; Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen en Nicholson, de Joker op het lijf geschreven.

The Big Lebowski (Coen Brothers, 1998)
Misschien wel de beste film van de Coen Brothers. Dat hij alweer 12 jaar oud is, zie je er niet aan af. Jeff Bridges speelt de rol van zijn leven als hippie of leeftijd Lebowski en John Goodman is goed te pruimen in de rol van Walter Sobchak, de geflipte vriend van Lebowski met een oorlogstrauma. Kijk maar naar deze compilatie (maar ga vooral de hele film zien:)

The Big Sleep (Howard Hawks, 1946)


The Big Sleep
wordt, evenals The Maltese Falcon, in vrijwel elk handboek en door vrijwel iedere filmliefhebber als hoogtepunt van de Film Noir bestempeld. Film Noir refereert naar die Hollywood films uit de jaren veertig en vijftig die zich afspelen in een wereld van donkere natte straten, in steden waar misdaad en corruptie heersen; een wereld vol duistere schaduwen en wanhoop, waar vervreemding en paranoïde gevoelens de actie van de personages bepalen.

Wat maakt deze Noir-film zo goed? Als eerste speelt Humphrey Bogart – een van de meest prominente acteurs uit Hollywood jaren ’40 en ’50 – de rol van Philip Marlowe; een rol waarmee hij de belichaming werd van de filmdetective (niet in de laatste plaats omdat hij tevens de rol van detective Sam Spade op zich heeft genomen in The Maltese Falcon; vaak genoemd als de eerste Film Noir.) Het spel tussen Bogart en Lauren Bacall, een belangrijk element in The Big Sleep, is sterk en straalt dat nu ook nog uit. Bacall is een van de eerste femme fatales van het witte doek en vormde samen met Bogart een van de klassieke romantische koppels van Hollywood.

The Blues Brothers (John Landis, 1980)
Het genre musical is niet aan mij besteed. Toch vind ik dit een van de beste muzikale films ooit. Prachtige gastoptredens van James Brown, Aretha Franklin, Ray Charles en Matt ‘Guitar’ Murphy. Erg grappig verhaal waarin de twee criminelen Jake (John Belushi) en Elwood (Dan Aykroyd) Blues hun band weer samenbrengen om geld in te zamelen voor het Katholieke tehuis waar ze opgroeiden. Ze zijn niet te stoppen, want they are on a mission from God. De laatste achtervolgingsscene is een klassieker. Prachtig om te zien hoe de oude Dodge, na al die lanceringen, uit elkaar valt op het moment dat de twee broers hun doel bereikt hebben. En natuurlijk: de beste film van de onvergetelijke John Belushi.

The Breakfast Club (John Hughes, 1985)

Van de koning van de tienerfilm, John Hughes, die ons vorig jaar is ontvallen. Met films als Pretty in Pink, The Breakfast Club en Ferris Bueller’s Day Off, sprak hij de jongeren van de jaren tachtig aan. Hughes toonde ons innemende, gewiekste tieners met al hun angsten, onzekerheden en rebelsheid. Hij introduceerde acteurs als Molly Ringwald, Anthony Michael Hall, Ally Sheedy en Judd Nelson. Het is ook nu nog boeiend om te zien hoe regisseur John Hughes tieners met uiteenlopende karakters naar elkaar toe laat groeien tijdens een zaterdag nablijven op school.

Butch Cassidy and the Sundance Kid (George Roy Hill, 1969)
Butch Cassidy en The Sundance Kid zijn twee outlaws. Wanneer ze te vaak een trein overvallen wordt er een speciale posse achter ze aan gestuurd. Ze vluchten en belanden uiteindelijk in Bolivia, maar het blijkt lastig bankenovervallen als je de taal niet spreekt.
Wederom een film met Robert Redford in dit overzicht. Dit keer speelt hij met Paul Newman in een van de leukste films uit de jaren zestig. Het klassieke verhaal over Butch Cassidy (Newman) en the Sundance Kid (Redford) wordt lichtvoetig gebracht, maar de vriendschap tussen de twee mannen lijkt er niet minder echt door. Deze acteurs zijn goed op elkaar ingespeeld, alsof ze elkander al jaren kennen. De film is mooi gefotografeerd en bevat maar liefst drie muzikale sequenties, gecomponeerd door Burt Bacharach: toch uniek in die tijd in dit genre. Het nummer ‘Raindrops keep falling on my head’ werd een hit en klinkt nu ook nog prima in het gehoor.

Regisseur George Roy Hill vermengt verschillende filmtechnieken, de middelste muzieksequentie is een fotomontage waarin de acteurs zijn gemonteerd in oude archieffoto’s en de film eindigt op een dramatisch hoogtepunt met een stilstaand beeld. De aanhoudende achtervolging van de posse is adembenemend. En ook bijzonder: geen van de actiescènes heeft filmmuziek. Een uniek juweeltje in het genre van de western.