Categorieën
Spidey's web Strips

Steve Geigers Spider-Man

Eigenlijk zou ik mijn hele dag wel strips willen lezen en daarna de mooiste plaatjes willen delen met anderen. Zoals deze Spider-Man-illustraties van Steve Geiger.

Dat laatste kan tegenwoordig makkelijk via social media en tumblr. Sommige stripplaatjes vind ik namelijk mooi genoeg om in te lijsten. Ze zouden niet misstaan aan de muur en dat mag best een muur in een museum zijn. Natuurlijk kent de kunstwereld pop-art, waarbij kunstenaars als Roy Lichtenstein zich laten inspireren door het beeldverhaal en stripplaatjes naschilderen. Dat levert vaak tof werk op, maar ik heb het nu dus over het echte stripwerk.

Van de week zat ik Web of Spider-Man #29 te lezen in zo’n dikke Essential-bundel. De strips zijn daarin zwart-wit en daardoor valt het lijnwerk extra goed op. Je kunt zo de tekeningen bestuderen zonder afgeleid te worden door de kleuren.

Sommige afbeeldingen hebben een rake compositie, anderen spatten bijna van de pagina af door de actie die ze laten zien. Ze zijn allemaal meeslepend en zorgen dat je ogen van het ene naar het volgende plaatje gaan omdat je wilt weten hoe het verhaal verloopt.

In dit geval was de comic vakwerk van Steve Geiger met inktwerk van Art Nichols. Eigenlijk heeft Geiger geen eigen en opvallende tekenstijl. Zijn stijl is echter zeer dienstbaar aan het verhaal. Verder heeft hij de menselijke anatomie goed in de vingers.

Dat levert onder andere dit soort mooie plaatjes op (wel in kleur want deze zijn afkomstig van de digitale bestanden die ik heb van Web of Spider-Man):

Mooi hoe de denkbeeldige diagonale lijn die van rechtsboven naar linksonder loopt de lijn van de actie benadrukt. De armbeweging van Wolverine maakt hem af. Door deze compositie is er ook voldoende ruimte voor de tekstballons. Verder is de tekst natuurlijk erg grappig.

Eigenlijk heb ik hier niet heel veel aan toe te voegen, behalve dan dat het een spectaculair plaatje is met veel diepte. Dat laatste komt vooral door de explosie rechtsboven die dicht bij de lezer komt. Je kunt bij dit plaatje trouwens makkelijk fantaseren dat James Bond in de auto zit. Dat zou een interessante crossover zijn, nietwaar?
Prachtig dramatisch. Zou een mooie coverillustratie geweest zijn.

Nog een leuk opmerkelijk detail trouwens. Hier is de cover zoals hij oorspronkelijk gedrukt is:

Dit is de opnieuw ingekleurde versie van de coverillustratie zoals hij achterop Essential Web of Spider-Man #2 staat. De herkleuring is gedaan door Tom Smith.

De inkleuring is duidelijk anders en laat duidelijker zien dat het hier om een avond of nachtscène gaat. Wat vind jij de mooiste versie?

Web of Spider-Man 29.
Script James C. Owsley
Art: Steve Geiger & Art Nichols.
Colouring: Bob Sharen.

Categorieën
Film Strips

Fantastische kostuumdrama’s

Het Imagine film festival heeft dit jaar bijzondere aandacht voor de rol van kostuums en stilering in de fantastische film. Bij superheldenfilms stuit de vertaling van de kostuums van strip naar live-action vaak op praktische bezwaren.

Een van de belangrijkste kenmerken van superheldenverhalen zijn de kleurrijke kostuums die de personages dragen. Met dit uniform onderscheiden de helden en schurken zich van normale stervelingen en verhullen ze hun burgeridentiteit. In het geval van Tony Stark maken kleren zelfs de (Iron) Man, want zijn superkracht zit in het hightech harnas dat hij draagt. Zonder het harnas is hij een gewone sterveling terwijl Superman nog steeds super is als hij in zijn boxershort rond zou vliegen.

Het superheldenkostuum is medebepalend voor het succes van de held. De outfits van Batman, Superman, Spider-Man en Wonder Woman zijn iconografisch en universeel herkenbaar. Het is daarom beter dat kostuumontwerpers de filmversies zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke ontwerp uit de strips houden. Echter, die ontwerpen tekenen is één ding, maar het wordt een ander verhaal wanneer acteurs zich in dat soort outfits moeten hijsen. Tekenaars kunnen waar nodig sjoemelen om het pak er goed uit te laten zien, acteurs niet. Het helpt natuurlijk dat hun lichamen dankzij een streng trainingsregime de gespierde en geïdealiseerde vormen kunnen evenaren van getekende helden. Het filmkostuum zit acteurs tegenwoordig net zo strak om het lijf als in de comics.

Absurd
Toch stuiten kostuumontwerpers op enkele praktische bezwaren bij de vertaling van strip naar film. Een belangrijk bezwaar is dat de live-action versies kunnen benadrukken hoe absurd de meeste outfits eigenlijk zijn. Om die reden kreeg de schurk Green Goblin in de eerste Spider-Man-film (2002) van Sam Raimi een make-over en werd zijn trolachtige halloweenkostuum een geavanceerd harnas ontworpen voor militaire doeleinden, waarbij zijn masker een beschermende helm is geworden. Filmmakers benadrukken graag dat het dragen van het kostuum een praktische reden heeft, daarom zien Batmans kostuums er de laatste films ook uit als een soort beschermend harnas.

