Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Sin City 2: A Dame to Kill For

Hoewel het geen succes was in de bioscoop, heb ik me goed vermaakt met Sin City 2: A Dame to Kill For.

De poster voor Sin City 2 werd verboden door de NPAA: ‘We’re told the poster was disapproved by the MPAA “for nudity — curve of under breast and dark nipple/areola circle visible through sheer gown,” meldde PageSix des tijds. Zie: https://pagesix.com/2014/05/28/mpaa-prudes-too-much-boob-on-eva-greens-sin-city-poster/.

Wederom gebaseerd op de strips van Frank Miller, lijkt deze neo-noir qua vormgeving en stijl heel veel op de brontekst. Het zwart-wit beeld kent een sterk licht-donker contrast, een soort hyper-noir. Soms zien we de personages als witte silhouetten tegen een zwarte achtergrond. Ik vind dat soort visuele trucs erg mooi. De makers nemen de term stripverfilming dus letterlijk, maar dat pakt voor het merendeel goed uit. Hoe cool zou het zijn als er meer film noir-films in deze stijl gemaakt zouden worden? Nu is The Big Sleep (Howard Hawks, 1946) een van mijn favoriete films ooit, want ik hou van Bogart, maar mocht men ooit een tweede remake overwegen, dan graag in de stijl van Sin City.

The Big Sleep.

In tegenstelling tot de huidige Star Wars-films, waarmee Disney het publiek politiek correct wil opvoeden, kennen de Sin City-films gelukkig weinig pretenties. De dialogen zijn dik aangezet, de actie cartoonesk en de vrouwen stoer & sexy. De dialogen werken op papier beter dan wanneer ze worden uitgesproken, maar ook dat theatrale voegt veel plezier aan het kijken van Sin City toe.

Veel blote Eva Green in Sin City 2.

Sin City 2 brengt meer van hetzelfde dus. Erg verrassend is de film dan ook niet, vermakelijk wel. Toen de eerste Sin City-film in 2005 uitkwam was de stripvormgeving nog nieuw, maar in 2014 niet meer. Misschien verklaart dat de matige ontvangst van deze aflevering.

Mocht er ooit een biopic over Humphrey Bogart gemaakt worden, dan zou Joseph Gordon-Levitt de hoofdrol kunnen vertolken.

Robert Rodriguez en Frank Miller regisseerden Sin City 2 samen. Hoe de taakverdeling precies verliep, weet ik niet. Miller is als regisseur tot nu toe niet heel erg succesvol, want zijn filmversie van The Spirit deed het ook al niet goed. Ik kan me weinig van die film herinneren, behalve dat ik hem saai vond. Heel spijtig, want Miller was een goede vriend van Will Eisner, de bedenker van The Spirit.

Sin City 2: A Dame to Kill For, staat nu op Netflix.

Categorieën
Film

Video: Tim Burton en het Duits expressionisme

De films van regisseur Tim Burton hebben voor een groot deel mijn tienerjaren gekleurd. Nog steeds zijn Batman, Batman Returns, Beetlejuice, Ed Wood en Sleepy Hollow favoriete films van me en hoewel ik zijn werk de laatste jaren een stuk minder interessant vind – Burton herhaalt zichzelf – draag ik de man en zijn werk een warm hart toe.

Keaton en Burton op de set van 'Batman'
Keaton en Burton op de set van ‘Batman’

In dit interessante video-essay van Cinema Sem Lei worden enkele grote films van het Duits expressionisme gezet naast scènes uit Burton-films, waaruit blijkt dat het expressionisme een duidelijke invloed op Burton gehad heeft. Ik sluit niet uit dat hij veel stijlkenmerken juist heeft leren kennen via de monster- en horrorfilms van de Universal studio’s uit de jaren dertig, die zelf ook zwaar beïnvloed zijn door het Duits expressionisme. (Net zo goed dat film noir kenmerken van het expressionisme heeft overgenomen, zoals een sterk licht-donkercontrast en slagschaduwen.) Bij Burton zien we dat expressionisme terug in onder andere het theatrale uiterlijk van zijn personages, gotische architectuur en slagschaduwen op de muren. Zoals de video laat zien lijkt Burton rechtstreeks beelden te hebben geleend van Duits expressionistische films.

Overigens raad ik je van harte aan om alle films die in dit video-essay voorbij komen, te gaan zien. De periode van het Duits expressionisme was een erg interessante en vruchtbare. Metropolis van Fritz Lang en Das Cabinet des Dr. Caligari zijn een lust voor het oog en ook nu nog heel goed genietbaar.

Categorieën
Film Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: De inventieve geest van Will Eisner

Er zijn maar weinig stripmakers naar wie een prijs is vernoemd. Dat de Eisner Awards, de strip Oscars, de naam dragen van de Amerikaanse stripmaker Will Eisner is geheel terecht. Eisner (1917-2005) was een pionier van het medium en een inspirator voor velen.

Niet alleen bedacht hij het klassieke personage The Spirit, hij schreef ook een van de belangrijkste theoretische boeken over de strip, namelijk Comics and sequential art. Jarenlang maakte hij educatieve strips en in de latere jaren van zijn carrière prachtige, persoonlijke graphic novels waarmee hij ervoor zorgde dat deze term gemeengoed werd. Kortom, Eisner was een grootmeester van de strip.

Spirit_stripplaatjeGeestig
Zijn belangrijkste personage was The Spirit. De gemaskerde misdaadbestrijder met gleufhoed is de doodgewaande criminoloog Denny Colt die opereert vanuit zijn geheime laboratorium onder het Wildwood kerkhof. Het personage heeft meer weg van een detective dan van een superheld. Eisner voegde op aandringen van zijn opdrachtgevers schoorvoetend het oogmasker en handschoenen aan de outfit van The Spirit toe. Al is hij dan de held van het verhaal, niet ieder avontuur loopt af in zijn voordeel. Ook zien we dat hij geregeld klappen krijgt, zoals op het stripplaatje hierboven. The Spirit is een strip waarin comedy, avontuur en actie hand in hand gaan. Eisner maakte deze van 1940 tot en met 1952 als onderdeel van een krantensupplement van 16 pagina’s die aan verschillende kranten in de Verenigde Staten werd toegevoegd. De avonturen van The Spirit waren 7 pagina’s lang, de rest van de bijlage werd aangevuld met andere strips van Eisner en zijn medewerkers. Ook verschenen de verhalen in comics. Nederlandse striplezers maakten kennis met The Spirit in bijlagen van Pep.

Splash page
Eisner experimenteerde naar hartelust met de pagina-layout, montage en met de openingspagina, ook wel de splash page genoemd. Vaak bestaat deze pagina uit één grote illustratie. Overigens hoeft een splash page niet perse een openingspagina te zijn: iedere paginagrote illustratie wordt zo genoemd. Ik kan herinneren dat ik mij als jonge lezer afvroeg waarom Amerikaanse comics altijd met zo’n mooie grote illustratie begonnen, waar meteen de credits bij stonden, en waarom Europese strips deze nagenoeg nooit hadden. De splash page is een typische Amerikaanse verteltechniek. Of Eisner deze techniek bedacht heeft en als eerste gebruikte is niet honderd procent zeker te zeggen, maar wat we wel zeker weten is dat hij de splash page op allerlei inventieve manieren heeft gebruikt.

zelfportret_will_eisnerIn een interview zei de stripmaker hierover: ‘In het begin zag ik de splash page als een goede manier om de aandacht te trekken van de lezer die door de krant bladert, maar al snel zag ik deze als meer dan alleen een grafisch element. Ik besefte dat ik de splash page kon gebruiken om een scène of sfeer neer te zetten of direct een situatie duidelijk te maken.’ Maar Eisner deed veel meer dan dat, meestal maakte hij echte kunststukjes van zijn openingsillustratie. Een terugkerend element zijn de verschillende wijze waarop de naam ‘The Spirit’ op de pagina wordt neergezet, vaak in driedimensionale letters, zoals in bovenstaand voorbeeld. In een aflevering is de naam in de vorm van een flatgebouw getekend, in een andere fladderen de letters als stukjes papier hoog boven een tramlijn.

