Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: De Ruimtesmurf

Een sfeervolle prent uit het verhaal De Ruimtesmurf gemaakt door Peyo, de smurfenmeester himself:

ruimtesmurf
In het verhaal De Ruimtesmurf verlangt een van de blauwe wezentjes ernaar om een verre planeet te bezoeken en besluit een raket te bouwen. De raket bevat in de cockpit een stel trappers waarmee hij de propeller onderaan aandrijft. Hoe hard hij ook trapt, de raket komt niet van de grond. Grote Smurf verzint een list en met de hulp van alle inwoners van het dorp, zorgen ze ervoor dat de Ruimtesmurf de reis van zijn leven beleeft. Het zou flauw zijn om te verklappen hoe dat geschiedt. De Ruimtesmurf is een mooi verhaal over vriendschap en hoeveel de Smurfen over hebben om voor een ander een droom te laten uitkomen.

Dit verhaal werd in 1970 als album uitgebracht, dus een jaar na de eerste mens op de maan, en werd recent opgenomen in De Smurfen: Winterboek van de Standaard Uitgeverij. Naast spelletjes zijn ook de verhalen De Smurfen en Moeder Natuur, De Goksmurf en De verschrikkelijke Sneeuwsmurf in de bundel opgenomen. Voor zover ik heb kunnen nagaan betreft het allemaal herdrukken. Toch mag dat de pret niet bederven en zal het voor de nieuwe generatie lezers geen smurf uitmaken. En daarbij zijn de Smurf-verhalen in zekere zin tijdloos.

ruimtesmurf2

Geanimeerd
Zo nu en dan lees ik nog wel eens de avonturen over Peyo’s vrolijke blauwe snuiters. Mijn eerste kennismaking met de Smurfen was echter de animatieserie van Hanna-Barbera in de jaren tachtig waar ik als kind veel naar keek. De Vara zond de afleveringen uit. De strips las ik toen eigenlijk maar mondjesmaat. Wel stond ons huis vol met Smurfen-poppetjes. We bewaarden die in een grote plastic Smurfenpaddestoel. Volgens mij had ik in ieder geval Potige Smurf, Smulsmurf met taart, Brilsmurf, Smurfin en Grote Smurf. Ook had ik een poppetje van Gargamel en zijn poes Azraël, maar die klopten qua schaal eigenlijk niet. Ze waren namelijk niet veel groter dan de Smurfen zelf.

Super

Frankenstein Smurf hadden we in mijn tijd nog niet.
Frankenstein Smurf hadden we in mijn tijd nog niet.

Potige Smurf was uiteraard mijn favoriete Smurf. Potige betekende toen nog groot en sterk in plaats van gay. Hij komt ook het dichts in de buurt van een superheld. Daar had ik overigens ook nog een Smurfpoppetje van: SuperSmurf droeg een zwart masker vergelijkbaar met dat van Robin, rode handschoenen en had een gele cape om. Hij vloog met een gestrekt arm die aan een plastic plateautje vast zat. Dat raakte natuurlijk binnen de kortste keren los. Dat was prima, want zo kon je makkelijker met hem rondvliegen. Als je hem echter rechtop zette, stond deze Smurf op zijn tenen als een balletdanser. Misschien school toch een potige Smurf achter het masker.

De Smurfen: Winterboek
Standaard Uitgeverij, € 7,95

 

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Kerstman als side-kick

Met plezier lees ik altijd de kerstverhalen uit het Marvel universum en de Spidey-verhalen in het bijzonder. De vorige keer had Peter Parker in Spidey’s web moeite met uitgenodigd worden voor kerst, dit keer zoeken Mary Jane en hij een plek om te wonen, want op 24 december worden ze uit hun huis gegooid.

ASM-314-coverWaarom is een erg lang verhaal: huisbaas Jonathon Caesar ontvoerde kort geleden Mary Jane in de hoop haar te overtuigen om met hem te trouwen. Ze wist te ontsnappen, min of meer met de hulp van Spidey. Hoewel Caesar in de bak zit, kan hij nog steeds advocaten voor hem laten werken. Als wraak laat hij de Parkers uit hun appartement in de Bedford Toren zetten. Nou ja, zo lang verhaal is het dus toch niet.

Tante May biedt meteen haar huis aan, maar Peter vindt het een naar idee om na jaren op zichzelf gewoond te hebben, weer bij zijn (surrogaat) moeder in te moeten trekken. En wie kan hem dat kwalijk nemen?

Hoe dan ook, terwijl Peter op zoek gaat naar een nieuw onderkomen, plant een medewerker van het warenhuis Herdling’s zijn eigen wraak. Al 23 Kerstmissen moet hij overwerken van zijn baas, Howell Thurston III en dat zonder overuren betaald te krijgen. Hij heeft schoon genoeg om voor Mr. Scrooge te werken en dus laat hij het geldtransport van het warenhuis stelen door enkele handlangers. Dit loopt echter mis, en om er met het geld vandoor te kunnen gaan, gijzelen de mannen de arme sloeber die is ingehuurd om als Kerstman op te treden.

Wordt dit de laatste kerst voor de Kerstman?
Wordt dit de laatste kerst voor de Kerstman?

Pech voor de dieven: wanneer ze achtervolgt worden door de politie besluiten ze via het kerkhof te rijden. Daar is Peter Parker om een bezoek te brengen aan het graf van Oom Ben. Met frisse tegenzin hijst hij zich in zijn Spidey kostuum om de snoodaards tegen te houden. Opvallend genoeg blijft het geweld bij het uitschakelen buiten beeld:

ASM-314-17
ASM-314-18

Kennelijk wilden schrijver David Michelinie en tekenaar Todd McFarlane een zo geweldvrij mogelijke kerstaflevering maken.

De enige klap die we wel uitgevoerd zien worden is de knal die de Kerstman uitdeelt:

ASM-314-19

Spider-Man heeft dus even de Kerstman als sidekick.

Als Peter zich weer aan het omkleden is op het kerkhof, ziet hij May bij het graf van Ben staan. Peter beseft dat May er altijd voor hem geweest is en dat bij haar intrekken zijn tante het gevoel zal geven dat ze haar kinderen nog steeds kan helpen in tijden van nood. Hij schuift zijn ego opzij en zegt maar al te graag weer bij zijn tante te komen logeren. En zo wordt het (wederom) toch nog een gezellige kerst in het huis van de Parkers.

Merry Christmas, Mr. Parker!

Categorieën
Boeken Striprecensie Strips

Recensie: Sticky Monsters van John Kenn Mortensen

‘I was born in Denmark 1978. I write and direct television shows for kids. I have a set of twins and not much time for anything. But when I have time I draw monsterdrawings on post-it notes… it is a little window into a different world, made on office supplies.’ Zo luidt het voorwoord van Sticky Monsters, een verzameling tekeningen van John Kenn Mortensen dat in 2012 werd uitgegeven door Square Peg.

johnkenn_118
johnkenn_ 92Een kort en bondige introductie op een reeks illustraties waarnaar je uren kunt staren. Illustraties waarin bijvoorbeeld een groot ovaalvormig, harig monster met een lange spitsneus en een soort van gewei op zijn hoofd, achter een kind met een paraplu aan sluipt dat van steen tot steen springt. Of een vampierachtig meisje met grote oren en gevaarlijke tanden dat buiten de boomhut van een jongetje zweeft. Net boven de rand van de vensterbank staart het jongetje het meisje aan. Of een groep bleke, vettige creaturen met uitpuilende ogen, een grote bek en enorme klauwen als handen, die niet zou misstaan in een aflevering van Doctor Who. Ze lopen stampvoetend over de brug waar een jongetje met geruite pet onder schuilt.

