Categorieën
Strips

Stripliefde: Jonathan, Thorgal en Jugurtha

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Cok leest o.a. Thorgal.
Cok leest o.a. Thorgal.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Cok Jouvenaar, 44 jaar, dtp-er/vormgever en redacteur. Onder meer van het magazine StripNieuws. Daarnaast schrijf ik ook stukjes voor 3voor12 Den Haag en de Popunie.

Welke strips zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Jonathan, Thorgal en Jugurtha.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Allereerst door het briljante tekenwerk van Cosey, Franz en Rosinski. In mijn optiek weten alle drie de tekenaars de figuren te laten acteren. Tevens word ik elke keer weer meegenomen in de verhalen. Hoe campy en simpel ook. Jonathan lijkt heel zweverig, maar het gevoel van reizen, India en New Age voel ik echt tijdens het lezen.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Strips werd mij met de paplepel ingegoten. Mijn vader is een groot liefhebber. Bladen als Eppo, Wham en later als vervanger hiervan, Robbedoes, vielen bij ons wekelijks op de deurmat. In 1981 nam mijn vader via zijn werk uit de leesportefeuille oude nummers van het weekblad Kuifje mee. De bovengenoemde strips intrigeerden mij direct. Dit was voor grote jongens, vond ik. Dit ging verder dan de truttigheid van Eppo. De vrouwelijke tegenspeelsters van Jugurtha en Thorgal, respectievelijk Vania en Aaricia waren echt sexy en in Jonathan dacht ik de sixties te herkennen. Deze helden hebben voor mij de weg geopend naar strips als XIII, Largo Winch, Jeremiah en het werk van Bilal. Helaas is Franz overleden, waardoor Jugurtha niet meer verschijnt. Maar elk deel van Jonathan en alle Thorgals koop ik blind. Zelfs in de periode dat ik mij niet zo met strips bezig hield, scoorde elk nieuw album een dikke voldoende bij mij. Van de week kocht ik Thorgals nieuwste Kah-Aniël. En weer was het genieten en voelde ik mij weer dat jongetje van twaalf.

Thorgal.
Thorgal.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips

Pieter van Oudheusden: ‘Ik deed altijd dingen die me leuk leken’

Scenarist en vertaler Pieter van Oudheusden heeft het Nederlandse beeldverhaal verrijkt met mooie, poëtische verhalen. Hij overleed in november, 56 jaar oud, aan de gevolgen van een hersentumor.

Pieter van Oudheusden; Bron: De eenhoorn.be
Pieter van Oudheusden; Bron: De eenhoorn.be

‘Iedereen leeft in zijn eigen fictie en gebruikt die om het leven dragelijk te maken. Schrijven is voor mij een vlucht voor de dingen die je niet kunt beheersen en die zijn er natuurlijk in ieder mensenleven. Je kunt hoog en laag springen, maar op een gegeven moment ben je echt het haasje. In de tussentijd hou je het leven dragelijk door elkaar verhalen te vertellen,’ aldus Pieter van Oudheusden toen ik hem in 2010 interviewde naar aanleiding van De wraak van Bakamé, een vuistdikke striproman geïnspireerd op Afrikaanse volksverhalen die hij samen met tekenaar Jeroen Janssen maakte.

September 2012 werd bij Van Oudheusden een hersentumor gevonden. Vrijwel meteen werd hij geopereerd en bestraald. Die behandelingen en de grote invloed die de tumor had op zijn functioneren en persoonlijkheid werden vastgelegd in de documentaire Ik van Jona Honer, bekroond met de VPRO-documentaireprijs voor beste eindexamenfilm. In Ik wordt Van Oudheusden belicht als anonieme patiënt, over de mens en zijn carrière komt de kijker niets te weten. Dat zetten we nu even recht.

Van Oudheusden (Puttershoek, 1957 – Rotterdam, 2013) was schrijver, vertaler, journalist en fotograaf. Hij schreef boeken over onder andere Rotterdam: De Hef, biografie van een spoorbrug (1984) en De Mensch Deelder (1986) en kinderboeken als Ik verveel me nooit! (2002) en Een grote plons (2002). In dienst van Studio Peter de Raaf vertaalde hij naar eigen zeggen zo’n veertig tot vijftig strips en populair wetenschappelijke kinderboeken per jaar. Als scenarist werkte hij samen met een scala Nederlandse en Vlaamse striptekenaars. ‘Van alle dingen die ik doe, ligt schrijven mij het beste, want dat is de meest directe manier waarop ik dingen op papier kan zetten,’ vertelde Van Oudheusden september dit jaar in zijn huis te Rotterdam. ‘Omdat ik mijn geld verdiende als vertaler heb ik dat schrijven er altijd met plezier bij gedaan en was het ook niet erg dat je daar niets voor kreeg. Daarom heb ik altijd de dingen gedaan die mij leuk leken. Toen ik opeens bij de kinderboeken voor ieder ditje of datje geld kreeg, besefte ik wat we al die jaren gemist hadden.’

Cover illustratie De wraak van Bakamé door Jeroen Janssen.
Cover illustratie De wraak van Bakamé door Jeroen Janssen.

Schubert
Met de Vlaamse stripmaker Jeroen Janssen maakte hij meerdere albums waaronder de fantasierijke biografische striproman over Schubert die volgend jaar april moet uitkomen. Van Oudheusden dacht de boekpresentatie niet meer mee te maken, want inmiddels was bekend dat de tumor terug was en gestaag groeide. Tijdens het gesprek had Pieter moeite zich dingen te herinneren, ook was het soms zoeken naar woorden.

