Categorieën
Strips

Doorstart voor Stripgids

Stripgids, mijn inziens nog steeds het beste striptijdschrift van de Benelux, krijgt een doorstart. De vzw Strip Turnhout laat daarover het volgende weten:

Het Vlaams Fonds voor de Letteren trekt voor de komende vier jaar middelen uit die de toekomst van het blad verzekeren. Die toekomst ziet er echter helemaal anders uit. Dit zijn de voornaamste punten van verschil:

  • Een nieuwe, meerkoppige Stripgids-redactie is aangetreden, met Nix, Judith Vanistendael, Simon Spruyt, Marc Legendre, Roel Daenen, en Karl van den Broeck. Hun eersteling op papier verschijnt begin mei, het tweede nummer goed zes maand later. Het tijdschrift zal ook (veel) korter op de bal spelen, met een (ver)nieuw(de) website die dagelijkse aanvoer van strip(nieuws) zal verzekeren.


  • Het klassieke, Stripgids Festival in Turnhout verdwijnt in zijn huidige vorm. Stripgids wil daarentegen zijn werking in heel Vlaanderen verder verdiepen. Turnhout blijft daarbij de uitvalsbasis. Ook een vaste waarde blijft de belangrijkste, driejaarlijkse Vlaamse stripprijs, de Bronzen Adhemar. Die wordt opnieuw uitgereikt in 2018. Concreet zal Stripgids, in samenwerking met het VFL en met andere partners in 2017 de behoefte en de haalbaarheid onderzoeken van een nieuw, grootschalig evenement dat alle stripactoren in heel Vlaanderen bijeen brengt. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord.


  • Turnhout, en meer bepaald de Warande, blijft evenwel de basis van Stripgids, als lid van het Warandemodel en als partner van de Bibliotheek van Turnhout. Hier is immers ook het Vlaams Documentatiecentrum voor de Strip gevestigd. Het potentieel van dit centrum wordt op dit moment nog niet ten volle benut. Daartoe wil Stripgids overleg starten met zowel Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz, de Vlaamse erfgoedcellen en het steunpunt FARO over de rol die dit documentatiecentrum kan spelen in het Vlaamse cultureel-erfgoedbeleid. Met name de komst van het nieuwe Erfgoeddecreet en de subsidieronde (2018) bieden daartoe kansen.


  • Nog in Turnhout zal Stripgids tentoonstellingen blijven organiseren, i.s.m. de Warande en met andere partners. Deze expo’s bereikten de voorbije jaren ook een internationaal publiek (Michel Vaillant, Lucky Luke, Laurent Durieux).


  • In samenwerking de universiteiten roept Stripgids vanaf 2018 de Vlaamse Scriptieprijs voor Strips in het leven. Daarmee wil Stripgids zowel het academisch onderzoek naar strips aanjagen, als een vertaalslag maken van dat onderzoek.

Wordt ongetwijfeld nog vervolgd.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Scratches Magazine

De (strip)wereld is een nieuw striptijdschrift rijker: Scratches.

Scratches is een Engelstalig striptijdschrift dat eens per jaar zal verschijnen. De hoofdredactie is in handen van Joost Swarte en Hansje Joustra. De heren willen met het magazine Nederlandse en Vlaamse auteurs bij een internationaal publiek onder de aandacht brengen.

Scratches publiceert daarom werk van gevestigde én opkomende Nederlandse, Vlaamse en internationale tekenaars. Het eerste nummer bevat nieuw of ongepubliceerd werk van David B., Daan Botlek, Robert Crumb, Guido van Driel, Charlotte Dumortier, Tim Enthoven, Brecht Evens, Lars Fiske, Ben Gijsemans, Charles Guthrie, Herr Seele, Milan Hulsing, Jeroen Janssen, Bendik Kaltenborn, Kamagurka, Lennard Kok, Aline Kominsky-Crumb, Ever Meulen, Bart Nijstad, Samplerman, Tobias Schalken, Art Spiegelman, Joost Swarte, Tobias Tak, Aart Taminiau, Veiko Tammjärv, Kristina Tzekova, Sam Vanallemeersch, Judith Vanistendael, Brecht Vandenbroucke, Ludwig Volbeda, Chris Ware en Wasco.

