Categorieën
Minneboo leest Strips Video Vlog

Bnnenkort in de stripwinkel … van uitgeverij SCRATCH | VEDA Dag 28 | Vlog 212

Van de week kreeg ik de nieuwe catalogus van uitgeverij Scratch toegestuurd. In deze vlog laat ik je dus zien welke mooie stripboeken je binnenkort dus allemaal kunt kopen in de strip- en boekwinkel.

Zie ook: https://scratch-books.com.

Categorieën
Boeken Video Vlog

Vlog: Welk boek lees jij?

Een update-vlog over de verschillende boeken die ik nu aan het lezen ben. Was I, Lucifer van Glen Duncan de moeite van het lezen waard?

Hoe goed is het boek over Prince van Ben Greenman? En aandacht voor Het eigenwijze potlood van Carel Peeters.
Kortom: boeken, boeken en nog meer boeken.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Fantastic Four bij Mephisto

In deze aangrijpende scène uit Fantastic Four #277 worden Sue Storm en Reed Richards gemarteld in de hel door Mephisto, Marvels versie van de duivel.

Het stripplaatje waarin Mephisto op zijn troon zit, vind ik bijzonder mooi getekend met een sterke compositie. Het rechter plaatje waarin Mephisto de elastische Reed uit elkaar trekt, hakt er ook behoorlijk in. Hier wordt Reeds superkracht tegen hem gebruikt.

De comic is opgenomen in Fantastic Four Visionaries by John Byrne #6 die ik laatst in de aanbieding kocht bij stripwinkel Jopo de Pojo. Ik kocht die dag ook nog #0 van de John Byrne FF-reeks. Nu heb ik delen 0,1,2,5,6 en 7. Dat is aardig wat. Ik maak liever op deze manier de reeks van Byrnes compleet dan door een omnibus te kopen. Dat is weliswaar makkelijker, want je bent in één keer klaar. Toch vind ik die heel dikke omnibussen niet fijn lezen.

Nog een paar te gaan dus. Ondertussen geniet ik erg van de jacht naar de missende deeltjes. Vooral als ik ze bij toeval in een uitverkoopbak aantref.

Jopo de Pojo
Het was voor het eerst dat ik Jopo de Pojo in Haarlem bezocht sinds nieuwe eigenaar Mark Marijnen de winkel overnam van Silvester Strips. Sindsdien is het assortiment goed verbreed. Uitgeverij Silvester verkocht natuurlijk vooral de strips die ze zelf uitgaf. Tenminste, daar leek wel de nadruk op te liggen.

Verkoper Dimitri is gelukkig gebleven. Een zeer aardige en enthousiaste gast die altijd goede leestips heeft. Hij vertelde me dat Mijn vriend Spider-Man goed loopt in de winkel. Het laatste exemplaar was die week net over de toonbank gegaan, maar er zouden snel weer nieuwe exemplaren binnenkomen. Dat klinkt deze auteur natuurlijk als muziek in de oren. Bij Jopo de Pojo verkopen ze namelijk ook aardig wat comics, dus een deel van de doelgroep van het boek komt daar dus ook over de vloer. Hoewel eigenlijk iedere stripfan zich wel in mijn verhaal zal kunnen herkennen.

Stripcollega Marcel Haster maakte deze reportage over Jopo de Pojo. Hierin wordt ook uitgelegd waar die naam nu eigenlijk vandaan komt.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Scratches Magazine

De (strip)wereld is een nieuw striptijdschrift rijker: Scratches.

Scratches is een Engelstalig striptijdschrift dat eens per jaar zal verschijnen. De hoofdredactie is in handen van Joost Swarte en Hansje Joustra. De heren willen met het magazine Nederlandse en Vlaamse auteurs bij een internationaal publiek onder de aandacht brengen.

Scratches publiceert daarom werk van gevestigde én opkomende Nederlandse, Vlaamse en internationale tekenaars. Het eerste nummer bevat nieuw of ongepubliceerd werk van David B., Daan Botlek, Robert Crumb, Guido van Driel, Charlotte Dumortier, Tim Enthoven, Brecht Evens, Lars Fiske, Ben Gijsemans, Charles Guthrie, Herr Seele, Milan Hulsing, Jeroen Janssen, Bendik Kaltenborn, Kamagurka, Lennard Kok, Aline Kominsky-Crumb, Ever Meulen, Bart Nijstad, Samplerman, Tobias Schalken, Art Spiegelman, Joost Swarte, Tobias Tak, Aart Taminiau, Veiko Tammjärv, Kristina Tzekova, Sam Vanallemeersch, Judith Vanistendael, Brecht Vandenbroucke, Ludwig Volbeda, Chris Ware en Wasco.

Scratches cover door Daan Botlek.
Scratches cover door Daan Botlek.

Geen Eppo-strips
De selectie hangt dus erg naar wat ik maar even gemakshalve de kunstzinnige strip noem, waarbij de makers op grafisch vlak graag experimenteren. Scratches is dus geen magazine voor mensen die alleen van Eppo-strips houden. Het zit eerder in de buurt van RAW en sommige stripmakers kennen we al uit de Zone 5300. Daarmee is Scratches een mooie toevoeging op de stripmarkt. Al vermoed ik dat veel mainstream stripmakers zich zullen beklagen op fakebook omdat ze zich gepasseerd voelen.

Over smaak valt te twisten en niet iedere bijdrage in het magazine kon mij logischerwijs bekoren. Grootste vraagteken heb ik bij de volgorde waar als lezer geen lijn in te zien is. Er staan meerdere strips van Wasco, Crumb en Brecht Vandenbroucke in, maar allemaal verspreid door het blad. Ik had alle afleveringen van een specifieke maker bij elkaar gezet, zodat blad iets meer een geheel geworden was.

bowie-prince-bart-nijstad

Jackson in de hel
Ook mis ik soms duiding waarom iets in het blad staat. Een goed voorbeeld hiervan zijn de twee grote platen van Bart Nijstad. Op de ene plaat zien we Bowie en Prince in een aquarium, op de andere Darth Vader en Michael Jackson in helse omgeving. Dat Jackson in de hel thuishoort snap ik meteen en hoewel ik het mooie illustraties vind, vraag ik me toch af wat ze in Scratches doen en waarom op die plek. Kortom: duiding en een dwingender volgorde had het geheel minder hap-snap gemaakt.

Behalve strips en illustraties bevat de 112 pagina dikke kolos ook drie artikelen over illustratoren: de Nederlandse underground-tekenaar Mark Smeets (1942-1999), Belgische houtsnedekunstenaar Frans Masereel (1889-1972), en de Spaanse grafisch ontwerper Manolo Prieto (1912-1991). Op Smeets werd eerder dit jaar een spotje gezet middels een groot koffietafelboek met daarin zijn werk en een schetsboek, net als Scratches uitgaven van uitgeverij Scratch.

scratches-drukvellen

Het tijdschrift sluit af met biografieën van de makers met de urls van hun websites erbij. Slim, want zo kunnen geïnteresseerden verder kijken en voldoet het magazine aan zijn doel stripmakers te promoten.

Presentaties
Het blad verschijnt ter gelegenheid van de Frankfurter Buchmesse, waar Nederland en Vlaanderen gastland zijn.

Vrijdag 14 oktober wordt Scratches om 18 uur gepresenteerd in The American Book Center in Amsterdam. Swarte leidt de avond in en er zijn stripmakers aanwezig om je exemplaren te signeren.

Categorieën
Strips

Afdalen in de wereld van undergroundstrips

Had ik je al gezegd dat ik me deze editie van de Stripdagen Haarlem prima vermaak? Nee, nou ik vermaak me prima. Woensdag bezocht ik enkele tentoonstellingen waaronder Underground in beeld: Van Pontiac to Guthrie.

De Vishal.
De Vishal.

Fijn aan deze editie van de Stripdagen Haarlem is dat het festival tien dagen duurt. Doordeweeks is van alles te doen, maar nog belangrijker: de meeste tentoonstellingen zijn ook te bezichtigen. Iets waar ik afgelopen weekend helemaal niet aan toekwam vanwege de opening van de expositie over motion comics en mijn Strip Talkshow. Daarom was ik woensdag in Haarlem in de Vishal om de hoofdtentoonstelling over undergroundstrips eens goed te bekijken.

Bij binnenkomst trof ik festivaldirecteur Tonio van Vugt aan, die achter de balie wat aantekeningen maakte. Een artistiek directeur die zijn gezicht goed laat zien in de binnenstad van Haarlem. Terwijl ik rondliep verplaatste hij nog met een van de medewerkers van de Vishal een van de vitrines. Van Vugt is lekker hands-on bezig dus.

underground-inkt-balloenunderground-onbegrijpelijke-verhalen

De tentoonstelling Van Pontiac tot Guthrie leidt de bezoeker van het eerste undergroundblad in Nederland – het tijdens de bezetting door de Toonder Studio’s verspreide tijdschrift Metro – naar legendarische tijdschriften als Aloha, Tante Leny Presenteert en Modern Papier, en via vergeten helden als Mark Smeets en Flip Fermin naar hedendaagse undergroundtekenaars als Charles Guthrie, Maia Matches, Bobbi Oskam en Ibrahim R. Ineke.

Minneboo met Pontiacs strippersonage Gaga. Dit prachtige Gaga-beeld is gemaakt door Maia Matches.
Minneboo met Pontiacs strippersonage Gaga. Dit prachtige Gaga-beeld is gemaakt door Maia Matches.

Nu ben ik zelf redelijk bekend met het verleden van de Nederlandse undergroundstrip, dus ik was niet verbaasd bovenstaande titels aan te treffen. Een centrale plek is er voor Peter Pontiac, die ook wel de godfather van de undergroundstrip wordt genoemd. In 2015 overleed hij, maar vergeten is hij gelukkig nog lang niet.

Maar, zoals de tentoonstelling duidelijk maakt, was Pontiac niet de enige die zich begaf in de duistere krochten van de undergroundstrip. Het was leuk om alle smallpress-uitgaven in de vitrines te zien van allerlei verschillende makers die tot deze groep behoren of behoorden. Zoals Joost Swarte die het blad Modern Papier in het leven riep.

underground-modern-papierunderground-gummi

Een rukkende Hans uit 'Ans en Hans' van Theo van den Boogaard.
Een rukkende Hans uit ‘Ans en Hans’ van Theo van den Boogaard.

Wie is underground?
Interessant vind ik dan ook de keuze die men heeft gemaakt om de hedendaagse underground weer te geven. Want, is er in Nederland nog sprake van een underground scène? ‘Ja’, luidt het antwoord. Al is die minder duidelijk dan pakweg dertig jaar geleden. Veel wordt immers online gepubliceerd en wie wel of niet bij underground hoort, hangt een beetje af van hoe je die term definieert.

Het verleggen van grenzen is een van de definities die de samenstellers hanteren. Een mooi uitgangspunt waar Guthrie, Oskam en Ineke zeker onder vallen.

The Jimi Hendrix Experience door Theo van den Boogaard.
The Jimi Hendrix Experience door Theo van den Boogaard.

Ik zelf denk aan underground ook aan een blad als Pulpman van Fred de Heij. Een stripblad dat met liefde voor de strip in elkaar wordt gezet door een klein team. Een blad dat nagenoeg onbekend is bij het grote publiek. Of eigenlijk bijna bij ieder publiek. Maar dat geldt natuurlijk niet voor De Heij zelf, want die is veel te bekend in de stripwereld om als underground stripmaker bestempeld te kunnen worden. Iemand als Charles Guthrie past wel in die definitie, want hij is eigenlijk een goed bewaard geheim en past dus prima in de expo thuis.

Hoewel ik geen fan ben van Guthries werk an sich – zijn strip Tomaat in Schokkend Nieuws kan mij niet bekoren – waardeer ik het vakmanschap in zijn illustraties wel.

Stripplaatje van Charles Guthrie.
Stripplaatje van Charles Guthrie.

Ook het album The White People van Ibrahim R. Ineke is een fascinerende strip, maar niet heel toegankelijk. Je moet daar echt je best voor doen om het verhaal te doorgronden. Underground? Zeker! Maar ik heb toch meer met het werk van Pontiac, Van den Boogaard en Marcel Ruijters. Maar dat is ook mooi aan een stripfestival als Haarlem, dat je lekker kunt snuffelen en ruiken aan strips die vreemd voor je zijn. Soms tref je zo iets aan wat een nieuwe liefde van je wordt en vaak weet je weer beter wat je wel en niet leuk vindt om te lezen. In beide gevallen een waardevolle ontdekking.

Toch liet de vraag van hoe de undergroundstrip er tegenwoordig uitziet, me niet los toen ik de Vishal weer uitliep woensdagmiddag. Het is een vraag die verder onderzoek vraagt, wat mij betreft. Niet in de laatste plaats omdat ik graag de aandacht vestig op onbekende beeldverhalen die mijns inziens wel een publiek verdienen. Wie zich tot die vraag voelt aangetrokken moet zeker even de Vishal bezoeken in de komende tijd.

Van Pontiac tot Guthrie is nog t/m zondag 3 juli 2016 te zien.

