Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Robert Moses, de man die New York bouwde

Pierre Christin en Olivier Balez maakten een nogal schoolse biografische strip over de man die een duidelijke stempel op New York heeft gedrukt.

robert_moses_coverVan de jaren twintig tot de jaren zeventig van de vorige eeuw was Robert Moses de stadsplanner van New York. Hij heeft dus een flinke stempel gedrukt op een van de prachtigste steden op aarde. Moses liet talloze bruggen bouwen, liet een aantal van de beroemdste autosnelwegen van de stad aanleggen en verrijkte de stad middels parkways, stranden, tuinen, een dierentuin, zwembaden en speelterreinen. Ook zorgde hij ervoor dat er duizenden woningen bij kwamen.

Moses bekleedde meerdere functies, soms na elkaar, soms tegelijkertijd en werd lang op handen gedragen totdat zijn projecten wel erg megalomaan begonnen te worden. Zijn belangrijkste tegenstander wordt Jane Jacobs, journalist bij een architectenblad die mensen mobiliseert tegen de plannen van Moses omdat zij vindt dat alles lijkt te moeten wijken voor brede autowegen door de stad. ‘Ik denk soms dat Amerikaanse steden psychiatrische inrichtingen worden, bestuurd door de ziekste geesten,’ vertelt ze op het Architectural forum van 1956 en duidelijk doelend op Moses.

Moses sloopt dan ook hele wijken om zijn wegen te kunnen bouwen. Ook wordt de blanke Moses er op een gegeven moment van beschuldigd een racist te zijn omdat hij wel opvallend veel gebouwen sloopt waar Afro-Amerikanen in wonen.

robert_moses_straat robert_moses_batman

De strip Robert Moses: De man die New York bouwde, is interessant voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van New York. Balez trakteert de lezer op mooie tekeningen van de stedelijke architectuur. Op zich leent het verhaal van Moses zich voor mooi drama, maar scenarist Christin benut dit helaas op geen enkele manier. De strip volgt chronologisch het leven van Moses en is nogal schools van opzet. Educatief verantwoord, maar geen meeslepende vertelling. Erg jammer.

Pierre Christin en Olivier Balez. Robert Moses: De man die New York bouwde.
Uitgeverij Blloan, € 24,95

Categorieën
Mike's notities

Kluizenaar in wording

Op zaterdagavond loop ik samen met Linda over de NDSM-werf in Amsterdam Noord. Eigenlijk zou ik op een feestje moeten zijn in West, een gemoedelijk tuinfeest waar het leven wordt gevierd, maar ik loop hier, door een oude loods waar vroeger boten werden gebouwd of opgeknapt, gelokt door het geluid van een gillende elektrische gitaar.

De gitarist staat ergens midden in de ruimte tussen allerlei bandspullen, ik zie enkele microfoons en versterkers staan, alsof ieder moment de rest van de band uit de schaduwen zal stappen om een nummer te spelen. Maar dat gebeurt niet en de gitarist houdt na een paar riffs op met spelen en loopt van het podium dat geen podium is, weg.

ndsm_05Ik vind het fijn om hier nu even rond te lopen. De werf is een creatieve broedplaats: kleine ateliers, die eruit zien als kantoortjes, bieden plek voor allerlei kunstenaars en kunstenaar wannabees. Toch is het op dit moment vrijwel stil. Buiten rijdt een taxi voorbij en verderop hoor ik bonkende boxen van een of andere dj. Echt rustig wordt het nooit in de stad, maar het is fijn om hier even in de luwte van de gekte op adem te komen. De laatste tijd heb ik daar meer behoefte aan dan aan grote groepen mensen. Ik ben dan ook weinig op feestjes te vinden. Ik heb niet meer zo zin om met mensen te praten. Één op één koffiedrinken vind ik leuk, want dan kun je echt met aandacht met elkaar praten. Maar als het aantal mensen dat deelneemt aan het gesprek toeneemt, voel ik me ongemakkelijker worden. Vroeger was dat niet zo trouwens, maar daar heeft het heden niet zo’n boodschap aan.

Sowieso vind ik het erg fijn om gewoon binnen in huis te leven en weg van de buitenwereld te zijn. Gewoon aan het werk, schrijvend aan mijn stukken, op de bank wegdromend met een boek of lekker te rillen bij het kijken van een Stephen King-verfilming. Ik hoef niet zo nodig daarbuiten in de drukte te zijn. Moet wel oppassen dat ik geen kluizenaar wordt. Zo’n man die alleen nog maar buiten komt om boodschappen te doen en de vuilniszak in de container te gooien.

Foto: Linda Delis.
Foto: Linda Delis.
Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Umbral by Antony Johnston and Christopher Mitten

Sometimes you just don’t ‘click’ with a story and for me this is the case with Umbral, Book One: Out of the Shadows, a so-called dark fantasy story that takes place in the fictional Kingdom of Fendin, a world in which magic and religion are forbidden.

The story is about a young thief named Rascal. During an eclipse she sneaks into the Red Palace and tries to steal a priceless royal gem called the Oculus. She gets help from Arthir, the crown prince. Together they witness the horrific murder of the King and Queen at the hands of the Umbral: nightmarish, Lovecraftian creatures from another dimension. When the creatures kill the young boy as well, Rascal can barely escape the palace alive. With the Oculus in her possession Rascal tries to flee and outrun the Umbral. Interestingly, the Umbral are able to take on the shape of the people they’ve killed, making it hard to figure out whom to trust. On the way, Rascal gets help from a drifter named Dalone, who might be a wizard of sorts.

Page from Umbral, Book One: Out of the Shadows.
Page from Umbral, Book One: Out of the Shadows.

I’ll admit: I’m not a big fantasy buff, but as a reviewer I’m willing to try and read any comic that I come across. I thought the cover of the comic looked intriguing. Speaking of the interior art by Christopher Mitten, I have mixed feelings. On the positive side, I like the look of the Umbral. With their dark and shadowy form, bright red eyes and large mouth with sharp teeth they indeed seem to be creatures that will devour you in your nightmares. Storytelling-wise, Mitten is all over the place and from a visual standpoint the narrative flow feels a bit disjointed at times. It also doesn’t help that some of the characters look alike a lot and are hard to tell apart. For instance, Dalone and Master Gearge, master of the thieves’ guild, could have been twins. They’re both big-bearded men and father figures to Rascal.

