Categorieën
Strips

Theo van den Boogaard, Erik Kriek en Lamelos op Zone 5300’s Winter Sale

Even een huishoudelijke mededeling voor alle stripliefhebbers in de blogosfeer.
Op 26, 27 en 28 november 2010 kan de man of vrouw met smaak weer naar hartelust
grasduinen in een brede collectie originele kunstwerken die Zone 5300 zal exposeren en verkopen tijdens de Zone 5300 Winter Sale.

De Zone 5300 Winter Sale gaat spetterend van start op vrijdag 26 november om 20:30 uur, onder muzikale begeleiding van DJ Okkie en de cartoonjocks Nozzman en Ckoe.
Vermoedelijk hoogtepunt van die avond is een optreden van Sjef van Oekel-tekenaar Theo van den Boogaard en zijn combo, die liedjes van Dylan zullen vertolken, op beeld van Van den Boogaard.

Muziek loopt als een rode draad door de Winter Sale: op zondag 28 november
zijn er optredens te bewonderen van Danibal (vocale klankpoëzie, minimal techno en
alpenfolklore) en Les Amants Perdus (gitaarpop). Tevens verzorgt DJ Listentomerijn een swingende set om de tentoonstelling van passende omlijsting te voorzien.

Daarnaast zijn er presentaties en zullen de exposerende kunstenaars vanzelfsprekend
aanwezig zijn om hun originele werk voor de belangstellenden te signeren. Op zondag
zijn er overdag speciale signeersessies met stripauteurs Wasco, Argibald, Kenny Rubenis, Hendrik Vos, Marcel Ruijters, Sandra de Haan, Ckoe, Nozzman, LarieCook en Martijn van Santen. Maar ook Han Hoogerbrugge,  Evalien, Schwantz, Robert van Raffe en anderen zullen deelnemen aan de Winter Sale.

Programma vrijdag 26 november: Wintersale OPENING

20:30-22:00 DJ Okkie en CJ’s Nozzman & Ckoe
22:00-22:30 Theo van den Boogaard & Band
22:30-00:00 DJ Okkie en CJ’s Nozzman & Ckoe

Openingstijden zaterdag 27 & zondag 28 november 12:00-21:00 uur

Programma zondag 28 november:

14:00-17:00 Signeersessie met Wasco, Argibald, Kenny Rubenis, Hendrik Vos, Marcel Ruijters, Sandra de Haan, Ckoe, Nozzman en Martijn van Santen

18:30-19:30 Listentomerijn (happy 8bit electric / chiptune / hoempapa)

19:30-20:00 Danibal (vocale klankpoëzie / minimale techno / alpenfolklore)

20:00-20:30 Les Amants Perdus (gitaarpop)

20:30-21:00 Marlous (70’s dj-set)

Zie voor meer informatie de site van Zone 5300.

Ik dank u voor uw aandacht. En dan nu weer terug naar de reguliere programmering.

Categorieën
Strips

De E van Heinz gepresenteerd in Lambiek

Vrijdag 26 november wordt het tweede deel van Heinz van H tot Z gepresenteerd in Galerie Lambiek.

Heinz van H tot Z omvat de complete verzameling van dagstroken van de eigenwijze en volstrekt onvoorspelbare rode kater gecreëerd door René Windig en Eddy de Jong. Het zijn stuk voor stuk mooie, dikke albums. Prachtig uitgegeven met geïllustreerde noten achterin waarin de wereld van Heinz en de makers verder wordt uitgediept.

Vrijdag wordt dus het tweede deel uit de reeks, deel E gepresenteerd in Lambiek. De uitgave van 272 pagina’s bevat alle krantenstrips van mei 1989 tot en met december 1991 in chronologische volgorde. Hennie de Brandweerman brengt zijn koffergrammofoon mee en zal de avond opfleuren met goeie ouwe jaren 50 rock-‘n-roll. Windig zal zonder morren – neem ik aan – exemplaren signeren. De Jong is er helaas niet bij want die verblijft nog in het buitenland.

Liefhebbers van katten, strips en Heinz in het bijzonder zijn welkom vanaf 16.30 in Galerie Lambiek op de Kerkstraat 132 in Amsterdam.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Tommy Wieringa spreekt op opening expositie ‘Mooi is dat!’

Zaterdag 13 november werd de expositie van het boek Mooi is dat! in de OBA geopend. Auteur Tommy Wieringa sprak de menigte toe en vertelde waarom hij zo in zijn nopjes was met de verstripping van zijn roman Joe Speedboot. Stripmeester Peter Pontiac wist zijn roman perfect in één pagina te vatten, vindt de auteur.

Ik was erbij en schoot een video’tje met mijn cybershotje:

Daily Webhead: Tommy Wieringa spreekt op expositie “Mooi is dat!” from Michael Minneboo on Vimeo.

Nu bestond de opening uit meer dan alleen de gevatte speech van Wieringa. Toch heb ik ervoor gekozen om de video te concentreren op dit praatje. Speeches zijn normaliter saai om terug te kijken op video – soms zelfs alleen noodzakelijk kwaad om bij te wonen. Het verhaal van Wieringa vond ik een duidelijke uitzondering op de regel. Ik heb me er geen seconde bij verveeld, vandaar dus dat ik het als onderwerp van de video heb genomen. Montage vereist immers dat je keuzes maakt.

De moderne uitvoering van het mirakelspel Mariken van Nimwegen, bijzonder vermakelijk uitgevoerd door de mannen van Lamelos, zit dus niet in de video. De toespraak van de directeur van de OBA en die van Gert Jan Pos evenmin. Maar wie ook op de boekpresentatie op de KunstStripbeurs in Utrecht was, kende de toespraak van Pos al. (Zie ook deze video.)

Wellicht maak ik van Lamelos nog een apart video’tje, want het beeld van Jeroen Funke in een duivelspak inclusief megagrote dongel wil ik jullie niet onthouden.

De tentoonstelling blijft tot 16 januari 2011 in de Amsterdamse bibliotheek te zien en zal daarna langs meerdere plekken reizen, waaronder het Stripmuseum in Brussel.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

The Losers: De filmversie is leuker dan de strip

The Losers is een actiefilm over de leden van een speciale commando-eenheid die tijdens een missie verraden worden door Max, hun opdrachtgever bij de CIA. Clay (Jeffrey Dean Morgan), Jensen, Rogue, Pooch en Cougar doen alsof ze zijn omgekomen en nemen zich voor wraak te nemen op Max. Tegelijkertijd hopen ze hun naam te kunnen zuiveren. Ze worden daarin bijgestaan door Aisha (Zoe Saldana), een aantrekkelijke detective die zo haar eigen motieven heeft om de mannen te helpen.

Uiteraard heeft Max (Jason Patric) snode plannen met de wereld, van het megalomane soort dat we al te vaak hebben gezien in dit genre. Sterker nog: deze eendimensionale schurk is duidelijk de zwakke schakel in het verhaal. Daarbij wordt hij zo overdreven flauw neergezet door Patric dat er geen enkele dreiging van hem uit gaat. Max zou niet eens door de ballotage komen van de Bond-film producenten, die er op schurkenvlak de laatste film ook flink naast zitten.

Dit genre gaat natuurlijk ook niet om emotionele diepgang. Wel om actie en snedige oneliners en een niet al te serieuze benadering. Daar zit The Losers vol mee, en dat levert een onderhoudende film op.

Stripverfilming
The Losers is een adaptatie van de gelijknamige comicserie die onder het label van Vertigo werd uitgegeven door DC Comics. De serie liep 32 nummers lang, werd geschreven door Andy Diggle en voor het grootste deel getekend door Jock. Het uitgangspunt van de serie is losjes gebaseerd op de originele reeks met dezelfde titel, over een groep Tweede Wereldoorlog soldaten. In wezen is de film dus een adaptatie van een losse adaptatie, maar daar merk je weinig van. De filmmakers waren slim genoeg om de krenten uit de strip te halen en verder er een eigen ding van te maken.

Gelukkig zit een van de leukste scènes uit de strip, het stermoment van Jensen (Chris Evans), de hacker van de groep, ook in de film. Wanneer hij zich omsingeld vindt door een stel bewakers doet Jensen alsof hij telekinetische krachten heeft. Iedere keer als hij met zijn hand een schietgebaar maakt, valt er een bewaker dood neer. Dit tot verbazing van de laatste beveiliger die angstig de benen neemt. In het gebouw aan de overkant is het scherpschutter Cougar (Óscar Jaenada) die zijn collega middels zijn geweer van munitie voorziet. Dit wordt zichtbaar gemaakt door een extreme zoom naar het gebouw aan de overkant waar de sluipschutter zit opgesteld. De camerabeweging is letterlijk uit de strip overgenomen.


Knipoogjes
Verder bevat de film aardige knipoogjes naar de bron: neervallende schurken blijven soms in een freeze frame hangen, alsof ze even in een stripplaatje vereeuwigd worden. Ook de titelsequentie is niet gespeend van stripkaders. Dat is weliswaar een cliché bij hedendaagse stripverfilmingen, maar past prima bij de over de top stijl van de film. Zelfs van de obligate seksscène tussen Aisha en Clay, de baas van de groep, weten de filmmakers nog wat te maken. Deze is opgenomen alsof het een slechte gangsta rap video betreft waarin vertraging van het beeld tot een maximum wordt uitgebuit: het lange haar van Aisha dat sensueel door de lucht zweeft, heupbewegingen die nog eens extra benadrukt worden. Allemaal trucjes die niet bijster origineel zijn, maar het werk wel.

In feite is de film leuker en luchtiger dan de comic. Er zit meer humor in de rolprent en de personages zijn over het algemeen sympathieker. Heldin Aisha is het beste voorbeeld van de transformatie die de strippersonages hebben ondergaan. In beide versies weet ze prima haar – sorry dames – mannetje te staan. Ze is een vechtmachine. Maar wanneer ze in de strip de avances van Jensen een halt toeroept door te vertellen dat ze als kind oren verzamelde, weet je dat ze dit dodelijk ernstig bedoeld. In de film maakt ze duidelijk een grap als ze dit zegt.

Wat de strip vooral overeind houdt is de strakke tekenstijl van Jock: hij tekent de grimmige, vaak in schaduwgehulde koppen in een trefzekere stijl. Het geweld wordt op grove wijze geserveerd: wanneer personages door hun hoofd worden geschoten, vliegen de stukjes brein van de pagina af.

Van The Losers is het eerste deel bij de Vliegende Hollander in Nederlandse vertaling verschenen.
De film is uit op dvd bij Warner Home Video.

Deze recensie is ook op het filmblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

De keerzijde van de graphic novel

Woensdagavond werd in de Balie een onderhoudende avond over de graphic novel gehouden, georganiseerd door de SLAA (stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Graphic novel staat voor strips voor volwassenen, romans in beeldvorm. Maar het is ook een modieus label dat lukraak op strips van uiteenlopende kwaliteit wordt geplakt. ‘Graphic novel op de cover staat garant voor succes.’

Chris Bajema, programmamaker en recensent, leidt ‘Was getekend… Een avond over de graphic novel’ in met een reeks zelfgetekende PowerPoint dia’s. Als ware stripevangelist bekent hij vaak een stapeltje favoriete graphic novels bij zich te hebben waarmee hij mensen voor het beeldverhaal hoopt te winnen. Vanavond hoeft Bajema niemand te overtuigen, in de zaal zitten stripmakers, geïnteresseerde lezers en een enkele uitgever. Tijdens het programma tekent Michiel van de Pol gestaag illustraties waarin hij sleutelmomenten met een humorvolle knipoog vastlegt. De tekeningen passen prima bij de luchtige sfeer die in de Grote zaal van de Balie heerst.

Tonio van Vugt door Michiel van de Pol

Crimineel
De eerste spreker is Yasco Horsman, docent literatuur wetenschap, die in een stief kwartier probeert te duiden waarom het medium strip tegenwoordig minder verguisd wordt dan voorheen. In de jaren vijftig werden strips neerbuigend behandeld, mede dankzij kinderpsycholoog Frederic Wertham die beweerde dat kinderen crimineel werden van strips. ‘Hoera!’ roepen enkele stripmakers vrolijk in de zaal. Met de vormexperimenten van enkele Amerikaanse stripmakers in de jaren tachtig en later vond er verandering in de perceptie plaats. Toch stelt Horsman dat ‘de kracht van het medium juist schuilt in de gehechtheid aan de infantiliteit van de strip, al zal de grafische roman hier nooit volledig door opgroeien.’

Tonio van Vugt, stripmaker en hoofdredacteur van het magazine Zone 5300, beklaagt zich in zijn betoog over het feit dat veel uitgevers lukraak het label ‘graphic novel’ op goede en slechte strips plakken. Hierdoor devalueert de term enorm. Van Vugt illustreert zijn verhaal met een pagina uit de stripbewerking van Charles Darwins Over het ontstaan van de soorten, die duidelijk maakt dat de makers weinig kennis hebben van hoe je een leesbare strip in elkaar hoort te zetten. ‘Ook al is de stripmaker een blinde mond- en klauwschilder zonder enig inzicht in het vak, als het onderwerp een literaire uitstraling heeft en er met een koeienletters “graphic novel” op de cover staat, verkoopt het,’ zegt Van Vugt.

Na de lezingen treden Sonja van Hamel en band op. Van Hamels illustraties bij de liedjes worden live door een cameraman in beeld gebracht en op het scherm getoond.

Tijdens het interview met stripmaker Hanco Kolk en redacteur Erik Noomen komt de rol van de redacteur ter sprake, geen onbekend verschijnsel in graphicnovel-land. Noomen begeleidde Kolk bij het verstrippen van een serie artikelen van Arnon Grunberg voor het album Van Istanbul naar Bagdad. ‘Ik wilde vaak meer dialoog, omdat de lezer dan meer literatuur voor zijn geld kreeg,’ bekent Noomen. ‘In mijn ogen moet een graphic novel veel woordjes bevatten. Hanco maakte me duidelijk dat je na veel tekst rust moet scheppen door het beeld voor zichzelf te laten spreken.’

De drie stripmaaksters die tot slot worden geïnterviewd – Maaike Hartjes, Margreet de Heer en Edith Kuyvenhoven – hebben de opmerkelijke neiging om hun strips voor te lezen terwijl ze geprojecteerd worden. Ze maken alle drie autobiografische strips, waardoor Bajema ze gekscherend voor navelstaarders uitmaakt. ‘Er is niets mis met navelstaren,’ werpt Hartjes tegen, die vooral bekend werd met luchtige strips over haar leven, maar tegenwoordig ook reisverslagen verstript. ‘Ik schijn opeens graphic novels te maken, maar ik voel me nog gewoon striptekenaar. Door die term wordt er wel anders naar mijn werk gekeken.’

Na afloop worden er nog snel wat strips – pardon, graphic novels, aangeschaft die het personeel van stripwinkel Lambiek in het café heeft uitgestald. Want hoe je ze ook wilt noemen, uiteindelijk moeten strips gewoon gelezen worden.

Dit artikel is in Het Parool van donderdag 11 november gepubliceerd.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Kunststripbeurs Utrecht 2010

Zaterdag 6 november vond voor de tweede keer in Utrecht de Kunststripbeurs plaats. Stripintendant Gert Jan Pos en stripmaker Albo Helm zijn de drijvende krachten achter deze alternatieve stripbeurs die bedoeld is om een algemeen publiek kennis te laten maken met wat stripmakers allemaal produceren.

De kunststripbeurs werd in samenwerking met het Holland Animation Film Festival georganiseerd.

Ik was aanwezig en schoot met mijn cybershotje de onderstaande Daily Webhead:

Daily Webhead: KunstStripbeurs 2010 from Michael Minneboo on Vimeo.

Tijdens de beurs werden er meerdere boeken gepresenteerd. Namelijk Mooi is dat!, Van Istanbul naar Bagdad van Grunberg en Kolk en Verzwelg me vanNate Powell.

In tegenstelling tot de gemiddelde stripbeurs bestond het publiek zaterdag in de Janskerk ook uit dagje mensen, gezinnen en nieuwsgierige lui die normaliter wellicht niet zo snel een strip openslaan. Misschien kwam het door de locatie, maar er heerste ook een andere sfeer dan bijvoorbeeld op de Stripdagen.

De stripmakers hadden posters, schilderijen, kaarten en natuurlijk boeken te koop. Ik vond het leuk om te zien dat sommige stripmakers speciaal voor de beurs een small-pressboekje hadden gemaakt. Saillant detail: de boekjes van Matt Baay en Aimée de Jongh hadden allebei Oh my God als titel. Beide stripmakers nemen het christelijke geloof op de hak. De Jongh middels 24 cartoons waarin ze sprookjesfiguur Jezus centraal stelt, Baay laat zijn vaste figuur Bunbun in aanmerking komen met diverse uitwassen van het geloof.

Overigens vond er eerder dit jaar ook een KunstStripbeurs in Groningen plaats. Vorig jaar was de eerste editie in Utrecht, ook tijdens het HAFF.

Categorieën
Media Strips

Mooi is dat! bij de NOS

Dinsdag 2 november had NOS Headlines een item over het boek Mooi is dat! dat morgen op de Kunststripbeurs in Utrecht wordt gepresenteerd. Ik sprak Gert Jan Pos, intendant strips bij het Fonds BKVB eerder al over dit boek waarin 57 Nederlandse en Vlaamse literaire titels zijn verstript, ieder in één pagina.

Ook was er deze week een voorpublicatie van het boek in de NRC Next, dezelfde krant waar eerder ook de finalisten van de Benelux Beeldverhalen Prijs werden tentoongesteld. De prijs is in het leven geroepen door Pos, uitgeverij De Vliegende Hollander en nrc.next. Eerder dit jaar was er ook aardig wat media-aandacht voor het feit dat Nederland gastland was op FICOMIC, de grote stripbeurs in Barcelona, waar een delegatie stripmakers naar afreisde. In dat opzicht kun je stellen dat Pos met zijn stripprojecten aardig wat aandacht weet te generen, een van de taken die hij meekreeg bij zijn aanstelling als intendant in mei vorig jaar.

Ik ben benieuwd of alle media-aandacht voor Mooi is dat! ook daadwerkelijk tot een goede verkoop gaan leiden. Dat moeten we nog even afwachten. In ieder geval liggen er 6.000 exemplaren klaar.

Categorieën
Striprecensie Strips

De feestwinkel: Klein leed levensecht verteld

De Feestwinkel van Pascal Rabaté is klein mensenleed op een prachtige wijze verteld.

Sinds Patrick verlaten is door zijn vrouw is hij depressief. Als eigenaar van een feestwinkel biedt hij zijn vrolijk gestemde klanten gratis cynische opmerkingen. Zijn avonden vult hij met eenzaamheid, slechte wijn en blikvoer. Wanneer Patrick kennismaakt met Clarisse, een mooie acrobate uit het circus, krijgt zijn leven een positieve wending. De zon breekt door, zijn zelfvertrouwen groeit. Maar wie zich zo afhankelijk opstelt van een ander moet wel weer ten val komen. Dat is de wijze les van deze prachtige stripvertelling van de Franse Pascal Rabaté.

Rabaté speelt in De Feestwinkel met contrasten. Dat doet hij door de levens van tegenpolen met elkaar te verweven, maar ook op visueel niveau. Een cynicus in een feestwinkel, dat levert natuurlijk een mooi contrast op. Na een dag zuurpruimen ploft Patrick uitgeput op zijn bed, op het beddengoed lacht de guitige kop van SpongeBob Squarepants ons toe.

De jonge, knappe Clarisse weet het uitgebluste hart van Patrick, een man van middelbare leeftijd, te reanimeren. Opeens kan hij weer lol maken en krijgt hij weer inspiratie om gadgets te bedenken. Zijn broer is een opportunist die er niet voor terugdeinst om de vriendin van Patrick te versieren, terwijl Patrick zelf een vrijgevig man is.

De toon van de strip wordt nergens neerslachtig, het is flink lachen om de cynische opmerkingen van brompot Patrick. Rabaté weet op meesterlijke wijze van het alledaagse een boeiend verhaal te maken. Hij tekent levensechte personages en schrijft natuurgetrouwe dialogen.

Pascal Rabaté – De Feestwinkel
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 22,50
ISBN 978 90 549 2283 4

Categorieën
Strips

Mooi is dat!: Eenpaginaklassiekers

In Mooi is dat! zijn 57 literaire klassiekers elk in één pagina verstript. Het koffietafelboek wordt zaterdag 6 november tijdens de Kunststripbeurs op het HAFF gepresenteerd. Een interview met Gert Jan Pos: ‘Er zit geen slechte pagina tussen!’

Mooi is dat! bevat 57 uiteenlopende verstrippingen van Nederlandse en Vlaamse klassiekers. De stripmakers, waaronder 14 Vlaamse, kregen de opdracht om een literair meesterwerk in één geïllustreerde pagina te vatten. In ieder geval moest het verhaal duidelijk zijn. Initiatiefnemer Gert Jan Pos, stripintendant van het Fonds BKVB, deed samen met Pieter Steinz en Rienk Tychon de redactie van het boek. Steinz, chef NRC Boeken, schreef per titel een begeleidende tekst over het verhaal en de publicatiegeschiedenis van het boek. De stripintendant aan het woord:

Wat is het idee achter deze uitgave?
‘Het is een staalkaart van Nederlands en Vlaams talent op stripgebied. Ook hoop ik een einde te maken aan al dat geklets over literaire verstrippingen. Men denkt daarbij meteen aan De Avonden van Dick Matena, de stripversie waarin de tekst van Reve integraal werd gebruikt, maar zo hoeft het natuurlijk helemaal niet. De bundel laat dus zien hoe het óók kan. Wat betreft aanpak en stijl is het een heel uiteenlopende uitgave geworden. Soms heeft een stripmaker het hele boek samengevat in één pagina, anderen hebben één scène verkozen tot sleutelscène.’

Door de vrije interpretaties is het als uittrekselboek niet echt geslaagd.
‘Ik zie ook wel dat het op sommige punten wel heel erg artistiek en los is geworden. Het is daardoor niet geschikt voor op school, dat was leuk geweest, want dan gaat de oplage meteen omhoog.’

De eerste druk bestaat uit zesduizend exemplaren. Wie hoop je ermee te bereiken?
‘Ik denk dat mensen die in literatuur geïnteresseerd zijn wel willen zien hoe hun favoriete boek is verstript. Ook hoop ik dat men uit nieuwsgierigheid de oorspronkelijke boeken gaat lezen om de tekeningen beter te begrijpen. Om het boek te promoten is er een bijbehorende reizende expositie die 13 november in de OBA wordt geopend door Tommy Wieringa. Mooi is dat! wordt al veel besteld door boekhandelaren. Misschien wordt het meteen wel een bestseller.’

Als dat het geval zou zijn, wat is dan de volgende stap?
‘Ik ben in gesprek met het EYE Film Instituut en het Filmfonds om iets met Nederlandse speelfilms en strips te doen. Maar hoe we dat gaan aanpakken weet ik nog niet. Misschien laten we dan per film een filmaffiche maken.’

Voor een staalkaart mis ik wel bepaalde namen. Hoe zijn de stripmakers geselecteerd?
‘Ik heb alle stripmakers die ik goed vind gevraagd. Sommige mensen hebben afgezegd wegens tijdgebrek of omdat ze er geen zin in hadden. Ik had Judith Vanistendael er graag in gehad en Hanco Kolk. Ik vind het te pikant om te vertellen wie ik niet heb gevraagd.’

Loop je zo niet het risico dat sommige mensen zeggen dat de favorieten van Pos weer een klusje hebben gekregen?
‘Als stripintendant mag ik zeggen wie ik goed vind en me daarop concentreren. Als mensen erover willen discussiëren dan is dat prima. Ik ben daar heel open over. Binnen elke culturele kring is er natuurlijk wel sprake van een onuitgesproken hiërarchie. Onderling weet iedereen eigenlijk wel wie de beste is.’

'Het lied der dwaze bijen' door Jan Cleijne

Hoe zijn de titels geselecteerd?
‘De stripmakers mochten kiezen uit een lijst waar ik de, in mijn ogen, honderd belangrijkste titels uit de Nederlandse literatuur op heb gezet. Pieter Steinz heeft daar nog wat aan toegevoegd en we hebben overlegd met het Nederlands en het Vlaams Fonds voor de Letteren. De Aanslag stond wel op de lijst, maar is niet gekozen door de stripmakers. Daar zit dus verder geen plan achter.’

Er zitten opvallend veel oude teksten van voor de twintigste eeuw tussen.
‘Middeleeuwse verhalen zijn het beste om te verstrippen want het zijn heel mooi afgeronde verhalen. Karel ende Elegast is net een Suske en Wiske-verhaal. De Avonden verstrippen is toch iets ingewikkelder, al staat die er gelukkig wel in.’

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #44.

Categorieën
Strips

Trein vol stripmakers ter promotie van Por Dios

Omdat op dinsdag 2 november het eerste nummer van het nieuwe stripmagazine Por Dios uitkomt, rijdt er die dag een speciale Striptrein van Amsterdam naar Maastricht.

Por Dios is een nieuw glossy stripblad uit de koker van de Don Lawrence Collection.
De strips die erin staan zijn bedoeld voor het hele gezin. De nadruk ligt op klassieke strips die vroeger in Eppo stonden, zoals Storm, De Generaal, Agent 327, Lucky Luke en Blueberry. Anders dan in de Eppo staan er complete verhalen in, aangevuld met korte verhalen en gagstrips van onder meer Elsje, De Stamgasten en de Familie Fortuin.

De redactie van de moderne Eppo richt zich natuurlijk al op de nostalgische striplezer. Met Por Dios gaan ze nog een stapje verder, door dit keer eerder verschenen strips digitaal te restaureren en opnieuw in te kleuren. De redactie van Por Dios kan namelijk gebruik maken van het Eppo-archief dat een paar jaar geleden letterlijk en figuurlijk werd gered door het Stripdocumentatiecentrum Nederland en Het Stripschap, Nederlands centrum voor belangstellenden in strips. Hierdoor is het werk van o.a. Peter de Smet, Dick Briel, Erik Heuvel, Peter de Wit en al die andere stripmakers weer beschikbaar.

In de striptrein kunnen stripliefhebbers aanschuiven bij een grote groep stripmakers die meereizen voor krabbels, tekeningen en een gratis exemplaar van Por Dios.

De striptrein is natuurlijk een slimme publiciteitsstunt om het nieuwe blad onder de aandacht te brengen. Sowieso weten hoofdredacteur Rob van Bavel en publiciteitsagent Mourice Plusquin goede persmomenten te bedenken om aandacht te genereren. Begin dit jaar werd in het Amsterdamse Paradiso bekendgemaakt dat Franka – volgens de Eppo-lezers – de grootste stripheld van Nederland is. Dat beslisten de Eppo-lezers via een enquête. De show was tevens een slimme manier om aan de pers duidelijk te maken dat Eppo zijn tweede jaargang inging. Een paar maanden later werd het eerste album van de avonturenstrip Haas gepresenteerd in het Verzetsmuseum. En nu dus een opvallend ritje met de trein. Prima pr, hoewel niet iedereen zich kan vinden in de reclametekening waarin de rondborstige stripheldin Olga Lawina de komst van Por Dios aankondigt.

Wie zin heeft om met de striptrein mee te reizen, zie de site van Por Dios voor meer informatie.

Dit bericht is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Grunberg verstript door Hanco Kolk

Arnon Grunberg reisde in maart 2010 per auto en trein van Istanbul naar Bagdad. Stripmaker Hanco Kolk maakte daar een roadmovie in stripvorm over.

Voor de plot van de striproman Van Istanbul naar Bagdad baseerde Hanco Kolk zich op een reeks artikelen die Grunberg over zijn reis van Turkije naar Irak schreef voor NRC Handelsblad. Ook putte de stripmaker inspiratie uit Grunbergs blogberichten, eerdere Irak-reportages en foto’s.

‘De tekst is eigenlijk heel fragmentarisch en bestaat uit een reeks ontmoetingen bijeengehouden door een route. Ik wist eerst ook niet wat ik ermee moest,’ geeft Kolk toe. ‘Er zat geen dramatische lijn in, dus die heb ik er zelf ingestopt. Ik heb de teksten als uitgangspunt genomen en daar fragmenten uit gebruikt, en daar een ander verhaal onder gelegd. Een rode draad die alles bij elkaar houdt en een mooie spanningsboog heeft.’

Ontmoetingen en conflicten
Grunberg reisde in maart 2010 met een gezelschap bestaande uit een vertaalster, een chauffeur en een fotografe van Istanbul naar Bagdad. Onderweg bezocht hij onder andere de dansende derwisjen van Konya en in Koerdistan ging hij met een aantal zakkenrollers op zoek naar een waarzegster. ‘De ontmoetingen en de daaruit voortvloeiende interviews die Grunberg afnam waren niet willekeurig maar op afspraak,’ licht Kolk toe. ‘Het avontuur in het verhaal ligt in de vraag of die rit überhaupt mogelijk was. Dat was Grunbergs insteek. Ten tweede heb je de situatie dat vier mensen in een auto reizen die elkaar nauwelijks kennen. Dat was ook een van de dingen die ik graag in het boek wilde hebben. Grunberg heeft bijvoorbeeld gezegd dat hij grote moeite had met de vertaalster. Dat werd echt een conflict.’

Omdat voor de reis was afgesproken dat Kolk de ervaringen zou verstrippen, kreeg de fotografe instructies mee van de stripmaker: ‘Ik heb van tevoren gezegd dat ze alles moest fotograferen. De meest onbelangrijke details, zoals de tandpasta en de douche. Ik wil graag weten hoe daar een pakje sigaretten eruitziet. Misschien dat ik ze niet eens gebruik, maar dan kan ik wel het universum in de vingers krijgen.’

Kolk maakte eerder vier stripromans rondom het fictieve vorstendommetje Meccano waarin hij door middel van satire flink afgeeft op de excessen in de maatschappij. Samen met Peter de Wit maakt hij de succesvolle gagstrip S1ngle. Eerder dit jaar bewerkte Kolk een artikel van Grunberg in een kort stripverhaal voor het stripblad Eisner. Dat beviel zo goed dat ze er een vervolg aan wilden geven. Kolk kreeg carte blanche van de auteur. Tijdens het maakproces was er sporadisch contact via e-mail om details te bespreken: ‘Op een gegeven moment vond ik het toch nodig om de situatie met zijn moeder erin te gebruiken. Ze was al behoorlijk ziek toen hij wegging, dat heeft de hele reis wel overschaduwd.’

Hoe is Arnon Grunberg als stripfiguur? ‘Ik denk een personage dat behoorlijk getormenteerd is en dit probeert te bezweren door heel hard te werken. Hij probeert met zijn demonen, niet eens zo zeer vrede, maar in ieder geval een gewapend bestand te sluiten. Zo’n conflict met die tolk zegt natuurlijk ook een heleboel over hem en gaat niet alleen over hoe onuitstaanbaar ze is. Hoe langer ik bezig was met het verhaal, hoe meer ik me bewust werd van de enorme spanning tussen hen. Die spanning kwam ergens vandaan, ze lieten elkaar niet onverschillig. Ik vind het heel mooi dat dit een beetje in de strip naar boven komt.’

De ontmoeting tussen de Turkse oorlogsfotograaf Ramazan Öztürk en Grunberg raakte een persoonlijke snaar bij de stripmaker. Öztürk werd beroemd door een foto van een dode moeder en haar kindje die symbool is geworden voor de gifgasbombardementen op Halabja in 1988. ‘Ik heb die foto nagetekend in de strip en werd daar echt ziek van. Mijn dochtertje was namelijk even oud als dat kindje toen die gifaanval was. Maar toen bedacht ik: ik ben tekenaar, ik kan dat kindje weer laten leven door er een personage van te maken. Ik kan een monumentje voor haar maken. Dus het meisje komt de hele tijd terug in de fantasie van Grunberg. Ze wordt een gesprekspartner voor hem en een rode draad in het verhaal.’

Van Bagdad tot Istanbul wordt zaterdag 6 november gepresenteerd op de Kunststripbeurs in de Janskerk te Utrecht.

Dit artikel is woensdag 27 oktober in het Parool gepubliceerd.

Categorieën
Striprecensie Strips

Marvel 1985: Originele pulp in een nostalgisch jasje

Ieder kind dat comics leest, vraagt zich wel eens af hoe de wereld eruit zou zien als superhelden en superschurken echt zouden bestaan. Scenarist Mark Millar geeft in Marvel 1985 het schokkende antwoord.

In het jaar 1985 ontdekt de dertienjarige Toby Goodman dat de superschurken uit Marvel-comics zijn gaan wonen in een oud, vervallen huis bij hem in de buurt. Dat deze figuren geen lieverdjes zijn, wordt al snel duidelijk. Dr. Doom, Dr. Octopus, Electro, Sandman en Juggernaut worden immers niet voor niets superschurken genoemd.

Wanneer ze hun aanwezigheid aan de wereld bekend hebben gemaakt, beginnen ze massaal de bewoners van het stadje Montgomery uit te moorden. Alsof het leven van Toby al niet ingewikkeld genoeg was, met gescheiden ouders en een stiefvader die het gezin naar Engeland wil verhuizen. Ver weg van zijn vader Jerry die, net als Toby, verzot is op Marvel Comics.

1985, een goed stripjaar
Scenaristen als Mark Millar moeten we koesteren. De Schotse schrijver hoort tot het zeldzame soort dat met originele ideeën en bijzondere kwinkslagen het ingedutte genre van superheldenverhalen weet op te frissen. Eerder bedacht hij samen met John Romita Jr. de serie Kick-Ass, waarin een doodgewone tiener besluit voor superheld te spelen, met alle blauwe plekken en gebroken ribben van dien. Ook zo’n interessant uitgangspunt, perfect uitgevoerd in de tekeningen van Romita Jr. Verder loodste Millar de lezer door het ingewikkelde cross-over verhaal Civil War en trakteerde hij de wereld op Wanted.

Samen met tekenaar Tommy Lee Edwards creëert Millar een geloofwaardig 1985, waarin de klappen die de superschurken uitdelen keihard aankomen. In de echte wereld zou geen enkel leger bestand zijn tegen de vernietigende kracht van iemand als Dr. Doom, laat staan dat ze iets kunnen uitrichten tegen Galactus, het buitenaardse wezen dat als ontbijt hele planeten verorbert.

Feest van herkenning
Marvel 1985 deed mij terugdenken aan de tijd dat ik als achtjarige de wereld van Marvel nog maar net ontdekt had en stiekem wel wilde geloven dat je door de beet van een radioactieve spin in staat was over muren te kruipen. Ach, zolang ik een goedgeschreven comic aan het lezen ben, wil ik dat eigenlijk nog steeds geloven. Dat is immers de verdienste van een goede verhalenverteller.
Millars strip is een feest van herkenning voor een stripliefhebber als ik. Niet zo gek dus dat het verhaal begint in een stripwinkel. Ik ken de comic Secret Wars die Toby daar aan het lezen is. Die serie verslond ik indertijd zelf ook. Sterker nog, zonder enige moeite herken ik de door Edwards nagetekende bestaande omslagen die aan de muur van de stripwinkel hangen. Het merendeel van die strips heb ik ooit gelezen.

Spielberg-film
1985 was het jaar dat Back to the Future uitkwam. Films van Spielberg, Joe Dante en Robert Zemeckis toonden een fantasievol en magisch Amerika, waarin buitenaardse bezoekers zomaar een bezoekje brachten aan de voorsteden en waar je naar het verleden kon reizen in een omgebouwde Delorean. Dat de Verenigde Staten in werkelijkheid heel anders bleken te zijn toen ik er een jaar ging wonen, doet niets af aan het feit dat de droomversie van Spielberg en de zijnen voor altijd aan mijn jeugdherinneringen verbonden zal zijn.

Het leuke is dat Marvel 1985 eruitziet en aanvoelt alsof je een Spielberg-film zit te lezen. Het plaatsje Montgomery had prima als decor kunnen dienen in een van zijn films. De kleding van de personages, de houten huizen, main street en het winkelcentrum in smalltown USA zien er precies zo uit als ik me van die films herinner. Net als in de verhalen van Spielberg is de hoofdrolspeler een tiener, een buitenbeentje dat ontdekt dat in de gewone wereld de meest fantastische taferelen kunnen voorkomen.

Tommy Lee Edwards
Veel van de sfeer in de strip is te danken aan de Amerikaanse tekenaar Tommy Lee Edwards. Edwards maakt het contrast met ‘de werkelijkheid’ duidelijk door in de Marvel-wereld alles in lichte kleuren onder te dompelen en geen zwarte vlakken te tekenen. De stripwereld ziet eruit alsof de zon altijd schijnt, alsof alles perfect op zijn plaats staat.
Ook de tekstballoons zijn in de Marvel-wereld mooier afgewerkt dan elders in de strip. De ‘echte wereld’ geeft Edwards vorm met veel zwarte schaduwen en dikke, vloeiende penseellijnen. De gelaatsexpressies van de personages zijn levensecht getekend. De tekeningen sluiten daarmee perfect aan op de weluitgedachte dialogen van Millar.

Met Marvel 1985 hebben Millar en Edwards een vakkundig en geloofwaardig pulpverhaal afgeleverd, dat uitstijgt boven de middelmatigheid die superheldencomics doorgaans kenmerkt.

Deze recensie is gepubliceerd in Pulpman #8.