Met het einde in zicht was het moment om achterom te kijken aangebroken. ‘Ik keek altijd alleen vooruit als ik aan het schrijven was, met het idee dat wat er nog geschreven gaat worden belangrijk is, niet wat je al geschreven hebt. Daarmee hou je jezelf ongelooflijk voor de gek, vind ik. Nu ben ik gedwongen om terug te kijken en niet te letten op wat ik binnenkort verlies, maar om te zien wat ik allemaal gedaan heb. Nu besef ik pas dat ik erg veel heb geschreven. Als ik naar dat werk kijk zijn er altijd dingen die me meevallen. Bij nader inzien word ik dus door mijn eigen verhalen blij verrast.’

Melancholie
Van Oudheusdens verhalen bevatten vaak een melancholieke ondertoon. Die komt duidelijk naar voren in de reeks korte strips Liefde & Verraad die hij samen met Fred Marschall in de jaren tachtig voor het stripblad Titanic maakte en het album Een nachtegaal in de stad (1999). In deze verhalen leidt de liefde vooral tot teleurstellingen. ‘Er zit inderdaad relatief veel melancholie in mijn verhalen. Het enige wat ik daarvoor ter verklaring heb is dat dit blijkbaar de manier is waarop ik tegen het bestaan aankijk. Eigenlijk is dat wel gek, want het houdt geen verband met mijn dagelijkse realiteit. Ik ben bijvoorbeeld al 35 jaar met dezelfde vrouw, dus waarom ik per se de verhalen vertel over slecht aflopende liefdesrelaties snap ik zelf ook niet goed.’

In het korte verhaal Comeback (2002), getekend door Kim Duchateau en gepubliceerd in Zone 5300, duikt een oude vrouw in het zwembad. Ze zwemt steeds dieper, onderwijl wordt ze langzaamaan jonger. Zich vasthoudend aan een manta komt ze bij een grot terecht waar ze steeds verder in zwemt. Vervolgens wordt ze als baby herboren. Het verhaal is een mooi voorbeeld van Pieters filosofische inslag en hang naar surrealistische en magische vertellingen.

‘Dit verhaal vertelt over een handeling die tegenstrijdig en toch ook hetzelfde is. Oud en jong; doodgaan en opnieuw geboren worden. Beter kan ik het niet uitleggen. Ik zat te worstelen met het idee dat de tijd ingehaald moest worden. In de trein van Antwerpen naar Gent kwam een erg zwangere mevrouw binnenlopen. Dat was de sleutel die ik nodig had om het verhaal af te schrijven.’ Met reïncarnatie heeft Comeback niets te maken, daar geloofde Van Oudheusden niet in: ‘Het staat voor mij vast dat er na het leven niets meer is. Dat is een grote troost, mag ik wel zeggen, want dan hoef je je daar in ieder geval geen zorgen over te maken,’ zei hij lachend. ‘Ik weet nog dat Bernlef vlak na mijn operatie overleed. Die was 75 geworden. Ik dacht toen: Of je nu nog twee of twintig jaar te gaan hebt, zoveel stelt het niet voor. Die tijd is zo voorbij.’

'Comeback'.
‘Comeback’.

comeback_vanoudheusden2

Eigenheid
Als scenarist en redacteur heeft Van Oudheusden aan verschillende striptijdschriften gewerkt, zoals Titanic, Stripschrift en Zone 5300. Hij schreef recensies en sprak met veel stripmakers en kunstenaars: ‘Het interview met schrijver A. Moonen is me het beste bijgebleven. Alles aan die man was merkwaardig. Hij had overal groot commentaar op. Ik weet nog dat hij allerlei problemen had met zijn flat en de eigenaren en… Sorry, hier laat mijn geheugen me even in de steek.’

In 2010 vertelde Pieter dat hij eigenheid het belangrijkste bij het schrijven vindt. ‘Fransen hebben het mooie woord vécu: ervaren, aan de lijve ondervonden. Je moet altijd je eigen werkelijkheid je scenario intrekken. Niet afgaan op dingen die anderen gezien hebben, maar dingen die je zelf gezien hebt. Toen ik Joost Swarte jaren geleden interviewde zei hij dat als iets kwaliteit heeft het altijd komt bovendrijven. Als je altijd je eigen ding blijft doen, komen mensen naar je toe om wat jij kunt. Als je andermans kunstje nadoet, dan zullen ze nooit naar jou toekomen maar naar die ander gaan.’

Wie zijn werk leest, weet dat Van Oudheusden die raad ter harte heeft genomen. 11 november overleed Pieter aan de gevolgen van zijn hersentumor.

Filmlab: Ik
zondag 1 December, Nederland 2, 01:00 -01:30

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #48 (2013).

Categorieën
Strips

Plastieken Plunk voor Leslie Saurus en Jeroen Funke

Stripmaker Leslie Saurus (pseudoniem van Leslie Van Osselaer) heeft zaterdag 23  november de Plastieken Plunk gewonnen. Dit is een prijs voor het beste korte stripverhaal van het afgelopen jaar. Van Osselaer kreeg het beeldje en het prijzengeld à 250 euro voor Dolfijnsoep.

Pagina 1 van Dolfijnsoep.
Pagina 1 van Dolfijnsoep.

De publieksprijs ging naar Jeroen Funke voor Poepie Love waarin zijn vaste personages Victor & Vishnu de hoofdrol spelen. Jeroen kreeg een album van Plunk, krijgt 50 euro op zijn bankrekening gestort en mag zich heugen in de wetenschap dat hij de meeste vrienden heeft op het internet. Die heeft hij ook via Facebook ‘persoonlijk’ bedankt:

funke_plunk

De jury bestond uit Geert De Weyer (Voorzitter), Nicolas Marichal en Liesbeth De Stercke. De organisatie laat weten dat ‘de jury ook nog een eervolle vermelding had voor deelnemer Maarten de Saeger. Zij prezen zijn lef om op Facebook openlijk te trachten de jury om te kopen. Had hij nu nog aan elk jurylid 100 euro geboden in plaats van slechts aan één persoon, hij had waarschijnlijk gewonnen.’

