Categorieën
Film Strips

Column: Ontmaskerd

Illustratie: Paul Stellingwerf

Met Barend de Voogd, hoofdredacteur van filmblad Schokkend Nieuws, zat ik aan de koffie in de Balie, toen hij me vertelde dat regisseur Martin Koolhoven zou gaan stoppen met zijn column. Of ik geen zin had om de nieuwe columnist van Schokkend Nieuws te worden. Zo’n vraag beantwoord je niet met ‘nee’ natuurlijk.

Schokkend Nieuws is al jaren hèt Nederlandse filmblad als het om horror, sciencefiction, fantasy, anime en cultfilms gaat. Het is een eer om daar een bijdrage aan te mogen leveren. Aldus geschiedde. Aangezien ik twee weken geleden mijn tweede epistel bij de redactie inleverde, leek het met hoog tijd om de eerste column online te publiceren:

‘Mij zie je niet met een emmer op mijn kop,’ moet Sylvester Stallone gedacht hebben toen hij de rol van Judge Dredd in de gelijknamige stripverfilming op zich nam. Het merendeel van de film uit 1995 zien we hem dan ook zonder de helm rondlopen die Dredd zo typeert. Sterker nog: in de strip zet de Rechter van de Toekomst hem nooit af. Fans over de hele wereld slaakten dan ook een zucht van verlichting toen bekend werd dat Karl Uban die Dredd gestalte geeft in Dredd 3D, zich niet schuldig maakt aan dergelijke heiligschennis.

Zo zijn stripfans: ze willen het liefste een zo trouw mogelijke adaptatie zien. Christopher Nolan snapt dat deels: in The Dark Knight Rises draagt schurk Bane de gehele film een soort zuurstofmasker voor zijn mond. Goed, in de strip draagt hij een masker dat zijn gehele gezicht bedekt, maar een kniesoor die daar op let. Dat Bane door een masker praat is immers al vervelend genoeg, want erg verstaanbaar is hij daardoor niet. En dat terwijl deze met testosteron opgepompte terrorist de neiging heeft om ellenlange, Shakespeariaanse speeches af te steken om de ideologie achter zijn terreurdaden te duiden. Tenminste, ik vermoed dat zijn toespraakjes daarover gaan, het gemompel kan net zo goed betekenen dat hij zijn favoriete menu van de Thai aan het opzeggen is.

Dredd 3D

Acteurs zijn doorgaans niet zo blij met dikke lagen make-up of gezichtsbedekkende maskers: ze belemmeren hun expressies waardoor het veel lastiger is om emoties over te brengen, laat staan dat het spel genuanceerd kan zijn. Sprekende ogen kunnen dit enigszins compenseren: Hardy kijkt de hele film dan ook intensief chagrijnig; ook de heldere ogen van Michael Keaton spreken boekdelen in het Batmanmasker uit de Tim Burton-films. Willem Dafoes Green Goblin wordt echter pas bedreigend op het moment dat hij zijn kostuum niet aan heeft en heel schizofreen met zichzelf in de spiegel praat.

Door het gezichtsbedekkende masker kunnen we ons moeilijker in het personage verplaatsen. Het Spider-Man masker van Tobey Maguire gaat niet voor niets zo vaak kapot op cruciale momenten. In de eindconfrontatie met de Green Goblin in de eerste Spider-Man-film (Sam Raimi, 2002) is Maguires masker dan ook flink gehavend. Omdat we nu de stress, pijn en vermoeidheid van zijn gezicht af kunnen lezen, kunnen we ons beter inleven en krijgt het gevecht meer emotionele diepgang. Daarbij duidt de gehavende staat van zijn kostuum ook nog eens aan hoe slecht Spidey eraan toe is. In dat opzicht kan een kostuum ook een narratief middel zijn.

Na het zien van de trailer vermoed ik dat we bij Dredd 3D weinig emotionele diepgang hoeven te verwachten. De helm kan daarom net zo goed opblijven.

Categorieën
Film Strips Video

Op zoek naar Halloween

Het is een dag waar ik altijd met plezier naar uit kijk: 31 oktober, Halloween. Het leukste feestje van het jaar. Eigenlijk de enige feestdag die ik echt serieus neem. Kerst is verbonden aan allerlei regeltjes en daar ben ik wars van, terwijl je Halloween kunt vieren zoals je zelf wilt. Je kunt de feestdag naar eigen smaak inrichten.

Spider-Man versus The Hobgoblin. Illustratie: Charles Vess
Spider-Man versus The Hobgoblin. Illustratie: Charles Vess

Zelf ben ik niet zo van de verkleedpartijtjes, maar hordes volwassenen steken zich rond deze tijd in Halloweenkostuum om goede sier te maken. Prima natuurlijk. Even lekker losgaan, je eigen identiteit inruilen voor een fictieve. Of bepaalde karaktereigenschappen die je normaliter verborgen houdt naar de oppervlakte laten komen. In ieder van ons schuilt immers wel een Dexter. Die kun je niet loslaten, maar je kunt hem tijdens Halloween wel een beetje zuurstof geven.

Mijn fascinatie voor Halloween begon bij de films van Tim Burton. De sprookjesachtige wereld, waar vreemde buitenbeentjes wonen, skeletten kerstmis overnemen, huisvrouwen tot katvrouwen verworden en miljonairszonen zich als levensgrote vleermuizen uitleven, sprak mij als kind al erg aan. Nog steeds ben ik gek op het werk van Burton, maar mijn liefde voor Halloween reikt veel verder.

Gothic
Naar horrorfilms bijvoorbeeld en dan met name gothic horror. Oude films van Universal Studio’s kijk ik graag, en werk uit de Hammer Studio’s. Films waarin de gothic style zwaarder weegt dan het aantal slachtoffers dat op gruwelijke wijze wordt afgeslacht. Hoewel films over massaal hak- en snijwerk ook weer erg leuk kunnen zijn, daar niet van. Schurken als Freddy Krueger, daar mag je me gerust wakker voor maken. Liever wel zelfs.

En ook voor spookverhalen van schrijvers als Poe.

Goblin

De Green Goblin. Illustratie: John Romita Jr.

Voor mij is de wereld van Spider-Man, en het Marvel Universum in het algemeen, ook een en al Halloween wat de klok slaat. Superhelden gaan verkleed in de meest kleurrijke outfits, terwijl de superschurken daar niet voor onderdoen. Sterker nog, De Green Goblin, Spidey’s aartsvijand, is wat mij betreft bij uitstek een Halloween-character. De Green Goblin vliegt rond op een vleermuisvormige glider, hij draagt een groen trol-achtig masker en gooit met pompoenbommen.

Maar misschien is de Hobgoblin, die de Green Goblin als template gebruikte voor zijn wapens en kostuumontwerp, nog wel meer Halloween. De hoofdkleur in zijn pak is immers oranje, net als de pompoenen die tijdens dit feest een prominente plaats innemen. En hij is een kopie van de Groene Trol, weliswaar met wat aanpassingen maar toch. Het Halloween zoals we dat nu kennen is natuurlijk ook een verbastering van wat het ooit was. Het is een importproduct uit de Verenigde Staten.

