Categorieën
Strips

Por Dios stopt

Begin dit jaar schreef ik een stuk voor de VPRO Gids over stripblad Por Dios. In dit stripblad staat ieder nummer een compleet, eerder uitgebracht stripverhaal van albumlengte, aangevuld met korte verhalen. Na twaalf nummers heeft de uitgever besloten ermee te stoppen.

Het twaalfde nummer van Por Dios is helaas ook het laatste nummer. Het succes waar we op gehoopt hadden bleef jammer genoeg uit en na een prachtig jaar met vrijwel alleen maar hoogtepunten komt er helaas een einde aan Por Dios. Aldus de mededeling op de site.

In het voorwoord van het laatste nummer meldt de redactie dat het digitaliseren en het opnieuw inkleuren van oud materiaal een tijdrovende klus is en bovendien kostbaar. ‘En in het hoge productieschema van 64 pagina’s per maand is het financieel en productioneel niet haalbaar voor ons om er mee door te gaan.’ Klaarblijkelijk bleef het beoogde succes uit. Dat is jammer, want wederom bijt een stripblad in het stof. Eerst gingen Eisner en Zozolala ook al ten onder.

Misschien heeft het in het geval van Por Dios ook aan de keuze van de verhalen gelegen. Naast klassiekers als Trigië, Virl, De Generaal en De Familie Fortuin, werden er ook hele verhalen gepubliceerd van Soeperman en Elsje. Nou heb ik niets tegen die strips, ik vind Elsje erg leuk, maar aangezien die dondersteen ook iedere Eppo haar opwachting maakt en er al standaard afleveringen in Por Dios waren opgenomen, voelt dat niet als een ‘klassieker die opgediept is uit het archief en digitaal is opgepoetst’ dan andere titels.

Ik hoop dat de nieuwe Nederlandse Mad, die ook wordt uitgegeven door de Don Lawrence Collection, een langer leven beschoren is.

Categorieën
Strips

Stripbladen in Nederland: Van Duckstad tot Zone 5300

Het aanbod van Nederlandse striptijdschriften werd recent verrijkt met Por Dios en Kwynk. Maar de gouden tijden van de stripbladen lagen in de jaren zeventig en tachtig. De distributie is een probleem voor de kleine bladen. Lezen we de strips in de toekomst alleen nog maar digitaal?

Recent werd het aanbod van Nederlandse stripbladen verrijkt met Por Dios en Kwynk. Beide stripbladen bestaan grotendeels uit oude strips die digitaal zijn opgepoetst, maar daar houdt de vergelijking dan ook wel mee op. Por Dios bevat ieder nummer een heel album, van bijvoorbeeld bekende striphelden als Storm, Agent 327 of Franka, aangevuld met korte verhalen van andere striphelden. Kwynk daarentegen bevat voornamelijk korte en vervolgverhalen van stripmakers als Jan Kruis, Gerard Leever, Jan van der Voo en Patty Klein. De strips zijn bedoeld voor kinderen vanaf een jaar of zeven.

‘De gedachte achter Kwynk is om oude strips op te peppen en leesbaar te maken voor de jeugd van nu,’ vertelt initiatiefnemer John Croezen. ‘Een paar jaar geleden waren we er al mee bezig, maar door de crisis trok de uitgever de stekker eruit. Zomer vorig jaar werd ik benaderd door uitgeverij Marken uit Limburg en die wilde een digitale kiosk opzetten met daarin alleen digitale bladen en ook stripbladen. We hebben het concept uit de kast gehaald en dat is de Kwynk geworden.’

Een kwestie van distributie
Bijzonder aan Kwynk is dat het blad alleen digitaal verkrijgbaar is op de iPad, of te downloaden als PDF. ‘Digitaal betekent geen drukkosten en geen problemen met de distributie,’ zegt Croezen. ‘Je kunt stellen dat in Nederland de distributie van strips allerbelabberdst is. Ik heb een album over Pipo de Clown uitgegeven maar dat kreeg ik met geen mogelijkheid in de winkel. Ik heb echt alles geprobeerd, distributeurs gebeld en grote winkelketens, maar die vonden dat strips te weinig omzet genereren om er ruimte voor te maken in het schap. Tenzij je de Donald Duck of Suske en Wiske bent, kom je er gewoon niet tussen.’

Tonio van Vugt, hoofdredacteur en uitgever van het striptijdschrift Zone 5300 beaamt dat: ‘Distributie is altijd een probleem geweest. We brengen de Zone nu vooralsnog zelf in de winkels. Er is geen distributeur voor kleine striptijdschriften in Nederland.’

Hoogopgeleide liefhebbers
Zone 5300
– tijdschrift voor strips, cultuur en curiosa – bevat naast strips ook artikelen over film, muziek en boeken. ‘Geen enkele kunstvorm staat immers op zich en aangezien we strips als kunstvorm beschouwen, vind ik de relatie tot andere media relevant,’ aldus Van Vugt. Met een oplage van 2500, waarvan er duizend naar abonnees worden gestuurd, is Zone 5300 vooral een blad voor de hoogopgeleide liefhebber tussen de 20 en 40. ‘Er zitten veel schrijvers, illustratoren en muzikanten in ons lezersbestand. We willen dingen brengen die nog niet bekend zijn bij een groot publiek. Tekenaars als Erik Kriek, Gummbah en Maaike Hartjes hebben bijvoorbeeld hun doorbraak bij de Zone gehad,’ zegt Van Vugt. Het blad kan vooral voortbestaan omdat de redactie bestaat uit een groep vrijwillige professionals.

Por Dios is geïnitieerd door Rob van Bavel, die in 2009 ook met de nieuwe versie van het oude vertrouwde blad Eppo op de proppen kwam. Eppo bevat voornamelijk vervolgverhalen van mainstream strips en richt zich op de nostalgische veertiger die als kind het blad ook las. Het stripblad verscheen oorspronkelijk van 1975 tot halverwege de jaren tachtig. Na talloze naamswijzigingen en samenstellingen verdween het in 1999 van de markt. De oplage van de tweewekelijkse Eppo ligt rond de 18.000. Het blad heeft 8.000 abonnees.

Komt Eppo, waar veel werk van Nederlandse makers in staat, uit de kosten? ‘Dat is heel lastig om te zeggen omdat Eppo ook weer uit allerlei takken bestaat. Je hebt het blad, de albums van de uitgeverij en ons eigen verkoopkanaal,’ zegt Van Bavel. ‘Op een gegeven moment maak je bijvoorbeeld verlies met het blad maar winst via de nevenactiviteiten. Ik heb vorig jaar een paar stripalbums uitgebracht om te zien wat dat in de markt doet. Ik denk dat ik eind van dit jaar daar meer over kan zeggen.’ Volgens Van Bavel is het belangrijk voor de Nederlandse strip dat er in Eppo strips voorgepubliceerd worden. Stripmakers kunnen niet leven van de albumverkoop dus voorpublicaties zijn een belangrijke inkomstenbron.

Vrolijke weekbladen in de kiosk
Van Por Dios worden er iedere maand 30.000 exemplaren gedrukt en verspreid onder 3500 verkooppunten. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Zone 5300, zijn de bladen van Van Bavel wel in de schappen van de kiosk te vinden. Net als de Donald Duck. Het vrolijke weekblad is met een oplage van 310.000 immers nog steeds marktleider.

Donald Duck is het allergrootste stripblad van Nederland, geen andere titel komt zelfs in de buurt,’ aldus Fiona Cordes, senior brandmanager ‘Kids’ voor Sanoma, dat onder meer meidenblad Tina, Cars en Nickelodeon Magazine op de markt brengt. Sanoma heeft het alleenrecht op Disney in Nederland en geeft enkele bladen uit met Disneystrips en -karakters.

‘De totale markt voor kindertijdschriften stijgt, er zit alleen een daling in de preschool-markt,’ aldus Cordes. De markt voor jeugdstripbladen wordt grotendeels gekenmerkt door bladen die zijn opgehangen aan een serie, thema of tv-zender. Bijvoorbeeld Disney XD en Ben 10 Magazine, gelieerd aan Cartoon Network. De jeugdbladen bevatten naast strips vaak ook puzzels, games- en gadgetnieuws en geïllustreerde verhalen en zijn gericht op specifieke doelgroepen.

Duckstad Twitter
Hoewel de Donald Duck primair bedoeld is voor kinderen tussen 7 en 12,  is het ook een blad voor het gehele gezin en worden de avonturen uit Duckstad ook gelezen door mannen tussen de 20 en 49. Om de doelgroep te bereiken, zet Sanoma ook nieuwe media in. ‘Duckstad Twitter is een groot succes; meer dan 10.000 followers en dat groeit nog iedere dag. In november vorig jaar werd de eerste Donald Duck Ei-phone app gelanceerd. Ook zal Donald Duck op de iPad niet lang op zich laten wachten,’ aldus Cordes. Zone 5300 houdt het voorlopig op een volwaardige website naast de papieren versie, waar geregeld artikelen, recensies en strips op gepubliceerd worden.

Digitaal uitgeven is een groeiende markt, erkent Croezen. ‘Het mooie is dat digitale nummers van Kwynk altijd te koop blijven. En er komen steeds meer online kiosken bij, waar we Kwynk ook kunnen aanbieden. Het blad loopt nu nog niet storm. Dit komt deels omdat we ons nog niet veel met promotie hebben beziggehouden, maar we verwachten dat er binnenkort een stijgende lijn in zit.’

Oud-papier
Croezen denkt zelfs dat we over tien jaar geen strips meer op papier zullen lezen: ‘Dan is er ook geen krant meer te koop op straat. Kijk maar naar vinylplaten, dat is alleen nog maar handel voor DJ’s en nostalgische lui. Met papier zal het net zo gaan. Kranten zitten nu al in problemen en gaan steeds meer online. Ik vind het ontzettend knap van Rob van Bavel dat hij Eppo nog in de winkel krijgt, maar ik vraag me af hoe lang dat nog gaat duren.’

Van Bavel: ‘Daar kan hij best gelijk in hebben. Ik denk dat de Eppo-doelgroep, mannen in de veertig, een verbintenis hebben met papier en graag strips op papier blijven lezen. Maar die groep wordt steeds kleiner en als het kostentechnisch niet meer haalbaar is, zal het stoppen.’

Van Vugt is optimistischer: ‘Papier zal zeker afnemen, maar dat geldt vooral voor tijdschriften en kranten die toch na een paar dagen in de kattenbak verdwijnen. Maar nichetijdschriften als Zone 5300 en Eisner (gericht op literaire beeldverhalen, red.) wil je gewoon op papier lezen. Dat zijn collector’s items, geen wegwerpartikelen.’ Bij Sanoma zien ze nieuwe media als een middel om nieuwe doelgroepen aan te boren en de positie van de mannendoelgroep te versterken, maar papier zal niet verdwijnen. ‘Over 10 jaar valt nog altijd wekelijks het vrolijkste weekblad van Nederland op de deurmat!,’ aldus Fiona Cordes.

Tijdschriftenbak
Behalve bovengenoemde titels bevat de tijdschriftenbak nog andere stripbladen. Een selectieve greep:

Geïnteresseerde striplezers halen hun informatie onder andere uit Zozolala en Stripschrift. De liefhebber van pulpstrips en het werk van Fred de Heij leest het eigenzinnige blad Pulpman. Bekend maar vooral nieuw talent is te vinden in het onregelmatig verschijnende De Lijn. Eisner, vernoemd naar de beroemde stripmaker Will Eisner, bevat beeldverhalen met een literaire inslag.

Dit artikel is woensdag 2 maart in Het Parool gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Trein vol stripmakers ter promotie van Por Dios

Omdat op dinsdag 2 november het eerste nummer van het nieuwe stripmagazine Por Dios uitkomt, rijdt er die dag een speciale Striptrein van Amsterdam naar Maastricht.

Por Dios is een nieuw glossy stripblad uit de koker van de Don Lawrence Collection.
De strips die erin staan zijn bedoeld voor het hele gezin. De nadruk ligt op klassieke strips die vroeger in Eppo stonden, zoals Storm, De Generaal, Agent 327, Lucky Luke en Blueberry. Anders dan in de Eppo staan er complete verhalen in, aangevuld met korte verhalen en gagstrips van onder meer Elsje, De Stamgasten en de Familie Fortuin.

De redactie van de moderne Eppo richt zich natuurlijk al op de nostalgische striplezer. Met Por Dios gaan ze nog een stapje verder, door dit keer eerder verschenen strips digitaal te restaureren en opnieuw in te kleuren. De redactie van Por Dios kan namelijk gebruik maken van het Eppo-archief dat een paar jaar geleden letterlijk en figuurlijk werd gered door het Stripdocumentatiecentrum Nederland en Het Stripschap, Nederlands centrum voor belangstellenden in strips. Hierdoor is het werk van o.a. Peter de Smet, Dick Briel, Erik Heuvel, Peter de Wit en al die andere stripmakers weer beschikbaar.

In de striptrein kunnen stripliefhebbers aanschuiven bij een grote groep stripmakers die meereizen voor krabbels, tekeningen en een gratis exemplaar van Por Dios.

De striptrein is natuurlijk een slimme publiciteitsstunt om het nieuwe blad onder de aandacht te brengen. Sowieso weten hoofdredacteur Rob van Bavel en publiciteitsagent Mourice Plusquin goede persmomenten te bedenken om aandacht te genereren. Begin dit jaar werd in het Amsterdamse Paradiso bekendgemaakt dat Franka – volgens de Eppo-lezers – de grootste stripheld van Nederland is. Dat beslisten de Eppo-lezers via een enquête. De show was tevens een slimme manier om aan de pers duidelijk te maken dat Eppo zijn tweede jaargang inging. Een paar maanden later werd het eerste album van de avonturenstrip Haas gepresenteerd in het Verzetsmuseum. En nu dus een opvallend ritje met de trein. Prima pr, hoewel niet iedereen zich kan vinden in de reclametekening waarin de rondborstige stripheldin Olga Lawina de komst van Por Dios aankondigt.

Wie zin heeft om met de striptrein mee te reizen, zie de site van Por Dios voor meer informatie.

Dit bericht is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.