Categorieën
Mike's notities

Uit de mond van een ware poëet

Uit bovenstaand fragment blijkt dat Paul Simon schrijft voor het plezier van het schrijven en vanwege het plezier dat hij in het zingen heeft. En sommige nummers schrijft hij om bepaalde dingen te verwerken, om zich emotioneel uit te drukken en spanningen die hij ervaart te verlichten.

Ik vind dat een mooie en waarheidsgetrouwe gedachte.
De kunstenaar die iets voor zichzelf maakt, maar niet per se iets naar anderen probeert te communiceren. Tegelijkertijd bieden Simons liedjes herkenbare en inleefbare emoties waarin we graag onszelf herkennen. Kunst geeft immers bij uitstek de ruimte om als toeschouwer/luisteraar er zelf iets mee te doen, om het werk als het ware een eigen interpretatie te geven.
Het nummer ‘Homeward Bound‘, dat later in dezelfde clip gezongen wordt door Simon, is een van mijn favoriete Simon & Garfunkel-liedjes. Het gevoel dat Paul Simon hier verwoord is universeel: iedereen die lang onderweg is heeft het wel eens ervaren. Dat je ver weg van huis soms het gevoel hebt dat je van jezelf vervreemd en dat je weer verlangt naar de geborgenheid die je ervaart in de thuisbasis. Het liedje gaat natuurlijk ook over een zanger die niet langer gelooft in wat hij zingt. Misschien omdat de ideeën die de liedteksten uitdrukken niet meer de zijne zijn. Het vertolken van de liedjes is dan slechts een act, een lege performance, betekenisloos voor de uitvoerder. Het overkomt een ieder die werk doet waar hij of zij niet achter kan staan. Dat kan een tijdje goed gaan, maar uiteindelijk werk je jezelf leeg.Tenminste, dat is wat het liedje bij mij oproept. Die interpretatie hoeft natuurlijk helemaal niet overeen te komen met wat Simon ermee bedoelde. Dat is juist zo mooi aan poëzie en kunstuitingen, dat ze voor een ieder iets anders kunnen betekenen. Simons gedachten bij Homeward bound zijn dan ook anders dan de mijne. In 1990 zei de zanger zelf het volgende over het nummer in een interview met Song Talk Magazine:

“That was written in Liverpool when I was traveling. What I like about that is that it has a very clear memory of Liverpool station and the streets of Liverpool and the club I played at and me at age 22. It’s like a snapshot, a photograph of a long time ago. I like that about it but I don’t like the song that much. First of all, it’s not an original title. That’s one of the main problems with it. It’s been around forever. No, the early songs I can’t say I really like them. But there’s something naive and sweet-natured and I must say I like that about it. They’re not angry. And that means that I wasn’t angry or unhappy. And that’s my memory of that time: it was just about idyllic. It was just the best time of my life, I think, up until recently, these last five years or so, six years… This has been the best time of my life. But before that, I would say that that was.” Bron: Songfacts.com.

Hieronder een andere, maar zeker niet minder mooie uitvoering van dit nummer:

Categorieën
Strips

Frankfurtherprijs voor Kolk, Van Tol en Plasterk

Stripmakers Jean-Marc van Tol en Hanco Kolk krijgen de P. Hans Frankfurtherprijs 2009 van het Stripschap uitgereikt op de aankomende Stripdagen in Houten. Minister Ronald Plasterk (OC&W) krijgt hem ook. Alle drie hebben de heren zich in het afgelopen jaar goed ingezet voor het medium strip.Zo zijn Kolk en Van Tol naar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gestapt met een plan om het voortbestaan van dit unieke medium aan de basis aan te pakken en daarmee nieuwe kansen te geven. Drie pijlers van hun plan, het opzetten van een opleiding aan een kunstinstelling voor de opleiding van nieuw talent, het creëren en reguleren van subsidie voor stripmakers die iets bijzonders willen doen en het mogelijk maken van een nieuwe stripprijs, waar een groot geldbedrag aan hangt, zijn inmiddels gerealiseerd. Ook hebben we tegenwoordig een heuse stripintendant. Aan andere plannen wordt gewerkt.
Het Stripschap wil de prijs ook aan Plasterk geven omdat ‘hij iets gedaan heeft wat al zijn voorgangers nagelaten hebben, namelijk inzien dat de strip naast al die andere kunstvormen een volwaardige en unieke kunstuiting is,’ aldus het Stripschap. De P. Hans Frankfurtherprijs (vernoemd naar de overleden oprichter van het Stripschap) wordt ieder jaar uitgereikt aan een persoon of personen die zich in het afgelopen jaar op bijzondere wijze heeft ingezet voor het medium strip.Lees ook: Barbara Stok wint de Stripschapprijs

