Categorieën
Film Frames

Magnum Force: Ik geloof in Dirty Harry

Donderdagavond deed ik maar weer eens een DVD’tje van Dirty Harry in de player: Magnum Force, de tweede aflevering uit de reeks rondom de keiharde rechercheur gestalte gegeven door Clint Eastwood.

Dirty Harry, ik kan er geen genoeg van krijgen. Een paar jaar geleden kocht ik de box met alle vijf Harry-films en nu ben ik ze langzaamaan nog een keer aan het kijken. Ik hou van Eastwood als acteur, maar van zijn rol als Harry Callahan in het bijzonder. De rauwe smeris die er geen problemen mee heeft om tuig neer te knallen als dat nodig is, was het cinematografische antwoord op de onrusten uit begin jaren zeventig, een tijd waarin criminelen soms meer rechten leken te hebben dan de slachtoffers. Een tijd die volgens mij nog niet voorbij is.

In Magnum Force (Ted Post, 1973) gaat het allemaal nog een stapje verder: Harry houdt zich immers aan de wet en schiet alleen criminelen dood als hij echt niet anders kan. Nu krijgt hij te maken met een groep jonge motoragenten die misdadigers omleggen die, door het falen van het rechtsysteem, hun straf ontlopen. De politie die eigen rechter gaat spelen, dat kan natuurlijk niet. Dat soort acties moet je aan The Punisher overlaten.

dirty_harry_magnum_force_01 dirty_harry_magnum_force_02 dirty_harry_magnum_force_03Hoewel ik soms graag zou willen dat er smerissen zijn als Harry. Ik vind het bijvoorbeeld heel gek dat we in Nederland psychopaten als Willem Holleeder bijna knuffelend benaderen en zo’n kerel een column in Nieuwe Revu geven. En een inbreker moet je ook gewoon je huis uit kunnen slaan. Daarmee wil ik natuurlijk niet zeggen dat ik een voorstander ben van nodeloos politiegeweld, maar wel van een harde aanpak van zware criminelen.

Toen de films rondom Dirty Harry uitkwamen, werd zijn gedrag door critici als fascistisch bestempeld. Harry heeft er sadistisch genoegen in om menselijk onkruid bang te maken, vooral voor zijn .44 Magnum Smith & Wesson Model 29. Zie dit fragment uit Dirty Harry (Don Siegel, 1971):

Ook buigt Callahan de wet nog wel eens en gaat hij in tegen de wil van superieuren. Een maverick cop wars van bureaucratie, want die houdt de misdaadbestrijding alleen maar tegen. Maar zoals we ook weten uit films als Beverly Hills Cop en Lethal Weapon kan een cop in Hollywood-cinema eigenlijk alleen maar effectief de misdaad bestrijden als hij zijn eigen weg gaat en vooral niet luistert naar zijn superieuren. En bij het uitvoeren van zijn taak vuurt Harry net zo makkelijk gevatte opmerkingen als kogels af. In Magnum Force, scenario John Milius en Michael Cimino, is zijn standaardzinnetje ‘A man’s got to know his limitations’. Een man moet zijn beperkingen kennen en weten waar zijn grens ligt. Zomaar misdadigers executeren gaat Harry dus te ver, daar trekt hij zijn grens.

Vigilante
De motoragenten staan tegenover Harry’s ideologie, ook al willen beide partijen de wereld een beetje veiliger maken. Kevin J. Olson beschrijft die tegenstelling duidelijk op zijn blog:

Eastwood wanted this script written to show that Harry – even though he has an extreme view of justice – wasn’t a full-fledged vigilante. He still believes in the law just not the version that society in practicing. He tells his Lieutenant that he’s just waiting for a good version of the law to come around, but he is trying to uphold the law because without it there’s anarchy. And that’s the difference between Harry and the death squad: he’s unwilling to let anarchy rule even though these cops are killing murderers and drug dealers.

