Categorieën
Film Strips

Chasing Amy 1: De oorsprong van Amy

Serie Chasing Amy:

  1. De oorsprong van Amy
  2. Thema’s in Amy
  3. Meer thema’s in Amy

Vandaag op Mike’s Webs het eerste deel van een reeks essays over de film Chasing Amy. Mallrats van Kevin Smith was het niet het grote succes waar de filmmakers op hoopten. Smith had 6 miljoen dollar tot zijn beschikking, maar het publiek bleef weg en de critici vonden het allemaal maar niets. De filmmaker gaf het niet op en besloot terug tot de oorsprong van zijn filmkunst te gaan: net als bij Clerks ging hij aan de slag met een klein budget ($ 250.000) en zijn oude vertrouwde clubje filmvrienden. Het resultaat was Chasing Amy. Een film met een persoonlijk verhaal van Smith; een schrijnend mooie film over relaties en een van mijn favoriete films aller tijden. (Overigens is het met Mallrats wel goed gekomen. De film werd een culthit op video en dvd.) Het script van Amy heeft enkele herschrijvingen ondergaan. Zo kan het dat een film die in het verlengde zou liggen van Mallrats en waarin Jay (Jason Mewes) & Silent Bob hun leven zouden leiden al waren ze superhelden, uiteindelijk een persoonlijk relaas zou worden over een striptekenaar die verliefd wordt op een lesbienne. Finger cuffs
Als Holden McNeil (Ben Affleck) op een stripbeurs de oogverblindende en spunky striptekenares Alyssa Jones (Joey Lauren Adams) ontmoet, is hij meteen verliefd op haar. Wanneer Alyssa lesbisch blijkt te zijn, moet hij zijn verliefde gevoelens opzij zetten en zijn standaardideeën over liefde en relaties aanpassen. Holden en Alyssa worden goede vrienden, wat Banky Edwards (Jason Lee) mateloos irriteert. Banky deelt een huis met Holden en samen maken ze succesvolle strip Bluntman & Chronic. Wanneer de vriendschap tussen Holden en Alyssa verandert in een liefdesrelatie, ontdekt Banky een duister geheim uit Alyssa’s verleden. Ooit heeft ze met twee mannen tegelijk seks bedreven, waardoor ze de bijnaam Finger Cuffs kreeg. Alyssa heeft klaarblijkelijk meer ervaring tussen de lakens dan Holden en dit knaagt aan zijn zelfvertrouwen. Ondanks goede raad van Hooper X (Dwight Ewell), verbreekt Holden de relatie. Wijze raad komt ook van Silent Bob (zoals bekend gespeeld door Smith zelf). Bob vertelt Holden dat hij in hetzelfde schuitje heeft gezeten: een vriendin met meer ervaring en ook hij verdreef haar uit angst niet goed genoeg te zijn. Helaas trekt Holden de verkeerde conclusie uit Bobs verhaal. Hij nodigt Alyssa en Banky uit om de zaken uit te praten. Omdat hij vermoedt dat de gevoelens van Banky verdergaan dan alleen vriendschap, stelt hij een trio voor. Op deze manier is hij op seksueel vlak net zo ver als Alyssa en zij was erbij om de ervaring te delen, zoals Holden dat zo mooi voorstelt. Helaas zorgt dit voorstel ervoor dat zowel de vriendschap tussen de striptekenaars en de relatie tussen Holden en Alyssa voorgoed tot een eind komt. Een persoonlijk verhaal
Op zijn site spreekt Smith openhartig over de oorsprong van Chasing Amy, namelijk zijn relatie met Joey Lauren Adams. Juist, de actrice die Alyssa gestalte geeft in de film. De twee ontmoetten elkaar tijdens de casting van Mallrats. En zoals het zo vaak gebeurt in Hollywood, castte de regisseur zijn vriendinnetje in zijn volgende film. Maar dit keer ook omdat het script op hun relatie was gebaseerd. Smith vertelt dat Joey en hij eigenlijk twee tegenovergestelde zielen waren. Hoewel Joey zelf geen lesbienne is, was ’t voor Smith lastig te verwerken dat haar seksuele verleden wel wat meer scharkeringen kende dan het zijne.