Overigens geldt dat Halloweeneske natuurlijk ook voor het universum van DC Comics, en dan met name voor Gotham City, waar Batman huist. Gotham City wordt bevolkt door Halloweeneske schurken en helden: de Joker, de Madhatter, Scarecrow, Penguin, etc. Niet zo gek dus dat Tim Burton ooit twee Batman-films maakte.

Wie een pure dosis Halloween & Batman tot zich wil nemen, moet de strips The Long Halloween en de voorloper Haunted Knight maar eens lezen. Beide beeldverhalen zijn aan de hand van schrijver Jeph Loeb en tekenaar Tim Sale, een bijzonder team dat wel meer goede strips op zijn naam heeft staan.

Halloween beleef ik dus vooral tussen mijn oren. Ik lees graag over deze feestdag, ik kijk films, lees strips en verzamel op mijn Tumblr afbeeldingen die in deze sfeer passen.

Tegelijkertijd ben ik nog steeds op zoek naar het hoe en waarom van mijn Halloween fetisj en die van anderen.

Ik heb in de afgelopen jaren een reeks webvideo’s gemaakt over het onderwerp.

Over zombiewalks bijvoorbeeld, wat ik een fascinerend verschijnsel vind.

Maar ook dit soort bewegende decorstukken kunnen mij zeer bekoren. Het is kitsch natuurlijk, maar ook dat is onderdeel van Halloween.

Halloween in het echte leven, da’s lastiger te vinden. Zeker buiten het seizoen om. Toch is er genoeg gothic sfeer in de wereld, als je weet waar je moet zoeken. Daarom bezoek ik graag spookachtige kerkhoven. Wie lang genoeg op een oud kerkhof rondhangt, gaat vanzelf allerlei dingen zien die tegen de grens van het paranormale aanliggen. Wat dat betreft doet een gezonde dosis fantasie wonderen voor de Halloweenliefhebber die in het dagelijks leven ook een beetje spooky spanning zoekt.

Goed, genoeg geblogd over Halloween. Ik ga naar buiten, eens zien wat Amsterdam allemaal aan Halloween gedaan heeft dit jaar.

Categorieën
Film Strips

Storyboardtekenaar Jim Cornish: ‘Het gaat om wat Voldemort doet, niet of hij de laatste mode draagt’

Storyboards genieten bij het grote publiek weinig bekendheid. Toch is deze kunstvorm in de schaduw een belangrijk onderdeel van het filmproces. Tekenaar Jim Cornish licht zijn vak toe.

(c) Jim Cornish: Phantom of the Opera

‘Het mooie aan mijn werk is dat ik de hele dag mag tekenen. Neem mijn vader bijvoorbeeld, die werkte zonder plezier in een bandenfabriek, omdat het brood op de plank bracht. Ik krijg betaald om mijn hobby uit te voeren. Ik ga naar de studio, pak een potlood en ga aan de slag. Soms teken ik mijn ideeën of ideeën van anderen, maar ik ben aan het tekenen. Fantastisch!’ zegt Jim Cornish (1967), de storyboardtekenaar die op een goede dag dertig tot veertig platen tekent.

Erkenning
De Brit maakte voor de laatste vier delen van de Harry Potter-reeks duizenden tekeningen. Ook tekende hij storyboards voor onder meer de nieuwste Bond-film Skyfall, Event Horizon, Snow White and the Huntsman en Phantom of the Opera van Joel Schumacher. Toch zal zijn naam bij de gemiddelde filmliefhebber geen belletje doen rinkelen, want storyboarden is een onzichtbare kunst waar over het algemeen weinig waardering voor is. Op dvd’s en in making of-boeken treft men ze zelden aan, in tegenstelling tot de glossy ontwerpen en sfeertekeningen van het art department. ‘In het boek The Art of Harry Potter: From Page to Screen staan in totaal slechts drie storyboard-tekeningen in een boek van vierhonderd pagina’s!’ zegt Cornish, al beklaagt hij zich er verder niet over: ‘Vroeger vond ik het vervelend omdat ik erkenning wilde voor al het werk dat ik gedaan heb. Tegenwoordig vind ik het leven daar tekort voor en ga ik gewoon verder met een volgende klus. Bovendien zullen sommige mensen zeggen: “Hey, je hebt vijftien maanden betaald gekregen, is dat niet genoeg erkenning?” Eigenlijk is dat wel zo.’

Cornish aan het werk. Bron: imaginefilmfestival.nl

Voldemort
Het storyboard is een belangrijk onderdeel van het filmproces. Meestal getekend met een snelle hand in zwart-wit potlood, zijn de plaatjes een visuele weergave van wat de regisseur voor ogen heeft. Het storyboard is er om praktische informatie te verstrekken aan de verschillende departementen. In één oogopslag ziet men welke shots er gedraaid zullen worden en of er special effects of praktische effecten aan te pas komen, of er stunts in de sequentie zitten en welke andere bijzonderheden er nog uitgedokterd moeten worden. ‘Het gaat er niet om dat de personages goed op de acteurs lijken, zolang ze maar herkenbaar zijn. De crewleden zijn meer geïnteresseerd in wat Voldemort doet dan of hij de laatste mode draagt of dat zijn make-up correct getekend is,’ grapt Cornish.

Vaak wordt niet de hele film getekend; met scènes waarin acteurs tegen elkaar praten, bemoeit Cornish zich niet. ‘Neem ons gesprek bijvoorbeeld, dat is niet meer dan twee mannen die in een ruimte aan een tafel zitten te praten. De regisseur zal dat op zijn eigen manier gaan draaien. Pas wanneer er een T-Rex door het raam komt kijken, word ik ingeschakeld.’

Geen haastklus
Ondanks de hoge tijdsdruk waaronder hij werkt, zijn de tekeningen van Cornish opvallend gedetailleerd. ‘Sommige mensen vinden ze zelfs te gedetailleerd en tot op zekere hoogte hebben ze gelijk. Die details kosten tijd en ik ben niet de snelste tekenaar, maar juist aan de detaillering herkent men mijn handschrift. Het zou niet slim zijn om de reputatie die ik in de laatste 20 jaar heb opgebouwd teniet te doen door anders te gaan tekenen.’

Ondanks zijn ervaring blijft Cornish bescheiden: ‘Tekenen is een van de weinige dingen die ik relatief goed kan, al blijf ik wat onzeker over mijn tekeningen. Ik heb nooit het gevoel dat ze zo goed zijn als dat ze zouden moeten zijn. Ik wil ook het idee hebben dat er altijd ruimte voor verbetering is, dat ik mezelf blijf ontwikkelen. Zodra dat niet meer het geval is, dan val ik waarschijnlijk dood neer of stop ik er gewoon mee.’