Mocht je de uitreiking willen zien, of nu ja, horen, kijk dan hier.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Interview met mijn favoriete Spider-Man-tekenaar

Lang heb ik uitgekeken naar de nieuwe editie van Stripgids, want daarin staan twee interviews van mijn hand: een gesprek met Martin Lodewijk en een interview met niemand minder dan de Amerikaanse comictekenaar John Romita Jr. JRJR is een van mijn grote helden wat stripmaken betreft en het was dan ook een jongensdroom om hem eens te mogen interviewen.

John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.
John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.

De eerste comics die ik als achtjarige onder ogen kreeg, waren Romita Jr.’s Spider-Man-verhalen. Dankzij de intrigerende plots van Roger Stern en Romita’s fantastische tekenwerk, begon mijn fascinatie met de stripheld die tot vandaag de dag voortduurt.

Het was natuurlijk het mooiste geweest als we elkaar face to face hadden gesproken, want dat praat altijd het makkelijkst, maar dit keer werd het een telefoongesprek van ruim anderhalf uur. Je kunt het als stripjournalist erger treffen, al was het gesprek niet gespeend van plagerijtjes van het lot. Tijdens ons gesprek werd de verbinding geregeld verbroken. Er bleek een flinke storm te waaien rond Romita’s huis op Long Island. Halverwege het interview gaf de accu van mijn telefoon de geest en moest ik halsoverkop verhuizen naar een andere werkkamer en telefoon om het gesprek voort te zetten. Dat mocht allemaal de pret niet drukken: na het gesprek heb ik nog dagenlang met een brede grijns op mijn gezicht rondgelopen. Mijn helden spreken en inhoudelijke gesprekken over hun werk te voeren was een van de belangrijkste redenen voor mij om stripjournalist te worden. Voor het grote geld, welwillende groupies en korte werkweken hoef je het namelijk niet te doen.

Aanleiding voor ons gesprek was de film Kick-Ass 2. De strip Kick-Ass is namelijk een creatie van schrijver Mark Millar en John Romita Jr. Uiteraard heb ik John ook heel veel vragen over Spider-Man gesteld.

Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita's carrière uit AMS #227.
Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita’s carrière uit AMS #227.

Storytelling
Wat mij betreft is John Romita Jr. een van de groten van de Amerikaanse strip. Zijn werk is een schoolvoorbeeld van hoe je de grammatica van het medium moet gebruiken om duidelijk een verhaal te vertellen. Hij is een visuele verteller: de camera staat altijd op de juiste plek en hij laat zijn personages overtuigend acteren. Zijn storytelling verloopt heerlijk soepel, omdat hij een heel natuurlijk vertelritme aanhoudt. Je kunt zijn strips volgen zonder de tekst te lezen.

Een mooi voorbeeld daarvan vind ik deze scène uit Amazing Spider-Man vol. 2 #37, waarin Tante May ontdekt dat Peter Spider-Man is. Peter kwam de avond ervoor doodmoe thuis na een gevecht tegen de schurk Morlun dat hem bijna zijn leven kostte. Tante May komt binnen en ziet Peters Spider-Man-kostuum in stukken op de grond liggen.

ASM-v2-037-01

ASM-v2-037-02

ASM-v2-037-03

Ik vind het prachtig om Mays reactie te zien. Ze is duidelijk geschokt door deze ontdekking. Zonder tekst te gebruiken zijn de stripmakers in staat om aan de lezer te communiceren wat er in May omgaat. Tegelijkertijd laten ze genoeg open voor een eigen interpretatie. Hoe ze precies met deze schokkende ontdekking omgaat, zien we later in het volgende nummer van Amazing Spider-Man. Daarin voeren May en Peter een prachtig geschreven gesprek van moeder tot zoon. Dat nummer behoort tot een van de beste karakterstudies binnen deze reeks, want de relatie tussen May en Peter wordt hierin heel mooi uitgediept.

Uit ASM #500. (Druk op plaatje voor 1000px versie)
Uit ASM #500. (Druk op plaatje voor 1000px versie)

Familievriend
Dat de Spider-Man personages net als echte mensen kunnen voelen, vindt JRJR trouwens ook. Van alle striphelden tekent hij Spider-Man het liefste, vertelde hij mij.

‘Ik teken Spider-Man het liefste, want ik voel me erg vertrouwd met hem. Natuurlijk omdat mijn vader hem tekende toen ik nog jong was, maar ook omdat Peter Parker woonde in Forest Hills en dat is vlakbij waar ik ben opgegroeid. Spider-Man is een tiener uit Queens en dat maakte hem reëel genoeg om als kind uit Queens over hem te fantaseren. Toen ik de kans kreeg om hem te tekenen, heb ik geprobeerd door te zetten wat mensen juist zo aanspreekt in het personage en dat is zijn realisme. Hij is de anti-Superman, want hij woont in een bestaande stad terwijl Superman een complete fantasiefiguur is.’

In de loop der jaren is Romita’s relatie tot Peter Parker wel veranderd.
‘Peter heeft zich langzaam ontwikkeld en is in de loop der jaren veranderd. Dit betekent niet dat het per se slechter of beter is, maar omdat ik er nu niet aan werk, voel ik me minder met Peter verbonden. Ik heb het gevoel dat de Peter Parker uit mijn tijd meer hart en ziel had dan de andere interpretaties, maar dat komt vast omdat ik er toen aan werkte. Net als de versie van Stan Lee en mijn vader, was mijn Peter Parker een fan van Tante May, hij voelde zich verbonden met haar en zijn familie.’

JRJR is mijn favoriete Spider-Man tekenaar. Het is dus geen toeval dat zijn werk al vaak voorbij is gekomen in deze rubriek.