De creaturen ademen soms de sfeer uit van een nachtmerrie of een horrorscenario, maar de andere keer lijken ze wel wat op de vriendelijke monstermuppets die je in Sesamstraat voorbij ziet komen.

Met dunne lijnen brengt Mortensen (die zichzelf online ook wel Don Kenn noemt) in zeer gedetailleerde tekeningen een bijzondere wereld tot leven, waar kinderen en monsterachtige verschijningen in allerlei vormen en maten de hoofdrol spelen. Een wereld die alleen bestaat op gele post-it-velletjes – vandaar de titel ‘Sticky’ Monsters – wat alle tekeningen een herkenbare lichtgele kleur geeft. In het boekje zijn de illustraties even groot als de originele afgedrukt. Juist omdat de tekenaar verder geen uitleg geeft en tekst ontbreekt, kun je je eigen verhaal bij het werk verzinnen. In wezen is het iedere bladzijde Halloween, zij het dan wel in het herkenbare handschrift van een verder bij mij onbekende illustrator.

'Trick or Treat?'
‘Trick or Treat?’

johnkenn_138

Wie lang genoeg kijkt ziet bepaalde thema’s en patronen terugkeren. Zo houden veel kinderen een ballon in hun hand, of houden ze een zwevend monster aan een touwtje vast alsof ze een ballon zijn. Veel monsters komen voor op zee waar iemand met een bootje vaart. De creaturen achtervolgen de kinderen vaak opgemerkt, en als ze wel door het kleine grut worden gezien, dan staart het kind ze met grote ogen aan. Soms maken de monsterlijke verschijningen onderdeel uit van het landschap.

johnkenn_186

Het werk van Kenn was ik wel eens tegengekomen op Tumblr. Hij houdt zelf al sinds 2009 dit blog bij en ook heeft hij zelf een Tumblr. Toen ik eerder dit jaar het boekje Sticky Monsters bij de American Book Center zag liggen, moest ik het aanschaffen. Geregeld pak ik het op en sla ik het boekje ergens open. Telkens ontdek ik weer een nieuw detail: een specifieke blik of een klein element op de achtergrond dat ik niet eerder zag. Het is heerlijk bladeren en vertoeven in de excentrieke, monsterlijk leuke en magische wereld van John Kenn Mortensen.

John Kenn Mortensen. Sticky Monsters.
Square Peg. £ 7,99
9780224 095761

Er is inmiddels ook een tweede boekje verschenen.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Alles van Mark Beyer en Olivier Schrauwen

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Jeroen samen met het werk van Beyer en Schrauwen. Foto: Sophie Steengracht
Jeroen samen met het werk van Beyer en Schrauwen. Foto: Sophie Steengracht

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Jeroen Funke, 37, striptekenaar.

Welke strips zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Alles van Mark Beyer (Amy and Jordan) en Olivier Schrauwen (o.a. De man die zijn baard liet groeien).

Waarom zijn dit je favoriete stripmakers? Wat vind je er zo goed aan ze?
Beyer is zo’n beetje de Syd Barrett van de stripwereld, die dan wegrent van een lezing die hij zelf moet geven en zo. Ha!Ha!. Dat soort psychotische reacties passen heel goed bij zijn werk. Amy and Jordan zijn ook altijd zo pessimistisch en nihilistisch als een gek! En juist van al die depressiviteit in de verhalen word ik enorm vrolijk! Dan komen er bijvoorbeeld reuzenratten in het appartement van Amy & Jordan en die eten dan hun benen op. En dan zeggen ze: ‘Oh, nou ja, dat zullen we wel verdiend hebben!’ Ha! Ha! Ha! Maar het is meer dan dat, want zijn tekenwerk is ook weergaloos! Als een soort autistische, outsider artist gebruikt hij te pas en ook zeker te onpas een lineaal en propt hij alles vol met stippeltjes en streepjes. Heel dwangmatig allemaal. En kinderlijk, en fantastisch! Om over zijn rare, inventieve perspectieven, kadrering en pagina-indelingen nog maar te zwijgen.

Olivier Schrauwen is veel minder autistisch dan Mark Beyer. Maar wat ze met elkaar gemeen hebben is een soort avontuurlijkheid. Ze weten zich allebei niet gevangen binnen de conventies van de ‘reguliere strip’. Alleen waar Beyer toch vast zit in z’n eigen neurotische stijl probeert Ollie zichzelf telkens opnieuw uit te vinden, lijkt het wel. Elk project krijgt een eigen manier van tekenen en uitvoering. Soms is een boek gedrukt, gekopieerd, gestencild of gezeefdrukt. Soms heel losjes getekend, soms vrij realistisch en met typletters, maar het is altijd onmiskenbaar Schrauwen. Er zit wel altijd een bepaalde triestigheid in zijn verhalen, maar daar houd ik blijkbaar heel erg van. Met name zijn boek De man die zijn baard liet groeien is geweldig! Hij creëert daarin een eigen universum door middel van losse verhalen die toch op een zekere manier bij elkaar lijken te horen. En zo voelt het ook. Dat is knap, want sommige verhalen zijn afzonderlijk voor losse buitenlandse bloemlezingen getekend, in behoorlijk uiteenlopende stijlen ook. En tóch komt alles wonderwel bij elkaar in dit boek. Met verschillende tekenstijlen binnen één verhaal weet hij zelfs inhoudelijk iets aan het verhaal toe te voegen. Prachtig getekend. Ontzettend knap geschreven. Tot nu toe het beste stripboek dat ik ooit heb gelezen!

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik ken het werk van beide tekenaars nu al een tijdje en hoewel ik altijd m’n ogen open hou voor nieuw talent, kom ik toch altijd weer terug bij hun boeken. Ik ben ook echt retejaloers op allebei de tekenaars! Maar gelukkig is het ook heel inspirerend allemaal. Als ik hun boeken lees, herinnert het me aan wat er allemaal nog meer kan met strips. En dat is precies wat ik af en toe nodig heb.
amy_jordan_markbeyer

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De wake

Dood gaan we allemaal. Zoveel is zeker. Ik kijk niet bepaald uit naar het moment dat ik het leven achter me laat om het in te ruilen voor het grote niets. Begrafenissen zijn ook niet aan mij besteed. Gelukkig hoef je bij die van jezelf niet aanwezig te zijn. Geestelijk niet in ieder geval.

dewakeDaar dacht schrijver Ronald Giphart wellicht anders over. Hij schreef een kort verhaal genaamd De wake, waarin Siem, een hoogleraar, met zijn vrouw Margot een bergwandeling in Zweden maakt. Siem valt van de berg en sterft. De vriendenclub van de hoogleraar besluit zich aan een oude belofte te houden en houdt een wake.

Wat ik heel sterk aan dit verhaal vind is dat we vanaf het moment dat Siem valt, alles wat er met zijn lichaam gebeurt stap voor stap kunnen volgen, omdat de hoofdpersoon alles kan volgen. Het verhaal is vanuit zijn perspectief verteld. Hierdoor geeft Giphart een aardige indruk van wat ons te wachten staat als we eenmaal overleden zijn. Je gaat bij het lezen toch even fantaseren over hoe je eigen begrafenis eruit zou kunnen zien. Het verhaal mag op sommige punten wat sentimenteel zijn, alleen het uitgangspunt al maakt dat de vertelling niet in je koude kleren gaat zitten.