Spider-Man en the Green Goblin ontmoeten elkaar voor het eerst. ASM #14. Illustratie: Steve Ditko.
Spider-Man en the Green Goblin in de Spider-Man-film uit 2002.

Overigens zijn superheldenkostuums in werkelijkheid zelden praktisch. Het Batman-kostuum dat Michael Keaton draagt in Tim Burtons films (1989 en 1992), ziet er weliswaar fantastisch uit, maar omdat het masker aan zijn schouders vastzit is hij niet in staat zijn hoofd naar links of rechts te draaien zonder zijn hele bovenlichaam mee te bewegen. Niet handig in gevechtssituaties. Nicholas Hammond, eind jaren zeventig Spider-Man op televisie, klaagde in een interview dat het kostuum ongelooflijke warm was en dat de speciale lenzen in het masker vaak besloegen waardoor hij niets meer kon zien. Een ander praktisch bezwaar is dat een masker de gezichtsexpressies van de acteur onzichtbaar maakt. Daarom gaat in de films Spider-Mans masker zo vaak stuk en loopt Captain America ook dikwijls zonder hoofdbedekking rond.

Keaton en Burton op de set van ‘Batman’

Uniformen
Voorheen omzeilden ontwerpers het probleem van de superheldenoutfits weleens door deze radicaal aan te passen. In X-Men (2000) van Bryan Singer dragen de mutanten zwarte leren uniformen en niet hun kleurrijke evenknieën uit de strips. Regisseur Zack Snyder, verantwoordelijk voor Watchmen en de recente Superman-films, maakt grauwe, sombere en quasi-serieuze kostuumdrama’s van de stripverfilmingen. Zo wil hij de heldenverhalen gewicht geven. Hij kiest daarom voor donkergekleurde of bijna kleurloze versies van de kostuums. In de recente films met Marvel-helden is gelukkig de toon vaak luchtiger en ironischer. Ze schamen zich niet voor de kleurrijke outfits van hun helden als Iron Man en Captain America. De kostuums in deze films lijken dan ook goed op de oorspronkelijke stripversies.

Gal Gadot als Wonder Woman.
© 2017 Warner Bros. Ent. All Rights Reserved.

Seksisme
Een laatste probleem waar ontwerpers mee te maken hebben, is dat superheldenkostuums seksistisch en erotisch geladen kunnen zijn. Iets waar vooral vanuit feministische hoek vaak over geklaagd wordt. Vorig jaar werd Wonder Woman bijvoorbeeld door de Verenigde Naties benoemd tot ere-ambassadeur voor vrouwenemancipatie. Een goede keuze, want Wonder Woman is als geëmancipeerde, sterke, biseksuele Amazone een positief rolmodel. Een petitie maakte echter na een paar weken een einde aan haar VN-benoeming. De ruim 45.000 ondertekenaars vonden Wonder Woman ongeschikt voor de functie omdat ze als rondborstige stripfiguur in haar weinig verhullende outfit te seksistisch zou zijn.

De klagers hebben een punt. Superheldenstrips kunnen seksistisch zijn in hoe ze vrouwen, maar ook mannen, afbeelden. Beide seksen worden in geïdealiseerde vorm weergegeven, waarbij de heldinnen vaak poses aannemen die vooral de male gaze bedienen. Uitgevers zijn zich bewust van deze kritiek en de laatste jaren zien we steeds meer vrouwelijke superheldenkostuums die een minder verhullend en praktischer ontwerp hebben.

Wonder Woman en collega-Amazones op hoge hakken.
© 2017 Warner Bros. Ent. All Rights Reserved.

Ongetwijfeld komt dit thema op Imagine ter sprake in de lezing van de Canadese historicus Tim Hanley over de veelbewogen geschiedenis van Wonder Woman. Eregast is Lindy Hemming, kostuumontwerper van onder andere James Bond, de Batman-trilogie van Christopher Nolan en de Wonder Woman-film die 1 juni uitkomt. Hemmings ontwerp van het gepantserde kostuum van Wonder Woman en de Amazones, is deels praktisch maar houdt de strip in gedachte en toont duidelijk de blote, gespierde schouders en benen van de acteurs.

De hoge hakken stuitten bij voorbaat op commentaar, dat regisseur Patty Jenkins in een interview met Entertainment Weekly pareerde door te zeggen dat ze tijdens heftige gevechten platte sandalen dragen. Jenkins maakte duidelijk dat Wonder Woman een wensvervulling is: ‘Ik, als vrouw, wil dat Wonder Woman ongelooflijk aantrekkelijk is, dat ze op een badass manier vecht en er tegelijkertijd fantastisch uitziet.’

Uiteindelijk geldt dat voor alle verfilmde superhelden en hun outfits.

Imagine Film Festival
12 – 22 april 2017
www.imaginefilmfestival.nl

Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #14 (2017).

Categorieën
Strips

Boeiende coverkunst

In het Belgisch stripcentrum te Brussel is de expositie Coverkunst nog tot 28 mei te zien. Ik raad je aan deze tentoonstelling te bezoeken, als dat nog niet gedaan hebt.

Recent bezocht ik het Stripmuseum in Brussel. Niet de eerste keer, maar ook nu weer een fijne ervaring. Die zaterdagmiddag was het museum drukbezocht, toch kon ik op mijn gemak de vele covers en originelen bekijken die tentoongesteld staan.

Een goede cover is van groot belang voor boeken en strips. Het is immers vaak de eerste introductie tot het verhaal. Een cover grijpt je aandacht of niet, maar het is niet altijd te zeggen waarom. De expositie poogt dit mysterie te ontsluiten.

Stapsgewijs
Soms gebeurt dat door het maakproces van één specifieke cover te tonen, met alle voorstellen erbij. Dat is interessant, want het is dan alsof je stap voor stap met de ontwerpers mee kunt kijken. Zo zijn er verschillende versies te zien van het album Een beeld van een jongen, van Frederik Peeters. En zien we ook verschillende versies van Het gele teken, met een uitgebreide toelichting.

Voorstudies voor de cover van ‘Een beeld van een jongen’.

Er komen veel kenners uit de stripwereld aan het woord over wat zij belangrijk vinden aan een cover: uitgevers, stripmakers en enkele stripkenners, waaronder ondergetekende. Soms via een citaat, vaak in een video waarin ze hun favoriete cover laten zien. Dit soort elementen maakt een expositie extra levendig. Wel jammer dat de Franse sprekers niet zijn ondertiteld. Nu snap ik dat het stripmuseum in Brussel staat, maar er zullen genoeg toeristen het instituut bezoeken die geen Frans spreken.

Virtuoos
Volgens Alexis Dragonetti is een goede cover virtuoos getekend, grafisch sterk opgemaakt en inhoudelijk intrigerend. Stripmaker Wim Swerts noemt vier eigenschappen waar een goede cover aan moet voldoen:

1. Een sterke uitstraling: als je ernaar kijkt, schept het verwachtingen naar avontuur, mysterie en spanning.
2. Compositie: een goede cover is niet te druk, alles is herleid tot de essentie.
3. Less is more: blijf bij de essentie, maak het niet te druk. Zorg ook voor
voldoende contrast.
4. Leesbaarheid: als je cover klaar is, moet je hem bij wijze van steekproef
verkleinen. Als alles nog duidelijk en leesbaar is, heb je een goede cover gemaakt.

In een video vertelt stripmaker Ken Steacy dat de coverillustratie een moment moet weergeven vlak voordat er iets staat te gebeuren. Een sleutelmoment uit het verhaal bijvoorbeeld.

Natuurlijk kun je over alle regels twisten, en dat maakt deze expositie ook zo leuk, want je wordt zelf uitgenodigd om over covers na te denken. Wat vind jij de belangrijkste eisen waar een omslag aan moet voldoen? Welke covers trekken meteen je aandacht en waarom? En welke vallen je eigenlijk helemaal niet op?
Doordat er heel veel omslagen te zien zijn, kun je die vragen dus in de praktijk beantwoorden. Wie onderweg goede aantekeningen maakt, heeft aan het einde van de expositie een mooi lijstje met tips voor het maken van een goede cover.

Originelen
Het mooiste blijft natuurlijk het zien van originelen, zoals de geschilderde omslagen van Rosinski, W. Vance, ‘De onzichtbare grens #2’ uit de reeks Duistere Steden en een originele schildering van Judith Vanistendael.

Hoewel de expositie een divers beeld geeft van verschillende soorten covers en een historisch overzicht, ligt de nadruk bij de selectie duidelijk bij de Europese strips. Amerikaanse comics en manga komen er bekaaid van af. Jammer, want misschien zijn de coverregels in andere culturen wel weer heel anders dan bij ons. Een thema dat nu niet behandeld wordt. Misschien een mooi uitgangspunt voor een vervolgexpositie?

Ik ben zelf in ieder geval een groot fan van hoe Amerikaanse stripmakers comiccovers vormgeven. Zij hebben daar echt een goede neus voor. Strakke composities die je het verhaal intrekken en teksten die nieuwsgierig maken en de lezers vaak direct aanspreken.

Deze Van Gogh cover vind ik heel gaaf en dynamisch. Ik ben meteen benieuwd naar het verhaal van deze strip.

Vormgeving
Ik vond de vormgeving van Coverkunst verder heel fraai. Ze nodigen uit tot lezen. Bij de teksten staan vaak grafische elementen uit de covers. Verder is de expositie mooi aangekleed, met bijvoorbeeld een enorme versie van De blauwe lotus. Wat dat betreft kunnen Nederlandse stripmusea nog wel eens wat leren van het Belgisch Stripmuseum.

De expositie Coverkunst is te zien tot 28 mei 2017.
BELGISCH STRIPCENTRUM
Zandstraat 20
1000 Brussel

Categorieën
Spidey's web Strips

Toen Ben Reilly stierf

Weet je, eigenlijk mag ik die Ben Reilly wel.

Ja, echt. Reilly kan er ook niets aan doen dat hij niet weet dat hij niet de echte Spider-Man is, maar een kloon van Peter Parker. Hij probeert gewoon mensen te helpen en te redden omdat hij superkrachten heeft. Net als de echte Spider-Man.

Tot aan zijn dood in Spider-Man #75: Revelations, Part Four, weten wij ook niet zeker hoe de vork in de steel zit. Maar als het lichaam van Ben tot as vervalt, is duidelijk dat Peter Parker de echte Spider-Man is en Reilly een kloon. Meer dan een jaar in comicstijd hielden de makers van Marvel ons voor dat de situatie precies andersom was.

Ik heb het natuurlijk over de gewraakte kloonsaga uit de jaren negentig waar ik de afgelopen weken delen van las. Begrijp me niet verkeerd: dat hele kloonidee staat me tegen en hoe de mensen bij Marvel uiteindelijk de boel hebben teruggedraaid kan me evenmin bekoren, maar dat neemt niet weg dat sommige avonturen van Ben Reilly best lekker leesvoer waren.

Kloonsaga
Het idee dat Peter Parker een kloon bleek van de originele Spider-Man was bedacht om de superheld een verjongingskuur te geven, maar omdat de fans voor het merendeel Ben Reilly niet accepteerden als nieuwe Spider-Man, werd die beslissing later weer teruggedraaid. Ingewikkeld? Ja, dat was het. In mijn boek Mijn vriend Spider-Man ga ik hier uitgebreider op in en wat dit soort retcons doen met de fans.

Gisteravond las ik de laatste bundel van de Complete Ben Reilly Epic. Delen hiervan heb ik ooit in het Nederlands aangeschaft, maar tot mijn grote vreugde waren er aan het slotakkoord van Reilly in de Amerikaanse uitgaven enkele scènes toegevoegd in de trade paperback die niet in de oorspronkelijke uitgave zaten.

Reilly Sterft nadat hij doorboord is door een goblin glider en van heel hoog op een auto is gevallen.

Afscheid
In een scène komen vrienden en familie bij Peter en Mary Jane bijeen om te rouwen. Het echtpaar heeft zojuist een miskraam gehad en hun spirituele broer Ben verloren. In de scène erna strooit Peter het as van Ben uit vanaf de Brooklyn Bridge. Zo krijgt Reilly de begrafenis die in het origineel ontbrak.

Die abortus van Mary Jane zit me nog steeds niet lekker. Ook dat Norman Osborn de mastermind achter de hele kloonsaga bleek te zijn, niet. Maar goed, we hebben het hier over strips die meer dan twintig jaar geleden uitkwamen. Ik koester dus geen wrok. Bovendien zit wat Mark Ginocchio hierover te zeggen heeft, logisch in elkaar:

So put all that aside – it’s a lot to ask, I realize – because once you move past the unsteady narrative, the infanticide and the silly deus ex machina, you should hopefully realize that Norman’s inevitable return to the Green Goblin persona led to one of the most gripping and emotionally fraught Spider-Man battles from the 1990s. Rather than ease Osborn back into the Spider-Verse, Marvel delivers “The Night of the Goblin,” which depicts crazy Norman acting as unhinged as he’s ever been (until Warren Ellis played around with the character in Thunderbolts). He’s basically Spider-Man’s worst nightmare fully realized, dropping pumpkin bombs from the sky like it’s the early 1970s and attempting to kill everybody Peter has held dear since the character was first created.

And that’s when it all starts to make sense. Sure, resurrecting a character that had been dead for more than 20 years, who died in one of the most important comic book stories of all-time, is such a 90s thing to do. But if the Spider-books were going to be moving on from the “Clone Saga” – which they desperately needed to do – bringing Norman back into the fold was a necessary move. Spider-Man’s rogues gallery had been decimated by poor editorial choices, leaving only the Jackal, Electro and Carnage as the only pseudo “A” listers to break out for a big story. And considering the reader had just gotten a steady diet of Jackal for the past few  years, and Carnage had played himself out (and Electro isn’t THAT big of a deal), a revived Norman  was the best way to balance the scales and create believable conflict in a Spider-Man comic again.

Zoals gezegd: over de kloonsaga koester ik geen wrok. Laat ons in plaats daarvan genieten van het fantastische tekenwerk van John Romita Jr. geïnkt door Scott Hanna.

Categorieën
Mike's notities

Hand in hand

Vandaag heb ik even geen andere man bij de hand om samen hand in hand over straat mee te lopen, anders zou ik het wel weten. Geweld tegen homo’s mogen we niet tolereren, daarom ben ik blij dat veel mannen vandaag demonstratief wel hand in hand in het openbaar rondlopen.

Bunbun illustratie door Matt Baaij.

Afgelopen weekend werd een homostel in Arnhem aangevallen door een groepje Marokkaanse jongeren, waarvan er eentje zelfs een betonschaar bij zich droeg. Tenzij hij een medewerker is van een bouwbedrijf en vergeten is zijn schaar thuis te brengen, lijkt het me duidelijk dat iemand die zo’n ding over straat met zich meedraagt, weinig goeds in de zin heeft. Geweld met voorbedachten rade.

Ik vind dat dit soort geweld zwaar gestraft moet worden. Ze mogen er niet met een taakstrafje vanaf komen. Minstens een jaar de bak in en daarbij verplichte gesprekken met een psychiater. Misschien heeft dat een afschrikkend effect.

Ook moeten we kennelijk serieus iets doen aan mensen een beetje normen en waarden bijbrengen. Dat begint natuurlijk al in het onderwijs, waarbij seksuele voorlichting uitgebreid moet zijn, maar vooral gelijkwaardigheid van iedereen moet benadrukken. Maar ik denk dat die voorlichting over gelijkwaardigheid ook plaats moet vinden in de geloofstempels waarin veel andersdenkenden zich ophouden. Dat geldt dus zowel voor de moskee om de hoek als de christelijke kerk waarin nog steeds beweerd wordt dat Adam en Eva het enige goede voorbeeld zijn.

Update dinsdag 4 april. Inmiddels heeft een van de daders zelf aangifte gedaan tegen de slachtoffers en claimt dat het homostel het groepje aanviel. Ook blijkt dat groepje jongens niet allemaal uit Marokkanen te bestaan. Tenminste, dat is het laatste nieuws hierover.

Categorieën
Striprecensie Strips

Iedereen op Claudia

Als ik me niet vergis, is Iedereen op Claudia, na In de schaduw van mijn lul en Fucking Hell, de derde solostriproman van stripmaker Sam Peeters, die al jaren een vierde deel is van het humoristische stripcollectief Lamelos. Met Iedereen op Claudia heeft de stripmaker zichzelf overtroffen.

Tijdens het lezen heb ik vaak moeten gniffelen en hardop moeten lachen. En dat terwijl wat Peeters te vertellen heeft, op zijn best een tragikomisch verhaal van een mislukte liefde genoemd kan worden.

Peeters laat in deze tekstloze striproman zien hoe een verliefdheid op een klasgenootje uit kan groeien tot een obsessie. Toegegeven: Claudia is het mooiste meisje van de klas, iemand waar alle mannen voor vallen. Dus dat zij de hormonen van de hoofdpersoon overuren laat draaien, snap je meteen. Vanaf de eerste keer dat zij de klas in loopt, is de hoofdpersoon verliefd op Claudia. Gedurende hun levens komen de hoofdpersoon en Claudia elkaar geregeld tegen, toch wil het met de liefde niet vlotten.

In tegenstelling tot de andere personages blijft de hoofdpersoon het gehele verhaal naamloos, maar aangezien de stripmaker hem met ‘ik’ aanduidt, noem ik hem voor het gemak dus maar even Sam.

Bloedcontract
Twee keer heeft Sam de kans om met Claudia te zoenen en staat ze daarvoor open, maar beide keren zit er iets in de weg. De eerste keer is dat een dom contract dat hij afsloot met zijn beste vriend. Dit contract, ondertekend met bloed, staat dat ze geen van beide zullen proberen Claudia voor zich te winnen omdat ze haar allebei leuk vinden. Daarom wijst Sam Claudia af. Dom, want als Claudia later interesse in die vriend toont, leidt tot serieuze contractbreuk. Jaren later komt Sam Claudia bij toeval weer tegen als hij aan het stappen is met een vriend en heeft hij een tweede kans iets met haar te beginnen. Helaas heeft Sam al een vriendin en een te groot eergevoel. Nobel wellicht, maar achteraf erg zuur als blijkt dat het vriendinnetje achter zijn rug om vreemd gaat met een neanderthaler uit de buurt.

Peeters gebruikt een toegankelijke cartooneske tekenstijl waardoor alles wat hij toont, automatisch vrolijker wordt en grappiger lijkt. De schrijnende scènes worden hierdoor meteen tragikomisch. Wanneer Claudia met iedereen het bed in lijkt te willen duiken behalve met de hoofdpersoon, laat hij haar in zijn fantasie het middelpunt zijn van een gangbang waarin ze volledig letterlijk stuk geneukt wordt. Door de tekenstijl van Peeters zijn dit soort scenes niet-seksueel maar vooral hilarisch.

Zoals met de meeste obsessies stevent het verhaal af op een droevig en schrijnend einde. Toch zorgt Peeters met het allerlaatste stripplaatje dan toch weer voor een fantastische punch line.

Zoals gezegd is Iedereen op Claudia volledig tekstloos, op tekstballons na die de namen van de personages introduceren. Peeters is een visueel verteller en heeft verder dus ook geen tekst nodig. Als Sam na een avondje stappen met Claudia bedroefd thuis aan de keukentafel zit met een biertje en baalt dat het weer niet is gelukt met haar, tekent Peeters twee dikke druppels op het bierblikje, die natuurlijk staan voor de tranen die Sam van binnen huilt.
Pas als je het boek dichtslaat, realiseer je je pas hoe weinig we eigenlijk over de persoonlijkheid van de personages te weten zijn gekomen. Alles staat in teken van de obsessie van Sam met Claudia. Alle andere zaken waardoor daardoor buiten beeld gelaten.

Mocht het nog niet duidelijk zijn: ik vind Iedereen op Claudia een mooi, grappig en heel genietbaar album. Ik kijk uit naar het volgende soloproject van Sam Peeters.

Sam Peeters. Iedereen op Claudia
Uitgeverij Scratch Books
Hardcover, 224 pagina’s € 34,90

Categorieën
Mike's notities Strips

Transcript

Het is vandaag alweer de laatste dag van maart. Deze maand ging supersnel voorbij. Voor mijn gevoel was het vandaag nog maar de tiende, maar zo zie je maar weer. Morgen de grootste grapdag van je het jaar. Niet dat ik ooit echt een 1-aprilgrap hoorde waar ik echt om moest lachen.

Geert Wilders karikatuur. Bron: Eppo.

Nou ja, dat Eppo een stripreeks rond Geert Wilders zou publiceren vond ik toentertijd wel grappig.

De afgelopen week heb ik hard gewerkt aan mijn interview met Halfdan Pisket dat ik vorige week afnam in Brussel. Maandag was ik nog te gaar na de persreis, maar dinsdag heb ik in een sessie de tape van 53 minuten conversatie getranscript. Transcripten – het volledig uittikken van interviews – is een noodzakelijk kwaad van mijn werk. Het is extra lastig als je tijdens het tikken meteen naar het Nederlands moet vertalen, wat bij dit project het geval was.

Mensen vragen me wel eens waarom ik dit soort werk niet uitbesteed aan studenten. Simpel, daarvoor verdien ik niet genoeg met mijn journalistieke werk. Bovendien heeft het ook zijn nut om zelf een transcript te maken. Ik hoor de hele conversatie en mijn onderbewuste begint dan alvast met selecteren van de uitspraken die ik in mijn artikel nodig ga hebben.

Dat artikel schreef ik woensdag. Donderdag keek ik de tekst na en veranderde er nogal wat aan. Vaak denk ik dat de eerste versie bijna de juiste is, maar als ik de tekst de dag erna nog eens doorneem blijkt dit toch vaak niet het geval te zijn. Ik laat Linda ook nog wel eens een eerste versie lezen. Dan weet ik zeker dat ik nog niet klaar ben met mijn werk.

Screendiver
Tussen het Pisket-interview door schreef ik enkele blogposts en werkte ik ook aan een artikel over de site Screendiver. Een prachtig project van Submarine Channel. Screendiver moet uiteindelijk de plek zijn waar je heengaat als je goede motion comics wilt lezen of wilt leren hoe je die maakt. Binnenkort daarover meer.

Strips!
Vanmiddag kwam een verse doos bestelde comics binnen. Ik kocht onder andere twee Essentials van Web of Spider-Man, Marvel Secret Wars en de omnibus met Hawkeye-verhalen door Matt Fraction. Ook kocht ik alvast het laatste deel van The Complete Ben Reilly Epic. Het vijfde deel heb ik nog niet gekocht, want die is officieel out of print en daardoor voor een te hoog bedrag beschikbaar. Ik wacht wel op een herdruk.

In ieder geval kijk ik uit naar dit weekend.

Categorieën
Film Spidey's web Strips

Spider-Man: Homecoming

Van de drie posters van Spider-Man: Homecoming die recent online werden gepresenteerd, vind ik die op het verkeersbord langs de snelweg het tofste:

Zo’n soort poster hebben we volgens mij nog niet gezien. Het alledaagse van dat bord en de kleurrijke en bijzondere verschijning van Spider-Man vind ik een leuke mix. Bovendien is het feit dat dit verkeersbord de afslag naar Queens aangeeft heel toepasselijk natuurlijk, want daar is Peter Parker opgegroeid. Daar is zijn thuis.

Het doet me denken aan mijn bezoek aan Forest Hills, Queens in 2009. In mijn boek Mijn vriend Spider-Man ga ik daar uitgebreid op in. Het is een bijzondere wijk. Uiteindelijk lukt het mij om het echte huis van Peter Parker te vinden. (Het boek is trouwens al te bestellen bij de boekwinkel en online winkels, het komt eind mei uit.)

Het filmaffiche van Spider-Man op het gebouw van the Avengers vind ik ook mooi. Misschien is het feit dat Spider-Man over muren kan kruipen en aan oppervlakten vast kan kleven wel zijn mooiste superkracht, en dat wordt hier min of meer getoond.

Of je zijn kostuum mooi vindt, daar kun je over twisten. Ik vind het zelf altijd het mooist als Spider-Mans filmkostuum zo dichtbij mogelijk bij de papieren versie zit. En dan heb ik het over het design van Steve Ditko natuurlijk. Of zoals John Romita Sr. hem na Ditko tekende.

Over de trailer wil ik het verder nu niet hebben. Ik vind het een beetje jammer dat ik die gezien heb namelijk: ze geven zo veel details al weg. Van de plot, van the Vulture en de rol van Tony Stark in het geheel. Erg jammer. Ook negeer ik alle analyses die ervan online verschenen ook zoveel mogelijk.

Ik kan me herinneren dat de filmposter van Sam Raimi’s Spider-Man onze held ook muurkruipend toonde:

Lang geleden alweer dat die film uitkwam, toch blijven de eerste twee Spidey-films van Raimi mijn favoriet. Daar kon Andrew Garfield niets aan veranderen. En ook al vond ik Tom Hollands introductie in Captain America: Civil War meesterlijk gedaan, toch blijf ik vooralsnog een voorkeur houden voor Tobey Maguire als Peter. Nou ja, uiteindelijk is er maar een Peter Parker en dat is die uit de strips van voor Brand New Day.

Dat neemt niet weg dat ik nieuwsgierig ben naar deze cinematografische incarnatie van mijn favoriete fictieheld. Nog even wachten tot juli dus.

Categorieën
Strips

Masterclass Romano Molenaar

Tijdens het aanstaande Imagine Film Festival geeft Romano Molenaar een workshop Comics en superheldinnen tekenen.

Molenaar kennen de meeste lezers natuurlijk van strips als Storm, Roodhaar en wellicht J.Rom. Maar hij heeft ook aardig wat Amerikaanse comics getekend, zoals X-Men Unlimited, Birds of Prey, Batman en Tomb Raider. Wie zijn werk kent weet dat hij prima in staat is om stoere en aantrekkelijke heldinnen te tekenen. De masterclass biedt dus een mooie kans om van de meester zelf te horen en te zien hoe hij dat doet.

In 2014 maakte ik samen met Romano deze video terwijl hij aan het werk was bij Henk:

Deze Roodhaar tekende hij op de recenste editie van Dutch Comic Con:

En dit bekende beeld uit Batman Returns is eigenlijk een materiaaloefening. In zijn vrije tijd tekent en schildert Romano dus graag bekende sterren of scenes uit films na. Mooi werk!

Waar en wanneer is het vraag je? Maandag 17 april om 14:00 in de foyer van EYE1.

Het Imagine Film Festival is van 12 tot en met 22 april in Eye Amsterdam.

Categorieën
Mike's notities Strips

Avonturen in Brussel

Vrijdag en zaterdag was ik in Brussel voor mijn werk. Ik bezocht vier exposities, interviewde de Deense stripmaker Halfdan Pisket en sprak tussendoor met veel mensen.

Vandaag voel ik me dan ook nog behoorlijk gaar. Dit soort persreisjes zijn echt heel intensief, maar ze geven ook het gevoel alsof je een avontuurlijk leven leidt. En dat is leuk natuurlijk. Vooral omdat ik de afgelopen maanden vooral thuis achter mijn bureau doorbracht. En dan is Brussel een behoorlijke cultuurschok, want je hoort er allerlei talen op straat. En vooral veel talen die ik niet versta, zoals Frans.

De exposities waren allemaal interessant. Peyo: A Retrospective, geeft een mooi overzicht van de carrière van de geestelijk vader van de Smurfen. Samen met enkele collega’s uit binnen- en buitenland was ik vrijdagmiddag in de Hoeve van het kasteel van Terhulpen, dat even buiten Brussel ligt, om de expositie te bezichtigen.

Even ervoor werden we geïntroduceerd in de wereld van de kunstenaar Jean-Michel Folon.

’s Avonds dronk ik een drankje met Willem De Graeve, met wie ik altijd probeer af te spreken wanneer ik in Brussel ben. Het was leuk Willem weer te zien en goed om te horen dat mensen het Stripmuseum, waar hij mededirecteur van is en hoofd pr, weer weten te vinden. Na de aanslagen van moslimextremisten in Parijs en Brussel waren er logischerwijs minder toeristen bereid om Brussel en het stripmuseum te bezoeken.

Later die avond at ik een gourmet burger in restaurant Gourmet Burgers, en sprak ik nog met twee aardige Belgische gasten over wat zij van Brussel vonden. In mijn hotelkamer keek ik naar Luther, maar eigenlijk word ik nooit blij van deze serie omdat ie zo’n naargeestig wereldbeeld toont.

Zaterdag sprak ik een uur met Halfdan Pisket in het Plaza Hotel. Een interessante conversatie die ik vanaf morgen zal uitwerken voor de VPRO gids. We spraken vooral over de trilogie die hij over het leven van zijn vader maakte, over wat het betekent om Turkse wortels te hebben in Denemarken en het maken van strips. Pisket was in Brussel namens het literaire Passa Porta Festival, dat tweejaarlijks plaatsvindt. Pisket zou een stripverslag van het festival maken.

Halfdan Pisket. Foto: Michael Minneboo

Daarna toog ik naar het Stripmuseum om de expositie over Coverkunst te bekijken en die over stripmaker Gipi.

Na afloop dronk ik koffie met Rachid, mijn gastheer die middag. Hij spreekt vloeiend Frans en Arabisch, en een beetje Nederlands en Engels. We spraken dus in drie verschillende talen met elkaar. Omdat we welwillend naar elkaar waren, lukte het ook nog om elkaar te begrijpen. Ik vond dat een boeiend gesprek omdat we het veel over zijn geloof hebben gehad. Ik wilde bijvoorbeeld weten hoe hij nu weet waar Mekka zich bevindt als hij moet bidden, maar daar is dus gewoon een app voor die de richting aangeeft. Rachid vertelde me ook dat veel moslims het erg moeilijk hebben met het feit dat de extremisten aanslagen plegen uit naam van de islam. Eigenlijk zijn ze dus net zo goed slachtoffer van deze aanslagen, omdat mensen hen vaak ervoor aankijken.

Stripmuseum Brussel

Ik realiseerde me door dit gesprek dat ik in Nederland bijna nooit met moslims praat en verdomd weinig over hun geloof weet. Nu vermoed ik dat dit voor veel Nederlanders geldt, wat deels het effect verklaard van de angstcampagne die Geert Wilders al jaren voert. We moeten meer met elkaar rond de tafel zitten, volgens mij wordt de wereld daar beter van.

Nu moet ik wel zeggen dat ik als atheïst moeite heb met het geloof in het algemeen, maar voor mij is het waarschijnlijk net zo moeilijk voor te stellen dat mensen een god in hun leven ervaren, als het voor hen is om zich voor te stellen dat ik dat niet ervaar.

Mooi werk van Gipi.

Als laatste zocht ik nog even stripmaker Judith Vaninstendael op die in Beursschouwburg voor het Passa Porta Festival zat te tekenen. Mensen mochten haar een vraag stellen, die zij dan probeerde te beantwoorden met een tekening. Toen ik erbij stond, vroeg een studente of Vanistendael problemen had in de stripwereld omdat ze een vrouw was. Dat klopte wel, vond Judith. Vrouwen worden anders behandeld dan mannen. Op de achterflap van een boek waar ze samen met een man aan werkte, liet de uitgever namelijk zetten dat Judith drie kinderen had, terwijl over de vijf kinderen van de man geen woord werd geroerd. Vrouwen worden dus anders bekeken en natuurlijk niet alleen in de wereld van de strip.

‘Je kunt de vraag ook omdraaien,’ opperde ik. ‘Heb je wel eens voordeel gehad van het feit dat je vrouw bent?’
‘Dat komt vaker voor, zei Judith. Omdat er minder vrouwen zijn die strips maken dan mannen wordt ze vaker uitgenodigd voor festivals bijvoorbeeld.

Beursplein

Ik kom binnenkort nog uitgebreid terug op de exposities, want daar valt een hoop over te vertellen en te laten zien. Wat een bezoek bij Brussel altijd bij mij aanwakkert is het gevoel dat we allemaal wereldburgers zijn. We moeten het allemaal doen op deze kleine planeet en we moeten het allemaal met elkaar doen. Van welke cultuur je komt en welke taal je spreekt, doet er niet zo heel veel toe, zolang je maar bereid bent tot dialoog. Dat inzicht krijg ik eigenlijk vaak alleen als ik op reis ben, en niet als ik de wereld aanschouw vanuit thuis, via sociale media of oude media.

Categorieën
Mike's notities

Genderneutraal

De toiletten in de Stadsschouwburg Amsterdam zijn tegenwoordig genderneutraal.

Handig voor als je eens een dag hebt waarop je niet meer precies weet wat je eigenlijk bent.

Nou ja, even zonder gekheid. Dit is een prima ontwikkeling. We zitten in een tijd waarin het verschil tussen de seksen hopelijk steeds minder uitmaakt en waar we steeds meer beginnen te beseffen dat er meer is dan alleen mannen en vrouwen.

Er zijn een paar concepten waar ik in mijn leven nooit moeite mee heb gehad. Dat zijn onder andere de onvoorwaardelijke gelijkheid tussen mannen en vrouwen, homoseksualiteit, biseksualiteit en transgender.

Dat laatste komt wellicht omdat een van mijn familieleden ooit een geslachtsverandering heeft ondergaan en dat ik hier dus al vroeg mee in aanraking kwam. Zoals zij het ooit aan mij uitlegde: ‘Ik heb me altijd vrouw gevoeld, dus voor mij was het heel normaal om die operatie te ondergaan.’ Wat mij betreft is daar alle mysterie mee opgelost.

Een genderneutrale maatschappij klinkt redelijk utopisch en zou een hoop problemen waar we nu mee zitten kunnen oplossen. Genderneutrale toiletten zijn dus mijns inziens een stap in de goede richting. Maar daarmee zijn we er nog lang niet.

Er is ook in Nederland vaak nog geweld tegen mensen die anders lijken. Denk aan geweld tegen homo’s, vooral gepleegd door mannen uit een machocultuur. Wat mij betreft moet dit een prioriteit zijn bij de politie en overheid en niet alleen tijdens de Gay Pride.

Geweld tegen mensen die behoren tot de LGBT-gemeenschap moet hoog gestraft worden. En de plegers moeten verplicht op een soort cursus waarin ze normen en waarden wordt bijgebracht. Als we meer begrip hebben voor elkaar en weten wat mensen beweegt, is het makkelijker om samen te leven. Dat betekent dat sommige religieuze organisaties die beweren dat het allemaal niet normaal is omdat dit in hun heilige boek staat, ook opgevoed moeten worden.

Een vriendin van me wees me erop dat ze genderneutrale toiletten niet zo’n fijn idee vindt: ‘Ik vind het helemaal niet erg om het toilet te delen met mannen die nu vrouw zijn of mannen die zich meer vrouw voelen dan man maar ik merk dat ik het van “mannen mannen” wel vervelend vind…’ Daar kan ik me wel iets bij voorstellen, vooral als er alleen maar genderneutrale wc’s zijn en niet ook toiletten voor mannen en vrouwen ernaast bestaan, zoals in de Stadsschouwburg het geval is.

Zoals gezegd zijn die toiletten een eerste stap en moeten machokereltjes dus ook worden bijgebracht dat ze zich in het openbaar netjes horen te gedragen.

Hoe we dat gaan regelen, weet ik niet zo snel. Maar dat we het hier met z’n allen over moeten gaan hebben, is zeker. Iedereen moet immers veilig over straat en naar het toilet kunnen.

Update 28 maart: Jitse wees mij op dit artikel op Vice.nl, waarin transgenders aan het woord komen over genderneutrale toiletten.

Categorieën
Fotoblog Strips

Captain America

Van de week was ik even op de koffie bij de mannen van Moker Ontwerp. Behalve een mooie kast vol met Star Wars action figures, hebben ze ook hier en daar wat ander leuk spul op de bureaus staan.

Zo zag ik deze mooie Captain America:

En dit personage uit Star Trek genaamd Gorn:

Ik koop ze zelf niet meer die action figures, maar ik vond deze Captain America wel erg tof, want goed uitwerkt. Soms hebben die oude figuurtjes namelijk slecht schilderwerk, maar deze ziet er strak uit.