Categorieën
Film

Imagine 2015 in de achteruitkijkspiegel

Robots, cyborgs en artificiële intelligentie. Dat was zo’n beetje de rode draad van Imagine 2015. Hoewel ik door drukte weinig van de filmprogramma’s heb kunnen zien, pakte ik toch genoeg van het festival mee om er tevreden op terug te kunnen kijken.

Alles over Imagine 2015
Alles over Imagine 2015

Voor mij vond het hoogtepunt van het festival nog voor de openingsavond plaats, namelijk het interviewen van editor Bob Murawski. Het was een genot om een uur met deze prof uit Hollywood te mogen spreken over zijn liefde voor de genrefilm, zijn samenwerking met Sam Raimi en de Spider-Man-films. Zijn masterclass op vrijdag 10 april was ook zeer vermakelijk:

Met Ex Machina opende het festival. Daarin verblijft twintiger Caleb een week in het afgelegen futuristische onderkomen van zijn baas Nathan, de oprichter van internetzoekmachine Bluebook. Nathan blijkt zijn eigen robot te hebben gebouwd, de beeldschone Ava, en vraagt Caleb mee te werken aan een experiment om te testen in hoeverre haar kunstmatige intelligentie zich nog laat onderscheiden van dat van menselijke. Al snel blijken de relaties veel ingewikkelder in elkaar te zitten dan verwacht. Ik vond het een boeiende openingsfilm met een seksistisch tintje. Actrice Alicia Vikander deed me erg denken aan Sean Young uit Blade Runner en dat is vast niet per ongeluk.

http://youtu.be/XYGzRB4Pnq8

Er waren veel interessante lezingen dit jaar. De lezing van Prof.dr. Anneke Smelik over Robots en hartstocht woonde ik bij op zondag. Helaas scheen de zon fel op de muur waarop de filmfragmenten geprojecteerd werden, waardoor die nagenoeg niet te zien waren. Gelukkig kende we de meeste fragmenten al. Wie heeft immers niet The Terminator of The Matrix gezien?

De avond over H.R. Giger vond ik boeiend. Ik ken het werk van Giger vooral uit de eerste Alien-film – hij deed daar de ontwerpen voor – en daarom was het leuk om meer van zijn boeiende werk te zien en om anecdotes van mensen te horen die Giger persoonlijk gekend hebben. Marco Witzig, sinds 2000 Gigers assistent, en de Nederlandse kunstenaar André Lassen, die met Giger samenwerkte, werden door Barend de Voogd geïnterviewd. De documentaire over Giger die erna werd vertoond moest ik helaas skippen: de volgende dag moest ik vroeg mijn bed uit om stripmaker Scott McCloud te interviewen.

De documentaire Lost Soul, The Doomed Journey of Richard Stanley’s Island of Dr. Moreau heb ik gelukkig wel gezien. Prachtig verhaal over hoe Stanley van zijn eigen filmset werd verjaagd door beroepseikels Marlon Brando en Val Kilmer. Goed, Stanley gedroeg zich ook niet helemaal als een regisseur tijdens het project en eenmaal op locatie in Australië weigerde hij praktisch zijn huis uit te komen om met de crew te overleggen. De documentaire is niet heel opzienbarend in elkaar gezet, maar het verhaal dat er verteld wordt is meer dan de moeite waard. Het was een voorstelling geregeld door filmblad Schokkend Nieuws en dat leverde gelukkig meteen wat nieuwe abonnees op. Dat doet mij, als medewerker van dat prachtige tijdschrift, natuurlijk erg goed. Collega Hedwig van Driel leidde de film vakkundig en onderhoudend in.

Verder zag ik nog de film Spring, waarin de Californische Evan in Italie de liefde van zijn leven tegen het ranke lijf loopt. Uiteraard blijkt deze schone veel meer te zijn dan ze lijkt en draagt ze een duister geheim met zich mee. Ware liefde overwint zelfs enge transformaties, blijkt uit Spring.

Het korte filmprogramma Shorts 4: Outrageous, Outlandish, Out of This World kon mij goed bekoren. Vooral de films The Stomach en Dinner for Few waren erg goed, terwijl The Fly erg luchtig en goed uitgevoerd was.