Femmes fatales
Bovenstaande splash page lijkt op het eerste gezicht te bestaan uit twee stripplaatjes, maar bij nadere aanschouwing blijkt dat The Spirit in een steegje tegen zijn eigen logo wordt aan geslagen en dat op de achtergrond een grote poster met Olga Bustle op de muur hangt. Het personage Olga Bustle is gebaseerd op actrice Jane Russell. Eisner maakte een parodie van het affiche van de film The Outlaw van Howard Hughes waarin Russell de hoofdrol speelt en steekt in het verhaal de draak met haar imago als rondborstige actrice. Aantrekkelijke dames die het pad van de held kruisen zijn een belangrijk element van The Spirit-strips. Eisner liet zich duidelijk inspireren door de sexy femmes fatales van de film-noir.

Dit artikel is gepubliceerd in Eppo #13 (2014).

Categorieën
Film

Film A-Z: C

Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC, omdat ik eerlijk gezegd niet een nummer één heb. En als die er al is, dan is het morgen weer een andere film. Daarom presenteer ik de komende weken op vrijdag mijn, geheel particuliere, film ABC.

Vandaag komt de C aan bod. In dit overzicht zit zelfs een documentaire – dat is immers ook film, nietwaar?

Net zoals bij de vorige afleveringen zie ik graag jullie reacties tegemoet. Schroom niet om onder deze post je eigen favoriete films toe te voegen die met een C- beginnen en antwoord te geven op deze vraag: Welke films van mijn rijtje heb je gezien en wat vond je van ze?

Casablanca (Michael Curtiz, 1942)
Casablanca speelt zich af in de gelijknamige stad ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Humphrey Bogart speelt de rol van Rick Blaine, een eigenaar van een nachtclub die de lokale overheid, lees Nazi’s, te vriend probeert te houden. Op dag stapt zijn oude geliefde Ilsa Lund (Ingrid Bergman) door de deur. Oude liefde roest niet, maar Lund is tegenwoordig de geliefde van verzetsheld Victor Laszlo. De vraag is: kiest Blaine ervoor om Laszo te helpen uit Casablanca te ontsnappen of gaat hij voor de liefde? Oftewel: is Blaine daadwerkelijk de opportunist die hij lijkt te zijn of schuilt er nog een echte held in de man? Zo kort samengevat klinkt het verhaal wellicht wat simpel, maar de film Casablanca heeft een hoop sfeer én Bogart en Bergman in de hoofdrol. Ook nu is de film nog prima kijkvoer voor romantische zielen. Daarbij wordt er in enkele hedendaagse romantische komedies verwezen naar deze klassieker.

Persoonlijk kan ik erg genieten van de studiodecors van Warner Bros. uit die tijd. Je weet dat je naar een decor zit te kijken en dat geeft duidelijk het gevoel van Old Hollywood weer.

Capote (Bennet Miller, 2006)


De film Capote is een eersteklas portret van schrijver Truman Capote tijdens het schrijven van zijn bestseller In cold blood‘. Philip Seymour Hoffman geeft overtuigend gestalte aan de excentrieke schrijver en kreeg terecht een Oscar voor zijn vertolking. Capote is een boeiende, gelaagde film die prachtig gefotografeerd is. Zie hier de volledige recensie die ik indertijd schreef.