Categorieën
Film

De mooiste filmposter van Nederland

Je zou bijna vergeten dat naast een goede trailer een doeltreffende filmposter ook bezoekers naar de bioscoop kan lokken. De filmwebsite Cinema.nl organiseert dit jaar daarom voor de negende keer de Afficheprijs.Uit 53 posters van Nederlandse films heeft een vakjury vijf posters genomineerd. Het betreft de affiches van de films Angst (ontwerp Sander Plug), De laatste dagen van Emma Blank (Alex van Warmerdam), Nothing Personal (Susanne Keilhack & Joost Hiensch), Oorlogswinter (Sara Simpson & Richie Burridge) en De Storm (Michael van Randeraat).Uiteindelijk bepaalt het publiek welke uiteindelijk de winnaar wordt. De uitreiking vindt plaats op woensdag 30 september live in het Nederlands Film Festival Journaal dat tijdens het festival dagelijks wordt uitgezonden op Nederland 2. De prijs bestaat uit een geldprijs van € 2.500 en een wisseltrofee (een ingelijst affiche van de klassieker Jonge Harten, ontworpen door Titus Leeser). Ja, dat laatste vind ik ook een beetje een rare prijs. Waarom moet men de poster na een jaar weer doorgeven en krijgt de winnaar niet gewoon een herdruk van de betreffende poster? Nou goed, mocht je je geroepen voelen om mee te stemmen dan kan dat tot en met 28 september 24.00 uur op www.cinema.nl/afficheprijs. Maar zie ook: www.afficheprijs.nl, een nieuwe site gewijd aan posters van Nederlandse films.Zelf vind ik de posters van Angst en Nothing Personal erg mooi. Ook de poster van de film over de theatervoorstelling van Theo Maassen kan mij zeer bekoren door het slimme design, maar die haalde de selectie van vijf niet. De poster van De Storm doet me teveel aan een foute Hollywood-film a la Titanic denken. Hieronder de mening van de vakjury over mijn twee favoriete prenten.Angst – ontwerp Sander Plug
De kwaliteit van het affiche voor de documentaire Angst van Michiel van Erp wordt in hoge mate bepaald door de intrigerende foto. Als toeschouwer word je onmiddellijk betrokken bij een pijnlijk leven achter de luxaflex. Een wereld die wordt bepaald door angststoornissen. Het affiche roept herinneringen op aan de poster voor Body Double van Brian De Palma. De luxaflex werkt als een scherm dat opgetrokken lijkt te worden en anderzijds iets verbergt. Je voelt je bijna een voyeur die deelgenoot van iets wordt gemaakt. Het personage achter de luxaflex kijkt je recht in de ogen, alsof ze zich ervan bewust is dat ze bekeken wordt. Nothing Personal – ontwerp Susanne Keilhack & Joost Hiensch / Shosho
De kwaliteit van deze poster zit ‘m in de minimalistische aanpak, maar het in lakens gewikkelde lichaam geeft een extra dimensie, die je in eerste instantie makkelijk kunt missen. De vrouw is wakker, de manier waarop ze het lichaam vasthoudt, verraadt emotie. Haar foetushouding onderstreept haar kwetsbaarheid, maar in haar houding zit ook iets beschermends en krachtigs. Wat de poster zo intrigerend en effectief maakt, vanuit esthetisch én marketing oogpunt, is de visuele aantrekkingskracht gecombineerd met het feit dat je niet precies weet wat er gebeurt. Is het een psychologische thriller, een liefdesverhaal, een moordmysterie? Het doet er niet toe. De poster is een blikvanger, hij eist je aandacht op. Maar hij schreeuwt zijn boodschap niet uit, het beeld doet zijn werk perfect.

Categorieën
Media

09-09-09: Hoor jij het verschil?

Vandaag is officieel de Beatles-box uitgekomen met remasterversies van alle albums. Ik ben een groot fan van de Fab Four, maar zal ik deze collectie aanschaffen of is er sprake van een minimaal kwaliteitsverschil?Het is natuurlijk fantastisch dat er door middel van deze cd-release en een game als Rock Band weer frisse aandacht is voor een van de grootste bands aller tijden. Het biedt de jongere generatie een kans kennis te maken met The Beatles. Toch twijfel ik of ik deze cd-box moet aanschaffen. Ik heb immers al het merendeel van de cd’s in huis. Waarom zou je immers de boel dubbel aanschaffen? En als ik muziekkenner Leo Blokhuis mag geloven, hoor je de verbeterde geluidskwaliteit van de remasters alleen als je heel goede apparatuur in huis hebt. Super hi-fi dus. Gisteren bij De Wereld Draait Door hoorde in ieder geval niemand het verschil.

Producer/componist Rob Bolland liet gisteren in NOVA horen dat er wel degelijk verschillen zijn tussen de oude cd’s en de remasters. Maar goed, hij luistert zijn cd’tjes ook in een professionele geluidstudio. Daar kan mijn blikken torentje niet tegenop. En een iPod natuurlijk ook niet. Nu hoef je tegenwoordig geen cd meer te kopen om hem de muziek te kunnen luisteren. Jaap Stronks van Bright schrijft vandaag dat alle cd’s al via torrentsites te downloaden zijn, maar maakt terecht de opmerking dat je met mp3 het verschil met de oude versies niet zult horen. Helemaal mee eens, want hoe goed de compressie tegenwoordig ook is, ik blijf altijd verschil horen tussen mp3 en het cd-format. Daarom maakt het mij ook niet uit of The Beatles ooit via iTunes te krijgen zijn of niet. Bovendien wil ik gewoon cd’s in de kast hebben staan in plaats van alleen vage nummers op een display te hebben als ‘platencollectie’.
Na het zien van het Nova-item sprak ik DJ/cartoonist/muziekliefhebber Hallie Lama aan de telefoon. Hij is enthousiast over het uitkomen van de Beatles-box, want ook bij de remasters van The Doors-cd’s een paar jaar geleden kon hij ook thuis duidelijk een verschil horen.
Tja, wat te doen? Toch maar naar de winkel omdat ik als zelfuitgeroepen Beatles-fan niet kan achterblijven met de meute? (En omdat ik stiekem toch wel heel gevoelig ben voor mooi verpakte cd-collecties?) Misschien, maar dan wel op zijn Hollands. Over een paar maanden is de box vast al voor een meer gunstiger prijs dan ruim 200 euro te krijgen.
Lees ook: The Beatles en Funny people.

Categorieën
Video

Vurige video

Bosbranden in Californië komen ieder jaar voor. Je hoort erover in het nieuws, ziet soms wat beelden van rook en vernietigde huizen en vergeet alles vervolgens weer, want je woont er toch niet in de buurt.Onderstaande video is gemaakt door Cathy Davies, die daarvoor Idle Time Software gebruikte. Een applicatie die ze zelf ontwikkelde. De video laat wat mij betreft goed zien wat voor vernietigende kracht van het vuur uitgaat zonder dat er beelden van verkoolde huizen vertoond worden. Als de avond is gevallen, zien de vlammen er in het donker extra dreigend uit. Vooral omdat het licht in de loop van de tijd de duisternis opvreet.
Door het contrast van de licht-donker vlakken heeft het beeld welhaast een abstracte kwaliteit. Soms kan cinema heel simpel zijn.

http://youtu.be/lwUhxDpt3nk

Categorieën
Film Filmrecensie

The Beatles en Funny People

Vanaf zaterdag begint de Beatles-week bij de BBC. En ook de film Funny People die 3 september in première gaat, bevat enkele rake (solo) Beatlenummers. Persoonlijk kan ik geen genoeg van ze krijgen, The Beatles. De band mag dan sinds november 1969 uit elkaar zijn, er gaat bijna geen week voorbij zonder dat er niet een van hun albums in de la van de cd-speler ligt te draaien. Tijdloos vind ik ze en tot op de dag vandaag inspirerend. Zo denkt regisseur Judd Apatow er kennelijk ook over: hij gebruikte maar liefst drie liedjes van Beatles in zijn nieuwste film Funny People. In Funny People krijgt stand-upcomedian George Simmons (Adam Sandler) te horen dat hij ernstig ziek is en nog maar kort te leven heeft. Hij huurt opkomend talent Ira Wright (Seth Rogen) in als persoonlijke assistent en grappenbedenker, want Simmons besluit na jaren flauwe Hollywood-films gemaakt te hebben het standup circuit weer in te gaan. Wanneer Simmons afscheid heeft genomen van vrienden en familie, en in het bijzonder met zijn ex Laura op wie hij nog steeds gek is, blijkt hij op wonderbaarlijke wijze genezen te zijn. Simmons krijgt een tweede kans en besluit om zijn ex voor zich terug te winnen. Hij is van plan om niet langer de egoïstische eikel te zijn die hij altijd was, maar of hem dat gaat lukken is nog maar de vraag.Slechte dag
De film begint met Paul McCartney’s ‘Great Day’ van het album Flaming Pie (1997). Het liedje wordt ironisch gebruikt, want we zien tijdens de openingssequentie hoe Simmons zijn bed uit komt op de dag dat hij te horen krijgt dat hij ernstig ziek is. Voor hem is het dus niet zo’n beste dag.Op een gegeven moment huurt Simmons sessiemuzikanten in om thuis mee te jammen. Het nummer dat hij speelt is ‘Real Love’ van John Lennon. Hij voelt zich zielig en alleen. Voor wie de songtekst erbij pakt is het niet moeilijk voor te stellen dat Simmons dit liedje zingt voor zijn ex Laura (Leslie Mann):

All my little plans and schemes
Lost like some forgotten dream
Seems like all i really was doing
Was waiting for you

Overigens werden er tijdens de opnames acht tot tien nummers opgenomen tijdens de jamsessie omdat Apatow in de montage wilde zien welk nummer het beste zou passen. ‘Photograph’ van Ringo Starr is ook opgenomen en zal waarschijnlijk op de extra’s bij de dvd zitten. Ook komt in de film John Lennons ‘Watching the Wheels’ nog ergens voorbij. Van komedie tot relatiedrama
Helaas is de film Funny People niet van dezelfde kwaliteit als de gebruikte nummers. Hoewel het uitgangspunt een boeiende film kan opleveren, is de derde rolprent van Apatow erg uit balans. Het begint allemaal goed en de comedians doen hun naam eer aan met goede grappen. Halverwege slaat de film om van zwarte komedie in een tenenkrommend familiedrama waar nog maar weinig om te lachen valt. Wanneer Simmons weer beter is en naar het huis van zijn ex afreist om alles weer recht te breien, stuit hij op haar huidige echtgenoot. Deze wordt gespeeld door Eric Bana. Bana slaagt erin de ongeloofwaardigste Australiër ooit neer te zetten. Een hele prestatie als je je bedenkt dat Bana zelf Australiër is. Overigens is met de rest van de cast weinig mis. Sandler speelt deze dramatische rol vol overtuiging en de cameo’s van bekende Amerikaanse grappenmakers zijn vermakelijk en verlenen het verhaal een zekere geloofwaardigheid.Had Apatow maar wat meer de mes in de film gezet en het credo less is more in zijn achterhoofd gehouden. Zijn levenlange fascinatie met stand-upcomedians had hem toch moeten leren dat een goede grap valt of staat met de timing waarin deze verteld wordt. Een afgeslankte filmversie was ongetwijfeld beter geweest. Funny People draait sinds 3 september in de Nederlandse bioscoop.Beatles-week
Maar goed, we hadden het over de vier jongens uit Liverpool. De komende week is het Beatles-week op de BBC 2&4. De aanleiding hiervoor is de computergame The Beatles Rockband die woensdag 9 september uitkomt. De gamer kan net als bij Guitar Hero met een plastic gitaartje meespelen met geanimeerde bandleden. Ook komen er een reeks remasters uit.Op de BBC wordt onder andere de documentaire The Beatles on Record uitgezonden. In de acht jaar sinds hun eerste stappen in de Abbey Road Studio in 1962 maakte de Beatles een hele groei door als muzikanten, een ontwikkeling die is vastgelegd in de studioalbums die ze in die jaren maakten. De documentaire brengt die studiojaren in beeld met zeldzaam archiefmateriaal, foto’s en outtakes. The Beatles vertellen in hun eigen woorden hun geschiedenis. Over de mythe dat The Beatles zouden hebben bijgedragen aan het uiteenvallen van de Sovjet Unie gaat de documentaire Storyville: How the Beatles Rocked the Cremlin. Ook de film Help!(Richard Lester, 1965) wordt weer eens vertoond. Dit keer in gerestaureerde versie. Dus eigenlijk hoef je helemaal de bioscoop niet in deze week. Er is genoeg Beatles-vertier bij de BBC. Misschien moet je alleen even de deur uit om de soundtrack van Funny People aan te schaffen. Trailer Funny People:Deze post staat ook op het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Strips

Eppo, Eisner en Pulpman: Passie voor de strip in al zijn facetten

Het Nederlandse striplandschap is recent verrijkt met drie stripbladen. Voor de liefhebber van literaire stripverhalen is er Eisner; voor prikkelende pulpstrips is er Pulpman, terwijl Eppo vooral de nostalgische lezer bedient.

Het stripblad Eisner is gewijd aan de grafische roman en bevat korte beeldverhalen met literaire ambities. Vorig jaar november verscheen het eerste nummer in 2500 exemplaren bij uitgeverij Podium. Het stripblad is vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner die naar verluidt de term graphic novel introduceerde om uitgevers te interesseren voor zijn strip A Contract with God (1978). Grafische roman klinkt in de oren van een literaire uitgever immers beter dan strip, een medium dat in eerste instantie geassocieerd wordt met leesvoer voor kinderen. De redactie van Eisner hoopt dit beeld te veranderen en literatuurminnende lezers kennis te laten maken met strips voor volwassenen. Hoofdredacteur Erik Noomen, die recent het stokje overnam van Ward Wijndelts: ‘Een vorm die gebruikt wordt om een Asterixverhaal te vertellen kan ook worden ingezet voor het vertellen van een verhaal over het Midden-Oostenconflict.’ Bij de selectie van de strips gaat de redactie vaak uit van de stripmaker, laat Noomen weten. ‘De tekenaar moet iets eigens hebben en het verhaal visuele zeggingskracht.’De Eisner-redactie heeft een eclectische en uiteenlopende smaak: in de twee nummers die er tot nu toe zijn uitgebracht staan onder meer een sfeervolle stripbewerking van het horrorverhaal ‘The outsider’ van H.P. Lovecraft door Erik Kriek, twee sleutelscènes uit de roman Het Diner van Herman Koch verstript door getalenteerde nieuwkomer Merel Barends, een bijdrage van Michiel van der Pol waarin hij vol zelfspot jeugdherinneringen over zijn seksuele voorlichting verhaalt en ook gerenommeerd werk van internationale stripmakers als Daniel Clowes die in ‘Art School Confidential’ met bijtende humor het kunstonderwijs portretteert. Door die diversiteit is Eisner een aardige staalkaart van wat het beeldverhaal te bieden heeft. De geselecteerde voorpublicaties die ook in het blad staan vormen echter zelden een afgerond verhaal, wat een onbevredigende leeservaring oplevert.In de toekomst hoopt Noomen enkele bekende namen uit de literaire wereld aan het blad te verbinden. Arnon Grunberg heeft toegezegd een stripscenario te schrijven op basis van een van zijn reisreportages en Robert Vuijsje, winnaar van de Gouden Uil voor zijn debuut Alleen maar nette mensen, zal ook een script schrijven.

Pulpman: Pulp voor de liefhebber
Waar Eisner drie keer per jaar staat voor de literaire en poëtische strip, vertegenwoordigt Pulpman iedere zes weken de andere kant van het spectrum: vermakelijke pulpverhalen waarin op expliciete wijze en zonder schroom de duistere kanten, driften en zwakheden van de mens worden belicht. Vaak met de titelfiguur van het blad, een naargeestig mannetje met een clownesk gelaat, in de hoofdrol. Net als bij de andere stripbladen beoogt de redactie als keurmerk te fungeren. ‘Pulpman zoekt naar de parels van de pulp. […] Uitgangspunt voor een goede strip blijft vakmanschap: een tekenaar die kan tekenen, met swung en dynamiek, een verhaal vertellen, karakters neerzetten en een sterke lay-out,’ aldus het voorwoord in de eerste Pulpman die februari dit jaar in een bescheiden oplage van 800 stuks van de drukpers rolde. Vervang het woord ‘pulp’ voor ‘beeldverhaal’ en dezelfde introductie had ook in Eisner kunnen staan.Stripmaker, schilder en illustrator Fred de Heij en uitgever Ger van Wulften initieerden Pulpman uit eigen behoefte. De Heij: ‘Ik wilde altijd al een striptijdschrift hebben en ben uitgegaan van wat ik het allerleukste vind.’ Omdat De Heij het merendeel van de strips en achtergrondartikelen verzorgt drukt hij een duidelijke stempel op het blad. Zijn verhalen zijn over the top, eindigen geregeld met een onverwachte wending en zijn dikwijls pornografisch.

Net als Eisner bevat Pulpman originele verhalen en voorproefjes van nog uit te komen strips. Mede dankzij de korte introductie van de gasttekenaars geeft Pulpman een aardig, zij het wat willekeurig beeld van het begrip pulpstrip. De Heij en gastschrijvers als Peter Breedveld, striprecensent van Vrij Nederland, lichtten in de artikelen uiteenlopende onderwerpen uit. Hoewel De Heij zijn persoonlijke visie geeft komt de nieuwsgierige lezer veel te weten over bijvoorbeeld de geschiedenis van pulpstrips en de invloed van Joodse makers op de Amerikaanse stripindustrie. De toon van Pulpman is die van een dikke knipoog en een tikkeltje tegendraads. Het zal geen toeval zijn dat in het eerste nummer de Eisner wordt gerecenseerd. Zelfs over een op het eerste gezicht onschuldige en oubollige jongensstrip als Bob Evers (uit de Eppo) weet De Heij te vertellen dat deze zijn oorsprong heeft in een strip die in het nationaal-socialistische blad Jeugd werd gepubliceerd.

Gezien de toon en de verheerlijking van pulp ligt het voor de hand om het blad te zien als tegengeluid op de graphic novel. Toch stellen de makers duidelijk dat ze nergens tegenaan willen schoppen. Het plezier en de passie die de bladmakers voor pulpstrips hebben straalt Pulpman zeker uit en werkt aanstekelijk.Eppo, een nostalgisch stripblad
In het midden tussen Eisner en Pulpman bevindt zich de Eppo. Dit tweewekelijkse stripblad bevat voorpublicaties van mainstream strips, het soort waar je het eerste aan denkt als je het woord strip hoort: Storm, Agent 327, Franka en Dirkjan. Het gros bestaat uit onschuldige avonturen- en humorstrips die, net als sommige verhalen in Pulpman, in afleveringen verschijnen. In tegenstelling tot Eisner dient van deze bladen dus ieder nummer aangeschaft te worden om niets van de vervolgverhalen te missen.

Voorpublicaties zijn misschien vervelend voor de ongeduldige lezer, volgens Eppo-hoofdredacteur en initiatiefnemer Rob van Bavel zijn ze een belangrijke inkomstenbron voor stripmakers omdat de albumverkoop te laag is om van te leven. Daarbij wordt het ouderwetse Eppo-gevoel volgens sommigen juist gekenmerkt door het in spanning afwachten tot het nieuwe nummer weer op de deurmat valt.

Eppo werd in januari dit jaar nieuw leven in geblazen. Het stripblad verscheen oorspronkelijk van 1975 tot halverwege de jaren tachtig. Na talloze naamswijzigingen en samenstellingen verdween het in 1999 van de markt. De nieuwe Eppo lijkt voort te komen uit een drang naar nostalgie, want het merendeel van de strips stond ook in de eerste incarnatie van het blad. Volgens Van Bavel is Eppo ook niet voor kinderen bedoeld, maar voor de dertigplussers die het vroeger ook lazen: ‘Jongeren vanaf zes jaar lezen geen strips meer, die gaan liever gamen of online. Dat is ook de reden dat de oude Eppo uiteindelijk is verdwenen: ze hielden vast aan de jeugd als doelgroep.’ Toch hoopt hij dat de Eppo van papa ook wordt ingekeken door nieuwsgierige lezertjes.

Hoewel de interviews in het blad interessant leesvoer zijn en de achtergrond en methodiek van de stripmakers inzichtelijk maken, wekt de toon van de redactionele teksten niet de indruk dat volwassenen worden aangesproken. Desondanks lijkt Eppo een succes: met een oplage van 25.000 exemplaren is dit het grootste stripblad van Nederland.

Dit artikel verscheen eerder in VPRO Gids #34 onder de titel Nieuwe Avonturen.

Lees ook:

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

Vaarwel

Gisteren zei ik mijn oude huisje vaarwel. Mijn appartementje werd door een vertegenwoordiger van de huisbaas geïnspecteerd en goedgekeurd, waarna ik de sleutels kon inleveren en voor de laatste keer het pand verliet. Ik verliet mijn vertrouwde haven op weg naar nieuwe wateren.
Vanmorgen regelde ik de inschrijving in mijn nieuwe habitat.
Het nieuwe avontuur van samenwonen in de grote – echte – stad gaat nu werkelijk beginnen. Lees ook de vorige afleveringen van de verhuissoap:

Categorieën
Strips

Disney koopt Marvel: Krijgen we nu een Spiderman Donald Duck team-up?

Mickey Mouse samen met de Hulk in een strip of tekenfilm? We mogen hopen dat dit nooit zal voorkomen. Disney heeft echter vandaag laten weten Marvel te willen opkopen voor het leuke bedrag van 4 miljard dollar.‘It feels like Christmas morning,’ twitterde Joe Quasada, editor in chief bij Marvel, vanmorgen. Kennelijk zijn de mensen bij Marvel blij met de deal. Niet zo gek ook, want Disney opereert over de hele wereld en zou een goede partner zijn voor Marvel wat betreft distributie en infrastructuur. Disney is wat geld en macht betreft immers een grote speler in de wereld van de entertainment. Ook bezit Disney filmmaatschappij Pixar dus wie weet wat dat voor mooie animatiefilms gaat opleveren. Hoewel daar nu nog niet zoveel over te zeggen valt, sprak John Lasseter recent wel met de mensen van Marvel. En volgens de berichten was iedereen ‘enthousiast’. Het zou voor de fans van Marvel een verademing zijn, want eerlijk gezegd blinken de animatiefilms die Marvel nu uitbrengt niet uit als het gaat om technisch vernuft en verfijnde animaties.
Dat geldt overigens niet voor alle fans, die toch vooral bang zijn dat Disney zich inhoudelijk met de films en strips gaat bemoeien. Quasada bestrijdt dat idee en zegt dat er Marvel met de comics gewoon de koers blijft varen die nu is uitgestippeld. Niet dat die altijd even kritiekloos ontvangen wordt door de fans, maar dat ter zijde. Ik denk niet dat we snel een team-up tussen Spiderman en Donald Duck kunnen verwachten. Ik hoop het in ieder geval niet, want de twee werelden van Marvel Comics en Disney zijn praktisch onverenigbaar. Op inhoudelijk vlak tenminste, vanuit zakelijk oogpunt is het een rooskleuriger verhaal.
Daarom snap ik wel waarom Disney geïnteresseerd is in Marvel. Ze krijgen er 5000 nieuwe personages bij, waarvan een aantal zeer populair zijn bij het grote publiek. Zoals Spiderman, X-men, Wolverine en Iron Man. Op dit moment is er een renaissance gaande van superheldenfilms, niet toevallig zijn dit allemaal Marvel-helden. En het einde hiervan is met Iron Man 2, het aangekondigde Spiderman 4, Deathpool, Wolverine 2, Thor, Captain America en de Avengers-films nog lang niet in zicht. Dat is natuurlijk big business. Marvel verdient veel meer geld met films en gelicenseerde producten als games en speelgoed dan met de strips zelf. Die zijn meer springplank geworden voor een hele diverse reeks nevenproducten. Dat hebben beide bedrijven met elkaar gemeen: ze slagen erin een x-aantal personages door middel van verschillende producten te verkopen: films, strips, speelgoed, games, tot en met badslippers met spiderman-logo toe.

‘Overname’
Illustratie: Hallie Lama.

Voor Disney betekenen al die superhelden het aanboren van een nieuwe doelgroep. Als je kijkt naar de tv-programma’s die Disney produceert en het speelgoed dat dit bedrijf op de markt brengt, (vooral veel prinsessen en feeën spul) dan is Disney toch vooral gericht op meisjes – even kort door de bocht gezegd. De superhelden van Marvel spreken traditiegetrouw toch vooral veel jongens aan.Disney heeft aangekondigd dat ze de bestaande distrubutie-afspraken die Marvel heeft met filmmaatschappijen zal erkennen, maar dat ze ter zijner tijd de films zelf op de markt wil brengen.Overigens moet de deal nog goedgekeurd worden door de antitrust review en de aandeelhouders van Marvel moeten nog akkoord gaan. Men hoopt voor het einde van het jaar de zaken rond te hebben.

Categorieën
Film Filmrecensie

Filmrecensie: You, the living

Zweedse lachspiegel’Vandaag gaat alles fout. Ik heb mijn dag niet,’ verzucht de tapijtverkoper in You, the living, de vierde speelfilm van de Zweedse regisseur en commercialmaker Roy Andersson. Deze uitspraak zou door bijna ieder personage in de film gezegd kunnen worden, want in de mistroostige wereld die Andersson toont, beklagen ze hun lot.Zoals de opgebrande psycholoog die na jaren praktijkdienst zelf depressief is geworden van zijn egocentrische patiënten en alleen nog maar zoveel mogelijk pillen voorschrijft. En het tienermeisje dat droomt van de rockgitarist die nooit terugbelt. ‘Probeer aan iets anders te denken,’ krijgt een ter doodveroordeelde te horen op het moment dat hij op de elektrische stoel wordt vastgebonden. Een absurde opmerking die direct Anderssons subtiele gevoel voor humor en de kern van zijn film duidelijk maakt. De regisseur vindt dat de westerse mens niet zo moet zeuren om onnozelheden en houdt het publiek in 57 korte tableaus een zwartkomische spiegel voor.
You, the living is net als eerdere producties volledig in Anderssons studio opgenomen waar de decors naar minutieus ontwerp zijn gebouwd. Een belangrijke rol is dan ook weggelegd voor de artdirection en de stijl van de film. Andersson draait de scènes in zorgvuldig gekozen totaalshots en beweegt zijn camera zelden. Het resultaat is een reeks prachtig uitziende en onderhoudende kunststukjes die – ondanks het uniforme ontwerp en het feit dat sommige personages gedurende de film terugkomen – geen echte eenheid wordt. Ook maakt de nadruk op de kunstmatige vorm dat de kijker zich niet snel betrokken voelt bij de in zichzelf gekeerde personages. Hierdoor is You, the living als spiegel niet geheel geslaagd.You, The Living, Zweden/2007. Regie: Roy Andersson. Met: Jessika Lundberg, Elisabet Helander, Björn Englund en Leif Larsson. (Lumière Home Entertainment). Reeds op dvd.Deze recensie stond ook in Zone 5300 #86.

Categorieën
Strips

Zó presenteert men een cartoonbundel

Vrijdagmiddag 27 augustus vond in Stripwinkel Lambiek in de Kerkstraat te Amsterdam de boekpresentatie plaats van Walhallie, de debuut cartoonbundel van Hallie Lama. Ondergetekende was getuige van en deelnemer aan een gezellige middag in het clubhuis van de Nederlandse stripwereld.Aanwezig waren Hallie’s posse uit Hilversum, collega’s, vrienden en natuurlijk uitgever Ger van Wulften en Esther Gasseling van uitgeverij Xtra die samen met Lama de geboorte van Walhallie #1 tot stand hadden gebracht. Ook Erik Noomen, de kersverse hoofdredacteur van Eisner, Hansje Joustra van uitgeverij Oog & Blik en stripintendant Gert Jan Pos lieten hun gezicht zien, al was het niet helemaal duidelijk of ze voor de boekpresentatie kwamen of voor de vrijdagmiddagborrel die traditiegetrouw iedere week op ongedwongen wijze in Lambiek plaatsvindt.
Omdat ik het voorwoord voor Walhallie heb geschreven, vroeg Hallie mij de middag in te luiden met een korte toespraak. Een verzoek waar ik met alle plezier aan gehoor gaf, want zoals vaste lezers van dit blog zullen weten, ben ik een fan van Lama’s werk. (Duh.) Daarna was het tijd om de boekjes te verkopen – daar hou je immers een boekpresentatie voor.Signeersessie
De rij voor de kassa was lang en Lama was dan ook tussen de drankjes, peuken en gesprekjes door druk met het signeren van zijn boekje. Eigenlijk een vreemd fenomeen als je erover nadenkt: een heel boekje vol met cartoons waarop de tekenaar maanden lang heeft zitten zwoegen (of in het geval van snelle tekenaar Lama toch minstens een week) en dan wil de koper alsnog een extra krabbel op het schutblad hebben. Ach, een beetje tekenkramp hoort bij de roem. Niemand hoorde Lama dan ook klagen. Sterker nog: hij leek prima in zijn nopjes.Lambiek was vrijdag dus weer een prima plek om de Nederlandse strip te vieren en plannen te maken. Er staan immers nog verschillende stripbeurzen en events op stapel dit jaar. De stripdagen in Houten en de beurs waar ik het meeste naar uitkijk: Turnhout. En 24 Hour Comics Day dat op 3 oktober in Lambiek zal plaatsvinden.
Hoewel de online activiteiten van Studio Nieuw Gehoer op dit moment op een laag pitje staan (lees: de tekenbattle ligt stil), zal het stripcollectief wel zijn gezicht laten zien op de aankomende stripbeurzen. Ook zijn de stripmakers van Studio Nieuw Gehoer allemaal druk met soloprojecten. Paul Stellingwerf brengt binnenkort Ziekehond op comic-formaat uit, Menno Kooistra smeedt snode plannen voor Bloeddorst the magazine en Mattt Baay heeft een paar stripverhalen in de pen zitten waar hij binnenkort mee aan de slag gaat. En Hallie Lama? Die gaat ongetwijfeld druk aan de slag met het tekenen van Walhallie 2, want de eerste bundel smaakte naar meer.Alle foto’s zijn gemaakt door Roos Manintveld.
Lees ook:

Categorieën
Bloggen

Drie jaar bloggen

Donderdag 27 augustus is de dag dat dit blog officieel drie jaar in de lucht is. In die tijd schreef ik zo’n 600 posts en droegen gastauteurs 35 stukjes toe. En beste lezers, wat mij betreft is het einde nog niet in zicht. Al is mijn bloggedrag wel veranderd in die drie jaar.

Toen ik begon met bloggen, hield ik me zoveel mogelijk aan de regels. Dat wil zeggen: op vaste tijdstippen posten en zeker niet meer dan één post per dag. Het liefste zelfs een dag rust tussen de verschillende berichten, zodat mensen de tijd hadden om alles te lezen. Een illusie natuurlijk. Maar ik nam haar serieus.

Toen ik een vijfdagenperweek baantje kreeg, schreef ik in het weekend de posts voor de komende week om deze met enige regelmaat online te zetten. Onder invloed van blogexperimenten en voorbeelden van anderen besloot ik dat strenge stramien los te laten. Tegenwoordig post ik bijna iedere dag. Soms meerdere malen op dezelfde dag. Dat geeft het blog meer een flow, vind ik. En op die manier stapelen de posts zich in de draft-versie niet zo op.

Daarbij voelt die manier van werken bevrijdend. En als bloggen iets moet zijn, dan is het wel vrijheid. Daarom ben ik meer gaan experimenteren met teksten. (De breinkoekjes-reeks is daar een voorbeeld van.)

Blogs veranderen mee met de acties, wensen en doelstellingen van de gebruiker. Ik schrijf tegenwoordig lang niet alleen meer voor Mike’s Webs. Een deel van de artikelen schrijf ik voor publicatie elders en zijn doorplaatsingen uit de VPRO Gids, van de blogs van Zone 5300 of andere sites. Sinds ik fulltime freelance is dit blog dus ook een beetje een portfoliosite geworden. Daarom is het accent dit jaar ook meer komen te liggen op het thema strips, omdat ik als stripjournalist actief ben. Al zitten er nog genoeg filmrecensies tussen om de mooie header die Merel Barends voor me maakte eer aan te doen.

De toekomst biedt dus vooral meer van het zelfde. Mijn obsessies zijn immers zwaar geworteld in mijn psyche en ik schrijf graag over ze. Al zijn er ook nieuwe plannen. Zoals de webvideo reeks Mike’s Webisodes waar ik snel mee hoop te beginnen. Een serie korte webvideo’s die regelmatig gepost zullen worden. Daarover binnenkort meer.

Tot die tijd… bedankt voor het lezen beste lezer!

Cheers,
Mike

Lees ook: