Categorieën
Strips

Oog & Blik Classics trapt af met een Deken van sneeuw

Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij begint met de serie Oog & Blik Classics. Deze reeks stripromans moet een antwoord geven op de vraag ‘Leuk die graphic novels, maar waar moet je beginnen?’

Nou ja, je kunt natuurlijk in de stripspeciaalzaak beginnen. Daar kan men je advies op maat geven. De verkopers in de reguliere boekhandel hebben wel graphic novels staan, maar ik heb in de laatste jaren een aantal van hen gesprekken gevoerd waarin ze ruimhartig toegeven dat ze niet precies weten wat er allemaal te koop is en hoe dit aan de man gebracht moet worden. Er is dan ook sprake van behoorlijke wildgroei als het om graphic novels gaat.

Stripromans
Graphic novel staat voor strips voor een volwassenen publiek, strips met meer ambitie dan de mainstream avonturenstrip. Het zijn gelaagde beeldverhalen, daarom noemen sommigen deze strips ook literair. (Waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat ik neerkijk op de mainstream strip, wat wel eens door mensen gedacht wordt. Maar dat terzijde.)

Maar graphic novel is ook een modieus label dat lukraak op strips van uiteenlopende kwaliteit wordt geplakt. Over dat laatste heeft Tonio van Vugt, een van de hoofden van Zone 5300, zich ook beklaagd in een artikel en tijdens de Avond van de graphic novel in november 2010. Een avond georganiseerd door de SLAA (stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Graphic novel is immers ook een marketingterm. Een buzzword dat interesse trekt, en dus de verkoop van boeken kan stimuleren.

Volgens Gert Jan Pos, voormalig stripintendant, is de graphic novel: ‘Het serieuze stripboek, waarin mensen doodgaan.’ Tenminste, zo duidt hij de term in een interview met Van Vugt in Zone 5300 #95. Grapje natuurlijk. Ik ken Gert Jan goed genoeg om te weten dat we bij deze uitspraak een glimlach moeten denken, want als dit het criterium is voor wat een graphic novel is, dan moeten we een aflevering van Robbedoes en Kwabbernoot daar ook toerekenen als er iemand in doodgaat.

Zelf heb ik overigens een voorkeur voor de term striproman, omdat dit dichter in de buurt komt van wat er volgens mij mee bedoeld wordt.
Goed, ik dwaal af. Het beestje moet nu eenmaal een naam hebben en over de definitie daarvan kun je lekker met elkaar debatteren. Maar het is eigenlijk beter om die strips gewoon te lezen.

Canon?
Uitgeverij Oog & Blik, sind een tijd onderdeel van de Bezige Bij, geeft al jaren hoogstaande kwaliteitstrips uit. Oog & Blik Classics zal volgens de uitgever een serie zijn met graphic novels die iedereen gelezen moet hebben, voor een aantrekkelijke prijs. Een canon van de graphic novel dus. De serie trapt af met een Deken van sneeuw (oorspr. titel: Blankets) van Craig Thompson. In een Deken van sneeuw gaat het over verschillende soorten liefde: de broederliefde die Craig voelt voor zijn jongere broertje en de bijbehorende rivaliteit, en de ontluikende kalverliefde tussen Craig en zijn vriendinnetje.

Prachtig boek vind ik Een deken van sneeuw. Een striproman die me op persoonlijk vlak heeft geraakt. Wonderschoon getekend. Boeiend om te lezen. Daar gaat het mij om. Dan maakt het ook verder niet uit welke term je aan zo’n boek hangt.

De Oog & Blik Classics zullen verschijnen in een herkenbaar uiterlijk. Na Een deken van sneeuw volgt Maus van Art Spiegelman. Maus is waarschijnlijk de striproman waar de gemiddelde leek meteen aan denkt bij de term graphic novel. Het is dan ook een klassieker.

Ik ben benieuwd naar welke boeken er nog meer in deze reeks zullen verschijnen. En of daar ook nieuwe titels tussen zullen zitten of dat Oog & Blik alleen strips uit eigen fonds zullen heruitgeven in goedkopere edities. Dat geeft het label ‘Classics’ wel aan namelijk. Als dat laatste het geval is, dan is er natuurlijk geen sprake van een volledige canon van de graphic novel, maar je moet ergens beginnen.

Een deken van sneeuw verschijnt op 16 januari.

Categorieën
Strips

De keerzijde van de graphic novel

Woensdagavond werd in de Balie een onderhoudende avond over de graphic novel gehouden, georganiseerd door de SLAA (stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Graphic novel staat voor strips voor volwassenen, romans in beeldvorm. Maar het is ook een modieus label dat lukraak op strips van uiteenlopende kwaliteit wordt geplakt. ‘Graphic novel op de cover staat garant voor succes.’

Chris Bajema, programmamaker en recensent, leidt ‘Was getekend… Een avond over de graphic novel’ in met een reeks zelfgetekende PowerPoint dia’s. Als ware stripevangelist bekent hij vaak een stapeltje favoriete graphic novels bij zich te hebben waarmee hij mensen voor het beeldverhaal hoopt te winnen. Vanavond hoeft Bajema niemand te overtuigen, in de zaal zitten stripmakers, geïnteresseerde lezers en een enkele uitgever. Tijdens het programma tekent Michiel van de Pol gestaag illustraties waarin hij sleutelmomenten met een humorvolle knipoog vastlegt. De tekeningen passen prima bij de luchtige sfeer die in de Grote zaal van de Balie heerst.

Tonio van Vugt door Michiel van de Pol

Crimineel
De eerste spreker is Yasco Horsman, docent literatuur wetenschap, die in een stief kwartier probeert te duiden waarom het medium strip tegenwoordig minder verguisd wordt dan voorheen. In de jaren vijftig werden strips neerbuigend behandeld, mede dankzij kinderpsycholoog Frederic Wertham die beweerde dat kinderen crimineel werden van strips. ‘Hoera!’ roepen enkele stripmakers vrolijk in de zaal. Met de vormexperimenten van enkele Amerikaanse stripmakers in de jaren tachtig en later vond er verandering in de perceptie plaats. Toch stelt Horsman dat ‘de kracht van het medium juist schuilt in de gehechtheid aan de infantiliteit van de strip, al zal de grafische roman hier nooit volledig door opgroeien.’

Tonio van Vugt, stripmaker en hoofdredacteur van het magazine Zone 5300, beklaagt zich in zijn betoog over het feit dat veel uitgevers lukraak het label ‘graphic novel’ op goede en slechte strips plakken. Hierdoor devalueert de term enorm. Van Vugt illustreert zijn verhaal met een pagina uit de stripbewerking van Charles Darwins Over het ontstaan van de soorten, die duidelijk maakt dat de makers weinig kennis hebben van hoe je een leesbare strip in elkaar hoort te zetten. ‘Ook al is de stripmaker een blinde mond- en klauwschilder zonder enig inzicht in het vak, als het onderwerp een literaire uitstraling heeft en er met een koeienletters “graphic novel” op de cover staat, verkoopt het,’ zegt Van Vugt.

Na de lezingen treden Sonja van Hamel en band op. Van Hamels illustraties bij de liedjes worden live door een cameraman in beeld gebracht en op het scherm getoond.

Tijdens het interview met stripmaker Hanco Kolk en redacteur Erik Noomen komt de rol van de redacteur ter sprake, geen onbekend verschijnsel in graphicnovel-land. Noomen begeleidde Kolk bij het verstrippen van een serie artikelen van Arnon Grunberg voor het album Van Istanbul naar Bagdad. ‘Ik wilde vaak meer dialoog, omdat de lezer dan meer literatuur voor zijn geld kreeg,’ bekent Noomen. ‘In mijn ogen moet een graphic novel veel woordjes bevatten. Hanco maakte me duidelijk dat je na veel tekst rust moet scheppen door het beeld voor zichzelf te laten spreken.’

De drie stripmaaksters die tot slot worden geïnterviewd – Maaike Hartjes, Margreet de Heer en Edith Kuyvenhoven – hebben de opmerkelijke neiging om hun strips voor te lezen terwijl ze geprojecteerd worden. Ze maken alle drie autobiografische strips, waardoor Bajema ze gekscherend voor navelstaarders uitmaakt. ‘Er is niets mis met navelstaren,’ werpt Hartjes tegen, die vooral bekend werd met luchtige strips over haar leven, maar tegenwoordig ook reisverslagen verstript. ‘Ik schijn opeens graphic novels te maken, maar ik voel me nog gewoon striptekenaar. Door die term wordt er wel anders naar mijn werk gekeken.’

Na afloop worden er nog snel wat strips – pardon, graphic novels, aangeschaft die het personeel van stripwinkel Lambiek in het café heeft uitgestald. Want hoe je ze ook wilt noemen, uiteindelijk moeten strips gewoon gelezen worden.

Dit artikel is in Het Parool van donderdag 11 november gepubliceerd.