Categorieën
Strips

Twee eeuwen Nederlandse strip verstript

200 jaar Nederlands beeldverhaal wordt gevierd met een dik naslagwerk, een gelijknamige tentoonstelling in Museum Meermanno en een strip van Margreet de Heer, waarin ze de stripgeschiedenis in grote stappen doorloopt.

200jaarstrips_deheer-cover

Wie met stripmaker Margreet de Heer (Leiden, 1972) spreekt, wordt vanzelf aangestoken door haar enthousiasme voor het beeldverhaal: ‘Tegenwoordig wordt er veel gepraat in stripland over de dood van de Nederlandse strip en dat er geen kansen meer zijn zoals vroeger. Zelf zie ik zaken graag van de positieve kant. De laatste jaren komen er veel lezenswaardige stripboeken van hoog niveau uit, zoals Rembrandt van Typex, Vincent van Barbara Stok en Dansen op de vulkaan van Flo. Als maker ervaar ik de strip als een prettig medium met ontzettend leuke collega’s. En het feit dat de strip niet zo’n hoge status heeft, bevrijdt je eigenlijk van allerlei verwachtingen. Laat de wereld maar denken dat het een ondergeschoven kunstvorm is, want dan kan je als stripmaker tenminste nog eens verrassend uit de hoek komen.’

Kansel
De Heer studeerde twee jaar scenario en regie aan de filmacademie voordat ze voor theologie koos. Een logische keuze voor een kind uit een domineesgezin, zowel vader als moeder staan op de kansel van een protestants hervormde kerk. Na haar studie besloot De Heer echter stripmaakster te worden. Sindsdien maakte ze onder andere stripreportages voor de krant, tekende ze de avonturen van lesbienne Mijntje voor de Zij aan Zij en runde ze een tijd een smallpress-uitgeverij om eigen werk en dat van jong talent uit te brengen. Toch werd ze vooral bekend door drie informatieve stripboeken over respectievelijk filosofie, religie en wetenschap. Van het eerste boek werden in Nederland reeds zevenduizend exemplaren verkocht, ook de Engelse editie loopt goed. Begin volgend jaar verschijnt de reeks in het Koreaans.

Over 'Sjors en Sjimmie'.
Over ‘Sjors en Sjimmie’.

Tijdsbeeld
In deze boeken treedt Margreet zelf op als verteller in de vorm van een stripfiguurtje. Toen Museum Meermanno in Den Haag haar benaderde om een strip te maken over 200 jaar Nederlands beeldverhaal, om de gelijknamige tentoonstelling en het boek aan te vullen, zette ze de trend van vertellende stripfiguurtjes door: ‘Voor iedere periode die ik behandel heb ik een kind of een ander personage gekozen dat iets vertelt over zijn of haar favoriete strip van die tijd. Daardoor heb je meteen een focus en ondervang je dat wat je vertelt subjectief en onvolledig is. Het magazine hoefde geen volledige geschiedschrijving te worden, want dat is het grote boek al, maar een leuke strip die gezinnen met kinderen vanaf een jaar of zes aanspreekt. Om een tijdsbeeld te geven van de jaren tachtig, heb ik ervoor gekozen om de overeenkomsten tussen de familiestrips Jan, Jans en de Kinderen en De Familie Doorzon naast elkaar te zetten. In de jaren negentig behandel ik Sjors en Sjimmie. Omdat die strip al in de jaren dertig is begonnen kan ik zo eigenlijk de hele stripgeschiedenis van Nederland in beeld brengen. De recente jaren bespreken was erg lastig, want het is nu nog moeilijk te zeggen wat historisch gezien een belangrijke strip zal zijn. En daarbij: hoe dichter je bij het nu komt, hoe meer vriendjes en vriendinnetjes van mij er zijn en als ik iemand wel behandel, dan is al snel de vraag waarom je die anderen niet behandelt die net zo belangrijk zijn.’

Kousemaker in actie.
Kousemaker in actie.

Kennis over de Nederlandse stripgeschiedenis had Margreet onder handbereik. In het verleden werkte ze vijf jaar in stripantiquariaat Lambiek te Amsterdam en deed ze samen met mentor Kees Kousemaker (1942-2010) de redactie van de Comiclopedia: een online naslagwerk waarin zo’n 12.000 stripmakers zijn opgenomen. Samen publiceerden ze in 2005 het boek De wereld van de Nederlandse strip. Kousemaker en de stripwinkel die hij in 1968 opende, spelen ook een rol in Margreets strip: in 1974 bedient de stripwinkelier een vader die strips van de Toonder Studio’s zoekt terwijl hij tevens de langharige hippiezoon wijst op undergroundstrips over drugsgebruik en vrije seks.

Afrekening

Margreets stripfiguurtje.
Margreets stripfiguurtje.

Het maken van non-fictie strips met een autobiografisch tintje is een rode draad in De Heers carrière. In 1999 debuteerde ze met How to Get Over Your Ex, een uitgave in eigen beheer waarin ze afrekent met een vorige relatie. ‘Om daaraan te kunnen beginnen heb ik uit mijn hoofd gezet dat ik mooi moest kunnen tekenen. Dat was echt een drempel. Daarom zeg ik altijd tegen beginnende tekenaars dat ze de lat heel laag moeten leggen, anders produceer je niets. Ga gewoon beginnen.’

Door het maken van theaterrecensies in stripvorm voor NRC Next en daarna maandelijkse stripreportages voor Trouw kwam ze op het spoor van non-fictiestrips. De Heer liet zich inspireren door Van nul tot nu, een stripreeks over de vaderlandse geschiedenis die ze als kind las. Ook Understanding Comics van Scott McCloud, die in stripvorm het medium bestudeert en zichzelf als stripfiguur opvoert, inspireerde: ‘Het idee dat je in stripvorm feitelijke informatie kunt doorgeven sprak me aan. Voor Trouw maakte ik een maandelijkse rubriek over een filosofisch of spiritueel onderwerp. In die strips ging mijn persoonlijke stripfiguurtje dat de lezers rechtstreeks aanspreekt en dingen uitlegt, een belangrijke rol spelen.’

200jaarStrips-omslagDoor deze reportages vroeg uitgeverij Meinema De Heer de strip Filosofie in beeld (2009) te maken. Hierin behandelt ze het leven en denken van filosofen als Socrates, Plato, Nietzsche en tv-psycholoog Dr. Phil, en laat ze tevens mensen uit haar omgeving aan het woord over hun denkbeelden. Omdat veel filosofen ontbreken is Filosofie in beeld geen filosofie voor dummies geworden: ‘Het was nooit bedoeld als puur educatief boek, eerder als leerzaam onderhoudende strip. Ik wilde bij de oude Grieken beginnen en het structureel aanpakken, maar door ruimtegebrek kon ik niet iedere denker behandelen. Ik neem de lezer mee in mijn hoofd en toon mijn kijk op de zaken. Eigenlijk leg ik die aan mijzelf uit. Dat daar tussendoor allerlei feiten worden uitgelegd is voor mij bijna bijzaak. Als ik er een genre op zou moeten plakken, noem ik het liever autobiografie, maar dan verkoop het niet.’

Expositie en naslagwerk
Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal geeft een rijk geïllustreerd overzicht van de Nederlandse strip. Van vroege voorlopers als de eindmiddeleeuwse centsprenten, naar Meester Prikkebeen, bekende striphelden als Dick Bos, Kapitein Rob en Tom Poes tot en met het huidige tijdperk van de graphic novel. Stripkenners Willem van Helden, Rob van Eijck, Jos van Waterschoot en Joost Pollmann behandelen ieder een periode, onder eindredactie van Hans Matla en Aafke Boerma. Het boek bevat tevens een ietwat arbitraire selectie korte biografieën van stripmakers die wat ons betreft meer makers had mogen bevatten.

