Categorieën
Strips

Drie keer 24 Hour Comics Day

Dit weekend is het weer tijd voor een mooie traditie in de stripwereld: 24 Hour Comics Day. In Nederland gaan tekenaars op drie verschillende locaties aan de slag om binnen een etmaal 24 pagina’s strip te maken.

Dat doen ze onder andere in Zwolle in ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Studenten en bekende striptekenaars (o.a. Hanco Kolk, het stripcollectief Lamelos en Wasco) gaan van zaterdag 1 oktober 11.00 uur tot zondagmorgen 2 oktober 11.00 uur non-stop werken aan een eigen strip. ArtEZ Zwolle, waar de opleiding Comic Design wordt gegeven doet dit jaar voor het eerst mee. Ongeveer 35 studenten en striptekenaars doen mee aan deze uitdagende opdracht. Het initiatief komt van student Emma Ringelberg. Het wordt Emma’s derde keer, ze deed eerdere jaren al mee bij Lambiek.

Wie in Amsterdam mee wil doen, kan dit jaar niet terecht in stripwinkel Lambiek. Boris & co. zien er dit jaar van af omdat de avond ervoor de Lamelos-veiling plaatsvindt. In Studio/K kunnen de stripmakers uit Amsterdam en omstreken terecht. Bekijk  hun blog voor updates.

Illustratie: Maia Machèn.

 

De durfallen in Rotterdam kunnen aan de slag bij stripwinkel Comiquest. Het zal de eerste editie in de Maasstad worden.

Stripmaker Albo Helm heeft twee keer meegedaan maar vindt het welletjes. Op Facebook geeft hij wel een belangrijke tip: ‘Wees zuinig met de drank en dope, dat werkt alleen maar tegen je op zo’n marathon.’

24 Hour Comics Day is bedacht door stripmaker/stripgoeroe Scott McCloud. Tekenaars worden geacht binnen 24 uur een strip van evenzoveel pagina’s te tekenen. De tekenaar mag van tevoren geen verhaal bedacht hebben en moet dus net zo blanco als een vers vel papier aan het project beginnen. Het evenement vindt wereldwijd in verschillende landen plaats.

In 2008 maakte ik een videoreportage van 24 Hour Comics Day in Lambiek.

Update
Zaterdagmiddag bezocht ik de hardwerkende tekenaars in Studio/K en maakte dit fotoverslag.

Het blog van de tekenaars in Zwolle vind je hier.

Categorieën
Media Strips

Praten over journalistieke strips bij Met het oog op morgen

Gisteravond was ik uitgenodigd door de redactie van Met het oog op morgen om iets te vertellen over de stripmaker Joe Sacco. Sacco is de pionier van de stripjournalistiek: hij bezoekt brandhaarden in de wereld en maakt daar heel inzichtelijke en boeiende strips over. Zo maakte hij het boek Onder Palestijnen en Moslimenclave Gorazde – allebei verschenen bij uitgeverij Xtra.

De redactie benaderde mij omdat ik afgelopen vrijdag Sacco heb geïnterviewd voor de VPRO Gids. Dat gesprek staat er over een paar weken in.

Stripmaker Hanco Kolk hing aan de telefoon om vanuit de invalshoek van stripmaker zijn licht te schijnen op het thema journalistieke strips. Kolk verstripte vorig jaar een reeks artikelen en blogposts van Arnon Grunberg die van Istanbul naar Bagdad afreisde.

De aflevering is hier terug te luisteren. Het onderwerp begint op 42:45. Maar check vooral ook de Belgische band Le Grand Bateau die live in de studio muziek maakte.

Close up
De aanleiding voor het thema bij Met het oog op morgen was een uitzending van Avro’s Close up: Strips gaan de strijd aan. Deze documentaire toont werk van en interviews met beroemde stripjournalisten als Joe Sacco, Marjane Satrapi (Persepolis), Joe Kubert (Fax from Sarajevo), Keji Nakazawa (Barefoot Gen) en vele anderen.

Strips gaan de strijd aan is vanavond om 22.45 (de AVRO-site zegt 23:00 uur) op Ned 2 te zien.

Categorieën
Strips

Stripmakers protesteren tegen cultuurbezuinigingen

Stripmakers protesteren tegen de buitenproportionele cultuurbezuinigingen van het kabinet met een ludieke actie.

Wie vandaag op de strippagina van Het Parool kijkt, ziet dat de stripfiguren van de strips S1ngle, DirkJan en Piet & Riet van de buis een opvallende metamorfose hebben ondergaan. Ze zijn harkpoppetjes geworden: een protestactie van stripmakers tegen de buitenproportionele bezuinigingsplannen op kunst en cultuur van het kabinet. Staatssecretaris Halbe Zijlstra wil in totaal 200 miljoen euro bezuinigen.

De protestactie komt uit de koker van stripmakers Peter de Wit en Hanco Kolk. De Wit licht toe: ‘Ik had een ideetje voor een proteststripje voor S1ngle over de bezuinigingen. Toen Hanco en ik erover zaten te praten bedachten we dat ik het ook wel voor Sigmund kon doen. Dan zouden we twee keer hetzelfde stripje hebben.’
Het duo besloot andere stripmakers te vragen mee te doen met de actie. Ze plaatsten een oproep op het online stripmakersforum en benaderden een aantal collega’s per mail.