De slotfilm Big Game vond ik vermakelijk en was een fijne en vooral makkelijke afsluiter van het festival. Samuel L. Jackson casten als angsthazige president van de Verenigde Staten was een mooie vondst. Toch vond ik Rare Exports, ook van schrijver en regisseur Jalmari Helander, wel beter.

De leuke reportages over het festival zijn gemaakt door de snelle jongens Lazlo en Dylan Tonk van Dyzlofilm.

Categorieën
Film

Interview met editor Bob Murawski: ‘Ik hou van films die verrassen!’

Bob Murawski (Detroit, 1964) gaf vrijdagmiddag een zeergeslaagde masterclass editing op het Imagine Film Festival. Dit jaar is de Oscarwinnaar een van de speciale gasten op het filmfestival, dus laten we hem de stad niet verlaten zonder een uitgebreid interview.

Bob_Murawski‘Is dit interview voor jullie blad of online?,’ vraagt Murawski als ik bij hem aanschuif in het restaurant van Eye, anderhalf uur voor de openingsavond van Imagine. “Ik hou namelijk erg van filmbladen. Als kind las ik tijdschriften als Famous Monsters of Filmland en The Monster Times. Ik kocht Fangoria vanaf het eerste nummer. Ik geloof in print, niet in online” zegt Murawski. Ik moet hem teleurstellen, het interview is voor de site. “Misschien kan er een fragment toch in het blad staan?’
Gelukkig kan ik de editor vertellen dat er vier jaar geleden een uitgebreid interview met hem in Schokkend Nieuws #90 stond. Murawski distribueert met zijn bedrijf Grindhouse Releasing namelijk ook genrefilms en toentertijd had hij veel moeite gestoken in het monteren en uitbrengen van Gone with the Pope, een onvoltooide amateurproductie uit 1976 van Duke Mitchell.

‘Ik hou van lowbudgetfilms en exploitation films, want ik hou van dingen die anders zijn. Films die verrassen. Films met gore, bloed en gekke, ongewone dingen. Ik hou van het bizarre en onverwachte. Ik ben niet zo van de conventionele mainstream films,’ ligt Murawski zijn liefde voor de genrefilm toe.

Army of Darkness, de eerste (en beste) Spider-Man-trilogie, The Gift, Dracula Untold, The Hurt Locker en de Poltergeist remake, zo maar een handje vol films die Bob Murawski gemonteerd heeft. Opvallend veel titels van regisseur Sam Raimi inderdaad, de twee heren kunnen het dan ook goed met elkaar vinden. Een vriend van Murawski werkte mee aan Raimi’s Darkman en zo kon hij op de set van die film aan de slag als productie-assistent en later zelfs als assistant-editor. ‘Tijdens de productie van Darkman kreeg ik de kans om de editor te zijn van een lowbudgetfilm en die kans heb ik gegrepen. Danger Zone III had slechts een budget van 100.000 dollar. Een echte exploitation film a la Roger Corman dus én een bikermovie. Daar hou ik van!’

Hoe verliep je eerste echte klus als editor?
‘De producent en ster van de Danger Zone-serie is Jason Williams. Hij is bij cultfans vooral bekend als Flesh Gordon, de pornoparodie van Flash Gordon. Ik was assistent-editor geweest bij Danger Zone II: Reaper’s Revenge en daarna vroeg Williams me als editor voor zijn volgende film. Dat was een grote stap voorwaarts, maar ik had tijdens mijn studiejaren mijn eigen films gemonteerd, dus ik sprong in het diepe. Mijn gebrek aan ervaring compenseerde ik door heel lange dagen te maken. Ik werkte 16 uur per dag, de hele week door. Ik leefde praktisch in de montagekamer. Op het eindresultaat ben ik erg trots en ik vind de film erg vermakelijk. Toen ik die film had gemonteerd kon ik weer aan de slag bij Darkman, want daar waren ze toen nog steeds mee bezig. Ik denk dat Raimi en Robert Tapert, de producent van de film, onder de indruk waren van het feit dat ik mijn baan bij hun film van 20 miljoen dollar had opgezegd om aan een lowbudget film te werken en om als editor een stap verder te komen. Ik denk dat ze me daarom de kans gaven om aan Army of Darkness te werken. Dat vond ik fantastisch, want ik was een enorme fan van Evil Dead. Deel 2 vond ik te veel een comedy, maar ik was een fan van Sams werk.’

Screenshot van Army of Darkness
Screenshot van Army of Darkness

Heb je een standaardmanier van werken en een bepaalde manier waarop je met het filmmateriaal aan de slag gaat?
‘Mijn methode is eigenlijk heel grondig te werk gaan. Ik bekijk alle daily’s om de beste takes te vinden en maak aantekeningen. Sommige editors concentreren zich op één take en proberen van daaruit te werken. Ik probeer van ieder shot het beste stukje materiaal te vinden. Ik wil een zo goed mogelijke film maken, en dat geldt al voor de eerste gemonteerde versie. Die moet zo precies mogelijk zijn om het materiaal van dienst te zijn.’

Is je methode veranderd sinds je digitaal monteert?
‘Digitaal monteren is anders, maar vereist dezelfde discipline als analoog monteren. Je moet het materiaal heel goed kennen, geen stukje onbezien laten. Het grote verschil is dat als je filmmateriaal monteert, je de eerste poging al zo precies mogelijk wil maken. Als je op de verkeerde plek een cut maakt, dan moet je het stukje film weer langer maken en er een stuk tape opplakken. Dat soort littekens zie je altijd als de film geprojecteerd wordt. Met digitaal heb je dat probleem niet, dan blijft het materiaal er altijd netjes uitzien.’

Sam Raimi tijdens opnames van Spider-Man 3.
Sam Raimi tijdens opnames van Spider-Man 3.

Army of Darkness was je eerste echte montageklus voor Raimi.
Army of Darkness was de eerste studiofilm die digitaal is gemonteerd. Sam Raimi was overigens de co-editor. Hij werkte aan de tweede helft van Army of Darkness en ik aan de eerste. We begonnen met ouderwetse filmmontage, maar op een gegeven moment doemde een belangrijke screening met producent Dino De Laurentis op. We waren zo erg achter op schema dat we de gok waagden en overstapten op digitaal monteren. Dat stond toen nog echt in zijn kinderschoenen. Het AVID-systeem bestond nog niet. De resolutie van het beeld was niet best, het leek wel een videogame uit die tijd. De computers waren niet sterk genoeg en konden maar 12 frames per seconden afspelen, wat een nogal schokkerig beeld gaf. Toch konden we op deze manier snel werken en binnen de zes weken die we hadden voor de viewing een versie in elkaar zetten. Het was gekkenwerk, maar het lukte.”

Raimi laat soms twee editors te gelijk aan een film werken. Hoe gaat dat in zijn werking?
‘Dat werkt eigenlijk niet. Aan de twee films die Raimi na Army of Darkness maakte, The Quick and the Dead en For the Love of the Game, mocht ik van de studio’s niet meewerken als editor omdat ik nog niet genoeg credit had opgebouwd. Bij For the Love of the Game gebruikte Raimi twee editors, waarschijnlijk omdat ze weinig tijd hadden. In plaats van iedere editor een deel van de film te laten monteren, liet hij ze beiden de hele film apart in elkaar zetten. Verschrikkelijk! Toen Raimi The Gift ging maken was een van die twee editors niet beschikbaar dus vroegen ze mij erbij. Arthur Coburn en ik monteerden dus allebei de film en hadden uiteindelijk twee heel verschillende versies. Coburns benadering en stijl zijn anders dan hoe ik monteer. Beide versies bekeken we achter elkaar en de volgende dag begon het hermontageproces. We bekeken van beide versies iedere scène. Dus we begonnen met scène 1 van mijn versie gevolgd door die van Coburn. Sam koos dan bijvoorbeeld het eerste shot van mijn versie, het tweede shot van Coburn en daarna shot drie en vier van mijn versie. Soms koos hij in het geheel voor een gemonteerde scène van Arthur of mij. Maar zo simpel werkt het niet. Als je monteert, vormen shot 1,2 en 3 een geheel. Het ene shot volgt op het andere. Als je tussen shot 1 en 3 het tweede shot van de andere versie plakt, past dat niet. Alsof je een stukje uit een andere puzzel probeert te plaatsen. Het ritme is anders, soms matchen de shots niet omdat ze van een andere kant gedraaid zijn. Er zijn honderden redenen te bedenken waarom zo’n frankenstein-versie niet werkt. Ik vond het een ramp. We waren heel veel tijd kwijt om dit te laten werken. Ik wil niet arrogant overkomen, maar we hebben het opgelost door vooral mijn versies te gebruiken.’

Spider-Man 2
Spider-Man 2

Was er een bepaalde sequentie of scène uit de Spider-Man-films die moeilijk te monteren was maar weer je erg blij mee bent?
‘De metrosequentie uit Spider-Man 2 vond ik erg goed gelukt. Het was de eerste sequentie waar we mee begonnen, al in de preproductiefase. Het eerste wat we opnamen waren de plates, de achtergronden, in Chicago. Je hebt in New York namelijk geen metrotrein die verhoogd boven de straat loopt, maar wel in Chicago. Die sequentie was enorm gecompliceerd. Gedurende de hele productieperiode kwamen er stukjes materiaal binnen. Sam nam delen op met de acteurs, de second unit maakte opnames met de stuntmensen, sommige shots waren visuele effecten.’

Ik neem aan dat je vaak onafgewerkte beelden zit te monteren bij deze special-effectsfilms.
‘Klopt en dat werkt best gek. Vaak beginnen we met een storyboard, statische tekeningen die ik dan monteer om een idee van de scène te krijgen. De audio is dan van de acteurs die in een sessie bij elkaar zitten om het hele script door te nemen, de zogenoemde ‘Table Reading’. Ik zet die stukken dialoog dan op de juiste plek in deze storyboardfilms, en zet er geluidseffecten en tijdelijke muziek onder uit andere films. Op die manier heb je altijd een versie van de scène. De volgende fasen is een soort ruwe animatieversie. Dan laten ze elementen uit het storyboard bewegen in het programma After Effects. De scènes zijn dus constant in ontwikkeling. Daarna worden 3D effecten en de greenscreenopnames met de acteurs toegevoegd. Dat is allemaal heel veel werk, maar om ten alle tijden een scène te hebben waar je naar kunt kijken, is een enorme hulp. Je krijgt bij die storyboardfilms namelijk al een aardig idee van hoe een scène verloopt. Die metroscène waar ik het net over had, was ingeschat op een budget van 18 miljoen dollar, maar we hadden er maar 12 miljoen voor. Door de storyboardfilm konden we zien wat wel en niet werkte en wat we uit de sequentie konden halen om binnen budget te blijven.’

The Hurt Locker
The Hurt Locker

The Hurt Locker heb je samen met je vrouw Chris Innis gemonteerd. Hoe ging dat in zijn werking?
‘Na Spider-Man 3, waar er zoveel bemoeienis was en dingen zo ingewikkeld waren, was het erg verfrissend om The Hurt Locker te monteren. Een film vrijwel zonder special effects, en ik kon samenwerken met mijn vriendin en bondgenoot. Bij Raimi is de hele film van tevoren in storyboards uitgedacht, terwijl Regisseur Kathryn Bigelow weinig gebruikmaakt van storyboards. Ze repeteert met de acteurs en dan neemt ze de scène op met iets van vier camera’s die het geheel opnemen alsof het echt gebeurt, zoals in een documentaire. We hadden in totaal 200 uur materiaal om een film van 2 uur mee te maken. Het was echt een spelt in een hooiberg vinden. Normaal gesproken werk je met standaard setups. Van een scène schiet je een mastershot, daarna neem je de close-ups op, etcetera. Als ik een close-up nodig had waarin de acteur een bepaalde zin uitspreekt, moest ik uren materiaal doorspitten. Daarom was het fijn samenwerken met mijn vrouw, zo konden we allebei die kleine momenten vinden. Omdat we elkaar zo goed kennen, konden we gewoon ruzie maken, en waren er geen egoproblemen.”

‘Het draaien met meerdere camera’s tegelijk kan grote problemen geven. Bij de opnames van The Hurt Locker hebben de camera’s elkaar soms in beeld. Die shots kun je dan niet gebruiken. Veel materiaal was onbruikbaar omdat de shots over de 180-graden-as gingen. Als dat gebeurt rennen mensen opeens de verkeerde kant op ten opzichte van het shot ervoor. Soms moesten we daardoor de beelden spiegelen en dat gaf veel commentaar omdat de emblemen op de uniformen daardoor aan de verkeerde kant zitten. Mensen die veel van de militaire wereld weten, dachten dat onze kostuumontwerpers er een potje van hadden gemaakt terwijl het eigenlijk gespiegelde shots waren.’

Murawski en Innes.
Murawski en Innis.

Wat mij opviel is dat jullie het verhaal vertellen vanuit het perspectief van de drie hoofdrolspelers. Soms breken jullie daar echter mee en komt de camera dicht bij de vijand en kijken we met hen mee.
‘Daar kies je voor om suspense te creëren. Je moet iedere techniek gebruiken die het beste drama oplevert. We zagen Hurt Locker als een suspense film. Een andere benadering dan die van het script uitging. In het script kregen de drie hoofdpersonen evenveel aandacht, het was een karakterstudie van deze drie mannen in een oorlogssituatie. We hebben in de montage het perspectief verschoven naar één van hen, het personage dat door Jeremy Renner gespeeld wordt. De eerste versie van de film was vier uur lang, omdat het een wijd point of view had. We hadden geluk dat Bigelow open stond voor die veranderingen. Schrijver en producent Mark Boal gaf meer weerstand, maar ook hij zag op een gegeven moment in dat het beter was om op één personage te focussen. Het had uiteindelijk ook een film van drie uur kunnen zijn, maar volgens mij werkt hij beter als strakkere suspensevolle film.’

Is je leven door het winnen van Oscar veranderd?
‘Niet echt. Het winnen van een Oscar is nooit een doel van me geweest. Aangezien ik vooral geïnteresseerd ben in genrefilms en die nooit een Oscar krijgen, had ik nooit gedacht er eentje te winnen. Het is cool dat het me overkomen is en het is toch een soort erkenning voor je werk, maar ik had het leuker gevonden als ik hem gewonnen had voor Drag Me to Hell of een van die films. De Oscar heeft mijn carrière niet echt verder geholpen. Een maandje is het een big deal, daarna is iedereen het weer vergeten.’

Geschreven voor en gepubliceerd op SchokkendNieuws.nl.

Categorieën
Film Frames

The Hurt Locker: 50 verschillende soorten cornflakes

Omdat ik woensdag Bob Murawski interview voor Schokkend Nieuws, ben ik een paar van de films aan het kijken die hij heeft gemonteerd. Voor The Hurt Locker (Kathryn Bigelow, 2008) kreeg hij samen met zijn vrouw Chris Innis die ook mee monteerde, een Oscar.

The Hurt Locker gaat over een drietal specialisten die tijdens de oorlog in Irak bommen onschadelijk maken. Een heftige, rauwe film, waarbij de waanzin en chaos van oorlog goed wordt verbeeld. Ik zou in die stressvolle situaties simpelweg niet kunnen functioneren en ik kan me voorstellen dat die soldaten grote moeite hebben met zich weer aanpassen als ze thuis komen.

Dat is precies wat het hoofdpersonage (Jeremy Renner) overkomt. Thuis, bij vrouw en kind, kan hij niet aarden. Iets wat mooi gevisualiseerd wordt in de supermarkt. Zijn vrouw vraagt of hij cornflakes wil pakken. Besluitloos staat hij in de gang waar je maarliefst uit vijftig soorten cornflakes kunt kiezen. De consumptiemaatschappij ten top. Hoeveel verschillende soorten cornflakes heb je in een beschaafde samenleving nodig?

hurtlocker_01Zelf word ik ook geregeld moedeloos van de keuzes die we hier hebben. Laatst moest ik nieuw ram-geheugen voor mijn Mac aanschaffen: twee van de vier units deden het opeens niet meer. Zoek dan maar eens uit welk merk eigenlijk het beste is. Het is nog erger als je een verzekering moet uitzoeken. De polissen zijn zo geschreven dat je ze vrijwel niet kan vergelijken. Lekker hoor, die marktwerking. Misschien is het onschadelijk maken van een bom soms toch makkelijker dan keuzes maken.

hurtlocker_04 hurtlocker_03 hurtlocker_02Bob Murawski is aanwezig tijdens het Imagine Filmfestival en geeft vrijdag 10 april om 17.45 een masterclass editing.

[hr]

Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.

Categorieën
Film

Imagine Film Festival 2015: We love robots

Het leukste filmfestival begint binnenkort weer: Het Imagine Film Festival draait deze editie om robots, H.R. Giger en editor Bob Murawski.

Centraal staat deze editie het thema We Love Robots: ‘Robots zijn de afgelopen tijd niet alleen maar positief in het nieuws geweest; zo zouden ze onze banen overnemen en worden ingezet om ons in de gaten te houden. Die kritische geluiden doen niets af aan onze fascinatie en liefde voor de robots. Of het nu om aaibare huisrobots gaat of om de superwezens uit de Terminator- of Transformerflms, robots zijn cool. Het inspireerde Imagine tot een groot themaprogramma. Aan de hand van speelfilms en korte films, lezingen en masterclasses willen we laten zien hoe onze emotionele band met robots in de fantastische film op verschillende manieren gestalte krijgt.’

De beroemde upside-down-kus uit Spider-Man.
De beroemde upside-down-kus uit Spider-Man.

Laten we met de masterclasses beginnen. Bob Murawski (Detroit, 1964) is de vaste editor van regisseur Sam Raimi vanaf Army of Darkness (1992), via zijn Spider-Man-trilogie tot en met Raimi’s laatste Oz the Great and Powerful (2013). Murawski won samen met zijn vrouw Chris Innis een Oscar voor de montage van The Hurt Locker (2008).

Met een beetje mazzel interview ik Murawski ook over zijn werk, dus hou deze site in de gaten voor een nieuwe Daily Webhead-video. De kans om de editor van de Spider-Man-films te interviewen laat ik natuurlijk niet schieten.

Robotdesign
Ook zijn er deze editie een masterclass robotdesign van Mark Setrakian en camera door Manu Dacosse, de Belgische director of photography van Hélène Cattet en Bruno Forzani (Amer, L’étrange couleur des larmes de ton corps), van wie bijna al het werk bij Imagine te zien is geweest. Hij werkte ook voor de Franse regisseur Lucile Hadzihalilovic (Innocence) en voor Fabrice du Welz’ Alléluia, dat aansluitend aan de masterclass wordt vertoond. Hoe robots door hun ontwerp emotie kunnen oproepen is het onderwerp van de masterclass robotontwerp van Mark Setrakian. Als ontwerper werkte Setrakian aan een groot aantal films, waaronder Batman Forever (1995), Men in Black (1997), Hellboy en Hellboy II (2004, 2008), Lady in the Water (2006), Pacific Rim (2013) en SyFy’s Robot Combat League. De masterclass is tevens onderdeel van het grote themaprogramma We Love Robots.

ex_machina
Ex Machina.

Ex Machina
Nu we toch lekker met filmtitels aan het gooien zijn: de openingsfilm is dit jaar Ex Machina geregisseerd en geschreven door Alex Garland. Garland pende eerder 28 Days Later, Never Let Me Go en Dredd. Ex Machina is zijn regiedebuut.

http://youtu.be/XYGzRB4Pnq8

James Cameron
Ook krijg je de kans om twee klassiekers van James Cameron nog eens op een groot scherm te zien: Aliens (1986) (70mm-kopie) en Terminator 2: Judgement Day. De eerste viewing op 15 april is uitverkocht, maar er is een reprise op zaterdag 18 april.

H.R. Giger
En er is aandacht voor de eigenzinnige tekenaar H.R. Giger die vorige zomer overleed. Bij het filmpubliek was hij vooral bekend om zijn ontwerp van het monster uit de Alien-films. Maar zijn oeuvre is breder en loopt van schilderijen en platenhoezen tot het interieur van hele Giger bars. Imagine en EYE verzorgen gezamenlijk een speciale editie van EYE on Art, met een hommage aan de kunstenaar. Te gast zijn Marco Witzig, sinds 2000 Gigers assistent, en de Nederlandse kunstenaar André Lassen, die met Giger samenwerkte. Er zijn veel filmfragmenten en speciaal voor deze avond wordt een aantal van Gigers kunstwerken overgebracht naar EYE. Het programma wordt gepresenteerd door Imagine-programmeur Barend de Voogd. Aansluitend de documentaire Dark Star: HR Gigers Welt van Belinda Sallin.

Giger en zijn Alien. Bron: www.bfi.org.uk
Giger en zijn Alien. Bron: www.bfi.org.uk

Uiteraard is er nog veel meer te doen en te zien tijdens Imagine, het filmfestival dat geheel gewijd is aan horror, sciencefiction, fantasy, anime en cultfilms. Check daarvoor de site van het festival.

imagine2015_imagine

Ga jij naar Imagine dit jaar?
Waar wil je in ieder geval bij zijn?