De wake, een kort verhaal dat oorspronkelijk als kerstgeschenk van de Vrije Universiteit Amsterdam is geschreven, werd in een bundel van drie verhalen uitgegeven.

Nanne Meulendijks maakte een beeldromanversie van De wake. Zij blijft in de verbeelding dicht bij het perspectief dat Giphart heeft gekozen: veel illustraties zijn vanuit het perspectief van Siem getekend. Dat levert soms koude rillingen op: wanneer de lijkzak waarin Siem ligt, wordt open geritst bijvoorbeeld en zijn twee zoons en vrouw ‘ons’ aan staren.

"Dag Siem"
“Dag Siem”

Gelukkig is Meulendijks geen slaaf van de tekst en voegt ze haar eigen interpretatie aan het geheel toe. Ze zit dus niet vast aan het perspectief van Siem en wisselt tussen zijn blik en die van de alwetende verteller. Ondanks het feit dat de tekst van Giphart integraal in het boekwerk is opgenomen, voegen de illustraties dus een extra laag toe. Dat is bij sommige verstrippingen waarin de brontekst geheel is overgenomen wel eens anders.

Het boek opent en eindigt met een extreme close-up van Siems gezicht. Bij de opening heeft Siem de schrik op zijn gezicht staan omdat hij naar beneden stort, bij het slotbeeld een soortgelijke uitdrukking omdat hij in de crematieoven ligt en zijn lijf in rook opgaat. Dat impliceert volgens mij dat de hele vertelling ook een fantasie kan zijn geweest die door Siems hoofd flitste terwijl hij zijn laatste adem uitblies. Maar dat is voor interpretatie vatbaar. En dat maakt het boek ook zo goed vind ik, dat Meulendijks in haar visualisering genoeg ruimte laat voor eigen invulling.

Kortom: De wake van Meulendijks & Giphart is een intrigerende vertelling geworden.

Wel erg jammer is dat het boek na een keer lezen uit elkaar viel: kennelijk niet goed geplakt bij de drukker, want het omslag liet de rest van het boek al vallen voordat Siem de oven in ging. De fysieke vorm van het boek gaf als het ware de geest voordat de vertelling voorbij was. Van een boek dat € 22,50 kost mag je toch een betere productie verwachten. En dit verhaal verdient sowieso beter.

Ronald Giphart & Nanne Meulendijks. De wake
Uitgeverij Podium, € 22,50
ISBN 9789057595950

Categorieën
Strips

Lucky Luke geëxposeerd

Cowboys, indianen, een pratend paard, een domme hond en een held die sneller schiet dan zijn… Nou ja, je snapt waar ik het over heb. Tijdens de laatste editie van het Stripgids festival, voorheen Strip Turnhout geheten, bezocht ik de expositie over Lucky Luke, samengesteld door freelance journalist Karl van den Broeck.

lucky_luke_pow
De tentoonstelling brengt hulde aan Morris (Maurice De Bevere, 1923-2001), de tekenaar en geestelijk vader van Lucky Luke. Uitgangspunt van de expositie is de vraag hoe een jonge tekenaar uit Vlaanderen in de jaren voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog gepassioneerd raakte door de Amerikaanse mythe van de Far West, met cowboys, outlaws, indianen, sheriffs en pokerspelers. In de tentoonstelling wordt getoond hoe Europa al aan het einde van de negentiende eeuw in de ban is van de Amerikaanse cultuur. Dat Lucky Luke een ‘Vlaamse’ zingende cowboy is, is dus geen toeval.

lucky_luke_expo

Geslaagde parodie
Morris creëerde Lucky Luke in de jaren veertig van de vorige eeuw als parodie op de klassieke John Ford-westerns waarin de outlaws burgerlijke trekjes krijgen. In zijn strips zijn de outlaws anti-helden. Ook de archetypische cowboy Lucky Luke wordt van zijn voetstuk gehaald door zijn paard. Door die parodiërende aanpak was Morris zijn tijd minstens tien jaar vooruit. Hij liet zich inspireren door andere cultuurvormen zoals films en betekende op zijn beurt een onuitwisbare invloed op het westerngenre en de beeldvorming daaromtrent.

lucky_luke_saloon

lucky_luke_billy

Wat ik vooral fijn vind aan dit soort tentoonstellingen zijn de uitvergrote afbeeldingen van stripplaten. Wanneer een stripplaatje los van de verhalende context wordt getoond, ga je er weer op een heel andere wijze naar kijken. Sommige plaatjes kunnen namelijk heel goed op zichzelf bestaan en vertellen een eigen verhaal. Hetzelfde probeer ik te bewerkstelligen met de Eppo-rubriek Stripplaatje onder de loep. Uitvergroot vallen bepaalde zaken ook extra goed op, zoals bijvoorbeeld de lijnvoering van de tekenaar. Morris hanteerde een opvallend losse lijn die vol leven zit. Kijk maar eens hoe hij hier de hond Rataplan heeft geïnkt.

lucky_luke_stad

Jammer aan de expositie vind ik dat alle teksten in de stripplaatjes in het Frans zijn. Een gemiste kans want de begeleidende teksten van de expositie zijn gewoon in het Nederlands. Leuk is de koets die midden in de ruimte staat met een heuse gier boven op het dak. Ook fijn: ik kreeg meteen weer zin om in de stripalbums over deze eenzame cowboy te duiken.

De tentoonstelling is een co-productie van Stripgids, het provinciale cultuurhuis de Warande in Turnhout en de erven Morris. Nog te zien tot 19 januari 2014 in de Warande in Turrnhout. Daarna zal Lucky Luke op reis gaan in België en omstreken.

120.000 post-its
Overigens hangt er nog een speciale afbeelding van Lucky Luke in Antwerpen, namelijk op de Antwerpse Rooseveltplaats waar het kantoor van Ballon Media huist: 120.000 post-its werden opgeplakt door de scholieren van het Koninklijk Atheneum Antwerpen en vormen het gezicht van Lucky Luke. Zie hier het resultaat.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Eenzame kerst?

Het lijkt een eenzame kerst te worden voor onze held Spider-Man in Peter Parker, The Spectacular Spider-Man #112 (1985).

De running gag in dit nummer is dat Peter verschillende vrienden spreekt in de hoop uitgenodigd te worden met kerst. Iedere keer wordt het gesprek halverwege onderbroken en gaat Peter weer verder. Hierdoor krijgt men niet de kans de sympathieke jongeman uit te nodigen om aan de kersttafel aan te schuiven.

Zo spreekt Peter Robbie Robertson op de redactie van The Bugle. Joe vertelt dat zijn zoon Randy een paar dagen komt logeren. Kate Cushing onderbreekt het gesprek eventjes om te zeggen dat ze gek wordt van Jameson, die haar de hele tijd lastig valt en op haar vingers kijkt. Als Joe zich omdraait om Peter uit te nodigen voor de kerst is de freelance fotograaf alweer weg. Ook een telefoontje met Harry Osborn loopt in de soep: Harry heeft zijn huilende zoon op schoot, dus echt praten lukt niet.
(Zeer herkenbaar overigens: het blijkt in de praktijk inderdaad heel moeilijk om af te spreken met vrienden die kinderen hebben, maar dat even terzijde.)

En als Peter Tante May aan de telefoon heeft, kookt de pan op het vuur over voordat ze haar neef kan uitnodigen. En zo gaat het nog even door. Peter wil zich niet opdringen bij zijn vrienden en iedereen lijkt al plannen met familieleden te hebben.

