Een aankondiging van de soloserie van Cloak & Dagger uit 1984. Cloak and Dagger doken voor het eerst op in de pagina’s van Spectacular Spider-Man en zijn een creatie van Bill Mantlo en Ed Hannigan. Tyrone en Tandy waren zwerfkinderen op wie de maffia experimentele drugs uitprobeerden. Zij waren de enigen die de proeven overleefden. De drugs gaven ze speciale krachten. Cloak kan mensen in een duistere dimensie opslokken en hun levensenergie afnemen. Ook kan hij teleporteren. Dagger schiet lichtdolken af die vol levensenergie zitten. Ze kunnen iemand verwonden, doden of juist zuiveren van het gif in hun lichaam.
Volgend jaar komt er een tiendelige serie over hen op de buis. Ben benieuwd hoe de seriemakers het verhaal hebben aangepast om het tv-publiek dit concept te verkopen. Ondertussen heb ik zin om die oude comics eens te gaan lezen.
Vrijdag 20 oktober presenteerde Ger Apeldoorn Behaving Madly: een boek vol met imitaties van het invloedrijke satirische tijdschrift Mad.
Ger Apeldoorn signeert. Foto: Jitse Verwer.
Eerder schreef ik daar deze aankondiging over. Het was een leuke presentatie, waarin Ger ook enkele illustraties liet zien die het boek niet hadden gehaald. Bijvoorbeeld vanwege copyrights. Ook liet hij zien hoe sommige stukken waren bewerkt om ze geschikt te maken voor publicatie. Vooral werk waarin de tekenaar een wash-techniek had toegepast zijn lastig, omdat dit nagenoeg wegvalt bij het scannen en niet makkelijk te herstellen is. Door de wash-techniek kan een tekenaar mooie schaduwpartijen maken. Dat doet hij soms door inkt te verdunnen met water, maar het kan ook via een voorgekookt raster in het papier.
Apeldoorn meets Matena. Foto: Jitse Verwer.
Dick Matena kreeg ‘het eerste exemplaar uitgereikt. Matena is ook een groot fan van de grootste tekenaars van Mad, zoals Bill Elder, Jack Davis, John Severin en Al Jaffee. Hij tekende in de jaren zeventig een cover voor het blad Sekstant in de typische Mad-stijl.
Ger legt uit. Foto: Michael Minneboo.
Hoewel ik zelf geen Mad-fan ben, heb ik natuurlijk wel even door het boek gebladerd. Het ziet er mooi verzorgd uit, met boeiend beeldmateriaal voor de fans. Erg leuk dat de American Book Center weer een stripgerelateerde presentatie had. Dat doen ze goed daar aan het Spui in Amsterdam.
FOOM Magazine was een fanzine dat in de jaren zeventig zelf door Marvel werd uitgegeven. Een voorloper van Marvel Age dus. Tussen 1973 en 1978 zijn er 22 afleveringen verschenen. Ieder kwartaal een. FOOM staat voor Friends of Ol Marvel.
Het FOOM Magazine dat nu uit is gekomen is een pastiche van het oorspronkelijke tijdschrift. Eigenlijk is het bedoeld om reclame te maken voor Marvels grote Legacy event. Veel artikelen staan dan ook vol superlatieven over hoe tof en vernieuwend dit nieuwe event zal zijn, terwijl tegelijkertijd de geschiedenis van Marvel in ere wordt gehouden. Marketingpraat dus.
Het zijn daarom de andere stukken die mijn aandacht trokken en die ik fijn vond om te lezen. Zoals het interview met Joe Quesada, ooit de editor-in-chief van Marvel en een van de bedenkers van One More Day en Brand New Day. Quesada was een van de mensen die Marvel toentertijd uit het slop haalde.
Het in memoriam van Flo Steinberg vond ik het mooiste stukje in het magazine. Flo was vijf jaar lang de secretaresse van Stan Lee. Met haar bestond de vaste staf van Marvel uit Lee en Sol Brodsky. Drie man dus.
Flo Steinberg. Bron: Marvel.com
Al snel was Flo ook verantwoordelijk voor het beantwoorden van de honderden en waarschijnlijk duizenden fanbrieven die binnenkwamen en de Marvelfanclub, The Mighty Marvel Marching Society. Na vijf jaar verliet ze Marvel en bracht ze onder andere een eigen underground tijdschrift uit. Van Big Apple Comix is een nummer verschenen, in 1975, maar wordt gezien als een belangrijke link tussen de underground comix uit de jaren zestig en wat later alternatieve comics genoemd werd. (Lees hier een uitgebreide bespreking van Big Apple Comix.) Jaren later kwam ze terug bij Marvel als proeflezer. Een baan die ze tot haar dood had. Steinberg stierf op 23 juli dit jaar.
Marvel Bullpen Bulletins
Flo was net als Lee onderdeel van de Marvel Bullpen, de redactie van Marvel. Op de Bullpen-pagina’s deden ze het in het begin voorkomen alsof alle Marvel-medewerkers in de kantoorruimte van Marvel aan het werk waren terwijl de schrijvers en tekenaars in werkelijkheid vooral thuiswerkten. Al snel begon de staf echter te groeien in de jaren zestig, en kwamen er steeds meer redactieleden en medewerkers bij. De mythe van de Bullpen die Lee en Steinberg op de pagina’s creëerden werd dus deels waar.
Die Bullpen-pagina’s waren een goede manier om lezers op de hoogte te stellen van nieuwe uitgaven en andere Marvel-zaken. Een perfecte wijze om de fans dus direct aan te spreken en te betrekken bij het merk Marvel – iets wat Stan Lee tot in de puntjes beheerste. Een vast onderdeel van die pagina’s was namelijk zijn column, Stan’s Soapbox.
Dit is een voorbeeld van zo’n pagina die ik haalde uit Amazing Spider-Man #91 (December 1970). Zie je hoe Stan in zijn Soapbox de lezer direct aanspreekt en tot actie oproept? (En hoe hij een uitspraak die volgens mij van John Lennon is, aan zichzelf toeschrijft?)
Ik vind het erg leuk om die oude Bullpen-pagina’s te lezen. Evenals oude brievenpagina’s. Nu heb ik een aardige digitale stapel Marvel-comics, en wanneer ik een leuke pagina tegenkom, zal ik deze op mijn blog zetten.
Thor: Ragnarok is alweer de derde film rondom de dondergod zoals we die kennen uit het Marvel Universum. De eerste aflevering vond ik verrassend goed, de tweede iets minder. Maar zelfs de mindere Marvel-films zijn vaak de moeite waard omdat ze altijd genoeg entertainment verschaffen. Datzelfde gaat ook op voor Ragnarok, want regisseur Taika Waititi leverde een vermakelijke aflevering af.
Thor krijgt in Ragnorak te maken met zijn zus Hela – de godin van de dood. Ooit verbannen door hun vader, keert ze terug om wraak te nemen en haar plaats op de Asgardse troon op te eisen. Door Hela verliest Thor zijn magische hamer en komt hij terecht op een planeet die we gerust het afvoerputje van het universum mogen noemen. Daar wordt hij gedwongen om als gladiator op te treden. Zijn tegenstander is niemand minder dan de Hulk. Hij zal eerst zijn groene teamgenoot moeten uitschakelen voordat hij terug naar huis kan reizen om proberen het einde van Asgard te voorkomen.
Dat de filmmakers veel lol hebben gehad tijdens het draaien van Thor: Ragnarok is al vanaf de eerste scène duidelijk. De toon is echter zo luchtig dat de film soms tegen zelfparodie aan schuurt. Je ervaart dan ook geen echte spanning tijdens de spectaculaire actiescènes. Al is het wel heel tof om Thor en Hulk het tegen elkaar te zien op te nemen. Door enkele dramatische momenten en het goede spel van de cast voorkomen de filmmakers dat Thor zijn geloofwaardigheid verliest.
Sterk aan deze aflevering vond ik dat de meeste castleden ruimte krijgen om te schitteren. Iedere gevallen held krijgt de mogelijkheid om het juiste pad weer te vinden. Het sterke spel van Tessa Thompson, een voormalige Valkyrie van Asgard die het vertrouwen in zichzelf volledig is kwijtgeraakt, valt in het bijzonder op.
Het verplichte grote gevecht aan het einde van de film ontbreekt ook nu niet, maar verveeld dit keer geen moment, omdat iedere personage hierin een duidelijke rol heeft en de scène veel variatie kent.
Cate Blanchett wordt als Hela door Marvel als de eerste vrouwelijke schurk van het Marvel Cinematic Universe gepromoot. Eigenlijk is dat een beetje onzin want in de X-Men-films hebben we al enkele boeiende ‘foute’ vrouwen voorbij zien komen. Officieel worden deze films echter niet tot het Marvel Cinematic Universe gerekend, omdat ze door Fox worden geproduceerd.
Mocht je je bij het zien van de filmposter afvragen waarom Hela een raar hoofddeksel draagt: die droeg ze ook in de strips, zoals ze ontworpen is door tekenaar Jack Kirby. Er zitten in de film meer verwijzingen naar deze tekenmeester.
Kortom, Thor: Ragnarok is een vermakelijk en humoristisch Marvel-avontuur. Maar wel zo’n film die je na een paar dagen alweer vergeten bent.
Tom Hiddleston, Benedict Cumberbatch, Idris Elba, Cate Blanchett, Chris Hemsworth, Jeff Goldblum, Tessa Thompson, Karl Urban, Mark Ruffalo, Anthony Hopkins.
Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur is op verschillende blogs gerecenseerd. Slechts een Nederlandse krant waagde zich aan een bespreking en dat was de Volkskrant.
Joost Pollmann, stripjournalist en de voormalige creatief directeur van de stripdagen Haarlem, las het boek en schreef onderstaande bespreking. Deze werd gepubliceerd op 6 juli 2017, naast een recensie van Spider-Man: Homecoming. Zoals je kunt zien heeft de beeldredactie van de krant bij de recensie een verkeerde cover geplaatst.
Ik vond het erg fijn dat een landelijke krant als de Volkskrant aandacht aan mijn debuut schonk. Al blijft het een beetje gek als je eigen boek besproken wordt terwijl je zelf jarenlang strip- en filmrecensies hebt geschreven. Wat dat betreft was het schrijven van Mijn vriend Spider-Manin meerdere opzichten een leerzame ervaring.
De cover van het programmablad van de San Diego Comic Con in 1986. Een comicliefhebber herkent meteen de elegante stijl van John Romita Sr. Romita was jarenlang de art director bij Marvel en tekende onder andere posters en dit soort speciale covers. Op de cover staan de superhelden die toen erg populair waren. She-Hulk zat toen nog bij de Fantastic Four, dus dat betekent dat John Byrne die strip toen nog maakte. Wat mij betreft was dit het laatste decennium dat Marvel nog echt Marvel was.
Corner Boxes van New Mutants door Bill Sienkiewicz.
Enkele corner boxes van de New Mutants covers uit de tijd dat meester Bill Siekiewicz deze comic tekende. Mocht je nog meer van zijn werk willen zien, check dan het instagramaccount Billsienkiewiczart. Het account Therealthatpolishguy toont ook veel van zijn werk. Ik weet niet welke van de twee door de meester zelf worden bijgehouden. Volgens mij alleen het tweede, maar misschien beide.
Overigens, volgend jaar april komt er een filmadaptatie van The New Mutants uit:
Opmerkelijk dat de straat voor ons huis in vijf jaar tijd voor de tweede keer geasfalteerd wordt. Nu rijden er dagelijks heel wat auto’s overheen, maar je kunt ook overdrijven. Ze begonnen ermee op vrijdagavond laat, en gingen tot in de kleine uurtjes door met het afhalen van de bovenste laag. Zaterdag was de straat afgesloten, maar waren er geen werkzaamheden. Ik vermoed dat dit was omdat burgemeester Eberhard van der Laan werd begraven die dag en er dus officieel niet gewerkt mocht worden uit naam van de gemeente. Zondag waren ze echter al vroeg weer aan het werk. Aan het einde van de dag kon het verkeer alweer rijden.
Ik vind dit soort processen om meerdere redenen fascinerend. Als leek heb ik geen verstand van hoe die wegen eigenlijk gemaakt worden of hoe lang het bijvoorbeeld duurt voordat asfalt gehard genoeg is voordat er weer verkeer over kan. Op dit soort dagen leer ik dus een beetje bij.
De Duitse stripmaker Reinhard Kleist maakte een meeslepende en fascinerende striproman over het leven en het werk van Nick Cave. ‘Mensen die iets duisters in zich meedragen interesseren mij.’
‘Reinhard Kleist, meester-beeldromancier en schepper van mythes heeft – wederom – de conventies van de graphic novel getart met deze angstaanjagende samensmelting van Cave-songs, biografische halve waarheden en verrukkelijke hersenspinsels, waarmee hij een complexe, indrukwekkende en volstrekt bizarre reis door de Wereld van Cave heeft gecreëerd. Dit boek komt dichter bij de waarheid dan elke andere biografie, zoveel is zeker! Maar laat één ding duidelijk zijn: ik heb Elisa Day niet vermoord,’ aldus de flaptekst geschreven door Nick Cave over de nieuwe graphic novel Nick Cave: Mercy on Me. De getekende biografie die begin oktober verscheen bij uitgeverij Scratch.
Stripauteur Reinhard Kleist(Keulen, 1970) is er in zijn nopjes mee, laat hij vanuit zijn huis in Berlijn telefonisch weten. ‘Cave laat hiermee weten dat hij erg blij is met het boek en tegelijkertijd neemt hij er afstand van.’ Zijn striproman over Nick Cave, de Australische singer-songwriter, muzikant, dichter, auteur en acteur, is niet de eerste biografie van Kleist. Eerder verbeeldde hij de levens van onder meer bokser Harry Haft, Fidel Castro, Elvis Presley en Johnny Cash.
Gebroken biografie
Reinhard Kleist. (c) Carlsen Verlag by Wolf-Dieter Tabbert.
‘Ik ben erg geïnteresseerd in waargebeurde verhalen, omdat je daar zoveel uit kunt halen,’ licht Kleist zijn voorkeur voor het genre biografie toe. ‘In het geval van Der Boxer en Der Traum von Olympia waren het die specifieke verhalen die ik aan een strip lezend publiek wilde vertellen. Dat laatste boek ging over de Somalische atleet Samia Yusuf Omar met wie het dramatisch afliep. Er wordt wel gezegd dat ik me aangetrokken voel tot mensen met een gebroken biografie of een beschadigde persoonlijkheid. Mensen die iets duisters in zich meedragen. Zoals Johnny Cash. Die had een duistere visie op de wereld, en was drugsverslaafd. Hij was een lange tijd niet erg aardig voor zichzelf, destructief. Ieder moment kon hem een ramp overkomen. Hoe hij zijn weg daaruit vond, maakt een boeiend verhaal. Wat mij in het bijzonder fascineert aan Nick Cave is dat hij een van de grootste verhalenvertellers in de muziek is. Hij gebruikt de sfeer van de muziek en de songteksten om zijn verhalen te illustreren.’
De inmiddels 60-jarige Australiër trad met zijn Bad Seeds 6 oktober nog op in een uitverkochte Ziggo Dome. De show was onderdeel van de Europese tournee die in het teken staat van het nieuwe album Skeleton Tree.
Ware mythes Nick Cave: Mercy On Me is geen recht-toe-recht aan biografie, maar een meeslepend relaas, waarin de songs van Cave verweven zijn met zijn gebeurtenissen uit zijn leven en de mythologie rondom zijn personage. ‘Nick is zelf constant bezig met het vormen van zijn legende. Toen ik met hem sprak, praatte hij vaak over zichzelf in de derde persoon. Hij is dus eigenlijk constant een personage genaamd Nick Cave aan het opbouwen. Dat heb ik ook met dit boek gedaan. Op een bepaalde manier heb ik mijn eigen versie van Nick Cave gecreëerd. Tijdens onze gesprekken maakte hij al snel duidelijk dat het boek geen navertelling van feiten en gebeurtenissen mocht worden. Daarom heb ik ervoor gekozen om mij meer op zijn persoonlijkheid te richten en op zijn positie als kunstenaar in relatie tot zijn werk. Ik vertel nu over gebeurtenissen uit Caves leven vanuit het perspectief van personages uit zijn songs en vanuit de hoofdpersoon uit zijn debuutroman.’
Kleist laat de personages uit Caves werk tot hem spreken. In de striproman komen soms dezelfde gebeurtenissen terug, verteld vanuit een ander perspectief. Ieder hoofdstuk bevat een thema, dat vervolgens belicht wordt aan de hand van belangrijke werken uit Caves oeuvre. ‘Het eerste hoofdstuk gaat over de jongen die zijn ouderlijk huis verlaat en de wijde wereld in trekt, maar een flinke klap in zijn gezicht krijgt. Dat is in de basis ook het verhaal van ‘The Hammer Song’. Daarin zitten overeenkomsten met wat Cave op die leeftijd zelf is overkomen. ‘Where The Wild Roses Grow’ is het liefdesverhaal tussen Anita Lane en Cave. Nick heeft ooit in een interview verteld dat hij en het hoofdpersonage in ‘The Mercy Seat’, de veroordeelde die op de elektrische stoel gezet wordt, veel gemeen hadden omdat het toen niet goed met hem ging. Met dat liedje riep hij eigenlijk om hulp.’
‘Where the Wild Roses Grow’
Apocalyps
Uiteindelijk leidt deze overdonderende en op prachtige wijze gevisualiseerde reis door de wereld van Cave tot een Apocalyps en een rechtstreekse confrontatie tussen de kunstenaar en zijn creaties. ‘Als Cave verhalen bedenkt, creëert hij werelden en personages. Dat maakt hem tot een God in zijn eigen universum. Maar Cave is niet erg aardig voor zijn personages. Aan het eind van de meeste verhalen sterven ze. Daarom laat ik ze aan Cave vragen waarom hij hen dit aandoet. Zo kon ik het hebben over de relatie tussen de kunstenaar en zijn werk en de verantwoordelijkheid die hij heeft ten opzichte van de mensen die hij creëert. Als ik een strip maak wil ik ook dat de personages echt gaan leven voor de lezer. En als dat gebeurt, heeft dat iets magisch.’
‘Op het waarom van Cave’s moordlust, zijn verschillende antwoorden,’ zegt Kleist. ‘In het geval van Elisa Day van het lied ‘Where the Wild Roses Grow’, antwoordt Cave: “All beauty must die”. Daaruit concludeer ik dat Cave haar doodde om haar onsterfelijk te maken. Iedereen kent het liedje immers, het wordt nog steeds gezongen en naar geluisterd.’
De personages vertegenwoordigen ook facetten van Cave’s persoonlijkheid. Kleist ziet de hoofdpersoon uit het lied Red Right Hand als de duivelse versie van Cave, iemand die een spoor van vernietiging achter zich laat. De mensen in zijn leven en met wie hij samenwerkt zijn als microscopische radertjes in een catastrofistisch plan. ‘Dat spoor van vernietiging verwijst vaak naar zijn persoonlijke relaties. Gedurende zijn carrière was Cave, als bandleider en kunstenaar, niet altijd even aardig voor de mensen in zijn omgeving,’ vertelt de stripauteur.
Kleist voerde meerdere gesprekken met Cave die de stripmaker volledig vertrouwde en de vrije hand gaf. ‘Een keer heeft hij zich uitgesproken. Nick wilde het verhaal over de dood van zijn vader er niet in hebben, want hij vond mijn benadering hiervan niet goed. Dat heb ik toen aangepast, maar uiteindelijk heb ik het helemaal geschrapt omdat het niet bij de rest paste.’
Geluidloos
Cave is als performer nogal theatraal, dus als je werkt met een stil medium met statische illustraties, hoe vertaal je de opwinding van een live-optreden dan naar het papier?
‘Dat dilemma is ook een van de redenen waarom ik graag biografieën over muzikanten maak, juist omdat ik in een medium zonder geluid werk. Het is een enorme uitdaging om muziek hierin te portretteren. In een scène in het boek geeft Cave met zijn tweede band The Birthday Party een concert. Ik heb geprobeerd de ruige energie en agressiviteit van de muziek weer te geven in de tekeningen door de songteksten door het publiek te laten snijden en mensen letterlijk te onthoofden. In een andere scène laat ik het geluid van een trein overgaan in dat van een elektrische gitaar. Op die momenten probeer ik muziek zichtbaar te maken.’
Muziek zichtbaar maken.
Reinhard Kleist. Nick Cave: Mercy On Me. De getekende biografie. (Vertaling Joost Pollmann) Scratch.
Dat werd donderdag 12 oktober bekend gemaakt in Boekhandel Grand Theatre te Breda. Meer dan 3000 mensen brachten hun stem uit op kandidaten Margreet de Heer, Maaike Hartjes, Robert van der Kroft en Pieter Hogenbirk.
Uiteindelijk kreeg De Heer de meeste stemmen. Tijdens haar speech droeg De Heer haar eerste termijn op aan Kees Kousemaker, ‘nog steeds de grootste stripexpert die Nederland gekend heeft.’ Kousemaker, die in 2010 overleed, was de eigenaar van stripwinkel Lambiek en De Heer heeft jaren lang voor hem gewerkt. Ze werkten samen aan een boek over de Nederlandse strip.
Het idee achter de Stripmaker des Vaderlands is dat hij of zij de Nederlandse stripwereld vertegenwoordigt en het medium strip in de volledige breedte laat zien. Bij een gebeurtenis van nationaal belang geeft hij of zij een visie op de actualiteit in stripvorm. Ook ontwikkelt hij of zij projecten en activiteiten die het medium strip nationaal op de kaart zetten. De Stripmaker des Vaderlands wordt gekozen door stripminnend Nederland en wordt benoemd voor een periode van drie jaar.
In deze video legt De Heer uit wat ze allemaal van plan is. We gaan de komende drie jaar zien in hoeverre ze haar ambities waar weet te maken. Bij normale verkiezingen komen politici hun beloftes zelden tot niet na, maar de Stripmaker des Vaderlands is geen politicus, toch?
Een paar weken geleden werd ik aan het IJsselmeer in Hoorn geïnterviewd door journalist en kunstenaar Jaap Stiemer voor het Noord-Hollands Dagblad. We spraken natuurlijk over Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur. Het boek waar ik in juni dit jaar debuteerde en waar ik zo’n vijf jaar met hart en ziel aan gewerkt hebt.
De interviewlocatie was toepasselijk, want een deel van het boek speelt zich ook af in Hoorn – de stad waarin ik opgroeide en waar ik voor het eerst kennismaakte met de superheld Spider-Man. Ook het Noord-Hollands Dagblad komt trouwens voor in het boek, evenals een jonge reporter genaamd Jaap Stiemer!
Woensdag 27 september is het interview gepubliceerd in alle verschillende edities die aan het Noord-Hollands Dagblad verbonden zijn. Ik ben natuurlijk erg blij met de aandacht en de moeite die Jaap in het gesprek heeft gestopt. Heel erg bedankt dus, Jaap Stiemer!