(c) Jim Cornish. The Tumbler

Batman
Ik spreek Cornish eind april, na zijn publieke interview op het Imagine filmfestival. Omdat dit jaar het thema superhelden centraal staat, draagt de tekenaar een Batman T-shirt. Maar Cornish heeft ook een persoonlijke band met deze stripheld: met plezier denkt hij terug aan zijn tijd bij Batman Begins en The Dark Knight van Christopher Nolan. ‘Het is altijd goed voor je cv om aan zo’n grote film mee te werken, maar daarnaast is Batman tekenen verschrikkelijk fijn: we hebben het immers over een bijna psychotische man die in lycra gekleed misdadigers in elkaar timmert. Vooral de Batmobile, de Tumbler, vond ik fantastisch om te tekenen. Door zijn typische vorm lijkt hij niet eens op een auto, hij kan op en neer springen en rijdt door alles heen, dus kon ik veel actie tekenen.’

Daarbij bood Batman Begins Cornish de kans om samen te werken met zijn held en collega storyboardtekenaar Martin Asbury, met wie hij inmiddels goed bevriend is. ‘Martin heeft aan veel James Bond-films gewerkt en van hem heb ik kleine trucjes geleerd, bijvoorbeeld door de Tumbler zo te tekenen dat het lijkt alsof hij door de snelheid loskomt van de grond. Simpele trucjes eigenlijk, zoals snelheidslijntjes en zo, maar je moet er maar opkomen.’

Strips ontbraken volledig in mijn opvoeding. Dat spijt me, want door striplezen was ik waarschijnlijk een betere tekenaar geworden.

(c) Jim Cornish: X-Men: First Class

Stripmaker
Naast de twee Batmans tekende Cornish de storyboards voor X-Men: First Class. Toch kiest hij niet bewust stripverfilmingen uit, maar werkt Cornish aan het genre dat op dit moment populair is, wat nu sprookjesfilms zijn. ‘Storyboards worden over het algemeen meer voor de fantastische film gebruikt. Overigens vind ik het heerlijk om aan sciencefiction- en fantasyfilms te werken, want daarvoor moet je meer ontwerpen. Bij films die zich in het heden afspelen, is het vooral een kwestie van gevonden voorwerpen en bestaande locaties tekenen. Kijk, uiteindelijk gaat het erom iets te creëren dat de moeite waard is. Daarom is het leuk om een aandeel te hebben in hoe de Batmans, Bond-films en de Potters gaan worden, hoe klein dat aandeel ook mag zijn.’

Er is een opvallende gelijkenis tussen strips en storyboards, je zou storyboards als een stripversie van de te maken film kunnen zien. Toch is de tekenaar geen stripliefhebber: ‘Dat is waarschijnlijk vloeken in de kerk, maar strips ontbraken volledig in mijn opvoeding. Dat spijt me, want door striplezen was ik waarschijnlijk een betere tekenaar geworden. Natuurlijk zijn er veel overeenkomsten tussen wat ik doe en wat een stripmaker doet. We vertellen allebei op een visuele manier een verhaal. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat zoveel stripmakers storyboardtekenaar geworden zijn.’

Opmerkelijk genoeg begeeft Cornish zich voorzichtig op het pad van de stripmaker. Samen met een vriend ontwikkelt hij een Angelsaksisch verhaal dat zich 6-700 jaar na Christus afspeelt en onderzoekt waar mythes vandaan komen. ‘Er was toen een strijd gaande tussen verschillende culturen, zoals het heidendom en christendom. Daarover bestaan allerlei vragen: waar komt bijvoorbeeld het iconografische beeld van het zwaard in de steen vandaan? Het lijkt me interessant om rond die kwesties een verhaal te weven.’

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #28 (2012)

Categorieën
Fotoblog

Held

Zie hier voor meer info.
Categorieën
Film

Tim Burton in Parijs

Het leven is wat mij betreft het fijnst als wensen uitkomen. Recent begaf ik me in Parijs om de tentoonstelling over Tim Burton te aanschouwen. In 2009 schreef ik er al over toen de expositie in het MoMa in New York te zien was.  Toen kon ik er helaas niet heen, maar nu was Tim Burton – L’exposition in La Cinémathèque française, het filmmuseum in Parijs. Een Thalysritje later stond ik samen met mijn vriendinnetje en heel veel andere bezoekers het werk van deze eigenzinnige filmmaker te bewonderen.

Houdini
De expositie gaat ver terug in het verleden van de in Burbank geboren en getogen animator. Van oude schetsen en ontwerptekeningen, halve ideeën, gedichten en verhaaltjes tot en met 8-mm films die hij als tiener maakte. Aandoenlijke experimenten met stop-motion en een ‘documentaire’ over Houdini waarin Tim zelf de grootmeester der ontsnapping speelt. Deze film maakte hij als schoolproject. Eigenlijk moest Burton een boek over Houdini lezen, maar omdat hij veel te laat begonnen was met zijn huiswerk, besloot hij maar een filmpje te maken. In het filmpje zien we onder andere hoe de jonge filmmaker zichzelf op een treinrails vastbindt en ‘ontsnapt’ voordat de trein voorbij raast en hem plet. De voorbijrazende trein wordt gesuggereerd doordat Tim heel snel met zijn camera langs de trein rent en de wielen filmt.

Nog grappiger is de parade nachtmerries die voorbijkomt als Tim Burton – met bril – in bed gaat liggen slapen. Burton mengde eigen opnames met foto’s van horrorfilms. Juist, de fascinatie met het vreemde, horror en buitenbeentjes zat er al vroeg in bij Burton. Uiteindelijk wordt de jonge held wakker om vervolgens door een grote papieren prop achtervolgd te worden. De humor van een tiener.

Batman
Ik ben als sinds mijn twaalfde fan van Burton. Mijn passie voor zijn oeuvre begon met de film Batman – wat een prachtige film was dat! Nog nooit was er een serieuze superheldenfilm gemaakt. Alle stripverfilmingen daarvoor waren flauwe, campy producties zoals de Batman jaren zestig-serie met Adam West, of slechte lowbudgetfilms met zulke slechte special effects dat ze niet zouden misstaan in een Ed Wood epos. Nee, dan Burtons Batman, waarin een getormenteerde Michael Keaton een ietwat verstrooide Bruce Wayne speelt die in een leren pak met vleermuisvleugels de misdadigers van Gotham de stuipen op het lijf jaagt; met een charismatische Jack Nicholson als de Joker en een prachtige art direction: in het Gotham City van Anton Furst voel je bijna hoe de hel vanuit het riool omhoog komt.

Goed, vergeleken met de realistische aanpak van Christopher Nolan is er veel aan te merken op de Batman van Burton – butler Alfred zou nooit Vicky Vale in de Batcave binnenlaten bijvoorbeeld en waarom Bruce nu eigenlijk besloot een vleermuis te worden wordt niet verklaard – maar Burtons Batman combineerde stripelementen met het sprookjeachtige dat alle Burtonfilms in zich hebben en daarbij zette de succesvolle blockbuster een filmtrend die tot heden ten dage voortduurt.


Kort gezegd: Burtons Batman maakte diepe indruk op mij. Daarom was ik ook zo blij dat maar liefst drie maskers van de eerste film stonden opgesteld. Bob Ringwood ontwierp het eerste Batman-pak. Een niet zo handig kostuum overigens: wie het masker draagt kan onmogelijk zijn hoofd draaien – lekker ongemakkelijk voor een held die constant in gevechtssituaties terechtkomt. Ook woog het zo’n 25 kilo wat Batman spelen voor Keaton tot een zware baan maakte.