Uiteindelijk zorgt Peter voor zijn eigen bezoek, want deze vriend zal hem nooit in de steek laten:

Spec-Spider-Man-112-kerst

Evil Santa
Een tweede plotlijn in dit verhaal van Peter David is niemand minder dan de kerstman. Of eigenlijk: een oplichter verkleed als de kerstman die in het warenhuis kinderen ontvangt en hun verlanglijstjes aanneemt. Ondertussen hoort hij de kinderen uit over wat er nog meer in huis staat. Als dat interessante spullen zijn, komt de kerstman even langs om die spullen te stelen.

Spec-Spider-Man-112-wapen

Dom alleen dat hij ook bij de buurmeisjes van Peter Parker inbreekt waardoor een confrontatie met Spider-Man niet te vermijden is. De kerstman wordt namelijk betrapt door buurvrouw Bambie en als hij zijn wapen trekt, gaat Peters instinkt af. Hij stormt het huis binnen als Spider-Man.

De ‘kerstman’ slaat op de vlucht slaat en rent het dak op. Daar staat hij oog in oog met de echte kerstman. (Hé, dit is het Marvel universum, als daar een Noorse god als Thor kan rondlopen, denk je dan echt dat de Kerstman niet kan bestaan?)

De Kerstman ontmoet echte Kerstman.
‘De Kerstman’ ontmoet de echte Kerstman.

De kerstman dwingt de oplichter zijn leven te beteren. De inbreker staat de volgende dag als kerstman de gestolen waar aan mensen uit te delen. En passant heeft hij nog een boodschap voor Peter van Santa Claus dat hij zijn tante moet bellen. En zo komt het voor Parker toch nog goed deze kerst, die hij gezellig doorbrengt met May, Anna Watson en Mary Jane. Wordt het toch nog knus en gezellig.

Spec-Spider-Man-112-22

De volgende aflevering van Spidey’s web blijven we nog even in de kerstsfeer als Spider-Man en de Kerstman de krachten bundelen om een stel boeven uit te schakelen. Ondertussen wil ik jullie de cover van bovenstaande comic niet onthouden. Deze werd overigens niet gebruikt in de Nederlandse uitgave van Peter Parker. Wellicht was dat omdat dit nummer, namelijk Peter Parker #37 niet met kerst uitkwam maar ergens halverwege het jaar.

Santa laat niet met zich sollen. Illustratie: Mark Beachum.
Santa laat niet met zich sollen. Illustratie: Mark Beachum.
Categorieën
Strips

Typex’ Rembrandt wint Willy Vandersteenprijs

Dit bericht plaats ik met groot genoegen: Typex’ Rembrandt heeft de Willy Vandersteenprijs 2013 gewonnen. Dat werd bekend gemaakt tijdens het Gala van de Vlaamse Strip op vrijdagavond 13 december, tevens de opening van het Stripgids Festival te Turnhout.

'De nachtwacht'. Klik op plaatje voor grotere versie.
‘De nachtwacht’. Klik op plaatje voor grotere versie.

Uiteraard een terechte winnaar want Rembrandt van Typex legt de lat voor de Nederlandse strip weer een stuk hoger. En dat zeg ik natuurlijk als een van de juryleden, dus enigszins bevooroordeeld mag je me noemen.

Uit het juryrapport:

Rembrandt is een briljante combinatie van een gelaagd verhaal en virtuoze tekeningen. Auteur Typex voegt niet zomaar een boek toe aan de overvloed van boeken over Rembrandt van Rijn. Zijn portret is een heel persoonlijke en levendige visie op leven en werk van de beroemde schilder. Stilistisch valt op hoe de auteur zich door Rembrandt zelf heeft laten inspireren om een schetsmatige grafiek te ontwikkelen die perfect past bij zijn onderwerp. Typex heeft zichzelf indrukwekkend overtroffen, Rembrandt is zijn magnum opus. Door deze strip kijk je nooit meer op dezelfde manier naar een schilderij van Rembrandt.

Typex_Rembrandt-coverDe Willy Vandersteenprijs werd in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Stripgids en bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. Er is een geldprijs van 5.000 euro aan verbonden en de laureaat krijgt een tentoonstelling op de Stripdagen Haarlem.

De Vlaams-Nederlandse jury voor de prijs bestond deze editie uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Toon Dohmen (stripjournalist en vertaler), Gert Meesters (stripjournalist Knack Focus), Michael Minneboo (stripjournalist), Toon Horsten (hoofdredacteur Stripgids) en Gert Jan Pos (stripjournalist, vertaler en voormalig stripintendant van Nederland).

Wegens zijn creatieve betrokkenheid bij Rembrandt nam Gert Jan Pos niet deel aan de laatste fase en stemming van het debat.

Typex, de prijs is je van harte gegund!

Eerder dit jaar sprak ik uitgebreid met de stripmaker over het maakproces van Rembrandt.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Dick Bos

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Phil bestudeert Dick Bos.
Phil bestudeert Dick Bos.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Phil van Tongeren, 56, tekstschrijver en festivalprogrammeur.

Welke strip is je favoriet en lees je nu nog steeds?
In de vroege jaren zeventig knutselde ik met vrienden allerlei stripfanzines in elkaar, die voornamelijk als excuus dienden om toegang te krijgen tot onze idolen. Voor mij torende Daan Jippes in die jaren boven iedereen uit. Maar altijd gebleven is de liefde voor Dick Bos. Een Hollandser-dan-Hollandse held. Onlangs heb ik op een veiling een kaveltje van zes originele uitgaven gekocht, waaronder de eerste, Het Geval Kleyn. De Chef, een voorloper van Bos uit de vroege jaren dertig, ging voor 175 euro (!) aan mijn neus voorbij.

Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?
Het geheim van Dick Bos is dat dat nauwelijks valt uit te leggen. Ik vind de combinatie van de laconieke tekenstijl met een (op z’n zachtst gezegd) nog laconiekere verteltrant onweerstaanbaar. In een interview zei tekenaar/schrijver Alfred Mazure het ooit heel treffend: ‘Dick Bos neemt zichzelf niet ernstig, hij weet dat hij zelf niet bestaat.’ Mazure tekende een gemiddeld Dick Bos-avontuur van ca. 200 pagina’s in zes dagen, en dat is te zien. Maar het maakt niet uit. Hij beperkte zich tot de essentie en ontvouwde in een paar lijntjes en vegen een compleet Hollands panorama anno de jaren veertig, met al z’n naïviteit en lulligheid. Alleen W.F. Hermans was in zijn oorlogsromans beter in staat die atmosfeer op te roepen.

Als ik even mag afdwalen: Hermans schreef na de oorlog onder pseudoniem een viertal pulpthrillers, misschien wel geïnspireerd door Dick Bos. Wie weet! Ik heb trouwens een medegelovige in Paul Verhoeven die al zijn hele leven rondloopt met plannen voor een Dick Bos-film. Die heeft hij zonder het te weten trouwens al gemaakt: Zwartboek.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik heb zopas een oude Stripschrift teruggevonden uit 1971, een Dick Bos-special waarin een bibliografie is opgenomen. Daarin heb ik als pubertje met potlood aangestreept welke boekjes ik in bezit had: 47 in totaal! Ik herinner me (want ze zijn in de loop der jaren zoekgeraakt) dat die voornamelijk uit de nieuwe serie kwamen die Mazure in de jaren zestig tekende. In een Britse setting en met de bevallige Sheila als Bos’ secretaresse. Ze zijn ook een stuk beter getekend, want Mazure kon het wel. Maar toch, die krukkige oudjes zijn me het dierbaarst. Dick Bos die in zijn cabriolet over een met twee strepen aangeduid landweggetje naar een verdacht adresje scheurt – kippenvel. Ook de teksten zijn me zeer dierbaar, vraag maar aan mijn vriendin. Die hoort me er te pas en te onpas de Bos-klassieker ‘Na zoo’n klap zeggen ze gewoonlijk niet veel meer’ uitgooien. Ook als de situatie er helemaal niet om vraagt. Bos ‘bekt’ gewoon lekker.
mazure_dickbos

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips

Interview John Romita Jr.: Van Spider-Man tot Kick-Ass

In Kick-Ass 2, sinds afgelopen zomer in de bioscopen en vanaf 11 december uit op DVD en Blu-ray, maken we opnieuw kennis met de reallife superheld die zijn naam aan de film gaf. De film is gebaseerd op de gelijknamige strips getekend door John Romita Jr. Al sinds 1976 tekent hij voor Marvel Comics, de uitgeverij waar ook zijn vader, John Romita Sr.carrière maakte. ‘Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’ 

John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.
John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.

‘Het mooiste aan mijn vak vind ik dat ik thuis kan werken. Zo was ik in staat om mijn zoon op te zien groeien en meer tijd te spenderen met mijn vrouw,’ zegt de Amerikaanse stripmaker John Romita Jr. lachend vanuit zijn huis in Long Island. ‘Maar zonder gekheid, het mooie aan strips maken vind ik zowel de verhalen die we vertellen als het tekenen zelf. Het is bijzonder om jezelf zo in je werk te kunnen verliezen en tegelijkertijd controle over het proces te houden. Strip is een groots medium dat al zover is ontwikkeld dat iedereen in de industrie eigenlijk trots moet zijn op waar we zijn op dit moment.’

John Romita Jr. (New York, 1956) is een van de beste tekenaars werkzaam binnen de Amerikaanse strip. Hij tekent gemiddeld twee comics per maand. Zijn werk is een schoolvoorbeeld van hoe je de grammatica van het medium moet gebruiken om duidelijk een verhaal te vertellen. Hij is een visuele verteller: de camera staat altijd op de juiste plek en hij laat zijn personages overtuigend acteren. Romita: ‘Kijk, er zijn tekenaars die een betere of mooiere stijl hebben dan ik, daarom blijf ik hard werken. Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’

Zijn gehele professionele leven werkt Romita voor Marvel Comics. Hij heeft zo’n beetje alle belangrijke helden van de uitgever getekend, zoals Captain America, Iron Man, Daredevil, Thor, the X-Men, the Punisher en the Avengers. Gedurende zijn carrière heeft hij ook veel Spider-Man-verhalen gemaakt. Daarmee trad hij in de voetsporen van zijn vader, John Romita Sr., die na Steve Ditko in de jaren zestig zijn eigen stempel op het Webhoofd drukte. Sr.’s elegante en toegankelijke tekenstijl zorgde ervoor dat het personage nog populairder werd.

De eerste comics die ik als achtjarige onder ogen kreeg, waren Romita Jr.’s Spider-Man-verhalen. Dankzij de intrigerende plots van Roger Stern en Romita’s fantastische tekenwerk, begon mijn fascinatie met de stripheld die tot vandaag de dag voortduurt. Nu ik hem jaren later voor het eerst over zijn werk en carrière spreek, kan de fanboy in mij een gelukzalige grijns niet onderdrukken. Men spreekt immers niet iedere dag met zijn held. Dat tijdens het gesprek een storm rond het huis van John de telefoonverbinding geregeld verbreekt, mag de pret niet drukken.

Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita's carrière uit AMS #227.
Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita’s carrière uit ASM #227.

Kick-Ass
Aanleiding voor ons gesprek is de film Kick-Ass 2 van regisseur Jeff Wadlow, die nu in de bioscoop draait. Zoals zo veel superheldenfilms begonnen de avonturen van Kick-Ass op de strippagina van een Amerikaanse comic. Samen met de Schotse stripschrijver Mark Millar creëerde Romita Jr. de populaire en ultra gewelddadige strip waarin middelbare scholier Dave Lizewski zich serieus afvraagt waarom niemand in het echte leven ooit een superheld is geworden en besluit het eens uit te proberen. Zonder noemenswaardige training gaat hij in een groen pak, skimasker en wapenstokken de misdaad te lijf. Ondanks dat hij harde klappen oploopt, is zijn optreden als Kick-Ass al snel zo populair dat er meer reallife superheroes opduiken, waaronder Big Daddy en zijn dochter Hit-Girl. In tegenstelling tot de andere ‘superhelden’, die vooral in hun outfit paraderen en dekens aan daklozen uitdelen, weet dit duo echt van wanten. Vooral de jonge tiener Hit-Girl hakt zonder met haar ogen te knipperen gangsters in stukken. Samen met Kick-Ass berokkenen ze de maffia veel schade.

De tweede film is gebaseerd op de strips Hit-Girl en Kick-Ass 2. Na de dood van Big Daddy in deel 1, heeft Hit-Girl haar voogd moeten beloven nooit meer voor held te spelen en probeert als normaal meisje door te gaan op de middelbare school. Ondertussen sluit Kick-Ass zich aan bij het eerste superheldenteam Justice Forever. Het zoontje van de maffiabaas wil wraak op Hit-Girl en Kick-Ass omdat ze verantwoordelijk zijn voor de dood van zijn vader. Hij heeft de ambitie de grootste superschurk aller tijden te worden, noemt zichzelf The Motherfucker en huurt enkele nare huurmoordenaars in, waaronder Mother Russia: een ex-KGB agente die qua moordlust niet onder doet voor The Terminator.

Justice Forever.
Justice Forever.

Vrijheid
Kick-Ass is een zogenoemd creator-owned project van Millar en Romita Jr., dat wil zeggen dat zij de rechten van de personages behouden. Romita: ‘Je hebt als maker de volledige vrijheid bij dit soort projecten. Het zijn onze creaties, daarom voel ik me meer verankerd in het verhaal en geniet ik meer van deze personages dan wanneer ik stripfiguren van anderen krijg aangereikt. Gedurende mijn carrière heb ik Spider-Man heel wat jaren getekend en toch voel ik me meer verbonden met het Kick-Ass-personage dan met Spidey. Overigens moet je bij de vrijheid die je als maker hebt wel oppassen dat je niet te ver gaat. Ik heb creator-owned projecten gezien die onnodig pornografisch of gewelddadig zijn.’

The Motherfucker.
The Motherfucker.

Nu zijn de Kick-Ass-verhalen ook niet bepaald zachtzinnig. In de strip Kick-Ass 2 gaat The Motherfucker flink tekeer: in een scène schiet hij zonder reden een stel kinderen en buurtbewoners dood. Even later verkrachtten hij en zijn handlangers een vriendin van Kick-Ass. Wat wilden de stripmakers hier eigenlijk mee uitdragen?
‘De verkrachtingsscène hebben we redelijk tactvol in beeld gebracht, vind ik. We suggereren de daad, maar je ziet haar niet, want we snijden er vlak voor weg. Wat het doodschieten van de kinderen betreft: we wilden daarmee de extreme psychotische aard van de schurk tonen. Ik ben het niet per se eens met dit kleine vignet, maar ik heb het wel uitgevoerd voor Mark. In al het werk dat ik ooit samen met Mark heb gedaan, was dat de enige scène waar ik niet heel blij mee was. Als vader had ik er moeite mee om dit te laten zien. Het geweld is explicieter dan ik zou willen.’

In de filmversie zit de scène met de kinderen overigens niet. Wel het begin van de verkrachtingsscène, maar die loopt met een sisser af omdat The Motherfucker zich er niet hard voor kan maken. Sowieso is het geweld in de filmversies meer afgezwakt dan in de strip. Desondanks distantieerde acteur Jim Carrey, die de leider van Justice Forever gestalte geeft, zich van zijn rol omdat hij de film te gewelddadig vond en hij dit niet kon verkroppen na de bloederige shooting die december vorig jaar op de Sandy Hook basisschool in Connecticut plaatsvond. Romita, die net als Millar als adviseur aan de films verbonden is, geeft aan Carreys visie te respecteren maar voegt toe: ‘Interessant genoeg speelt hij een personage dat juist zijn antigeweldstandpunt uitdraagt, want Colonel Stars and Stripes is een hervormde huurmoordenaar die niet meer in wapens gelooft. Nu Carrey afstand doet van de rol, mist hij de kans daar gebruik van te maken.’

Hit-Girl in actie.
Hit-Girl in actie.

Op dit moment zijn de heren druk met de stripreeks Kick-Ass 3. Samen met Millar maakte Romita Jr. al eerder het Wolverine-verhaal Enemy of the State, waarin de gebrainwashte superheld het tegen al zijn collega’s opneemt. Kennelijk beviel de samenwerking goed, want toen Millar een nieuw idee had benaderde hij Romita om er samen aan te werken.
‘Mark kwam met het oorspronkelijke idee voor Kick-Ass, al ging het verhaal toen meer over de vader en het dochtertje, Big Daddy en Hit-Girl. Toen we er aan werkten verschoof de focus naar het personage Kick-Ass. Ik heb karakterontwerpen, modelsheets en schetsen gemaakt en daar zijn we mee aan de slag gegaan.’

Millar schrijft volgens Romita een mengvorm van plot en volledige scriptbeschrijvingen: ‘Mark is zo’n goede schrijver dat hij me alleen het strikt noodzakelijke geeft en daar ga ik dan mee aan de slag. Co-schrijver is misschien te veel gezegd, maar ik vind mezelf wel een co-storyteller. Met mij is het anders dan bij de meeste tekenaars, want storytelling is voor mij het allerbelangrijkste element van het strip maken. Op dat vlak voeg ik meer aan het verhaal toe dan de gemiddelde tekenaar. Mark is heel genereus met zijn complimenten en zegt dat ik 80% van het werk verricht, maar daar ben ik het niet helemaal mee eens. Volgens mij is het een 50-50 deal.’

Romita werkt normaliter in wat de Marvel-methode wordt genoemd: de auteur schrijft het verhaal op als een synopsis of plotbeschrijving en niet als een volledig uitgeschreven script. Wanneer de strip is getekend worden de teksten toegevoegd. Zodoende heeft Romita als verhalenverteller een dikke vinger in de pap. Vaak plaatst hij buiten de stripkaders ook suggesties voor dialogen.

Thor in potlood.
Thor in potlood.

Verhalenverteller
Wanneer John een plot of script krijgt, maakt hij aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. Die fase heet thumbnailing, maar in plaats van kleine schetsen te maken schrijft John korte aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. ‘Op deze manier weet ik hoeveel pagina’s ik kwijt ben en dat het allemaal zal passen binnen de hoeveelheid die we hebben. Zo kan ik het vertelritme, de vorm en de grootte van de plaatjes bepalen en weet ik waar ik bijvoorbeeld een dubbele pagina kan plaatsen. Daarna ga ik meteen met het tekenwerk aan de slag. Ik teken direct op het artboard.’

Hier spreekt een man met ervaring, toch maakt de stripmaker met grote staat van dienst een zeer bescheiden indruk. Romita wordt alom geprezen vanwege de manier waarop hij verhalen visualiseert. Daar is hij ook trots op maar hij blijft kritisch op zijn tekenwerk.

‘Mijn verteltechniek heeft als uitgangspunt het vermijden van gaten in de vertelling. Ik wil dat de tekeningen zo duidelijk zijn voor de lezer dat de dialoog bijna een fijn extraatje is die het geheel mooi afmaakt, als de slagroom op de taart. Duidelijkheid gaat vóór mooi tekenwerk. Ik vind het belangrijker dat een striplezer kan zeggen dat hij erg genoten heeft van het verhaal dan dat hij zegt erg genoten te hebben van het tekenwerk. Mijn verteltechniek komt eigenlijk voort uit het feit dat ik in het begin niet zo’n goede tekenaar was en dit wilde compenseren door goed te letten op hetgeen waar ik wel controle over had, namelijk de storytelling. Die heb ik ontwikkeld door het werk te lezen dat mijn vader met Stan Lee maakte toen ik nog jong was. Ik heb ook veel geleerd door veel naar films te kijken, en er waren redacteuren bij Marvel die storytelling erg belangrijk vonden. Mensen als Jim Shooter (jarenlang de hoofdredacteur bij Marvel) gaven veel aanwijzingen. Bijvoorbeeld dat je telkens helder moet laten zien waar iets zich afspeelt, door geregeld een establishing shot te gebruiken.’

Voor referentiemateriaal in zijn strips gebruikt John vaak de interieurs van de huizen en bedrijven waar hij over de vloer komt. Hij vist veel observaties op uit zijn geheugen, en neemt ook foto’s. ‘Als mijn vrouw bijvoorbeeld haar dokter in de stad bezoekt, dan gebruik ik mijn telefoon om foto’s te nemen voor referentieshots van ziekenhuizen, gangen, en dat soort dingen. Dat is vooral handig omdat ik dit soort plekken van een bepaald gezichtspunt nodig heb of omdat ik specifieke voorwerpen nodig heb die ik niet altijd online kan vinden.’ Romita modelleert ook stripfiguren naar mensen uit zijn omgeving. Een berucht voorbeeld is Typhoid Mary, een zeer kwaadaardige vrouw uit Daredevil, die Romita baseerde op zijn ex-vrouw. Wellicht was dit een reactie op een vervelende scheiding? ‘Het was een moeilijke relatie en daarom was de scheiding fijn, want een bevrijding. De pen is machtiger dan het zwaard, zeg maar. Ik heb mijn wraak gekregen.’

Tuphoid Mary.
Tuphoid Mary.

De zoon van
Romita volgde een tweejarige opleiding reclametekenen aan Farmingdale University. De eerste stappen op het pad van striptekenaar waren bescheiden. Hoewel Sr. als artdirector bij Marvel werkte en Johns moeder Virginia daar trafficmanager was, is JRJR zonder de hulp van zijn ouders in 1976 bij de uitgeverij begonnen. Ze wilden zo beschuldigingen van nepotisme vermijden. Romita Jr. maakte als vakantiemedewerker schetsen en pin-ups op de redactie, en toen men zijn talent herkende, mocht hij voor de Britse afdeling van Marvel, Marvel UK tekenen. Amerikaanse comics werden in twee delen in zwart-wit tijdschriften uitgegeven en Romita JR maakte daarvoor een extra cover en de splashpage: de openingspagina die meestal bestaat uit een grote plaat. Daarna werkte hij een tijdje als productie-assistent op het kantoor van Marvel. Zijn eerste echte klus was een zespagina lange Spider-Man-verhaal in annual #11 (1977): ‘Chaos at the Coffee Bean’, geschreven door Scott Edelman. Die was ook de redacteur van de serie Iron Man en vroeg JRJR deze serie te tekenen.

Het was voor John moeilijk om onder de schaduw van zijn vader vandaan te komen: ‘Doordat mijn vader ook voor Marvel werkte dachten veel mensen dat ik door nepotisme aan de bak was gekomen. Daarom moest ik extra hard werken om mezelf te bewijzen, aan mezelf en ook aan mijn vader. Gelukkig had ik een sociaal leven buiten de stripwereld met fantastische vrienden en een fijne familie waar ik me bij kon ontspannen. Het was in het begin geen pretje en ik weet nog dat ik in die dagen veel woede voelde. Als ruwe bolster uit New York heb ik menigmaal mijn handen strak in mijn zakken moeten houden. Je zou kunnen zeggen dat ik genoeg mensen ben tegengekomen die een flinke klap hadden verdiend. Daarom fitness ik nog steeds, om me mentaal en fysiek sterk te houden. Het is interessant hoe fitness zo intrinsiek verbonden is aan strips, want om het menselijk lichaam te kunnen tekenen, moet je fysiek fit genoeg zijn om lange uren achter elkaar te kunnen werken. En daarom moet je mentaal ook fit zijn. Mijn vader zei al: “Er is altijd iemand die beter is dan jij, iemand die slimmer is, sterker en er beter uitziet. Dus raak gewend aan wie en wat je bent, deal daarmee en bewijs jezelf daarna zo goed mogelijk.” Wat mij betreft is dat het meest diepzinnige wat je een kind kunt meegeven. Mijn vader is een briljante tekenaar en hij is nooit arrogant geworden. En als hij zo goed kan zijn en toch bescheiden, mag ik van mezelf niet minder verwachten.’

Spider-Man
spidey_webslinger_RomitaRedelijk vroeg in zijn carrière kreeg Romita de kans om Amazing Spider-Man te tekenen. Eerst verhalen van Denny O’Neil, daarna die van Roger Stern. Deze samenwerking leverde comics op die nu nog steeds als een huis staan. Omdat veel ervan verbonden zijn aan Peter Parkers werk bij the Daily Bugle, zijn de fantastische avonturen van het Webhoofd geaard in de realiteit. Hoe bereidde Romita zich voor op het tekenen van Spider-Man?

‘Ik ben uitgegaan van wat mijn vader daarvoor had gedaan. Ik was toen nog geen vaardige tekenaar dus probeerde ik na te doen wat hij had gedaan. Uiteraard faalde ik daar in, maar ik kon alleen doen wat op dat moment in mijn mogelijkheden lag. Ik weet nog dat ik me compleet overweldigd en geïntimideerd voelde, maar het is me gelukt om er doorheen te komen. Uiteindelijk werd mijn werk steeds beter,’ zegt hij lachend. De werkrelatie met Stern noemt Romita fantastisch. ‘We waren allebei erg jong en beginnelingen. We wisten wat ons aansprak. Roger was toen meer een redacteur dan een schrijver. We werkten samen op de redactie van Marvel dus we spraken elkaar veel.’

In de loop van zijn carrière kwam Romita telkens weer terug bij Spider-Man. ‘Ik teken Spider-Man het liefste, want ik voel me erg vertrouwd met hem. Natuurlijk omdat mijn vader hem tekende toen ik nog jong was, maar ook omdat Peter Parker woonde in Forest Hills en dat is vlakbij waar ik ben opgegroeid. Spider-Man is een tiener uit Queens en dat maakte hem reëel genoeg om als kind uit Queens over hem te fantaseren. Toen ik de kans kreeg om hem te tekenen, heb ik geprobeerd door te zetten wat mensen juist zo aanspreekt in het personage en dat is zijn realisme. Hij is de anti-Superman, want hij woont in een bestaande stad terwijl Superman een complete fantasiefiguur is. Met Kick-Ass hebben we hetzelfde gedaan als met Peter. Kick-Ass woont ook in de buurt waarin ik ben opgegroeid. Die vertrouwdheid spreekt mij aan en maakt het voor mij echter. Eigenlijk is Kick-Ass nog realistischer dan Spider-Man, want er zitten geen superhelden in. Het zijn echte mensen die superhelden proberen te zijn.’

 

In de loop der jaren is Romita’s relatie tot Peter Parker wel veranderd. Tegenwoordig wordt Spidey geschreven door Dan Slott, en is hij niet eens meer Peter Parker, maar zit de geest van Doctor Octopus in zijn lijf. ‘Dat valt me wel tegen, maar je weet dat Peter uiteindelijk weer terug zal komen,’ zegt de stripmaker. ‘Peter heeft zich langzaam ontwikkeld en is in de loop der jaren veranderd. Dit betekent niet dat het per se slechter of beter is, maar omdat ik er nu niet aan werk, voel ik me minder met Peter verbonden. Ik heb het gevoel dat de Peter Parker uit mijn tijd meer hart en ziel had dan de andere interpretaties, maar dat komt vast omdat ik er toen aan werkte. Net als de versie van Stan Lee en mijn vader, was mijn Peter Parker een fan van Tante May, hij voelde zich verbonden met haar en zijn familie.’ Dat John dit zo aanspreekt is niet zo gek, want hij komt over als een echte familieman. Liefdevol spreekt hij over zijn kinderen, vrouw en familie. ‘Ik zou uiteindelijk graag weer met Spider-Man aan de slag gaan, want ik geniet echt van hem.’

spider-man-911

11 september
In de begin jaren van deze eeuw tekende Romita de Spider-Man-verhalen geschreven door J. Michael Straczynski. De aflevering over de terroristische aanslagen op 11 september 2001 (Amazing Spider-Man, vol. 2 #36) beschouwt hij als een hoogtepunt uit zijn carrière. Zelfs de superhelden van Marvel konden de aanslagen niet voorkomen en Spider-Man en zijn collega’s helpen de brandweermannen met het zoeken en bergen van slachtoffers.

Op New Yorker Romita maakten de aanslagen een enorme indruk: ‘Verhalen die inspelen op de actualiteit zijn altijd een onderdeel geweest van comics. Stan Lee schreef al over rassenstrijd en drugsproblemen. Ik heb het over alcoholisme gehad in Iron Man en kindermishandeling in de verhalen van Peter Parker en Daredevil. Toch, de laffe aanvallen en brute moorden op 11 september 2001, veranderden ieders leven en visie. Voor mij werd bevestigd dat vrijheid nooit veilig is. Ik wil niet te veel ingaan op politiek, maar jarenlang voelde ik me erg ontstemd, verpletterd, vol haat en woede vanwege deze aanvallen op Amerika. We zijn een vrije natie waar iedereen zijn zegje kan en mag doen, en er is een bepaalde groep mensen die het land haten waar ze wonen. Ik realiseerde me door 11 september dat, ondanks het feit dat het merendeel van de Amerikanen goedhartige mensen zijn, we gehaat worden vanwege onze vrijheid. Dit besef verankerde in mijn geest het idee dat ik me niet meer kan ontspannen, dat ik overal moet letten op wat ik doe, waar ik me ook begeef. Overal loert het gevaar om de hoek. Dat stelde me erg teleur, maar je moet dit idee wel omarmen. Het spreekt voor zich dat je niet zomaar een gevaarlijke weg of wijk in Los Angeles of New York kan inlopen, want misdaad is in elke grote stad. Maar nu is dat gevoel van onveiligheid overal: op vliegvelden, in iedere stad ter wereld, en dat brak mijn hart.’

spider-man-911-2
Gevraagd naar waar Romita nog meer trots op is, antwoordt hij: ‘Er zijn verschillende redenen waarom ik trots ben op bepaald werk. Op emotioneel niveau ben ik trots op het 11 September-verhaal, wat ouderwetse storytelling betreft ben ik trots op Man without Fear, een geüpdatet origin story van Daredevil. Met dit verhaal lukte het me om alles goed te doen: alles wat ik leuk vond om te doen kon ik kwijt in de storytelling. En Frank Miller is een briljant schrijver. Wat betreft moderne verteltechnieken en commercieel succes, ben ik erg blij met Kick-Ass.’

Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.
Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.

Impressionisme
In de toekomst hoopt John weer te gaan schilderen, iets wat hij sinds de kunstacademie niet meer gedaan heeft. ‘Zodra ik stop met mijn deadlinewerk wil ik dat weer oppikken. Ik weet ook precies wat ik wil gaan maken en in welke stijl. Ik vind de menselijke anatomie fascinerend, daarom vind ik het heerlijk om het menselijk lichaam te illustreren. Tegelijkertijd vind ik jammer dat ik dit de afgelopen 37 jaar alleen in een realistische stijl heb kunnen doen. Daarom wil ik graag een impressionistische stijl met een realistische combineren in portretschilderen. Ik wil het realisme niet volledig elimineren, maar ik wil graag ruimte voor fantasie in de beelden laten en daarom gaat het impressionisme een rol spelen. Ik heb al zoveel zin om eraan te beginnen dat ik het bijna kan proeven!’

Dit interview is gepubliceerd in Stripgids #36 (2013).

Categorieën
Strips

Op bezoek bij Donald Duck

Acht studenten van de School voor Journalistiek in Utrecht maakten de afgelopen maanden een schaduw-Villamedia. Een selectie van hun artikelen verschijnt de komende weken op villamedia.nl. Een van die stukken gaat over het weekblad Donald Duck.

Sommige magazines overleven alle stormen. Zelfs in een tijd waarin er steeds meer tijdschriften ten onder gaan, door de crisis en digitalisering. Een van deze magazines is Donald Duck. Dit blad heeft sinds 25 oktober 1952 een prominente plek in het Nederlandse tijdschriftenlandschap.

Nieuwere tijdschriften doen het goed, toch steekt de oplage van Donald Duck nog steeds met kop en snavel boven de andere titels uit. Donald Duck heeft een verspreide oplage van 260 duizend exemplaren per editie, volgens het HOI-instituut. Hoewel het goed gaat, is niet alles meer hetzelfde als zestig jaar geleden. De redactie oogt druk, tientallen medewerkers zitten in rijen achter de computers en tekentafels.

De drukte komt niet alleen door de ijverige medewerkers van Donald Duck. Dit komt voornamelijk omdat alle jeugdtijdschriften tegenwoordig zijn samengevoegd bij Sanoma. Hierdoor betekent bij Donald Duck werken, soms ook dat je voor een ander Sanoma jeugdmagazine aan de slag moet. Dit zijn tijdschriften zoals Zo Zit Dat of Tina. Frans Hasselaar, chef van de tekenredactie, geeft een rondleiding over de redactie en vertelt met trots, dat hij hier ondanks alle veranderingen al 28 jaar rondloopt.

Lees verder op Villamedia.

donald_duckNu ik toch striptips aan het uitdelen ben:

Dit weekend vindt Het Stripgidsfestival plaats in Turnhout. Uiteraard ben ik daar bij, want dit is altijd een erg fijne stripbeurs. Ik kijk in het bijzonder uit naar de Lucky Luke expositie, en de lezingen klinken ook interessant. Lees hier het hele programma.

Wie het televisieprogramma Beeldverhaal nog eens wil terugkijken, met de extra interviews, kan hier terecht.

Categorieën
Film Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Opgeblazen Spider-Man

Ieder jaar vindt in New York op Thanksgiving Day een mega optocht plaats georganiseerd door de Amerikaanse winkelketen Macy’s. In de karavaan van ballonfiguren, versierde wagens en Bekende Amerikanen is Spider-Man al jaren een vaste gast in de vorm van een megagrote ballon. Dit jaar dus weer:

Foto: Reuters
Foto: Reuters

Macy's Legendary Thanksgiving Day Parade Winds Through New York City

Die parade doet me denken aan een stripscène uit de jaren tachtig.

Demonenstad
In de zomer van 1989 kwam Marvel met een groot crossover verhaal dat Inferno werd gedoopt. Wanneer de barriere tussen de aarde en de mystieke dimensie Limbo verzwakt is geraakt, ziet een aantal demonen kans om de aarde te bereiken. Ze belanden in New York en al snel worden de gevolgen zichtbaar: auto’s komen tot leven, gebouwen beginnen te bewegen, mensen worden opgegeten door hun eigen kleding. Dat soort dingen. Het Empire State Building begint te groeien en wordt het epicentrum van alle narigheid. De belangrijke verhalen van Inferno werden in de titels rondom mutanten als the X-Men en New Mutants verteld, maar de effecten ervan waren ook in de andere comicseries van dat moment zichtbaar. Ons favoriete Webhoofd kreeg er dus ook mee te maken.

Luchtige vijand
In Amazing Spider-Man #311 begint het al goed als de stenen leeuwen voor de beroemde bibliotheek van New York tot leven komen en Spidey als leeuwentemmer moet optreden. Een nummer later loopt er een megagrote Spider-Man-ballon door de straten van New York die onze held moet uitschakelen:

spideyversusballoon1spideyversusballoon2spideyversusballoon3

De ballon is inderdaad dezelfde die dat jaar in de Thanksgiving Day Parade zou optreden.

Het Inferno-idee is volgens mij deels geïnspireerd door films als Ghostbusters. Dat in de stad door bovennatuurlijke activiteit van alles tot leven komt, lijkt veel op de taferelen die we in de twee Ghostbusters-films zien als de spoken uit hun dak gaan.

En de grote ballon van Spidey die door New York loopt lijkt veel op de scène met de Stay Puft Marshmallow Man uit de eerste Ghostbusters-film (Ivan Rietman, 1984). Sterker nog: als Spidey zijn luchtige evenbeeld tegenkomt maakt hij een directe referentie naar de film: ‘What the heck is that? The “Stay-puft”-Spider-Man?!” Opmerkelijk genoeg is deze verwijzing in de Nederlandse vertaling weggelaten. Ook de referentie naar Macy’s. Kennelijk vonden de mensen van Juniorpress beide verwijzingen te specifiek en onbekend voor de Nederlandse lezers.

In Ghostbusters II doen ze de scène van Mister Stay Puft nog eens dunnetjes over met een wandelend Vrijheidsbeeld.

Dit jaar werd tijdens de Macy’s Thanksgiving Day Parade de linkerarm van de Spidey ballon geraakt door een boomtak in Central Park en liep daardoor leeg. Tenminste, dat is de officiële versie. Wie weet kwam de ballon plotseling tot leven en moest Spidey wederom ingrijpen met een megagrote naald om hem uit te schakelen. Stranger things have happened.

Amazing Spider-Man #311 & 313. Tekst David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane.