Categorieën
Media Minneboo leest Strips

Screendiver: Dé site voor interactieve strips

Het medium interactieve strip is volop in ontwikkeling. Met Screendiver is er nu een centrale plek waar makers en lezers een overzicht krijgen van welke comics er allemaal zijn. In de toekomst kun je er ook lezen hoe je ze kunt maken. Een gesprek met Remco Vlaanderen, hoofdredacteur van de site: ‘Screendiver moet dé merknaam worden voor innovatieve, interactieve comics.’

Remco Vlaanderen. Illustratie: Gustavo Garcia.

Het beeldverhaal ondergaat een revolutie in de digitale en virtuele wereld. Naast papier kunnen we tegenwoordig ook strips lezen op smartphones, tablets en al langer op de pc. Digitale strips, ook wel motion comics of interactieve comics genoemd, zijn volop in ontwikkeling. Het zijn stripverhalen verrijkt met animatie, muziek en geluidseffecten. Vaak zijn ze op een bepaalde manier interactief omdat er een handeling van de lezer is vereist. We hebben het dus niet over papieren strips waarvan er ook een digitale versie beschikbaar is om te lezen op je tablet of telefoon, zoals bijvoorbeeld de dienst Yieha van Ballon Media en Standaard Uitgeverij. Het gaat om stripverhalen die speciaal gemaakt zijn voor digitale consumptie. Nieuwe, uitdagende producties waarbij de makers vaak nieuwe manieren van vertellen uitproberen.

‘Door gebruik te maken van muziek, tekst, en door te spelen met tijd, ontwikkelen de makers eigenlijk een soort van nieuwe visuele taal die anders is dan die van de papieren strip maar daar wel op voortborduurt,’ aldus Remco Vlaanderen. Vlaanderen is sinds 2005 werkzaam als producent en redacteur bij Submarine Channel: een internationaal distributie- en productieplatform voor innovatieve digitale mediaproducties waarin nieuwe manieren van vertellen worden onderzocht, zoals interactieve documentaires en interactieve comics. De website Screendiver.com is een van hun projecten, een platform dat in het leven is geroepen om interactieve strips te promoten.

‘Screendiver is echt bedoeld als platform om mensen bewust te maken van deze vorm van comics. We willen zo een groter publiek voor dit medium genereren, want veel mensen kennen interactieve comics simpelweg nog niet. We zien het als onze missie om ervoor te zorgen dat het medium veel bekender wordt. Vorig jaar hadden we een expositie met baanbrekende motion comics in het ABC Architectuurcentrum Haarlem tijdens en na de Stripdagen. Screendiver is de volgende stap,’ aldus Vlaanderen die als hoofdredacteur een van de drijvende krachten achter Screendiver is.

Pioniers
Volgens Vlaanderen leven we in interessante tijden: ‘Het is alsof we bezig zijn iets nieuws uit te vinden. De makers die met digitale strips bezig zijn voelen zich ook pioniers, denk ik. We zijn aan het ontdekken hoe het oude medium strip zich vernieuwt onder invloed van digitale platforms. Er is nog zoveel mogelijk en er valt nog zo veel te ontdekken! Op dit moment zijn bijvoorbeeld veel interessante stripmakers bezig met hoe ze virtual reality kunnen gebruiken in stripverhalen. Misschien blijkt dit uiteindelijk niet te kunnen, maar vooralsnog is het is dus heel boeiend om te kijken of het kan en hoe dan. In dat soort experimenten ben ik als maker en producent erg geïnteresseerd. Natuurlijk zijn interactieve comics niet per se beter dan gewone strips, maar als je beeldverhalen maakt die op een scherm gelezen moeten worden dan is het gek als je alleen een statische strip zou maken. Je werkt immers met een multimediaal platform. De elementen die je toevoegt mogen geen decoratie zijn, maar moeten echt essentieel zijn en het verhaal ondersteunen. De meest ideale interactieve comic zou niet meer goed werken als je een gebruikt element weg zou halen. Als je bijvoorbeeld het geluid weghaalt zou je dat echt moeten missen.’

Een mooi voorbeeld van de meerwaarde van audio bij een strip is The Land of the Magic Flute, Fons Schiedons vrije bewerking van Mozarts Die Zauberflöte. Tijdens het lezen zijn soms fragmenten van Mozarts opera te horen die achtergrondinformatie geven over de personages. Zonder de audio is de leeservaring dus niet compleet.

Sutu tijdens een workshop.

Sutu
Een ander goed voorbeeld van de mogelijkheden die het medium biedt, is de strip These Memories Won’t Last van de Australische stripmaker en interactive designer Sutu. Sutu, pseudoniem van de in 1981 geboren Stuart Campbell, is een van toonaangevende pioniers op het gebied van motion comics. Kenmerkend aan zijn strips is dat de technische middelen altijd in dienst staan van het verhaal en nooit alleen maar aanwezig zijn als gimmick. These Memories Won’t Last kun je gewoon in je internetbrowser lezen. De striplaatjes en teksten zitten aan elkaar vast via een rode draad die tegen de scrollrichting in beweegt. Je leest de strip dus alsof je verticaal langs een levenslijn beweegt. De strip is een prachtig, kort verhaal over Sutu’s grootvader die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. Als de lezer te lang bij een beeld blijft hangen, vervaagt dit langzaam. Een mooie visuele metafoor voor geheugenverlies.

These Memories Won’t Last.

Sutu wijst nieuwe makers graag op een belangrijke valkuil bij het maken van interactieve comics: ‘Waar je voor moet oppassen is dat mensen moeten uitzoeken hoe ze je verhaal precies dienen te lezen. Het ontwerp moet intuïtief te volgen zijn. Soms draven makers door wat interactiviteit betreft, waardoor lezers het verhaal niet goed meer kunnen volgen, gefrustreerd raken en hun interesse verliezen.’

Interactieve comics centrale
Het idee voor Screendiver werd geboren tijdens het Zwitserse internationale stripfestival Fumetto in 2014 waar een expositie aan motion comics was gewijd. Daarom waren er ook enkele pioniers van dit medium aanwezig, zoals Ezra Claytan Daniels, Sutu en Jason Shiga. Tijdens een paneldiscussie bleek dat zij nogal moeite hadden met de distributie van hun projecten. Zo zijn interactieve graphic novel apps moeilijk terug te vinden in de App Store van Apple, en zijn interactieve strips overal verspreid op het web. Je moet dus goed zoeken. De makers en Vlaanderen zaten daarover te praten en toen werd het idee geboren om één centrale plek te creëren, een distributieplatform waar bezoekers alle producties bij elkaar kunnen vinden. Sinds januari 2017 is Screendiver officieel online, al is het project nog lang niet af.

Stripcollectie
Men wil met de site dus laten zien wat voor moois er allemaal te lezen is op het gebied van interactieve comics. De belangrijkste functie is daarom het overzicht met comics dat wekelijks wordt aangevuld met nieuwe titels. Op dit moment staan er een kleine veertig projecten in het overzicht. De meeste comics zijn niet op de site te lezen. Er wordt van deze producties een inleiding gegeven en een link naar waar de strips gelezen kunnen worden of de apps ervoor gedownload. Bezoekers kunnen het materiaal selecteren op genre, digitaal platform en of de strips geschikt moeten zijn voor alle leeftijden of alleen volwassenen.

De comics die nu worden genoemd komen in allerlei soorten en maten. Van webexperimenten, comics die uit animated gifs bestaan tot met strips met een virtual reality element. Vlaanderen licht de keuze voor de comics op de site als volgt toe: ‘Momenteel zijn we aan het uitzoeken hoe breed we willen gaan maar, in eerste instantie moet het een platform zijn voor producties zoals we die zelf maken: onafhankelijk gemaakte producties, indie comics die niet-gelieerd zijn aan grote Amerikaanse uitgevers. Ook de geselecteerde commerciële projecten die voor een groot publiek zijn gemaakt, zijn nog steeds onafhankelijke producties. Daarnaast wilden we ons concentreren op comics met een vorm van interactiviteit die specifiek voor het web zijn gemaakt. Dus geen klassieke motion comics die eigenlijk vooral filmpjes zijn. Overigens is vernieuwend niet per se een vereiste bij de selectie. Het is niet zo dat ieder project dat we erop zetten, iets nieuws moet toevoegen.’

Juist door de nadruk op onafhankelijke makers, hoopt Screendiver een tegenhanger te zijn voor grote commerciële distributieplatforms voor lineaire digitale comics, zoals Comixology en Marvel comics.

Abwaesser.

Abwaesser
Niet alle strips op Screendiver zijn verhalend. Een goed voorbeeld van een niet-verhalende webcomic is bijvoorbeeld Abwaesser, een serie korte verhalen en experimenten van Yung Kiwi, pseudoniem van de Zwitserse illustrator Michael Kühni. Het project is als het ware een speeltuin waarin Kiwi allerlei experimenten doet met het medium interactieve comics. Met iedere aflevering probeert hij nieuwe dingen uit. Soms zijn het poëtische strips met veel humor, een andere keer een vormexperiment waarin Kiwi speelt met de layouts en animaties.

Seksueel geweld
Een van de strips waar Vlaanderen heel enthousiast over is heet Priya’s Shakti. Het is een interactieve, atypische superheldencomic met een sociale boodschap die tieners gendergelijkheid wil bijbrengen en waarschuwt voor seksueel geweld. De ervaringen van verkrachtingsslachtoffers zijn in het project verwerkt in animaties, die door een augmented reality app geactiveerd worden. Als je je tablet of telefoon boven het boek houdt en via deze speciale app leest, komen de stripplaatjes tot leven met animaties.

Priya’s Shakti.

‘Volgens mij is Priya’s Shakti de meest succesvolle interactieve comic ooit. De app is al iets van 500.000 keer gedownload. En er was veel media-aandacht voor, juist vanwege de maatschappelijke relevantie. Het eerste deel is gemaakt naar aanleiding van een groepsverkrachting in een bus in New Delhi, India. Eind vorig jaar is deel twee uitgekomen. Die gaat over wraakacties waarbij vrouwen zuur in het gezicht gegooid krijgen. Volgens mij is dit project zo succesvol omdat het heel mooi is getekend. Het is goed gemaakt en gaat over een zeer urgent en actueel onderwerp.’ De strip is zowel beschikbaar als papieren uitgave als digitaal.

Manifest
Er valt dus al veel te lezen op de site. Het doel is om Screendiver uit te laten groeien tot een community voor lezers en makers. Daarom staat er ook een manifest van de Amerikaanse schrijver, tekenaar en art-director Ezra Claytan Daniels op. In zijn manifest gaat hij op uitdagende wijze dieper in op wat er nu eigenlijk onder motion comics wordt verstaan. Daniels gebruikt overigens graag de term digitale comics, want als makers en uitgevers allerlei vage benamingen gaan gebruiken, maakt dat de producties moeilijk vindbaar.

Daniels: ‘De parapluterm digital comics moet alles omvatten van statische webcomics tot de meest ambitieuze interactieve comics.’ Toch is er onder de makers nog enige discussie over welke term nu het beste de lading dekt. Vlaanderen: ‘Ik gebruik liever de term interactieve comics in plaats van motion comics, omdat die laatste benaming weer de associatie oproept met geanimeerde strips op YouTube.’

Hoe je ze ook wilt noemen, Daniels deponeert in zijn manifest enkele voorwaarden, al was het maar om makers uit te dagen. Daniels vindt bijvoorbeeld dat digitale strips de beperkingen van het papier moeten overstijgen en juist nieuwe mogelijkheden moeten onderzoeken. De makers moeten daarom ook rekening houden met het uiteindelijke platform waarop de strip gepubliceerd gaat worden. ‘Een maker van digitale comics moet de mogelijkheden van het bedoelde platform volledig onderzoeken en uitbuiten,’ aldus Daniels in het manifest. ‘Kijk naar de technologie van jouw platform en denk hoe jouw verhaal dat kan gebruiken om een meeslepender ervaring te creëren. Als jouw strip bedoeld is om op telefoons gelezen te worden, ontwerp de kaders op een manier die het kleine, verticale scherm omhelzen in plaats van ermee vechten.’

Bezoekers van de site kunnen het manifest ondertekenen, van commentaar voorzien en delen.

How to
Uiteindelijk moet Screendiver ook een plek worden waar makers terecht kunnen voor informatie. Vlaanderen: ‘Er zijn veel stripmakers die dit soort dingen willen creëren, maar niet goed weten waar ze moeten beginnen. Zeker bij jongere makers is er veel interesse voor. Van de studenten die ik lesgeef aan de St. Joost in Den Bosch, willen vier van de 18 leerlingen interactieve strips maken. Op dit moment is de directory met strips het belangrijkste, maar we willen uitbreiden op het gebied van educatie en informatie geven over hoe je deze producties zou kunnen maken. Door bijvoorbeeld aandacht te besteden aan tools, de programma’s en gereedschappen die je nodig hebt. Niet alle stripmakers zijn immers even technisch onderlegd. Daarnaast willen we in de toekomst ook ‘making of stories’ maken. Denk aan interviews met de stripmakers en het tonen van concept art. Laten zien hoe deze producties tot stand zijn gekomen en wat de makers willen bereiken met hun werk. Ook dat soort dingen zijn super interessant voor mensen die ook dit soort dingen willen maken.’

Scott McCloud. Foto: Michael Minneboo

Tips voor de juiste tools staan straks in de sectie met artikelen, waar ook stukken over het medium staan en video-interviews met makers als Sutu en Scott McCloud. De Amerikaan McCloud is misschien nog wel het best bekend door zijn drie theoretische boeken over strips, zoals Understanding Comics, en is een van de mensen die zich dus als stripmaker en theoreticus met het medium bezighoudt. In zijn boek Reinventing comics legde hij een visionaire basis voor digitale comics. In de video vertelt hij immer enthousiast over de mogelijkheden van het oneindige digitale canvas.

ProStress.

Iedere dag vers
Iedere werkdag wordt er op Screendiver nieuw materiaal van de Rotterdamse kunstenaar/animator/webpionier Han Hoogerbrugge gepubliceerd. De interactieve cartoon ProStress bestaat uit drie plaatjes waarin Hogerbrugge op eigen wijze commentaar levert op de actualiteit, beroemdheden, politici en populaire cultuur.
Op dit moment staat Screendiver dus nog deels in de kinderschoenen, maar Vlaanderen is optimistisch over de toekomst van motion comics en de site: ‘Over vijf jaar moet de community van makers en lezers flink gegroeid zijn en moet de directory zeer uitgebreid zijn. Mensen die inspiratie en toffe interactieve comics zoeken moeten dan eigenlijk meteen aan Screendiver denken. Het moet dé merknaam zijn voor innovatieve, interactieve comics.’

www.screendiver.com

Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in Stripgids Vol 3 #1.

Categorieën
Strips

Mijn favoriete strips van 2015

Een lijstje met strips uit 2015 die ik van harte aanbeveel.

Net als vorig jaar geef ik een lijstje met dit jaar uitgekomen strips waar ik het meeste leesplezier aan ontleende. Leesplezier komt voort uit een goed geschreven verhaal of fantastische tekeningen. Als beiden voorkomen in een strip, ben ik helemaal blij.

Zoals eerder aangegeven, vorig jaar toen ik een lijstje presenteerde, viel het me ook dit jaar weer op hoe recensies van dezelfde strip kunnen verschillen. Recenseren blijft – tot op zekere hoogte althans – maar een arbitraire bedoeling. Maar dat is een onderwerp om later eens op te pakken.

Het was een bewogen stripjaar waarin Amoras #5: Wiske de Willy Vandersteenprijs kreeg (van een jury waar ik deel van uitmaakte), waarin Marvel-helden wederom weer Hollands spreken, er een nieuwe Asterix zeer goed verkocht, en waarin helaas Peter Pontiac en Peter van der Heijden overleden.

sculptor-mccloud

Goed, het lijstje. Op alfabetische, en dus willekeurige, volgorde:

sculptor_cover_620De beeldhouwer/ The Sculptor (Scott McCloud)
Een fantastisch verhaal dat na het lezen blijft resoneren. Faustiaanse verhalen kennen we genoeg, toch weet Scott McCloud iedere keer met een nieuwe wending in de plot te komen die niet alleen verrast, maar ook nog eens niet-gezocht aanvoelt. Door het lezen van De beeldhouwer ben ik een beetje een ander mens geworden en zie ik het leven een beetje anders. Dat is voor mij een van de indicaties van een goed verhaal.

Jheronimus_ruijtersJheronimus (Marcel Ruijters)
Marcel Ruijters maakte met zijn indringende portret van de bekende schilder Jheronimus Bosch het beste boek uit zijn oeuvre. Het is een prachtige striproman geworden waarin Ruijters een boeiend en echt personage van Bosch weet te maken en de lezer op levendige wijze informeert over diens leefwereld.

dahmer_coverMijn vriend Dahmer / My Friend Dahmer (Derf Backderf)
De strips van Derf Backderf zijn voor mij de grootste ontdekking van dit jaar. Ik had voordat hij naar Amsterdam kwam en ik hem interviewde in de ABC en het Américain, nog niets van hem gelezen. Maar voor de interviews natuurlijk wel. Ik ben een groot fan van zijn boek Mijn vriend Dahmer. Backderf zat op de middelbare school met latere seriemoordenaar Jeffrey Dahmer en maakte daar een aangrijpende striproman over. Ik heb ook erg genoten van zijn Punk Rock and Trailer Parks (2009) en Trashed. Dahmer staat vooralsnog bovenaan de lijst als zijn beste werk.

Paradijs verloren coverHet paradijs verloren (Pablo Auladell)
Pablo Auladell maakte een overbluffende en meeslepende stripbewerking van Paradise Lost van John Milton. Auladell vertelt een prachtig verhaal op een meeslepende wijze gevisualiseerd dat je tot de laatste bladzijde geboeid blijft lezen.

Sandman-Overture_DeluxeThe Sandman: Overture – Deluxe edition (Neil Gaiman, J.H. Williams)
De langverwachte prequel op de reeks The Sandman van wonderschrijver Neil Gaiman. Een prachtig verhaal dat zijn geheimen niet direct prijsgeeft, bijzonder mooi getekend door J.H. Williams en levendig ingekleurd door Dave Stewart. The Sandman: Overture leest als een droom en is een kunstwerk.

Tot slot nog twee stripgerelateerde boeken die ik toch even wil noemen. Exploring Calvin and Hobbes: Een mooie catalogus en boeiend interview met geestelijk vader Bill Watterson. Een must read. Dat laatste geldt ook voor België gestript van Geert de Weyer: een uitgebreid naslagwerk over de Belgische strip. Een genot om te lezen.

Check vooral ook het heerlijk persoonlijke leeslijstje van collega Stefan Nieuwenhuis voor meer leestips.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De onwetenden

Stripmaker Étienne Davodeau weet niet veel van de wijnwereld en zijn vriend Richard Leroy, een wijnbouwer, weet eigenlijk niets over het beeldverhaal. Daarom stelt Davodeau het volgende voor: hij loopt een jaar mee in de wijngaard van Leroy om te leren wat erbij het wijn maken allemaal komt kijken. Leroy krijgt strips als huiswerk te lezen en samen bezoeken ze de uitgeverij en collega’s van Étienne en enkele stripbeurzen. En passant leert de lezer door De onwetenden dus ook over beide werelden een hele boel.

Dat is voor mij de meerwaarde van het lezen van deze striproman. Ik weet eigenlijk niets over wijn. Als ik een fles of glas van dat spul zie moet ik aan Fransen denken die met hun blote voeten in emmers druiven stampen, en dan heb ik eigenlijk geen trek meer. Inmiddels weet ik na het lezen van deze striproman veel meer. Onder andere dat de druiven tegenwoordig gewoon door een machine geperst worden, maar ook hoe ambachtelijk het verbouwen van wijn eigenlijk is, zeker als je dat zoals Leroy op een biologisch-dynamische wijze doet. Dat is net zo ambachtelijk als het maken van stripverhalen. In hun passie en doorzettingsvermogen vinden de twee mannen elkaar dan ook.

Als stripliefhebber vind ik het natuurlijk erg interessant om de gesprekken tussen Leroy en stripmakers als Jean-Pierre Gibrat, Marc-Antoine Mathieu en Emmanuel Guibert te volgen. Die gesprekken leveren inzichten op in de methodiek en denkwijzen van de makers en dat is natuurlijk smullen.

De_Onwetenden_CoverNiks
Niet alles wat Leroy te lezen krijgt, valt bij hem in de smaak. Watchmen van Alan Moore en Dave Gibbons vindt hij maar niks en het werk van Moebius doet hij af als: ‘Het is niks. Ik vind het niet goed. Zijn planeten, zijn beesten, zijn hersenspinsels, al dat gedoe, pfff… Het is… vermoeiend…’ Een opmerking waar ik hartelijk om moest lachen, want daar zou de goegemeente toch wel even van schrikken. Eigenlijk zou wijnbouwer Leroy een blog over strips moeten beginnen, dat zou de boel aardig opschudden, vermoed ik. Het is fijn om eens ‘van een gewone’ man te horen wat hij vindt van klassieke strips en hun makers, dat haalt de kenners weer even uit hun tunnelvisie en vastgeroeste aannames.

Het is jammer dat Davodeau naast het opvoeren van zijn collega’s niet ook hun werk toont. Nu wordt er gesproken over strips, terwijl we er geen voorbeelden van zien. Dat maakt de boeken van Scott McCloud namelijk zo goed, dat hij het over strips heeft en dan ook een of twee plaatjes laat zien, wat zoveel meer duidelijk maakt. Alleen het werk van Moebius en Lewis Trondheim komen in het boek voor. Trondheim stuurde namelijk zelf een pagina in om Leroy uit te leggen waarom hij zichzelf in zijn autobiografische strips met een snavel tekent. Als Davodeau wat meer van het andere stripwerk had laten zien, had dit een nog beter en completer boek gemaakt.

Maar los daarvan, heb ik me bij het lezen van De onwetenden goed vermaakt. Het boek is een onderhoudend en informatief relaas voor iedereen die meer over wijn en strips wil weten.

Étienne Davodeau. De onwetenden
Uitgeverij Scratch Books, 272 pagina’s, € 27,90

Categorieën
Strips

Scott McCloud: ‘Er zijn geen regels!’

Stripmaker Scott McCloud is vooral bekend door zijn standaardwerken over het beeldverhaal. Nu is zijn eerste graphic novel uit: De beeldhouwer. Een gesprek.

Stripmaker Scott McCloud (Boston, 1960) brak door in de Amerikaanse stripwereld met de vrolijke superheldenstrip Zot!, maar werd vooral bekend door drie standaardwerken over het beeldverhaal. In Understanding Comics (1993) vertelt hij hoe strips werken en over de geschiedenis van het medium, in Reinventing Comics (2000) doet hij twaalf voorstellen hoe het beeldverhaal zich in het digitale tijdperk kan ontwikkelen en in Making Comics toont hij hoe je strips kunt maken (2006). Alle drie de boeken zijn in stripvorm. Ook was McCloud de vader van de 24 Hour Comic, wat uiteindelijk een wereldwijd fenomeen werd. Nu is eindelijk zijn langverwachte graphic novel De beeldhouwer uit.

Scott McCloud. Foto: Michael Minneboo
Scott McCloud. Foto: Michael Minneboo

In De beeldhouwer zit de jonge kunstenaar David Smith in zak en as: zijn carrière begon succesvol maar nu is hij vrijwel vergeten. Het lukt hem ook niet om de ideeën die hij heeft tot mooie sculpturen te maken. Dan krijgt hij van de Dood een aanbod: vanaf nu is hij in staat om alles wat hij kan bedenken met zijn blote handen te creëren. De prijs die hij hiervoor betaalt is dat hij nog maar 200 dagen te leven heeft. Omdat Smith bereid is te sterven voor zijn kunst, gaat hij dit duivelse pact met de Dood aan. Het faustiaanse plot van De beeldhouwer klinkt wellicht bekend in de oren, maar McCloud weet telkens met een nieuwe wending in de plot te komen die niet alleen verrast, maar ook niet-gezocht aanvoelt. Zijn bijna 500-pagina dikke graphic novel is prachtig geschreven en getekend en maakte op deze lezer een diepe indruk. We spreken de stripmaker in Amsterdam, een van de vele haltes tijdens zijn promotietoer. Naast hem zit zijn vrouw Ivy die tijdens het gesprek zo nu en dan op haar tablet beeldmateriaal laat zien om McClouds verhaal te ondersteunen.

sculptor_cover_620De dood is prominent aanwezig in De beeldhouwer. Ben je daar veel mee bezig?
SCOTT MCCLOUD: ‘We weten allemaal dat we een beperkt aantal dagen te leven hebben, alleen weten we niet hoeveel. Ik zou het niet erg vinden om te weten hoeveel tijd ik nog heb. Stel dat ik nog maar honderd dagen te leven heb, dan zou ik daar heel sereen in zijn. Ik zou er het beste van maken en veel tijd met mijn vrouw Ivy doorbrengen. In 2010 ben ik bijna gestorven aan een hartkwaal. Met die bijna-doodervaring kwam de dood erg dichtbij. Mijn vader stierf toen ik 22 was. Hij spendeerde de laatste drie weken van zijn leven met het praten met zijn vrouw over hun leven. Naar zijn gevoel had hij het maximale eruit gehaald en daarom keek hij tevreden en zonder spijt terug. Zo probeer ik ook mijn leven te leiden. Van mijn vader heb ik geleerd het leven op een fractale manier te zien, je weet wel, die meetkundige figuren die zijn opgebouwd uit delen die min of meer gelijkvormig zijn met het figuur zelf. Als mijn leven over tien jaar eindigt, zie ik het als compleet waarbij ieder deel het geheel reflecteert.’

Was er ooit een moment in je carrière dat je net als David in je strip ook een soortgelijke deal met de Dood gesloten zou hebben?
‘Als het zou betekenen dat ik mijn dromen en de ideeën in mijn hoofd waar kon maken, zou ik die deal op Davids leeftijd ook hebben gemaakt. Mits ik het idee had dat ik op geen andere manier zou slagen. Ik heb echter altijd het gevoel gehad dat dit me wel zou lukken, als ik maar genoeg tijd had. Als ik gefaald had en dit naar mijn gevoel kwam door redenen buiten mijzelf, ja dan zou ik die deal wel maken. In Davids geval gaat het na de afspraak met de Dood al snel de verkeerde kant op. David realiseert zich namelijk dat, nu er geen barrières tot succes meer zijn, hij nog steeds begrensd wordt door zijn eigen fantasie en zijn beperkte zelfkennis.’

Hoe zou je deal met de Dood eruitzien? Als het maken van de ultieme comic wellicht?
‘Haha! Ja, zoiets.’

Een belangrijk thema in De beeldhouwer is welke indruk we in de wereld achterlaten en hoe we herinnerd willen worden. Wilde je daarom dit boek maken?
‘Als ik nooit een groot fictieverhaal had gemaakt had iedereen naar mijn carrière gekeken en gezien dat er iets miste. Ze zouden dan een gat in mijn carrière zien waar dit boek had moeten zitten, juist omdat ik zoveel over striptheorie geschreven heb. Dat was een onbalans die ik moest corrigeren. Terwijl ik met het verhaal bezig was, begreep ik dat het weliswaar gaat over een personage dat graag herinnerd wil worden, maar dat het nog meer gaat over een personage dat doodsbang is om vergeten te worden. Dat is een verschil, want met die angst gaat David in tegen wat het is om mens te zijn, omdat we allemaal op een bepaald moment vergeten zullen worden. Zelfs als je Bach, Mozart of Shakespeare bent, zal op de een of andere manier alles wat je maakt op een gegeven moment vergeten worden. Aan het einde van het verhaal kan David dit tot op zekere hoogte accepteren, maar hij blijft er ook tegen vechten. Dat vind ik erg mooi.’

Davids dagen zijn geteld. Fragment uit 'De beeldhouwer'.
Davids dagen zijn geteld. Fragment uit ‘De beeldhouwer’.

In het nawoord schrijf je dat je voor de personages bestaande modellen hebt gebruikt. Waarom heb je daarvoor gekozen?
‘Dat heb ik dit keer voor het eerst gedaan. Een vriend van me stond model voor David en die kende weer iemand wiens lichaam model stond voor Meg, al heb ik me voor Meg grotendeels laten inspireren door mijn vrouw Ivy. Voor Davids oom Harry stond Ivy’s vader model. Hij stierf vier dagen voordat het boek uitkwam, maar heeft het wel gezien. Het uiterlijk van de andere personages heb ik wel verzonnen. Weet je, ik ben geen Craig Thompson of Jullian Tamaki. Ik bezit niet hun talent om uit mijn hoofd volledig geloofwaardige mensfiguren te bedenken. Ik vond mijn personages nooit warm en levendig genoeg. Daarom helpt het me om naar een echt mens te kijken en naar model te tekenen. Natuurlijk konden de modellen niet elf uur per dag bij mijn tekentafel staan, dus heb ik foto’s en video’s van ze gemaakt. Met strips probeer je in één plaatje het juiste moment te vangen en dat snapshot moet een heel gebaar uitbeelden. Bijvoorbeeld, in de scène dat David zijn beste vriend Ollie op straat ziet en ze elkaar omhelzen, moest ik het exacte moment in het midden van die omhelzing vinden die de hele handeling weergeeft. De beste manier om dat moment te vinden is niet een foto maken, maar video frame voor frame afspelen tot je het juiste beeld gevonden hebt. Net als de fotoreeksen van bewegingen die Eadweard Muybridge maakte aan het begin van de twintigste eeuw. Het is fascinerend om bewegingen in fases te kunnen zien, want dan valt op dat op veel foto’s een beweging niet lijkt op wat die moet voorstellen. Als je een lopende man ziet, zien verschillende momenten uit die beweging er niet uit als lopen, maar bijvoorbeeld als een man die op één been staat.’

Sculptor_02Superheldenstrips
Waarom heeft het zo lang geduurd voordat je deze strip maakte?
‘Heel lang heb ik met dit verhaal rondgelopen, al sinds ik begin twintig was, misschien nog wel langer. Toen ik 25 jaar oud was had ik het verhaal in principe wel kunnen vertellen, toch heb ik dat telkens uitgesteld. Ik vond dat er nog te veel elementen van het superheldengenre in zaten. De speciale kracht die David krijgt, lijkt op een superkracht en ik heb juist geprobeerd om op verschillende manieren van de superhelden weg te komen. Als een Amerikaanse stripfan zag ik dat genre als een onderdrukkende kracht, omdat het alomtegenwoordig is. Veel mensen in Amerika denken nog steeds dat alle strips over superhelden gaan. Dus probeerde ik in mijn werk de boodschap over te brengen dat strips veel meer kunnen zijn dan dat en dat de meeste van de beste Amerikaanse comics niet over superhelden gaan. De beeldhouwer liet me uiteindelijk niet los, want ik wist dat het een krachtige vertelling kon zijn. Uiteindelijk gaat het boek deels over het accepteren dat het superheldengenre onlosmakelijk verbonden is aan waar ik vandaan kom. Superhelden zullen waarschijnlijk altijd een deel van mijn grammatica uitmaken, net zoals je een accent kunt hebben als je praat.’

Cover Zot#1.
Cover Zot#1.

Je carrière is immers ook begonnen met een superheldenstrip. Zot! kun je zien als een vrolijke versie van de superheldenmythe.
‘Superheldencomics waren toentertijd erg grimmig en duister. Watchmen van Alan Moore en Frank Millers The Dark Knight Returns vond ik fantastische strips, maar daarna kwamen er veel imitaties uit die vooral de stijl van die strips overnamen maar niet de interessante ideeën. Ik wilde met Zot! die grimmige stijl juist niet overnemen en onderzoeken hoe superheldenverhalen en strips in het algemeen werken. Zot! was een laboratorium waarin ik de verschillende manieren kon ontdekken waarop comics een effect bij de lezer kunnen bewerkstelligen. Tijdens het maken van Zot! kreeg ik hier veel ideeën over en maakte ik veel aantekeningen. Dat werd uiteindelijk de basis voor Understanding Comics.’

Ik neem aan dat het maken van Understanding Comics je leven radicaal veranderd heeft.
Understanding Comics heeft mijn leven zeker veranderd. Het is een fun ride. Ik reis veel en kan daardoor met allerlei mensen over strips praten. Met dit boek is de conversatie over strips begonnen en zijn mensen over de mogelijkheden van strips na gaan denken, en dat is precies wat ik ermee wilde bereiken. Ik denk dat voor dit boek uitkwam, mensen dachten dat er veel regels waren waar ze zich aan dienden te houden bij het maken van strips. Het boek introduceerde het idee van strips als een blanco pagina. Ik wil dat een stripmaker vrijheid voelt, dat hij het gevoel heeft dat hij overal strips van kan maken. Een strip kan een sculptuur zijn, een glas-in-loodraam of gemaakt worden met foto’s. Ik wil dat ze weten dat ze in iedere stijl kunnen werken die ze willen, een strip kan realistisch getekend zijn of cartoonesk. Er zijn geen regels!’

Staat de Amerikaanse stripindustrie er beter of slechter voor sinds je 15 jaar geleden Reinventing Comics uitbracht?
‘Het gaat veel beter. De Amerikaanse stripindustrie is veel diverser geworden. Wat betreft de reputatie van de strip, de balans in de seksen, en de literaire en artistieke kwaliteiten zijn we erg vooruit gekomen. De graphic novel markt is veel gezonder dan voorheen. De boekwinkels hebben het wel erg moeilijk, maar dat is eigenlijk over de hele wereld zo. Daardoor zijn de verkoopcijfers niet altijd geweldig. Toch hebben we een gezonde graphic novel omzet en ook ontwikkelt de strip gericht op kinderen zich goed. Dit is erg goed voor de lange termijn. De grote uitgeverijen DC Comics en Marvel gaan op het vlak van emancipatie en gendergelijkheid vooruit, maar hebben nog een lange weg te gaan. Ondertussen nam het aantal jonge vrouwen dat strips maakt alleen maar toe in de afgelopen jaren. Meer meisjes lezen manga en strips voor alle leeftijden. Op het gebied van de representatie van verschillende etniciteit in strips hebben we nog een lange weg te gaan. Er zit een sterk Aziatisch component in de stripindustrie, maar African Americans zijn echt nog steeds in de minderheid.’

Scott McCloud spreekt de lezer toe en legt uit hoe strips werken.
Scott McCloud spreekt de lezer toe en legt uit hoe strips werken.

Infinite canvas
Na al je boeken over hoe strips werken en over welke vormen strips in de digitale wereld kunnen aannemen, is De beeldhouwer een ouderwets gedrukte graphic novel. Waarom?
‘Eigenlijk spelen er twee vragen. Waarom terug naar het vertellen van fictie verhalen en waarom dan een gedrukt boek en geen online comic? Ik had dit verhaal al decennia in mijn hoofd. Ik zag het altijd voor me als een gedrukte graphic novel, want dat was alles wat we indertijd hadden. Het idee dat een verhaal over een beeldhouwer ook een object is dat je vast kunt houden, trok mij aan. Daarbij komt dat de stripindustrie ervoor zorgt dat ik vijf jaar lang in mijn tekenstoel heb kunnen zitten om het boek te maken. Dat is niet het geval bij digitale strips: daar wordt nog niet genoeg geld mee verdiend omdat die industrie nog niet volwassen is.’

Ben je teleurgesteld in wat er tot nu toe met digitale strips en motion comics is bereikt?
‘Ik had gedacht dat we nu wel verder zouden zijn, ja. Ik heb met het medium geëxperimenteerd en anderen hebben spannende experimenten uitgevoerd. Sommigen doen dat nog steeds. Maar het gaat langzamer dan ik had gehoopt, dus heb ik er een tijdje afstand van genomen en een graphic novel gemaakt. Wat mij betreft is de digitale revolutie nog niet af. Ik ben niet tevreden over de manier waarop we digitale strips lezen. Die manier is niet zo natuurlijk en intuïtief als dat we papieren strips lezen. Een van de belangrijkste dingen als je een lang verhaal leest, is dat je oog nooit van het papier afdwaalt. Je kunt duizend gedrukte pagina’s lezen zonder dat je ziet dat je hand de bladzijde omslaat. Zo hoort het online ook te zijn, maar dat is nog niet het geval. In geen enkel online model of mobiele manier om strips te lezen, wordt, bij het navigeren naar de volgende pagina, je oog niet afgeleid om buttons in te drukken of om scrollbars te gebruiken.’

sculptor-mccloud

Vind je dat je idee van het infinite canvas, waarin het scherm een venster is en de pagina van een online comic in principe oneindig is, is aangeslagen en grootschalig wordt toegepast?
‘Er wordt wel met dit idee geëxperimenteerd. In Korea is het zelfs een standaard geworden. De meeste online strips die daar gemaakt worden zijn in de vorm van de singuliere ononderbroken leesstrook. Wat mij opvalt als ik naar dit soort scroll-comics van over de hele wereld kijk, is dat de plaatjes meestal op dezelfde afstand van elkaar zijn geplaatst. Dus de goot, de ruimte tussen de plaatjes, is altijd even breed. Waarom? Men imiteert dus weliswaar de vorm van infinite canvas comics zonder de andere hulpmiddelen die erbij horen te gebruiken. De afstand tussen de plaatjes is een zeer waardevolle verteltechniek: op die manier kun je het gevoel van tijd dat je tijdens het lezen ervaart, manipuleren. Dat bijna niemand hier nog gebruik van maakt heeft met gewoonte maken. Het kost minstens tien, twintig jaar om te realiseren wat er in potentie allemaal mogelijk is. Toen de comic werd uitgevonden, waren die boekjes niet meer dan een verzameling van eerder verschenen krantenstrips. Niemand dacht eraan om de pagina op een andere manier te gebruiken, ze zagen alleen een plek waar ze de strookjes op konden plaatsen. Hetzelfde geldt nu voor webcomics, digitale strips en motion comics: we beginnen net.’

De beeldhouwer is verschenen bij Scratch Books.
Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in Stripgids #42 (2015).

Categorieën
Film

Imagine 2015 in de achteruitkijkspiegel

Robots, cyborgs en artificiële intelligentie. Dat was zo’n beetje de rode draad van Imagine 2015. Hoewel ik door drukte weinig van de filmprogramma’s heb kunnen zien, pakte ik toch genoeg van het festival mee om er tevreden op terug te kunnen kijken.

Alles over Imagine 2015
Alles over Imagine 2015

Voor mij vond het hoogtepunt van het festival nog voor de openingsavond plaats, namelijk het interviewen van editor Bob Murawski. Het was een genot om een uur met deze prof uit Hollywood te mogen spreken over zijn liefde voor de genrefilm, zijn samenwerking met Sam Raimi en de Spider-Man-films. Zijn masterclass op vrijdag 10 april was ook zeer vermakelijk:

Met Ex Machina opende het festival. Daarin verblijft twintiger Caleb een week in het afgelegen futuristische onderkomen van zijn baas Nathan, de oprichter van internetzoekmachine Bluebook. Nathan blijkt zijn eigen robot te hebben gebouwd, de beeldschone Ava, en vraagt Caleb mee te werken aan een experiment om te testen in hoeverre haar kunstmatige intelligentie zich nog laat onderscheiden van dat van menselijke. Al snel blijken de relaties veel ingewikkelder in elkaar te zitten dan verwacht. Ik vond het een boeiende openingsfilm met een seksistisch tintje. Actrice Alicia Vikander deed me erg denken aan Sean Young uit Blade Runner en dat is vast niet per ongeluk.

Er waren veel interessante lezingen dit jaar. De lezing van Prof.dr. Anneke Smelik over Robots en hartstocht woonde ik bij op zondag. Helaas scheen de zon fel op de muur waarop de filmfragmenten geprojecteerd werden, waardoor die nagenoeg niet te zien waren. Gelukkig kende we de meeste fragmenten al. Wie heeft immers niet The Terminator of The Matrix gezien?

De avond over H.R. Giger vond ik boeiend. Ik ken het werk van Giger vooral uit de eerste Alien-film – hij deed daar de ontwerpen voor – en daarom was het leuk om meer van zijn boeiende werk te zien en om anecdotes van mensen te horen die Giger persoonlijk gekend hebben. Marco Witzig, sinds 2000 Gigers assistent, en de Nederlandse kunstenaar André Lassen, die met Giger samenwerkte, werden door Barend de Voogd geïnterviewd. De documentaire over Giger die erna werd vertoond moest ik helaas skippen: de volgende dag moest ik vroeg mijn bed uit om stripmaker Scott McCloud te interviewen.

De documentaire Lost Soul, The Doomed Journey of Richard Stanley’s Island of Dr. Moreau heb ik gelukkig wel gezien. Prachtig verhaal over hoe Stanley van zijn eigen filmset werd verjaagd door beroepseikels Marlon Brando en Val Kilmer. Goed, Stanley gedroeg zich ook niet helemaal als een regisseur tijdens het project en eenmaal op locatie in Australië weigerde hij praktisch zijn huis uit te komen om met de crew te overleggen. De documentaire is niet heel opzienbarend in elkaar gezet, maar het verhaal dat er verteld wordt is meer dan de moeite waard. Het was een voorstelling geregeld door filmblad Schokkend Nieuws en dat leverde gelukkig meteen wat nieuwe abonnees op. Dat doet mij, als medewerker van dat prachtige tijdschrift, natuurlijk erg goed. Collega Hedwig van Driel leidde de film vakkundig en onderhoudend in.

Verder zag ik nog de film Spring, waarin de Californische Evan in Italie de liefde van zijn leven tegen het ranke lijf loopt. Uiteraard blijkt deze schone veel meer te zijn dan ze lijkt en draagt ze een duister geheim met zich mee. Ware liefde overwint zelfs enge transformaties, blijkt uit Spring.

Het korte filmprogramma Shorts 4: Outrageous, Outlandish, Out of This World kon mij goed bekoren. Vooral de films The Stomach en Dinner for Few waren erg goed, terwijl The Fly erg luchtig en goed uitgevoerd was.

De slotfilm Big Game vond ik vermakelijk en was een fijne en vooral makkelijke afsluiter van het festival. Samuel L. Jackson casten als angsthazige president van de Verenigde Staten was een mooie vondst. Toch vond ik Rare Exports, ook van schrijver en regisseur Jalmari Helander, wel beter.

De leuke reportages over het festival zijn gemaakt door de snelle jongens Lazlo en Dylan Tonk van Dyzlofilm.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: De Beeldhouwer van Scott McCloud

Striptheoreticus, of stripgoeroe, en stripmaker Scott McCloud is op een promotietoer om zijn nieuwe graphic novel The Sculptor te promoten en doet gelukkig ook Amsterdam aan.

sculptor_cover_620The Sculptor is in het Nederlands verschenen onder de titel De beeldhouwer en uitgeven door Scratch Books. In De beeldhouwer sluit de jonge kunstenaar David Smith een deal met de Dood: hij is in staat om alles te maken wat hij kan bedenken, maar de prijs hiervoor is wel dat hij nog maar 200 dagen te leven heeft.

Ik heb het boek recent gelezen en raad het je van harte aan: het is een fantastisch verhaal dat na het lezen blijft resoneren. Faustiaanse verhalen kennen we genoeg, toch weet McCloud iedere keer met een nieuwe wending in de plot te komen die niet alleen verrast, maar ook nog eens niet-gezocht aanvoelt. Ik vind het nu al een van de beste boeken van het jaar. Door het lezen van De beeldhouwer ben ik een beetje een ander mens geworden en zie ik het leven een beetje anders. Dat is voor mij een van de indicaties van een goed verhaal.

sculptor-mccloud Sculptor_02

McClouds carrière begon met het vrolijke superheldenverhaal Zot!, maar is vooral bekend als de maker van drie belangrijke standaardwerken: Understanding Comics, Reinventing Comics en Making Comics. In het eerste boek vertelt hij hoe strips werken, in de tweede probeert hij een digitale revolutie te ontketenen en te laten zien hoe de toekomst van comics eruit kunnen zien. In het derde boek laat hij zien hij je strips maakt. Het geniale van deze boeken is dat ze allemaal in stripvorm zijn. Strips over strips dus. Overigens, McCloud is ook het brein achter 24 Hour Comic Day.

Scott McCloud is woensdag 15 april om 18 uur in Lambiek te bewonderen en zal zijn boek signeren. ’s Ochtends spreek ik hem over zijn nieuwe boek voor de VPRO Gids en Stripgids. Ik kijk ernaar uit om hem te ontmoeten en zijn prachtige graphic novel te bespreken.

Categorieën
Mike's notities

Een unieke dag

Vandaag is het zondag 12 april 2015. Het is een unieke dag in je leven en vindt dus maar één keer plaats. Maak er wat moois van.

Wat zijn je plannen voor vandaag? (Of, als je dit pas morgen leest, wat heb je vandaag gedaan?)

hoi_linda_delisIk ben vanmorgen begonnen met het herlezen van Reinventing Comics van Scott McCloud. Interessant huiswerk, ik spreek de stripmaker aanstaande woensdag. Vanmiddag om 17 uur wil ik de lezing Robots en hartstocht van prof. Anneke Smelik bijwonen. Misschien dat ik nog even bij Inkfest langsga, of een film op Imagine meepak. Daar ben ik nu, om 10.00 uur ’s ochtends, nog niet uit. Ik ga het zien.

Update: Naar inkfest ben ik niet meer geweest. Toen ik klaar was met lezen, dacht ik terug aan de laatste markten in De Hallen waar ik bij was en die waren allemaal druk bezocht. Ik zat in mijn luie stoel in het zonnetje, er was verder niemand thuis dus het was lekker rustig. Ik had dus geen zin om de drukte op te zoeken. Ik had wel zin om een Spider-Man-comic te lezen en dat heb ik dus gedaan. (Ik hoorde later dat het heel erg meeviel met de drukte op Inkfest… Nou ja, volgende keer beter.) Wel ben ik later naar de lezing op Imagine gegaan. Die was interessant, maar doordat ik door de drukke spits weer naar huis moest lopen, was ik dat fijne, ontspannen gevoel dat ik eerder die dag had, wel kwijt.

Categorieën
Strips

Twee eeuwen Nederlandse strip verstript

200 jaar Nederlands beeldverhaal wordt gevierd met een dik naslagwerk, een gelijknamige tentoonstelling in Museum Meermanno en een strip van Margreet de Heer, waarin ze de stripgeschiedenis in grote stappen doorloopt.

200jaarstrips_deheer-cover

Wie met stripmaker Margreet de Heer (Leiden, 1972) spreekt, wordt vanzelf aangestoken door haar enthousiasme voor het beeldverhaal: ‘Tegenwoordig wordt er veel gepraat in stripland over de dood van de Nederlandse strip en dat er geen kansen meer zijn zoals vroeger. Zelf zie ik zaken graag van de positieve kant. De laatste jaren komen er veel lezenswaardige stripboeken van hoog niveau uit, zoals Rembrandt van Typex, Vincent van Barbara Stok en Dansen op de vulkaan van Flo. Als maker ervaar ik de strip als een prettig medium met ontzettend leuke collega’s. En het feit dat de strip niet zo’n hoge status heeft, bevrijdt je eigenlijk van allerlei verwachtingen. Laat de wereld maar denken dat het een ondergeschoven kunstvorm is, want dan kan je als stripmaker tenminste nog eens verrassend uit de hoek komen.’

Kansel
De Heer studeerde twee jaar scenario en regie aan de filmacademie voordat ze voor theologie koos. Een logische keuze voor een kind uit een domineesgezin, zowel vader als moeder staan op de kansel van een protestants hervormde kerk. Na haar studie besloot De Heer echter stripmaakster te worden. Sindsdien maakte ze onder andere stripreportages voor de krant, tekende ze de avonturen van lesbienne Mijntje voor de Zij aan Zij en runde ze een tijd een smallpress-uitgeverij om eigen werk en dat van jong talent uit te brengen. Toch werd ze vooral bekend door drie informatieve stripboeken over respectievelijk filosofie, religie en wetenschap. Van het eerste boek werden in Nederland reeds zevenduizend exemplaren verkocht, ook de Engelse editie loopt goed. Begin volgend jaar verschijnt de reeks in het Koreaans.

Over 'Sjors en Sjimmie'.
Over ‘Sjors en Sjimmie’.

Tijdsbeeld
In deze boeken treedt Margreet zelf op als verteller in de vorm van een stripfiguurtje. Toen Museum Meermanno in Den Haag haar benaderde om een strip te maken over 200 jaar Nederlands beeldverhaal, om de gelijknamige tentoonstelling en het boek aan te vullen, zette ze de trend van vertellende stripfiguurtjes door: ‘Voor iedere periode die ik behandel heb ik een kind of een ander personage gekozen dat iets vertelt over zijn of haar favoriete strip van die tijd. Daardoor heb je meteen een focus en ondervang je dat wat je vertelt subjectief en onvolledig is. Het magazine hoefde geen volledige geschiedschrijving te worden, want dat is het grote boek al, maar een leuke strip die gezinnen met kinderen vanaf een jaar of zes aanspreekt. Om een tijdsbeeld te geven van de jaren tachtig, heb ik ervoor gekozen om de overeenkomsten tussen de familiestrips Jan, Jans en de Kinderen en De Familie Doorzon naast elkaar te zetten. In de jaren negentig behandel ik Sjors en Sjimmie. Omdat die strip al in de jaren dertig is begonnen kan ik zo eigenlijk de hele stripgeschiedenis van Nederland in beeld brengen. De recente jaren bespreken was erg lastig, want het is nu nog moeilijk te zeggen wat historisch gezien een belangrijke strip zal zijn. En daarbij: hoe dichter je bij het nu komt, hoe meer vriendjes en vriendinnetjes van mij er zijn en als ik iemand wel behandel, dan is al snel de vraag waarom je die anderen niet behandelt die net zo belangrijk zijn.’

Kousemaker in actie.
Kousemaker in actie.

Kennis over de Nederlandse stripgeschiedenis had Margreet onder handbereik. In het verleden werkte ze vijf jaar in stripantiquariaat Lambiek te Amsterdam en deed ze samen met mentor Kees Kousemaker (1942-2010) de redactie van de Comiclopedia: een online naslagwerk waarin zo’n 12.000 stripmakers zijn opgenomen. Samen publiceerden ze in 2005 het boek De wereld van de Nederlandse strip. Kousemaker en de stripwinkel die hij in 1968 opende, spelen ook een rol in Margreets strip: in 1974 bedient de stripwinkelier een vader die strips van de Toonder Studio’s zoekt terwijl hij tevens de langharige hippiezoon wijst op undergroundstrips over drugsgebruik en vrije seks.

Afrekening

Margreets stripfiguurtje.
Margreets stripfiguurtje.

Het maken van non-fictie strips met een autobiografisch tintje is een rode draad in De Heers carrière. In 1999 debuteerde ze met How to Get Over Your Ex, een uitgave in eigen beheer waarin ze afrekent met een vorige relatie. ‘Om daaraan te kunnen beginnen heb ik uit mijn hoofd gezet dat ik mooi moest kunnen tekenen. Dat was echt een drempel. Daarom zeg ik altijd tegen beginnende tekenaars dat ze de lat heel laag moeten leggen, anders produceer je niets. Ga gewoon beginnen.’

Door het maken van theaterrecensies in stripvorm voor NRC Next en daarna maandelijkse stripreportages voor Trouw kwam ze op het spoor van non-fictiestrips. De Heer liet zich inspireren door Van nul tot nu, een stripreeks over de vaderlandse geschiedenis die ze als kind las. Ook Understanding Comics van Scott McCloud, die in stripvorm het medium bestudeert en zichzelf als stripfiguur opvoert, inspireerde: ‘Het idee dat je in stripvorm feitelijke informatie kunt doorgeven sprak me aan. Voor Trouw maakte ik een maandelijkse rubriek over een filosofisch of spiritueel onderwerp. In die strips ging mijn persoonlijke stripfiguurtje dat de lezers rechtstreeks aanspreekt en dingen uitlegt, een belangrijke rol spelen.’

200jaarStrips-omslagDoor deze reportages vroeg uitgeverij Meinema De Heer de strip Filosofie in beeld (2009) te maken. Hierin behandelt ze het leven en denken van filosofen als Socrates, Plato, Nietzsche en tv-psycholoog Dr. Phil, en laat ze tevens mensen uit haar omgeving aan het woord over hun denkbeelden. Omdat veel filosofen ontbreken is Filosofie in beeld geen filosofie voor dummies geworden: ‘Het was nooit bedoeld als puur educatief boek, eerder als leerzaam onderhoudende strip. Ik wilde bij de oude Grieken beginnen en het structureel aanpakken, maar door ruimtegebrek kon ik niet iedere denker behandelen. Ik neem de lezer mee in mijn hoofd en toon mijn kijk op de zaken. Eigenlijk leg ik die aan mijzelf uit. Dat daar tussendoor allerlei feiten worden uitgelegd is voor mij bijna bijzaak. Als ik er een genre op zou moeten plakken, noem ik het liever autobiografie, maar dan verkoop het niet.’

Expositie en naslagwerk
Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal geeft een rijk geïllustreerd overzicht van de Nederlandse strip. Van vroege voorlopers als de eindmiddeleeuwse centsprenten, naar Meester Prikkebeen, bekende striphelden als Dick Bos, Kapitein Rob en Tom Poes tot en met het huidige tijdperk van de graphic novel. Stripkenners Willem van Helden, Rob van Eijck, Jos van Waterschoot en Joost Pollmann behandelen ieder een periode, onder eindredactie van Hans Matla en Aafke Boerma. Het boek bevat tevens een ietwat arbitraire selectie korte biografieën van stripmakers die wat ons betreft meer makers had mogen bevatten.

De expositie Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal loopt tot en met 2 maart 2014. Margreets strip is exclusief bij Meermanno verkrijgbaar. Zie www.meermanno.nl.

Dit artikel is in VPRO Gids #1 (2014) gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Understanding comics

Ive leest 'Understanding Comics'.
Ive leest ‘Understanding Comics’.

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Ive Hapers, 35 jaar, onderwijzer 1ste leerjaar (groep 3)

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Ik hou heel erg van Scott McClouds Understanding Comics, in NL vertaling door Strip Turnhout verschenen als De Onzichtbare Kunst.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Dit boek is als het ware een metastrip, een strip over strips. Het brengt me dichter bij de wereld van de strip, het laat me strips ontdekken en begrijpen. Door het lezen van De Onzichtbare Kunst is mijn blik veranderd. Het lijkt of ik op een gesofisticeerdere manier strips lees. Meer bewust. Af en toe neem ik het boek er opnieuw bij. Om een hoofdstuk te herlezen, iets op te zoeken. Stilaan is Understanding Comics een rode draad geworden in mijn stripwereld.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik ben opgegroeid met Jommeke en Suske & Wiske. Als 7-jarige lezer mocht ik af en toe een stripboek uitkiezen. De strips die ik had, las ik voortdurend opnieuw. Als tiener begon ik aan Kiekeboe (nu De Kiekeboes). Ik was er zo aan verknocht dat ik besloot ze allemaal aan te schaffen. Ondertussen koop ik ze nog steeds. Om een keer te lezen en mijn collectie volledig te houden. Intussen is mijn stripliefde verder geëvolueerd. Het werk van Brecht Evens, Maaike Hartjes, Brecht Vandenbroucke, Philip Paquet en vooral nu Typex’ Rembrandt neem ik met ontzettend veel goesting vast.

Scott McCloud spreekt de lezer toe en legt uit hoe strips werken.
Scott McCloud spreekt de lezer toe en legt uit hoe strips werken.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Giles sterft

Ik had het niet zien aankomen. Natuurlijk, ieder seizoen van Buffy the Vampire Slayer eindigt met het einde van de wereld. Of beter gezegd: met het proberen te voorkomen van de Apocalyps. Dus waarom zou seizoen 8, uitgegeven in even zo veel strip paperbacks, anders eindigen? Toch, de dood van Rupert Giles kwam onverwachts. Ik was geschokt!

doodvangiles

In Buffy the Vampire Slayer #39 draait Angel, onder invloed van een boosaardige entiteit, Giles de nek om. Het is een offer van de leermeester die Buffy al die jaren heeft bijgestaan. De schok van de dood van Giles brengt Buffy ertoe om de Seed of Wonder te vernietigen. Het voordeel hiervan is dat de toegang tot heldimensies is afgesloten. Het grote nadeel is dat alle magie uit de wereld zal verdwijnen.

Het hoe en waarom is eigenlijk niet wat mij schokte: het feit dat Giles stierf wel. Giles (gestalte gegeven door Anthony Stewart Head) is al sinds seizoen 1 de Watcher van Buffy. De echte vader van Buffy was voor het merendeel afwezig in de serie, dat maakte Giles tevens Buffy’s alternatieve vaderfiguur. Ik vond het altijd een sympathieke gast, juist omdat Giles zoals iedere ouder feilbaar bleek te zijn. Hij heeft zelfs in zijn jeugd gestoeid met zwarte magie, wat hem alles behalve een vlekkenloze reputatie gaf en bovenal tot een gelaagd en uitgediept personage maakte. We kenden hem niet alleen als de wijze man die alles weet over magie en de heldimensies (altijd handig als je een Vampire Slayer traint), maar ook als een volwassene die zijn rol in de wereld moest vinden toen Buffy steeds meer op eigen benen ging staan. Bovendien kon hij heel aardig zingen. Ik kende Giles al zo lang, het is alsof er een vriend is heengegaan.

Te cartoonesk
Ik zal hem zeker gaan missen, ook al werd de moord enigszins afgezwakt door het tekenwerk van Georges Jeanty. De kracht van de continuering van de televisieserie in stripvorm zit hem deels in het feit dat de acteurs goed zijn nagetekend. De stijl van Jeanty schommelt tussen realisme en een wat meer cartooneske tekenstijl, en juist daar wringt de schoen. Doordat Giles wat meer cartoonesk is getekend op het vierde plaatje (linksonder) wordt voor mij de afstand tussen realisme en hetgeen wordt afgebeeld groter, waardoor de inpakt van de daad minder hard aankomt.

Dat kan een bewuste keuze zijn geweest van de tekenaar, maar ik vind het vooral jammer, omdat Giles hierdoor meer een stripfiguur wordt en minder een mens van vlees en bloed. De stripversie komt daardoor verderaf te staan van het personage dat ik al jaren ken en waar ik me verbonden mee voel.

Mijn gevoel spreekt wat dat betreft stripgoeroe Scott McCloud tegen. Die beweert in Understanding comics dat een meer abstractere tekenstijl identificatie bevordert. De cartoonstijl heeft volgens McCloud twee interessante effecten. Ten eerste wordt een gezicht naarmate deze abstracter wordt uitgebeeld universeler. De realistische weergave kan maar een specifiek individu zijn terwijl de meer abstractere weergave lijkt op veel meer verschillende mensen. Ten tweede bevordert een gesimplificeerde weergave, waarbij vele kleine details niet getoond worden, de identificatie tussen de lezer en het getekende gezicht. Dit komt omdat we in ons hoofd van het eigen gezicht ook maar een schetsmatige weergave hebben. Ik ben het in dat geval dus niet met McCLoud eens. Identificatie gaat veel verder dan de vorm van een personage en in dit specifieke geval moet het personage juist zoveel mogelijk lijken op de acteur die al jaren Rupert Giles gestalte geeft.

De dood van Giles is door de geestelijk vader van het Buffy universum goedgepraat. Joss Whedon legde zijn daad aan Entertainment Weekly als volgt uit:

I have several reasons for that, some of which I can’t reveal because ripples from that event are going to be a part of both [the Buffy “Season 9” comic and the new Angel comic]. Part of it was really just feeling that Giles’ place in the comic book did not sit the way it did in the show. To have this paternal, expositional guy there — it wasn’t really something that played in the comics the way it did when Tony Head [i.e. actor Anthony Stewart Head] does it. I wanted to make all this matter and have something that would send emotional ripples through all the characters. Also, I’m a prick. But I did tell Tony it was going to happen before it did. At first he said, “Oooh,” a little worried. Then I said, “Angel’s gonna kill you.” He said, all excited, “Oooh! That’s great!” [Laughs]

Vanuit het perspectief van de schrijver komt Whedon met allemaal legitieme redenen voor zijn beslissing, daar niet van, maar hoe je het ook wendt of keert: Rupert Giles is dood. En dat vind ik zeer spijtig. Ik ga de beste man, zijn zangpartijen, gestotter en wijsheid missen, zo veel is zeker. Moge hij in vrede rusten en niet terugkomen als vampier of zombie.

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Strips

Drie keer 24 Hour Comics Day

Dit weekend is het weer tijd voor een mooie traditie in de stripwereld: 24 Hour Comics Day. In Nederland gaan tekenaars op drie verschillende locaties aan de slag om binnen een etmaal 24 pagina’s strip te maken.

Dat doen ze onder andere in Zwolle in ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Studenten en bekende striptekenaars (o.a. Hanco Kolk, het stripcollectief Lamelos en Wasco) gaan van zaterdag 1 oktober 11.00 uur tot zondagmorgen 2 oktober 11.00 uur non-stop werken aan een eigen strip. ArtEZ Zwolle, waar de opleiding Comic Design wordt gegeven doet dit jaar voor het eerst mee. Ongeveer 35 studenten en striptekenaars doen mee aan deze uitdagende opdracht. Het initiatief komt van student Emma Ringelberg. Het wordt Emma’s derde keer, ze deed eerdere jaren al mee bij Lambiek.

Wie in Amsterdam mee wil doen, kan dit jaar niet terecht in stripwinkel Lambiek. Boris & co. zien er dit jaar van af omdat de avond ervoor de Lamelos-veiling plaatsvindt. In Studio/K kunnen de stripmakers uit Amsterdam en omstreken terecht. Bekijk  hun blog voor updates.

Illustratie: Maia Machèn.

 

De durfallen in Rotterdam kunnen aan de slag bij stripwinkel Comiquest. Het zal de eerste editie in de Maasstad worden.

Stripmaker Albo Helm heeft twee keer meegedaan maar vindt het welletjes. Op Facebook geeft hij wel een belangrijke tip: ‘Wees zuinig met de drank en dope, dat werkt alleen maar tegen je op zo’n marathon.’

24 Hour Comics Day is bedacht door stripmaker/stripgoeroe Scott McCloud. Tekenaars worden geacht binnen 24 uur een strip van evenzoveel pagina’s te tekenen. De tekenaar mag van tevoren geen verhaal bedacht hebben en moet dus net zo blanco als een vers vel papier aan het project beginnen. Het evenement vindt wereldwijd in verschillende landen plaats.

In 2008 maakte ik een videoreportage van 24 Hour Comics Day in Lambiek.

Update
Zaterdagmiddag bezocht ik de hardwerkende tekenaars in Studio/K en maakte dit fotoverslag.

Het blog van de tekenaars in Zwolle vind je hier.

Categorieën
Strips

Dit weekend weer 24 Hour Comics Day bij Lambiek

De stripwereld heeft zo haar tradities en een ervan is de 24 Hour Comics Day. Deze wordt op verschillende locaties in de wereld gehouden en ook in Amsterdam bij Stripwinkel Lambiek.

Dit jaar wordt het evenement voor de zesde keer gehouden in ’s werelds oudste stripwinkel. Een kleine dertig stripmakers krijgen 24 uur de tijd om evenzoveel strippagina’s te tekenen. Ze mogen van tevoren geen verhaal bedenken. Koffie en maaltijden worden belangeloos gedoneerd door verschillende sponsoren. Lambiek zorgt voor de rest.

Wie zo gek was om dit evenement te bedenken? Scott McCloud bedacht en organiseerde de eerste editie in 1990. Het begon allemaal met een weddenschap tussen McCloud en vriend Steve Bissette. Inmiddels is het een wereldwijd fenomeen. Dit jaar doen er al meer dan 1500 tekenaars op 105 locaties in 14 landen mee. Maar wie weet zijn het zaterdag wel meer, als het feest begint.

Het is natuurlijk leuk als je even langskomt in de winkel om de kunstenaars een hart onder de riem te steken of goede ideeën te opperen als ze even vastzitten met hun verhaal.

De thuisblijvers kunnen het geheel volgen op Lambiek.net waar een speciale 24 Hours pagina te vinden is: www.lambiek.net/24hourcomics/index.htm.

Voor de rest van de wereld checkt u: http://www.24hourcomicsday.com/sites.html

In Amerika worden de 24-uurs strips uitgegeven in bundels. In Nederland gebeurt dit niet altijd, maar duiken de snelgetekende beelverhalen wel soms op in boekvorm. Hallie Lama’s Koning van de uien is te bewonderen in de Pulpman en de strips van Jeroen Funke werden gebundeld in Victor & Vishnu: Text Free.

Bij Lambiek beginnen de tekenaars op zaterdagochtend 11:00 uur en sluiten op zondag 3 oktober om 11:00 af met een champagneontbijt. Lambiek blijft natuurlijk tijdens ‘24 Hour Comics Day’ 24 uur open.

Deze video maakte ik in 2008 van het evenement: