Categorieën
Mike's notities Strips

Opbeurende feedback

In veel gevallen schrijf ik om mijn eigen nieuwsgierigheid te stillen. En hoewel ik niet primair schrijf om reacties te genereren, kunnen positieve reacties natuurlijk wel motiverend werken. In de VPRO Gids van deze week staat onderstaande ingezonden brief waarin mijn recente artikel ‘Zelfbeeld van het beeldverhaal’ wordt vermeld. Vond het erg opbeurend om deze reactie te lezen. Ze maakte mijn dag weer goed.

Klik op het plaatje voor vergroting.

Met dank aan Mennomail die me op de brief wees.Lees ook:

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Jean-Marc van Tol wil Jezus verstrippen

Recent sprak ik met stripmaker Jean-Marc van Tol, bekend van onder andere Fokke & Sukke. In het interview spreekt Van Tol over zijn wens ooit een graphic novel over Jezus te maken. Ook legt hij uit waarom Fokke & Sukke weinig succes hebben in het buitenland en waarom het zo slecht gaat met de strip in Nederland. Over Fokke & Sukke: ‘Zo’n succes als we in Nederland zijn, zijn we niet eens in Vlaanderen!’Kortom: kijken die video! Deze video heb ik gemaakt met medewerking van FaceCulture. Het interview verscheen natuurlijk ook op EeuwigWeekend.nl én op Nu.nl.

Lees ook:

Categorieën
Fotoblog Strips

Azijnpissers

Uit de Volkskrant, zaterdag 10 januari 2009.

Ik snap nooit zo goed waarom mensen omwille van een cartoon die hen niet bevalt meteen hun abonnement opzeggen. Daar kun je toch ook gewoon overheen lezen?Lees ook:

Categorieën
Strips

Zelfbeeld van het beeldverhaal

Strips zijn meer dan alleen kinderverhaaltjes, maar in Nederland denkt men bij ‘strips’ toch vaak eerst aan Suske & Wiske en Donald Duck. Er moet anders naar het medium gekeken worden, vinden stripmakers en uitgevers.

Samen met collega Jean-Marc van Tol luidde stripmaker Hanco Kolk recent de noodklok in NRC Handelsblad. In het stuk stellen de makers dat striptekenen in Nederland een liefhebberij is geworden omdat een serieuze kunstopleiding om nieuw talent te ontwikkelen ontbreekt. Ze vrezen dat het beeldverhaal als kunstvorm uit het cultuurlandschap zal verdwijnen. De Nederlandse strip wordt niet serieus genomen.Volgens Mourice Plusquin, pr-manager voor onder andere de stripsector, ligt de oorzaak hiervan bij de makers en uitgevers zelf. Hij ziet stripboeken als een commercieel product dat je aan de man moet brengen. ‘Het gevoel dat makers en uitgevers zelf meegeven aan een product, is verantwoordelijk voor hoe men het werk ziet. Je strip voorzichtig ergens tussenschuiven in de hoop dat iemand het oppikt, werkt niet.’ Kolk (S1ngle, Meccano, Gilles de Geus) is het deels met Plusquin eens, maar ziet vooral de lethargische houding van de boekhandelaren als oorzaak: ‘In Nederland overheerst bij boekhandels een vooringenomenheid waar het strips betreft. Boekverkopers zijn bang dat ze met het verkopen van strips alleen Suske en Wiske-lezers zullen trekken. Als je van handelaren maar lang genoeg hoort dat het helemaal niets is wat je maakt, dan ga je dat zelf geloven. Het zelfbeeld van de Nederlandse stripmaker is hierdoor onnodig laag, terwijl er heel veel talent is.

Het is duidelijk dat de reputatie van het stripverhaal beter kan. Hoog tijd om het medium te legitimeren en als ware kunstvorm te erkennen. Niet toevallig zien we stripplaten vaker in musea hangen. Vorig jaar hield het Joods Historisch Museum de expositie ‘Superhelden en Sjlemielen’ en in de expositie ‘Strip & Kunst’ in Singer Laren werden de paralellen en verschillen tussen strips en kunstwerken benadrukt. Plusquin was initiatiefnemer van de expositie: ‘Ik wilde bij mensen de perceptie van strips veranderen en het medium een ander podium bieden dan alleen de stoffige kraam op de rommelmarkt.’

Kunstig
Is het label kunst aan strips plakken dé manier om het medium te legitimeren of zijn strips toch geen kunst?
Jean-Marc van Tol, tekenaar en medeauteur van Fokke & Sukke: ‘Strips zijn natuurlijk nooit an sich kunst. Maar wat je er als stripmaker mee kunt doen is wel kunstig. In iedere strippagina zit werk en vernuft. In die zin is iedere strip wel weer kunst.’ Plusquin: ‘De striptekenaar is net als een schrijver een scheppend mens. Iemand die met de strip een oorspronkelijk verhaal creëert.’ Toch noemt hij strips liever volkskunst: ‘Een stripboek is geen Karel Appel. Ik vind strips net zo goed kunst als klassieke muziek of punk.

‘Mara Joustra, redacteur bij uitgeverij Oog & Blik en kunstenaar in opleiding, vindt dat een strip een kunstwerk kan zijn, zolang het werk ‘bepaalde kwaliteiten heeft en de tand des tijds doorstaat.’Kolk ziet de strip als een hybride medium: ‘Strip bevindt zich tussen beeldende kunst en literatuur. De toepassingen zijn zo veelvoudig, dat je niet kunt zeggen dat strip kunst is. Er zijn strips die kunst of literatuur zijn.’ Als voorbeeld noemt Kolk het werk van de Italiaanse stripmaker Lorenzo Mattotti. ‘Iedere pagina van die man is een kunstwerk, en is grafisch en verhalend van een hoog niveau. Bij zijn strips ervaar ik hetzelfde als ik een mooi schilderij zie of een goed literair boek lees.’ Van Tol valt hem bij: ‘Het mooie aan strips is dat je een boek leest dat je ontroert. Of dat je moet lachen of iets leert. Dan vind ik het al kunstig genoeg om er het predikaat kunst op te plakken.’

Kolk: ‘Met Meccano: De Ruwe Gids wilde ik er alles uithalen wat erin zit, maar of het kunst heeft opgeleverd is aan de lezer. Als mensen erdoor geraakt worden, dan is het kunst.’Graphic novel
Toch heeft Van Tol zijn bedenkingen bij strips in een museum: ‘ Op het moment dat een strip in het Singer Museum hangt, schiet hij eigenlijk zijn doel voorbij. Een strip moet gewoon te lezen zijn in een boekie of desnoods via internet. Het moet in de boekwinkels liggen of in de krant staan als een dagelijks geintje. Dan hebben strips een functie.’Kolk is het daar mee eens omdat volgens hem strips uit twee aspecten bestaan, namelijk beeld en tekst: ‘Een strip is a priori een verhaal dat je leest. Als je een strip aan de muur hangt, dan zie je nog maar één aspect. Dan is het geen strip meer maar een stuk grafiek.’De graphic novel, de beeldroman voor een volwassen publiek, is in opmars. De laatste jaren zijn verschillende graphic novels en stripbewerkingen van literaire romans uitgegeven. In november verscheen het eerste nummer van Eisner, een tijdschrift met korte literaire stripverhalen. Gaat de strip dankzij de graphic novel serieuzer worden genomen?

Joustra denkt van wel: ‘De term strip heeft als associatie een kinderboek te zijn. Wanneer je een stripboek een graphic novel noemt, dan worden het werk en de maker veel serieuzer genomen. Graphic novels worden behandeld in de boekenbijlage in de krant, strips nagenoeg niet.’Volgens Joustra is er ook een belangrijk verschil tussen strips en graphic novels: ‘Een graphic novel is een werk waarvan de tekst en beeld niet los van elkaar kunnen bestaan. Je kunt het boek niet begrijpen zonder het plaatje én de tekst te lezen. Een strip kun je volgen door alleen naar de plaatjes te kijken.’
Van Tol: ‘Wij lezers hebben de neiging om de dingen die wat moeilijker zijn en voor volwassenen zijn bedoeld als kunst of kunstig te bestempelen – zeker als deze wat meer eeuwigheidswaarde hebben. Als het werk een beetje pulp is dan zeggen we: “Dit is voor kinderen.”‘Libris

De beeldroman Verder van Marc Legendre is de eerste stripnominatie voor de Libris Literatuurprijs. Is deze nominatie een stap in de goede richting?
Plusquin vindt de nominatie overbodig: ‘Er worden ieder jaar heel veel boeken uitgegeven. En dan moeten wij daar weer met onze stripjes tussen gaan zitten. Strips verdienen een eigen podium en eigen prijzen, zoals de Stripschapprijs.’

Kolk juicht de Libris-nominatie juist toe: ‘Strips en literatuur vertellen een verhaal. Dat dit bij strips visueel gebeurt, maakt verder niet uit. Overigens vond ik Verder een prachtig boek, al was men er in de stripwereld over het algemeen niet over te spreken.’ Joustra ziet de nominatie ook als een kans voor het stripverhaal: ‘Het opent de mogelijkheid voor toekomstige juryleden om weer een graphic novel te kiezen.’

Fragment uit Verder.

Met exposities, mooie graphic novels en Libris-nominaties zijn we er echter nog niet. Om het publieke imago van de strip bij te stellen is groot geschut nodig. Plusquin: ‘De volwassen strip wordt nu niet goed aan de man gebracht, dat moet je doen met een grootse publiciteitscampagne. Breng per jaar de helft minder titels uit en steek het overgebleven geld in promotie.’ Joustra: ‘Natuurlijk verdient de strip meer aandacht. Veel uitgevers proberen het medium onder de aandacht te brengen door mooie uitgaven te maken en een uitgebreid persbeleid te voeren. Maar de media moeten het wél oppikken.’

Dit artikel schreef ik voor en verscheen in de VPRO Gids #2 (10 januari t/m 16 januari 2009).

Lees ook:

Categorieën
Strips

Spiderman ontmoet Barack Obama

In Amazing Spider-man #583 zal het webhoofd de aankomende president van Amerika ontmoeten. Barack Obama is een groot fan van Spiderman.De comic is geschreven door Zeb Wells en getekend door Todd Nauck en Frank D’Armata. In dit nummer van Spiderman is Peter Parker aanwezig bij de inauguratie van Barack Obama. Veel over de plot geeft Marvel op dit moment natuurlijk niet vrij, maar in ieder geval zal de schurk Chameleon zich uitgeven voor de aankomende president.
De aankomende president op de cover van Spiderman klinkt als een marketing truc. Toch ziet uitgever Joe Quesada dat niet zo en claimt dat Marvel een ode wilde brengen aan een grote Spidey-fan. Een vriendschappelijk knikje van de ene nerd naar de andere dus, zegt Quesada: ‘The future commander in chief of our country is actually the future Nerd-and-Chief. We have a geek in the White House!’ Natuurlijk gaat dit nummer heel goed verkopen. Het zal uitgeverij Marvel geen windeiren leggen. Spidey meets Barack Obama komt 14 januari uit. De premisse van de Spidermanverhalen – With great power comes great responsibility – geldt natuurlijk net zo goed voor het webhoofd als voor de machtigste man van de wereld in het Witte Huis. Misschien is Obama daarom zo’n fan van Spidey.
Embedded video from CNN VideoOverigens is Obama niet de eerste president die in een Marvel-strip voorkomt. George Bush kwam de laatste jaren regelmatig voor in de strips van Iron Man. Maar goed, Tony Stark was dan ook in dienst van gekke George.Bron: CBR
Lees ook:

Categorieën
Bloggen Strips

Ziekehond RIP?

Bladerend door het boekje Ziekehond, volume 1, kan ik een schaterlach niet onderdrukken. Ik heb alle ongein al een keer voorbij zien komen op de site, maar het merendeel heeft nog niets aan kracht ingeboed. Waar de grap te flauw voor woorden is, zorgt de illustratie alsnog voor het gewenste effect.
Paul Stellingwerf is het ‘brein’ – als je het zo kunt noemen – achter Ziekehond.nl. Laatst had de stripmaker het allerlaatste exemplaar voor me klaar liggen. Mét gesigneerde tekening op het schutblad. Het boekje, dat ergens in 2008 verscheen, is een bundeling van de beste cartoons van ruim twee jaar Ziekehond.nl. En een waardig afscheid zo blijkt, want de site is sinds Halloween 2008 niet meer van een update voorzien. Stellingwerf is bezig met andere stripprojecten.

Tekening: Paul Stellingwerf, gereproduceerd met toestemming van de auteur.
Want pas op: hij heeft rechten gestudeerd!

In de vroege dagen van de site schreef ik een recensie over de cartoons. Hier een stukje daarvan:

De cartoons schipperen in de regel tussen het melige en het onsmakelijke. Zeke heeft een voorkeur voor vieze grappen en afgerukte ledematen. Enige seksuele frustratie lijkt als ruis altijd op de achtergrond aanwezig. Door de cartooneske stijl worden de strips echter nergens wrang. Ook gaat de tekenaar nooit te ver. Tekst en beeld vormen samen de grap, al roept de tekenstijl al vaak een glimlach op.De strips zijn getekend in een vloeiende stijl met een zelfverzekerde lijn. Deze vrolijke cartoonstijl sluit goed aan bij de verbeelde inhoud en is door de ronde lijnen goed van een beeldscherm af te lezen. Niet geheel onbelangrijk voor een webcomic. De consequente hand van de tekenaar biedt enig houvast in de wisselende thematiek, waarin geen vaste personages terugkomen. Het is iedere week weer verrassend wie er nu weer op de hak genomen gaat worden.

Nou ja, de gehele recensie is hier te lezen. Ziekehond, volume 1 zal een eervolle plek krijgen op de boekenplank. En mocht de site nooit meer ververst worden: Rest In Peace, ZiekeHond!
Lees ook:

Categorieën
Strips

Marq denkt door: Een interview met Marq van Broekhoven

‘Als het echt ijdelheid was geweest dan had ik mezelf wel beter getekend.’ Stripmaker Marq van Broekhoven denkt wat af. In het tweede album Marq Denkt verstript hij wederom overpeinzingen en jeugdherinneringen. Autobiografische strips, zijn ze pure ijdelheid of levert al dat navelstaren nog leuke verhaaltjes op?

Van Broekhoven is bij het grote publiek vooral bekend door zijn strip Peer de Plintkabouter. De strookjesstrip over de obstinate stripkabouter stond voorheen onder andere in de gratis krant Metro, totdat er te veel boze brieven bij de redactie binnenkwamen. Ook verscheen Peer een jaar in De Telegraaf en in stripalbums. Ander werk van Van Broekhoven, met Anton Damen als co-auteur, is de stripreeks over Fritz Pitz en het horrorsprookje Bubbels. De verhalen van Marq Denkt zijn echter van een heel ander slag. Het zijn persoonlijke relazen.

Marq Denkt gaat over een jeugdherinnering of wat me op dat moment bezighoudt,’ vertelt de tekenaar en basisschooldocent. Waar denkt Van Broekhoven dan zoal aan? In het tweede album denkt hij aan een oud filmproject over moordlustige toiletpotten, het maken van een dagboekstrip, zijn gezin, aan de monsters waar hij als kind bang voor was en hoe lastig het is om “nee” te verkopen aan vertegenwoordigers. Het einde is nog lang niet in zicht: ‘Ik heb een hele waslijst aan onderwerpen. Die lijst groeit sneller dan ik die kan verstrippen.’ Van Broekhoven heeft een voorkeur voor het verhalen van jeugdherinneringen: ‘Het leukste eraan is dat als je eenmaal begint, er weer van alles bovenkomt. Ik moet wel oppassen dat de verhalen niet alle kanten op meanderen.’

IJdel duurt het langst
Autobiografische en dagboekstrips zijn – net als de meeste weblogs overigens – natuurlijk pure ijdelheid, toch? ‘In mijn geval zeker. Ik vind mezelf interessant genoeg om een strip over te maken,’ bekent Van Broekhoven. ‘Maar ik geef ook een draai aan die ijdelheid, want de strip bevat genoeg zelfspot. Als het écht ijdelheid was geweest dan had ik mezelf wel beter getekend.’Zoals we van autobiografische strips mogen verwachten, zijn de verhalen in Marq Denkt verankerd in de werkelijkheid; ze behandelen vaak herkenbare situaties. Wat de strips van Van Broekhoven onderscheidt van andere dagboekstrippers is zijn unieke blik op de wereld. Het zijn vooral zijn gevoel voor humor en Van Broekhovens sarcastische visie die de verhalen op een hoger plan tillen en de moeite waard maken.

Mislukkingen
Van Broekhoven zet zichzelf graag neer als antiheld. Veel van de verhalen gaan over zijn mislukkingen en de pech die hij op zijn levenspad aantreft. Zo wordt hij in een van de verhalen uit Marq Denkt # 2 pas door de redactie van stripmagazine Myx gevraagd een dagboekstrip te maken als de “echte tekenaar niet kan”. Omdat Van Broekhoven de opdracht wereldkundig heeft gemaakt, is iedereen op zijn hoede. Er gebeurt daardoor niets noemenswaardig om te verstrippen.

Ook het filmproject Obstipation, dat verhaal over die moordlustige toiletpotten, werd nooit afgemaakt. En als de tekenaar wordt gevraagd als sneltekenaar bij een stripquiz tijdens het evenement Strips in Stereo, vallen weken voorbereiding in het water doordat hij ziek wordt. Al deze verhalen gaan dus over wat had kunnen zijn, maar door een speling van het lot nooit is gebeurd.Astrale koorden
In een van de overpeinzingen in het tweede album stelt Van Broekhoven zich erg kwetsbaar op. In ‘Marq Denkt niet normaal meer’ beschrijft hij het moment waarop hij opeens vreemde “darmvormige tentakels” uit de kruinen van zijn collega’s zag komen. Deze worden ook wel astrale koorden genoemd en zijn verschillend van kleur. Van Broekhoven zag de koorden als een soort wegwijzers. ‘Ik begon zelf te interpreteren wat de kleuren zouden betekenen.’ In de strip meent hij te kunnen zien wanneer een jongen en meisje soulmates zijn. Ook wijst hij een sollicitante af omdat haar koord er troebel uit ziet. In de film Donnie Darko (Richard Kelly, 2001) ziet de hoofdpersoon de astrale koorden ook. Van Broekhoven refereert aan deze filmscène in zijn strip, maar benadrukt dat hij de koorden zag voordat hij ooit van de film had gehoord.Uiteindelijk raakte Van Broekhoven overspannen van de astrale koorden en zat een halfjaar thuis.De stripmaker heeft er geen moeite mee om dat soort privé-gebeurtenissen publiekelijk te maken. Saillant detail is dat niemand in zijn directe omgeving een opmerking durfde te maken over deze strip. ‘Dat viel me wat tegen. Ik heb de astrale koorden daarom ook getekend op het omslag. Ik wilde het verhaal uitlichten en iets mysterieus op de cover hebben.’

Niets dan de waarheid?
Van Broekhoven zweert dat alle verhaaltjes werkelijk zijn gebeurd. ‘Maar ik dik het hier en daar wel een beetje aan natuurlijk.’ Dat niet alleen, de stripmaker schijnt ook niet zo’n best geheugen te hebben. ‘Dat wordt wel eens in mijn omgeving gezegd,’ bekent hij met brede grijns. ‘Ik maak de strip zoals ik me de voorvallen herinner, dus daar kunnen best foutjes in zitten. Ik herinner me dingen vaak mooier of interessanter dan dat ze werkelijk waren.’Dichterlijke vrijheid komt in de beste autobiografische strips voor. De toch vaak saaie werkelijkheid moet immers een onderhoudend verhaal opleveren. Net als de verhaaltjes, is de vrije, krasserige tekenstijl die Van Broekhoven voor Marq Denkt gebruikt (en waar je van houdt of niet) een constructie. De stijl suggereert dat de tekenaar alles spontaan op papier heeft gekwakt, maar in werkelijkheid schets hij de tekeningen in grote lijnen eerst in potlood. ‘Het is een beetje een fake stijltje,’ geeft hij toe. ‘Ik ga over rechte lijnen nog eens krassen om de lijn zoekend te maken.’Gevraagd naar welk publiek hij voor ogen heeft voor Marq Denkt, antwoordt Van Broekhoven de verhaaltjes vooral voor zichzelf te maken: ‘Ik ga ervan uit dat het plezier dat ik er zelf van heb, is af te lezen aan de strip en dat anderen er daardoor ook plezier aan beleven.’ De lezer zij overigens wel gewaarschuwd, want een groot deel van de verhalen refereert aan films of speelt zich af in de Nederlandse stripwereld. Ook het maken van strips is een veelvoorkomend thema. Deze verhalen zullen vooral de lezers boeien die daarin geïnteresseerd zijn.Hoewel Van Broekhoven het tekenen van Marq Denkt leuker vindt dan het maken van strookjesstrips, heeft hij ook de ambitie om van de Plintkabouter een lang verhaal van 44 pagina’s te maken: ‘Uiteindelijk ben ik toch vooral een verhalenverteller, geen grappenmaker.’

Van Broekhoven, Marq. Marq Denkt #2
Uitgeverij Silvester
ISBN: 978-90-5885-328-8

Dit interview verscheen ook op EeuwigWeekend.nl.

Categorieën
Film Mike's notities Strips

2008 in vogelvlucht

‘Oh nee hè… niet weer een eindejaarslijstje,’ zul je wellicht denken. Jawel, hoor. Onderstaand lijstje pende ik voor EeuwigWeekend.nl waar alle redactieleden hun topervaringen op het gebied van media, cultuur en welzijn samenstelden. Zie hier alle bijdragen.Oplettende lezers zullen volgende week enkele items terugzien op mijn lijst van Beste Films van 2008.
1. The Dark Knight (Christopher Nolan). Over The Dark Knight heb ik al uitgebreid geschreven in deze recensie. Nolan heeft met zijn tweede Batman-film een cinematografische opera gemaakt: bombastisch, gewelddadig, en alles met een adembenemende vaart. RIP Heath Ledger die een fantastische, grimmige Joker neerzette. The Dark Knight doet mijn fanboy-hart sneller kloppen.2. Maus van Art Spiegelman. Het lezen hiervan heb ik jaren uitgesteld, omdat ik – hoe stom dat ook klinkt – geen zin had in een strip over de holocaust. Ook al won Spiegelman hier de Pulitzer Prize mee en werd de strip alom geroemd om de originele wijze waarop dit zwaarmoedige onderwerp behandeld wordt. (Spiegelman zet de nazi’s neer als katten en de joden als muizen en maakte daardoor een boeiende parabel.) Dit jaar heb ik eindelijk Maus gekocht en gelezen: Alle prijzenswaardige woorden die deze graphic novel heeft gekregen, zijn terecht. Prachtig boek waarin Spiegelman de ervaringen van zijn joodse vader tijdens de holocaust verhaalt. Voor iemand die de holocaust niet heeft meegemaakt blijft het moeilijk voor te stellen hoe die tijd was; Maus geeft echter een goede indruk van wat de vader van Spiegelman heeft meegemaakt in die tijd en hoe hij door die ervaringen veranderd is. Aanrader voor een ieder die van betere strips houdt. 3. Interview met Tim Burton. Mijn grote regieheld Tim Burton was dit jaar te gast op het Amsterdam Fantastic Film Festival. Ik zat bij het publiekelijk interview. Hoewel de vragen die gesteld werden nogal belegen waren, was het fantastisch om mijn held in levende lijve te zien en grappen te horen tappen. Wat mij betreft een van de hoogtepunten van dit jaar. Zie hier mijn weergave van het gesprek.
4. Californication, tweede seizoen. Fantastische serie. Ik ben geneigd om Californication Sex & The City voor mannen te noemen, maar eigenlijk doe ik daar het geesteskind van Tom Kapinos tekort mee. Alle stoute jongensdromen worden in deze serie beleefd door schrijver Hank Moody (David Duchovny). Ook al monden de beste bedoelingen soms uit in rampzalige situaties, uiteindelijk houdt Moody hoop dat alles nog goed kan komen. Iedereen die durft te beweren dat mannen niet romantisch zijn: kijk naar fucking Californication! Deze week de twaalfde en laatste aflevering van deze prachtserie gezien. Dat wordt weer afkicken tot het volgende seizoen.
5. De graphic novel Freddie & Me van Mike Dawson. Een autobiografische strip waarin Dawson zijn volwassenwording aan de hand van z’n passie voor Queen verhaalt. Daarbij filosofeert de stripmaker over hoe het geheugen werkt en hoe je autobiografische scènes in stripvorm verwerkt. Intelligente strip die boven het gemiddelde uitstijgt en waar ik mij door onderwerp en uitvoering, zeer verwant mee voel. Een tijd geleden schreef ik een webcomicreview van de online voorpublicatie.
6. Iedereen die durft te beweren dat mannen niet romantisch zijn: kijk naar fucking Zack & Miri Make a Porno! Deze nieuwe flick van Kevin Smith wist me tussen de grappen door te ontroeren. Nu is een nieuwe film van Smith voor mij altijd een feest – de man is een van de meest originele Amerikaanse filmmakers. Dit keer wist Smith het genre romcom volledig naar zijn hand te zetten en view askew-waardig te maken, al worden Jay & Silent Bob node gemist. Een uitgebreide recensie van deze flick volgt nog. Eerst het geheel maar eens laten bezinken.
7. De blockbuster Iron Man. Iron Man van Jon Favreau is een verrukkelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. De film is een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Belangrijkste factor voor het succes van deze flick is acteur Robert Downey jr. die Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier speelt. Tegelijkertijd geeft hij de eigenzinnige playboy/uitvinder een nuchterheid en daarmee geloofwaardigheid mee. De film maakte mij nieuwsgierig naar de stripheld Iron Man en dit jaar las ik een paar verrassend goede verhalen over deze held, zoals Demon in a bottle waarin Stark tegen zijn drankprobleem vecht. Voor mij is Iron Man op stripgebied de ontdekking van het jaar, want ik heb nooit geweten dat Tony Stark zo’n boeiende held kon zijn. Zie hier de recensie van Iron Man.)
8. Een mac-jehova hoop ik nooit te worden, maar toen ik ongeveer halverwege dit jaar overstapte van pc naar mac, ging er een andere wereld voor me open. Ik heb me jarenlang tegen deze overstap verzet, maar mijn ambitie in digitale montage maakte dat ik toch voor een mac moest kiezen. Geen spijt van gehad. Al vind ik wel dat bij de mac het design soms boven gebruiksgemak wordt gesteld. Ook het heilige geloof van maccers in de power van deze computers is ook wat overtrokken. Geen enkel systeem is onfeilbaar. 9. Bloggen, websites en beyond. Dit jaar enkele nieuwe stappen op het vlak van webcommunicatie gezet: EeuwigWeekend.nl, twitter en intensiever gaan bloggen. Het werken op internet blijft grenzeloos plezierig.10. Tot slot nog een algemeen stukje welzijn, namelijk rookvrij uitgaan. Ik weet dat er veel ophef is over het feit dat er sinds 1 juli dit jaar niet meer in de horeca gerookt mag worden. En hoewel ik best begrijp dat de kleine cafés hier onder lijden, ben ik als niet-roker maar wat blij dat ik niet meer uitgerookt wordt als ik uitga.En dan nog een persoonlijke noot: de video waar ik meest tevreden over ben is mijn reportage van 24 Hour Comics Day. Leuk weekend, goede sfeer in stripwinkel Lambiek en vooral leuke deelnemers die het filmpje opluisterden. Verder vond ik het ook interessant om shots te draaien vanaf de verkeerstoren op Schiphol.
Uiteindelijk is het toch een liefdevol 2008 geworden. Of dit jaar ook heroïsch was, laat ik liever aan het oordeel van anderen over.
Lees ook:

Nu we het er toch over hebben: wat waren jouw hoogtepunten dit jaar?

Categorieën
Strips

Stripje: Last year’s sensation – 2 girls 1 cup

(Klik op het plaatje voor vergroting.)

Geen idee wat 2girls1cup inhoudt? Check deze wikipagina en vertel in de comments op welke planeet je vorig jaar verbleef.

Categorieën
Film Frames Strips

Filmframes: X-Men

Met de eerste X-Men-film van Bryan Singer (2000) begon de huidige renaissance van superheldenfilms en andersoortige stripverfilmingen. Singer sloeg met zijn serieuze benadering de spijker op zijn kop. Hij bracht niet alleen de striphelden X-Men geloofwaardig tot leven, zijn film wist ook de filmstudio’s ervan te overtuigen dat de stripwereld een schatkamer aan bronmateriaal voor succesvolle blockbusters bevat. Het personage Wolverine belichaamt voor mij de visie van Singer. Tijdens de introductie van dit personage werd mij duidelijk dat Singer de strips perfect begrepen had. Een analyse, frame voor frame.

Ik zat in Tuschinski in Amsterdam toen ik X-Men voor het eerst zag. Het grote witte doek bleek een toepasselijk canvas voor deze grootse stripverfilming. Fan van de strip zijnde, was ik een extra kritische toeschouwer. Eerdere stripverfilmingen waren flauwe aftreksels geweest van hun papieren bronnen. De homo-erotische nachtmerrie die Batman & Robin heette van drie jaar eerder lag nog vers in het geheugen.Er had echter geen groter verschil kunnen zijn met Singers visie van X-Men. Hij bracht dit superheldenteam op een serieuze toon tot leven. Hij behandelde de thematiek van de Angst voor de Ander op subtiele wijze, maar vergat niet de wonderbaarlijke wereld der mutanten de nodige flair te geven. (Ik kan overigens een artikel vol schrijven met kritiek over de elementen waarmee deze stripverfilming tekortschiet, maar dat is niet de strekking van dit stuk, dus laat ik de mindere zaken buiten beschouwing.)

“Wolverine, aangenaam”
Er is één significante scène waarin voor mij duidelijk werd dat Bryan Singer het oorspronkelijke materiaal tot op de letter begrepen had. Het is de introductie van Wolverine.Wolverine (Hugh Jackman) wordt gepresenteerd als loner. Logan, zijn echte naam, kan zich zijn verleden niet herinneren. Aangezien herinneringen en acties bepaldend zijn voor onze identiteit, staat een mens zonder verleden als het ware los van zichzelf. Logan heeft zich afgekeerd van de wereld en leeft slechts op overlevingsdrift. Hij geeft schijnbaar om niemand, zelfs niet om zichzelf.Logan vecht in een donderkooi om geld te verdienen. Wat zijn noodlottige uitdagers niet weten, is dat hij over mutantengaven beschikt. Wolverines lichaam geneest razendsnel. Zijn skelet is omgoten met een onbreekbaar staal, adamantium genoemd. Ook bezit hij in iedere hand een drietal klauwen van dat goedje.De jonge mutante Rogue (Anna Paquin) komt op zijn pad. Ook zij is op de vlucht voor zichzelf sinds ze heeft ontdekt dat levensenergie overneemt van iedereen die ze op de huid aanraakt. Waar Rogue juist verlangt naar een fysieke aanraking van een ander, is het Wolverine die aan het begin van X-Men menselijk contact vermijdt: hij slaat andere mensen letterlijk van zich af.
In de donderkooi
Wanneer Rogue de bar in een uithoek van Amerika betreedt, staat Logan in de kooi te vechten. Singer introduceert onze held stapsgewijs en laat in ieder shot een glimp van hem zien. Rogue ziet Wolverine vanaf de rug, hij leunt tegen de kooi in afwachting van zijn volgende tegenstander. Singer hult Logan de eerste shots in silhouet. Logan is slechts een schim, een ruw idee van wat een mens is. Hij is als een gevangen beest: fysiek opgesloten in een kooi en mentaal gevangen in zijn eigen negatieve zelfbeeld. De idee dat hij losstaat van de rest van de wereld wordt in het beeld benadrukt door de kleurcontrasten tussen zijn zwarte silhouet en de sterke blauwtinten op de achtergrond.
Wanneer we Logan eindelijk in het gezicht kunnen kijken, kadreert Singer de acteur plagerig achter een paal van de kooi. Pas tijdens het gevecht wordt het gezicht van Wolverine onthuld. Agressie en de waanzin van de situatie zijn van zijn gelaat af te lezen. In een paar snelle bewegingen verslaat Wolverine zijn tegenstander.Ik voelde vlinders in mijn buik tijdens deze scène. Het was een meesterlijke zet om Logan op deze dramatische wijze en in deze karakteristieke situatie te introduceren.
Mijn enthousiasme werd groter bij de scène die erop volgde. Als Wolverine aan de bar zit, wordt hij door een verslagen tegenstander beschuldigd van vals spel. Op het moment dat Logan zichzelf verdedigt en de man vastgrijpt, glijden de adamantium klauwen uit zijn vuist.



De middelste klauw drukt dreigend tegen de keel van de man aan, gereed om diens hals te doorklieven. Wolverine wordt echter tegengehouden als de barman een geweerloop tegen zijn hoofd drukt.

Herkenbare rauwdouwer
In twee gewelddadige scènes (en een dialoogscène daartussen waarin Wolverines taalgebruik typerend spaarzaam is) heeft Singer het personage grotendeels neergezet. Hij is heel herkenbaar als de cynische en agressieve rauwdouwer die ik uit de strips ken. Hugh Jackman belichaamt voor mij Wolverine. Zijn wolfachtige manen accentueren het beest in hem, maar zijn niet te grotesk om de geloofwaardigheid voorbij te schieten. Jackman heeft een direct, fysieke aanwezigheid en maakt met een enkele blik of gebaar de gemoedstoestand van het personage duidelijk.Overigens mag de kracht van het filmgeluid niet ongenoemd blijven. Het geluid van glijdende messen op het moment dat de digitale klauwen van Wolverine uit zijn hand schieten, maakt hun aanwezigheid in de verhaalwereld reëel.

Buitenbeentjes
Na deze krachtige introductie kan de ontwikkeling van Wolverine van loner naar aangepaste held beginnen. Rogue zit als verstekeling bij hem aanboord en samen komen ze bij de X-Men terecht. Singer introduceert de wereld van Charles Xavier (Patrick Steward) en zijn mutantenschool door de ogen van buitenstaander Wolverine. Net als de bioscoopbezoeker beziet hij met verbazing de school waarin pubers met hun nieuwe krachten leren omgaan. Zijn rake cynische opmerkingen zorgen ervoor dat het superheldengegeven met een lichte knipoog wordt benaderd, zonder dat de politieke thematiek die ten grondslag ligt aan het mutantendebat, minder serieus wordt.Opoffering
De voltooiing van Logans ontwikkeling wordt geïllustreerd in de actievolle climax rond en op het Vrijheidsbeeld. Rogue is dodelijk gewond geraakt door de helse machine waaraan Magneto (Ian McKellen) haar heeft vastgekoppeld. Ze is op sterven na dood. Logan grijpt haar vast en drukt Rogue tegen zich aan.


Hierdoor nemen haar mutantengaven zijn helende krachten over. Dit betekent echter dat Logan deze kwijt raakt en dat zijn heftige wonden weer opengaan. Hij offert zijn kans op genezing op om Rogue een overlevingskans te geven.


Dat Logan uiteindelijk toch weer geneest (de overname is namelijk maar tijdelijk) doet niets af aan het feit dat hij een significante verandering heeft ondergaan. Logan is weer om anderen gaan geven.

Stripplaatjes
De shots op het vrijheidsbeeld zijn stripachtig in die zin dat het beeld bijna geen achtergrond bevat. We zien alleen de twee personages op de voorgrond en hier en daar een deel van het Vrijheidsbeeld. De emotionele scène is teruggebracht tot haar essentie. Logan en Rogue zijn de spil van het universum op dit moment – alleen hun verhaal telt. De soundtrack van Michael Kamen bereikt op dit moment zijn romantische climax, waarmee nog eens wordt onderstreept dat X-Men draait om menselijke emoties en niet zozeer om een robbertje knokken rond het vrijheidsbeeld.De film eindigt met Logans tijdelijke vertrek bij de X-Men. Nu hij zijn eigen waarde weer heeft teruggevonden (met zijn deelname aan de X-Men bouwt hij aan zijn toekomst), wordt het tijd om het mysterie dat zijn verleden is te ontrafelen. De man die op de motor het beeld uitrijdt, voelt hoop en is daardoor compleet anders dan de beestachtige vechtersbaas die we in de donderkooi ontmoetten.

Dit artikel verscheen ook op EeuwigWeekend.nl.
Lees ook:

Categorieën
Strips

Barends bekijkt het: Mijmeringen over 300 van Frank Miller

Laatst was ik op bezoek bij Merel Barends. Ze is illustrator en stripmaker, en dus beroepsmatig bezig met het beeldverhaal. We kwamen daarom, niet verwonderlijk, te spreken over strips. Barends vertelde me dat ze het werk van anderen minutieus bestudeert en daar aantekeningen van maakt. Een vluchtige lezing van een der verslagen maakte voor mij duidelijk dat deze uitvoerige analyses zeer geschikt waren voor online publicatie. De rubriek Barends Bekijkt ’t was geboren. In deze eerste aflevering een analytische blik op 300 van stripgod Frank Miller.
Het artwork
Het artwork is een ware lust voor het oog: Miller gebruikt uitsluitend spreads en splashpages die de linker en rechter pagina beslaan. Daarmee schept hij ruimte in de compositie – een verademing als je ‘t vergelijkt met de standaard comic-lay out, die naar mijn smaak, hoe vaardig de tekenaars en designers ook zijn, toch vaak te volgepropt zitten met informatie. De weldadige rust van uitgestrekte hemels en verre uitzichten in 300 werken sfeerverhogend, met name tijdens de veldtocht, en door het contrast worden de logischerwijs vollere actiescènes extra dynamisch.Schaduwen
Miller gebruikt inktzwarte, scherpe sjabloonschaduwen die dramatisch werken en bovendien door het clair-obscur de focus van de lezer onnadrukkelijk maar effectief dicteren.Verder is er veel oker en rood – een beter palet had ik voor dit verhaal niet kunnen verzinnen. Het is niet baanbrekend of wereldschokkend, maar het werkt als ‘n tiet. Daarbij is het vast geen toeval dat de Grieken zich in hun eígen beeldend werk hoofdzakelijk van karmozijn, oker, purper en zwart bedienden.Okertinten
Daarbij is de inkleuring niet met de botte (Spartaanse) bijl gebeurd: Lynn Varley hanteert het penseel niet alleen met een jaloersmakende virtuositeit, maar weet de inkleuring ook plottechnisch betekenis te geven. Zelfs per panel zitten er logica en lijn in het kleurgebruik. Ze houdt rekening met lichtval, sfeer, compositie…De okertinten suggereren zinderende hitte (aan het eind van een hete Griekse dag – eigenlijk lijkt de lichtval door praktisch het hele verhaal heen op de rand van zonsondergang, of zonsopgang) en de koperen flakkerende kampvuren. Vermiljoen is de – terecht gekozen – herkenningskleur van de Spartaanse mantels. Het benadrukt natuurlijk de bloeddorst en strijdlust van de dragers – en het bloed zelf. Scharlakenrood laat op strategisch gekozen plekken (zoals de cover) de lettering van het papier knallen. In contrast met de dappere Spartanen hullen de Perzen zich in luxe goudkleuren en doorwrochte stofdessins. O, o, o, how faggy! (zullen Leonidas & de zijnen wel weer gedacht hebben.)The great wave
Varley zet koelere tinten in voor nachtelijke schaduwen, slagregens en zee. Zo te zien vooral grijzen met wat blauw erdoor, hier en daar gemengd met ‘n toefje oker om een groen waas op te trekken (god, ik klink als Bob Ross).Overigens grappig om te zien dat de woeste golven van de zeestorm – zoals honderden woeste golven vóór Miller – zijn gebaseerd op Hokusais Golf aller Golven. Ik kan me in elk geval niet voorstellen dat de overeenkomst geen opzet is geweest – hoewel The Great Wave inmiddels wel in het collectief geheugen van alle beeldend kunstenaars zal zitten.

Übermacho
Wat het verhaal betreft… Veel recensenten schreven het al naar aanleiding van de film: 300 is een fascistoïde flick geworden, waar de Berlijnse bruinhemden voor in de rij hadden gelegen. Ik ervaar die sensatie in de comic minder nadrukkelijk, hoewel ze wel degelijk aanwezig is.De protagonisten zijn übermacho’s, vechtmachines die dolblij zijn als ze eindelijk een echte oorlog voor de kiezen krijgen maar tegelijkertijd, o paradox, klagen over de bruut verstoorde rust in hun stadstaat. Ze putten zich uit in militaire mantra’s over eer, trots en opoffering, maar lijken zich daar, o paradox, in de praktijk bijzonder weinig van aan te trekken. Dat begint al bij Xerxes’ boodschapper die – tegen alle ook nu nog heersende regels van fatsoen in – met delegatie en al wordt afgemaakt. En noem me een sentimentele softie, maar ik begrijp niet helemaal wat eer, trots en opoffering te maken hebben met het na afloop van de strijd mechanisch doodsteken van op de grond creperende tegenstanders (‘No mercy – no prisoners’).‘Vrijheid’
En dan nóg roepen dat de Spartaanse kerels de enige vrije mannen zijn die de wereld ooit gekend heeft, en dat de invasie vanuit Perzië een doodsbedreiging is voor vrijheid, beschaving en broederschap. Dat deze vrijheid letterlijk alleen is weggelegd voor de fysiek sterksten, wordt gemakshalve vergeten. Welke beschaafde samenleving smijt iets te zwakke zuigelingen van een rotspunt af? Welke beschaafde samenleving martelt kleine kinderen met honger en slaag? Athene – bakermat van de westerse wereld, toenmalig epicentrum van wetenschap, kunst en filosofie – wordt afgedaan als een stad vol homo’s en zwakkelingen.Strip versus film
De voordelen t.o.v. de film: gelukkig dragen ze in de comic niet van die stomme leren Tarzan-slipjes maar lopen ze, historisch correct, in hun blote piemel rond. En dat hele subplotje van de Spartaanse verrader en die akelige koningin (die met ‘r geplukte wenkbrauwen en anorectische botstructuur helemaaaaaal niet lijkt op ‘t stoere, keiharde wijf dat Miller naast Leonidas’ gezet heeft) is er door de filmmakers bij geduimzuigd. Om hitsige pubers te plezieren en/of om vrouwen naar de bioscoop lokken?As if.Ik snap nog net wel dat jongens ‘t aardig vinden om zich met opgepompte moordenaars te vereenzelvigen, maar wat moet ik in Zeus z’n naam sympathiek vinden aan zo’n pseudo-feministische tuttebel die op last van ‘r man vast en zeker al een stuk of vijf koters in het ravijn gepleurd heeft? Ik hoef geen kinderen, maar mocht ik toch onverhoopt een zoontje krijgen en mijn man stuurt dat op z’n tiende zonder enige aanleiding naar Glenn Mills, dan liggen toch echt de volgende morgen de scheidingspapieren op z’n nachtkastje. Keurig naast een kopje koffie met strychnine.Maar ik dwaal af.Bottom line is: 300 is een oogstrelend beeldverhaal. Tempo en techniek, expressie en kleurgebruik – alles is van het hoogste niveau. Ik voel zelfs verbondenheid met de personages, waar ik me aan de filmversies daarvan voornamelijk heb zitten ergeren.Meer Merel Barends?

Categorieën
Strips

Cartoon: Kredietcrisis drijft de Sint tot drastische maatregelen

Tekening: Hallie Lama
Concept: Michael MinnebooEen week lang alle afleveringen van de filmreeks A Nightmare on Elm Street kijken leverde het idee voor bovenstaande cartoon op. Overigens slaap ik nog steeds prima.
Op Breinkoekjes kun je lezen dat de (Ab)Sint ook wel van een glaasje houdt.