Categorieën
Strips

Succesvolle opening motion comics expo

Motion comics: The Beginnings, de eerste Nederlandse tentoonstelling over motion comics, werd zaterdag 4 juni geopend tijdens de Stripdagen Haarlem.

Motion comics zijn digitale, interactieve stripverhalen die verrijkt zijn met animatie, muziek en geluidseffecten. De tentoonstelling focust op experimentele projecten van onafhankelijke makers die de graag de grenzen van het medium op zoeken en vernieuwende manieren van vertellen uitproberen. De tentoonstelling geeft een goed beeld van wat er allemaal met het medium mogelijk is en hoe de potentiële toekomst van het beeldverhaal eruit ziet.

Panel uit: Bottom of Ninth die ook in de expositie te zien is.
Panel uit: Bottom of Ninth die ook in de expositie te zien is.

De liefhebber van strips komt goed aan zijn trekken, want alle projecten vertellen vooral boeiende verhalen, waarbij ieder element in dienst staat van het zo goed mogelijk vertellen van dat verhaal.

Gabriel Verheggen aan het woord.
Gabriel Verheggen aan het woord.

Motion comics: The beginnings is te zien in het ABC Architectuurcentrum in Haarlem en is onderdeel van de Stripdagen.

Ondanks het zonnige en warme weer werd de opening goed bezocht. Gabriel Verheggen, de directeur van het ABC Architectuurcentrum Haarlem, hield een toespraak en ook de Australische stripmaker Sutu vertelde het een en ander over de strips die hij maakt. Van hem zijn onder andere de prachtige projecten NAWLZ en Modern Polaxis in de expositie opgenomen.

200 meter
Erg indrukwekkend vind ik de originele tekeningen van NAWLZ die in de expo te zien zijn. De tekening is een kleine tien meter lang, en Sutu vertelde me dat de strip in totaal zo’n 200 meter lang is!

Sutu geeft vrijdag 10 juni een presentatie over zijn werk, ook zal Gustavo Garcia over zijn motion comic-project Ascent From Akeron vertellen.  Dit weekend geeft Sutu een workshop voor motion comics op Instagram.

Fumetto
Ook Jana Jakoubek, de artistiek leider van stripfestival Fumetto was aanwezig. Fumetto is een charmant en interessant stripfestival in Zwitserland dat zich met name bezighoudt met ‘artistieke’ strips en nieuwe ontwikkelingen in de wereld van het beeldverhaal. Motion comics horen daar dus goed bij. (Dit jaar was Joost Swarte artist in residence op het festival.)

De expositie was dus eerst te zien in Fumetto. Remco Vlaanderen van Submarine Channel heeft aan de originelen van die expositie als basis gebruikt en nieuwe motion comic projecten toegevoegd. In een eerder interview vertelde hij daar meer over.

motion-comics-expo-toeschouwer

Andere bekende gezichten uit de stripwereld waren onder andere Tonio van Vugt – de artistiek directeur van de Stripdagen mocht natuurlijk niet op deze opening ontbreken.
Marcel Haster, beter bekend als de Stripvlogger, was in het ABC om een reportage te draaien. Hij stelde Sutu ook een paar interessante vragen. Het was leuk om Marcel eens van dichtbij in actie te zien. Hij publiceert al een tijdje enthousiaste recensies op zijn eigen YouTube-kanaal.

Sutu geïnterviewd door de Stripvlogger.
Sutu geïnterviewd door de Stripvlogger.

Covers
Ook was Willem De Graeve van het Stripmuseum in Brussel aanwezig. Met hem heb ik voor de opening nog even gezellig koffiegedronken en bijgepraat. Het Stripmuseum heeft vanaf september een heel leuke expositie over stripcovers. Willem heeft mij daar ook voor gevraagd en die middag hebben we een kort video-item opgenomen over mijn favoriete cover. Welke dat is verklap ik nog even niet, maar zal binnenkort wel bekend worden gemaakt.

Na de officële plechtigheden was het tijd voor een drankje in de tuin van het Architectuurcentrum. De tentoonstelling is nog tot en met 24 juli te zien, dus genoeg tijd om eens naar Haarlem af te reizen.

banner-expo-02

Categorieën
Strips

Succesvolle boekpresentatie van Het Tuitel Complex

Vrijdag 30 oktober vond werd Het Tuitel Complex van Wasco gepresenteerd in Het Beeldverhaal in Amsterdam. Wederom bleek Wasco erg populair onder zijn collega’s te zijn. De opkomst was namelijk groot.

Tuitel (op de muur) en zijn creator Wasco.
Tuitel (op de muur) en zijn creator Wasco.

‘Het is nog nooit zo druk geweest tijdens een boekpresenatie!’ riep Hans Duncker enthousiast terwijl hij met de hapjes rondging. En inderdaad: de boekpresentatie van Het Tuitel Complex was goed bezocht. Ik herkende veel stripmakers. Dat is niet zo gek want Wasco is altijd een tekenaars tekenaar geweest. Joost Swarte vertelde in zijn toespraak hoe hij vroeger al fan was van Wasco en graag zijn Wasco’s weekblad wilde lezen. Hij stuurde een briefje naar de tekenaar om een abonnement te nemen. Het bericht terug van Wasco was dat hij alleen nummers rondbracht in Amsterdam en dat Haarlem, waar Swarte woonde en woont, te ver was. ‘Ik doe geen zaken met de PTT!’ schreef Wasco terug. Daarom stuurde Swarte twaalf gefrankeerde enveloppen naar zijn collega toe zodat hij toch iedere keer een nummer kon ontvangen. ‘Ik doe namelijk wel zaken met de PTT,’ liet Swarte weten.

wasco-boekpresentatie-03Al jaren experimenteert Wasco met het medium strip en in Het Tuitel Complex, van uitgeverij Scratch, brengt hij voor het eerst een selectie uit zijn eigenzinnige tekenwerk bijeen in een dik en mooi boek. Eigenaar en uitgever Wiebe Mokken, vertelde dat hij voor het eerst kennismaakte met het werk van Wasco toen hij zijn befaamde luciferdoosjes vond. ‘Ik vond het prachtig en werd er ook enorm hebberig van.’

