Categorieën
Strips

Een rustige, doch fijne signeersessie in Het Beeldverhaal

Zaterdagmiddag 21 november zaten Lectrr, Kenny Rubenis en Wilbert van der Steen te signeren in stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam. Helaas liep het qua bezoekersaantallen geen storm. Desondanks was het toch gezellig in de winkel.

Wie een tekening wil van een stripmaker, hoeft niet per se naar een stripbeurs. Men vindt de tekenaars ook wel eens in het wild, zoals in Het Beeldverhaal in Amsterdam. Niet toevallig hadden alle drie de stripmaker recent een vers album uit dat men uiteraard kon aanschaffen. Gelukkig gebeurde dat ook wel, al was het vorige week zaterdag een stuk drukker in de winkel, vertelde eigenaar Jeanette Scheepers.

Hans Duncker vertelt, Kenny en Lectrr luisteren aandachtig.
Hans Duncker vertelt, Kenny, Jeanette en Lectrr luisteren aandachtig.

Een dame wilde graag de nieuwe Hara Kiwi van Lectrr kopen om als cadeautje te geven aan een handvaardigheidleraar die binnenkort met pensioen gaat. ‘Ja, eigenlijk koop ik dit namens mijn man. Die kent veel mensen die hij graag strips cadeau doet. Al laat hij die meestal door mij halen,’ vertelde ze.

Terwijl Lectrr deze tekening maakte…

lectrr_signeert_02-minneboo…vertelde de Gentenaar dat zijn cartoons ook in enkele Amerikaanse kranten worden afgedrukt. ‘Maar wel een selectie van wat ik maak, vanwege de Amerikaanse censuur,’ vertelde Lectrr. Hij pakte Hara Kiwi #10 er even bij. ‘Grappen over geloof, drollen, seks, dat kan allemaal niet daar. Nou dan hou je van mijn cartoons ongeveer een kwart over die door de beugel kunnen.’

Lectrr aan het werk.
Lectrr aan het werk.

Ik vond het leuk om de Belgische cartoonist eens te ontmoeten omdat ik zijn werk al jaren ken en we al een tijdje heuse facebookvriendjes zijn. En facebookvrienden wil je natuurlijk face to face ontmoeten. Die morgen had ik tijdens het ontbijt nog smakelijk moeten lachen om zijn gortdroge cartoons.

Met Dating for geeks staat Kenny Rubenis dagelijks in forensenkrant de Metro. Zoals de titel al aangeeft, draait deze strip om een stelletje geek & nerds en daarmee speelt de stripmaker op humoristische wijze in op het huidige tijdperk waarin nerds en geeken helemaal ‘hot’ zijn. Aangezien ik ook een nerd ben, valt er genoeg in de strip te herkennen. Al heb ik het gelukkig nooit zo bont gemaakt:

datingforgeeks_pak

Niet gespeend van zelfspot, heeft Kenny zichzelf ook een rol in de strip gegeven:

datingforgeeks_afvallen01

datingforgeeks_coverWilbert van der Steen (waar ik recent deze video over maakte) had een map met nieuw werk meegenomen: de eerste 18 pagina’s van het nieuwe verhaal van Ayak + Por. Daar heb ik uiteraard geen foto’s van gemaakt, want we worden online al genoeg gespoilerd. De tekeningen zijn wel weer om te smullen, meer zeg ik niet. Pas volgend jaar augustus komt het tweede album uit.

Zoals gezegd bleef het rustig in de winkel, maar de sfeer was goed. Evenals de koffie en pepernoten die geserveerd werden.

Natuurlijk zijn Ayak + Por #1 van Marc Legendre en Van der Steen, Dating for Geeks #1: Single players en Hara Kiwi #10 van Lectrr gewoon te koop, maar of je er na vandaag ook de tekenaar bij treft, die kans is niet zo groot. Tenzij je een volgende signeersessie van de heren bezoekt natuurlijk.

Categorieën
Strips

Joris Vermassen: ‘Soms moeten verhalen lang rijpen’

Stripmaker en ex-cabaretier Joris Vermassen maakte een prachtige, tragikomische striproman over afscheid nemen en midlifecrisis. ‘In het echte leven gaat iemand dood terwijl je er niet bij bent.’

zotte_geweld_coverHet zotte geweld van Joris Vermassen is een ontroerende striproman waarin de stripmaker een goede balans weet te vinden tussen tragikomische elementen en waarachtige, emotionele scènes. Stand-upcomedian Tom Steurs verkeert in een levenscrisis. Met zijn carrière wil het niet echt vlotten, zijn relatie verloopt stroef en zijn geliefde zus Elke ligt doodziek in het ziekenhuis.

Vermassen, die les geeft aan de School of Arts in Gent en onderzoek doet naar de dialoog tussen tekst en beeld in het gebied tussen beeldende kunst en literatuur, was tot 2007 zelf stand-upcomedian onder de naam Fritz Van den Heuvel. Hetzelfde pseudoniem waaronder hij dagelijks een cartoon maakt voor De Standaard Avond en scenario’s schrijft voor de humoristische jeugdstrip De Bamburgers. Voor Het zotte geweld putte hij deels uit eigen ervaringen; net als in de strip is zijn zus overleden aan een kapotte alvleesklier. Toch wil de stripmaker het daar liever niet over hebben: ‘Dat dingen waargebeurd zijn, speelt eigenlijk geen rol, vind ik, en daar gaat mijn onderzoek ook over. Tegenwoordig staat de auteur te veel tussen zijn werk en de lezer. Ik wil daar niet tussen staan. Ik denk dat je moeilijk over dingen kunt schrijven als je er geen enkele band mee hebt. De vakman in mij zag een goed verhaal in het feit dat iemand ’s avonds op het podium staat om mensen te laten lachen en ’s morgens in het ziekenhuis afscheid neemt van iemand die doodgaat. Die heftige emotie en tweestrijd in het personage was mijn uitgangspunt. In de strip zitten veel emoties die ikzelf heb gehad en dingen die ik heb meegemaakt, maar ik heb ook veel verzonnen. Ik ben niet het personage.’

Woody Allen
Door het uiterlijk en het beroep van het personage Tom en de tragikomische toon in het verhaal, doet de strip aan het vroege werk van filmmaker Woody Allen denken. Dat is geen toeval: ‘Allens werk lardeert voortdurend tussen serieus en karikatuur. Dat boeide mij ook aan het maken van deze strip, om op een bepaald moment toch een lach op het gezicht van de lezer te voorschijn te toveren en op een ander moment hem naar de keel te grijpen. Dat is veel rijker dan wanneer iets puur een komedie is.’

Foto: Rony Heirman

Het zotte geweld begon als filmscenario, maar de verfilming ervan laat tot op heden op zich wachten. Het was voor Vermassen niet simpel een kwestie van het script decouperen en opdelen in strippagina’s. Zo moesten dialogen worden ingekort om in de tekstballons te passen. Ook voegde Vermassen een voice-over toe. ‘Film ligt dicht bij strips, maar is directer. Ik wilde een film maken omdat ik dacht dat emoties beter tot uiting gebracht kunnen worden in filmtaal en dat het moeilijk zou zijn om met strips hetzelfde te bereiken. Strips werken vooral op symbolisch vlak, het blijven krabbeltjes op papier met tekst. Er is geen muziek en de lezer moet veel inspanningen doen. Inmiddels ben ik op die mening teruggekomen, want volgens mij is het gelukt om met Het zotte geweld de emoties die ik in het verhaal legde, over te brengen aan de lezer. Ik denk dat dit deels komt omdat er veel aan het verhaal is gewerkt. Soms moeten verhalen lang rijpen. Toen ik in 2011 aan de strip begon, had ik net de zevende versie van het filmscenario geschreven. Ik was bang dat de strip als een sentimenteel niemendalletje afgeserveerd zou worden, dus heb ik heel bewust nagedacht over hoeveel emoties ik er letterlijk in zou stoppen via de tekst en hoeveel ik aan de lezer zou overlaten. Er is ook hard gewerkt genuanceerde personages te maken en geen bordkartonnen figuren.’

Titanic
De stripmaker werkt naar een knap geconstrueerd einde toe waarin alle elementen mooi samenvallen. ‘Net als bij het verhaal van de Titanic weet je waar het naartoe gaat. Iedereen weet dat die zus gaat sterven. Tot versie zeven van het filmscenario liet ik Elke euthanasie plegen. In de strip wil Elke juist niet doodgaan. Nogal een verschil. Ik kón haar geen euthanasie laten plegen. Eigenlijk is euthanasie een heel dankbaar einde voor een verhaal, want je brengt alle belangrijke personages gezellig samen rond dat bed. Degene die doodgaat, vertelt dan iets leuks, en iedereen lacht dan weer eens met de tranen in de ogen. Zoals bij Komt een vrouw bij de dokter. In het echte leven gaat iemand dood terwijl je er niet bij bent. Al tekenend merkte ik dat dit het thema werd. Tom heeft constant het gevoel dat hij niet genoeg bij zijn zus kan zijn en niet genoeg voor haar doet. Aan het einde van de strip zit hij een beetje hulpeloos op een terrasje een pint te drinken en krijgt hij een lullig telefoontje dat Elke is overleden terwijl hij eigenlijk van plan was om haar straks te bezoeken. Zo gaat dat.’

Het-Zotte-Geweld-beeld

Standbeeld
Hoewel het beeld Het zotte geweld van de jong gestorven kunstenaar Rik Wouters een centrale rol in de strip heeft, was het een gelukkig toeval dat in 2011 een biografie over hem uitkwam. ‘Het beeld staat symbool voor de uitbarsting van leven en vrolijkheid. Dat danst voortdurend door het verhaal heen. Het werkt ook als een soort spiegel,’ legt Vermassen uit. Hij vermengt passages over de ontstaansgeschiedenis van het beeld en het levenseinde van Wouters met scènes in de strip waardoor deze symbool staan voor wat Elke doormaakt. De biografie was het laatste puzzelstuk dat Vermassen nodig had om zijn verhaal tot een mooi einde te brengen. Deze wending verraste de stripmaker zelf ook: ‘Toen dat gebeurde dacht ik: “Wauw! Dat past perfect in de plooi.” De schoonheid van de techniek van het vertellen ontroert mij dan.’

Het-Zotte-Geweld-absurdVermassen heeft de strip twee keer getekend. Toen de tekenstijl met eenvoudige lijnen en vrolijke kleurtjes gemengde reacties opriep, hertekende hij het hele verhaal in een schetsmatigere stijl. ‘Ik koos voor een beperkt kleurenpalet met de nadruk op licht en sfeer in plaats van vormen en lijnen. Niet alleen het verhaal maar ook de stijl had dus een lang rijpingsproces nodig.’

Joris Vermassen. Het zotte geweld.
Uitgeverij Vrijdag, €16,90
ISBN 978 94 6001 251 8

Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #47 (2014).

Categorieën
Strips

Tonio van Vugt nieuwe artistiek directeur Stripdagen Haarlem

Tonio van Vugt is aangesteld als de nieuwe artistiek directeur van het internationaal festival Stripdagen Haarlem. Hij volgt hiermee Joost Pollmann op, die het na 20 jaar tijd vond om het artistieke stokje over te dragen. Dat meldt Stichting Beeldverhaal.

Van Vugt (midden) tijdens de uitreiking van de Plastieken Plunk.
Van Vugt (midden) tijdens de uitreiking van de Plastieken Plunk. Foto: Frederik Van Allemeersch. (Bron: www.plastiekenplunk.be)

Het bestuur van Stichting Beeldverhaal Nederland, opdrachtgever en initiator van Stripdagen Haarlem ziet na een uitgebreide sollicitatieprocedure in Tonio van Vugt de nieuwe artistiek directeur voor het beeldverhalenfestival.

“Tonio van Vugt beschikt over een brede expertise op het gebied van strips en beeldverhalen uit binnen- en buitenland. Als hoofdredacteur is hij sinds 1994 werkzaam bij Zone 5300, tijdschrift voor strips, cultuur en curiosa. Met publicaties in Zone 5300 biedt hij jong en/of opkomend tekentalent een podium voor een groter publiek. Daarnaast is hij als programmeur, journalist, jurylid bij diverse stripprijzen en gastcurator al jaren een bekend gezicht in de wereld van strips en culturele festivals. Tonio heeft de ambitie uitgesproken om Stripdagen Haarlem in de succesvolle traditie van spannende cross-overs met uitdagende thema’s voort te zetten,” aldus het bestuur van Stichting Beeldverhaal Nederland.

Tonio van Vugt zal samen met zakelijk directeur Thamara van Rijn de festivalleiding vormen van Stripdagen Haarlem 2016.

Via deze weg wil ik Tonio van harte feliciteren met zijn nieuwe baan! Ik heb Tonio in de afgelopen jaren goed leren kennen tijdens mijn werkzaamheden voor Zone 5300 en volgens mij wordt hij een prima creatief directeur. Ik ben nu al benieuwd naar de volgende editie van Stripdagen Haarlem. En Tonio, als er publiekelijk stripmakers geïnterviewd moeten worden tijdens de Stripdagen, mag je me bellen 🙂

Categorieën
Strips

Spokenuur van Thijs Desmet wint Plastieken Plunk 2014

Spokenuur van Thijs Desmet wint Plastieken Plunk 2014. De publieksprijs was voor Na zondag was het opnieuw maandag van Bram Algoed. Dat werd dit weekend bekend gemaakt tijdens een feestelijke bijeenkomst in Pépé Soirée.

Eerste pagina van Spokenuur.
Eerste pagina van Spokenuur

De Plastieken Plunk is een van de sympathiekste prijzen voor het Nederlandstalig beeldverhaal en wordt jaarlijks uitgereikt aan de beste korte strip. De winnaar gaat naar huis met 250 euro en het door Luc Cromheecke zelfgeknede beeldje van De Plastieken Plunk. De publiekswinnaar krijgt 50 euro, maar natuurlijk ook een eervolle vermelding. Zoals Peter Moerenhout van de Plunk-organisatie aangaf: ‘Normaal gezien is zo’n publieksprijs voor de persoon met het meeste Facebook vriendjes maar Bram Algoed heeft zelfs geen Facebook-pagina. Faut le faire!’ Ook in tijden van Facebook kun je dus nog winnen zonder likes te hoeven scoren.

 

Eerste pagina van Na zondag was het opnieuw maandag.
Eerste pagina van Na zondag was het opnieuw maandag.

Persoonlijk vond ik de strip van Algoed iets interessanter dan de winnaar dit jaar, maar beide strips zijn het lezen waard. De jury bestond uit Tonio van Vugt, Kim Duchateau en Sébastien Conard.

Check hier de foto’s en video van de uitreiking.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead Video: Wilbert van der Steen tekent Ayak + Por

Stripmaker Wilbert van der Steen in actie op Stripfestival Breda 2014. Tijdens het tekenen en signeren van albums vraag ik hem waarom hij zijn potloodtekeningen niet inkt.

Naast Van der Steen zit collega Marc Legendre. Samen maakten zij recent het album Ayak + Por dat bij Strip2000 uitkwam en waar hopelijk snel een tweede deel van uitkomt.

Zaterdag 22 november signeert Van der Steen, samen met Kenny Rubenis en Lectrr in stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam. Vanaf 14 uur zitten de heren voor je klaar.

Categorieën
Strips

25 jaar Belgisch Stripmuseum: Waken over striperfgoed

Het Belgisch Stripmuseum bestaat 25 jaar. Het succesvolle museum waakt over het striperfgoed van België, maar heeft hiervoor eigenlijk te weinig middelen.

Willem De Graeve. Foto: Daniel Fouss
Willem De Graeve. Foto: Daniel Fouss

‘Zoals Obelix in de ketel met toverdrank viel, ben ik als kind in de ketel van het stripverhaal gevallen. Zoals veel Belgen zat ik als kleuter al met mijn neus in de stripcollectie van mijn ouders, dat waren vooral albums van Suske & Wiske. Toen ik eindelijk had leren lezen waren zij erg opgelucht, want ik vroeg altijd wat er in de tekstballonnetjes stond,’ vertelt Willem De Graeve, codirecteur en hoofd communicatie van het Belgisch stripmuseum in de Brasserie van het instituut. Begin oktober zit hij er kwiek bij op de ochtend na de door internationale pers bezochte persconferentie en het grote feest van de 25ste verjaardag van het Stripmuseum.

Wie het art nouveau-gebouw binnenstapt, krijgt ook het gevoel in de ketel van het beeldverhaal te vallen. In de centrale hal begroeten beelden van Asterix, Robbedoes en andere stripfiguren de bezoekers. Naast de marmeren trap staat de bekende raket uit Kuifje en aan de andere kant een Deux Cheveaux met daarop de Marsupilami van Franquin op de motorkap getekend. Vanaf de eerste verdieping kan men uiteenlopende tentoonstellingen met originele pagina’s en tekeningen bekijken. Het museum gaat met zijn tijd mee, want sinds kort is het deels virtueel via Google Street View te bezichtigen.

Foto: Daniel Fouss.
Foto: Daniel Fouss.

Bij de oprichting in 1989 kreeg het museum een tweeledige taak: allereerst het promoten van het stripverhaal in de breedste zin des woords. Bij deze missie hoort ook het bewaren en conserveren van het striperfgoed. ‘We willen laten zien dat stripverhalen bij de cultuur horen en dat België daar een belangrijke rol in speelt. We hebben ons doel bereikt als een familie die weinig opheeft met de strip, na een bezoek naar buiten gaat met het idee dat het toch knap is wat er gemaakt wordt en besluit eens een album open te slaan.’ Ten tweede moet het gebouw, het enige overgebleven textielwarenhuis ontworpen door architect Victor Horta, in ere gehouden worden. De taken van het museum zijn hetzelfde gebleven, maar de stripwereld is in een kwart eeuw wel veranderd. Vroeger kwamen er 500 albums per jaar uit, nu 5000. De Graeve: ‘Toen waren de Franse strips vooral een voortzetting van wat er vroeger gebeurde, Nederlandstalige strips waren voornamelijk familiestrips. Tegenwoordig is de strip als film, alle genres en stijlen zijn vertegenwoordigd.’

Stripmuren
Met per jaar vier tijdelijke en vijf vaste tentoonstellingen, plus zeven exposities rondom een nieuw album, trok het museum in 2013 zo’n 200.000 bezoekers. Hiervan komt 80% uit het buitenland, uit Nederland komt slechts 3,8%. ‘Ik denk niet dat de Nederlanders gebrek aan stripliefde hebben, want Suske & Wiske zijn populairder in Nederland dan hier en jullie hebben grote stripauteurs. Veel Nederlanders denken bij Brussel aan het Europees parlement, dat het een saaie kantoorstad is waar alleen Frans wordt gesproken.’ In Brussel leefden en werkten de grote spelers van het Franco-Belgische beeldverhaal. De stad toont deze stripgeschiedenis met onder meer het Stripmuseum, het Marc Sleen Museum, vijftig stripmuren en beelden van personages in het straatbeeld.

De nieuwste stripmuur in Brussel is van Robbedoes.
De nieuwste stripmuur in Brussel is van Robbedoes.

Het museum probeert de twee typen bezoekers, toeristen en stripkenners, zo goed mogelijk te bedienen. De nieuwe permanente expositie De kunst van het stripverhaal geeft middels originele pagina’s, schetsen en fragmenten uit scenario’s een mooi overzicht van iedere fase van het maakproces. Dat verhaal zal voor de kenners geen nieuws zijn, maar die kunnen weer genieten van een originele tekening van Willy Vandersteen of van jong talent Kristof Spaey. Videobeelden van stripmakers aan het werk verlevendigen de expositie die een goed voorbeeld is van hoe je striperfgoed voor het publiek toegankelijk kunt maken.

Striperfgoed bedreigd
Waar in Turnhout het Vlaams documentatiecentrum van de strip fungeert als studiecentrum met een grote collectie secundaire literatuur, is in België het Stripmuseum de belangrijkste speler wat het bewaren en conserven van striperfgoed betreft. Het museum bewaart zo’n 8.000 platen en illustraties, scenario’s en verwante zaken. De conservatieruimtes worden op een constante temperatuur gehouden, zijn beveiligd en slechts voor enkelen toegankelijk. De meeste stukken zijn in bruikleen. ‘Voor ons is al het materiaal waardevol, maar we zijn genoodzaakt aan de auteurs of erfgenamen een selectie te vragen. De auteur laten we zelf kiezen want die kent zijn eigen werk het beste. Het voordeel van bruikleen is dat een auteur na vijf jaar een nieuwe reeks of striproman heeft, en het oudere werk voor nieuw materiaal kan ruilen. Zo hebben we altijd topstukken.’

Het museum wil van iedere grote auteur een representatieve selectie hebben zodat deze voor de volgende generaties bewaard blijft, maar het bewaren van het erfgoed wordt door verschillende factoren bemoeilijkt. Door gebrek aan financiële middelen zette de organisatie de werving van nieuwe stukken op een laag pitje. Jammer, want veel belangrijke stripauteurs zijn op dit moment oud of net overleden. Dus nu is het moment om te verzamelen. Het museum haalt zijn inkomsten vooral binnen via kaartverkoop en speciale evenementen. De overheid is goed voor slechts acht procent: ‘Bij ons in België is alles gesplitst in Vlaams en Franstalig. Als we ervoor zouden kiezen om alleen Vlaamse strips te tonen, dan zouden we van de Vlaamse regering veel geld kunnen krijgen. Maar omdat wij Franstalige, Vlaamse en buitenlandse strips willen tonen, is dat lastig, want nu zou de Franstalige regering kunnen zeggen: “Als we jullie geld geven, gaan jullie daar ook de Vlaamse strip mee promoten. Dat kan toch niet!”

Inmiddels is door alle tekeningen de klimaatkluis bijna vol. Ook moeten er nieuwe lokalen gehuurd worden om de groeiende stripcollectie en verwante boeken in op te slaan. Daarvoor ontbreekt ook het geld. Alle stukken die tijdelijk worden tentoongesteld, worden in gescand. Daar heeft het kleine team de handen al aan vol.

Belasting

Foto: Daniel Fouss
Foto: Daniel Fouss

Recent kreeg het museum het gehele oeuvre van strippionier George van Raemdonck (28 augustus 1888 – 28 januari 1966) in bruikleen van de nabestaanden. Van Raemdonck was de tekenaar van de klassieke en destijds populaire strip De wereldreis van Bulletje en Bonestaak. Met 8.000 stuks verdubbelt dit oeuvre de totale collectie van het museum, dat deze grote hoeveelheid nu eigenlijk niet aankan.
Daarnaast is de markt een bedreiging voor het striperfgoed: tegenwoordig kunnen originelen veel geld waard zijn. Stripmakers verkopen ze aan particuliere verzamelaars en galeries, vaak om dalende omzetcijfers te compenseren. Het werk raakt daardoor verspreid. Dit bemoeilijkt het maken van overzichtstentoonstellingen.

De belastingdienst is een andere potentiële bedreiging van het striperfgoed want die ziet in het waardevolle oeuvre van overleden stripmakers een mooie inkomstenbron middels erfrecht. Om te voorkomen dat zijn nabestaande een hoge belasting moeten betalen, besloot de bekende stripmaker François Schuiten er recent voor om zijn oeuvre te schenken aan onder andere de Koning Boudewijnstichting en de Bibliothèque Nationale de France. Hij passeerde het Stripmuseum. Een stap die De Graeve ook verbaast: ‘Dat was een vreemde beslissing, want de Koning Boudewijnstichting heeft geen kennis op het vlak van conservatie. Ik hoop dus voor Schuiten dat zijn originele platen niet ergens in een kartonnen doos staan opgeslagen.’ Aan het informatietijdschrift Stripgids vertelde Schuiten dat het Stripmuseum niet de middelen heeft om haar ambities van een nationaal centrum waar te maken: ‘Je hoeft maar binnen te stappen om te weten wat ik bedoel: het gebouw is stilaan aan het afbrokkelen, de collectie wordt niet uitgebreid en is al die tijd hetzelfde gebleven, en dan spreek ik me nog niet uit over de kwaliteit van hetgeen je er ziet!’

De Greave beantwoordt deze kritiek: ‘Schuiten was erg betrokken bij de stichting van het Stripmuseum en zijn beeld ervan is gebaseerd op de beginjaren. Er waren veel minder bezoekers, financiële problemen en kennis van het conserveren ontbrak. We hebben geprobeerd hem de huidige situatie duidelijk te maken, maar hij bleef erbij dat hij geen vertrouwen in ons had.’

Enorm archief

Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.
Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.

Hec Leemans (1950), stripmaker van onder andere de reeks Bakelandt en FC de Kampioenen en aanwezig tijdens de persconferentie, maakt zich niet zo druk over erfrechten: ‘Wat is de waarde van een archief of van een originele pagina? Als je een keer een plaat verkoopt voor 5000 euro dan is dat prima, maar als de belastingdienst op basis daarvan de waarde van je archief gaat bepalen, klopt dat niet.’ Samen met zijn vrouw houdt hij zijn aanzienlijke archief bij. ‘Ik heb gelukkig een groot atelier, met grote kasten waar ik dat allemaal kwijt kan. Het is niet uitgesloten dat ik dat over een aantal jaar een deel van afsta aan het Stripmuseum.’

Zijn jongere collega Pieter de Poortere (1976) is naar eigen zeggen nogal slordig wat zijn originelen betreft: ‘Ik bewaar alles in grote dozen. Af en toe moet ik daar dan een tekening uit zien terug te vinden en dan gooi ik het materiaal eruit. Die tekeningen zijn dus opgerold of gekreukt. Overigens verkoop ik originele platen niet graag, want voor de volledigheid wil ik alles zelf houden.’ Die volledigheid wordt bedreigd door het feit dat De Poortere veel digitaal werkt. Die bestanden blijken vaak maar tijdelijk houdbaar.

Het auditorium van het Stripmuseum werd recent vernoemd naar de stripmaker en ingericht als woonkamer van zijn personage Boerke dat dit jaar 15 jaar is geworden. ‘Een hele eer. Ik vrees dat ik stilaan striperfgoed aan het worden ben,’ zegt hij met een glimlach.

Pieter De Poortere in zijn auditorium. Foto: Daniel Fouss.
Pieter De Poortere in zijn auditorium. Foto: Daniel Fouss.

Akkoord
Op de vraag of dat striperfgoed over honderd jaar nog bestaat is De Graeve licht positief gestemd. Het Stripmuseum is klaar om deze taak uit te voeren, mits er geld komt. ‘Dat kan de overheid zijn of een mecenas. De nieuwe Vlaamse minister van Cultuur bezocht ons recent en die viel bijna achterover van de beperkte middelen waarmee wij ons werk doen. Wij hopen op het cultureel akkoord tussen het Vlaamse en Franstalige gemeenschap. Er zijn immers dingen die Belgisch zijn en daarvoor moet er samengewerkt worden. Het Stripmuseum is daar eigenlijk de perfecte illustratie van, want wij tonen beide.’

www.stripmuseum.be
Zandstraat 20, Brussel
Alle dagen geopend (behalve op maandag) van 10 tot 18 uur.

Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #46 (2014). De making of kun je hier lezen.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man collages van Mike Alcantara

De Amerikaanse kunstenaar Mike Alcantara maakt indrukwekkende collages van strippagina’s. Zijn Deviant Art pagina staat er vol mee. Tussen de kunstwerkjes vond ik deze Spider-Man collages:

spider_man_by_mikealcantaraspider_man_by_mikealcantara_02 venom_by_mikealcantaraspider_eye_green_goblin_by_mikealcantaraZo te zien heeft Alcantara een voorkeur voor oude Spider-Man comics. Ik zie veel werk uit de jaren zestig, zeventig en tachtig in deze platen terug. Nu maar hopen dat hij herdrukken heeft gebruikt, want veel van die comics zijn tegenwoordig behoorlijk wat geld waard. Onbetaalbare kunst dus.

Overigens is Spider-Man niet de enige held die hij verknipt en verplakt heeft. Zijn portfolio zit vol met superhelden van Marvel en DC Comics.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Wildvlees van Wide Vercnocke

Wide Vercnocke (Leuven, 1985) volgde de opleiding illustratie/beeldverhaal en studeerde in 2010 af aan Sint-Lukas in Brussel. In dat jaar won Vercnocke de publieksprijs van de Focus Knack Stripstrijd. In 2013 debuteerde hij bij Bries met het poëtische stripalbum Mijn muze ligt in de zetel, waarin de relatie tussen het hoofdpersonage en zijn sofa centraal staat. Zijn tweede album, Wildvlees, kwam eerder dit jaar bij dezelfde uitgever uit.

wildvlees_coverVertellen waar Wildvlees precies over gaat, is niet eenduidig. Een meisje komt tijdens het jachtseizoen een bronstig hert tegen in het bos. Ze raken elkaar aan, maar dan schrikt het hert van een jager met een groot geweer en rent weg. Als het meisje naar haar zus reist om haar te vertellen over deze bijzondere ontmoeting, verandert het hert in een man die vervolgens de stad ingaat en de zus van het meisje in een bar oppikt.

wildvlees_02Kortom, Vercnocke maakt een magisch realistische vertelling waarvan de betekenis multi-interpretabel is. Het boek zal dan ook niet ieders kopje thee zijn. Zeker niet van mensen die allergisch zijn voor een traag verteltempo. Vercnocke smeert momenten en bewegingen uit over verschillende plaatjes. Zelf vind ik die uitgesponnenheid soms aangenaam lezen, het hangt van mijn bui af. Soms kan het uitrekken namelijk zeer effectief zijn om een gebeurtenis in een verhaal te benadrukken, bijvoorbeeld het moment dat een hert wordt aangereden. Maar in principe verloopt de vertelling van Vercnocke het hele album door traag, waardoor de nadruk op bijna iedere handeling valt en daardoor eigenlijk impact verliest.

Grappig zijn de momenten waarin Vercnocke ons een blik gunt in de gedachtewereld van de herten.

wildvlees_01

Vercnocke hanteert een stijl die eerder aan illustraties doet denken dan aan beeldverhalen. Illustraties maakt hij dan ook voor onder andere De Correspondent.

In Wildvlees gebruikt hij veel medium en totaalshots, en slechts nu en dan een close-up, wat de vertelling afstandelijk maakt. De auteur vraagt nogal wat investering van zijn lezer. Wie bereid is die investering te doen, heeft aan Wildvlees een interessante leeservaring. Naar het einde toe verloor ik wel enigszins mijn interesse doordat de vertelling te vaag werd.

Wide Vercnocke. Wildvlees.
Bries, €19, 80 pags.
ISBN 978-94-6174-012-0

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Zwarte Smurfen

Het verhaal ‘De Zwarte Smurfen’ staat in het eerste stripalbum waar de blauwe mannetjes met witte puntmutsen een hoofdrol in spelen. In dit verhaal wordt een Smurf in zijn staart geprikt door de ‘Bzz-vlieg’ waarna zijn blauwe huidje zwart wordt en zijn karakter al evenzo duister. Het aardige blauwe wezentje verandert in een huppende agressieveling.

stripplaatje_zwartesmurfen

De andere Smurfen weten de zwarte Smurf te vangen, maar al snel weet hij te ontsnappen. Iedere andere Smurf die hij in de staart bijt, verandert ook in een zwarte Smurf. Al snel breidt de epidemie zich uit over het hele Smurfendorp en dreigt de hele populatie besmet te raken. Grote Smurf vindt uiteindelijk een remedie en in bovenstaande plaat staan de Smurfen gereed om hun duistere broeders van het tegengif te voorzien.

Zombies
Ik vind het een prachtig stripplaatje dat de mogelijke interpretatie van Zwarte Smurfen als zombies visualiseert: het beeld lijkt namelijk veel op dat van een horrorfilm waarbij de gewone bevolking belaagd wordt door een stel hersenetende levende doden. Zwarte Smurfen roepen weliswaar ‘Gnap! Gnap!’ in plaats van ‘Brains!’, maar net als bij de Zwarte Smurfen wordt in horrorfilms het zombievirus verspreid als mensen gebeten worden door levende doden. Eigenlijk is het eerste solo-avontuur van de Smurfen dus een soort van horrorverhaal. In tegenstelling tot menig zombiefilm loopt het Smurfenavontuur goed af. Gelukkig maar, anders had het heel anders kunnen lopen met de succesvolle reeks.

Dit is overigens niet de eerste keer dat stripliefhebbers kennismaakten met het vrolijke blauwe volkje. 1958 duiken ze voor het eerst op in een verhaal van Johan en Pirrewiet: ‘De fluit met de zes Smurfen’ dat als ‘De toverfluit’ voorgepubliceerd werd in de stripbladen Spirou en Robbedoes. Al snel kreeg Peyo (Pierre Culliford) de opdracht om een album met de Smurfen in de hoofdrol te maken. De eerste albums werkte Peyo vaak samen met scenarist Yvan Delporte, de toenmalige hoofdredacteur van Spirou.

Schtroumpf
Volgens de legende kregen de Smurfen hun naam tijdens een lunch tussen Peyo en André Franquin. Toen Peyo zijn stripcollega het zout vroeg door te geven, zei hij per ongeluk iets van ‘Kun je mij de eh.. schtroumpf even geven, alsjeblieft?’ Franquin gebruikte dat woord meteen voor het zoutvaatje en al snel bleven de twee heren de hele middag in het ‘Schtroumpfs’ praten. Jarenlang werd aangenomen dat Karel Cavens dat woord in het Nederlands vertaalde met ‘smurfen’. Volgens de website Stripspeciaalzaak.be was het echter Peter Middeldorp die tot 1965 de hoofdredacteur was van Robbedoes. Hij gaf de blauwe mannetjes hun Nederlandse naam die later ook werd gebruikt voor de Engelse vertaling. We mogen Middeldorp daar eeuwig dankbaar voor zijn, want Smurfen of Smurfs zoals ze in het Engels heten, is toch een stuk makkelijker uit te spreken dan Schtroumpfs.

Paars
Het eerste album ‘De Zwarte Smurfen’ (1963) heeft in Amerika overigens voor problemen gezorgd, want daar was men bang dat het publiek het verhaal racistisch zou vinden. Zwarte personages op een negatieve manier afbeelden ligt daar namelijk zeer gevoelig. Pas toen iemand bedacht om de zwarte Smurfen paars in te kleuren kon het album in 2010 ook daar worden uitgebracht. In de tekenfilmversie is de boosaardige Smurf ook paars gekleurd.

Gepubliceerd in Eppo #7 (2014)

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Hobgoblin wordt zelfhulpgoeroe

Niets blijft zoals het is. Dat geldt ook voor personages uit het Marvel Universum. Het liefste zou ik the Hobgoblin, altijd een van mijn favoriete Spider-Man schurken, nog steeds zien zoals hij was toen we voor het eerst kennis met hem maakte. Maar ook Roderick Kingsley ontwikkelt zich. Dit keer tot een zelfhulpgoeroe van wannabe superhelden.

hobnobbin_coverTot voorkort verhuurde hij licenties van superschurk-identiteiten. Dat wil zeggen: voor een deel van de winst mogen anderen zichzelf uitgeven voor een bepaalde schurk, bijvoorbeeld Mysterio. Aan Phil Urich verhuurde hij de identiteit van de Hobgoblin. Tegenwoordig pakt Kingsley het anders aan en verhuurt hij de licenties, wapenuitrustingen en kostuums van uitgerangeerde of overleden superhelden. Ook laat hij meerdere mensen optreden als Hobgoblin om heldendaden te verrichten. (En geeft daar een comic over uit, hoe meta is dat?)

Tijdens een gevecht met the Red Onslaught in de miniserie Avengers & X-Men: Axis spraken Doctor Doom en Scarlet Witch een toverspreuk uit om Onslaughts brein te polariseren, maar daardoor werd het karakter van de schurken die bij deze strijd aanwezig waren ook omgedraaid. Vandaar dat Kingsley zich opeens een ‘good guy’ waant en de aanwezige helden slechteriken zijn geworden.

In AXIS: Hobgoblin #1 kunnen we lezen hoe dat uitpakt voor Kingsley: die treedt op als een zelfhulpgoeroe voor wannabe superhelden. Inclusief cursus, dvd en zelfhulpboek: Hobnobbin’ with Roderick Kingsley. Om zijn cursisten te motiveren, houdt Kingsley speeches, zoals Emile Ratelband of Ben Tiggelaar dat hier doen. Ook doet de scène van zijn optreden me denken aan hoe Steve Jobs zijn presentaties deed. Kingsley verkoopt anderen een idee, net als zijn illustere voorgangers dat deden en doen. Jobs verkocht mensen een iPhone (en de volgende iPhone en de volgende iPhone), Kingsley verkoopt het idee dat je als superheld iets van je leven kan maken.

Hobgoblin-1-02-speechOp zich past deze ontwikkeling goed bij de persoonlijkheid van Kingsley, want hij is boven alles een zakenman. En als je anderen je vuile werk kan laten doen terwijl jij een deel van opbrengst mee snoept, waarom niet? Die houding past prima bij Kingsley. Eerder liet hij Lefty Donovan en Ned Leeds al voor Hobgoblin spelen terwijl hij zelf buiten schot bleef. En als modeontwerper stal hij maar al te graag goede ontwerpen van anderen.

Na het lezen van het eerste nummer snap ik wel hoe Kingsley aan zijn geld komt, namelijk doordat men gretig betaalt voor zijn cursusmateriaal. Maar hoe die cursisten door de superheld uit te gaan hangen hun inkomen binnenhalen is me niet helemaal duidelijk. En zelf lijken die sukkels ook niet goed over deze vraag na te denken. Nou ja, we hebben nog twee andere delen om dat uit te vinden.

Axis-Hobgoblin-shopTot slot, ben ik blij met deze ontwikkeling van Kingsley? Eerlijk gezegd zie ik Hobgoblin natuurlijk het liefste zoals in zijn eerste incarnatie, maar aan de andere kant is dit plot ook leuk om te volgen. Van alle recente aanpassingen in de wereld van Spider-Man is dit de meest genietbare. En die oude comics kan ik ook gewoon weer uit de kast trekken, wat ik de laatste tijd vaak doe.

Schrijver Kevin Shinick & tekenaar Javier Rodriguez, inkt: Alvaro Lopez. Axis Hobgoblin #1

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Vandaag is de laatste dag van de rest van je leven

Een paar maanden geleden werd de komst van Scratch Books aangekondigd. De nieuwe uitgeverij van Hansje Joustra en eigenaar Wiebe Mokken richt zich op het uitgeven van kwalitatief hoogwaardige en goed verzorgde boeken. Inmiddels heeft het duo de eerste drie boeken op de markt gebracht, waarvan de striproman van Ulli Lust (Wenen, 1967) het meest opvalt.

Ulli_Lust_coverVandaag is de laatste dag van de rest van je leven is een kleine 500 pagina’s dik verslag over een avontuurlijke reis van twee punkmeiden uit Wenen. In 1984 reizen de 17-jarige Ulli en haar vriendin Edi van Wenen naar Verona, Rome, Napels en Sicillië. Zonder papieren of geld gaan de meiden liften omdat ze zo graag de zee willen zien. Onderweg komen ze allerlei vreemde figuren tegen: junkies, straatkunstenaars, een verknipte spiritueel en maffiafiguren. Kenmerkend aan de meeste mannen die ze tegenkomen is hun machogedrag: als we het boek van Ulli moeten geloven zien alle Italiaanse mannen vrouwen als lust- en seksobject. De taak van een vrouw is het plezieren van haar man. Hoewel nymfomane Edi weinig moeite heeft met die instelling, stuit deze archaïsche visie Ulli tegen de borst, al kan zijn ook lang niet altijd ontsnappen aan de wellust van de mannen die haar pad kruisen.

Vandaag is de laatste dag van de rest van je leven is een indrukwekkende striproman door de openhartige en niets verbloemende manier van vertellen die de stripmaakster hanteert. Pijnlijke momenten, zoals een verkrachting, weet ze krachtig in beeld te brengen.

ulli_lust_verkrachtingToegegeven: ik moest even wennen aan Lusts ogenschijnlijke eenvoudige en ietwat ongepolijste tekenstijl, maar na een bladzijde of dertig zat ik helemaal in het verhaal en kon ik het boek moeilijk neerleggen. Ik snap waarom Lust al zoveel prijzen in de wacht wist te slepen met haar werk.

Dit-is-de-laatste-dag_Ulli_lustMocht ik Lust ooit nog eens interviewen dan heb ik nog wel een vraag. Haar strippersonage heeft op een gegeven moment nog maar weinig plezier in de reis en heeft ze zelfs een maffiafiguur tegen zich in het harnas gejaagd. Toch besluit ze niet meteen huiswaarts te gaan. Waarom ze volhardend blijft zitten op een plek waar ze niet gewenst is, maakt Ulli niet duidelijk in haar boek.

De striproman van Ulli Lust is is zowel in hardcover als softcover verschenen. Te koop voor €39,90 of € 29,90.

De andere twee titels die Scratch heeft uitgebracht zijn Kongo, De duistere reis van Józef Teodor Konrad Korzeniowski van Tom Tirabosco en Christian Perrissin en English is not easy van de Spaanse illustrator Luci Gutiérrez.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Suske en Wiske

Net als veel Nederlandse en Belgische striplezers las ik als kind klassieke series als Lucky Luke, Asterix en Suske & Wiske. Daarom vind ik het als stripjournalist nog steeds leuk om nieuwe avonturen van deze striphelden te lezen.

Vorige week nestelde ik me dan ook in mijn favoriete leesstoel met een stapel nieuwe Suske & Wiskes. Deze worden al een tijdje geschreven door Peter van Gucht en getekend door Luc Morjaeu. De heren zorgen voor aangenaam leesvoer.

suske_wiske_schrikkelspookEn spannend ook. In ‘Het schrikkelspook’ (#325) krijgen onze vrienden te maken met het nare wezen Sebrecum als ze de geest van een Duitse piloot uit de Eerste Wereldoorlog proberen te helpen. Suske, Wiske, Sidonia, Jerom en Lambik gebruiken de teletijdmachine om naar de Eerste Wereldoorlog terug te reizen en veel onschuldige slachtoffers het leven te redden, waaronder de verloofde van de piloot. Dat het verhaal speelt in de Eerste Wereldoorlog is natuurlijk geen toeval: dit jaar is het honderd jaar geleden dat die oorlog uitbrak.

Suske en Wiske: De zwarte tulp (#326) is wederom een tijdreisverhaal. Dit keer reizen de helden af naar het Haarlem van 1637 om een zeldzame zwarte tulp op te halen. Professor Barabas heeft Krimson namelijk geïnjecteerd met het serum van een witte tulp die al zijn slechte eigenschappen heeft doen verdwijnen. Hierdoor is Krimson pure goedheid geworden en gaat hij kapot aan de herinneringen van wat hij anderen allemaal heeft aangedaan. Met een nieuw serum van de zwarte tulp hopen ze Krimsons leven te kunnen redden.

Grof geweld
Hoe bont Krimson het kan maken, tonen Van Gucht en Morjaeu aan het begin van het album, als de misdadiger de striphelden probeert te vermoorden met een stel raketten uit een geavanceerd gevechtsvliegtuig. Wie denkt dat het geweldsniveau in de serie Amoras wat aan de hoge kant is, de hoofdreeks van Suske en Wiske kan soms ook gewelddadig uitpakken. Toegegeven: in Amoras wordt serieus bloed vergoten terwijl het geweld hier vooral stripachtig blijft. Toch valt het op dat het er in ‘Het schrikkelspook’ ook behoorlijk heftig aan toe gaat.

suske_wiske_zwartetulp_01 suske_wiske_zwartetulp_02‘Het gebroken dorp’ (#327) heeft wat dat betreft een meer sprookjesachtige invalshoek. Tijdens een wandeling bij het verdwenen dorp Marchimont, vindt Suske een duizend jaar oude ring. Deze bezit magische krachten en al snel blijkt Suske de uitverkorne te zijn die over deze krachten kan beschikken. Het is aan hem om de inwoners van Marchimont te redden van de kwade bosgeest Clamora.

Dit album voelde voor mij het meeste aan als een ouderwetse Suske & Wiske. Niet in de laatste plaats omdat Lambiks ego weer voor extra problemen zorgt, maar vooral ook omdat Suske en Wiske en folklore goed samengaan. En dan een snufje magisch realisme om het geheel af te maken.

Scène uit Het gebroken dorp.
Scène uit Het gebroken dorp.

Nieuwe reeks Jerom?
Een tikje anders, maar daarom ook erg leuk om te lezen, is de reeks Amoras waar ik al eerder wat stukken over schreef. Het vierde deel getiteld ‘Lambik’ is net verschenen en heeft wederom weer een krachtige, dramatische cover van Charel Chambré. In het album heeft Suske en Wiske-fan Frank Herben een cameo.

amoras_04_coverTijdens Stripfestival Breda sprak ik kort met Marc Legendre. ‘Het zesde deel is het laatste wat betreft Amoras. Daarna is het verhaal ook helemaal klaar,’ beloofde de schrijver. Toch ziet het ernaar uit dat het succes van Amoras Standaard Uitgeverij naar meer smaakt. In oktober startte de uitgeverij de website Force of gold waarop wordt aangekondigd dat op 26 november 2014 een nieuwe held zal ontwaken. Dit zou het startschot kunnen zijn van een nevenreeks omtrent Jerom. Ik ontving vorige week ook al een ansichtkaart ter promotie hiervan waarop een in gouden kostuum gestoken figuurtje staat. Ik ben benieuwd.