Stripgids #36
Stripgids #36

Oorspronkelijk zou het interview met Romita september in Stripgids staan, vlak na de release van Kick-Ass 2 in de bioscopen. Dat gebeurde niet, omdat het septembernummer nooit is verschenen. Stripgids heeft namelijk een make-over gehad. Het blad is nu twee keer zo dik en heeft een nieuwe, mooie lay-out gekregen. Daar staat tegenover dat het nu maar vier keer per jaar verschijnt in plaats van vijf keer. Het interview met Romita staat dus in het winternummer, evenals mijn interview met Lodewijk, dat door het uiteindelijk niet verschijnen van de Daddy Vinci Code, ook was uitgesteld. Gelukkig kwam van uitstel geen afstel en is dit lange interview van 4000 woorden ook in Stripgids te lezen.

Binnenkort publiceer ik de interviews ook hier. En van Romita’s werk gaan we uiteraard nog veel meer zien. Ik hoop dat hij na Kick-Ass weer met Spider-Man aan de slag gaat, mits Peter Parker dan gewoon weer in het kostuum zit natuurlijk. Het tekenwerk van Romita Jr verdient de beste schrijvers.

Stripgids #36 bevat trouwens ook boeiende interviews met Neil Gaiman en Bronzen Adhermar-winnaar Marc Legendre. Ook dit Nix verslag over zijn avonturen in China waar aan 500 animatiefilmpjes rond zijn Kinky en Cosy werden gemaakt en staat het nummer vol met informatie over het aanstaande Stripgids Festival in december.

Categorieën
Strips

Fred de Heij krijgt de Stripschapprijs 2014

Bij sommige berichten zeg ik: beter laat dan laat maar. Fred de Heij krijgt eindelijk de Stripschapprijs. En dat is natuurlijk meer dan terecht. De liefhebber van goedgetekende strips in een realistische stijl en erotische strips met een knipoog kent het werk van Fred de Heij natuurlijk al, toch plaats ik hier integraal het persbericht dat het Stripschap zondag 24 november naar buiten bracht. Gefeliciteerd, Fred!

Zelfportret van De Heij op de cover van Vintage.
Zelfportret de Heij op de cover van Vintage.

De winnaar van de Stripschapprijs 2014 is behalve stripmaker ook schilder en illustrator. Fred de Heij (Amsterdam, 1960) studeerde in 1983 af aan de Gerrit Rietveld Academie. Hij vond werk als illustrator van kinderboeken, waaronder Bolke de beer, maar het boeide hem niet. Hij pakte vervolgens zijn oude jeugdliefde op, het striptekenen, en met een aantal eigen probeersels tekende hij vanaf 1990 korte en langere verhalen voor de tijdschriften Donald Duck, Tina, Taptoe, Kuifje, Wordt Vervolgd en Penthouse Comix. Daarnaast begon hij ook meer en meer te experimenteren met ‘underground’-strips, satirische en erotische verhalen waarin de invloed van de Italiaanse tekenaar Milo Manara goed te zien is.

Phinny Prentice.
Phinny Prentice.

Nadat hij aan het eind van de jaren negentig de strip Filo, over een gewelddadige clown, in eigen beheer had uitgebracht, kwam hij in contact met uitgeverij Xtra van Ger van Wulften, die vanaf dat moment zijn vaste uitgever werd. In 2005 maakte hij de erotische thriller Afgezaagd en vanaf 2009 verschenen 15 nummers van het tijdschrift Pulpman, een erotisch satirisch pulpblad dat vrijwel geheel door Fred de Heij werd volgeschreven en getekend. Daarin rekende hij af met Bolke de beer in de sarcastische dierenstrip ’t Landje, liet hij de anti-western herleven in De schuilplaats en maakte hij korte metten met Amerikaanse striphelden als Rip Kirby en Batman.

Ondertussen had hij het schilderen ook weer ontdekt, wat goed te zien is aan de prachtig geschilderde hommages aan de oude pulpcovers die hij voor het tijdschrift Pulpman maakte. Diverse strips uit Pulpman werden naderhand in boekvorm uitgegeven door Xtra. In 2012 voegde Fred de Heij daar ook nog eens de direct voor album gemaakte thriller Phinny aan toe.

De cast van haas geschilderd door Fred de Heij. Helemaal links: Haas, de blonde van Donkersloot in het midden.
De cast van haas geschilderd door Fred de Heij. Helemaal links: Haas, de blonde van Donkersloot in het midden.

In 2009 verbaasde Fred de Heij vriend en vijand met een nieuwe strip voor het stripblad Eppo. De serie Haas, op tekst van uitgever en hoofdredacteur Rob van Bavel, is één van de nieuwe strips in dit om nostalgische redenen opnieuw gestarte tijdschrift. Haas is een oorlogsstrip die zich afspeelt in het Brabant van de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon Haas is de leider van een verzetgroep, die zich met hand en tand tegen de Duitse bezetter verzet. Maar de dreiging komt niet alleen van buiten. De spanningen binnen de groep, de verleiding van het geweld en het leven in een tijd van grote leugens zijn belangrijke thema’s.

Vintage_spread

De realistische stijl waarmee Fred de Heij deze emotionele actiestrip neerzet, is een belangrijk onderdeel van het succes. Door jarenlang pulpstrips te tekenen, heeft hij een vanzelfsprekende striptaal ontwikkeld, waarin expressief geacteerd wordt. Het zijn niet alleen de gezichtsuitdrukkingen van De Heij die aanspreken; zijn hele vertelstijl, de decoupage van de pagina’s waar hij zich van de schrijver vrijelijk mee mag bemoeien, hoe het ene moment in het andere overvloeit, laat zien dat we hier met een stripmaker van internationale allure te maken hebben. Soms zien we invloeden van buitenlandse pulptekenaars als Milo Manara, Jordi Bernet en Sergio Bonelli, die De Heij ook inderdaad bewondert. Maar net als deze tekenaars grijpt hij regelmatig terug op de oude meesters, zoals Alex Raymond, Milton Caniff en Will Eisner. Fred de Heij is een toegewijde tekenaar, die de ‘roots’ van zijn vak kent en er inspiratie uithaalt.

pulpman_15Als we met die ogen terugkijken naar het tijdschrift Pulpman is vooral ook te zien dat het een plek was waar De Heij naar hartelust heeft kunnen experimenteren, zijn vaardigheden heeft kunnen bekwamen en vooral ook tempo heeft leren maken. Want wie een succesvol tekenaar wil zijn, moet regelmatig met nieuw werk komen. Voor dat laatste hoeven we bij Fred de Heij niet bang te zijn. In het afgelopen jaar heeft hij met schrijver Willem Ritstier gewerkt aan een nieuwe horrorwestern voor een groot publiek, tekende hij de documentairestrip Peking – Oorlog in de diplomatenwijk naar aanleiding van zijn gelijknamige tentoonstelling in het Nationaal Archief en loopt vanaf november het vijfde avontuur van Haas in het stripblad Eppo met als titel Dodenlijst.

Daarnaast heeft De Heij ook het schilderen weer ontdekt. In zijn atelier in Zaandam tekent hij portretten en landschappen. In 2010 werkte hij mee aan het televisieprogramma Sterren op het doek van Hanneke Groenteman. Ook zijn satirische kant is niet verdwenen. Voor het Nederlandse tijdschrift Mad maakte hij een vlijmscherpe ‘spoof’ van het televisieprogramma Voetbal International en in Pulpman 11 haalde hij Matthijs van Nieuwkerk en De wereld draait door onderuit.

De commissie van de Stripschapprijzen roemt met Fred de Heij een stripmaker pur sang. Een expressieve tekenaar die alle middelen die de realistische tekenaar ter beschikking staan gebruikt om de lezer mee te slepen in zijn verhaal. Hij is een unieke tekenaar met een eigen stem, die desondanks goed in staat is om op scenario van een ander te werken. Op die manier heeft hij in de afgelopen vijf jaar een voor Nederland ongekend œuvre opgebouwd.

Beknopte bibliografie van Fred de Heij
1995 Don’t Panic (scenario: Martin Leijen) t.g.v. 50 jaar Verenigde Naties

1997 Magische gebeurtenissen

2001 Frans en Suzanne maken het goed

2006 Afgezaagd

2008 ’n Net meisje

2008 De Zeemeeuw

2008 Spaanders

2010-heden Haas (scenario: Rob van Bavel)

2010 ’t Landje

2010 Vintage

2011 Phinny – Rendez-vous

2012 Confessions (in 2013 in het Nederlands uitgebracht als Biechten)

2012 De schuilplaats

2014 Peking – Oorlog in de diplomatenwijk

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead: Piemelplacemats

Piemel vind ik eigenlijk maar een raar woord om het mannelijk geslachtsdeel mee aan te duiden. Het is net niks. Dan liever pik, lul, desnoods penis, maar piemel, nee. Maar als je in een restaurant zit met een paar bevriende stripmakers, en om je heen zitten gezinnen met kinderen hun pannenkoek op te eten, en die melige stripmakers tekenen placemats vol met pikken, ja, dan is het woord piemel wel op zijn plaats, me dunkt.

placematpiemels

De muziek in deze Daily Webhead is als vanouds van Marco Raaphorst.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Duistere steden, de Eiland-reeks, Brussels in Shorts

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Ludwig leest een deel uit de Eilanden-reeks.
Ludwig leest een deel uit de Eilanden-reeks.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Ludwig Volbeda, (1990) tekenaar.

Welke stripmakers zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
François Schuiten en Benoît Peeters, de Duistere Steden-reeks. Getekend met griezelige perfectie. De reeks laat zich lezen als een prentenboekstrip, een reisverslag van een andere wereld. In deze andere wereld leeft bijna iedereen in steden en deze steden zijn gevuld met schitterende architectuur en technologie. Ik vind het iets heel bijzonders, dat je met typmachines, broeikassen en gietijzer een collage maakt en dat die collage levensvatbaar blijkt te zijn.

Nog een favoriet, wat fragmentarischer, is de Eiland-reeks van Tobias Schalken en Stefan van Dinther. Het zijn korte verhalen dus ik kan geen synopsis geven. In deze reeks lijkt het net alsof strip een onbekend terrein is, dat je met alle mogelijke middelen kan verkennen.

Het ware verhaal van de onbekende soldaat van Tardi. Een strip met een ontzettend intuïtief verhaal, het stroomt maar door en door. Een decadent decor, plotselinge ontploffingen, bizarre personages, vogels. De pagina’s onstonden improviserend en alles krijgt daardoor de structuur van een droom. Blijkbaar is dat parallelle en dromerige iets dat me aanspreekt in strips.

Verder valt me nog iets op aan mijn lievelingsstrips en dat is hoe tekenaars hun personages laten acteren. In het verzamelalbum Brussels in shorts, zit een mooie strip van Frederik van den Stock. Zijn hoofdpersoon, een jongen op kamers, is zo geloofwaardig schutterig. Het zijn net potloodfoto’s, de manier waarop de jongen zijn mond afveegt na een slok bier, in de disco aan zijn elleboog staat te plukken en een meisje niet verstaat. De houdingen zijn heel erg goed getroffen.

Nog zo’n treffende strip, ook echt een lievelings, is De smaak van chloor van Bastien Vivès. Een jongen, een meisje en een zwembad. De tekeningen zijn simpel, de lijnen meanderen een beetje, de kleuren zijn helder, ik kan zien wat er gebeurt en toch snap ik het niet. Ik krijg het verhaal niet rond in mijn hoofd. Een frustrerende aanrader.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik las altijd veel strips maar er zaten niet echt strips tussen die ik echt verschrikkelijk mooi vond. Toen ik tien was ging het gezin op vakantie. Mijn moeder kocht ook altijd een dik stripboek voor onderweg. Maar ik ben autoziek en mijn zus niet. Zij las dus dat boek, ik leun zo een beetje over het midden van de auto en ik kijk half mee. Het was zo’n Suske en Wiske familiestripboek, een verzamelalbum met Biebel, etc. En een strip die bijzonder opviel, Sarah en Robin, van Dupré. Eigenlijk was die eerste indruk intens, dat je weet dat je iets gevonden hebt dat je graag wilt lezen en dat je nog moet wachten. Volgens mij heb ik het uiteindelijk bij een benzinestation gelezen.