Ondere anderen Hein de Kort, René Leisink (Argus), Pieter Geenen (Anton Dingeman), Jean-Marc van Tol (Fokke & Sukke) en Peter van Straaten doen mee met hun dagkrantstrip. Sommige stripmakers zoals Floor de Goede, plaatsen hun proteststrip online. De strips zijn allemaal vandaag in de krant verschenen.

Kneuterig
‘De bedoeling is dat men een kneuterig harkpoppetje maakt van zijn stripfiguur en er dezelfde tekst bij schrijft: “Verdorie, die bezuinigingen op de kunst treffen ook onze strip!” Het aardige is dat iedereen dezelfde of ongeveer dezelfde tekst aanhoudt, dat vergroot het effect,’ aldus De Wit.

Peter van Straaten maakte er een variant op. ‘Ik wist niet dat er een speciale tekst onder moest. Ik heb nu een harkpoppetje getekend en daarnaast een vrouw in mijn eigen stijl die zegt “Wat zie je er uit! Moet dat van Halbe Zijlstra?”.
‘Ik heb geprobeerd om het er zo slecht mogelijk uit te laten zien,’ vertelt Mark Retera van DirkJan. ‘Dat valt nog niet mee. Je moet daar toch wel een klein beetje over nadenken.’

Steuntje in de rug
De bezuinigingsvoornemens treffen het theater en beeldende kunst het hardst. Wat precies het effect van de bezuinigingen op de Nederlandse strip zal zijn, valt op dit moment nog niet te voorspellen. Er wordt gekort op allerlei kunstenaarsregelingen, dus ook op de subsidieregelingen bij het Fonds BKVB waar stripmakers aanspraak op maken.

De stripmakers laten weten dat de actie vooral is bedoeld om andere kunstenaars te steunen. ‘Het is fijn om hardop te kunnen zeggen dat je het er niet mee eens bent, of dat in ieder geval op papier te doen,’ zegt Gerben Valkema, tekenaar van het bijdehante stripfiguurtje Elsje. ‘Geen van de krantenstrips die mee doen wordt gesubsidieerd. Ik denk niet dat wij er meteen last van hebben, maar ik vind dat je niet alleen voor je eigen hachje moet opkomen. Zo laten we met de strip zien wat er wel staat te gebeuren in het theater en met orkesten als daar de subsidies stoppen. Wat ons vooral tegen de borst stuit is dat die bezuinigingen met de botte bijl worden uitgevoerd.’

Retera vult aan: ‘Het gaat erom dat mensen aan het denken gezet worden. Al denk ik niet dat men er in Den Haag wakker van zal liggen, is het toch goed om iets te laten horen.’

Peter de Wit relativeert het mogelijke effect van de actie zelf ook: ‘Ik noem het een ludiek actietje. Een steuntje in het ruggetje van de kunst. Veel meer moet je er ook niet achter zoeken. Ik verheug me wel op het effect dat het op de regionale kranten zal hebben. Daarin staan de strips S1ngle, De Rechter en Elsje. Drie strips met harkpoppetjes onder elkaar: dat heeft toch een aardig versterkend effect.’

Dit artikel is maandag 4 juli in Het Parool gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Komische stripduo’s 2: Peter de Wit en Hanco Kolk

De Nederlandstalige stripwereld kent een paar succesvolle komische stripduo’s: stripmakers die graag met elkaar werken aan humoristische strips. Sommige duo’s zijn al zo lang bij elkaar, dat hun samenwerking een tweede huwelijk lijkt. Aflevering twee in een serie van drie: duo Peter de Wit en Hanco Kolk. Hoe is de samenwerking ooit begonnen? Hoe is de onderlinge taakverdeling? En kunnen ze nog zonder elkaar?

Het duo Hanco Kolk en Peter de Wit werkt alweer sinds de jaren tachtig samen. Samen maakten ze Gilles de Geus, Inspecteur Netjes en de fotostrip Mannetje & Mannetje. Tegenwoordig werken ze aan S1ngle. Deze gagstrip over drie vrijgezelle dames wordt in verschillende kranten gepubliceerd. De gelijknamige tv-serie heeft drie succesvolle seizoenen gelopen.

Kolk ontmoette De Wit op de redactie van Eppo, toen Kolk de strip Gilles de Geus maakte. Kolk: ‘Die redactie was heel gezellig. Er kwamen heel veel tekenaars naar de redactie toe en we gingen ook vaak samen naar het café. Op een van die middagen zei Peter tegen mij: “Je hebt goud in je handen, maar je doet er niets mee! Waar is de Tachtigjarige Oorlog?!” Ik wilde heel graag langere verhalen maken, maar dat lukte mij niet. Dus toen hebben we een keer op een zaterdag een kort verhaal geschreven om te kijken of het klikte. Het ging zó goed, het klikte zo ongelooflijk tussen ons. Ik ging naar huis en het was alsof ik half verliefd was. “Ik heb iemand ontmoet waar het helemaal naadloos mee klikt. Binnen no time hadden we twee lange verhalen geschreven: Storm over Dubbeldam en de ander De zustertorens.

Boezemvrienden
Na al die jaren is de samenwerking nog steeds erg goed. Terwijl De Wit de gagman is van het duo, zit Kolk bovenop de karakteropbouw en de dosering van de grappen. Om grappen te bedenken, heeft De Wit vaak al aan één woord genoeg.

Ze werken samen op vaste dagen. Dan zitten de heren samen te plotten voor S1ngle. Ze brainstormen bij de lunch of gaan samen naar de film. ‘Iedere keer als we S1ngle maken vieren we de vriendschap. Het bedenken van de verhalen gaat ook heel snel. In een lunch hebben we een hele week bij elkaar geschreven.’
Kolk tekent de strip daarna alleen.

Wat het stripduo samenhoudt, is de hechte vriendschap die ze voor elkaar koesteren, vindt Kolk. ‘We spreken elkaar ook regelmatig over de telefoon. We zitten nooit om gesprekstof verlegen en het is altijd interessant wat eruit komt. Tijdens zo’n gesprek zijn we meestal ook nog onbewust aan het werk, dus halverwege denk je: “Oh, da’s een grap,” die schrijf je dan op en praat je weer verder. Het is een aan alle kanten bevredigende relatie.’
kolk single
Solo
Daarnaast doen ze ook soloprojecten. Peter de Wit maakt al jaren de succesvolle strip Sigmund, terwijl Kolk zich ook verschillende graphic novel projecten stort, zoals Van Istanbul naar Baghdad. Op dit moment werkt hij met Hans van Oudenaarden aan een graphic action novel met de titel Rhonda.

Natuurlijk hebben ook Kolk en De Wit wel eens schreeuwende ruzie gehad. Kolk: ‘Dat was geloof ik ergens begin jaren negentig. Ik had een opdracht aangenomen zonder Peter te vragen of hij er ook zin in had.’

Dit artikel is ook in Eppo#07 (2011) gepubliceerd.

Categorieën
Strips

X was hier: Met telefoon, video en strip terug in de tijd

Het Nationaal Historisch Museum ligt onder vuur. Toch is er een nieuw project: X was hier. Op 45 historische locaties komt de geschiedenis tot leven met behulp van video’s en stripverhalen.

‘Geschiedenis is overal. Ver weg, dichtbij, maar altijd op een plek,’ zegt historicus en literatuurcriticus Hans Goedkoop in de introductievideo van X was hier. In dit nieuwe project wil het Nationaal Historisch Museum (NHM) jaarlijks maximaal vijftig historische locaties toegankelijk maken aan de hand van een thema van de Maand van de geschiedenis. Oktober vorig jaar was het thema land en water.

Begin dit jaar selecteerde de redactie van X was hier rond dit thema 45 locaties waar een bijzonder verhaal aan verbonden is.
‘Het doel van het NHM is om zoveel mogelijk mensen te bereiken, historisch besef bij te brengen en geschiedenis onder de aandacht te brengen. Met X was hier willen we duidelijk maken dat geschiedenis overal om ons heen is en dat je er niet perse voor naar een instelling hoeft,’ aldus Elisabeth Wiessner, communitymanager bij het NHM.
Elke locatie heeft een uniek symbool dat als marker in het landschap staat. Dit symbool kan met de iPhone gescand worden om toegang te krijgen tot een video waarin Hans Goedkoop uitlegt welke belangrijke historische gebeurtenis er op die plek heeft plaatsgevonden.

Martijn van Santen over het slachtveld in Ane Overijssel.

Bijvoorbeeld het dorpje Ouwerkerk waar in 1953 een enorm gat in de dijk werd geslagen tijdens de watersnoodramp en Fort Pampus, een militair fort uit 1895 dat onderdeel uitmaakt van de Stelling van Amsterdam. Ook buitenlandse locaties als de vulkaan Mount Scenery op het eiland Saba, het hoogste punt van de Nederlanden, komen aan bod.

Van nul tot nu 2.0
Naast de video is er extra informatie beschikbaar: teksten, foto’s én een strip. ‘We willen met de strip een nieuwe doelgroep aanspreken, namelijk mensen tussen de twintig en veertig, die doorgaans te druk met gezin en carrière zijn om aan museumbezoek toe te komen. De strip zal als beeldtaal meer mensen aanspreken dan oude foto’s of filmpjes. De doelgroep is bekend met strips, iedereen kent de geschiedenisserie van Nul tot nu.’

Gert Jan Pos, stripintendant van het Fonds voor Beeldende Kunsten, vormgeving en bouwkunst, benaderde de stripmakers. Hij selecteerde oudgedienden als Eric Schreurs en Hanco Kolk afgewisseld met jong talent als Merel Barends en Martijn van Santen. De makers kregen de basisinformatie van het museum, daarbij zochten ze vaak zelf naar aanvullende informatie en bezochten sommigen ook de historische locaties.

Potje schaak
Hoewel het eindresultaat wel enige aansluiting moest hebben met het basisverhaal, waren de stripmakers verder vrij om hun eigen interpretatie hierop los te laten. Dit leidde tot 45 heel diverse één-pagina-strips over grote gebeurtenissen en persoonlijke verhalen in uiteenlopende tekenstijlen. Sommige beeldverhalen blijven dicht bij de historische gebeurtenis, zoals Hanco Kolks geschiedenisles over de stichting van Nieuw Amsterdam dat later New York werd. Anderzijds laat Jeroen Funke zijn vaste dierfiguur Victor de rol van Hugo de Groot spelen. In Funkes eigentijdse versie ontsnapt De Groot niet uit Slot Loevestein, maar gebruikt hij zijn boekenkist om beste vriend Vishnu naar binnen te smokkelen zodat ze samen kunnen schaken.

(Klik 2X voor grotere versie.)

‘In de praktijk zie je dat veel stripmakers een stukje uit het script hebben gehaald en dat hebben benadrukt. Soms is het een aanvulling op wat wij vertellen,’ zegt Wiessner. Peter Pontiac verwerkte bijvoorbeeld krantenartikelen die hij vond tijdens zijn onderzoek in de Koninklijke Bibliotheek. Pontiac tekende het verhaal van Klaas Bording en zonen voor wie een dagje ijsvissen bij Vollenhove in Overijssel in 1849 uitliep op een drama: het ijs brak, waardoor de vissers 14 dagen op een ijsschots ronddreven voor ze werden gered.

Eigen verhaal
Gisteren zijn alle symbolen op de locaties  aangebracht en is X was hier echt begonnen. Momenteel is de App alleen op de iPhone beschikbaar, volgend jaar hoopt het NHM dit uit te breiden naar andere smartphones. De geschiedschrijving staat ook op de site Xwashier.nl, waar bezoekers hun eigen verhaal kunnen toevoegen of op dat van een ander kunnen reageren. ‘Wij nemen het grote verhaal van de geschiedenis voor ons rekening, maar je kunt het ook heel persoonlijk maken. Wij willen laten zien dat er over geschiedenis verschillende verhalen kunt vertellen.’ Het is de bedoeling dat er volgend jaar weer maximaal 50 locaties worden gekozen.

Dit artikel is in Het Parool van donderdag 9 juni gepubliceerd.

Categorieën
Strips

De vierde Oogst komt eraan

Cover van Oogst #3

Op donderdag 26 mei lanceren de studenten van ArtEZ Zwolle de vierde Oogst, het stripmagazine waarin de studenten van Comic Design laten zien wat ze kunnen.

Sinds de opleiding Comic Design in september 2009 begon, hou ik die graag in de gaten. Het is interessant om te zien hoe de eerste Nederlandse stripmakersopleiding zich ontwikkelt en hoe de studenten het ervan afbrengen. Vorig jaar had ik de eer om een college te geven over mijn favoriete webhoofd en ik hoop later dit jaar wederom een college te geven aan nieuwe toehoorders van de hbo-opleiding.

Om mensen op de hoogte te houden van hun vorderingen verschijnt twee keer per jaar het magazine Oogst. Dit wordt volledig door de studenten gemaakt. Ze doen ook de pr zelf geloof ik. Het is jammer dat ze pas vandaag een persbericht rondstuurden over de presentatie van het vierde nummer, want die is al over twee dagen. Een beetje kort dag in tijden van overvolle agenda’s.

Wie donderdag tijd heeft kan afreizen naar Zwolle waar stripintendant Gert Jan Pos een lezing zal geven over de ontwikkelingen van strips in de afgelopen jaren. Daarna zal Hanco Kolk het vierde nummer van Oogst presenteren.

De lancering vindt plaats om 16.15 in het Sophiagebouw van ArtEZ Zwolle.

Oogst zal worden verkocht op de Oost Nederlandse Stripboekenbeurs die plaatsvindt op 28 en 29 mei in de Broerenkerk te Zwolle, en vervolgens in de betere stripwinkels.

Categorieën
Strips

Maaike Hartjes slaat een nieuwe weg in

In haar nieuwste bundel dagboekstrips bewandelt Maaike Hartjes bekende paden, maar dit keer voor het laatst. Geïnspireerd door Japan slaat de stripmaakster een nieuwe weg in. ‘Het gaat niet meer om mij maar om wat ik in te brengen heb voor een ander.’

Gruwelijk! heet de nieuwste bundel dagboekstripjes van Maaike Hartjes (Amsterdam, 1972). In de herkenbare stijl met eenvoudig getekende figuurtjes waar Hartjes bekend mee werd, verstript ze episodes en observaties uit haar leven. Onderwerpen als welk openbaar toilet het minste wordt gebruikt, tevreden zijn met je niet-kinderwens en dat clowns eigenlijk maar enge figuren zijn, passeren de revue. De verhalen stonden eerder in NRC.next en de Viva.

Voor de stripmaakster is haar dagboekstrip, een genre waar ze van kindsbeen af al mee bezig was, letterlijk een gesloten boek. In 2009 besloot een nieuwe Viva-redactie dat het na negen jaar tijd werd voor iets anders dan de belevenissen van Hartjes. ‘De nieuwe hoofdredactrice zei letterlijk: “We zijn wel een beetje klaar met je poppetje.” Ze bedoelde het waarschijnlijk niet naar, maar het kwam toch wel hard aan. “Dat poppetje ben ik!,” dacht ik toen.’

De koek was ook wel een beetje op. ‘In het begin bedacht ik enthousiast wat ik nu weer aan de Viva-lezeressen zou vertellen, maar op den duur werd het echt werk,’ vertelt Hartjes. ‘Ik kon er ook niet verder in groeien. Ik was zelf met andere dingen bezig, maar de Viva had daar geen ruimte voor.’

Bron: http://maaikehartjes.blogspot.com

Volwassen speelgoed
Tegenwoordig maakt Hartjes liever reisverhalen in stripvorm. Eerder kwamen Hong Kong dagboek en Donker, Hartjes’ ervaringen in Zuid-Afrika, uit in boekvorm. Haar volgende project wordt een uitgebreid boek over Japan, met illustraties, foto’s en strips. Al denkt ze nog na over de vorm. ‘Zes jaar geleden hebben mijn vriend Mark en ik voor het eerst een grote reis gemaakt naar Japan en Korea. Toen kreeg ik helemaal de Japankoorts te pakken. Het was alsof ik thuiskwam. Opeens was ik in een land waar mensen dezelfde dingen als ik leuk en belangrijk vinden. Japan heeft echt een beeldcultuur. Kunst en commercie lopen daar gemakkelijk in elkaar over.’

Inmiddels is ze al vijf keer teruggeweest. De sporen van die bezoeken zijn terug te zien in haar huis. Daar hangen kimono’s naast de deur waarop in het Japans wc staat en in de woonkamer staat een wandkast die is omgebouwd tot een reeks poppenhuizen waar Japanse pullip-poppen in staan opgesteld. Pullip-poppen zijn vooral bedoeld als verzamelobject. ‘De Japanners pakken hun hobby’s serieus aan. Je hebt daar enorme speelgoedwinkels voor volwassenen en verzamelaars. Ik hou van gekke dingen, wat andere mensen meestal niet leuk vinden.’

Grafische experimenten
Door Japan is de stripmaakster zich meer gaan interesseren voor illustratie, design en fotografie. Ze begon te experimenteren door foto’s van zelfgemaakte 3D-objecten met tekeningen te vermengen. Daarmee raakte ze af van de bekende stenostijl van haar dagboekstrips.

Hartjes: ‘Ik sta niet stil en verander. In het begin kenden veel mensen me alleen van die simpele dagboektekeningen. Nu begint die nieuwe stijl wel te lopen en krijg ik daar ook opdrachten voor.’
De laatste tijd maakt Hartjes meer reclame-illustraties. ‘Met reclamewerk denk je veel meer mee met de opdrachtgever. Je gaat iemand helpen met je tekeningen, met je fantasie en creativiteit. Het gaat dus niet meer om mij maar om wat ik in te brengen heb voor iemand anders.’

De stripmaakster maakt zich ook druk over de Nederlandse stripwereld. Recent werden Hartjes en Hanco Kolk duovoorzitters van de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers (BNS). Sinds de oprichting, twee jaar geleden, liet de beroepsvereniging weinig van zich horen, maar Hartjes wil dat de BNS zichtbaarder wordt. Verder vindt Hartjes dat stripmakers zich meer met de zakelijke kant van hun vak moeten bezighouden, daarnaast wil ze bijeenkomsten organiseren waar vakgenoten ervaringen kunnen uitwisselen.

Maaike Hartjes: Gruwelijk!
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 12,90

Dit artikel stond donderdag 3 maart in Het Parool.

Categorieën
Strips

De keerzijde van de graphic novel

Woensdagavond werd in de Balie een onderhoudende avond over de graphic novel gehouden, georganiseerd door de SLAA (stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Graphic novel staat voor strips voor volwassenen, romans in beeldvorm. Maar het is ook een modieus label dat lukraak op strips van uiteenlopende kwaliteit wordt geplakt. ‘Graphic novel op de cover staat garant voor succes.’

Chris Bajema, programmamaker en recensent, leidt ‘Was getekend… Een avond over de graphic novel’ in met een reeks zelfgetekende PowerPoint dia’s. Als ware stripevangelist bekent hij vaak een stapeltje favoriete graphic novels bij zich te hebben waarmee hij mensen voor het beeldverhaal hoopt te winnen. Vanavond hoeft Bajema niemand te overtuigen, in de zaal zitten stripmakers, geïnteresseerde lezers en een enkele uitgever. Tijdens het programma tekent Michiel van de Pol gestaag illustraties waarin hij sleutelmomenten met een humorvolle knipoog vastlegt. De tekeningen passen prima bij de luchtige sfeer die in de Grote zaal van de Balie heerst.

Tonio van Vugt door Michiel van de Pol

Crimineel
De eerste spreker is Yasco Horsman, docent literatuur wetenschap, die in een stief kwartier probeert te duiden waarom het medium strip tegenwoordig minder verguisd wordt dan voorheen. In de jaren vijftig werden strips neerbuigend behandeld, mede dankzij kinderpsycholoog Frederic Wertham die beweerde dat kinderen crimineel werden van strips. ‘Hoera!’ roepen enkele stripmakers vrolijk in de zaal. Met de vormexperimenten van enkele Amerikaanse stripmakers in de jaren tachtig en later vond er verandering in de perceptie plaats. Toch stelt Horsman dat ‘de kracht van het medium juist schuilt in de gehechtheid aan de infantiliteit van de strip, al zal de grafische roman hier nooit volledig door opgroeien.’

Tonio van Vugt, stripmaker en hoofdredacteur van het magazine Zone 5300, beklaagt zich in zijn betoog over het feit dat veel uitgevers lukraak het label ‘graphic novel’ op goede en slechte strips plakken. Hierdoor devalueert de term enorm. Van Vugt illustreert zijn verhaal met een pagina uit de stripbewerking van Charles Darwins Over het ontstaan van de soorten, die duidelijk maakt dat de makers weinig kennis hebben van hoe je een leesbare strip in elkaar hoort te zetten. ‘Ook al is de stripmaker een blinde mond- en klauwschilder zonder enig inzicht in het vak, als het onderwerp een literaire uitstraling heeft en er met een koeienletters “graphic novel” op de cover staat, verkoopt het,’ zegt Van Vugt.

Na de lezingen treden Sonja van Hamel en band op. Van Hamels illustraties bij de liedjes worden live door een cameraman in beeld gebracht en op het scherm getoond.

Tijdens het interview met stripmaker Hanco Kolk en redacteur Erik Noomen komt de rol van de redacteur ter sprake, geen onbekend verschijnsel in graphicnovel-land. Noomen begeleidde Kolk bij het verstrippen van een serie artikelen van Arnon Grunberg voor het album Van Istanbul naar Bagdad. ‘Ik wilde vaak meer dialoog, omdat de lezer dan meer literatuur voor zijn geld kreeg,’ bekent Noomen. ‘In mijn ogen moet een graphic novel veel woordjes bevatten. Hanco maakte me duidelijk dat je na veel tekst rust moet scheppen door het beeld voor zichzelf te laten spreken.’

De drie stripmaaksters die tot slot worden geïnterviewd – Maaike Hartjes, Margreet de Heer en Edith Kuyvenhoven – hebben de opmerkelijke neiging om hun strips voor te lezen terwijl ze geprojecteerd worden. Ze maken alle drie autobiografische strips, waardoor Bajema ze gekscherend voor navelstaarders uitmaakt. ‘Er is niets mis met navelstaren,’ werpt Hartjes tegen, die vooral bekend werd met luchtige strips over haar leven, maar tegenwoordig ook reisverslagen verstript. ‘Ik schijn opeens graphic novels te maken, maar ik voel me nog gewoon striptekenaar. Door die term wordt er wel anders naar mijn werk gekeken.’

Na afloop worden er nog snel wat strips – pardon, graphic novels, aangeschaft die het personeel van stripwinkel Lambiek in het café heeft uitgestald. Want hoe je ze ook wilt noemen, uiteindelijk moeten strips gewoon gelezen worden.

Dit artikel is in Het Parool van donderdag 11 november gepubliceerd.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Kunststripbeurs Utrecht 2010

Zaterdag 6 november vond voor de tweede keer in Utrecht de Kunststripbeurs plaats. Stripintendant Gert Jan Pos en stripmaker Albo Helm zijn de drijvende krachten achter deze alternatieve stripbeurs die bedoeld is om een algemeen publiek kennis te laten maken met wat stripmakers allemaal produceren.

De kunststripbeurs werd in samenwerking met het Holland Animation Film Festival georganiseerd.

Ik was aanwezig en schoot met mijn cybershotje de onderstaande Daily Webhead:

Daily Webhead: KunstStripbeurs 2010 from Michael Minneboo on Vimeo.

Tijdens de beurs werden er meerdere boeken gepresenteerd. Namelijk Mooi is dat!, Van Istanbul naar Bagdad van Grunberg en Kolk en Verzwelg me vanNate Powell.

In tegenstelling tot de gemiddelde stripbeurs bestond het publiek zaterdag in de Janskerk ook uit dagje mensen, gezinnen en nieuwsgierige lui die normaliter wellicht niet zo snel een strip openslaan. Misschien kwam het door de locatie, maar er heerste ook een andere sfeer dan bijvoorbeeld op de Stripdagen.

De stripmakers hadden posters, schilderijen, kaarten en natuurlijk boeken te koop. Ik vond het leuk om te zien dat sommige stripmakers speciaal voor de beurs een small-pressboekje hadden gemaakt. Saillant detail: de boekjes van Matt Baay en Aimée de Jongh hadden allebei Oh my God als titel. Beide stripmakers nemen het christelijke geloof op de hak. De Jongh middels 24 cartoons waarin ze sprookjesfiguur Jezus centraal stelt, Baay laat zijn vaste figuur Bunbun in aanmerking komen met diverse uitwassen van het geloof.

Overigens vond er eerder dit jaar ook een KunstStripbeurs in Groningen plaats. Vorig jaar was de eerste editie in Utrecht, ook tijdens het HAFF.

Categorieën
Strips

Grunberg verstript door Hanco Kolk

Arnon Grunberg reisde in maart 2010 per auto en trein van Istanbul naar Bagdad. Stripmaker Hanco Kolk maakte daar een roadmovie in stripvorm over.

Voor de plot van de striproman Van Istanbul naar Bagdad baseerde Hanco Kolk zich op een reeks artikelen die Grunberg over zijn reis van Turkije naar Irak schreef voor NRC Handelsblad. Ook putte de stripmaker inspiratie uit Grunbergs blogberichten, eerdere Irak-reportages en foto’s.

‘De tekst is eigenlijk heel fragmentarisch en bestaat uit een reeks ontmoetingen bijeengehouden door een route. Ik wist eerst ook niet wat ik ermee moest,’ geeft Kolk toe. ‘Er zat geen dramatische lijn in, dus die heb ik er zelf ingestopt. Ik heb de teksten als uitgangspunt genomen en daar fragmenten uit gebruikt, en daar een ander verhaal onder gelegd. Een rode draad die alles bij elkaar houdt en een mooie spanningsboog heeft.’

Ontmoetingen en conflicten
Grunberg reisde in maart 2010 met een gezelschap bestaande uit een vertaalster, een chauffeur en een fotografe van Istanbul naar Bagdad. Onderweg bezocht hij onder andere de dansende derwisjen van Konya en in Koerdistan ging hij met een aantal zakkenrollers op zoek naar een waarzegster. ‘De ontmoetingen en de daaruit voortvloeiende interviews die Grunberg afnam waren niet willekeurig maar op afspraak,’ licht Kolk toe. ‘Het avontuur in het verhaal ligt in de vraag of die rit überhaupt mogelijk was. Dat was Grunbergs insteek. Ten tweede heb je de situatie dat vier mensen in een auto reizen die elkaar nauwelijks kennen. Dat was ook een van de dingen die ik graag in het boek wilde hebben. Grunberg heeft bijvoorbeeld gezegd dat hij grote moeite had met de vertaalster. Dat werd echt een conflict.’

Omdat voor de reis was afgesproken dat Kolk de ervaringen zou verstrippen, kreeg de fotografe instructies mee van de stripmaker: ‘Ik heb van tevoren gezegd dat ze alles moest fotograferen. De meest onbelangrijke details, zoals de tandpasta en de douche. Ik wil graag weten hoe daar een pakje sigaretten eruitziet. Misschien dat ik ze niet eens gebruik, maar dan kan ik wel het universum in de vingers krijgen.’

Kolk maakte eerder vier stripromans rondom het fictieve vorstendommetje Meccano waarin hij door middel van satire flink afgeeft op de excessen in de maatschappij. Samen met Peter de Wit maakt hij de succesvolle gagstrip S1ngle. Eerder dit jaar bewerkte Kolk een artikel van Grunberg in een kort stripverhaal voor het stripblad Eisner. Dat beviel zo goed dat ze er een vervolg aan wilden geven. Kolk kreeg carte blanche van de auteur. Tijdens het maakproces was er sporadisch contact via e-mail om details te bespreken: ‘Op een gegeven moment vond ik het toch nodig om de situatie met zijn moeder erin te gebruiken. Ze was al behoorlijk ziek toen hij wegging, dat heeft de hele reis wel overschaduwd.’

Hoe is Arnon Grunberg als stripfiguur? ‘Ik denk een personage dat behoorlijk getormenteerd is en dit probeert te bezweren door heel hard te werken. Hij probeert met zijn demonen, niet eens zo zeer vrede, maar in ieder geval een gewapend bestand te sluiten. Zo’n conflict met die tolk zegt natuurlijk ook een heleboel over hem en gaat niet alleen over hoe onuitstaanbaar ze is. Hoe langer ik bezig was met het verhaal, hoe meer ik me bewust werd van de enorme spanning tussen hen. Die spanning kwam ergens vandaan, ze lieten elkaar niet onverschillig. Ik vind het heel mooi dat dit een beetje in de strip naar boven komt.’

De ontmoeting tussen de Turkse oorlogsfotograaf Ramazan Öztürk en Grunberg raakte een persoonlijke snaar bij de stripmaker. Öztürk werd beroemd door een foto van een dode moeder en haar kindje die symbool is geworden voor de gifgasbombardementen op Halabja in 1988. ‘Ik heb die foto nagetekend in de strip en werd daar echt ziek van. Mijn dochtertje was namelijk even oud als dat kindje toen die gifaanval was. Maar toen bedacht ik: ik ben tekenaar, ik kan dat kindje weer laten leven door er een personage van te maken. Ik kan een monumentje voor haar maken. Dus het meisje komt de hele tijd terug in de fantasie van Grunberg. Ze wordt een gesprekspartner voor hem en een rode draad in het verhaal.’

Van Bagdad tot Istanbul wordt zaterdag 6 november gepresenteerd op de Kunststripbeurs in de Janskerk te Utrecht.

Dit artikel is woensdag 27 oktober in het Parool gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Sigmund feliciteert Van Muylwijck

In onderstaande gagstrip feliciteert Peter de Wit zijn collega Jesse van Muylwijk voor het winnen van de Stripschapprijs dit jaar. Een sympathiek gebaar. Afgelopen zaterdag werden de Stripschapprijs en de albumprijzen uitgereikt op de Stripdagen in Houten.

Bron: Sigmnund.nl

Van Wuylwijck kreeg de prijs voor de krantenstrip De Rechter die hij al 17 jaar maakt en waarvan hij de boekjes in eigen beheer uitgeeft. Niet iedereen in stripland kon zich vinden in Van Muylwijck als winnaar van de Stripschapprijs, maar dat hoort er ook een beetje bij.

Van Muylwijk woont tegenwoordig in Canada, maar was gewoon in Houten aanwezig om zijn prijs in ontvangst te nemen. Hij nam overigens rustig de tijd voor zijn toespraak en trakteerde de toehoorders in de zaal maar liefst op drie anekdotes. Andere winnaars als Kolk en Wasco waren korter van stof en hadden korte en krachtige statements. Ger van Wulften had helemaal niets aan het juryrapport toe te voegen. Dat soort winnaars zien we graag, want prijsuitreikingen duren over ’t algemeen vaak te lang.

Peter de Wit viel overigens zelf ook nog in de prijzen, in de categorie ‘Nederlands avontuur en vermaak’. Niet voor het album Polderburka’s dat ook in die categorie genomineerd was, maar voor het negende album van de reeks S1ngle die hij samen met Hanco Kolk maakt. Kolk nam de prijs in ontvangst, De Wit was afwezig. De derde genomineerde, Haas, viel buiten de prijzen.

Categorieën
Strips

De winnende albums Stripschappenningen 2010

Zaterdagmiddag zijn op de Stripdagen te Houten de winnaars bekend gemaakt van de Stripschapjaarprijzen, ook wel de Stripschappenningen genoemd. Hieronder per categorie de winnende albums van dit jaar, met daarbij opmerkingen uit het juryrapport.

Pagina uit 'Wolken' van Wasco.

Avontuur en Vermaak
S1ngle: Trio (Hanco Kolk & Peter de Wit), uitgeverij de Harmonie
Peter de Wit en Hanco Kolk brengen hun strip in het kielzog van de televisieserie tot nieuwe hoogte door in dit album Stella voor het eerst verliefd te laten worden. Dat kàn niet goed aflopen.

Literair
Wasco 24-uursstrip Wolken (Wasco), uitgegeven in eigen beheer
Wasco (Henk van der Spoel) bewijst met Wolken dat hij één van de meest eigenzinnige stripmakers van Nederland is. Wolken valt in het bijzonder op door het surrealistische verhaal en de doordachte visualisatie. Een bijzonder stripexperiment dat als ‘24 hour comic’ ver boven het gemiddelde uitstijgt.

Productie/inkleuring/vertaling/lettering
Genesis van Robert Crumb. De prijs is voor Nicolaas Matsier, en Hester Meijer en Peter de Raaf, respectievelijk voor de vertaling en lettering van Het boek Genesis, door Robert Crumb (uitgeverij De Harmonie/Oog & Blik/Vrijdag)
Crumb vat de bijbel op zijn eigen wijze samen in een mooi uitgegeven en betaalbaar boek, wat terecht één van de grote hits van het afgelopen jaar werd. Wat daarbij nauwelijks opvalt, is hoe kunstig bijbelkenner Nicolaas Matsier diverse bijbelvertalingen naast elkaar heeft gelegd om tot een perfect leesbare tekst te komen en hoe knap het geheel door Hester Meijer en Peter de Raaf in een geheel eigen stijl is geletterd.

Jeugd
Draken met stekkers, door Edward van de Vendel (tekst) en Floor de Goede (tekeningen) (uitgeverij Querido)
Het eerste album met stripgedichten van Edward van de Vendel en Floor de Goede werd vorig jaar genomineerd. In het tweede album weten de heren het niveau hoog te houden. Komisch, emotioneel, toegankelijk. Het perfecte stripalbum voor ouder en kind.

Buitenlands
Magasin Général (Régis Loisel/Jean-Louis Tripp), uitgeverij Casterman
De samenwerking tussen Loisel en Tripp, twee stripmakers die het heel goed zonder elkaar zouden kunnen, levert nu al vijf delen lang een bijzondere reeks op; een ontroerend verhaal over gewone mensen in een koud land waar de lezer met plezier in weg kan dromen.

De Stripschapjaarprijzen worden sinds 1981 jaarlijks toegekend door Het Stripschap, op voordracht van een onafhankelijke commissie. De Stripschappenningen gaan naar de beste oorspronkelijk Nederlandstalige albums in de categorieën Avontuur en Vermaak, Literair en Jeugd, en naar het beste oorspronkelijk Buitenlandse Album. De Productiejaarprijs wordt toegekend aan iemand uit de wereld van het beeldverhaal die grotendeels achter de schermen werkt.

De Stripschapjaarprijs is een bronzen penning met reliëfafbeelding van het stripfiguurtje Sjoert, destijds de mascotte van Het Stripschap. De penning is ontworpen door de in 1987 overleden striptekenaar Henk Albers.

Dit jaar kreeg uitgever Ger van Wulften de P. H. Frankfurtherprijs voor bijzondere verdiensten voor het beeldverhaal. De Stripschapprijs ging naar Jesse van Muylwijck, voor zijn strip De Rechter.

De commissie van de Stripschaprijzen bestaat in 2010 uit de volgende leden:

Barbara Stok – winnaar van de Stripschapprijs 2009
Frans Le Roux – stripkenner en medewerker van het Nederlands Stripmuseum
Michael Minneboo – stripjournalist
Jan-Willem de Vries – stripwinkelier te Groningen
Erwin Brakels – Lid van Het Stripschap en daarmee de stem van het volk

De commissie staat (voor de zevende keer!) onder voorzitterschap van tekstschrijver Ger Apeldoorn.