Tot slot nam Wasco zelf nog even het woord. Hij vertelde dat je de pagina’s in het boek als volgt moet zien. ‘Mensen zien een prachtig landschap en gaan dat proberen na te maken door het te schilderen of te vangen door het te fotograferen. Maar dat wordt altijd een reprentatie en mist iets van de ervaring als je voor het echte landschap staat. Ik wil dat je bij mijn pagina’s hetzelfde ervaart als wanneer je voor dat landschap staat.’

wasco-boekpresentatie-09 wasco-boekpresentatie-07 wasco-boekpresentatie-04Wat mij mateloos fascineert aan het werk van Wasco is dat de betekenis niet altijd eenduidig is. Hij stelt vragen over wat nu eigenlijk een strip is en of er nu per se een verhaal verteld moet worden. Dat zijn op zich al een interessante vragen, maar daarnaast verbeeldt Wasco het antwoord in prachtig getekende en kunstige pagina’s die niet zouden misstaan in een museum. Ik hoop dan ook dat de uitgeverij Het Tuitel Complex in de boekwinkels van de Nederlandse musea te koop zal aanbieden, want daar komt volgens mij deels het publiek dat Wasco’s werk op waarde weet te schatten.

wasco-boekpresentatie-12Wie alvast kennis wil maken met het werk van Wasco kan de komende tijd terecht in Het Beeldverhaal om de expositie van zijn werk te zien. Kun je meteen een exemplaar van Het Tuitel Complex mee naar huis nemen.

wasco-boekpresentatie-13

Categorieën
Strips

Stripfestijn Klaxon op zaterdag 9 mei

Dit weekend vindt voor het eerst het KLAXON stripfestijn plaats in Antwerpen. Hieronder het persbericht:

Illustratie affiche: Olivier Schrauwen
Illustratie affiche: Olivier Schrauwen

KLAXON is een nieuw stripfestival in Antwerpen waar strip en kunst elkaar ontmoeten. Je vindt er strips en ander grafisch drukwerk van onafhankelijke uitgeverijen, collectieven en auteurs uit binnen- en buitenland. Je kan er de talrijke expo’s bewonderen en de boeiende lezingen en spannende performances bijwonen. KLAXON brengt een kwaliteitsvolle mix van bekende namen en opkomend talent.

Stripfestijn (12u – 19u)
Dé plek om nieuwe, fijne strips en geïllustreerd drukwerk uit binnen- en buitenland te ontdekken.

Kleine, onafhankelijke stripuitgeverijen, collectieven en auteurs presenteren hun uitgaven: Scratch, Frémok, Bries, Lamelos, Tieten Met Haar, Wobby, Zone 5300, Vite, Liesbeth De Stercke, Ckoe, Jasper Rietman, Wasco, Frits Jonker (letter-tekenaar), Jeroen de Leijer, Rob van Barneveld, Inne Haine, Shamisa Debroey, Charlotte Dumortier, Serge Baeken.

Op de grote KLAXON-stand kan je grasduinen in strips en grafisch drukwerk van diverse buitenlandse ‘indie’ uitgeverijen: Lubok, Sanatorium, Seigensha, Koyama Press, Nobrow, D &Q, Apa Apa Comics, Le Dernier Cri, Benoït Jacques, Orbis Pictus Club, Napa Books, Re:Surgo e.a.

Pulp deLuxe – online uitgever – introduceert de ‘Draw-o-mat-3000’ tekenmachine en toont origineel werk van Pulp deLuxe-auteurs.

In de loop van de middag schuiven bij diverse stand extra tekenaars aan om te signeren: Brecht Vandenbroucke, Mark Hendriks, Steve Michiels, Maarten De Saeger, Pieter Rosseel, Pieter Fannes, Serge Baeken, Marcel Ruijters, Valfret, Inne Haine, Shamisha Debroey, Wide Vercnocke, Charlotte Dumortier…

Expo’s
In ’t Werkhuys (12u – 19u, diverse ruimtes)

Brecht Vandenbroucke, Wide Vercnocke en Marcel Ruijters maakten voor het festival een meterslange muurtekening. Marcel Ruijters, Olivier Schrauwen, Pieter Fannes en Lukas Verstraete stellen originele tekeningen tentoon uit resp. Jheronimus (te verschijnen), Arsène Schrauwen, Nog lang en gelukkig en Lukas (te verschijnen). Van Lukas Verstraete zijn daarnaast ook schilderijen en van Pieter Fannes vrij werk te bewonderen. Het Wobby-collectief presenteert een mix van originelen, riso’s en schilderijen. Frank Wagemans laat je mee genieten van zijn sculpturen en schilderijen.
En Samplerman toont zijn prachtige collages.

In The Bries Space (13u – 18u)

Op 100 meter van ’t Werkhuys toont The Bries Space originele tekeningen van de Duitser Tim Romanowsky en de Antwerpenaar Benjamin Demeyere. Beide expo’s lopen van 24 april tot en met 30 mei.

Tim Romanowsky – Bricks of Fortune
Benjamin Demeyere – Etudes exotiques

The Bries Space, Stenenbrug 15, 2140 Borgerhout www.bries.be/space

Persmoment Scratch (13u)
Hansje Joustra en Joost Swarte kondigen een grensoverschrijdend stripproject aan.

Artist talks (14u – 18u)
Joost Swarte
werkt achter de schermen bij Scratch, maar is ook en vooral striptekenaar en grafisch ontwerper. Swarte vertelt over het houten speelgoed ADO, abstractie en inspiratie.

Frits Jonker
De Nederlander Frits Jonker is al meer dan twee decennia een veelgevraagd (strip)letteraar. Letteren is voor Jonker meer dan een beroep, het is een passie. We nodigden hem uit om erover te vertellen.

William Ludwig Lutgens – Utopia World Problem: een zoektocht naar utopische probleempjes, tussen kunst en cartoon
Lezing/performance door de Antwerpse kunstenaar.

Jeroen de Leijer en de Kenjezelf Kit
De Kenjezelf Kit biedt je de mogelijkheid om middels zelfreflectie onbestemde momenten te duiden zonder daarbij het moment in te vullen. De Kit toont onze ware gemoedstoestand, onuitgesproken gevoelens en verborgen verlangens. Neem even tijd voor jezelf met een kop kamillethee en heroriënteer jezelf. Laat je leiden door de afbeeldingen en ontdek allerlei onvermoede dingen over jezelf.

Kijk op www.klaxonstripfestival.be voor het juiste beginuur en locatie van elke lezing.

Performances

De Letterleggers (12u – 18u)
Op een grote witte ondergrond creëren Iwan Verhulst en Raphaël Vandeputte met grote, platte, soepele, zwarte rubberen letters allerlei tekeningen. Onder het oog van de camera maken ze, vertrekkend van een simpele ‘boodschap’, nieuwe boodschappen. Of ze vervormen boodschappen tot tekeningen die op hun beurt worden getransformeerd tot andere beelden. En zo gaan ze uren door. Elk optreden is een work in progress, met een begin, een einde en een rode draad die de twee verbindt.

Live tekenen (19u30 – 22u, ’t Kaffee)
Tekenaars gaan met elkaar in dialoog en dagen elkaar uit via hun tekeningen. Ad rem reageren is een must! Met o.a. Serge Baeken, Wide Vercnocke, Pieter Fannes, Kim Duchateau en Wasco.

Veiling Lamelos (’s avonds, ’t Kaffee)
Het vierkoppige Nederlandse collectief houdt een veiling à la Lamelos in ‘t Werkhuys. Breng oude, leuke spulletjes (vlooienmarkt stuff) mee.Lamelos zal ze vervolgens veilen. De opbrengst wordt omgezet in tournées générales. Onverkochte spulletjes worden vernietigd!

Over de organisatoren
Ria Schulpen, uitgever (Bries) en co-bezieler van The Bries Space, een onafhankelijke, creatieve ruimte in Borgerhout die (twee)maandelijkse tentoonstellingen met het beeldend werk van zowel opkomende als gevestigde kunstenaars uit binnen- en buitenland worden organiseert.
www.bries.be

Jangojim
Dimitri Sakelaropolus alias Jangojim. Antwerps striptekenaar, illustrator, scenarioschrijver voor animatie- en comedyreeksen voor tv.
jangojim.blogspot.be

’t Werkhuys is een socio-culturele ontmoetingscentrum in Borgerhout dat zelf ook activiteiten organiseert zoals de wekelijkse Volxkeuken. Haar café is een gezellige ontmoetingsplek voor haar gebruikers, de buurt en passanten.
www.werkhuys.be

Categorieën
Strips

Scratch Books wil mooie strips gaan uitgeven

Tekenaars Guido van Driel, Craig Thompson, Robert Crumb, Erik Kriek, Ever Meulen, Joost Swarte, Typex en Henning Wagenbreth hebben een nieuwe uitgever gevonden namelijk Scratch books. Hansje Joustra, tot voor kort de man achter Oog & Blik, is de uitgever.

Als je in de huidige stripmarkt een nieuwe uitgeverij opricht om graphic novels uit te geven, heb je lef. Scratch Books gaat zich richten op het uitgeven van kwalitatief hoogwaardige en goed verzorgde boeken. Daar is in Nederland en België grote behoefte aan, aldus Wiebe Mokken, oprichter en directeur van Scratch. Mokken tegenwoordig CEO van MMIT, een bedrijf dat actief is datamanagement, had vroeger een stripwinkel aan de Zeedijk. Tekenaar Joost Swarte is bij de uitgeverij betrokken als adviseur. Vandaag kreeg ik een video toegestuurd waarin de heren Joustra, Swarte en Mokken het een en ander toelichten.

Veel van de auteurs van Scratch zijn afkomstig uit het fonds van Oog & Blik/De Bezige Bij, waar Joustra tot voor kort werkzaam was. Scratch hoopt binnenkort meerdere auteurs aan te trekken.

Nu vind ik het maken van mooie strips een nobel streven, en gun ik deze nieuwe uitgeverij alle succes, maar volgens mij is een van de reden dat er van veel graphic novels weinig exemplaren worden verkocht juist het probleem dat er een flink prijskaartje aan hangt. Als je je toch al door de crisis aangetaste salaris gaat uitgeven, wil je dan op de gok een graphic novel kopen van pakweg dertig of veertig euro? Nu weet ik natuurlijk niet of de boeken van Scratch zo veel gaan kosten maar dat is toch wel weer veel hardcover stripromans nu voor in de winkel liggen.

Verder ben ik het met Swarte eens dat er goed gekeken moet worden of Nederlandse strips ook in het buitenland kunnen worden uitgegeven. Stripmakers als Erik Kriek en Marcel Ruijters doen het bijvoobeeld goed in het buitenland en richten zich vooral op die markt. Bart Nijstads graphic novel Muggen vond eerst een uitgever in Polen. De Nederlandse versie van zijn boek verschijnt dit weekend bij Uitgeverij Xtra. Wordt de Nederlandse markt secundair? Het zou goed kunnen dat Nederlandse stripmakers zich in de toekomst eerst bekommeren om een Engelstalige editie van hun boek en dat de Nederlandstalige editie, als die er dan al komt, bijzaak wordt.

Maar goed, we gaan het zien. Scratch verwacht de eerste titels in oktober uit te brengen. Het eerste album wordt De piraat en de apotheker van de Duitse tekenaar/ontwerper Henning Wagenbreth.

Categorieën
Strips

Crisis nekt Marten Toonderprijs

Gert Jan Pos geeft Jan Kruis de allereerste Marten Toonderprijs.
Gert Jan Pos geeft Jan Kruis de allereerste Marten Toonderprijs.

De Marten Toonderprijs, de oeuvre prijs die Nederlandse stripmakers moet eren, is na drie uitreikingen alweer verleden tijd. Dat meldt Stripschrift in het aankomende nummer:

Volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen hebben de betrokken cultuurfondsen hun taken voor de nieuwe beleidsperiode moeten aanpassen. Door de bezuinigingen moest bovendien het aantal prijzen worden teruggebracht. De Marten Toonderprijs is hiervan de dupe geworden.

De Marten Toonderprijs werd in het leven geroepen na stevig lobbywerk van een aantal mensen uit de stripwereld, waaronder de tekenaars Jean- Marc van Tol (Fokke & Sukke) en Hanco Kolk (Meccano), bij toenmalig minister van OC&W èn stripliefhebber Ronald Plasterk. Tot dan toe ontbrak er een staatsprijs om het Nederlandse stripverhaal te eren en te ondersteunen.

De Marten Toonderprijs werd officieel gefinancierd door het Fonds BKVB. Dit fonds ging op 1 januari 2012 op in het Mondriaan Fonds, maar er was nog wel geld gereserveerd voor de uitreiking in 2012. De subsidieactiviteiten, waaronder ook voor strips, vielen echter vanaf 2012 echter onder het Stimuleringsfonds voor Architectuur (SFA). Het SFA heet inmiddels Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Dit fonds bekommerde zich niet om de Marten Toonderprijs, die er een stille dood is gestorven, aldus Stripschrift.

In de afgelopen jaren ontvingen Jan Kruis, Peter Pontiac en Joost Swarte de prijs waar 25.000 euro mee gemoeid is en een overzichtstentoonstelling. Het is jammer dat een mooi initiatief nu alweer van het toneel verdwijnt. Als stripjournalist was ik altijd blij met een prijswinnaar, want dat gaf een mooie gelegenheid om eens met de stripmaker te spreken en zijn werk onder de aandacht te brengen. Dit soort grote prijzen zijn altijd goed voor een media-moment en dat soort momenten kan de Nederlandse strip mijns inziens goed gebruiken.

Nu meen ik me te herinneren dat er indertijd met Plasterk is afgesproken dat de Nederlandse regering garant zou staan voor in ieder geval de eerste vijf uitreikingen wat het geld betreft. Blijkt dus maar weer dat afspraken met politici zo weer kunnen veranderen. Zeker als er een vers kabinet is.