Scratches cover door Daan Botlek.
Scratches cover door Daan Botlek.

Geen Eppo-strips
De selectie hangt dus erg naar wat ik maar even gemakshalve de kunstzinnige strip noem, waarbij de makers op grafisch vlak graag experimenteren. Scratches is dus geen magazine voor mensen die alleen van Eppo-strips houden. Het zit eerder in de buurt van RAW en sommige stripmakers kennen we al uit de Zone 5300. Daarmee is Scratches een mooie toevoeging op de stripmarkt. Al vermoed ik dat veel mainstream stripmakers zich zullen beklagen op fakebook omdat ze zich gepasseerd voelen.

Over smaak valt te twisten en niet iedere bijdrage in het magazine kon mij logischerwijs bekoren. Grootste vraagteken heb ik bij de volgorde waar als lezer geen lijn in te zien is. Er staan meerdere strips van Wasco, Crumb en Brecht Vandenbroucke in, maar allemaal verspreid door het blad. Ik had alle afleveringen van een specifieke maker bij elkaar gezet, zodat blad iets meer een geheel geworden was.

bowie-prince-bart-nijstad

Jackson in de hel
Ook mis ik soms duiding waarom iets in het blad staat. Een goed voorbeeld hiervan zijn de twee grote platen van Bart Nijstad. Op de ene plaat zien we Bowie en Prince in een aquarium, op de andere Darth Vader en Michael Jackson in helse omgeving. Dat Jackson in de hel thuishoort snap ik meteen en hoewel ik het mooie illustraties vind, vraag ik me toch af wat ze in Scratches doen en waarom op die plek. Kortom: duiding en een dwingender volgorde had het geheel minder hap-snap gemaakt.

Behalve strips en illustraties bevat de 112 pagina dikke kolos ook drie artikelen over illustratoren: de Nederlandse underground-tekenaar Mark Smeets (1942-1999), Belgische houtsnedekunstenaar Frans Masereel (1889-1972), en de Spaanse grafisch ontwerper Manolo Prieto (1912-1991). Op Smeets werd eerder dit jaar een spotje gezet middels een groot koffietafelboek met daarin zijn werk en een schetsboek, net als Scratches uitgaven van uitgeverij Scratch.

scratches-drukvellen

Het tijdschrift sluit af met biografieën van de makers met de urls van hun websites erbij. Slim, want zo kunnen geïnteresseerden verder kijken en voldoet het magazine aan zijn doel stripmakers te promoten.

Presentaties
Het blad verschijnt ter gelegenheid van de Frankfurter Buchmesse, waar Nederland en Vlaanderen gastland zijn.

Vrijdag 14 oktober wordt Scratches om 18 uur gepresenteerd in The American Book Center in Amsterdam. Swarte leidt de avond in en er zijn stripmakers aanwezig om je exemplaren te signeren.

Categorieën
Film

Schokkend Nieuws #99!

Goed nieuws voor de liefhebber van horror, sciencefiction, fantasy en cultfilms, want het nieuwe nummer van Schokkend Nieuws ligt in de schappen. Dit keer met aandacht voor The Hobbit: An Unexpected Journey, de films van Hitoshi Matsumoto, Tarantino’s Django Unchained en een groot interview met acteur Franco Nero, de enige echte Django.

Goh, waarom deze aandacht voor Schokkend Nieuws mr. Minneboo?
Goed dat je het vraagt: ik ben sinds het vorige nummer een van de columnisten van dit filmmagazine, dus breng ik Schokkend Nieuws graag onder de aandacht. Daarvoor las ik het blad al met plezier. (Check hier mijn eerste column.)

Afgelopen vrijdag was er een borrel voor de medewerkers en kon ik eindelijk eens kennis maken met enkele van mijn collega’s. Een leuke groep enthousiastelingen met een wild kloppend hart voor cultfilms. Prima gesprekspartners dus voor een nerd als ik.

Check voor de hele inhoud van Schokkend Nieuws #99 op de levendige site. Waar je ook een digitale versie kunt bestellen.

Categorieën
Strips

50 jaar Spider-Man in Stripgids 30

Dat Spider-Man dit jaar Abraham ziet zal de vaste lezers van dit blog niet zijn ontgaan. Om de verjaardag van Peter Parker te vieren, mocht ik voor Stripgids een essay schrijven over mijn favoriete webhoofd. Hoe hebben de schrijvers en redacteuren van Marvel Spidey al die jaren relevant en bij de tijd gehouden? En waar ging het faliekant mis? Daar gaat mijn stuk over.

Maar het dertigste nummer van Stripgids bevat nog meer moois. Zoals uitgebreide interviews zijn er met onder meer Cyril Pedrosa (auteur van het bekroonde Portugal) en François Schuiten. Stripgids sprak ook met Matt Madden (auteur van Stijloefeningen) en laat Sam De Graeve aan het woord over strips en televisie. De cover is van Joost Swarte die dit jaar ook de Marten Toonderprijs in zijn handen krijgt gedrukt.

Cover door Joost Swarte.

Stripgids 30 luidt ook de start in van de nieuwe strip van Luc Cromheecke en Sti: Het Godvrrgeten Eiland. Stripwerk is er verder van Charlotte Dumortier, die in 2011 debuteerde met Murphy’s miserable space adventures. Meer nieuw bloed werd uitgenodigd aan ‘De tekentafel’: daar tonen Criva en Verhast hun work-in-progress voor het tweede deel van Jorikus Magnus.

In opdracht van het provinciaal bibliotheekcentrum Vrieselhof maakt Strip Turnhout het tweemaandelijkse gratis stripmagazine Stripgids, dat je vijf keer per jaar (tweemaandelijks, de zomermaanden uitgezonderd) verschijnt.

Nog geen abonnement? Dat is gelukkig snel te regelen. Het blad is in principe gratis verkrijgbaar op verschillende plekken in België, alleen striplezers in de Lage Landen betalen een klein bedrag aan verzendkosten. Zie hier voor meer informatie.

(Overigens is de site van Strip Turnhout een prima plek om het laatste stripnieuws mee te pakken.)

Categorieën
Strips

Wat wil jij in de honderdste Zone 5300 zien?

Tijdens de stripdagen Haarlem verscheen het nieuwste nummer van Zone 5300 met daarin speciale aandacht voor zes Turkse stripmakers. In december verschijnt echter het HONDERDSTE NUMMER van dit tijdschrift gewijd aan strips, cultuur en curiosa.

Op de Facebookpagina van de Zone 5300 wordt aan de liefhebbers gevraagd wat zij graag in dit honderdste nummer zouden willen zien.

Alles is vooralsnog mogelijk, dus hou u niet in (alleen dat interview met Elvis zal wat moeilijk worden). Reageren maar!

De niet-faceboekers kunnen ook een mailtje naar de redactie sturen: info[at]zone5300.nl.

Geen idee wat Zone 5300 is of heb je zin in wat achtergrond? In 2009 interviewde ik Tonio van Vugt, mede-initiatiefnemer en co-hoofdredacteur, tijdens het 15-jarig bestaan van het blad.

Categorieën
Strips

Stripboekenbal in Hollands Diep

Wat hebben IJsbrand Oost, Hanco Kolk, Hein de Kort, Gerrit de Jager, Gerben Valkema, Jeroen de Leijer, Daan Jippes, Erik Kriek, Fred de Heij, Jan Vriends, Mark Retera, Gerard Leever, Alex Turk, Floor de Goede, Pieter Hogenbirk, Peter Koch, Mars Gremmen en Ype Driessen met elkaar gemeen? Al deze stripmakers staan in het laatste nummer van Hollands Diep.

Voor Hollands Diep schreef Ger Apeldoorn speciaal Het stripboekenbal. Hierin komen verschillende stripfiguren uit de lage landen samen in de stadsschouwburg. Ieder stripfiguur is door zijn eigen tekenaar in de strip gezet.

Hun gastheer is Arnon Grunberg. Grunberg? Wat heeft die nu weer met strips te maken? Nou eigenlijk weinig, behalve dan dat Hanco Kolk hem zeer verdienstelijk opvoerde in Van Instanbul naar Bagdad (2010). Ook mocht hij in 2010 op de Stripdagen in Haarlem een lezing geven over de graphic novel, maar desondanks staat Grunberg niet bekend als een stripliefhebber of -kenner.

Volgens de redactie van Hollands Diep ‘is Grunberg de enige schrijver die ook stripfiguur is’, vandaar dat hij als gastheer mag optreden. Conform de werkelijkheid blijkt Grunberg in het verhaal van Apeldoorn in de stripwereld en vreemde eend in de bijt te zijn. Hij krijgt het dan ook flink te verduren.

Fragment uit Het stripboekenbal.

Laatste nummer
Deze Hollands Diep is overigens de laatste. Hoofdredacteuren Ruud Hollander en Martine Kamsma schrijven:

We hebben het economische tij niet mee. Na bijna vijf jaar is gebleken dat we, ondanks een hoge oplage en veel waardering van lezers en vakjury’s, het hoofd niet boven water kunnen houden. In dat opzicht is er sinds de jaren zeventig, toen het oude Hollands Diep werd opgeheven, weinig veranderd.

Weer een mooi cultuurmagazine dat in het stof bijt. En eentje die nog aandacht besteedt aan strips ook. Erg jammer.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Mad nummer 1

Sinds 1994 lag er geen Nederlandse Mad in de schappen, maar daar is nu verandering in gekomen. Dankzij de inspanningen van hoofdredacteur Ger Apeldoorn, Mad-kenner bij uitstek, en uitgever Rob van Bavel, kunnen we sinds eind september weer een Nederlandstalige Mad lezen.

De content in het magazine is deels gemaakt door Nederlandse schrijvers en stripmakers. De rest is een selectie van de Amerikaanse Mad, zoals een parodie op The Big Bang Theory, ‘Mads kijk op kookprogramma’s’ en Spy vs Spy – de klassieke strip van Peter Kuper die niet in Mad mag ontbreken over welke taaleditie we ook spreken.

Hufters
De tekenstijlen van de Nederlandse bijdragen passen goed bij de Amerikaanse inzendingen. In dat opzicht is het magazine dus een geheel geworden. Van de Nederlandse bijdragen vind ik de serie ‘Mars rekent af met hufters’ het meest geslaagd. De stijl van Mars Gremmen past naadloos in de Mad en hij komt bovendien grappig uit de hoek. En dat is mooi meegenomen in een satirisch blad.

Ook grappig is de rubriek ‘Gestript: stripfiguren over hun naakte lichaam’, waarmee schrijver Bastiaan Geleijnse (Fokke & Sukke) een geslaagde parodie maakt op de rubriek ‘Anybody’ uit de Viva.Deze aflevering vertellen Asterix en Obelix welke delen van hun lichaam ze fijn vinden en welke niet. Asterix blijkt nogal groot geschapen te zijn maar wat onzeker te zijn over zijn schouders. Obelix is ervan overtuigd een goddelijk lichaam te hebben. Nozzman tekende de lijven van de helden.

Herman Roozen maakte de geslaagde paginalange gagstrip Een avond in Toomler.

Tekst: Ger Apeldoorn Illustratie: David de Rooij

Coupe Tintin
Verder vond ik Nieuwe kapsels voor Geert Wilders erg grappig: hierin wordt het hoofd van de politicus telkens van een ander kapsel voorzien. De coupe Tintin staat hem steevast het beste, maar ook het playmobil-hoofd past bij hem en als hofnar van de Tweede Kamer mag de coupe tv-clown natuurlijk niet ontbreken. Daar komen vast Kamervragen van.

Niet alles in deze Mad stimuleerde mijn lachspieren. Wanneer de grappen het niveau afzeikhumor niet ontstijgen haak ik meestal af. Tv-coryfee Linda de Mol is duidelijk het doelwit van deze eerste Mad. Leuk dat iedereen die Linda de Mol heet een gratis abonnement krijgt aangeboden, maar naamverbasteringen als Linda de Snol zijn wel erg belegen en makkelijk.

Gert Jan Dröge
Minder vrolijk werd ik van een parodie op de smaakpolitie. Hierin gaat Get Jan Dreuge op pad om te kijken hoe het gesteld is met de hygiëne in de keukens van societyminnend TV-land. Vreemd dat ze Dröge voor deze rol hebben gecast, want hij is immers al een tijdje dood. Beetje oubollig dus of lag deze strip nog ergens op de plank? Dröges aanwezigheid leidt tot een weinig opzienbarende conclusie van de strip. De flauwe tekst is van John Croezen. De karikaturen van BN’ers door René Uilenbroek zijn wel geslaagd.

Kortom, niet alles kon mij bekoren van de Nederlandse Mad. Maar humor is net zo smaakgebonden als hoe sterk je je koffie drinkt, dus wellicht kunnen anderen wel om de dingen lachen die mij niet aanstonden. Er kijken immers ook nog steeds volkstammen naar zenders als RTL-4 en SBS. Het eerste nummer van Mad maakt een overwegend positieve indruk, een bemoedigende eerste poging om een Nederlandse editie van Mad op de markt te brengen. Je moet een nieuw tijdschrift en zijn redactie altijd een tijdje gunnen voordat ze de juiste formule in de vingers hebben. Ik ben dan ook benieuwd hoe de Nederlandse Mad zich gaat ontwikkelen en waar de redactie in het tweede nummer mee komt.

Categorieën
Strips

Mad op zijn Hollands

In september verschijnt het eerste nummer van het nieuwe Nederlandse Mad magazine, een satirisch blad met artikelen, strips, parodieën op films en televisieprogramma’s. Het Amerikaanse tijdschrift, dat al sinds 1952 wordt uitgegeven, krijgt er (een) weer een Hollands broertje bij. Hoofdredacteur Ger Apeldoorn – gek op Mad, stripkenner, vertaler en schrijver van komedies – licht toe.

Waarom een Nederlandse versie?
‘De tijd is rijp voor een Nederlandse Mad. In economisch slechte tijden is het leuk om te lachen. Een gigantisch deel van Nederland zit te wachten op leuke, verteerbare dwarse humor.’

Want, dat hebben we hier niet?
‘Nee, ik vind dat Nederland in bijna al zijn cultuuruitingen slecht voor zijn publiek zorgt. Er is ingewikkeld gedoe voor de elite en troep voor de massa, maar er zijn een heleboel mensen die van slim entertainment houden zonder dat het meteen kunstzinnig gedoe is.’

Wat is de kracht van het blad dat het bijna zestig jaar de lachspieren stimuleert?
Mad is in Amerikaans merk dat niet meer stuk kan. Als jij in Amerika twaalf of dertien bent dan móet je de Mad gaan lezen. Dan leer je dat de wereld geen zoetsappige hemel is, maar dat bitterheid, scherpheid, zuurheid en agressiviteit ook een plaats hebben in humor. Mad haalt iedere pretentie naar beneden.’

Hoe gaat de Nederlandse Alfred E. Neuman,de mascotte van Mad die de covers siert, eruitzien?
‘Exact hetzelfde. Het is gewoon een vertaald Amerikaans blad. Van de 52 fullcolour pagina’s worden er zestien door een Nederlands team gemaakt, dat bestaat uit cabaretiers, cartoonisten, stripmakers, internethumoristen en amateurs. De overige pagina’s zijn vertalingen van de Amerikaanse versie. De Nederlandse editie komt wat betreft toon en inhoud overeen en is te omschrijven als een mix van de onderwerpen van De TV Kantine met de smaak van Koefnoen. Het kan overal over gaan, iedereen mag een tandje kleiner gemaakt worden maar dan wel op een niet-domme manier.’

Wat kunnen we in de eerste nummers verwachten?
‘Onder andere “Alles draait om Linda”, een parodie op de comedy Iedereen is gek op Jack, getekend door Gerben den Heeten. “Tien redenen waarom Maxima een betere koning zou zijn dan Willem-Alexander”, vormgegeven door Joep Bertrams en “Maak zelf je eigen Bløf-song, het is makkelijker dan je denkt” van Wouter Tulp. Verder Mad-klassiekers als Spy vs. Spy en een parodie op de tv-serie Mad men.

Wie moet dat gaan lezen?
‘Het Veronica-, BNN- en Radio 538-publiek. Lezers tussen de 25-35 jaar, maar de nostalgisten zijn natuurlijk zeer welkom. We mikken op een grote oplage en verwachten dat we er 20.000 exemplaren van kunnen verkopen.’

Mad verschijnt 21 september en komt eens per twee maanden uit. Na drie nummers wordt besloten of men ermee doorgaat.Van 1964 tot 1994 verscheen al eerder een Nederlandse Mad.

Dit artikel is in VPRO Gids #35 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Pulpman #11: Rip Kirby, Joe Sacco, DWDD en Spider-Man

Het wachten is nog even tot Fred de Heijs nieuwe album Phinny in de winkels ligt. Ondertussen komt de fan aan zijn trekken met de nieuwe Pulpman. Het elfde deeltje alweer.

Achterkant en voorkant van Pulpman 11.

Fred vertelt hierin over de krantenstrip Rip Kirby van Alex Raymond. Deze stripmaker blijkt een goede rip-off artiest te zijn geweest. Raymond kwam met ruimteheld Flash Gordon op de proppen toen Buck Rogers erg populair was. Jungle Jim was zijn versie van Tarzan. Voor de strip Rip Kirby haalde Raymond de mosterd bij de Supermanstrips van Joe Shuster en Jerry Siegel. Tot slot onthult De Heij Rip Kirby’s grote geheim in een eigen strip.

Roodhaar bij DWDD.

Verder presenteert De Heij een parodie op Batman – Bedman geheten, afleveringen van ’t Landje en De schuilplaats en maakte hij een parodie op De Wereld Draait Door. Bekende stripheldinnen Franka en Roodhaar spelen een rol in dit verhaal dat wat mij betreft niet had misstaan in de aankomende Nederlandse editie van Mad Magazine. (Het eerste nummer daarvan ligt in september in de winkels.)

In Pulpman #11 is er verder aandacht voor Joe Sacco, de man die de journalistiek in stripvorm uitvond en die ik recent nog sprak voor de VPRO Gids.

Er staat werk in van Hallie Lama, Anneke van Steijn en Luc Besseron. Frits Jonker vertelt over zijn verzameling reclameboekjes. Binnenkort geeft uitgeverij Xtra een overzichtswerk van deze letteraar en illustrator.

Ook staat er een stuk van mijn hand in deze Pulpman. Ik onderzoek wat nu precies de charme is van het personage Spider-Man. Een stripheld waar ik graag over schrijf en over vertel.

Categorieën
Strips

Striptips: Week 29

Een week vol bedroevend stripnieuws. Een paar belangrijke berichten op een rij.

Zozolala stopt
In oktober 2011 zal het allerlaatste nummer van het stripinformatietijdschrift ZozoLala verschijnen. Dertig jaar lang informeerde dit onafhankelijke blad de nieuwsgierige lezer. Ik vind het jammer dat het magazine verdwijnt: er stonden vaak goede recensies in en interessante interviews.

Op StripSter.nl komt Hans van Soest aan het woord: ‘Dat ’t economisch slechter gaat, merken we ook. Omdat we te veel van het blad houden om ’t te laten doodbloeden, hebben we besloten eind dit jaar te stoppen. Met pijn in ’t hart, dat wel. maar beter dan dat we straks nog moeite hebben ZozoLala fatsoenlijk te vullen.’

Op Stripspeciaalzaak.be staat vermeld dat er binnenkort misschien een nieuwe gratis publicatie komt.

Gideon Brugman overleden
De Nederlandse striptekenaar Gideon Brugman, bekend van o.a. Professor Ambrosius, Patty en Kommando Moustache, is op zaterdag 9 juli 2011 overleden. Het nieuws van zijn overlijden werd pas bekendgemaakt. Brugman stierf twee dagen voor zijn 69ste verjaardag. Lees meer hierover op Stripturnhout.be.

Brecht Evens wint geen Eisner

Fragment uit Ergens waar je niet wilt zijn.

Ook meldt StripSter deze week dat de Vlaamse stripmaker Brecht Evens, die genomineerd was met Ergens waar je niet wilt zijn, misgrijpt als het om de Eisners gaat. De Eisner Awards zijn de Oscars onder de stripprijzen, vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner (1917-2005). Net als de Oscar omvatten de Eisners te veel categorieën en worden ze jaarlijks uitgereikt. Hier is de lijst met winnaars.

Overigens heeft American Vampire, van Scott Snyder, Stephen King en Rafael Albuquerque (Vertigo/DC) wel een Eisner gewonnen in de categorie Best New Series. Ik heb die strip al eens zien staan in de winkel. Mooi tekenwerk. Moet hem nu toch maar eens gaan lezen.