Het verhaal heet Zes weken. De strip gaat over Sarah en haar onzichtbare vriend Robin. Robin verdwijnt steeds en blijkt te verblijven in een schitterende tuin die door een andere jongen is verzonnen. Ik vond het verhaal geweldig en de tekeningen heel erg mooi. Ik vind het raar hoe werkelijk de indruk van een fictief verhaal kan zijn. De herinneringen aan het verhaal zijn minstens zo werkelijk als herinneringen aan de basisschool. Na die strip ben ik meer selectief strips gaan lezen, zoeken naar dingen die ik echt mooi vond.

DeDuistereSteden_SchuitenEnPeeters

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: The Property

After the death of her son, Regina Segal takes her granddaughter Mica to Warshaw. They hope to reclaim a family property lost during World War II when her family had to flee the country. Soon Mica begins to wonder if the reasons for their trip might have nothing to do with the lost property per sé, but everything to do with what happened with her grandmother in the past.

She gets help from Tomasz, a Polish comic book artist/tour guide, to get acquainted with Warshaw. He also helps her get rid of a bothersome friend of the family, who Mica and her grandmother happen to bump into on the plane and now follows Mica around town.

PROPERTY_modan

Rutu Modan is an Israeli illustrator and comic book artist whose first graphic novel Exit Wounds (2007) received much critical acclaim and won the 2008 Eisner Award for Best New Graphic Novel. With The Property she made an elegant and intriguing little story. Her characterisations lean toward archetypes but Modan has a knack for natural-sounding dialogue so she is able to make her characters seem real and act natural.

I liked the character of Regina, who seems to be a typical, stubborn grandmother who has a natural dislike for bureaucratic behaviour. This is demonstrated in the first scene in which a customs officer tells her she can’t bring her bottle of water with her on the plane because of security guidelines. She refuses to throw away a new bottle of perfectly good water, so when she doesn’t succeed in persuading the young man to let her have her water, she ostentatiously gulps down the contents of the whole bottle, making all the other passengers wait. Regina is the kind of woman that can be a pain in the ass sometimes, but who’s heart is in the right place.

property_customs

Intriguing detail: the credits list contains a list of actors. It seems Modan uses actors or models to base her characters on. Another detail I found interesting and a bit disappointing is the following: Modan drew her graphic novel in the clear-line style pioneered by Hergè, but the sketches in Tomasz’s sketchbook have a more natural look to them. These sketches appear to be drawn by Asaf Hanuka. I actually prefer the style of these sketches to the clear-line style Modan uses to visualise her graphic novel because the sketches seem livelier and more realistic while the clear-line drawing style is more academic. The sketches seem to draw you into the story world, while the clear-line style keeps a distance between the reader and the comic.

Because Modan collaborates with models and other artists she almost seems to operate like a film director when it comes to constructing a comic book. Speaking of film: I wouldn’t be surprised if this well-paced story will be made into a motion picture someday.

This review was published on the blog of the American Book Center.

Categorieën
Striprecensie Strips

Deze comics moet je lezen

Iedere maand komen er tientallen comics uit op de Amerikaanse markt. Maar welke zijn nu echt de moeite van het lezen waard, op papier of gedownload op tablet? De beste series op een rij.

batman court of owlsBatman (DC Comics)
In 2011 besloot uitgeverij DC Comics alle lopende series stop te zetten om met 52 nieuwe reeksen bij nummer 1 te beginnen. Helden als Superman, Wonder Woman en Green Arrow werden gemoderniseerd, evenals hun origin story. Handig, want zo kre-gen lezers een nieuwe kans om kennis te maken met de striphelden zonder dat ze jarenlange geschiedenis in hun achterhoofd moesten houden. Sommige personages zijn namelijk allang bejaard: Batman wordt volgend jaar 75. Zijn maandelijkse avonturen in de comicserie Batman, geschreven door Scott Snyder en sfeervol getekend door Greg Capullo, steken met kop en schouders boven de rest uit. In de eerste verhalen neemt Bats het op tegen the Court of Owls: een geheim genootschap dat al eeuwen de touwtjes in handen heeft in Gotham. Snyder biedt nieuwe inzichten in de psyche van Batman en diens familiegeschiedenis. Een hele prestatie.

Beginnen bij Batman: Court of Owls.

Fables (Vertigo/DC Comics)
Fables_coverLeefden ze nog lang en gelukkig? De succesvolle en met prijzen overladen reeks Fables van Bill Willingham en diverse tekenaars, vertelt wat er na het einde van het sprookje gebeurde. Overbekende sprookjesfiguren zijn uit hun rijk gesodemieterd door The Adversary en wonen tegenwoordig in ballingschap in onze wereld en proberen voor normale mensen door te gaan. Sneeuwwitje, inmiddels gescheiden van haar prins omdat hij vreemdging, is de baas, de grote boze wolf is de sheriff van Fabletown, etc. De figuren die zich geen menselijk uiterlijk kunnen aanmeten wonen in een sprookjesdorp buiten New York. Sinds 2002 schrijft Willingham deze inventieve interpretatie van bekende folkloristische en sprookjesfiguren. Willingham, een uitgesproken conservatief, schroomt niet om hedendaagse thema’s als abortus aan te snijden en een pro-Israël standpunt in zijn werk door te laten schemeren.

Beginnen bij Fables vol 1: Living in exile.

Hawkeye (Marvel Comics)
Marvel Comics kon na de grote herstart bij DC Comics niet achterblijven en startte vorig en dit jaar allemaal nieuwe series onder de vlag Marvel Now!. Superhelden-teams werden door elkaar gehusseld en creatieve teams wisselden van serie. Hawkeye, de soloserie over de boogschutter van The Avengers, is in de rivier van papier die maandelijks uitkomt een fijne verrassing. Schrijver Matt Fraction focust in de verhalen op wat de superheld in zijn vrije tijd doet. Dan pakt hij bijvoorbeeld op ludieke wijze de louche huisbaas aan die zijn buren afzet door de huur drievoudig te verhogen. Hawkeye is fris, gevat en grafisch oogstrelend.

Beginnen bij Hawkeye, Vol. 1: My Life as a Weapon.

Pagina uit Hawkeye #2.
Pagina uit Hawkeye #2.

Locke & Key (IDW Publishing)
Al jaren een regelrechte page-turner. Na de gruwelijke moord van hun vader, verhui-zen de drie Locke-kinderen en hun moeder naar het huis van hun voorouders, ge-naamd Keyhouse. Deuren in dit bijzondere huis zijn poorten naar andere werelden en een aantal magische sleutels in het huis geven de dragers bijzondere gaven. De demon Dodge wil deze sleutels in zijn bezit krijgen om zo zijn vriendjes uit de hel op onze wereld los te laten. Ondanks de vele magische elementen in deze griezelstrip, weet schrijver Joe Hill (Stephen King Jr.) deze te aarden door goed uitgedachte personages te schrijven in een allesbehalve kinderlijk verhaal. De levendige tekenstijl van Gabriel Rodriguez is net cartoony genoeg om de horror te verlichten.

Beginnen bij Locke & Key: Welcome to Lovecraft.

locke&Key

Saga (Image Comics)
Geheel terecht kreeg Saga dit jaar Eisner Awards (de Amerikaanse strip-Oscars) voor beste nieuwe en beste lopende serie en beste auteur, plus een Hugo Award voor beste beeldverhaal. Scribent Brian K. Vaughn was al eerder verantwoordelijk voor intelli-gente series als Y: The Last Man en Ex Machina, waarin een ex-superheld burgemeester van New York wordt. Saga draait om de verboden romance tussen een man en vrouw van twee verschillende soorten die in oorlog met elkaar verkeren. Als deze intergalactische Romeo en Juliet een kind krijgen, is het gezin op de vlucht voor auto-riteiten van beide zijden. Vaughn omschrijft zijn strip als ‘Star Wars for perverts’ en noemt dat ruimte-epos als een de inspiratiebronnen voor deze inventieve strip waarin humor, science fiction en menselijkheid samenkomen. Tekenaar Fiona Staples laat de personages overtuigend acteren en vindt een mooie balans tussen grootschalige sf-actie en momenten van emotie.

Beginnen bij Saga, Vol. 1.

saga03

The Wake (Vertigo)
The-Wake-Scott-Snyder-issueScott Snyders tiendelige serie The Wake is al net zo goed als zijn Batman-verhalen. The Wake is een spannende horrorthriller die doet denken aan films als The Abyss en The Thing. Walvisdeskundige Dr. Lee Archer en een team van uiteenlopende experts staan oog in oog met een zeemonster dat de evolutie van de mens in een ander dag-licht stelt. Snyder verweeft drie tijdsperioden met elkaar: het heden, het verre verle-den en gebeurtenissen die over 200 jaar zullen plaatsvinden in een postapocalyptische toekomst. Tekenaar Sean Murphy, die ook de reeks American Vampire van Snyder visualiseerde, zet het spektakel met een energieke doch trefzekere toets op papier. Er zijn inmiddels vier delen uit.

Beginnen bij The Wake, issue 1.

The Walking Dead (Image Comics)
WalkingDead_Vol1Wie de succesvolle televisieserie niet gezien heeft, denkt wellicht dat de term ‘The Walking Dead’ slaat op het groepje ronddolende hersendoden waaruit Rutte II bestaat, maar ingewijden weten dat hiermee de overlevenden van de zombie-apoclaypse worden bedoeld die zich staande proberen te houden in een wereld bevolkt door levende doden. De televisieserie is gebaseerd op de gelijknamige en succesvolle comicreeks die al tien jaar loopt en geschreven wordt door Robert Kirkland. Kirkland weet menselijk drama en horroractie goed te combineren in deze zombiesoap die begint als politieagent Rick Grimes ontwaakt uit een coma en op zoek gaat naar zijn gezin. De visueel sterke zwart-wit strip is volgens de schrijver geen horrorverhaal, maar een studie naar hoe mensen zich gedragen in extreme situaties en hoe ze daardoor veran-deren. Inmiddels zijn er 115 deeltjes verschenen die ook in Nederlandse bundels worden uitgegeven, door uitgeverij Silvester.

Beginnen bij Volume 1: Days Gone Bye.

Dit artikel is gepubliceerd in Nieuwe Revu #45 (2013)

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Burengerucht

Last van zijn medebewoners heeft Peter Parker vaak gehad. Net als in Amsterdam zijn de meeste huizen in New York zeer gehorig. In Amazing Spider-Man #211 (1980) wordt Peter dan ook uit zijn slaap gehouden door de nieuwe buurman. Niet omdat hij aan het klussen is, nee, de man zingt een zeer vals deuntje en dat doet hij al uren.

Als Peter er genoeg van heeft ramt hij op de muur en schreeuwt: ‘Hey… Fella! Don’t you know it’s three in the morning?’ Waarop de buurman blij antwoordt: ‘Why NO, Ah don’t, but thanks a heap for the info, pard.’ We zien de buurman niet, maar gezien het dikke accent waarin hij spreekt en het liedje dat hij ‘zong’ over ene Maxine, is zijn Texaanse afkomst duidelijk af te lezen.