The Celluloid Closet (Rob Epstein en Jeffrey Friedman, 1995)
Deze documentaire van Rob Epstein en Jeffrey Friedman geeft een uitgebreid en verrassend beeld van homoseksualiteit in de Amerikaanse film. Echt een aanrader. Homo’s werden door de jaren heen in Hollywood gerepresenteerd als de Ander: als afwijking van de norm. De Ander is in de film de komische noot, de crimineel, geesteszieke of dient als spektakel (bijvoorbeeld kussende lesbiennes). Homoseksuele Hollywood-acteurs hielden hun seksuele geaardheid geheim uit angst dat dit hun carrière zou schaden. In dat opzicht is er niet veel veranderd, toch Tom Cruise?

Ik zag The Celluloid Closet toen hij uitkwam in een Amerikaanse bioscoop en werd er zeer door geraakt. Vooral de eindmontage waarin shots uit een reeks oude films voorbijkomen is, mede dankzij de muziek van Carter Burwell, zeer effectief.

Chinatown (Roman Polanski, 1974)


Een prachtig doortimmerd script van Robert Towne werd bijzonder goed verfilmd door omstreden regisseur Roman Polanski. De film is een zogenaamde neo noir film: een film noir gemaakt na de jaren vijftig. (Alleen films uit de jaren veertig tot en met eind jaren vijftig rekenen we tot klassieke film noirs.)

Chinatown speelt in Los Angeles in de tijd van de Grote Depressie. De cynische privé-detective Jake ‘J.J.’ Gittes (Jack Nicholson) wordt ingehuurd om de gangen na te gaan van Hollis Mulwray (Darrell Zwerling), de hoofdingenieur van de afdeling waterbeheer van deze stad. Gittes fotografeert Mulwray terwijl deze een blonde jongedame kust, wat tot een schandaal in de pers leidt. Kort daarop verdrinkt Mulwray. In opdracht van Mulwrays echtgenote (Faye Dunaway) onderzoekt Gilles de toedracht rond diens dood. Hij stuit daarbij op een ingewikkeld complot rond waterrechten en een groot familiegeheim.

Qua sfeer komt deze film dicht in de buurt van de klassieke Noir-films. Jack Nicholson speelt hier een van zijn beste rollen, al stond hij toen nog aan het begin van zijn carrière. Jaren later regisseerde hij de film The Two Jakes dat een officieus vervolg is op Chinatown en het lang niet haalt bij het origineel.

Clerks II (Kevin Smith, 2006)


Een vervolg op de lowbudgetfilm Clerks uit 1993 waar de carrière van debuterend regisseur Kevin Smith mee van start ging. Het script van Clerks baseerde Smith op zijn ervaringen als winkelbediende in de Quick Stop, een kruidenierswinkeltje naast een videotheek, ergens in New Jersey. In deze film volgen we een dag uit het leven van Dante Hicks en zijn sidekick Randal Graves. De humor in de film is typisch Smith: puberaal, hard en oh zo prikkelend.

In Clerks II werken beide heren achter de balie in een fastfoodketen. Memorabele momenten in Clerks II zijn Randals uitbeelding van de Bored of the Rings-films (het meest verschrikkelijke filmavontuur van de afgelopen jaren), een knap staaltje intersoortelijke seks en het ritje in de kartbaan waarmee Randal en Dante laten zien nog niets van hun tienerharen verloren te zijn. Dit tweede deel is verreweg superieur aan zijn voorganger, maar goed, Smith had in die ruim tien jaar tijd ook wel wat bijgeleerd wat het film maken betreft. Het goede aan Smiths films is dat onder de oppervlakte van puberale grollen er een gemeende emotionele lading zit die weet te beroeren. Thema’s als ware vriendschap, echte liefde en familiewaarden worden op verfrissende wijze aangepakt door Kevin Smith.

Kort samengevat: verreweg een van de mooiste en grappigste films over mannenvriendschap. Zie hier de volledige recensie die ik indertijd schreef.

Benieuwd wat mijn eerdergenoemde topfilms zijn? Bekijk aflevering A en B.

Categorieën
Film

Film A-Z: B

Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC, omdat ik eerlijk gezegd niet een nummer één heb. En als die er al is, dan is het morgen weer een andere film. Daarom presenteer ik de komende weken op vrijdag mijn, geheel particuliere, film ABC.

Vandaag deel twee van mijn Film ABC. Er zijn veel goede films die met een B beginnen, dus dit keer maar liefst zeven flicks. Ik vond het leuk om de reacties op de A-films te lezen. Schroom dus niet om onder deze post je eigen favoriete films toe te voegen die met een B- beginnen. En antwoord te geven op deze vraag: Welke van mijn rijtje heb je gezien en wat vond je van ze?

Back to the Future (Robert Zemeckis, 1985)

Het script geschreven door Robert Zemeckis en Bob Gale een schoolvoorbeeld van hoe je in Hollywood een scenario dient te pennen. Alles klopt binnen het verhaal: wat je in de eerste tien minuten ziet aan details en gebeurtenissen, wordt later volledig uitgespeeld. Geen overbodige details of scènes. Ieder zinnetje uit de dialoog staat in dienst van het verhaal. Daarnaast prachtige specialeffects en heerlijk gestoei met tijdsparadoxen. En natuurlijk wonderboy Michael J. Fox en Christopher Lloyd als enthousiaste, gekke professor.

Batman (Tim Burton, 1989)
Ik geef als eerste toe dat deze film niet zonder gebreken is, maar ik hou een zwak voor Michael Keatons Bruce Wayne en de prachtige gothicsfeer die Gotham City in deze film heeft. Mijn oordeel is niet gespeend van enige nostalgie. Burtons eerste Batman-film introduceerde mij met een paar nieuwe dingen die tot de dag van vandaag deel uitmaken van mijn leven: het werk van Tim Burton, de muziek van Danny Elfman, mijn passie voor cinema en natuurlijk een diepgeworteld plezier aan de verhaalwereld van de Batman. Ook de muziek van Prince leerde ik kennen, hoewel ik die tegenwoordig bijna niet meer draai. Sommige dingen ontgroei je. Maar mijn passie voor Batman-strips, Burton en Elfman is gebleven. Ik schreef ooit een paar blogposts over Batman van Burton. The Bat & Prince; De wereld van Tim Burton; Terug naar de bron; Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen en Nicholson, de Joker op het lijf geschreven.

The Big Lebowski (Coen Brothers, 1998)
Misschien wel de beste film van de Coen Brothers. Dat hij alweer 12 jaar oud is, zie je er niet aan af. Jeff Bridges speelt de rol van zijn leven als hippie of leeftijd Lebowski en John Goodman is goed te pruimen in de rol van Walter Sobchak, de geflipte vriend van Lebowski met een oorlogstrauma. Kijk maar naar deze compilatie (maar ga vooral de hele film zien:)

The Big Sleep (Howard Hawks, 1946)


The Big Sleep
wordt, evenals The Maltese Falcon, in vrijwel elk handboek en door vrijwel iedere filmliefhebber als hoogtepunt van de Film Noir bestempeld. Film Noir refereert naar die Hollywood films uit de jaren veertig en vijftig die zich afspelen in een wereld van donkere natte straten, in steden waar misdaad en corruptie heersen; een wereld vol duistere schaduwen en wanhoop, waar vervreemding en paranoïde gevoelens de actie van de personages bepalen.

Wat maakt deze Noir-film zo goed? Als eerste speelt Humphrey Bogart – een van de meest prominente acteurs uit Hollywood jaren ’40 en ’50 – de rol van Philip Marlowe; een rol waarmee hij de belichaming werd van de filmdetective (niet in de laatste plaats omdat hij tevens de rol van detective Sam Spade op zich heeft genomen in The Maltese Falcon; vaak genoemd als de eerste Film Noir.) Het spel tussen Bogart en Lauren Bacall, een belangrijk element in The Big Sleep, is sterk en straalt dat nu ook nog uit. Bacall is een van de eerste femme fatales van het witte doek en vormde samen met Bogart een van de klassieke romantische koppels van Hollywood.

The Blues Brothers (John Landis, 1980)
Het genre musical is niet aan mij besteed. Toch vind ik dit een van de beste muzikale films ooit. Prachtige gastoptredens van James Brown, Aretha Franklin, Ray Charles en Matt ‘Guitar’ Murphy. Erg grappig verhaal waarin de twee criminelen Jake (John Belushi) en Elwood (Dan Aykroyd) Blues hun band weer samenbrengen om geld in te zamelen voor het Katholieke tehuis waar ze opgroeiden. Ze zijn niet te stoppen, want they are on a mission from God. De laatste achtervolgingsscene is een klassieker. Prachtig om te zien hoe de oude Dodge, na al die lanceringen, uit elkaar valt op het moment dat de twee broers hun doel bereikt hebben. En natuurlijk: de beste film van de onvergetelijke John Belushi.

The Breakfast Club (John Hughes, 1985)

Van de koning van de tienerfilm, John Hughes, die ons vorig jaar is ontvallen. Met films als Pretty in Pink, The Breakfast Club en Ferris Bueller’s Day Off, sprak hij de jongeren van de jaren tachtig aan. Hughes toonde ons innemende, gewiekste tieners met al hun angsten, onzekerheden en rebelsheid. Hij introduceerde acteurs als Molly Ringwald, Anthony Michael Hall, Ally Sheedy en Judd Nelson. Het is ook nu nog boeiend om te zien hoe regisseur John Hughes tieners met uiteenlopende karakters naar elkaar toe laat groeien tijdens een zaterdag nablijven op school.

Butch Cassidy and the Sundance Kid (George Roy Hill, 1969)
Butch Cassidy en The Sundance Kid zijn twee outlaws. Wanneer ze te vaak een trein overvallen wordt er een speciale posse achter ze aan gestuurd. Ze vluchten en belanden uiteindelijk in Bolivia, maar het blijkt lastig bankenovervallen als je de taal niet spreekt.
Wederom een film met Robert Redford in dit overzicht. Dit keer speelt hij met Paul Newman in een van de leukste films uit de jaren zestig. Het klassieke verhaal over Butch Cassidy (Newman) en the Sundance Kid (Redford) wordt lichtvoetig gebracht, maar de vriendschap tussen de twee mannen lijkt er niet minder echt door. Deze acteurs zijn goed op elkaar ingespeeld, alsof ze elkander al jaren kennen. De film is mooi gefotografeerd en bevat maar liefst drie muzikale sequenties, gecomponeerd door Burt Bacharach: toch uniek in die tijd in dit genre. Het nummer ‘Raindrops keep falling on my head’ werd een hit en klinkt nu ook nog prima in het gehoor.

Regisseur George Roy Hill vermengt verschillende filmtechnieken, de middelste muzieksequentie is een fotomontage waarin de acteurs zijn gemonteerd in oude archieffoto’s en de film eindigt op een dramatisch hoogtepunt met een stilstaand beeld. De aanhoudende achtervolging van de posse is adembenemend. En ook bijzonder: geen van de actiescènes heeft filmmuziek. Een uniek juweeltje in het genre van de western.

Categorieën
Striprecensie Strips

Spider-Man Noir: Spiderman is zichzelf niet meer

De limitedserie Spider-Man Noir toont een alternatieve versie van Spiderman. Maar deze versie van Peter Parker rijmt niet met zijn karakter en maakt hem een stuk minder sympathiek.

Het verhaal, zwaar overladen met film noir-invloeden en helden uit pulpverhalen uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, toont Amerika anno 1933. Iedere ambtenaar in de stad is corrupt en buigt voor misdaadbaas Norman Osborn, de economische crisis waait als een kille wind door de stad en het leven van haar bewoners. Peter Parker is de neef van May en wijlen Ben Parker, socialisten in hart en nieren.

De sfeer en toon van deze comic is duisterder dan die van het gemiddelde Spiderman-verhaal. In Spider-Man Noir krijgt de lezer een andere Peter Parker voorgeschoteld dan dat hij gewend is. Parker is een jongeman vol woede, wiens oom Ben is vermoord door handlangers van Osborn. Ben is levend opgepeuzeld door de Vulture, een van de circus freaks die onder Osborns commando’s opereert.

Schietgraag webhoofd
Natuurlijk is er niets optegen om eens met het idee van een alternatief Spiderman-verhaal te spelen. De Ultimate Spiderman-reeks van Brian Michael Bendis mag immers als geslaagd worden beschouwd, maar daar is Peter in de basis hetzelfde gebleven.
In tegenstelling tot de standaard-Peter Parker is de Noir-versie in staat mensen te vermoorden en loopt hij rond met het dienstwapen van Ben, zelfs al heeft hij op wonderbaarlijke wijze de evenredige krachten en snelheid van een spin gekregen na de beet van een magische achtpoter. Pas wanneer Parker in kostuum op zijn vingers wordt getikt door zijn tante, laat hij het doden van schurken voor wat het is.

Het is een vreemde twist om Peter Parker, toch meestal een aardige jongen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, zo te zien handelen. In het oorspronkelijke Spiderman-verhaal voelt Peter zich schuldig als zijn oom wordt vermoord door een inbreker die hij een paar dagen ervoor makkelijk had kunnen tegenhouden. De Peter uit de noir-wereld handelt uit wraak, niet uit schuld. Een geheel ander motief en dat maakt Spiderman minder sympathiek. Sterker nog: door in een tegenstander dood te schieten wordt het webhoofd precies de misdadiger die Jonah Jameson altijd al in hem zag.

Eigenlijk lijkt de wraakzuchtige versie van Spiderman wel wat op Batman, die in de eerste comics ook met een pistool rondliep totdat de makers vonden dat dit niet klopte met zijn oorsprong: Bruce Wayne zou door de moord op zijn ouders nooit in staat zijn een ander van het leven te beroven.

Politiek gekleurd
Ook heeft Parker een duidelijk rood tintje gekregen: ‘If those in power can’t be trusted, it’s the responsibility of the people to remove them.’ Da’s toch een beetje anders dan het credo: ‘With great power, must also come great resposibility’ – de kern van Peters Spiderman-schap.

Verwacht ook geen kleurrijk kostuum: in de sobere jaren van crisis draagt Spiderman een zwartmasker met een bril en een lange donkere overjas. Wederom verliest het webhoofd daardoor een deel van zijn charme.

Wat de vier delen van de limitedserie eruit doet springen is het strakke tekenwerk van Carmine Di Giandomenico en sfeervolle inkleuring die vooral uit aardkleuren bestaat en schaduwtinten. Het verhaal, geschreven door de Britse schrijver David Hine en Fransman Fabrice Sapolsky is adequaat maar niet heel erg opzienbarend.

Batman by gaslight
Marvel lanceerde eind 2008 naast Spiderman een paar andere Noir-titels van hun personages, waaronder Daredevil, Luke Cage, Punisher en X-Men. Op dit moment loopt het vervolg op Spiderman Noir: Eyes Without a Face.

Overigens zijn alternatieve versies van superhelden niet nieuw en Spidey’s Noir-avontuur doet dan ook sterk denken aan het Elseworld-verhaal Gotham by Gaslight, waarin Batman het in de negentiende eeuw opneemt tegen Jack the Ripper. Al was dat verhaal van schrijver Brian Augustyn en Mike Mignola aanmerkelijk beter, waarschijnlijk omdat er minder gesleuteld hoefde te worden aan het Batman-concept. Sterker nog: de legende van Jack the Ripper werd heel effeciënt in de oorsprong van Batman geschreven.