It’s no secret that the origins of ‘Amy’ reside in my relationship with Joey. Granted, she’s not gay, and I’ve never fallen in love with a lesbian, but the movie did grow out of my temporary inability to deal with Joey’s past (not that it was anything like Alyssa’s; I don’t want ya’ll running around thinking Joey’s nickname was ‘Finger Cuffs’ or anything).

Smith vertelt even verderop dat de personages ieder een deel van zijn persoonlijkheid representeren:

The character of Holden is the closest to me I’ve ever written (casting Ben was aesthetically wishful thinking perhaps), and Alyssa is actually my voice of reason that I’d never listen to (I knew what I was doing/feeling was immature, but you just can’t fight city hall, sometimes). Banky bares the marks of my feelings about allegiance (oh, I hated the kind of friends who’d start dating someone and suddenly disappeared – balance, I’d say; constant sex, they’d say), while Hooper voices my thoughts about the politics of the gay community (particularly in the record store scene). The Jay and Silent Bob scene is always a little eerie to watch, in that it’s very much me having a conversation with my creations (a’la Grant Morrison’s brilliant ‘Animal Man’ issue where Buddy met his creator). This flick, more than the other two, is me on a slab, laid out for the world to see.

De overeenkomst tussen Holden en Smith is evident. Holden maakt de fictieve versie mee van wat Smith doormaakte met Joey; ook hebben beide kunstenaars de wens een persoonlijk verhaal te vertellen. Beide heren doen dit in een werk met de naam Chasing Amy: Holden maakt er een strip over, Smith de film.

Roddelpers
Er gaan echter ook andere verhalen de ronde over de oorsprong van Amy. Schrijver John Kenneth Muir haalt in zijn boek An Askew View: The Films of Kevin Smith, een artikel aan uit Entertainment Weekly. Dit artikel, geschreven door Allison Gaines, verhaalt dat Smith en Scott Mosier (de vaste producent van Smiths films) vrienden werden met de regisseuses Rose Troche en Guinevere Turner (beiden lesbisch) tijdens hun verblijf op het Sundance Festival in 1994. Volgens het artikel was Smith of Mosier verliefd Guinevere. Mosier wilde indertijd geen details geven aan Muir, maar hield vol dat de informatie in het artikel van Entertainment Weekly klopte.
Persoonlijk ben ik eerder geneigd om Smith op zijn eigen woord te geloven dan een artikel dat toch een beetje riekt naar roddelpraktijken. Bovendien heeft het iets romantisch dat Smith Amy baseerde op zijn relatie met Joey. Natuurlijk kan het het heel goed dat de vriendschap met Guinevere Turner en het feit dat ze lesbisch is, bepalend is geweest voor het lebisch zijn van Alyssa in de film. In dat geval zijn beide verhalen dus ‘waar’.
Nadat de film klaar was, bleek de relatie tussen Smith en Joey ook voorbij, al zijn de twee nog steeds goede vrienden. Iets wat we niet kunnen zeggen over Holden en Alyssa. Maar daarover de volgende keer meer.Meer weten over de soundtrack van Chasing Amy? Zie de Column: Soundtrack kleurt je dag.
Meer weten over Kevin Smith? Zie de recensie over Clerks II.

Serie Chasing Amy:

  1. De oorsprong van Amy
  2. Thema’s in Amy
  3. Meer thema’s in Amy
Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomics: Review A lesson is learned

A Lesson is Learned. – But the damage is irreversible

Zo’n tien jaar geleden ontmoetten Dale Beran en David Hellman elkaar op school. Het resultaat van die vriendschap is de webcomic A Lesson Is Learned die in juli 2004 het licht zag. Als de strip enige indicatie is van zijn makers, dan hebben de heren nog niets van hun melige tienerstreken verloren. Al stoppen ze hun energie nu gelukkig in een online comic waar de hele wereld van kan meegenieten.

Op het eerste gezicht had A Lesson is Learned niet perse een webcomic hoeven zijn. De een pagina lange afleveringen hadden net zo goed op papier kunnen verschijnen. De statische pagina doet niets met het medium. Toch is dit niet helemaal waar. Wie goed kijkt naar de compositie van de strippagina, ziet dat deze vaak verticaal is. Dit geeft het scrollen een belevingsfunctie, zoals bij meer webcomics het geval is. Een mooi voorbeeld hiervan is strip nummer 18, waarin de narratieve lijn van het stromende water nog eens onderstreept wordt door de neerwaartse scrollbeweging.

Kleurrijk
Daarbij moet gezegd dat kleurrijkheid van de strips het maximale van je grafische kaart lijkt te vergen. De kleuren worden op een kunstige wijze toegepast, waarbij de afbeeldingen worden onderverdeeld in kleurvlakken. Ook dit is geen nieuwe techniek en toch werkt deze wel bij de haast surrealistische inhoud van de strip. David heeft niets voor niets de Web Cartoonist’s Choice Award gewonnen voor de bijzondere layout en kleurgebruik. De strip is alleen vanwege dit kleurgebruik al een genot om naar te kijken.

Het tekenwerk is wel van wisselende kwaliteit, zoals deze twee opeenvolgende afleveringen aantonen. In de eerste aflevering zijn de lijnen wat strakker, terwijl David duidelijk haast had om het tweede deel af te krijgen. Dat de heren af en toe een uitstapje nodig hebben van hun stripalterego’s bewijzen afleveringen als A Day At The Office, waarin andere karakters de hoofdrolspelen, neergezet in een iets andere tekenstijl en een meer conservatievere inkleuring. In de tweede serie, die maart 2006 is begonnen, slaan de heren een geheel andere weg in. Ging de eerste serie nog voornamelijk over David en Dale zelf (maar niet in een autobiografische zin), de tweede serie handelt over een nieuwe groep karakters: een psychiater en zijn gezin, de dubbelganger van hun dochter en een stel wolken die naar het aardse leven verlangen.

Fox Mulder
De verhalen lenen elementen uit sciencefictionverhalen, magische verhalen en sprookjes.
David en Dale zijn niet vies van verplaatsing naar andere dimensies, wondermiddelen, tijdreizen, etc. Ook kun je gastoptredens van mythische figuren als de yeti verwachten. De strips zitten vol met uiteenzettingen waarvan de een nog verdergezocht is dan de andere en die magische en bovennatuurlijke dingen neerzetten alsof ze de normaalste zaak in de wereld zijn. Dit doet een beetje denken aan technische onzinpraat uit Star Trek, of aan de uitspraken van Fox Mulder wanneer hij met een strak gezicht een nieuw vergezochte buitenaardse samenzwering verklaart. Omdat deze ‘technische’ informatie zo feitelijk wordt weergegeven, wordt het weer grappig en enigszins camp. Op mij komen de surrealistische elementen uit A Lesson Is Learned dan ook als melig over. Hier wordt duidelijk de draak gestoken met bovennatuurlijke zaken – zij het dan op subtiele wijze.

Tussen de verklarende dialoog zitten af en toe rake grappen die ook op zichzelf zouden kunnen staan als gagstrip. Een voorbeeld dat enigszins doet denken aan de humor in South Park:

De verhalen hebben lang niet altijd een duidelijke conclusie. Zoals deze waarin Dale meerdere malen in dezelfde situatie terechtkomt (gedroomd of in het echt, dat laten de stripmakers in het midden) om uiteindelijk te concluderen dat zijn dochter een andere kleur ogen heeft dan hij dacht. Het een en ander lijkt niet met elkaar verbonden te zijn. Alhoewel Dale iedere keer een boek van een bekende filosoof ter hand wil nemen zoals Plato en Aristoteles. Het reiken naar wijsheid bezorgt hem letterlijk hoofdpijn, en de hersenschudding die hij daaraan overhoudt doet hem uiteindelijk inzien welke kleur de ogen van zijn dochter hebben. Een simpel besef, dat wellicht belangrijker is dan welke filosofische gedachte ook.

Opzet
Grafisch gezien is dit voorbeeld van de strip knap werk. Het patroon van het vallende boek wordt consequent doorgezet en zet een denkbeeldige verticale lijn in het beeldvlak neer. Dat de bladeren aan de bomen onder aan het kader dezelfde kleur hebben is niet willekeurig: de vallende bladeren staan op het visuele vlak gelijk aan het vallende boek. Ook vormen de verticale vlakken op de pagina zelf een stedelijke skyline die terugkomt in het grote kader onderaan. Dat dit allemaal niet per ongeluk is geeft David in zijn eigen editorial aan. Menigmaal voegt de tekst van de makers begrip toe aan de strip, soms gaan ze hier wel erg ver in en lijken ze alles te willen uitleggen waardoor iets van het mysterie van het werk verloren gaat. Een kunstenaar hoeft immers niet alles te verklaren; het werk moet voor zich spreken.

Toch kan commentaar verhelderend zijn, zoals David met het volgende stukje bewijst:

‘I’ve probably mentioned this, but for a while Dale and I have been talking about making comics like poems. By this, we mean (in part) that the reader feels compelled to reread the comic, and that it unfolds with continued attention. The last panel shouldn’t kick the reader out the back door, but entreat her, “please, stay for just a bit longer.”‘

Of het duo in zijn opzet slaagt, mag iedere lezer zelf uitmaken.

Dale en David verfraaien hun site met de nodige hyperlinks en hebben zelfs een podcast geplaatst. Geheel in de stijl van hun comic: bij vlagen melig en onzinnig. Eigenlijk klinkt het duo als nerds die te veel tijd over hebben en allerlei wetenschappelijke items bespreken, zonder dat daar echt een lijn in te vinden is, wat overigens een hoop zegt over hun strip en de bronnen van hun verhalen…

Of de grafische stijl en de verhalen van A Lesson is Learned je nu aanspreken of niet – deze webcomic is in ieder geval het proberen waard. A Lesson is Learned is een originele comic waarbij beproefde grafische stijlen en surrealistische verhaalelementen samenkomen. Daarbij is het, ondanks de hoge pretenties die soms uitgesproken worden in hun editorials, verfrissend dat de stripmakers zichzelf en hun werk niet al te serieus nemen en weten te relativeren. Misschien is dat laatste nog wel de belangrijkste les die geleerd kan worden van deze webcomic.

Meer webcomicreviews op Clickburg.nl

Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomic: Review Alien loves Predator

Een strip waarin Alien en Predator samen een appartementje in New York delen klinkt als een hilarische situatie. Gelukkig maakt de strip in veel opzichten de verwachtingen die deze premisse oproept ook waar. Niet-politiekcorrecte humor in een fotografisch jasje.De webcomic Alien Loves Predator (ALP), van stripmaker Bernie Hou is een mooi voorbeeld van een goede fotostrip. Persoonlijk heb ik de algemene aversie tegen fotostrips nooit goed begrepen. Niemand heeft ooit gezegd dat strips getekend moeten zijn. Strips zijn wat Will Eisner sequential art noemde, en de visuele kunstvorm kan net zo goed uit een serie foto’s bestaan. Speelgoed
Voor ALP worden allerlei speelgoedfiguurtjes gebruikt. Niet alleen voor de twee hoofdrolspelers, ook veel bijfiguren worden door speelgoed uitgebeeld, waaronder Barbiepoppetjes. Hou verandert de lichaamshouding en de gezichtsexpressie van de figuurtjes en zet ze met zorg en aandacht in de mise-en-scène. Op het vlak van expressiviteit doet de strip dus niet onder voor een getekende strip. Soms worden ook foto’s van mensen gebruikt. Tot slot maakt Hou gebruik van focusverlegging om de plaatjes diepte mee te geven. De collage van verschillend bronmateriaal wordt tot één geheel gesmeed en dikwijls zijn de plaatjes een feest voor het oog. Het fotomateriaal opent de deur voor vele visuele grappen. Een meerwaarde zijn de vaak realistische New Yorkse decors die een herkenbaarheid aan de strip geven en de vreemde fictieve wezens in de echte wereld plaatsen. Door de speelgoedfiguurtjes in een foto te plaatsen ontstaat een vreemd soort tegenstelling die vaak op de lachspieren werkt, zoals hier en hier. Het feit dat de strip uit foto’s bestaat geeft het geheel dus een meerwaarde. Naar mijn mening was de strip ook niet zo leuk geweest als alles ‘gewoon’ getekend was. Stedelingen
Dat het hier om Alien (Abe) en Predator (Preston) gaat, is volgens striprecensent Gary Tyrell (Fleen) bijzaak. Tyrell merkt in zijn review over ALP op dat de comic in wezen gaat over het leven in New York City. (En daar lopen nu eenmaal wel vaker vreemde types rond, dus waarom niet een paar ‘allochtonen’ van buiten onze melkweg?) Abe en Preston zijn gewoon twee huisgenoten die een appartement delen in de Big Apple. De bekende problemen van de grote stad, verdwaalde taxichauffeurs, huizenjacht, discriminatie, frustratie in het openbaar vervoer, worden gemixt met tekenen van deze tijd, zoals speeddating, het leven van een (Amerikaanse) consument, de dreiging van terrorisme en ruzie met voicemail.
Sitcom
Ondanks hun opmerkelijke verschijning komen Alien en Predator dus in normale situaties terecht. Als Prestons ogen achteruitgaan moet hij op een gegeven moment een bril aanschaffen. Dit gegeven zou belachelijk zijn in de originele Predator-context, maar is heel passend in deze strip waarin het moordlustige monster is teruggebracht tot bijna menselijke proporties. ALP doet een beetje denken aan een sitcom rondom twee huisgenoten in een herkenbare Amerikaanse stad. Beide hoofdrolspelers hebben, zoals dat hoort bij komische duo’s, een tegenovergesteld karakter: de ene is tamelijk dom, de ander iets slimmer. Zo nu en dan komen er beroemde gasten voorbij om de afleveringen op te leuken. Gastrollen van Jezus als nieuwe slagman voor de New York Yankees, de King of Flop, Bill Clinton en Eliza Dushku. Ook hier speelt het fotoaspect een grote rol. De strip waarin Bill Clinton vreemdgaat met de ex van Preston, werkt op visueel vlak juist zo goed omdat Clinton hier geplaatst wordt tussen speelgoedpoppetjes. Los van de situatie waarin de twee heren verkeren, komt een deel van de humor voort uit het feit dat het hier gaat om (speelgoedversies) van Alien en Predator. Hou maakt dan ook regelmatig grappen die gaan over het uiterlijk van de twee filmmonsters. In tegenstelling tot wat Tyrell beweert gaat de strip dus niet alleen over het leven in New York. Dat het hier gaat om Alien en Predator is maakt de strip bijzonder – de hoofdrolspelers zijn niet inwisselbaar voor andere personages. Al heeft Tyrell natuurlijk wel gelijk dat de locatie een belangrijke rol speelt in het verhaal. Na alle lof toch nog een puntje van kritiek. De humor van Alien Loves Predator is ietwat puberaal en is soms behoorlijk ‘fout’ (en wat mij betreft daardoor leuk), en zal daarom niet ieders ding zijn. In principe doen Abe en Preston als het gaat om tits and fart jokes niet onder voor bijvoorbeeld Dante en Randal uit Clerks (I+II), al moet gezegd worden dat de grappen en dialogen uit ALP nooit het niveau van Kevin Smiths werk halen. Daarvoor zijn ze veelal te flauw en missen ze een verbredende context die ruimte biedt voor een diepere laag, wat bij Smits werk wel vaak het geval is. Ook is er in de 200+ afleveringen nergens sprake van karakterontwikkeling. Dat kan lang goed gaan zolang de maker nieuwe interessante (bij)figuren introduceert. Maar op een gegeven moment gaat de lol er toch wel wat van af. Gelukkig kunnen we dan nog altijd genieten van de mooie plaatjes. Voor veel meer webcomic reviews zie: Clickburg.nl

Categorieën
Strips

Webcomics 101

Webcomics: Een korte introductie

De tijd van papieren strips is voorbij? Dat is wellicht wat te voorbarig om zo te stellen. Toch moet gezegd worden dat er vele strips zijn die slechts in digitale vorm op het web verschijnen: de zogenaamde webcomics. Vaak worden deze comics getypeerd als ‘strips op internet’. Hoewel dit de eerste eigenschap is die wellicht te binnenschiet, zijn deze strips in feite veel meer. Via webcomics hebben tekenaars creatief vrij spel, met allerlei mogelijkheden die ‘op papier’ niet kunnen, zoals animatie, interactiviteit en geluid. Een goed voorbeeld hiervan biedt het werk van Stephan Brusche, waar interactie een grote rol speelt. Wie van animatie en konijnen houdt, heeft wellicht meer aan de Bunbun-strips van Mattt Baay.

Interactie
Zoals met andere vormen van internetpublicaties, bieden webcomics een direct contact met de makers via guestbooks, posts en e-mails. Commentaar op het werk, toevoegingen van lezers en zelfs persoonlijke ontboezemingen verrijken het oorspronkelijke materiaal. Een dergelijke interactie met de maker is normaliter alleen mogelijk op stripbeurzen. Maar ja, daar moet je dan wel tegen (andere) stripnerds strijden om aandacht van de stripmaker.

Veel makers zorgen voor updates op vaste tijdstippen. Terwijl sommige comics wekelijks een nieuwe aflevering brengen, verschijnen andere zelfs dagelijks (!). Op vaste tijdsstippen updaten is een goede manier om een vast lezerspubliek te trekken. Mensen zijn nu eenmaal gewoontedieren. Dit feit heeft televisie indertijd ook geen windeieren gelegd. De comic Questionable Content was met zijn dagelijkse updates op een gegeven moment zo populair, dat maker Jeph Jacques zijn baantje opzegde om fulltime aan zijn strip te werken.

Webcomics worden overal ter wereld gemaakt, al hou ik mezelf vooral bezig met wat de Engelstalige strips en het werk dat in Nederland en België verschijnt.

Clickburg
In Nederland wordt het fenomeen op uitgebreide en professionele wijze vertegenwoordigd door Stichting Clickburg. Deze organisatie is juist in het leven geroepen om het fenomeen webcomics op de kaart te zetten. Op de website van clickburg wordt de geschiedenis van webcomics uit de doeken gedaan. Ook verschijnt er wekelijks een recensie over een bepaalde webcomic en kunnen mensen meepraten op het forum. Wie meer wil weten over dit fenomeen: Clickburg is een goede plek om te starten.

Met enige regelmaat schijf ik zelf ook een recensie voor de site, al wordt het gros door twee andere stripkenners geschreven die al veel langer met het onderwerp bezig zijn. (Tot zover deze schaamteloze vorm van sluikreclame.)

Goeroe
Mijn eerste kennismaking met webcomics vond plaats toen ik het boek Reinventing Comics van Scott McCloud las. McCloud is een striptekenaar die enkele boeken schreef over strips in stripvorm. Hij wordt gezien als een van de goeroes op webcomics gebied – al was hij niet de eerste die over dit fenomeen begon of online strips publiceerde. Die eer valt te beurt aan Hans Bjordahl die in 1992 zijn strip Where the Buffalo Roam publiceerde via een nieuwsgroep van Usenet. Met dat even terzijde. Wie de eerste was is niet echt interessant. Wel interessant is het feit dat het aantal webcomics in de afgelopen jaren sterk is toegenomen en dat er voor iedereen wel iets te halen valt .

Kortom: Go check them out.

Categorieën
Strips

Eerste keer

(Twee keer klikken op het plaatje voor vergroting.)
Categorieën
Mike's notities Strips

Column: Verzamelwoede

Toen Boudewijn Büch op zaterdag 23 november 2002 stierf, bezat hij zo’n 100.000 boeken. De laatste jaren van zijn leven had hij voor een deel in afzondering geleefd. Hij bracht dagen door in zijn schatkamer vol boeken, als een bibliothecaris die constant dienst heeft.

Tussendoor reisde hij dan een tijdje, maar het schijnt dat hij ’t gelukkigst was als hij door zijn verzameling struinde. Büch had duidelijk last van Verzamelwoede. Waar hij ook in de wereld was, er moest in een boekwinkel gedoken worden en boeken worden gekocht. Altijd maar boeken kopen. Daarmee deed hij zijn achternaam eer aan. Waarschijnlijk was de aanschaf van een nieuw boek nog het enige dat hem (even) gelukkig maakte. Dit maakt Büch weliswaar tot een mooi voorbeeld van de bibliofiele excentriekeling, maar daar is nog niet alles mee gezegd. Büch staat namelijk lang niet alleen in zijn verzamelwoede.

Het lijkt wel of het leven alleen nog maar zin heeft als we dingen kopen. Waar je ook komt, er wordt altijd iets aangeprezen. Als je niet op straat komt, dan word je alsnog thuis gebeld door een of ander bedrijf dat je het een of ander probeert aan te smeren. We leven niet meer in een commerciële wereld, we worden geleefd door de commercie.

Je voelt je op het laatst geen mens meer, maar een potentiële klant. Iedereen lijkt wel wat van je te willen hebben. En ondertussen zijn we zo geprogrammeerd dat we ’t idee hebben alleen maar gelukkig te kunnen zijn als we dingen aanschaffen. Ik maak mij hier ook schuldig aan. Toen ik laatst mijn huis aan het opruimen was en wederom constateerde dat ik te weinig kastruimte had, begon het besef te dagen dat ik wel erg veel boeken, strips, videobanden en dvd’s & cd’s in mijn bezit heb. Ik koop al strips vanaf het moment dat ik plaatjes kan lezen, en per week komen daar nog wel een paar dvd’s of cd’s bij.

En het lijkt nooit genoeg. De aankoop van een nieuw product verschaft een gelukzalig gevoel. Snel naar huis en de muziek opzetten. Enkele dagen later zit er alweer een nieuwe cd in de speler. Nog veel erger als je muziek downloadt. Dat kost praktisch niets; na een weekje vakantie heb je een volledige plank gedownload. Er is niet eens genoeg tijd om alles goed te beluisteren.

De verzamelwoede is een voortdurende zoektocht naar nieuwe impulsen, waarbij het effect van iedere nieuwe impuls van kortere duur is dan het effect van de vorige. Toch verschaft het bezit van een grote verzameling mij veel genoegdoening. Er is niets leukers dan over iets te horen, of er ergens over te lezen, en in staat te zijn dat ding uit je eigen kast te kunnen pakken. Het geeft het gevoel iets moois te bezitten. Daarbij vult het een leegte in mij die ik op geen andere wijze weet te vullen.

Het probleem is wel dat de verzameling blijft groeien, en dat er dus steeds meer ruimte nodig is om deze een plaats te geven. Voordat je het weet zit je ingebouwd in je eigen spulletjes, en woon je in een tombe vol met boeken, cd’s, dvd’s en strips, die leven praktisch onmogelijk maakt. Wie wil er immers eindigen als Boudewijn Büch? Ach, een gewaarschuwd mens leest voor twee.

Categorieën
Strips

Figurant

(Twee keer klikken voor vergroting.)
Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Film: V for Vendetta

Een van de meest interessante films van dit jaar – en sinds ruim een maand op dvd – is de film V for Vendetta. De film is gebaseerd op de gelijknamige strip geschreven door Alan Moore en getekend door David Lloyd. Gedurende de jaren tachtig werd de strip voorgepubliceerd in het Engelse stripmaandblad Warrior.
Aan de film zijn de nodige elementen aan toegevoegd om het verhaal up-to-date te maken. De gebroeders Wachowski (van The Matrix-trilogie) schreven het script en hebben daarin scènes veranderd en een aantal personages geschrapt. Zo krijgt het meisje dat door V wordt gered, Evey (Natalie Portman), een meer centrale rol toebedeeld. Niet zo gek, want V zelf is tamelijk onbenaderbaar en blijft een beetje een mysterie voor de kijker.
Toch is de film een getrouwe adaptatie van de geest van de strip. V is een vrijheidsstrijder die het opneemt tegen het fascistische regime van leider Sutler. Sutler heeft sinds de Derde Wereldoorlog Engeland in zijn greep. Het volk wordt dom gehouden door de leugens die via de media worden verspreid en iedereen wordt in de gaten gehouden door de regering. Alles wat een bedreiging kan zijn, inclusief popmuziek en kunst, is verboden.
Big brother
Moore schreef het verhaal als reactie op het Thatcher-regime in de jaren tachtig. Maar eigenlijk zijn verhalen over totalitaire staten al eeuwenoud. Het is een Orwelliaanse wereld, die niet zo ver weg is als dat ze lijkt: de recente Patriot Act waarin president Bush toestemming heeft om de eigen bevolking te bespioneren is daar het bewijs van. Big brother is watching you.
Acteur John Hurt neemt de rol van Sutler voor zijn rekening. Het is grappig dat de man die de naar vrijheidsmachtende Winston Smith speelde in de filmversie van George Orwells 1984, nu zelf de dictator is.
Voorbeelden
De vigilante V gaat getooid in een zwarte cape en hoed. Zijn gezicht zit verscholen achter een wit masker met daarop een brede grijns. In V brengt Moore enkele bekende figuren samen. Allereerst verwijst V natuurlijk naar Guy Fawkes, die in de zestiende eeuw probeerde het Britse parlement op te blazen maar daar niet in slaagde. Dit wordt nog iedere vijfde november herdacht, al gaan er stemmen op om deze eeuwenoude traditie af te schaffen.
Verder doen de lichamelijke verminkingen en gemaskerde bedekking van V denken aan de Phantom of the Opera. Zijn degengevechten en het snijden van een ‘V’ als handelsmerk komen natuurlijk van Zorro. Tot slot lijkt hij ook wel wat op Batman. Dat is immers ook een vigilante die geheel in het zwart de nachten in een corrupte wereld wat veiliger maakt.
Anarchie
Toch is V geen echte superheld, maar meer de belichaming van het idee van anarchisme. Het mooiste shot in de film is dan ook het moment waarop de duizenden die voor het parlementsgebouw demonstreren met het masker van V op dat masker allemaal tegelijkertijd afdoen. Dit verbeeldt precies het idee achter V: hij is de verpersoonlijking van iedereen die een betere wereld wil en bereid is tot (harde) actie over te gaan. Iedereen kan het verschil zijn en samen sta je sterk. Of zoals V het zelf zegt: ‘Het volk zou niet bang moeten zijn voor zijn regering, de regering zou bang moeten zijn voor het volk!’
Behalve dat de filmmakers het idee en het verhaal van de strip trouw zijn gebleven (de dialogen uit de strip zitten soms woord voor woord in de film), is V for Vendetta een geslaagde verfilming door de goede casting. Ondanks de beperking die een niet-bewegend masker oplegt, weet acteur Hugo Weaving door zijn stemgebruik passie en nuance in zijn performance te brengen. V is een theatraal figuur met bulderende speeches.
Gelukkig wordt de film nergens te zwaar dankzij de lichte benadering van Stephen Fry, in een belangrijke bijrol als presentator bij het tv-station waar Evey werkt. Ook John Hurts dictator is stereotiep genoeg om het allemaal niet te serieus te nemen. Om politiek moet je immers ook nog kunnen lachen.