Dat even terzijde: ik beleefde een nerdgasm toen ik met mijn neus tegen op de vitrine gedrukt stond om alle details van de maskers goed te kunnen zien. De sporen van slijtage, opgelopen tijdens het filmen, waren duidelijk zichtbaar.

Je mocht van de expositie geen foto’s maken. Daar waren de Fransen heel streng in: de aanwezige bewakers hielden de bezoekers nauwlettend in de gaten. Bij één verkeerde beweging kwamen ze al dreigend op je af, iets Frans blaffend. Toch heb ik snel mijn telefoon ter hand genomen om deze plaatjes te schieten, want zo’n kans laat een fan niet liggen. Ik zal waarschijnlijk nimmer zo dicht bij een belangrijk relikwie uit mijn jeugd komen. Snel schoot ik een paar foto’s en stopte toen nonchalant mijn telefoon weer in mijn zak. Geen bewaker had me gezien gelukkig.

Een paar jaar geleden was ik net zo blij toen ik op het Imagine Film Festival het publieke interview met Burton bijwoonde. Je held een paar meter van af zien zitten, wie wil dat niet? (Goed, inmiddels heb ik een paar helden kunnen interviewen, da’s eigenlijk nog leuker.)

Levende schetsen
Een ander juweeltje in de expositie zijn enkele animatiefilms die nog in de schetsfase zijn blijven steken. Een ervan een afstudeerproject van Burton waarin de tekeningen uit zijn schetsboek geanimeerd zijn. Prachtig om te zien hoe die schetslijnen tot leven komen. Eigenlijk is het een soort voorversie van wat een animatiefilm kan worden, maar eerlijk gezegd vind ik dat onafgemaakte er juist erg mooi aan. Details die er niet zijn kun je immers zelf invullen. Zo’n beeld geeft de toeschouwer ruimte.

Sleepy Hollow. Nog een ‘illegale’ foto.

De expositie was op sommige punten teleurstellend. Een paar films zijn ondervertegenwoordigd, zo was er weinig te zien over Sleepy Hollow, Ed Wood en Big Fish. Ook had ik graag wat originele ontwerpschetsen van Gotham City gezien. Gelukkig hingen er wel wat tekeningen van Burton van Catwoman, Penguin en The Joker. Ik heb het vermoeden dat de versie van het MoMa uitgebreider was, want in video’s daarover zie ik stukken voorbijkomen die ik niet in Parijs heb gezien.

Een ander nadeel was de grote belangstelling voor Burton. Er waren heel veel mensen aanwezig waardoor je vaak drukker was met het ontwijken van andere toeschouwers dan het bekijken van de items. Dit euvel heb je natuurlijk wel vaker in musea, maar zeker bij zoiets unieks als deze expositie waar veel te zien is, vind ik het extra zuur.

Eigenlijk zou men een speciale aanbieding moeten doen, dat je de tweede keer voor de halve prijs binnen mag bijvoorbeeld. Er valt immers zo veel te zien dat je niet alles in een bezoek tot je kan nemen. Het is gewoon te veel.

Gelukkig heb ik de catalogus ooit al eens in Londen gekocht. Deze bevat niet alles, maar een selectie van het tekenwerk van Burton. Smullen voor de liefhebber! Er was in Parijs nog een extra dikke catalogus te koop, met een gesigneerd printje, maar ik vond 250 euro wat duur. Eens kijken of de catalogus zonder poespas online aan te schaffen is voor een gunstiger prijs.
Na zo’n twee uur Tim Burton – L’exposition liep een geïnspireerd mens naar buiten.

Kennelijk mochten sommige mensen wel hun videocamera ter hand nemen. Deze repo is niet heel bijzonder goed gedraaid, maar geeft wel een beeld van wat er op de expositie te zien is:

Categorieën
Mike's notities Strips

Lachen en nerden met Kevin Smith

De aanleiding voor mijn reis naar Edinburgh was een optreden van de Amerikaanse filmregisseur Kevin Smith en zijn kompaan Jason Mewes, beter bekend als Silent Bob en Jay uit Smiths films. Zij traden zondagavond 19 februari in het Edinburgh Festival Theatre op.

Hoe zo’n show eruit ziet? De twee heren zitten achter een tafel alsof ze een persconferentie geven. Ze spreken niet alleen de zaal toe, maar ook duizenden luisteraars op het internet. Ze nemen namelijk tegelijkertijd een podcast op. Dat doen ze al jaren. Alleen zo nu en dan dus voor publiek. ‘Om Mewes bezig te houden,’ vertelde Smith. Jay probeert namelijk van de drugs af te blijven en moet daarom afgeleid worden. Die geschiedenis heeft Smith uitvoerig en met veel compassie beschreven in zijn dagboek My boring ass life. Het drugsverleden van Mewes kwam ook zondag ter sprake, een serieus moment in een verder cabareteske avond.

Mewes was de ster van de avond en toonde vol trots zijn Schotse kilt die hij natuurlijk zonder onderbroek eronder droeg. Hij kwam dan ook bij herhaling terug op het feit dat een zuchtje wind een prikkelend effect heeft op je scrotum. Er was sowieso veel aandacht voor de lichamelijke activiteiten van Mewes, in het bijzonder zijn seksleven. Welke standjes hij lekker vindt en hoe hij zijn lul melkt als hij klaarkomt. Het een en ander werd gedemonstreerd met een microfoon. Puberaal? Choquerend? Ach, ik ben wel wat van Smith gewend. Persoonlijk hoor ik de regisseur het liefste over zijn films praten, maar daar was die zondag weinig ruimte voor. In tegenstelling tot zijn solo-optreden in Londen een paar jaar geleden. Dat was vier uur lang boeiend luisteren naar de meester die de ene hilarische anekdote na de andere opdiende.

Seksstandjes
Live aanwezig zijn heeft een meerwaarde. Behalve dan dat je in staat bent om je helden van dichtbij te zien, werden de toeschouwers ook getrakteerd op het onderdeel ‘Let us fuck!’. Smith geeft de naam van een bijzonder seksstandje die vervolgens met Mewes en iemand uit de zaal uitgebeeld moet worden. Het is het meest puberale onderdeel van de show, afgeleid van de film Zack & Miri make a porno waarin de uitspraak ‘Let us fuck!’ wordt gebezigd voordat er een seksscène wordt opgenomen. Zack & Miri is de minste film uit het oeuvre van Smith. Dit komt behalve door het zwakke scenario, vooral door de aanwezigheid van non-acteur Seth Rogen die mij danig op de zenuwen werkt.

Uit het bovenstaande leid je wellicht af dat ik me die avond niet vermaakt heb. Dat zou een verkeerde aanname zijn, want ik heb wel degelijk een paar keer behoorlijk blauw van het lachen van mijn stoel gerold. Smith en Mewes zijn een komisch duo, en ze brengen hun onderbroekenlol op zeer aanstekelijke wijze. Misschien dat Andries Knevel met strakke kaak het pand voortijdig verlaat, maar iedere gezonde vent die met het werk van Smith is opgegroeid, zal het niet kunnen laten om de mondhoeken naar boven te plooien.