De expositie Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal loopt tot en met 2 maart 2014. Margreets strip is exclusief bij Meermanno verkrijgbaar. Zie www.meermanno.nl.

Dit artikel is in VPRO Gids #1 (2014) gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Rork

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Daan leest Rork.
Daan leest Rork.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Daan Landwehr Johan, 36. Ik ben amateur striptekenaar en web-ontwikkelaar, op het moment werkzaam in de video on demand branche en geef een paar keer per jaar cursus striptekenen op de buitenschoolse opvang.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Bij mijn oma lagen hele stapels oude Suske en Wiske-boeken die ik grijs heb gelezen. Thuis hadden we ook nog Kuifje, Asterix, Lucky Luke, Sjors en Sjimmie en nog een hele hoop andere strips. De Suskes en Wiskes liggen deels achter in mijn auto voor de kinderen om te lezen. Zelf lees ik ze niet meer zoveel, de magie is er een beetje af.

En van Nul tot Nu, die lagen steevast bij mijn bed. Niet dat ik veel heb onthouden van de vaderlandse geschiedenis, mijn oudste dochter heeft die nu naast haar bed en leest ze met grote regelmaat van voor naar achter.

Andreas is een tekenaar waar ik nooit genoeg van krijg, zijn serie Rork is wel mijn favoriet. die ik nog wel eens lees/doorblader en ook de enige serie in huis die ik op deel 0 na nagenoeg compleet heb. Die staat op de lijst voor de eerstvolgende stripbeurs die ik ga bezoeken. Vorig jaar heb ik de twee delen van Maus op de kop getikt, die lees ik ook nog wel eens af en toe.

Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?
Andreas weet een wereld te creëren die het midden houdt tussen dromen en werkelijkheid. Zowel in zijn stijl van tekenen als in de verhalen. De verhalen gaan vaak over eenlingen: Rork is een oude tovenaar die meer van de wereld en alle dimensies weet dan menigeen. Dat alleen zijn is een thema wat mij wel aanspreekt. Ook dat er meer is tussen hemel en aarde zonder er direct een god bij te halen.
De tekenstijl is afwijkend van de meeste strips die ik tot dan toe had gelezen, dat is iets wat mij opviel en intrigeerde toen ik de strip voor het eerst las. Andreas gebruikt veel herhaling om kleine details in uitdrukkingen of bewegingen weer te geven. De strips bevatten grote platen met immense landschappen, interieurs en architectonische hoogstandjes. Ik wilde vroeger architect worden, maar alleen het vrij tekenen vond ik leuk genoeg en daar haalde ik het niet mee bij de opleiding bouwkunde.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik kwam vaak en graag in de bibliotheek, een groot gebouw waar het heerlijk rustig was. Ik las niet veel en nam ook liever strips mee dan gewone boeken. In de bieb was een klein hoekje met strips en daar kwam ik hem tegen. Gezien de beperkte collectie hadden ze achteraf gezien best opmerkelijk veel interessante strips en ook veel werk van Andreas. Andere bibliotheken waar ik later kwam hadden niet het aanbod wat ze bij ons in het dorp hadden.

Delen van Rork stonden in het stripblad Kuifje die mijn moeder van haar werk meenam als daar weer een nieuwe leesmap binnenkwam.

Het raakte me, ik was erg op mezelf en kon heerlijk wegdromen in de beelden die Andreas op papier had gezet, de karakters die hij ten tonele bracht, de fantasie die hij in zijn verhalen stopte en verweefde met de werkelijke wereld. Het inspireerde me, een mooie mix tussen de werelden die mij destijds boeiden, architectuur en strips. Zijn tijd en studiegenoot François Schuiten zit wat dat betreft in dezelfde hoek en is er een die ik zeker ook nog wel wil gaan lezen/bekijken.

rork

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.