UMBRALVOL1_coverOf course it is nice that the main character is female, and a teenager at that. But Rascal is a young, spunky girl with a potty mouth that frankly isn’t very interesting as a character. Nor are most of the other characters, to be honest. As a whole, Umbral Book One is pretty bland. It seems writer Antony Johnston (The Fuse, Wasteland, Dead Space) put some familiar tropes of the fantasy genre in a blender and this is what he came up with, throwing a bunch of ghost pirates in the mix as well.

Reader be warned: this first volume ends with a annoying ‘to be continued’ sign, so after almost 170 comic pages of chasing, cursing and violence, nothing really gets resolved. To be honest, I don’t think I can muster the enthusiasm to pick up the recently-published second installment of the story.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
Film Frames

Salem’s Lot: Stephen King verfilmingen

Recent las ik een van Stephen Kings nieuwste boeken, Revival. Omdat ik King een fantastische verhalenverteller vind, besloot ik een reeks King-verfilmingen te gaan kijken, waaronder ‘Salem’s Lot.

In de afgelopen weken bekeek ik ook Firestarter, The Dead Zone, Sometimes They Come Back, Dreamcatcher, Graveyard shift, 1408 en Children of the Corn.

Wat betreft Salem’s Lot koos ik voor de televisiebewerking uit 2004 (regie Mikael Salomon) omdat ik de eerste miniserie uit 1979 al eens heb gezien. De nieuwe bewerking brengt het verhaal naar de huidige tijd, wat ik een goede stap vind.

Ik heb me prima vermaakt met deze drie uur lange tv-serie (die uit twee delen bestaat), niet in de laatste plaats omdat de cast veel leuke verrassingen in petto had. Allereerst speelt Rob Lowe de hoofdrol en wordt hij bijgestaan door zwaargewicht Donald Sutherland en onze eigen Rutger Hauer. Sutherland en Hauer spelen hun rollen behoorlijk schmierend en overdreven en contrasteren dus mooi met het wat onderkoelde spel van Lowe.

salemslot_04 salemslot_06 salemslot_07Aussies
Ook viel het me op dat er relatief veel Australische acteurs meespelen. Zo zag ik twee Flying Doctors voorbijkomen en heeft zelfs Nicholas Hammond een kleine rol. Hammond is een Amerikaanse acteur die tegenwoordig in Australië woont. Hij speelde in de jaren zeventig Peter Parker in de kortlopende Spider-Man tv-serie. Wikipedia vertelt dat ‘Salem’s Lot is opgenomen in Creswick en Woodend in Australië, ook al moet het voor Maine in Amerika doorgaan – waar de setting trouwens prima in slaagt. Vandaar dus die bekende Aussie hoofden.

salemslot_08
Met Nicholas Hammond (links)als dokter moet het wel goedkomen.
salemslot_05
Robert Grubb, nu even geen Flying Doctor.

Bloedzuigers
Los van het feit dat de cast dus een feest van herkenning is, biedt ‘Salem’s Lot ook nog eens een spannend vampierverhaal. Schrijver Ben Mears (Lowe) komt terug in zijn geboortedorp Jerusalem’s Lot om een boek te schrijven over het huis van Hubie Marsten, een oud Victoriaans huis op een heuvel bij de stad, waar Mears een traumatische ervaring heeft ondergaan toen hij kind was. Het spookhuis is net weer bewoond door twee excentrieke antiekhandelaren (Sutherland en Hauer). Niet alleen moet Mears de confrontatie aan met de gruwelijkheden uit zijn verleden, ook krijgen hij en de dorpsbewoners al snel te maken met vampierachtige verschijnselen.

salemslot_01
De mooie Samantha Mathis is een bijtertje.
salemslot_02
Misschien niet de beste manier een mooie vrouw te penetreren, maar soms heb je geen andere keuze.

salemslot_03

[hr]

Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.

Categorieën
Strips

Lois Lane onthult Supermans geheime identiteit

Wie de plaatjes van de free comic book day comic van DC Comics al had gezien, weet dat Lois Lane zal onthullen dat Superman eigenlijk Clark Kent is. In Superman #41 begint een verhaallijn genaamd Truth waarin verteld zal worden hoe dit precies zit.

Nou ja, schrijver Gene Yang en supertekenaar John Romita Jr. maken daar een begin mee. Ik heb de comic net gelezen en die begint met berichten die Clark Kent van een anonieme bron ontvanft. Die bron weet dat hij Superman is. Maar aangezien dit het eerste deel is van een verhaallijn, weten we aan het einde van de comic nog niet precies hoe de vork in de steel zit. In ieder geval heeft de anonieme bron alvast een fan page aangemaakt waarop duidelijk te zien is wie Superman zonder bril eigenlijk is en dreigt deze openbaar te maken:

Superman-(2011-)-041-fanpag

Recent werd het artikel waarin Lois Lane de identiteit van Superman onthult online gepubliceerd. Aangezien ik een sucker ben voor fake krantenpagina’s in strips laat ik die je graag zien:

lois_lane_superman_artikelIn een interview met CBR vertellen de makers meer over dit verhaal en de rol van Lois Lane, maar niet teveel natuurlijk, want men wil je vooral lekker maken om de comic te kopen.

Overigens zijn niet alle fans blij met de manier waarop Lois Lane gepotretteerd wordt de laatste tijd.

In Action Comics #41 werd al getoond wat de gevolgen zijn voor Clarks leven nu bekend is gemaakt dat hij Superman is. Maar nu wordt dus verteld hoe dat zo komt. Deze plottwist maakt dat ik voor het eerst sinds tijden zin heb om weer eens een Superman comic open te slaan. Het feit dat Suup bijna al zijn krachten kwijt is, behalve zijn spierkracht, maakt mijn nieuwsierigheid alleen maar groter.

Truth is trouwens zo’n verhaal dat in meerdere comics doorloopt, een event zo je wil. Dit cross-over event loopt in Superman, Action Comics, Batman/Superman en Superman/Wonder Woman.

Categorieën
Media

Vaarwel Facebook?

Dinsdagavond 23 juni was ik in de Stadsschouwburg Amsterdam voor de Facebook Farewell Party. Toch ga ik Facebook nog niet vaarwel zeggen, al zou ik wel willen.

facebook-liberation-armyWaarom dan niet? Simpel: Facebook is heel handig om je producten, diensten en blogposts onder de aandacht te brengen. Veel mensen gebruiken hun tijdlijn als nieuwsfeed en als je dus wil dat mensen je blogposts lezen, is het handig om een link op Facebook te plaatsen.

Reden twee: ik vind het handig en leuk om via Facebook te zien wat mijn vrienden en kennissen bezighoudt. Dat levert dikwijls informatie op waar ik als journalist en blogger wat aan heb.

Waarom weg bij Facebook: Vooral vanwege privacy issues natuurlijk. Ik vertrouw Zuckerberg niet met mijn gegevens en het liefste zou ik naar een sociaal netwerk verhuizen waar mijn doen en laten niet verhandeld wordt, maar waar ik gewoon via een abonnement voor de dienst betaal. Op de Farewell Facebook party sprak Aral Balkan van Ind.ie over zijn alternatieve platform Heartbeat. Dat zou wel veilig moeten zijn en je privacy respecteren, maar zal waarschijnlijk pas volgend jaar openbaar worden. Balkans gelikte praatje maakte een hoop duidelijk waarom we Facebook moeten wantrouwen en waarom we eigenlijk massaal die plek moeten verlaten, maar zat tegelijkertijd ook weer zo gestroomlijnd in elkaar dat het een grote infomercial leek voor Heartbeat.

Daarbij: overstappen op een ander platform heeft pas zin als je contacten dat ook massaal gaan doen. Ik heb bijvoorbeeld al maanden niet meer ingelogd op Ello.

Dat neemt allemaal niet weg dat ik me grote zorgen maak over privacy en dat ik ervan baal dat de overheid haar burgers niet beter beschermt tegen bedrijven als Facebook en Google. Sterker nog: de politiek snapt meestal niets van internet en in het ergste geval staan ze eerder aan de kant van deze bedrijven dan aan de kant van de mensenrechten. Daar lijkt het in ieder geval wel op. Als ik de volgende keer niet blanco stem, dan wordt het waarschijnlijk de Piratenpartij omdat die zich wel hard maakt voor een vrij internet en privacy. Overigens is de Belgische overheid voortvarender wat Facebook betreft.

Eigenlijk zouden we massaal de deur van Facebook achter ons dicht moeten trekken om ergens anders te samenscholen. Maar we doen het niet. We blijven zitten waar we zitten, alsof het ons niets kan schelen. Ook ik heb mijn facebookaccount nog niet opgezet. Ook ik ben een slappe lul.

Categorieën
Film

Video: Tim Burton en het Duits expressionisme

De films van regisseur Tim Burton hebben voor een groot deel mijn tienerjaren gekleurd. Nog steeds zijn Batman, Batman Returns, Beetlejuice, Ed Wood en Sleepy Hollow favoriete films van me en hoewel ik zijn werk de laatste jaren een stuk minder interessant vind – Burton herhaalt zichzelf – draag ik de man en zijn werk een warm hart toe.

Keaton en Burton op de set van 'Batman'
Keaton en Burton op de set van ‘Batman’

In dit interessante video-essay van Cinema Sem Lei worden enkele grote films van het Duits expressionisme gezet naast scènes uit Burton-films, waaruit blijkt dat het expressionisme een duidelijke invloed op Burton gehad heeft. Ik sluit niet uit dat hij veel stijlkenmerken juist heeft leren kennen via de monster- en horrorfilms van de Universal studio’s uit de jaren dertig, die zelf ook zwaar beïnvloed zijn door het Duits expressionisme. (Net zo goed dat film noir kenmerken van het expressionisme heeft overgenomen, zoals een sterk licht-donkercontrast en slagschaduwen.) Bij Burton zien we dat expressionisme terug in onder andere het theatrale uiterlijk van zijn personages, gotische architectuur en slagschaduwen op de muren. Zoals de video laat zien lijkt Burton rechtstreeks beelden te hebben geleend van Duits expressionistische films.

Overigens raad ik je van harte aan om alle films die in dit video-essay voorbij komen, te gaan zien. De periode van het Duits expressionisme was een erg interessante en vruchtbare. Metropolis van Fritz Lang en Das Cabinet des Dr. Caligari zijn een lust voor het oog en ook nu nog heel goed genietbaar.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Hobgoblin cosplay

We blijven nog een beetje in de cosplaysfeer na mijn recente bezoek aan de Animecon in Den Haag. Ik kwam deze te gekke Hobgoblin cosplayer tegen op het blog Marvel Comics of the 1980s:

Hobgoblin-cosplay_01

Photo by Marc-Julien Objois
Photo by Marc-Julien Objois
Photo by Marc-Julien Objois
Photo by Marc-Julien Objois

Hij won een wedstrijd van MajorSpoilers.com in 2012 en ik vind het een prachtige weergave van hoe het kostuum van Hobgoblin er in het ‘echt’ uit zou kunnen zien. Ik weet niet of deze Hobgoblin zijn kostuum zelf in elkaar heeft gezet, maar het ziet er in ieder geval zeer zorgvuldig gemaakt uit. Uiteraard zullen ze bij een filmadaptatie met Hobgoblin voor een andere benadering kiezen, want deze is te carnavalesk, maar toch vind ik hem heel tof. Vooral dat masker… Brrr, die wil je toch niet ’s avonds in een donker steegje tegenkomen.

ASM-238-hobgoblin-intro

Categorieën
Film Media

‘Iedere liefhebber van genre- en cultfilms moet Schokkend Nieuws lezen!’

Zes keer per jaar slaagt een select groepje professionele liefhebbers van de genrefilm erin om het magazine Schokkend Nieuws uit te brengen. Hoe gaat het met dit fantastische blad in crisistijd? Een gesprek met hoofdredacteur Barend de Voogd.

Cover_Schokkend nieuws 114
Cover Schokkend Nieuws #114 gemaakt door Milan Hulsing.

Recent rolde alweer het 114ste nummer van de persen. Geen geringe prestatie, want Schokkend Nieuws wordt gemaakt door een kleine groep enthousiaste professionals. Zelf mocht ik twee jaar lang een column voor het blad schrijven, tegenwoordig schrijf ik zo nu en dan recensies voor de website.

Sinds wanneer ben je eigenlijk hoofdredacteur van Schokkend Nieuws?
‘In 2001 ben ik voor Schokkend Nieuws gaan schrijven en in 2010 ben ik hoofdredacteur geworden.’

Hoe onderscheid SN zich van andere filmbladen?
‘Er zijn sowieso niet zo veel filmbladen in Nederland en Schokkend Nieuws is het enige filmblad dat zich geheel focust op de genrefilm, dus: horror, sciencefiction, fantasy, anime en cultfilms. En we doen dat doen op een serieuze en journalistieke manier.’

Hoe is het blad in de afgelopen jaren veranderd?
‘Toen het in 1992 werd opgericht was Schokkend Nieuws een tweemaandelijks blaadje op A5-formaat, zwart-wit en gefotokopieerd met heel dikke rasterpunten. Het was echt een fanzine, een blaadje van en voor liefhebbers. In 2002 is het een fullcolourglossy geworden. Toen lag de frequentie trouwens wel wat lager en kwam het magazine vier keer per jaar uit. Sinds 2010 is Schokkend Nieuws full colour, op groot formaat en is de frequentie zes keer per jaar. De laatste jaren zijn digitale media steeds belangrijker geworden. Vroeger had je af en toe nog wel eens een ingezonden brief, tegenwoordig heb je bijna dagelijks contact met enkele lezers via Facebook of de website.’

Je had het nu vooral over uiterlijke veranderingen. Heeft Schokkend Nieuws ook inhoudelijk een verandering ondergaan?
‘Wat er in ieder geval in de afgelopen periode is veranderd is dat we meer aandacht hebben voor de directe bioscoopreleases, dus wat er de komende twee maanden uit gaat komen. Vroeger konden we dat niet omdat we een kwartaalblad waren. Schokkend Nieuws begon in de jaren negentig als een blad met een duidelijke voorkeur voor de horrorfilms en -makers die in de jaren tachtig en negentig groot zijn geworden. De Wes Cravens, Tobe Hoopers, dat soort mensen. Daar hebben we nog steeds veel aandacht voor. In het laatste nummer hadden we bijvoorbeeld een interview met Tobe Hooper en Joe Dante, de oude knakkers, zeg maar. Ondertussen hebben we ook steeds vaker aandacht voor de moderne genreproducten, zowel televisieseries als de Marvel superheldenfilms, en natuurlijk komt de nieuwe generatie genreregisseurs aan bod.’

Wat vind je zelf het leukste aan SN?
‘Het leukste is om het blad te maken! (lacht) Het is verschrikkelijk leuk om ieder nummer een eigen invalshoek te geven, ieder nummer heeft namelijk een thema. Afgelopen nummer was dit The Texas Chain Saw Massacre, maar we hebben ook wel eens een special gemaakt over Australische exploitation films, over kunst en horrorfilms en een special over sterke vrouwen. We hebben een redactie van vijf man en die bedenkt iedere keer dat soort thema’s. We proberen dan wel een left of field invalshoek te kiezen. We kiezen bijvoorbeeld voor een thema als horror in het pretpark terwijl een blad als Fangoria zich vooral zal richten op vette special effects. Daarnaast vind ik het ook heerlijk om te schrijven. Waar kun je elders in Nederland schrijven over horror- en sciencefictionfilms en er zo uitgebreid over lezen dan in Schokkend Nieuws? Als je online zoekt vind je meestal Engelstalige sites. Soms Nederlandstalige, maar die bevatten korte en niet-kritische stukken. Schokkend Nieuws is toch wat diepgravender en uitgebreider.’

Peter Pontiacs cover voor Schokkend Nieuws #100.
Peter Pontiacs cover voor Schokkend Nieuws #100.

Je hebt voor Schokkend Nieuws ook enkele van je helden kunnen spreken. Welk van die interviews beschouw jij als een van de hoogtepunten van je carrière?
‘Dat is een moeilijke vraag. Regisseur Brian Trenchard-Smith was geen held van me, maar werd dat wel tijdens een interview dat ik met hem afnam. Smith is een Australische regisseur van films als Turkey Shoot (1982) en Dead End Drive-In (1986). Zijn films zijn niet zo bekend, maar maakte zijn films altijd voor weinig geld en een enorme portie lef. Op de set heeft Trenchard-Smith prachtige avonturen meegemaakt en hij sprak daarover met een enorm gevoel voor humor waarbij hij zichzelf ook voortdurend voorschut zette. Dat was een heel leuk interview. Tijdens het gesprek werd ik echt een fan van die man. Katherine MacColl vond ik ook heel tof. Zij is een scream queen die in heel veel films van Lucio Fulci te zien is, zoals The Beyond. Daar wordt ze door allemaal maden belaagd. Haar interviewen was een wonderlijke ervaring. Ik had een afspraak met haar in het Vondelpark bij het oude Filmmuseum. Je staat dan in het Vondelpark te wachten en opeens zie je Katherine MacColl op je af komen lopen. (lacht) Dat was fantastisch! Dan ben je echt weer even een kleine jongen. Ik had het interview ook te goed voorbereid; ik geloof dat ik iets van vijftig vragen voor haar had.’

Schokkend Nieuws komt zes keer per jaar uit. Is het door die frequentie niet moeilijk om up-to-date te blijven?
‘Nee, dat is niet heel erg moeilijk. Eens per twee weken komt er een genrefilm uit, dus wij pikken daar per nummer de drie leukste van uit. Laten we eerlijk zijn: niet alle horror- en sciencefictionfilms die uitkomen zijn evengoed. Dus we pakken de interessantste om er een vooruitblik of een recensie over schrijven. Of we doen een interview met de maker. In die zin gaat dat al heel goed. Tussentijds volgen we de actualiteit op de website.’

Bladen en kranten hebben het moeilijk de laatste tijd. Hoe gaat het met SN?
‘Wij hebben het ook best moeilijk. Schokkend Nieuws moet het vooral hebben van abonnees en adverteerders en krijgt geen enkele subsidie. Het aantal abonnees groeit, evenals het aantal activiteiten. We timmeren meer dan ooit aan de weg en hebben meer abonnees dan ooit. Alleen de adverteerders vallen wel weg. Dat is heel vervelend. De home-entertainment markt, dus dvd verkoop, is ingestort. Je kunt de distributeurs het ook bijna niet kwalijk nemen dat ze nog nauwelijks adverteren. Er valt in die business gewoon geen geld meer te verdienen. Wij moeten dus omschakelen door andere fondsen te werven en op andere manieren geld binnen te halen. De belangrijkste methode om dat te doen is meer abonnees werven, want dan ben je van niemand meer afhankelijk en kunnen we Schokkend Nieuws het eigenzinnige blaadje houden dat het nu is.’

Milan Hulsings cover voor Schokkend Nieuws #108.
Milan Hulsings cover voor Schokkend Nieuws #108.

Wat is het moeilijkste aan het uitgeven van een nicheblad?
‘Hm, dat is een lastige vraag…. Het moeilijkste is misschien wel om er niet al je tijd aan te besteden! (lacht) Ik zou heel gemakkelijk alle dagen alleen met Schokkend Nieuws bezig kunnen zijn. Dat is punt één. Punt twee is het vinden van het juiste publiek. Hoewel er veel mensen zijn die van horror en sciencefiction houden, is het heel lastig ze te overtuigen daar ook eens iets over te lezen. Ik kom zo vaak mensen tegen die enorme fans zijn. Die willen best een plaatje liken op Facebook, maar gaan dan geen lange interviews met hun helden of een achtergrondverhaal lezen. Dat zien we steeds meer. Dat vind ik krankzinnig, maar dat is dus het allermoeilijkste. Vooral om dit te verkroppen, want wij besteden juist veel tijd om die interviews te regelen en unieke verhalen te schrijven.’

Heb je hier een verklaring voor?
‘Dat heeft te maken met ontlezing en heeft te maken met het feit dat Nederland nooit echt een filmbladencultuur heeft gehad. In Amerika heb je iets van drie of vier horror- of sciencefictionblaadjes. In Nederland heb je er maar één en dat zijn wij. Daar zal het mee te maken hebben.’

Wie zouden eigenlijk allemaal SN moeten lezen?
‘Iedereen die dol is op horror, sciencefiction, fantasy, anime of cultfilms moet ons lezen! Ook al heb je niet per se iets met horror maar wel bijvoorbeeld met een beetje rare, obscure films, ook dan moet je Schokkend Nieuws lezen. En iedereen die houdt van mooi geschreven filmjournalistiek. Want we letten ook heel erg op onze stijl en hoe we het brengen. Op de beste Drs. P traditie, ik ben niet voor niets een enorme fan, is het een blad dat de liefde voor film combineert met een bloemrijke taal en humor en spitsvondigheid.’

Waarvan akte. Bekijk de site voor de laatste nieuwtjes en neem een abonnement voor slechts 25 euro per jaar op Schokkend Nieuws.

Categorieën
Strips

Standaard Uitgeverij gaat Marvel comics uitgeven

Een opmerkelijk bericht plopte zojuist in mijn inbox: Standaard Uitgeverij gaat vanaf oktober Nederlandstalige Marvel Comics uitgeven.

marvel_helden

Marvel, iconisch geworden door superhelden als Spiderman, The Hulk en ‘titanic teams’ als X-Men en Avengers, werden eerder als comics op de Nederlandstalige markt gebracht door Juniorpress, Z-Press Junior Media en Nona Arte. Standaard Uitgeverij verwierf de rechten voor het Nederlandse taalgebied van Panini Comics, die in opdracht van Disney de wereldwijde rechten beheert. Met deze acquisitie geeft Standaard Uitgeverij opnieuw een sterk signaal: door proactief op zoek te gaan naar nieuwe opportuniteiten en te investeren in nieuwe concepten en productontwikkeling, zet Standaard Uitgeverij de toon voor de toekomst.

Standaard Uitgeverij stapt in op het ‘Universum van Marvel’ vanaf Marvel NOW!. Iron Man, All new X-Men, Uncanny Avengers en Superior Spiderman bijten de spits af op 7 oktober, gevolgd door Thor, Guardians of the Galaxy, Captain America en Wolverine op 4 november. Nieuwe nummers verschijnen met een frequentie van twee maanden. De comics verschijnen op het oorspronkelijke Amerikaanse formaat, maar zullen iets lijviger zijn: drie issues worden gebundeld en aangevuld met extra beeldmateriaal, 72 pagina’s voor €6,99.

Het ‘Universum van Marvel’ staat bekend om de 360°-aanpak op vlak van beleving: de comics voeden de films, die op hun beurt de perfecte aarde zijn waarop de games en de merchandisingproducten kunnen groeien. Het ‘Universum van Marvel’ is een verhaal dat perfect in elkaar past. Net om die reden past Marvel in het huis van Standaard Uitgeverij: met initiatieven als Comics Station en Yieha tracht Standaard Uitgeverij ook het universum rond de bestaande klassieke stripreeksen verder uit te bouwen en op die manier het succes van de bestaande stripreeksen het papier te laten overstijgen.

Standaard Uitgeverij is ervan overtuigd dat de acquisitie van Marvel Comics een bijzondere meerwaarde vormt voor het huidig profiel van de uitgeverij en naadloos aansluit op de kijk die de uitgeverij heeft op de toekomst.

Aangezien Marvel een duidelijke aanwezigheid is in de bioscoop – veel meer dan concurrent DC Comics – lijkt het uitgeven van Nederlandstalige Marvel Comics mij een goede zet. Iedereen kent immers de grote Marvelhelden wel, dus dat moet in ieder geval nieuwsgierigheid naar de comics opleveren. Ik denk dat Nederlandstalige comics het vooral goed bij jeugdige lezers zal doen. Die zijn doorgaans de Engelse taal minder machtig dan volwassenen.

Wat vind jij van dit nieuws?

Categorieën
Strips

Scott McCloud: ‘Er zijn geen regels!’

Stripmaker Scott McCloud is vooral bekend door zijn standaardwerken over het beeldverhaal. Nu is zijn eerste graphic novel uit: De beeldhouwer. Een gesprek.

Stripmaker Scott McCloud (Boston, 1960) brak door in de Amerikaanse stripwereld met de vrolijke superheldenstrip Zot!, maar werd vooral bekend door drie standaardwerken over het beeldverhaal. In Understanding Comics (1993) vertelt hij hoe strips werken en over de geschiedenis van het medium, in Reinventing Comics (2000) doet hij twaalf voorstellen hoe het beeldverhaal zich in het digitale tijdperk kan ontwikkelen en in Making Comics toont hij hoe je strips kunt maken (2006). Alle drie de boeken zijn in stripvorm. Ook was McCloud de vader van de 24 Hour Comic, wat uiteindelijk een wereldwijd fenomeen werd. Nu is eindelijk zijn langverwachte graphic novel De beeldhouwer uit.

Scott McCloud. Foto: Michael Minneboo
Scott McCloud. Foto: Michael Minneboo

In De beeldhouwer zit de jonge kunstenaar David Smith in zak en as: zijn carrière begon succesvol maar nu is hij vrijwel vergeten. Het lukt hem ook niet om de ideeën die hij heeft tot mooie sculpturen te maken. Dan krijgt hij van de Dood een aanbod: vanaf nu is hij in staat om alles wat hij kan bedenken met zijn blote handen te creëren. De prijs die hij hiervoor betaalt is dat hij nog maar 200 dagen te leven heeft. Omdat Smith bereid is te sterven voor zijn kunst, gaat hij dit duivelse pact met de Dood aan. Het faustiaanse plot van De beeldhouwer klinkt wellicht bekend in de oren, maar McCloud weet telkens met een nieuwe wending in de plot te komen die niet alleen verrast, maar ook niet-gezocht aanvoelt. Zijn bijna 500-pagina dikke graphic novel is prachtig geschreven en getekend en maakte op deze lezer een diepe indruk. We spreken de stripmaker in Amsterdam, een van de vele haltes tijdens zijn promotietoer. Naast hem zit zijn vrouw Ivy die tijdens het gesprek zo nu en dan op haar tablet beeldmateriaal laat zien om McClouds verhaal te ondersteunen.

sculptor_cover_620De dood is prominent aanwezig in De beeldhouwer. Ben je daar veel mee bezig?
SCOTT MCCLOUD: ‘We weten allemaal dat we een beperkt aantal dagen te leven hebben, alleen weten we niet hoeveel. Ik zou het niet erg vinden om te weten hoeveel tijd ik nog heb. Stel dat ik nog maar honderd dagen te leven heb, dan zou ik daar heel sereen in zijn. Ik zou er het beste van maken en veel tijd met mijn vrouw Ivy doorbrengen. In 2010 ben ik bijna gestorven aan een hartkwaal. Met die bijna-doodervaring kwam de dood erg dichtbij. Mijn vader stierf toen ik 22 was. Hij spendeerde de laatste drie weken van zijn leven met het praten met zijn vrouw over hun leven. Naar zijn gevoel had hij het maximale eruit gehaald en daarom keek hij tevreden en zonder spijt terug. Zo probeer ik ook mijn leven te leiden. Van mijn vader heb ik geleerd het leven op een fractale manier te zien, je weet wel, die meetkundige figuren die zijn opgebouwd uit delen die min of meer gelijkvormig zijn met het figuur zelf. Als mijn leven over tien jaar eindigt, zie ik het als compleet waarbij ieder deel het geheel reflecteert.’

Was er ooit een moment in je carrière dat je net als David in je strip ook een soortgelijke deal met de Dood gesloten zou hebben?
‘Als het zou betekenen dat ik mijn dromen en de ideeën in mijn hoofd waar kon maken, zou ik die deal op Davids leeftijd ook hebben gemaakt. Mits ik het idee had dat ik op geen andere manier zou slagen. Ik heb echter altijd het gevoel gehad dat dit me wel zou lukken, als ik maar genoeg tijd had. Als ik gefaald had en dit naar mijn gevoel kwam door redenen buiten mijzelf, ja dan zou ik die deal wel maken. In Davids geval gaat het na de afspraak met de Dood al snel de verkeerde kant op. David realiseert zich namelijk dat, nu er geen barrières tot succes meer zijn, hij nog steeds begrensd wordt door zijn eigen fantasie en zijn beperkte zelfkennis.’

Hoe zou je deal met de Dood eruitzien? Als het maken van de ultieme comic wellicht?
‘Haha! Ja, zoiets.’

Een belangrijk thema in De beeldhouwer is welke indruk we in de wereld achterlaten en hoe we herinnerd willen worden. Wilde je daarom dit boek maken?
‘Als ik nooit een groot fictieverhaal had gemaakt had iedereen naar mijn carrière gekeken en gezien dat er iets miste. Ze zouden dan een gat in mijn carrière zien waar dit boek had moeten zitten, juist omdat ik zoveel over striptheorie geschreven heb. Dat was een onbalans die ik moest corrigeren. Terwijl ik met het verhaal bezig was, begreep ik dat het weliswaar gaat over een personage dat graag herinnerd wil worden, maar dat het nog meer gaat over een personage dat doodsbang is om vergeten te worden. Dat is een verschil, want met die angst gaat David in tegen wat het is om mens te zijn, omdat we allemaal op een bepaald moment vergeten zullen worden. Zelfs als je Bach, Mozart of Shakespeare bent, zal op de een of andere manier alles wat je maakt op een gegeven moment vergeten worden. Aan het einde van het verhaal kan David dit tot op zekere hoogte accepteren, maar hij blijft er ook tegen vechten. Dat vind ik erg mooi.’

Davids dagen zijn geteld. Fragment uit 'De beeldhouwer'.
Davids dagen zijn geteld. Fragment uit ‘De beeldhouwer’.

In het nawoord schrijf je dat je voor de personages bestaande modellen hebt gebruikt. Waarom heb je daarvoor gekozen?
‘Dat heb ik dit keer voor het eerst gedaan. Een vriend van me stond model voor David en die kende weer iemand wiens lichaam model stond voor Meg, al heb ik me voor Meg grotendeels laten inspireren door mijn vrouw Ivy. Voor Davids oom Harry stond Ivy’s vader model. Hij stierf vier dagen voordat het boek uitkwam, maar heeft het wel gezien. Het uiterlijk van de andere personages heb ik wel verzonnen. Weet je, ik ben geen Craig Thompson of Jullian Tamaki. Ik bezit niet hun talent om uit mijn hoofd volledig geloofwaardige mensfiguren te bedenken. Ik vond mijn personages nooit warm en levendig genoeg. Daarom helpt het me om naar een echt mens te kijken en naar model te tekenen. Natuurlijk konden de modellen niet elf uur per dag bij mijn tekentafel staan, dus heb ik foto’s en video’s van ze gemaakt. Met strips probeer je in één plaatje het juiste moment te vangen en dat snapshot moet een heel gebaar uitbeelden. Bijvoorbeeld, in de scène dat David zijn beste vriend Ollie op straat ziet en ze elkaar omhelzen, moest ik het exacte moment in het midden van die omhelzing vinden die de hele handeling weergeeft. De beste manier om dat moment te vinden is niet een foto maken, maar video frame voor frame afspelen tot je het juiste beeld gevonden hebt. Net als de fotoreeksen van bewegingen die Eadweard Muybridge maakte aan het begin van de twintigste eeuw. Het is fascinerend om bewegingen in fases te kunnen zien, want dan valt op dat op veel foto’s een beweging niet lijkt op wat die moet voorstellen. Als je een lopende man ziet, zien verschillende momenten uit die beweging er niet uit als lopen, maar bijvoorbeeld als een man die op één been staat.’

Sculptor_02Superheldenstrips
Waarom heeft het zo lang geduurd voordat je deze strip maakte?
‘Heel lang heb ik met dit verhaal rondgelopen, al sinds ik begin twintig was, misschien nog wel langer. Toen ik 25 jaar oud was had ik het verhaal in principe wel kunnen vertellen, toch heb ik dat telkens uitgesteld. Ik vond dat er nog te veel elementen van het superheldengenre in zaten. De speciale kracht die David krijgt, lijkt op een superkracht en ik heb juist geprobeerd om op verschillende manieren van de superhelden weg te komen. Als een Amerikaanse stripfan zag ik dat genre als een onderdrukkende kracht, omdat het alomtegenwoordig is. Veel mensen in Amerika denken nog steeds dat alle strips over superhelden gaan. Dus probeerde ik in mijn werk de boodschap over te brengen dat strips veel meer kunnen zijn dan dat en dat de meeste van de beste Amerikaanse comics niet over superhelden gaan. De beeldhouwer liet me uiteindelijk niet los, want ik wist dat het een krachtige vertelling kon zijn. Uiteindelijk gaat het boek deels over het accepteren dat het superheldengenre onlosmakelijk verbonden is aan waar ik vandaan kom. Superhelden zullen waarschijnlijk altijd een deel van mijn grammatica uitmaken, net zoals je een accent kunt hebben als je praat.’

Cover Zot#1.
Cover Zot#1.

Je carrière is immers ook begonnen met een superheldenstrip. Zot! kun je zien als een vrolijke versie van de superheldenmythe.
‘Superheldencomics waren toentertijd erg grimmig en duister. Watchmen van Alan Moore en Frank Millers The Dark Knight Returns vond ik fantastische strips, maar daarna kwamen er veel imitaties uit die vooral de stijl van die strips overnamen maar niet de interessante ideeën. Ik wilde met Zot! die grimmige stijl juist niet overnemen en onderzoeken hoe superheldenverhalen en strips in het algemeen werken. Zot! was een laboratorium waarin ik de verschillende manieren kon ontdekken waarop comics een effect bij de lezer kunnen bewerkstelligen. Tijdens het maken van Zot! kreeg ik hier veel ideeën over en maakte ik veel aantekeningen. Dat werd uiteindelijk de basis voor Understanding Comics.’

Ik neem aan dat het maken van Understanding Comics je leven radicaal veranderd heeft.
Understanding Comics heeft mijn leven zeker veranderd. Het is een fun ride. Ik reis veel en kan daardoor met allerlei mensen over strips praten. Met dit boek is de conversatie over strips begonnen en zijn mensen over de mogelijkheden van strips na gaan denken, en dat is precies wat ik ermee wilde bereiken. Ik denk dat voor dit boek uitkwam, mensen dachten dat er veel regels waren waar ze zich aan dienden te houden bij het maken van strips. Het boek introduceerde het idee van strips als een blanco pagina. Ik wil dat een stripmaker vrijheid voelt, dat hij het gevoel heeft dat hij overal strips van kan maken. Een strip kan een sculptuur zijn, een glas-in-loodraam of gemaakt worden met foto’s. Ik wil dat ze weten dat ze in iedere stijl kunnen werken die ze willen, een strip kan realistisch getekend zijn of cartoonesk. Er zijn geen regels!’

Staat de Amerikaanse stripindustrie er beter of slechter voor sinds je 15 jaar geleden Reinventing Comics uitbracht?
‘Het gaat veel beter. De Amerikaanse stripindustrie is veel diverser geworden. Wat betreft de reputatie van de strip, de balans in de seksen, en de literaire en artistieke kwaliteiten zijn we erg vooruit gekomen. De graphic novel markt is veel gezonder dan voorheen. De boekwinkels hebben het wel erg moeilijk, maar dat is eigenlijk over de hele wereld zo. Daardoor zijn de verkoopcijfers niet altijd geweldig. Toch hebben we een gezonde graphic novel omzet en ook ontwikkelt de strip gericht op kinderen zich goed. Dit is erg goed voor de lange termijn. De grote uitgeverijen DC Comics en Marvel gaan op het vlak van emancipatie en gendergelijkheid vooruit, maar hebben nog een lange weg te gaan. Ondertussen nam het aantal jonge vrouwen dat strips maakt alleen maar toe in de afgelopen jaren. Meer meisjes lezen manga en strips voor alle leeftijden. Op het gebied van de representatie van verschillende etniciteit in strips hebben we nog een lange weg te gaan. Er zit een sterk Aziatisch component in de stripindustrie, maar African Americans zijn echt nog steeds in de minderheid.’

Scott McCloud spreekt de lezer toe en legt uit hoe strips werken.
Scott McCloud spreekt de lezer toe en legt uit hoe strips werken.

Infinite canvas
Na al je boeken over hoe strips werken en over welke vormen strips in de digitale wereld kunnen aannemen, is De beeldhouwer een ouderwets gedrukte graphic novel. Waarom?
‘Eigenlijk spelen er twee vragen. Waarom terug naar het vertellen van fictie verhalen en waarom dan een gedrukt boek en geen online comic? Ik had dit verhaal al decennia in mijn hoofd. Ik zag het altijd voor me als een gedrukte graphic novel, want dat was alles wat we indertijd hadden. Het idee dat een verhaal over een beeldhouwer ook een object is dat je vast kunt houden, trok mij aan. Daarbij komt dat de stripindustrie ervoor zorgt dat ik vijf jaar lang in mijn tekenstoel heb kunnen zitten om het boek te maken. Dat is niet het geval bij digitale strips: daar wordt nog niet genoeg geld mee verdiend omdat die industrie nog niet volwassen is.’

Ben je teleurgesteld in wat er tot nu toe met digitale strips en motion comics is bereikt?
‘Ik had gedacht dat we nu wel verder zouden zijn, ja. Ik heb met het medium geëxperimenteerd en anderen hebben spannende experimenten uitgevoerd. Sommigen doen dat nog steeds. Maar het gaat langzamer dan ik had gehoopt, dus heb ik er een tijdje afstand van genomen en een graphic novel gemaakt. Wat mij betreft is de digitale revolutie nog niet af. Ik ben niet tevreden over de manier waarop we digitale strips lezen. Die manier is niet zo natuurlijk en intuïtief als dat we papieren strips lezen. Een van de belangrijkste dingen als je een lang verhaal leest, is dat je oog nooit van het papier afdwaalt. Je kunt duizend gedrukte pagina’s lezen zonder dat je ziet dat je hand de bladzijde omslaat. Zo hoort het online ook te zijn, maar dat is nog niet het geval. In geen enkel online model of mobiele manier om strips te lezen, wordt, bij het navigeren naar de volgende pagina, je oog niet afgeleid om buttons in te drukken of om scrollbars te gebruiken.’

sculptor-mccloud

Vind je dat je idee van het infinite canvas, waarin het scherm een venster is en de pagina van een online comic in principe oneindig is, is aangeslagen en grootschalig wordt toegepast?
‘Er wordt wel met dit idee geëxperimenteerd. In Korea is het zelfs een standaard geworden. De meeste online strips die daar gemaakt worden zijn in de vorm van de singuliere ononderbroken leesstrook. Wat mij opvalt als ik naar dit soort scroll-comics van over de hele wereld kijk, is dat de plaatjes meestal op dezelfde afstand van elkaar zijn geplaatst. Dus de goot, de ruimte tussen de plaatjes, is altijd even breed. Waarom? Men imiteert dus weliswaar de vorm van infinite canvas comics zonder de andere hulpmiddelen die erbij horen te gebruiken. De afstand tussen de plaatjes is een zeer waardevolle verteltechniek: op die manier kun je het gevoel van tijd dat je tijdens het lezen ervaart, manipuleren. Dat bijna niemand hier nog gebruik van maakt heeft met gewoonte maken. Het kost minstens tien, twintig jaar om te realiseren wat er in potentie allemaal mogelijk is. Toen de comic werd uitgevonden, waren die boekjes niet meer dan een verzameling van eerder verschenen krantenstrips. Niemand dacht eraan om de pagina op een andere manier te gebruiken, ze zagen alleen een plek waar ze de strookjes op konden plaatsen. Hetzelfde geldt nu voor webcomics, digitale strips en motion comics: we beginnen net.’

De beeldhouwer is verschenen bij Scratch Books.
Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in Stripgids #42 (2015).

Categorieën
Bloggen

Een half jaar niet bloggen

Afgelopen vrijdag zaten Frits Jonker en ik gezellig in de Balie bij te praten en koffie te drinken. ‘We moeten niks!’ riep Frits toen we het over bloggen hadden.

jonker_balloon

Frits heeft al jaren een tof blog onder de naam ShowCase – waar een paar jaar geleden zelfs een bundeling van is verschenen bij uitgeverij Xtra. Ik opperde dat ik me soms wel eens schuldig voel als ik niet toekom om het bespreken van de grote stapel strips die ik door uitgeverijen krijg toegestuurd.
‘Je moet niks, Michael, je bent niemand iets verplicht’ zei Frits. ‘Sterker nog: je mag ook best eens een halfjaar vrij nemen van het bloggen.’

Een interessante gedachte. Wat zou ik dat half jaar gaan doen, als ik niet zoveel tijd aan het online publiceren kwijt zou zijn? Een nog belangrijker vraag: zou ik wel zo lang zonder bloggen kunnen? Ik voel een enorme drive om te schrijven, om mezelf te uiten. Ook als ik als freelancer geen opdrachtwerk te doen heb of zelfs gewoon als iets ernaast. Ik ben nu al een tijdje met een groot schrijfproject bezig, maar ondertussen blog ik nog steeds.

Er is een soort stemmetje in mijn hoofd dat me telkens aan het werk zet en mijn brein bedenkt constant nieuwe blogposts – meer dan ik schrijf en publiceer. Bloggen is voor mij als ademen; een methode om mijn gedachten op een rij te zetten, een poging om de wereld te begrijpen en om zingeving aan mijn leven te geven. En daarnaast natuurlijk ook een manier om strips onder de aandacht te brengen. Maargoed, dat is nu juist een verplichting die ik volgens Frits niet heb en ik ben geneigd om het met hem daarover eens te zijn.

Sinds mijn tienerjaren schrijf ik dagboeken. Daar ben ik mee gestopt toen ik begon te bloggen, dus misschien zou ik dat weer oppakken als ik een tijd niet zo bloggen. Misschien word ik de eerste week gek van al die ideeën die ik heb, maar ebt te neiging om te schrijven langzaam weg en komt er iets moois voor in de plaats.

Zou jij een half jaar zonder bloggen kunnen?