Toch maar even met Gert Jan Pos, voormalig stripintendant en tot drie keer toe de juryvoorzitter van de Marten Toonderprijs,  gebeld hoe dat precies zit.

‘Ja, dat klopt van die vijf uitreikingen, zegt Pos. ‘Er was overigens geen sprake van een deal hoor, er was meer een afspraak van “zo gaan we het doen.” Maar politici zeggen wel meer, zoals we beginnen niet meer aan een militaire missie in Afghanistan, bijvoorbeeld.’

Eerder vandaag werd Pos gebeld door persgroep Novum voor een reactie en daarin leek hij te zeggen dat alleen dit jaar de prijs niet zal worden uitgereikt, maar dat dit niet per se het einde van de Marten hoeft te betekenen. Concrete plannen heeft Pos niet in deze richting maar indertijd heeft het ministerie OC&W aan hem laten weten dat er subsidie aangevraagd moet worden door het stimuleringsfonds. En dat kan dus gewoon. Misschien is dit toch niet het einde van de Marten Toonderprijs. ‘Ik hoop dat het stimuleringsfonds Creatieve Industrie zal zeggen dat Stripschrift zich vergist. Het zou jammer zijn als de prijs verdwijnt want er zijn natuurlijk nog heel veel potentiële winnaars. Die winnaars moeten wel een geldbedrag krijgen, anders verschilt de Marten Toonderprijs niet van de oeuvreprijs van het Stripschap,’ aldus Pos.

Het fijne aan dat geldbedrag is natuurlijk dat een stripmaker een deel van zijn tijd vrij kan maken om aan een album te werken zonder per se opdrachten aan te hoeven nemen.

Update 24 juli:
Zelf heb ik de woordvoerder van het Stimuleringsfonds dinsdag niet meer te pakken gekregen. Hij is tot vrijdag op vakantie maar heeft wel het ANP te woord gestaan hierover:

Martijn Oskam, woordvoerder van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie liet dinsdagmiddag weten dat, met het afnemende beschikbare budget in het achterhoofd, is gekozen om projecten te ondersteunen die leiden tot nieuwe inzichten en het aanjagen van innovatie. Dus niet om bewezen talent te eren met een oeuvreprijs. Op die manier kan een nieuwe generatie zich ontwikkelen. (bron ANP/Nu.nl.)

Innovatie?
Ik ben benieuwd wat voor projecten men in gedachten heeft die innoveren. Wat mij betreft mag er wel een prijs komen voor stripmakers die al een tijd bezig zijn en hun talent hebben getoond, maar financieel een steun in de rug kunnen gebruiken. Geen prijs voor beginners, geen oeuvreprijs, maar iets als mid-career. Met een flink geldbedrag zodat die maker tijd vrij kan maken om een mooi stripproject te tekenen. Dat kan een album zijn of iets innovatiefs voor mijn part. Hoewel mijn voorkeur uitgaat naar een goed album, want daar trek je lezers mee. Als ze bij het Fonds dan toch willen innoveren moeten ze zich richten op de digitale verspreiding van strips. Daar valt nog een slag te slaan. Dat zou ook het bereik van het medium vergroten. Zelf lees ik het liefste strips nog van papier, maar natuurlijk vind ik het tof dat je ook op je tablet kunt lezen.

Categorieën
Strips

Waarom de Nederlandse strip achterloopt op de buren

Rudi de Vries bracht de ontwikkeling van Nederlandse stripuitgeverijen in kaart. Waarom loopt de Nederlandse stripcultuur achter op de Belgen en Fransen?

Rudi de Vries
Rudi de Vries

‘Het huidige Nederlandse striplandschap is heel divers, met veel kleine uitgeverijen die hun best moeten doen om te overleven. Dat lukt deels omdat ze een deel van hun product kunnen afzetten in Vlaanderen, want Nederland is maar een kleine markt. Gezien de huidige economische crisis kan het bijna niet anders dan dat een aantal uitgevers zullen sneuvelen,’ aldus dr. Rudi de Vries, die eind november vorig jaar promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen met zijn studie naar de Nederlandse en Belgische stripcultuur.
Comics and Co-evolutions – A study of the Dynamics in the Niche of Comics Publishers in the Low Countries, heet het proefschrift waarin De Vries (Den Haag, 1961) de bedrijfskundige theorie van de co-evolutie toepast op de ontwikkeling van stripuitgeverijen in Nederland en België.

Wat is het belang van je onderzoek voor je vakgebied?
‘Ik heb bestaande theorieën versterkt door ze met elkaar te combineren, waardoor duidelijk is geworden waar de zwakke en sterke punten liggen. De co-evolutionaire theorie komt uit de biologie. Planten- en diersoorten die zich in de loop der duizenden jaren op elkaar afstemmen kunnen daardoor overleven. Zo kun je ook naar organisaties kijken, zoals uitgevers. Die kunnen zich aan elkaar aanpassen en aan actoren waar ze van afhankelijk zijn, bijvoorbeeld tekenaars. Uit eerder onderzoek leek het erop dat alle organisaties één richting op evolueren, maar ik laat zien dat er in bepaalde bedrijfstakken meerdere co-evoluties tegelijkertijd kunnen plaatsvinden.’

Kun je een voorbeeld geven?
‘In een van de casussen kijk ik naar Dupuis, een grote Belgische commerciële uitgeverij die naast strips ook tijdschriften uitgaf. Toen de striptijdschriften langzaamaan verdwenen, hebben ze zich meer moeten richten op het uitgeven van albums. Door de opkomst van het stripalbum kwamen er ook uitgeverijen gespecialiseerd in strips die zich op niches richten, van graphic novels tot erotische strips. De grote uitgeverijen, vaak gericht op een groot publiek, namen het gedrag van de specialisten over en gingen zich ook deels richten op de artistieke strip en auteurstrip. Ze veranderden hierdoor van generalist in polymorphist.’

Robbedoes, Kwabbernoot en Pip.
Robbedoes, Kwabbernoot en Spip.

Waarom blijft de Nederlandse stripcultuur zo achter ten opzichte van andere landen? In Frankrijk is de strip heel groot, terwijl het in Nederland maar een nichemarkt is.
‘In mijn onderzoek vergelijk ik Nederland vooral met België en Frankrijk. Dat zijn echte striplanden die internationaal veel invloed hebben gehad op het medium door de clans rond Hergé en rond het tijdschrift Robbedoes met Franquin en soortgenoten. In Nederland heb je heel lang Marten Toonder gehad die generaties tekenaars onder zijn hoede nam en opgeleidde. De Nederlandse uitgeverijen nemen vaak eerder genoegen met vertalingen. Dat is makkelijker en levert eerder geld op dan investeren in Nederlands talent. Dat is deels ook te verklaren door de beperkte omvang van de markt, want die is voor Nederlandse uitgevers veel kleiner dan die van hun Waalse en Franse collega’s, die hun product ook in het buitenland kunnen afzetten. Sinds de jaren zestig is het stripaanbod dat in Nederland uitkomt voor twintig procent door Nederlanders gemaakt. Eenzelfde percentage komt uit Vlaanderen, de rest zijn vertalingen. Het is voor een Nederlandse uitgeverij veel goedkoper vertalingen uit te geven dan te investeren in Nederlands talent, wat veel risico met zich meebrengt. Bovendien kun je die buitenlandse strips selecteren die daar goed verkopen. De kans is dan al groter dat het hier ook een succes wordt.’

bommel_tompoesJe impliceert in je proefschrift dat dit ook te maken heeft met de culturele identiteit van landen.
‘Uit mijn onderzoek blijkt dat ook in de stripsector Nederland snel geneigd is compromissen te sluiten. In België is men eigenzinniger. Dat geldt zowel voor Wallonië als voor Vlaanderen. Vlaanderen wil zich onderscheiden van Wallonië door een eigen cultuur te hebben. Dat zie je terug in de Vlaamse strips die een volkser karakter hebben dan de Waalse strips.’

Ik heb het idee dat de strip in Nederland een slechte reputatie heeft.
‘Relatief gezien is het aantal mensen dat in Nederland een stripalbum leest veel lager dan in Frankrijk in België. Dat aantal is sinds de jaren negentig ook sterk teruggelopen. De diepere oorzaken hiervoor heb ik in mijn onderzoek niet durven aan te stippen omdat dat bijna niet te meten is. Wat ik van veel geïnterviewde uitgevers en tekenaars heb gehoord, is dat er een algemeen cultuurverschil is. Er is meer belangstelling voor het beeld in katholiekgetinte landen zoals Frankrijk en Wallonië. In een meer calvinistisch land als Nederland is het woord belangrijker. In Frankrijk is verstrooiing en je amuseren eerder geaccepteerd dan hier. Historisch gezien wordt de strip daar ook veel meer als cultureel erfgoed gezien.’

De laatste jaren is er veel stimulans geweest voor het beeldverhaal. Er was tweeëneenhalf jaar een stripintendant, er is een beroepsvereniging en een HBO-opleiding voor stripmakers gekomen. Dat wijst op een professionalisering van de sector, maar als ik jouw verhaal hoor, dan heeft al die moeite zich nog niet uitbetaald in meer Nederlandse producties ten opzichte van vertaalde strips.

Gert Jan Pos geeft Jan Kruis de allereerste Marten Toonderprijs.
Gert Jan Pos geeft Jan Kruis de allereerste Marten Toonderprijs.

‘Over het geheel bekeken niet, maar als de subsidies en de intendant er niet waren geweest dan was het aandeel Nederlandse strips en strips van nieuwe tekenaars misschien nog veel kleiner geworden. Door de subsidies is het voor tekenaars mogelijk om zich een halfjaar af te zonderen en aan een album te werken zonder dat ze commerciële opdrachten hoeven doen. En voor uitgeverijen is het ook nu mogelijk om zo’n boek uit te geven.’

Wat heeft de intendant naar jouw inzicht bijgedragen aan de ontwikkeling van de Nederlandse strip?
‘Ik denk dat hij vooral goed is geweest voor de promotie van de strip. Door in Nederland en het buitenland te laten zien dat er hier heel veel gebeurt. Dat er veel jonge, ambitieuze striptekenaars zijn die echt wat te melden hebben. Dat sijpelt direct door, in albums, maar ook indirect door de aandacht die de strip in de media krijgt.
Maar je kan in twee jaar niet alles aanpakken. Om de relatief kleine markt te vergroten moet je ook Nederlandse strips in het buitenland slijten. Dat heeft de intendant ook wel geprobeerd in Barcelona, maar het was nog mooier geweest als ze eens naar het belangrijkste stripfestival in Europa, Angouleme, zouden gaan. Dat is met Vlaamse tekenaars gebeurd, en dat heeft veel opgeleverd. Als je werk in het buitenland vertaald krijgt, kunnen de makers er beter van leven dan alleen de opbrengsten in Nederland. Het feit dat uitgevers moeilijk hun strips in de winkels en kiosken krijgen blijft een zwak punt. De intendant heeft het distributieprobleem niet aangepakt en is daar ook op aangevallen.’

Is de graphic novel de redding van de Nederlandse strip?
Typex_Rembrandt-cover‘De graphic novel is als label deels een marketingstrategie, maar is ook meer dan dat: de inhoud is kunstzinniger en meer literair dan die van een traditioneel genre-album; de albums worden in het formaat van reguliere boeken geproduceerd waardoor ze beter passen in de boekenkasten van boekhandels. Als de stripromans worden uitgegeven door literaire uitgevers, dan hebben die ook sneller geloofwaardigheid in de literaire sector. Graphic novels zijn niet alleen maar in stripspeciaalzaken te koop maar staan ook in de reguliere boekhandel, waardoor ze onder ogen van een breder publiek komen. Dat kan de overlevingskansen van de strip vergroten.’

Ik hoor uitgevers ook klagen dat boekhandelaren niet weten hoe ze de graphic novel in de markt moeten zetten. Er is zelfs een folder uitgegeven om de boekverkopers uit te leggen wat een graphic novel is.
‘Ik denk, gezien de malaise in de boekwereld, dat maar een klein deel van de boeken goed verkoopt. Het merendeel is toch voor een nichepubliek bedoeld.’

Hoe ziet het huidige striplandschap er tegenwoordig uit volgens jou?
‘Heel divers, maar er zijn vooral veel kleine uitgeverijen die echt hun best moeten doen om te overleven. Het kan bijna niet anders dat er een aantal zullen sneuvelen. En dankzij het feit dat ze nog een beetje kunnen afzetten in Vlaanderen, bestaan ze nog, anders waren ze waarschijnlijk al gesneuveld. Het is te hopen dat ze het blijven volhouden en dat de economische crisis ophoudt.
Digitale vormen van strips zijn in opkomst. Men is nu aan het experimenteren om strips zo om te zetten dat ze op een tablet of mobieltje passen. De Standaard Uitgeverij is daar heel snel mee begonnen door Suske en Wiske in die vorm aan te bieden. Maar ook de Amerikaanse uitgeverijen. Dus ik vermoed dat de Nederlandse uitgeverijen daar ook mee bezig moeten gaan. Tegelijkertijd denk ik dat er altijd wel belangstelling voor het gedrukte stripboek zal blijven bestaan. Het zal allemaal kleiner worden. Maar dat soort zaken heb ik in mijn onderzoek niet meegenomen. Het gros van het onderzoek eindigt voor de crisis, maar als je het hebt over de situatie van nu, dan ziet het er inderdaad weinig rooskleurig uit.’

Wat kunnen Nederlandse stripmakers en uitgevers leren van je onderzoek?

Barbara Stok en Jean-Marc van Tol tijdens de opnames van 'Beeldverhaal'. Bron: Human Factor
Barbara Stok en Jean-Marc van Tol tijdens de opnames van ‘Beeldverhaal’. Bron: Human Factor

‘Dat je als tekenaar wel degelijk invloed blijkt te kunnen uitoefenen. Eind jaren negentig heeft Joost Swarte de strip onder de aandacht gebracht bij het Fonds BKVB zodat er subsidies voor strips kwamen. Daarna trokken Jean-Marc van Tol en Hanco Kolk aan de noodbel en is er nog een prijs bijgekomen en intendant. Deze acties van stripmakers hebben dus veel opgeleverd: subsidiemogelijkheden, prijzen en aandacht vanuit de media. Ook een mooi voorbeeld zijn tekenaars zoals Moebius en generatiegenoten die in de jaren zeventig begonnen te werken als autonoom kunstenaar. Dat heeft toch ook veel gevolg gehad onder tekenaars en uitgeverijen, onder andere heeft dat er uiteindelijk voor gezorgd dat grote uitgeverijen zich helemaal of deels hebben moeten aanpassen. En dat kon alleen omdat het publiek daarin meeging. Het publiek werd volwassener en wilde ook die auteursalbums lezen. Maar als die tekenaars daar zelf niet mee waren begonnen, was dat nooit gebeurd. Dat betekent dus dat je als idealistische uitgever of als tekenaar best wat kan bewerkstelligen. Dat kan niet geheel solo, er moeten wel mogelijkheden zijn in de markt, en je moet zelf meerdere rollen kunnen vervullen. Neem Joost Swarte, die is tekenaar, kunstenaar en vormgever, en daardoor had hij ook makkelijk ingang bij het Fonds voor de beeldende kunst. Jean-Marc van Tol is ook zo’n figuur die meerdere rollen kan vervullen.
Kortom: blijf actief, alert en maak gebruik van de mogelijkheden die er zijn. Wees ook niet te pessimistisch.’

Dit artikel is geschreven in opdracht van de VPRO Gids.

Categorieën
Strips

Een interessante avond over comics & strips

Donderdagavond 13 juni waren er aardig wat stripliefhebbers komen opdagen op de Comics & Strips bijeenkomst van Shop Around. De grote zaal van Pakhuis de Zwijger zat vol in ieder geval. In het publiek stripfans en -makers.

spekkie big
Spekkie Big vindt het leuk.
Affiche getekend door Erik Kriek.
Affiche getekend door Erik Kriek.

De avond begon wat in mineur toen Maaike Hartjes en Marc van der Holst werden geïnterviewd door Han Peekel. Hartjes vertelde dat je als stripmaker vooral van subsidies moet leven, want van het verkoop van je albums moet je het zeker niet hebben. Als je als tekenaar een boterham wil verdienen, moet je dat als illustrator doen. Van bijvoorbeeld infographics. ‘Infographics zijn kut!’ riep Marc uit. ‘Je gaat toch geen kutinfographics tekenen voor kutbedrijven!’. Van der Holst, die als undergroundtekenaar vooral bekend is van de strip Spekkie Big, vertelde niet voor het geld strips te maken. Eigenlijk was geld verdienen door strips te tekenen een concept dat nog nooit in hem was opgekomen.

Erik Kriek gaf een presentatie van zijn tekenwerk en toonde alvast een voorproefje van zijn nieuwste project: een reeks korte verhalen losjes gebaseerd op songteksten: Murderballads.

Han Peekel ging staan op de nostalgische zeepkist en vertelde over hoe het vroeger was, namelijk toen het televisieprogramma Wordt Vervolgd nog op de buis kwam. ‘Niemand had het succes verwacht, maar na de eerste uitzending kregen we 100.000 briefkaarten met het antwoord op een beetje suffe prijsvraag,’ vertelde Peekel. ‘De dag erna kregen we er nog eens 100.000.’ Peekel is jaren lang bezig geweest om Wordt vervolgd weer op de buis te krijgen, maar die pogingen zijn allemaal mislukt. Ik denk ook dat het nu meer het tijdperk is van programma’s als Beeldverhaal. En er zijn natuurlijk duizenden stripfans wereldwijd die vlogs opnemen om over het beeldverhaal te praten.

wiske_vermistNa de pauze was het mijn beurt. Ik las een column voor over het sterven van striphelden. Als voorbeeld had ik Amoras, de nieuwe serie van Suske & Wiske die zwaar gepromoot werd door onder andere de dood van Wiske aan te kondigen. Mijn held Peter Parker is natuurlijk ook meerdere malen al ‘vermoord’ door de schrijvers en marketingafdeling van Marvel, dus daar heb ik het ook nog even over gehad.

Het panel van boekverkopers Klaas Knol (Lambiek), Jitse Verwer (ABC) en uitgever/redacteur Mara Joustra (Oog &Blik) eindigde gelukkig met een positievere boodschap. Verwer vertelde dat er een heel divers publiek op de strips afkomt, maar dat de lezer wel kwaliteit verwacht. Hij pleitte er dan ook voor dat uitgevers vooral mooie boeken moeten uitgeven en de rotzooi maar moeten vergeten. Nu er crisis heerst is de consument kritischer dan ooit.
Toen Peekel aan het trio vroeg of de strips nog toekomst hebben, riepen ze tegelijk uit volle borst ‘Ja!’. Dat je het even weet.

Joost Swarte sloot de avond af met een uiteenlopende presentatie van zijn illustratie- en stripwerk. Ook toonde hij wat illustraties van zijn voorbeelden.

Tussen de presentaties door speelde de band The Vagery een nummer. Mensen die DWDD kijken zouden de band daarvan kennen, want daar mogen ze zo nu en dan 1 minuutje spelen. Ik vind ze langer dan 60 seconden beter klinken.

Was het een leuke avond? Ja, ik vond van wel. Er heerste een goede, ietwat jolige sfeer in de zaal en het programma was divers. Al valt er nog veel meer te bespreken over het beeldverhaal. Er moet dus maar snel nog zo’n avond komen.

Omdat ik nergens nog een verslagje online kon vinden heb ik zelf maar iets geschreven. Mocht je iets vinden over de betreffende avond, laat het dan weten via het reactieformulier. Alvast bedankt!