dirty_harry_magnum_force_04San Francisco
Ik geniet extra van deze filmreeks omdat de meeste afleveringen in San Francisco zijn opgenomen. Daarom doen de Dirty Harry-films me altijd aan mijn opa en oma denken. Die reisden vanaf eind jaren zeventig, begin jaren tachtig altijd naar de Verenigde Staten om hun twee zoons te bezoeken. Twee van mijn ooms zijn namelijk geëmigreerd naar Amerika. Zelf heb ik in de jaren negentig een jaar gewoond in de Bay Area. Vanuit mijn appartement in Berkeley kon ik bijna San Francisco zien liggen aan de baai. Ik heb de stad dan ook vaak bezocht. Hoewel de Harry-films in de jaren zeventig en tachtig spelen, zijn ze voor mij toch een fijn nostalgisch weerzien.

Puik camerawerk
Tot slot: het camerawerk van Frank Stanley in Magnum Force is fantastisch. In de openingsscène zien we hoe een verdachte zakenman de rechtbank verlaat. Helaas konden ze hem niet veroordelen (hoewel hij schuldig is.) De man en zijn gevolg banen zich een weg door de reporters die hem vragen stellen en buiten proberen ze door de protesterende massa zijn auto te bereiken. Die scène is heel effectief gedraaid door de camera in de massa mee te laten lopen. Ook zijn er schots vanuit de auto gedraaid: via de smalle raampjes zien we de woedende betogers dreigend bij de auto staan, soms op het voertuig slaand. De cameravoering brengt goed het claustrofobische gevoel over dat het personage moet ervaren.

dirty_harry_magnum_force_07 dirty_harry_magnum_force_08

Als een paar scènes later de malafide zakenman en zijn entourage worden benaderd door een motoragent, zien we die agent naar de auto toelopen. De camera is vastgemaakt op de motor. Het grappige effect daarvan komt wanneer de motor door de agent op zijn standaard wordt gezet en de camera met de motor mee kantelt:

Ik zal het ongetwijfeld mis hebben, maar toch heb ik het idee dat we dit soort inventief camerawerk moeten missen bij de huidige 3D-films die in de bios draaien.

Wat ik wel jammer vond aan Magnum Force is dat het liefje in de film, de buurvrouw die met Callahan het bed in duikt, erg onderbelicht blijft. Ze hadden Adele Yoshioka wel wat meer screentijd mogen geven. Dat had Harry een meer menselijker kant gegeven en ook haar personage wat diepgang gegeven. Nu is ze eigenlijk niet veel meer dan een klein radartje in de plot. Datzelfde gaat op voor de motoragenten: ik had graag meer van hun motivatie vernomen, nu is de tegenstelling tussen hen en Harry wel erg zwart-wit.

dirty_harry_magnum_force_05 dirty_harry_magnum_force_06Sommige screenshots zijn afkomstig van Cool Ass Cinema

[hr]

Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.

Categorieën
Film Strips

Column: Van poedel tot Wolverine

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

‘I am the best there is at what I do. But what I do best isn’t very nice.’ Deze slogan zou niet verkeerd staan op het visitekaartje van een professionele killer of op die van een zichzelf overschattende belastingambtenaar. Dan liever een killer.

Met de uitspraak stelt Wolverine zichzelf aan de lezer voor in het vierdelige klassieke stripverhaal van schrijver Chris Claremont en tekenaar Frank Miller. Het creatieve duo verschafte de mutant met het opvallende kapsel, de zelfhelende gaven en adamantium skelet plus dito klauwen de nodige diepgang en presenteerden Wolverine als een man die de balans probeert te vinden tussen zijn beestachtige natuur en zijn menselijkheid. Een held die door het leven gaat als een ronin: een samoerai zonder meester.

Naar eigen zeggen was dit stripverhaal uit 1982 de inspiratie voor de nieuwe film The Wolverine waarin Hugh Jackman wederom de Canadese rouwdouwer met het korte lontje gestalte geeft, maar behalve de personages en pakweg de eerste paar scènes heeft de film van James Mangold weinig van doen met die strip. Is dat erg? Nee. Strippuristen die hun beeldverhalen letterlijk op het witte doek willen zien, hebben het altijd moeilijk gehad in Hollywood. Enige verwatering hoort erbij. Hoewel Andrew Garfields suggestie om Peter Parker homoseksueel te maken in de nieuwe Spider-Man-film mij ook te ver ging. Natuurlijk heb ik geen hekel aan homo’s, maar een personage van seksuele voorkeur laten veranderen of van etniciteit, zoals de zwarte Kingpin in de inmiddels vergeten Daredevil-film, verandert het personage fundamenteel in de basis en dat is toch iets anders dan het ontwerp van zijn superheldenkloffie aanpassen.

The Wolverine
The Wolverine

Niets nichterigs overigens aan Jacksmans vertolking in The Wolverine. De Australiër heb ik altijd een inspirerende castingkeuze gevonden: hij belichaamt het personage met een flair die soms doet denken aan Eastwoods Harry Callahan. Zoals in de scène die losjes op de strip is gebaseerd, waarin Wolverine in een bar een jager hardhandig confronteert met de giftige pijl die hij in een Grizzlybeer schoot. De beer werd gek van het gif en bracht vijf man om het leven. Niet de schuld van de beer, wel van de jager die niet de moed had het beestje uit zijn lijden te verlossen. Dus pint Wolvie de snoodaard aan de tafel vast door de pijl door zijn hand te rammen en verduidelijkt hij zijn standpunt met een monoloog die uit de mond van Dirty Harry had kunnen komen en eigenlijk ook heel goed uit de stripversie van Claremont. Qua spirit komt The Wolverine dicht bij het stripfiguur en dat is gezien zijn vorige soloavontuur, waarin Wolverine is gedegradeerd tot het equivalent van een gecastreerde, langharige poedel, een hele stap voorwaarts. Daarom hoor je deze strippurist dit keer niet (heel hard) klagen.

Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #103.

Categorieën
Film Filmrecensie

Hereafter: Leven met de dood

Clint Eastwood wordt 31 mei 81, niet zo gek dus dat de regisseur zich afvraagt of er leven is na de dood. Toch geeft Hereafter geen uitsluitsel over een hiernamaals, maar draait om de vraag hoe het leven van de personages is veranderd nadat ze in aanraking zijn gekomen met de dood. Hoe kun je leven met de dood?


Marie, een Franse journaliste, was technisch even dood nadat ze in de vloedgolf van een Tsunami terechtkwam. Haar bijna-doodervaring laat haar niet meer los. Ze wil onderzoeken of er leven is na de dood en raakt hierdoor vervreemd van haar collega’s. De jonge Engelse Marcus verliest zijn tweelingbroer en heeft moeite met dit verlies om te gaan. George, een Amerikaanse arbeider, is een medium: hij heeft contact met overledenen. Niet dat dit zijn leven verbetert: zodra hij iemand aanraakt, begint de seance. Hij schuwt daarom contact met anderen en heeft zijn gaven de rug toegekeerd.

Eastwood vervlecht de levens van deze drie personages en laat ze aan het einde van de film samenkomen in Londen. Het is een wat ongeloofwaardige knoop die de regisseur daarmee legt om de ploteindjes te verbinden, maar dankzij het goede acteerwerk van Matt Damon en Cécile de France kunnen we hem dat vergeven. Al was het einde wat mij betreft te suikerzoet.

Met Damon als George maakte Eastwood een prima keuze: Damons aardse performance zet het medium met beide benen op de grond. In de film wordt er voldoende verwezen naar de oplichters in zijn vak. Marcus bezoekt een hele reeks Derek Ogilvies, maar prikt al snel door hun acts heen. Alleen George lijkt een echt medium te zijn. Al weet hij ook niet hoe een leven na de dood eruit ziet. Hereafter geeft daar ook geen uitsluitsel over: de zielenschimmen die Marie zag kunnen net zo goed bewijs zijn voor het leven na de dood als een hallucinatie.

Onsterfelijk
Middels Georges passie voor de geschriften van Charles Dickens wordt er terloops nog een concrete en aanwijsbare vorm van leven na de dood aangestipt. George kent de boeken en geschiedenis van Dickens van binnen en buiten en luistert graag naar luisterboeken. Hij bezoekt het huis van Dickens in Londen en woont een lezing bij van de acteur die de verhalen van Dickens voorleest. De acteur brengt de oude teksten tot leven en geeft schrijver over het graf een stem. Er is dus wel leven na de dood voor mensen die iets tastbaars achterlaten dat de moeite van het bewaren waard is. Clint Eastwood, die als acteur, regisseur en producent al een omvangrijk oeuvre heeft opgebouwd, is in dat opzicht dus wel verzekerd van een leven na de dood.

Hereafter draait vanaf 10 maart in de bios.

3vd5 sterren

Deze recensie is ook op het filmblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Film

Film A-Z: G

We zijn alweer bij de G van mijn Film ABC. De G van goede films, of in ieder geval: de films die ik goed vind en die mij op de juiste manier wisten te raken.

Ghostbusters (Ivan Rietman, 1984)

Ik ben zo gek op deze flick dat ik vorig jaar in New York speciaal de bibliotheek bezocht waar een van de scènes is opgenomen.

Ghostbusters is een origineel idee bedacht en opgeschreven door Harold Ramis en Dan Aykroyd, over een stel wetenschappers die hun brood proberen te verdienen met het vangen van spoken. Ze beginnen hun bedrijfje net op tijd, want Gozer de Gozerian staat op het punt om tot onze wereld toe te treden. En dat is niet best.

Het gevolg is een supergrappig script, voor die tijd indrukwekkende specialeffects en bij het opnieuw bekijken van Ghostbusters warme nostalgische gevoelens. Voor spoken ben ik nooit bang geweest, en samen met Peter Venkman, Ray Stantz, Egon Spengler en Winston Zeddmore kan ik hartelijk om hun doorzichtige verschijning lachen.

Daarbij bevat de film belangrijke datingtips, zoals deze:
‘There is no Dana, there is only zuul!’

Pas maar op, voordat je het weet blijkt je date bezeten te zijn door een of ander bovennatuurlijke poortwachter. Gij zijt gewaarschuwd.

The Good, The Bad and The Ugly (Sergio Leone, 1966)
De titel mag dan ook verwijzen naar de drie belangrijke hoofden van wijlen Balkenende IV, maar daar draait deze ultieme spaghettiwestern natuurlijk niet om. Al vindt regisseur Martin Koolhoven deze film van Sergio Leone niet exemplarisch voor de spaghettiwestern omdat:

Die films zijn niet representatief voor de 600 andere spaghettiwesterns die er zijn gemaakt. Meestal “kleine” films, gemaakt met beperkte budgetten. Django van Sergio Corbucci is archetypischer en is ook heel invloedrijk geweest. Het gaat er allemaal veel harder, gemener en smeriger aan toe. Het aantrekkelijke van de spaghettiwestern is dat die niet volgens de normale morele codes van Hollywood zijn gemaakt. (Zie dit artikel op Cinema.nl.)

Dat zal dan wel: ik vind The Good, The Bad and The Ugly gewelddadig genoeg, en een prachtig verhaal over een mysterieuze revolverheld – mooi ouderwets woord is dat trouwens – gespeeld door Clint Eastwood. Samen met twee vreemdelingen, de slechterik (Eli Wallach) en de lelijke (Lee van Cleef) probeert hij een fortuin aan gestolen goud op te sporen. Maar hoe betrouwbaar zijn dieven? Hun zoektocht leidt naar een van de beste climaxen uit het western genre.

www.youtube.com/v/13EUXqIwDkQ

Ghost World (Terry Zwigoff, 2001)


Toen ik de trailer van Ghost World voor het eerst zag, dacht ik dat de film geen bal aan zou zijn. Zo zie je maar hoe een slechte trailer kan bedriegen, want deze stripverfilming is het kijken meer dan waard. Dankzij een gevat script, interessante personages en prima vertolkingen van Thora Birch, Steve Buscemi en Scarlett Johansson voordat ze een echte seksbom werd. (Wordt dat woord nog wel eens gebruikt eigenlijk, ‘seksbom?’ Klinkt als een moslimterroriste in burkini.)

Het is vooral het einde dat deze film magisch maakt. Als Enid de stad verlaat en het verhaaltje uitrijdt in een bus die al jaren is opgeheven. Mooi statement over eigenheid en over je eigen weg in slaan. Overigens is de strip van Daniel Clowes waar de film op gebaseerd is, ook heel goed.

The Graduate (Mike Nichols, 1967)

Er zijn van die films die je altijd bijblijven en je keer op keer kunt zien. The Graduate is voor mij zo’n film. Deze flick van Mike Nichols was mijn eerste kennismaking met acteur Dustin Hoffman en de muziek van Simon & Garfunkel.

The Graduate is een boeiende klassieker die gaat over het verzet tegen de oudere generatie: Benjamin Braddock (Dustin Hoffman) valt na zijn studie in het spreekwoordelijke zwarte gat. Hij leeft in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe. Ondertussen verleidt Mrs. Robinson (Anne Bancroft), en krijgt hij een verhouding met deze oudere vrouw terwijl hij liever een relatie begint met haar dochter Elaine (Katharine Ross). Als hij een einde aan de affaire maakt is Mrs. Robinson het daar natuurlijk niet mee eens en ze zal er alles aan doen om de relatie tussen Benjamin en Elaine te stoppen.

De kinderen willen voor zichzelf een ander leven dan hun ouders die vast zitten in een standaardleven en ongelukkig huwelijk – gedoemd om tot het einde der tijden samen te blijven. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.

Het venijn van The Graduate zit aan het einde, want het is nog maar de vraag of Benjamin en Elaine het lot van hun ouders kunnen ontlopen. Wanneer Benjamin Elaine voor het huwelijksaltaar heeft weggeroofd, rijden ze weg in de bus, hun toekomst tegemoet. Het is echter de vraag of ze de valkuilen waarin hun ouders zijn gestapt kunnen vermijden. Als de spanning van het moment uit hun lijven is weggeëbd, zwijgen ze, alsof ze elkaar niets meer te vertellen hebben. Het nummer ‘The Sound of Silence’ onderstreept dit idee.

Groundhog Day (Harold Ramis, 1993)
De tweede film met Harold Ramis en Bill Murray in deze aflevering van mijn film A-Z, dit keer ook geregisseerd door Ramis. Stel je eens voor dat je de ergste dag van je leven telkens overnieuw moet beleven. Bill Murray, die weerman Phil Connors speelt die voor het vierde achtereenvolgende jaar moet afreizen naar Punxsutawney, Pennsylvania, om te zien of de bosmarmot zijn gezicht laat zien of niet, maakt er maar het beste van, krijgt er op den duur lol in en verovert het hart van Andy MacDowell.

Het verhaal gaat natuurlijk over een man die langzaam zijn karakter moet aanpassen en soms zijn daar bovennatuurlijke narratieve middelen voor nodig. Bill Murray speelt perfect de cynische (weer)man die zich niets laat wijsmaken. Een rol die hem op het lijf geschreven is en doet denken aan personages als Frank Cross uit Scrooged. De laatste jaren is er een echte Murray revival, waarin hij tot mijn vreugde ook andere kanten van zijn acteertalent toont.

Groundhog Day won onder meer een BAFTA Award voor beste script, een British Comedy Award voor beste filmkomedie en een Saturn Award voor beste actrice (Andie MacDowell). In 2006 werd de film aan het Amerikaanse National Film Registry toegevoegd vanwege de culturele, historische en esthetische waarde van de film.

Hoewel de film dus over een herhalende dag gaat, is hij mij nog niet gaan vervelen.

Bekijk deze scènes maar eens:


Volgende week de filmtitels die met een H beginnen.  Maar eerst wil ik natuurlijk van jullie horen welke G-films jullie favorieten zijn en waarom.