In de nieuwe rubriek Striptips zal ik met enige regelmaat interessante nieuwtjes en items over strips, elders gepubliceerd, aankaarten.

Categorieën
Strips

Striptips: Week 28

Strips worden tegenwoordig vaak behandeld in de reguliere media. Deze week kwamen er twee Nederlandse tijdschriften uit met daarin aandacht voor het beeldverhaal die ik graag even noem.

Hollands Diep: Pontiac en Barends
In het augustus/september nummer van Hollands Diep staat een dubbelportret van stripmakers Peter Pontiac en Merel Barends. Pontiac (60) krijgt in september de Marten Toonderprijs voor zijn oeuvre. Barends (31) is druk bezig met haar eerste grote striproman.


Ik ken Merel al een paar jaar en kijk reikhalzend uit naar haar persoonlijke strip. In het interview vertelt ze: ‘Het gaat over een jongen van rond de twaalf jaar, die lang in een fantasiewereld heeft geleefd. De discrepantie tussen de kindertijd en volwassenheid kan hij niet aan. Het verhaal is redelijk autobiografisch. Mijn broertje heeft een einde aan zijn leven gemaakt toen hij twaalf jaar oud was. Ik was toen zeventien. Het boek begon vanuit mijn zoektocht naar zijn motivatie.’

Pontiac is natuurlijk een oude bekende in stripminnend Nederland. Hij beschouwt Kraut als zijn hoogtepunt. In deze striproman onderzoekt Pontiac de nazigeschiedenis en de mysterieuze dood van zijn vader. Irene de Waal vroeg aan de stripmaker waaraan hij merkt dat hij ouder wordt: ‘Ik accepteer steeds meer wie ik ben. Ik heb me altijd onzeker gevoeld ten opzichte van andere mensen. Niet zozeer vakgenoten, maar de medemens in het algemeen. Nu ben ik minder snel geïmponeerd. Ik durf meer te vertrouwen op mijn kunnen. Voorheen was het een lijdensweg voor ik iets had gemaakt dat ik goed vond. Dan maakte ik schetsen en die tekende ik eindeloos over op de lichtbak. Dat doe ik nu niet meer.’

Ik spreek Peter binnenkort voor de VPRO Gids om over zijn oeuvre bestaande uit strips maar bovenal illustraties, te praten. Dit soort interviews zijn fijne research om me mee voor te bereiden.

VN special literaire strips
In Vrij Nederland #28 staan er met enige regelmaat doortimmerde striprecensies van Peter Breedveld. Dit keer pakt de VN het wat groter aan, met een special rondom wat zij literaire strips noemen. Samen met de Amsterdamse stripwinkel Lambiek selecteerden Sander Pleij en Jeroen Vullings 65 ‘literaire strips’ – lees graphic novels – uit seizoen 2010-2011 en beoordelen deze.

Breedveld interviewde de 78-jarige Thé Tjong-Khing die eigenlijk al dertig jaar geen strips meer maakt, maar illustraties voor kinderboeken des te meer. Uitgeverij Sherpa is nu bezig met het heruitgeven van Thés strips, waaronder zijn klassieke reeks rondom Arman & Ilva. Het interview is ook online te lezen.

Toon Horsten sprak met Joe Sacco, de vader van de journalistieke strips. Eerder stond er al een interview van Horsten met Sacco in de Belgische krant de Standaard. Wie nog meer over Sacco wil lezen: in Pulpman wordt er ook aandacht aan hem besteed en binnenkort staat mijn interview met hem in de VPRO Gids.

In het introductie-artikel van Pleij en Vullings concluderen de auteurs dat de lezer van graphic novels een grote hoeveelheid problemen en/of atrociteiten te verstouwen krijgt. Psychose, schizofrenie, incest, pesten op school, etc, etc. ‘Het leven is zelden een lolletje in de wondere, vaak beeldschone wereld van de graphic novel.’ Waarvan akte.

Veel leesplezier, beste stripliefhebber.

In de nieuwe rubriek Striptips zal ik met enige regelmaat interessante nieuwtjes en items over strips, elders gepubliceerd, aankaarten.