Peter besluit dat hij nu nog onmogelijk kan slapen en hoewel hij een examen in de morgen heeft af te leggen, besluit hij maar wat te gaan webslingeren om te ontspannen. Zoals we in een eerdere aflevering van deze rubriek hebben gezien, leidt zo’n tochtje vaak tot avontuur.

ASM-211-03 ASM-211-04

Overigens stopt auteur Dennis O’Neil veel humor in dit Spidey-avontuur waarin hij het uiteindelijk opneemt tegen niemand minder dan Prins Namor. Behalve de episode met de buurman, lukt het Peter eerst niet om zijn Spider-Man outfit te vinden. Als hij uiteindelijk op het punt staat om het raam uit te slingeren, blijkt hij zijn pyjamabroek nog aan te hebben. Niet veel later krijgt hij een grote hoeveelheid pekelwater over zich heen waardoor het de rest van de comic krabben is voor de muurkruiper. Het zit hem niet mee.

ASM-211-brine

Overigens pakt O’Neil in nummer 217 het schijnbaar niet belangrijke incident met de buurman op en zien we eindelijk wie de Idol in spé is:

ASM-217-08

Overigens doet dit laatste incident me denken aan een blogpost van Jooper. Die ergerde zich aan het gitaarspel van zijn buurman, want ook in zijn woonplaats zouden de huizen geluiddichter mogen zijn. Uiteindelijk bleek die buurman de sympathieke singer-songwriter Tim Knol te zijn. Dat lijkt me toch een stuk beter dan Parkers Texaanse muzikant. Aan de andere kant: geluid van de buren is op den duur altijd vervelend, zelfs als ze zulke goede zangers zijn als Knol.

Tekeningen: John Romita Jr. Inkt: Jim Mooney.

Categorieën
Boeken Strips

Stripmaker Ben Katchor bij Boeken

handdrying_katchorEerder deze week besteedde ik aandacht aan het boek Hand-Drying in America and other stories van de Amerikaanse stripmaker Ben Katchor, en dat was geen toeval. Katchor trad namelijk op tijdens het Crossing Border festival in Den Haag. Bijzonder: Wim Brands interviewde hem voor zijn programma Boeken.

Nu weet ik dat Brands een grote fan is van Katchor, dus het zal hem veel plezier hebben gedaan om deze interessante stripmaker eens aan zijn tafel te hebben gehad.

Want interessant is het werk van Katchor zeker. Nu kan ik daar wederom een essay over vol schrijven, maar het is wellicht beter om het interview gewoon te bekijken. Eerst komt Joost Zwagerman nog in de uitzending aan het woord trouwens, want van hem kwam een tweedelige bundeling uit van zijn essays over Amerikaanse kunst & cultuur. Ook erg boeiend.

Boeken is op dit moment een van mijn favoriete programma’s op televisie en een van de weinige uitzendingen die ik geregeld terugkijk op Uitzendingvergist.nl. Ik kijk namelijk al meer dan een jaar geen televisie meer en dat bevalt me best. Geen zapsessies meer, geen verloren uurtjes zombiestaren naar hersenloze televisie. Alleen nog heel gericht kijken via het web, dus ik kijk veel minder, maar zie en lees daarom des te meer.

Het is de schijnbare eenvoud van Boeken die me zo aanspreekt. Brands heeft iedere week schrijver of schrijvers aan zijn tafel en voert daar een boeiend gesprek mee. Dankzij het interview weet je altijd in grote lijnen waar het boek overgaat en of het iets voor je is. Door Boeken heb ik al veel nieuwe, interessante schrijvers ontdekt. Het programma is het bewijs dat je met een simpele opzet, heel kijkwaardige en geestverruimende televisie kunt maken.

Ter inleiding van het gesprek met Katchor schreef Brands een stuk over de tekenaar in de VPRO Gids deze week.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Terugblik Spider-Man lezing op KLIK

Op dit moment zit ik een beetje duf achter mijn toetsenbord. De tweede kop koffie moet nog even zijn werk doen en mijn hersenen activeren. Het is dan ook laat geworden gisteravond met de Midnight Madness op KLIK! Een paar uur daarvoor stond ik zelf voor een zaal toehoorders te spreken over Spider-Man.

Foto: Corneel de Wilde
Foto: Corneel de Wilde

Het zal de vaste bezoeker van dit blog niet ontgaan zijn dat ik de afgelopen tijd bezig was deze lezing voor te bereiden. Ik heb de lezer immers genoeg gespamd met berichten hierover, maar goed, ik vond het dan ook weer erg leuk dat ik een lezing over mijn favoriete stripheld mocht geven. En dit keer op KLIK!, wat ik toch het tofste Nederlandse animatiefestival vind dat ik ken.

De lezing ging lekker en ik zag veel bekenden in de zaal zitten. Dat deed me erg goed. Niet alle facebookvrienden die hadden toegezegd te komen, waren er. Ik zal straks dus even mijn vriendenlijstje gaan uitdunnen. 🙂

De mensen die waren gekomen wil ik via deze weg nog even hartelijk bedanken. Leuk dat mijn vader, moeder en zusje waren gekomen vanuit het verre Groningen. Nu konden ze eens zien dat het toch zijn nut heeft gehad dat ik vroeger al mijn zakgeld spendeerde aan Spider-Man-comics. Ook leuk dat schoonmoeder en kunstenaar Jan van den Bos aanwezig waren. En de mannen van Moker, waarvan twee ook verstokte Spidey-fans zijn. En verder natuurlijk de andere vrienden en onbekenden die de moeite hadden genomen om de lezing bij te wonen. De zaal had een goede vibe en daar doe je het voor.

Foto: Corneel de Wilde
Foto: Corneel de Wilde

Na afloop ben ik nog met de familie, vriendinnetje en vrienden gaan drinken in Eye. Kortom, het was een goede avond, waar ik nu nog even van ga nagenieten alvorens ik weer richting KLIK afreis om nog wat mooie dingen te gaan kijken.