Jack Nicholson
Hilarisch was het verhaal waarin Smith en Mewes een aidsgala bezoeken en Mewes, volledig starstruck van alle filmsterren die hij die avond zag, probeerde de bekende koppen te fotograferen. Tot irritatie van de sterren natuurlijk die, terwijl ze soep zaten te slurpen, werden vastgelegd door een of ander magere paparazzo die bij hen aan tafel zat. Hartverscheurend was voor de jonge Mewes de confrontatie met Jack Nicholson. Nicholson had er geen problemen mee om met ieder rondborstig dom blondje op de foto te gaan, terwijl hij keer op keer weigerde met blondje Mewes te poseren, hoezeer deze ook aandrong. ‘Michael Keaton wilde wel met me op de foto, dus toen dacht ik: “Fuck you, Joker! I’m with Batman from now on!’, zei Mewes.

Ook wist Smith zeer beeldend te vertellen hoe zijn eerste ontmoeting met Sean Connery verliep, inclusief perfect geïmiteerde Schots accent. Wat betreft de thematiek werd er die avond weldegelijk rekening gehouden met het Schotse publiek, waarvan sommige mannen overigens behoorlijk luidruchtig waren.

De Comic Book Men aan de hockey in aflevering 2.

Comic book men
Heb ik nu genoeg van Kevin Smith? Nou, ik voel niet erg de neiging om weer een vliegtuig in te stappen om de man live te gaan zien. Maar ik blijf zijn films kijken, zijn blogs lezen en pak graag een podcast hier en daar mee. En de nieuwe tv-show Comic book men, die zich afspeelt in de stripwinkel van Smith: Jay and Silent Bob’s Secret Stash in New Jersey. Nerdtelevisie ten top!

AMC’s new unscripted one hour series, Comic Book Men, dives deep into fanboy culture by following the antics in and around master fanboy Kevin Smith’s New Jersey comic shop, Jay and Silent Bob’s Secret Stash. The six part series documents the daily banter of the Stash staff and customers as they geek out over mind-blowing pop culture artifacts and the legends behind them. Comic Book Men features Secret Stash employees Walt, manager and de-facto leader; Mike, a comic book virtuoso; Ming, the store’s technical expert and go-to whipping boy; and Bryan, who doesn’t actually work at the Stash, yet can always be found perched on a stool behind the front counter. As the team buys, sells and discovers the treasures of the comic collecting world, they share all the juicy details with Kevin through their outrageous podcast, which is woven throughout the series. The Secret Stash is not only a place for these comic book men to buy and sell, but it’s also a refuge for many to hang out and be part of a community that loves comics.

Bryan, Ming en Mike bij de Batmobile.

Een heerlijk programma, dat Comic Book Men. Er komen geregeld in de winkel mensen langs die bijzondere spullen verkopen: zeldzame comics of posters, of een Chucky pop (je weet wel, van Child’s Play). Maar ook om bijzondere dingen te laten zien, zoals een replica van de Batmobiel uit de televisieserie met Adam West. Verder is het genieten van de strippraat van deze vier nerds, die overigens prima gecast zijn. Vooral Bryan die in de winkel lijkt te wonen maar niet in dienst is. Met zijn woeste baard doet hij mij erg aan Alan Moore denken.

Of nu ja, gecast: ze werken echt in The Secret Stash, maar aangezien niemand die de winkel binnenloopt opkijkt van het feit dat er twee cameramannen en een geluidsman bij de balie staan te filmen, geeft wel aan dat een en ander is opgezet. Gescript misschien zelfs. Dat geeft natuurlijk niets, want gescripte realiteit is inherent aan het genre reality tv.

Categorieën
Strips

Video Beeldverhaal: Jean-Marc van Tol interviewt David Finch

In de tweede aflevering van Beeldverhaal gaat Jean-Marc van Tol naar Amerika om zich te verdiepen in de superheld. Hij sprak onder andere met Canadese tekenaar David Finch.

Finch is vooral bekend van zijn werk voor Top Cow Productions’ Cyberforce, Marvel Comics en DC Comics, zoals New Avengers, Moon Knight, Ultimatum, Brightest Day en Batman: The Dark Knight. Het interview met Finch is integraal op de site van Beeldverhaal gezet.

Batman. Illustratie: David Finch

In het gesprek komt onder andere naar voren hoe men in Amerika comics maakt. Daar wordt een studiosysteem gehanteerd waarbij de verschillende taken onder verschillende mensen zijn verdeeld. Iemand schrijft het script, een tekenaar maakt de potloodtekeningen, een ander inkt deze weer. Natuurlijk zijn daar uitzonderingen op: je hebt ook bekende schrijver/tekenaars zoals Frank Miller. Ook Finch schrijft soms zijn eigen comics, zoals Batman: The Dark Knight, hoewel Paul Jenkins daar ook deeltjes van schrijft. In interview geeft hij aan dat zelf schrijven en tekenen toch als erg lonend ervaart. Finch wilde al jaren Batman tekenen. Als schrijver bepaalt hij dus zelf wat hij tekent en kan hij eindelijk de beelden die hij al jaren in zijn hoofd heeft op papier zetten.

Het studiosysteem is in de comicswereld ook noodzakelijk: van veel helden komt er iedere maand een deeltje van dezelfde serie uit (van Spider-Man tegenwoordig twee per maand, voorheen drie). Dat betekent dus 22 getekende pagina’s per avontuur. Het is een groot contrast met veel Europese tekenaars die soms een album per jaar produceren, en sommige tekenaars die met een beetje mazzel een paar pagina’s per week op papier krijgen.

Toonder in de picture
Natuurlijk kennen we in Europa ook een studiosysteem. Marten Toonder maakte daar dankbaar gebruik van. Evenals Hergé. Toevallig gaat de aankomende uitzending over Marten Toonder en zijn strips over Tom Poes en Heer Bommel. Van Tol praat in deze aflevering met onder anderen Dick Matena (Bommeltekenaar en oud-assistent Toonder), Hans Matla (stripverzamelaar en uitgever Bommelstrips), Pieter Steinz (chef boeken NRC) en Wim Hazeu (biograaf Toonder). Centraal staan de volgende vragen: Wat maakt de Bommelstrips zo bijzonder? En wat is de invloed van Marten Toonder op de Nederlandse strip?

Wat vind jij tot nu toe van Beeldverhaal?

Categorieën
Strips

Spider-Man: Alledaagse problemen van een webhoofd

Spider-Man is al jaren het boegbeeld van Marvel Comics en de meest geliefde superheld uit hun stal. De aantrekkingskracht van deze held schuilt niet alleen in zijn spinnenkracht. Juist zijn kwetsbaarheid maakt hem menselijk en daarmee populair.

Ik lees Spider-Man-strips sinds ik een jaar of zeven, acht was. Hoewel ik tegenwoordig nog zelden een Lucky Luke oppak of andere striphelden waar ik als klein joch aan verknocht was, hebben de verhalen over het Amerikaanse webhoofd me nooit meer losgelaten.
John Romita Jr. heeft ooit gezegd dat Peter Parker als een familielid voor hem was. Zijn vader tekende de Spider-Man-strips in de jaren zestig en zeventig en de jonge John keek op de tekentafel mee. Ook woonden Peter en hij in dezelfde wijk, Queens, dus leek het net alsof Peter een soort buurjongen was.
Dat was voor mij niet het geval, opgroeiend in een klein stadje in Nederland. Toch heb ik altijd een soort verwantschap gevoeld met Peter Parker. Volgend jaar is het 50 jaar geleden dat Steve Ditko Spidey voor het eerst op papier zette. Waarom is hij in al die jaren zo populair gebleven?

Alledaagse superheld
Spiderman zag in 1962 het licht in de comic Amazing Fantasy #15 en is het geesteskind van schrijver Stan Lee en tekenaar Steve Ditko. Het jaar ervoor ontketenden Lee en tekenaar Jack Kirby een revolutie in de superheldenbranche met hun creaties The Fantastic Four en de Hulk. Lee vroeg zich af wat er zou gebeuren als superhelden in de echte wereld zouden bestaan, als echte mensen met alledaagse problemen.

Met dit idee in het achterhoofd introduceerden Lee en co. een nieuw soort superheld: personages die zowel de strijd aan moeten gaan met superschurken als met hun innerlijke demonen; helden die geplaagd worden door dezelfde sores als Jan en alleman en wier superkracht niet per se een zegen hoeft te zijn.
Duidelijke voorbeelden hiervan zijn de Hulk of The Thing van The Fantastic Four: Ben Grimm veranderde in het grote oranje monster The Thing na een dosis kosmische straling. Probleem: probeer als grote stenen kolos maar eens kleding in je eigen maat te vinden. Ben wordt dan ook vaak gekweld door depressieve buien, die weer leiden tot explosieve woede-uitbarstingen.

Vier fantastische sterren
Ook interessant aan de creaties van Lee en kornuiten is het feit dat sommige superhelden echte sterren werden. The Fantastic Four staan in de eerste verhalen net zo vaak op de voorpagina van de krant nadat ze een ramp hebben voorkomen als op de society pagina vanwege hun persoonlijkheden. Let wel: de vier superhelden dragen geen maskers en iedereen weet wie ze zijn.
De insteek van Lee gaf de helden een realistischer tintje dan hun voorgangers. De superhelden van Marvel lijken in een bepaald opzicht dus op hun lezers, wat voor een deel hun populariteit verklaart. Spiderman is hier het schoolvoorbeeld van.

Puber
Peter Parker is een aantrekkelijk personage omdat hij heel herkenbaar is als tiener met alle onzekerheden die op die leeftijd spelen. Hij is een sociale outcast, een boekenwurm die ernaar verlangt geaccepteerd te worden. Interessant is dat zijn alter ego Spiderman wat dat laatste betreft met dezelfde problemen worstelt als Peter zelf – ook Spiderman is een buitenstaander die wordt gewantrouwd door het grote publiek.
Veel van de eerste verhalen spelen zich af op de middelbare school: Peters ontwikkeling van tiener naar jongvolwassene loopt parallel met die van de jonge Spiderman, die langzaam leert wat het betekent om een held te zijn. Peter lijkt een normale puber, maar diep van binnen schuilt er een heroïsch personage in hem. En hebben we niet allemaal het idee dat we in dwingende omstandigheden altijd het juiste zullen doen en boven onszelf uit zullen stijgen?

Dood door schuld
Daarbij komt Peters motivatie om goed te doen voort uit schuldgevoel. Deze held is geboren uit een dramatische gebeurtenis. Toen Peter net zijn krachten had, na een beet door een radioactief spinnetje, dacht hij er veel geld mee te kunnen verdienen. Na afloop van een televisieoptreden liet hij een dief ontsnappen die hij gemakkelijk tegen had kunnen houden, maar Peter vond dit niet zijn taak. Niet veel later brak de dief in het huis van de Parkers in en vermoordde Peters oom Ben, de man die hem opvoedde en zijn normen en waarden bijbracht. Had Peter de dief tegengehouden, dan was dit nooit gebeurd. Daarmee leert Peter de belangrijkste les van zijn leven: dat grote krachten met grote verantwoordelijkheid gepaard gaan.

In zekere zin kun je stellen dat ook Batmans Bruce Wayne handelt uit schuldgevoel: zijn ouders werden voor zijn ogen vermoord door een overvaller, maar hij was zelf te jong en te zwak om daar iets tegen te ondernemen. Zijn motief om als Batman op te treden is in eerste instantie wraak op de misdaad. Maar als de jonge Bruce Wayne op de divan van een goede psychiater terecht was gekomen, had het onderliggende schuldgevoel behandeld kunnen worden en had Bruce wellicht nooit de noodzaak gevoeld om zich iedere avond als een halloweenfiguur te kleden.

De grote onthulling in Amazing Fantasy #15.

Soap
Het leven van een superheld is vaak geen pretje, een gegeven dat keer op keer ook in het leven van Peter Parker wordt onderstreept. In de vroege verhalen hebben Peter en zijn tante May dikwijls geldproblemen, heeft May te kampen met een slechte gezondheid, wordt Peter constant geplaagd op school door Flash Thompson en probeert hij naast zijn activiteiten als Spiderman een relatie te onderhouden met Betty Brant.
Peter is als de dood dat zijn naasten gevaar lopen. Als vijanden achter zijn identiteit komen, zijn familie en vrienden hun leven niet meer zeker. Zo kwam Peters grote liefde Gwen Stacy om het leven tijdens een gevecht tussen Spidey en de Green Goblin, die op de hoogte was van Peters geheime identiteit. Ook werd Spideys latere echtgenote Mary Jane wel eens slachtoffer van een ontvoering.

De auteurs maken Peters persoonlijke relaties nog eens extra gecompliceerd door hem vriendinnen te geven die vaak een hekel hebben aan Spiderman, zodat Peter nooit kan vertellen wie hij werkelijk is.

De relatieperikelen tussen Peter en zijn leeftijdsgenoten verzanden soms in een soap, maar Lee mixt ze gelukkig goed met de actiescènes in het verhaal. Eerlijkheidshalve moet ik trouwens toegeven dat het vooral deze soapelementen zijn die je nieuwsgierig maken naar het vervolg.

 

Alter ego
De dubbele identiteit is een vast gegeven in het superheldengenre. Het geeft vaak problemen en vraagt offers in het privé-leven van de held. Bij Peter Parker maakt zijn alter ego Spiderman het hem moeilijk om een normaal leven te leiden. Zo moet hij, juist als hij met zijn vriendin uit wil gaan, plotseling in actie komen als Spiderman.

Anderzijds verstoort zijn privé-leven ook Spidermans activiteiten: in The Amazing Spider-Man (Vol.1) #17 (1964) moet Spidey een gevecht met de Green Goblin staken, omdat zijn tante May acuut is opgenomen in het ziekenhuis. De toeschouwers hebben geen idee waarom de held plotseling het strijdtoneel verlaat en vinden Spiderman een lafaard.

Peter hield zijn geheim jarenlang verborgen voor zijn tante, uit angst dat ze een hartaanval zou krijgen als ze wist dat haar geliefde neefje zich keer op keer in levensgevaarlijke situaties bevindt. In een van de beste verhalen speelt het moment dat May achter Peters grote geheim komt. In Amazing Spider-Man (Vol. 2) #38, geschreven door J. Michael Straczynski en getekend door John Romita Jr., praten ze het eindelijk uit in een prachtige dialoog. Waaruit nogmaals blijkt dat de beste Spider-Man-verhalen altijd draaien om de man achter het masker en niet om de misdaadbestrijder die tijdens een gevecht net zo makkelijk met grappen smijt als klappen uitdeelt.

Het is dus vooral vanwege Peter Parker dat ik het grootste deel van mijn leven al Spider-Man lees. De charme zit ‘m in zijn menselijkheid. Zijn leven kent – net als dat van ons – liefde, verdriet en een hoop pech, maar desondanks houdt hij vol en belichaamt hij de wens om boven het alledaagse uit te stijgen.

Dit artikel is gepubliceerd in Pulpman #11.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Green Lantern: Plichtmatige stripverfilming

Een week nadat Captain America, de eerste held van Marvel Comics, in première ging, vliegt Green Lantern in de bioscoop. Als je echter maar voor één superheldenfilm een kaartje wil kopen deze zomer, dan zou ik de groene lantaarn links laten liggen en voor het Amerikaanse volksvermaak gaan dat Captain America: The First Avenger biedt.

Als het om verfilmingen van hun striphelden gaat, loopt DC Comics hopeloos achter op Marvel. Afgezien van twee boeiende delen in de Batman-reeks van meesterregisseur Christopher Nolan is het de laatste jaren armoe troef wat de DC-helden betreft. Bryan Singer wist met zijn Superman Returns niet echt een eigen stempel te drukken en bleef te veel hangen in het verleden van de voorgaande films met Christopher Reeve. Singer maakte wel een aardige film, maar een blijvertje dat meerdere delen voortbracht werd het niet. Men is nu druk bezig met de franchise opnieuw een injectie te geven.

The Green Hornet kwam een paar maanden geleden uit met Seth Rogen in de hoofdrol. Aardige jongen die Rogen, maar een superheld is hij niet. En nu is er Ryan Reynolds die het groene pakje van Green Lantern heeft aangetrokken om de barricaden op te gaan en Marvel een poepje te laten ruiken. (Eerder speelde Reynolds nog Deadpool in X-Men Origins: Wolverine.) Toch is Green Lantern in dat opzicht een mislukte poging.

De held en zijn eye candy

Cursus
De rolprent begint met een te lange Teleac-cursus over het ontstaan van de Green Lanterns. Het Green Lantern corps is een broederschap van krijgers van allerlei werelden die gezworen hebben de intergalactische orde te handhaven. Elke Lantern draagt een ring die hem superkrachten heeft: je kunt ermee vliegen en alles wat je je kunt bedenken kan door de ring worden gecreëerd. Als de aardse Green Lantern probeert te voorkomen dat een belangrijke politicus (Tim Robbins) met zijn helikopter crasht, creëert hij een raceauto waarop de helikopter rondgereden kan worden. Tijdens zijn training tovert Green Lantern een zwaard van groene energie tevoorschijn. De hoeveelheid energie die de ring bezig wordt bepaald door de hoeveelheid wilskracht van de drager.

Zo, ben je nog wakker?

Lefgozer
De bijdehante testpiloot Hal Jordan is de eerste mens die is uitverkoren om een Green Lantern te worden. Omdat de nieuwe rekruut een lefgozer is die iedere verantwoordelijkheid uit de weg gaat, wordt de eerste mens in de broederschap met enige scepsis ontvangen door de leider van het stel. En niet geheel onterecht: Hal gelooft zelf ook niet erg in zijn eigen kunnen. Pas wanneer hij beseft dat hij zijn angst moet overwinnen kan hij een volwaardige held worden. Uiteraard is juist zijn menselijkheid een troef in de eindstrijd tegen Parallax, de kwaadaardige entiteit die gevoed wordt door haat. Er worden dus belerende thema’s in Green Lantern aangestipt.

Regisseur Martin Campbell en de cast bedoelen het ongetwijfeld goed, maar weten geen boeiende film af te leveren. Daarvoor slaapwandelen de personages te veel door de clichés van het superheldengenre. Wederom wordt het Lois Lane-syndroom uit de kast getrokken: het meisje van de held (gespeeld door de aantrekkelijke Blake Lively) wordt ontvoerd door de schurk. De strijd tussen de mannen draait zowel om het veroveren van haar hart als om het redden van de wereld. Dat hebben we wel vaker gezien de laatste jaren. Dat Green Lantern het voorspelbare patroon van het genre niet ontstijgt, is op zich niet het ergste: het volledig ontbreken van enig noemenswaardige humor is dat wel. Ook de actiescènes voelen plichtmatig aan.

Kortom, wat betreft de filmstrijd tussen Marvel en DC, slaat de laatste met de saaie Green Lantern verfilming nog geen deuk in een pakje boter. Marvel Comics staat ook in de bioscoop ver voor op concurrent DC.



Vanaf 4 augustus in de bioscoop. Ook in 3D.

Categorieën
Strips

De dood van Spider-Man

Woensdag kwam in de States Ultimate Spider-Man #160 uit met daarin de dood van Peter Parker. De dood van Spider-Man. Maar niet de echte hoor.


In 2000 begon Marvel met de serie Ultimate Spider-Man, een serie gericht op een jong publiek waarin een hedendaagse versie van Spiderman wordt voorgeschoteld. Schrijver Brian Michael Bendis maakte van Parker weer een frisse tiener en herschreef diens geschiedenis naar eigen inzicht. De ultimate serie van Spider-Man, later werden er ook ultimate versies uitgegeven van andere Marvel-helden, is bedacht om met een schone lei te kunnen beginnen. Van jonge lezers mag je niet verwachten dat ze zich gaan verdiepen in de jarenlange stripgeschiedenis van de held, dus om die lezers te bereiken werd en een geüpdatet en jonge versie van Peter Parker gepresenteerd.

In de ruim elf jaar dat de serie duurt is Peter nog steeds niet van de middelbare school af. Toch gaan er nu grote veranderingen plaatsvinden, volgens Marvel. In het vorige nummer is Peter neergeschoten door de Punisher. In het slotstuk van deze verhaallijn zal Peter Parker bezwijken in een gevecht met aartsvijand The Green Goblin. Tenminste, dat vertelt een artikel in The Guardian. Ik heb zelf de strip nog niet gelezen.

Zoals het er nu uitziet, wordt Peter Parker vervangen en zal iemand anders het spinnenpak aantrekken. Dat is ook meteen opnieuw ontworpen:

Brian Michael Bendis, de vaste schrijver van de serie, heeft ook dit deel geschreven. En als we The Guardian mogen geloven, viel hem dat zwaar.

“I went upstairs to my wife, and I go, ‘I am so embarrassed. I think I’ve literally been crying for 45 minutes.’ I’ve had real things happen in my life I didn’t cry about, and yet I’m crying about this,” said the author.

Het is natuurlijk een mooie marketingtruc om Spider-Man weer onder de aandacht te brengen. Het nieuws van de dood van Spider-Man gaat de hele wereld over. Net als een paar jaar geleden toen Batman ‘doodging’. En een beetje stripliefhebber kan zich de tijdelijke dood van Superman in de jaren negentig nog herinneren. Na een hele reeks verhalen over de vier alternatieve Supermannen, kwam uiteindelijk gewoon Clark Kent terug om de straten van Metropolis veilig te houden.

Als dit soort boegbeelden overlijden, dan is dat altijd maar van tijdelijke aard. Uiteindelijk komt de held altijd als herboren terug en blijft alles een beetje bij het oude. Dat maakt het ook weer leuk om die strips te blijven lezen.

En wie weet, omdat het de Ultimate reeks is, besluiten ze bij Marvel misschien wel dat de nieuwe Spider-Man voorgoed in het pak blijft zitten. In dat geval kan de Spider-Man fan gewoon rustig blijven ademhalen, want Peter Parker is nog springlevend in de officiële reeks Amazing Spider-Man.

Update
Colin Smith schreef een interessante bijdrage over waarom hij zo gefascineerd is met de aangekondigde dood van striphelden op de site Comic Book Sersources.

Categorieën
Strips

Originele Batman-tekening van Frank Miller levert kleine half miljoen op

The Dark Knight Returns is een van de beste Batman-strips ooit verschenen. Frank Miller blies met deze graphic novel de legende van Batman nieuw leven in. Een van de meest iconografische tekeningen uit die strip ging donderdag 5 mei onder de hamer. Een anonieme koper legde er $448.125,- voor neer.

Dat bericht de site boingboing.com.


Batman en de nieuwe Robin (Carrie Kelley – ja, een meisje) springen hoog boven de daken van Gotham City.
De originele tekening is afkomstig uit nummer #3 van de vierdelige serie uit 1986. Het tekenwerk is van Miller, Klaus Janson inkte het.

“I’ve always loved that drawing,” commented Miller, when asked before the auction what his thoughts on its imminent sale were. “Danced around my studio like a fool when I drew it. I hope it finds a good home.”

De tekening werd geveild bij Heritage Auction Galleries.

Ik vind het ook een prachtige tekening, al had ik die 400.000 niet ergens slingeren om hem te kopen. Gelukkig is de paperback van The Dark Knight Returns gewoon nog te koop. Sterker nog: De Vliegende Hollander heeft net een nieuwe Nederlandse editie op de markt gebracht. Ger Apeldoorn friste zijn vertaling uit de jaren tachtig op.

Je mag je serieus afvragen waarom er na al die tijd nog een Nederlandse vertaling van de strip verschijnt. Niet dat The Dark Knight Returns geen belangrijke Batman-strip is, maar Baldakijn Boeken heeft indertijd al een trade uitgebracht en ondertussen zal iedere Batman/Miller-liefhebber wel gewoon de Engelse editie op de plank hebben liggen. Misschien was The Long Halloween van Jeph Loeb en Tim Sale – die nog niet in het Nederlands in verschenen – een betere keuze geweest. Maar goed, misschien vergis ik me wel daarin en gaat Millers meesterwerk als een warm broodje over de striptoonbank. We zullen zien.

Categorieën
Film Strips

Batman: Year One verfilmd

Voor het merendeel ben ik teleurgesteld in de animatiefilms die DC Comics en Marvel produceren van hun meest prominente superhelden. Nu Batman: Year One verfilmd gaat worden heb ik daar dan ook mijn twijfels bij.

Batman: Year One uit 1986, geschreven door Frank Miller en getekend door David Mazzucchelli, is een van de beste Batman-strips die in de afgelopen 25 jaar zijn uitgegeven. Sterker nog: het is een van de beste Batman-strips ooit uitgegeven. Miller vertelt de begindagen van de Dark Knight met een frisse blik en Mazzuchelli’s tekenwerk is formidabel: gestileerd en ieder plaatje is raak. Beide stripmakers zijn immers verhalenvertellers van formaat.

Year One was Millers tweede succesvolle Batman-verhaal. Daarvoor schreef en tekende hij de mijlpaal The Dark Knight Returns, waarin de Duistere Ridder het na zijn pensioen toch niet kan laten om nog eenmaal zijn pak aan te trekken.

Een interessant gegeven van de vierdelige comic-reeks Year One is dat de verhalen van Bruce Wayne, die zijn eerste stappen zet als Batman, en die van James Gordon parallel aan elkaar verteld worden. Sommige critici vonden zelfs dat Gordon teveel aandacht kreeg in de strip en dat deze eigenlijk Gordon: Year One had moeten heten. Ik vind het juist interessant dat er wat meer aandacht was voor Batmans bondgenoot en vriend en dat zijn achtergrond werd uitgelicht.

Waarom zou je van Year One een animatiefilm maken? Het verhaal is immers al verteld en verdomde goed. Bovendien zijn elementen uit de strips al gebruikt in Batman Begins. Een tekenfilmversie kan dan alleen maar tegenvallen, toch?

De animaties die Warner Bros. Animation de afgelopen jaren produceerde van Superman en Batman-verhalen vielen over het algemeen erg tegen. De animatie stijgt vaak niet uit boven het niveau van televisie-animatie en de verhalen volgen een slaapverwekkend voor de hand liggend patroon. Mask of the Phantasm uit 1993 die voortkwam uit Batman The Animated Series, was nog aardig gedaan. Net als die tv-serie trouwens. De jaren negentig liggen echter al weer lang achter ons.

Batman: Year One wordt geregisseerd door Lauren Montgomery en Sam Liu. Montgomery regisseerde eerder al animaties als Green Lantern: First Flight en Superman/Doomsday. Liu heeft ook een reeks superheldenanimaties op zijn kerfstok.

Bruce Timm, co-creator en producent van Batman The Animated series, is van Year One de executive producer. Hij geeft aan dat de film een getrouwe adaptatie zal zijn van de strip:

“The source material is surprisingly cinematic; it’s a pretty straight forward literal retelling. Mazzucchelli’s artwork is beautifully composed and we were able to refer to the comic for about 80 percent of the camera setups.” Bron citaat.

Ik ben altijd wel geïnteresseerd in live-action adaptaties van comics en er zijn de afgelopen jaren aardig wat superheldenfilms uitgekomen die het kijken meer dan waard zijn. De films zijn altijd bewerkingen van de superheldenstrips, nooit letterlijke vertalingen ervan. Live-action is dan ook andere koek dan animatie. Animatie lijkt veel meer op strips; de tekenstijl van de oorspronkelijke tekenaar kan nagebootst worden. Als dan de animatie slaafs het verhaal van de strip volgt, maar in uitvoering niet kan tippen aan het tekenwerk van Mazzucchelli, kun je beter gewoon de comic gaan lezen.

Batman: Year One beleeft zijn première tijdens de San Diego Comic-Con in juli en zal in het najaar op DVD en blu-ray uitkomen. Uiteindelijk zal ik mijn nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen en zal ik de film wel gaan kijken, maar voorlopig ben ik er wel sceptisch over.

Hieronder alvast twee stills van de film: