Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Daar is The Hobgoblin!

Tegenwoordig struikel je over de Goblins in Spider-Man verhalen, maar toen in de jaren tachtig The Hobgoblin geïntroduceerd werd, was dat iets nieuws.

Toen ik begon met het lezen van Spider-Man-strips was ik een jaar of acht. Norman Osborn alias the Green Goblin was al jaren dood. Er werd wel eens naar hem gerefereerd in een verhaal, maar totdat Juniorpress begon met het uitgeven van Spider-Man Klassiek met daarin oude strips uit het verleden van Spider-Man, had ik nooit verhalen met the Green Goblin gelezen. Dat maakte dat de komst van de Hobgoblin des te harder aan kwam. Wat een fantastische schurk was dat!

Hij zag er allereerst al erg eng uit met zijn rode ogen, enge gezicht en hoodie. Dan had hij ook nog eens een snelle goblin glider waarop hij rond kon vliegen en die een prachtig rookspoor van uitlaatgassen achter zich liet. Hij gooide met halloweeneske pompoenbommen en vlijmscherpe vleermuizen. Dat laatste wapen moet de advocaten van Bruce Wayne toch hebben doen nadenken over een rechtzaak copyright infringement, want ze lijken natuurlijk erg veel op de batarangs van Bats. Maar goed, stelen van anderen was ook precies waar Hobgoblin goed in was. Zijn hele kloffie en wapens had hij immers van The Green Goblin ontvreemd. Daar is een goede reden voor.

spider-man-hobgoblin

The Hobgoblin is een creatie van schrijver Roger Stern en tekenaar John Romita Jr. Hij was hun antwoord een veel gestelde vraag: wanneer komt the Green Goblin terug?

Stern:

‘Everyone wanted the old characters back and they kept requesting the Green Goblin. Norman Osborn was the Green Goblin and he was dead. Harry Osborn only thought he was the Green Goblin. He had been crazy at the time, but he was better now. Besides, Harry didn’t have Norman’s super-strength and he would have gotten a terrible groin strain the first time he tried to ride that bat-glider across town. A normal guy just couldn’t straddle a jet engine without disasterous consequences! I didn’t want to bring in a new Green Goblin so I figured maybe I could meet the readers halfway. I decided to bring in a new guy who would steal the Goblin’s stuff and reconfigure it enough so that he was a new character.’ (DeFalco 2004: 105-106)

De introductie van Hobgoblin in Amazing Spider-Man #238-239 is een van de beste Spider-Man-verhalen ooit, want een vakkundig opgebouwde en zeer spannende thriller. Normaliter duiken de tegenstanders van Spider-Man zo maar in een verhaal op als we hen voor het eerst zien. Ergens halverwege doen ze dan in flashback snel hun oorspong uit de doeken. Niet bij dit verhaal over Hobgoblin: we zijn getuige van hoe hij aan de spullen van de Goblin komt en hoe hij deze naar eigen smaak modificeert en zijn eigen identiteit creëert. Het zou een prima eerste acte zijn in een nieuwe Spider-Man-film. Sterker nog: ik hoop dat ze ooit de Hobgoblin saga gebruiken als basis voor een Spidey-film.

Het verhaal begint bij Peter Parker en zijn Tante May. May heeft haar woning opengesteld voor leeftijdsgenoten en het huis van de Parkers is nu dus een soort van bejaardentehuis voor zelfstandig wonende ouderen. Peter, May en Mays vriend Nathan zitten bij de notaris om nog het een en ander te regelen. Als ze later over straat lopen, worden ze bijna omver gereden door een auto die uit een steeg snelt. Als Peters instinkt hem niet had gewaarschuwd, waren ze nu dood geweest. De auto wordt achtervolgt door de politie die halt houdt om te vragen of alles goed is met het trio. De politie vertelt dat ze een stel bankovervallers achtervolgen. Gesneden koek voor Spider-Man natuurlijk, die meteen in aktie komt en meelift op het dak van de politiewagen. Spidey springt over naar de auto van de criminelen en weet ze snel uit te schakelen. Een van de boeven weet uit de auto te springen. Het voortuig crasht en Spidey zet de achtervolging in. De schurk gooit een rookbom naar Spidey en weet via het riool te ontsnappen. Spider-Man geeft zijn zoektocht al snel op en terwijl Peter zijn camera van het dak van de politieauto haalt, ontdekt de voortvluchtige bankovervaller een geheime schuilplaats die vroeger van the Green Goblin was. De ruimte hangt vol met zijn spullen: kostuums, computers, wapens en dagboeken.

ASM-238-greengoblin_hideout

Op de redactie van The Daily Bugle levert Peter later zijn foto’s in en hoort hij dat de boef vlakbij een magazijn van Osborn Industries is ontsnapt. Op dat zelfde moment toont de bankovervaller, Georgie, aan een onbekende de schuilplaats van the Goblin. De nieuwe bezoeker draagt een gleufhoed en lange jas en we zien gedurende de hele strip zijn gezicht niet. Jarenlang zou de ware identiteit van de Hobgoblin een groot geheim blijven. Hij werd meerdere keren ontmaskerd, maar dat bleken altijd dwaalsporen te zijn en mensen die er door Hobgoblin zelf waren ingeluisd.

ASM-238-hobgoblin-hideoutAls de mysterieuze man zeker weet dat Georgie alle spullen van the Green Goblin bij hem heeft afgeleverd, en het magazijn van Osborn heeft doen afbranden, ruimt hij Georgie uit de weg. Nu kan Hobgoblin met de spullen van Norman Osborn aan de slag. Hij geeft de kostuums een nieuw kleurtje, namelijk grijs met oranje, en maakt nieuwe maskers. The Hobgoblin is geboren.

ASM-238-hobgoblin-mask

ASM-238-hobgoblin-intro

Wordt vervolgd…

Door Michael Minneboo

Michael Minneboo is een freelance journalist gespecialiseerd in popcultuur, fancultuur, strips, film, online media en beeldcultuur. Hij schrijft over onder andere comics, Nederlandse strips & animatie en interviewt makers uit binnen- en buitenland. Daarnaast geeft hij lezingen en adviseert hij particulieren en bedrijven over bloggen.

6 reacties op “Spidey’s web: Daar is The Hobgoblin!”

Jack O’Lantern mag dan de show stelen op een Halloweenfeestje, als internationale terrorist is hij wel het sukkeltje van de klas.
Deze cover van Peter Parker the Spectacular Spider-Man #56 (July 1981) is getekend door Frank Miller. Miller was toen nog een relatief nieuw talent en zoals je ziet, goed in staat om mooie, dramatische illustraties af te leveren. De cover markeert de eerste confrontatie tussen Spidey en Jack O’Lantern. Met zijn brandende pompoenenhelm zou deze terrorist niet misstaan op een Halloweenfeestje of in een amusante horrorfilm. Toch is hij, in tegenstelling tot bijvoorbeeld the Green Goblin of Hobgoblin, die ook allebei op zo’n feestje thuishoren, een beetje een sukkel.
Zijn outfit is een soort van harnas dat hem beschermd tegen kogels en dergelijke, dus handig. Maar hij heeft ook een pogo-platform waarop hij zich voortbeweegt. Als een manisch haasje springt Jack O’Lantern met dat ding alle kanten op, de weerkaatsing tegen muren en vloeren gebruikend om verder te komen. Ik kan me een makkelijker voertuig om mee te ontsnappen voorstellen. Ik denk zelfs dat je meer hebt aan een BMX crossfiets die toentertijd zo populair waren.
Maargoed, hij schiet wel laserstralen af met een polsband, en daar moet je natuurlijk wel voor oppassen. En meedogenloos is hij wel. In het verhaal blijkt dat Jack samen met zijn handlangers een hele ambassade gegijzeld hield, maar werd verslagen door Machine Man. In coma geraakt door een eigen explosie wordt Jack naar het ziekenhuis gebracht waar wel meer superschurken worden behandeld.
Maar er is meer aan de hand dan men op het eerste gezicht denkt. Jack heeft namelijk zichzelf in coma gebracht door een drug te nemen die hij in zijn holle kies had verstopt, zodat de politie hem naar het Bellevue hospitaal zou brengen. Jack O’Lantern heeft bedacht dat het makkelijker ontsnappen is uit een ziekenhuis dan uit een gevangenis. Hij ‘ontwaakt’ dan ook zodra zijn handlangers hem komen bevrijden.
Dan besluit de schurk om het ziekenhuis gegijzeld te houden en tien miljoen dollar losgeld te eisen. Dom, want een van de aanwezigen is Nathan Lubensky, de vriend van Tante May. Als May haar neefje opbelt om te vertellen dat haar vriendje wordt gegijzeld en vraagt of Peter bij haar langs wil komen om haar te steunen tot de narigheid voorbij is, duurt het niet lang voordat Spider-Man door het Bellevue ziekenhuis over het plafond kruipt om de terroristen uit te schakelen.
Dat kost hem relatief weinig moeite, en eigenlijk levert Jack O’Lantern ook niet al te veel problemen op. Spider-Man kan zijn laserstralen makkelijk ontwijken.
Als Jack O’Lantern op zijn pogo-platform naar buiten vlucht, raakt Spidey het platform met een webdraad. Als Jack net rond een vlaggenmast springt en Spidey het webdraad hard aantrekt, vliegt de terrorist richting Spider-Mans vuist. Een ferme knal is genoeg om Jack O’Lantern op de grond te krijgen.
Echt lastig wordt het pas voor Spider-Man als hij later zijn tante bezoekt. Die is natuurlijk heftig teleurgesteld in haar neefje Peter Parker omdat hij niet eerder opdaagde om haar te steunen. Typisch Parker: als Spider-Man heeft hij de mensen kunnen redden, maar hierdoor lijkt het alsof Peter een onverantwoordelijke jongen is waar je absoluut niet op kunt bouwen. Kortom, Peter heeft weer eens pech. Toch valt het leed ook wel weer mee als je bedenkt dat Peter niet Jack O’Lantern is.
Saillant detail: dit verhaal werd geschreven door Roger Stern en de breakdowns (potloodschetsen) zijn gemaakt door Jim Shooter, toen ook de editor-in-chief van Marvel. Jim Mooney inkte Shooters tekeningen.

Lees ook:Spidey’s web: Daar is The Hobgoblin!Spidey’s web: Spider-Mans eerste confrontatie met the HobgoblinSpidey’s web: Altijd HalloweenSpidey’s web: Hoe zal dat aflopen?Spidey’s web: Familierelaties ontmaskerd

Reacties zijn gesloten.