Categorieën
Film

Filmmaker maakt romantische Zeppelinfilm uit archiefmateriaal

Ditteke Mensink, die eerder een portret maakte van Vestdijk-biograaf Wim Hazeu, heeft met behulp van archiefmateriaal een film gemaakt over de eerste Zeppelintocht rond de wereld (1929). Aan boord van de Graf Zeppelin was journaliste Lady Grace die voor de Hearts-kranten de vlucht versloeg. Het verhaal wordt vanuit haar perspectief verteld.

Onderstaande video van Volkskrant.tv, gemaakt door Willum Morsch, laat de filmmaakster aan het woord en toont wat van de archiefbeelden. Mensink dingt mee met de Joris Ivens Award, de hoofdprijs van het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA).

Ik vind dat erg interessant: een filmmaker die uit archiefmateriaal een geheel nieuwe film construeert. Ze gebruikt daarbij archiefmateriaal om haar verhaal vorm te geven. De grote hoeveelheid filmmateriaal is als het ware een puzzeltje waar een verhaal in verborgen zit. Daarbij spreekt zo’n luchtschip als de zeppelin tot de verbeelding. Het doet me denken aan het geloof in industriële vooruitgang, aan spannende spionageverhalen met nazi’s, gangsters en nou ja… kennelijk heeft Mensink er ook romantische associaties bij. Wat is er ooit geworden van dit bijzondere vervoermiddel? Uit de wikipagina kan ik opmaken dat het ongeluk met de Hindenburg, die vol zat met waterstof en in de brand vloog, ervoor heeft gezorgd dat men een einde maakte aan de vluchten.

Categorieën
Mike's notities

Gastcolumn: Ken ik jou (niet) ergens van?

Hester van den Blink, journalist, student Taal en Cultuurstudies met als hoofdrichting politieke geschiedenis en internationale betrekkingen (daarbij volgt ze veel Spaanse taalvakken), schrijft de gastcolumn van deze week. Sinds kort blogt ze gelukkig ook weer en wel op Truus Anders. Dat je het even weet. Ik ben niet goed met namen, maar gezichten onthoud ik altijd. Misschien dat ik niet meer precies weet wanneer en in welke context ik iemand ontmoette, maar dat ik die persoon al eens eerder heb gezien ontgaat me niet. Nou ja, niet vaak dan.Afgelopen zondagmorgen liep ik over station Utrecht Centraal met een grote bos bloemen voor mijn moeder. Ik had mijn trein nog net kunnen uitzwaaien, nadat de deuren dichtgingen precies op het moment dat ik het perron opstapte. Om het half uurtje te doden voordat de volgende trein zou gaan, liep ik wat door de stationshal en kon niet beslissen of ik een dubbele espresso bij de Starbucks zou halen, achterflappen van nieuwe boeken in de Bruna wou lezen, of allebei.‘He hallo, hoe is het met je?’, een blonde meid van begin twintig stapte op me af met een grote glimlach. ‘Ja … goed’, antwoordde ik vertwijfeld en wachtend op het moment dat ik ook maar een sprankje van herkenning zou ervaren. Kennelijk had ik mijn pokerface op het nachtkaste laten liggen, want de blondine stelde met een vragende ondertoon dat ik er wat verdwaasd uitzag. Ik mompelde iets over net de trein missen, waarop ze mij gelijk haar plannen voor die dag onthulde. Om niet door de mand te vallen, wenste ik haar veel plezier met shoppen in Amsterdam en vluchtte gauw de Starbucks in. Dat was in ieder geval een keuze minder. Maar nu stond ik voor een veel vervelender dilemma: wie was zij? Met enige achterdocht haalde ik allerlei scenario’s in mijn hoofd; ‘zal je zien dat ze dat bij iedereen doet terwijl een cameraploeg de reacties van de “slachtoffers” vastlegt’.Hopend dat de cafeïne me wat inspiratie zou geven, vervolgde ik mijn weg naar de Bruna, ik had immers toch nog een dik kwartier voor ik gereed moest staan op spoor zeven. De achterflap van het nieuwe boek van Dan Brown beloofde dat hoofdpersoon Robert Langdon wederom de meest moeilijke mysteries van geheime genootschappen zou ontcijferen. Hij wel.Later die dag liep ik in de volle zon over het strand met de wind in de rug. In gedachten ging ik nog eens terug naar de ontmoeting in de stationshal van die morgen; en nog steeds kon ik niet bedenken waar ik de blondine van had moeten kennen. Ik hield het er maar op dat zij degene was die zich vergiste, dat ze mij verwarde met iemand anders. Dat is in ieder geval beter dan dat ik mezelf straks terug zie op TV in een of andere ‘prank show’.Foto: windsormedia.blogs.com

Categorieën
Bloggen Media

Column: Het recht om te negeren

Meningen, meningen, meningen. Het internet staat er vol mee. Blogjes, comments, hele sites worden gereserveerd opdat de Nederlander zijn opinie kwijt kan. Prima natuurlijk, want wat mij betreft doet iedereen waar hij zin in heeft. Verwacht alleen niet dat ik het allemaal ga lezen.

Het is goed dat er sites zijn als De Joop, De Jaap en GeenStijl (en de vele anderen die ik nu niet ga opnoemen). Dat pluriformiteit op het web belangrijk is, hoef ik niemand uit te leggen. Al zeggen begrippen als ‘links’ en ‘rechts’ mij tegenwoordig niet zo veel meer. Welhaast alles wat politici zeggen lijkt tegenwoordig onder het kopje populisme te vallen. Daarbij stoor ik mij aan het feit dat ieder wissewasje tegenwoordig buitenproportioneel wordt opgeblazen. Het zijn dus niet alleen de reaguurders die zich de longen uit het lijf schreeuwen om gehoord te worden, de media in het algemeen maakt van iedere mug een genetisch gemanipuleerd gedrocht dat het einde der tijden lijkt in te luiden. De Nederlandse media zijn maar wat bereid om iedere gebeurtenis tot op de laatste druppel uit te melken. We kunnen spreken van mediasoaps, of het nu gaat over een Dirk Scheringa, of een uitlating van Herman van Veen, die dankzij het verkeerd citeren in de Telegraaf overladen werd met dreigmails van aanhangers van de Partij die het Vrije Woord zou hoog in het vaandel zou hebben staan. Lange tenen, Nederland kent er ontelbaar veel.

En reaguurders reageren weer op andere reageerders. Zo wordt het web, de televisie, de krant, de blogosfeer een vergaarbak van reacties, ideeën en meningen. Ik doe daar zelf ook aan mee. Als voorbeeld: Ik heb niet zo’n hoge pet op van de Dutch Bloggies, dus dat schrijf ik dan op mijn blog. Andere mensen worden zielsgelukkig van de Dutch Bloggies en voelen de behoefte om hun geluk in woorden uit te drukken. Prima natuurlijk. Sterker nog: het zou gek zijn als het niet zo was. Organiseer vooral je Dutch Bloggies, je Gouden Kalveren, of welke prijs van de week dan ook. Ga voor mijn part de Ark van Noach nabouwen – om maar even een vreemde dwarsstraat in te slaan – als je echt niets beters te doen hebt. Als je daar gelukkig van wordt, wie ben ik om te zeggen dat je het niet moet doen? Verwacht alleen niet dat ik je event of wat dan ook serieus neem of een rondje op je bootje mee wil varen.Nee, Nederlandse webgebruikers slikken zelden iets voor zoete koek, al blijkt dan weer uit onderzoek dat ze zich in Nederland het vaakst ‘hufterig’ gedragen. Ik citeer Dagblad de Limburger:

Schelden via internet – via e-mail en op discussiefora – is vooral een Nederlandse hobby, concludeerde onderzoeker en criminoloog Frank Bovenkerk eerder. Nergens is de hufterigheid en het verval van normen en waarden zo ernstig als hier.

Als verklaring wordt het volgende geschreven: ‘Door internet kunnen mensen die voorheen nooit werden gehoord, nu ongestoord hun gang gaan. En omdat dit onder pseudoniem gebeurt, zijn er geen grenzen.’Nu kan ik verdere details van het onderzoek waarnaar verwezen wordt even niet vinden, maar Bovenkerks uitspraak dat de reacties in de laatste jaren verhard zijn, is ook iets wat mij gevoel aangeeft.

Toch durf ik niet meteen te beweren dat alleen de Nederlandse internetgebruikers zich bedienen van grove taal. De reacties op YouTube komen vanuit de hele wereld en die zijn ook vaak niet mals. Mensen schelden wat af. Ze maken elkaar graag belachelijk, of nog leuker: de mening, de passie van anderen zijn dikwijls doelwit voor spot. Je zult maar de GeenStijl-posse op je nek krijgen. Nee, ik heb met mensen als Van Veen te doen. Wat dat betreft, en dat wil ik toch even kwijt, ging Jeroen Mirck mijns inziens sportief om met alle kritiek die hij recent over zich heen kreeg van diverse partijen toen bekend werd dat hij een van de redactieleden van de Joop zou worden. Al is mij nog steeds niet duidelijk wat JeroenMircken nu precies betekent.

Ik krijg soms ook tweets en comments op mijn blog van cultuurfundamentalisten die vinden dat ze moeten laten blijken dat mijn muzieksmaak, filmvoorkeur of de strip waarover ik schrijf in hun ogen abject is. Zij bezien de wereld door hun ogen en denken hun smaak de Enige Ware is. Ongevraagd, of in Nederlandse termen: geheel gratis, delen zij hun ‘onovertroffen’ visie met de rest van de wereld. Vooral ongevraagd, want dat irriteert het meeste en dan is het leuk natuurlijk. Wat dat betreft heb ik wel eens het gevoel alsof de Nederlandse blogosfeer veel overeenkomsten heeft met het schoolplein: groepsvorming, geschreeuw en vooral veel gepest. (Gelukkig wordt er door veel creatieve bloggers ook gewoon in de zandbak gespeeld en virtuele zandkastelen gebouwd, want daar word ik dan wel weer vrolijk van.)

Maar dat is natuurlijk maar een deel van wat eraan de hand is. Ik heb geen boodschap aan de meningen van cultuurfundamentalisten en negeer hen dan ook. Ik draai in mijn cd-speler waar ik zin in hebt. (Jezus, draai je nog cd’s? Ja, dat doe ik nog. iPod-loos ga ik zelfs door het leven.) Wat zij ervan vinden, interesseert me niets. Hun reacties zijn als de ontlasting die ik iedere dag het riool in spoel. Een druk op de knop en weg zijn ze. Negeren die hap, dat is mijn credo.

We hebben immers het recht om te zeggen wat je wilt in dit land maar ook het recht om te negeren. En het daarbij samenhangende recht om te modereren en te blokkeren, als het om websites en blogs gaat. Dat heeft wat mij betreft niet veel met censuur te maken (maar technisch gesproken is het wel een vorm van censureren natuurlijk) maar meer met je straatje schoonhouden. Vooral als het om comments gaat, want als je onder een stukje twee azijnreacties hebt staan, beheerst dat vaak de opmerkingen die volgen. Inhoudelijk ergens over praten is er dan niet meer bij. Erwin Blom zei dat laatst ook tijdens zijn lezing op Blog-Art.

Overigens heb ik bewondering voor mensen die serieus ingaan op de zuurkoppen die hun reactieformulieren bevuilen. Soms lijkt het wel een halve dagtaak voor ze om iedereen van repliek te dienen. Al denk ik soms dat je dan de ego’s van de zuurkop in kwestie alleen maar voedt, daarom snap ik ook heel goed waarom bloggers als Peter Breedveld en Bert Brussen ip-bannen en andere technieken inzetten. Anders blijf je aan de gang met die zeikspammers.

Categorieën
Video

Video: 10 jaar Amerikaanse geschiedenis

De jaren nul kruipen naar hun einde, en daarom blikken wij terug. Newsweek geeft een beknopt overzicht van de Amerikaanse geschiedenis van de afgelopen tien jaar, de jaren nul. Dat de Amerikaanse cultuur verankerd is in mijn belevingswereld is mij wel duidelijk: alle fragmenten die voorbij kwamen heb ik al een keer, tja, voorbij zien komen.

Natuurlijk is zo’n video van 7 minuten wat kort door de bocht. Daarom is er een heel project van Newsweek waar je achtergronden kunt vinden.Ik bedenk me net dat als er een Nederlands overzicht zou komen, we heel veel de kop van Balkenende voorbij zien komen. Dan is zo’n video van 7 minuten echt te lang, dunkt me. Wanneer gaat die vent nu eens gewoon leuk vissen in Europa? Ik weet dat er geen God bestaat, maar soms mag je toch op een wonder hopen?

Terugkijken
Nu het einde van het jaar nadert, zullen er weer allerlei terugblikken komen op televisie en blogs. Daar ontkom je niet aan, mensen voelen nu eenmaal de behoefte om hun eigen geschiedenis te duiden. Ik ook, maar wil dit keer in de vorm van een Mike’s Webisode een terugblik van 2009 brengen. Overigens ben ik zeer benieuwd naar hoe mensen de afgelopen tien jaar hebben ervaren. Wordt ongetwijfeld nog vervolgd…

Ik werd op de video gewezen via een tweet van Edwin Mijnsbergen en NRC Next.

Categorieën
Film

Interview met Michiel Snijders: ‘Animatieproducent is een vak’

Arnoud Rijken en Michiel Snijders zijn de drijvende krachten achter productiehuis il Luster. Nu zijn de animatieproducenten aan hun eerste lange speelfilm toe.‘Animatiefilm is fenomenaal anders dan een live-action of vleesfilm zoals ik hem graag noem. Bij een speelfilm is er al een werkelijkheid, dus dan is het de vraag in hoeverre je deze gaat manipuleren. Bij animatie is er in beginsel helemaal niets. Alles moet worden bedacht. Dat brengt zoveel denkwerk met zich mee dat je vanzelf een heel nieuw universum creëert. Daarin heb je een eindeloze vrijheid, want in animatie kan alles. En dat maakt het zo interessant,’ vertelt een begeesterde Michiel Snijders, mededirecteur van il Luster Producties en animatieproducent. Sinds 1997 produceert dit, naar eigen zeggen, meest actieve productiehuis vrije kunstzinnige animaties, opdrachtfilms en tv-series. En met succes want menig animatie valt in de prijzen.

DierenSinterklaas.

Op dit moment is il Luster in de ontwikkelingsfase van DierenSinterklaas. Dit moet de eerste lange speelfilm sinds Als je begrijpt wat ik bedoel (1983) en Beertje Sebastiaan (1990) worden. Van de nieuwbakken animatie-intendant van het Filmfonds hebben de producenten subsidie gekregen om een moving storyboard, ook wel animatic genoemd, te maken. Op basis van het moving storyboard kan het project begroot en uitgedacht worden. ‘Er zijn ook andere producenten een lange speelfilm aan het ontwikkelen, maar tenzij iemand als Endemol op dit moment heel commercieel een film in China aan het maken is, zijn we de eerste als DierenSinterklaas in december 2011 uitkomt. Ik hou wel van dat wedstrijdgevoel.’

Wat doet een animatieproducent?
‘We zijn niet de studio die daadwerkelijk de animatie uitvoert. De regisseur komt met het goede idee en wij als producenten bedenken dan een concrete creatieve invulling. Wij maken de vertaalslag om van een leuk idee een realiseerbaar project te maken. Soms zoeken we de financiën erbij. In het geval van een tv-serie onderzoeken we of een omroep partner wil zijn of dat we het project met een buitenlands productiehuis kunnen coproduceren. Er komt een hoop bij een animatieproductie kijken: je moet een team samenstellen, keuzes maken over de soundtrack en de distributie regelen. Met een korte film doen we die zelf, maar bij lange films heb je daar een distributeur voor. We doen het altijd samen met de creatief, het is teamwerk.’Wat is kenmerkend aan een il Luster productie?
‘Onze projecten hebben altijd een hoge production value. Of je de film nu mooi, leuk, stom of fantastisch vindt, hij is altijd technisch in orde. Daarbij communiceert iedere film een verhaal, ook abstracte animaties zoals Barcode of Display doen hun best om begrepen te worden. Voordat we aan een abstracte animatie beginnen moet de maker altijd kunnen beargumenteren waarom de film hier begint, waarom hij daar eindigt en waarom dit het midden is.’

Barcode.


Hoekje op zolder

Arnoud Rijken en Michel Snijders ontmoetten elkaar tijdens de studie Theater, film en televisiewetenschap aan de Universiteit Utrecht waar ze beide het dramaturgisch profiel volgden en filmproducties maakten. Rijken begon met il Luster toen filmmaker en animatieproducent Nico Crama, waar hij stage bij had gelopen, hem vroeg om de fakkel van de korte animatieproductie over te nemen. Snijders voegde zich al snel bij Rijken. Crama introduceerde de jonge honden bij het Filmfonds en leerde hen het vak. ‘Toen was de productie van animatie in Nederland redelijk amateuristisch: de vrouw van de animator produceerde de film bijvoorbeeld. Alles ging heel individueel. Crama was een van de weinige producenten die meerdere animators produceerde.’Animators die vers van de kunstacademie afkwamen hadden geen flauw idee met wie ze hun animatiefilm moesten gaan produceren. Rijken en Snijders zagen de mogelijkheid om het braakliggende landschap te ontginnen: ‘We hadden de ambitie om binnen vijf jaar de grootste producent van korte animatiefilms te worden. Dat hadden we eigenlijk al heel snel bereikt omdat er geen concurrentie was.’

Toch bleek de praktijk een harde leerschool. ‘We hebben het vak echt over de ruggen van onze eerste paar films geleerd,’ bekent Snijders. ‘Overigens hebben we ook projectmanagementtrainingen gevolgd en animatie masterclasses gedaan. Er was immers geen opleiding tot animatieproducent.’Het eerste kantoor van il Luster was gehuisvest in een hoekje op de zolder van filmtheater ’t Hoogt in Utrecht. Eens per twee jaar deelden ze de zolder drie maanden met de staf van het HAFF die daar al sinds het begin van het festival zijn hoofdkwartier heeft. ‘Zo hebben we het festival van dichtbij leren kennen. Arnoud en ik hebben vaak hand en spandiensten aan hen verleend. Wij keken in de lunchpauze ook naar alle inzendingen en zagen zo ontzettend veel animatiefilms. Overigens betekende die nabijheid niet dat onze films meteen ook op het festival draaiden. Het heeft 12 jaar geduurd voordat ik in de jury zat en Arnoud gast is in het programma Heartstrings.’

Paultje en de Draak.


Hoe belangrijk is een vertoning op een animatiefestival voor jullie?

‘Door digitale media is het heel makkelijk geworden om te publiceren, maar dat garandeert nog geen publiek. Mensen moeten je films wel online kunnen vinden. Een festival als het HAFF selecteert voor je het beste wat animatie te bieden heeft. Daarbij is er door de massamedia de trend ontstaan dat mensen weer samen met gelijkgestemden een ervaring willen delen. Festivals zijn op dit moment dus een van de beste manieren om een geïnteresseerd publiek te vinden voor je korte animatiefilm.’

Je was dit jaar jurylid van de competitie studentenfilms. Welke criteria hanteer je?
‘Ik kijk naar elke film naar wat hij wil en ik probeer me te verplaatsen in de maker. Een professional moet gewoon een goede film maken, maar bij studentenfilms neem ik in de beoordeling mee dat het een eerste poging is. Ik wil graag dapperheid belonen, dat de maker die iets durft of probeert. Daarbij vind ik het belangrijk dat de filmmaker iets te melden heeft.’

Wat zijn in grote lijnen de huidige ontwikkelingen of trends in de wereld van de animatie?
‘Animatie wordt nu betaalbaar voor Europese makers, of anders gezegd: makers buiten Hollywood die iets anders maken dan de publieksvriendelijke film zoals Disney of Pixar die al jaren produceren. Er ontstaat een soort van arthouse-genre. Denk maar aan films als Waltz with Bashir (Ari Folman, 2008) en Persepolis (Vincent Paronnaud en Marjane Satrapi, 2007).

En in Nederland?
‘Professionals uit andere filmhoeken gaan zich ook met animatie bezighouden. Submarine bijvoorbeeld, een mediabedrijf dat documentaires, speelfilms, games en dus ook animaties maakt. Ik juich dat toe omdat het goed voor de sector is, tegelijkertijd ben ik heel voorzichtig omdat ik weet dat animatie produceren een heel moeilijk vak is.’

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids#44.
Lees ook:

Categorieën
Strips

(pretvertorial) Benelux Beeldverhalen Prijs

Klik op het plaatje voor vergroting.Lees ook:

En bekijk verder de volgende stripgerelateerde Webisodes:

Categorieën
Film

HAFF winnaars: Jesus 2000 en Zachte planten

Met al het geneuzel over blogprijzen zou je haast vergeten dat er ook nog een leuk animatiefestival was vorige week waar een paar interessante animaties in de competities eruit sprongen.Bovenstaande animatie heet Jesus 2000 en is de winnaar van de competitie Webanimatie HAFFTube.Uit de shortlist van vijftig films is Jesus 2000 van Rémi Bastie, Jean-Baptiste Cumont, Clément Desnos, Jonathan Djob Nkondo, Nicolas Pegon door de jury gekozen tot winnaar van de internationale competitie voor webanimatie. De filmmakers zijn als speciale gast uitgenodigd voor het Holland Animation Film Festival. De jury bestond uit filmmakers met een film in de competitie voor onafhankelijke animatie. De jury was aangenaam verrast door het aantrekkelijke en hoge niveau van de films in de shortlist. Jesus 2000 komt uit het productienest van Wizzdesign.De animatiefilm Zachte Planten is winnaar Studentencompetitie Nederland en België. De film werd gemaakt door Emma De Swaef van Hogeschool Sint-Lukas Brussels. De winnaar van de studentencompetitie krijgt een stipendium van €13.500, ter beschikking gesteld door het Filmfonds. De jury laat het volgende weten:

The winner of this year’s competition for student films from the Netherlands and Belgium, goes to a film that has created a completely new universe in a way that only animation can. It did not only make the audience laugh during the screening it also made the jury feel really good. It is almost a therapeutic film that proves that sweet is not always childish.

The film’s strong authentic design and especially its pure quality of imagination makes the jury want to see more work from this filmmaker and hopes the director will make good use of the award, so she will grow even more as an independent filmmaker, animation designer and animation scriptwriter. For showing us that within every fat lazy Belgian desk-clerk there is a sweet soft and Buddhist world, we award first prize and an amount of 13,500 Euros to: Zachte Planten (Soft Plants) by Emma De Swaef (Hogeschool Sint-Lukas Brussels).

Zie voor meer prijswinnaars de site van het HAFF.En zie hier een artikel over het programma van het HAFF dit jaar.

Categorieën
Mike's Webisodes Video

Mike’s Webisodes 5: Dutch Bloggies

Recent schreef ik een kritische column over de Dutch Bloggies. Niet omdat ik het idee dat blogs in de schijnwerpers worden gezet niet sympathiek vind. Het gaat me er meer om dat het allemaal zo omslachtig gaat, met maar liefst 16 categorieen. En niet te vergeten het feit dat zo’n verkiezing arbitrair is. Daarom organiseer ik samen met Marco Raaphorst en Karin Ramaker een veel simpelere en alternatieve bloglijst. (Zie tekst onder de video.) Ondanks die kritische column, of juist dankzij, vroeg de organisatie mij langs te komen tijdens de juryvergadering op 31 oktober. Een uitnodiging die ik natuurlijk accepteerde.

Het resultaat van dat bezoek is Webisode 5 waarin ik praat met juryvoorzitter Jeroen Mirck en jurylid Chantall van den Heuvel over hun criteria, het nut van de bloggies en het beeld dat de media hebben van de blogosphere. Verwacht geen grote scoops over de uitslag van de Dutch Bloggies, want op verzoek van de organisatie heb ik alles wat hint naar een winnaar weggelaten.

De Geen Bloggie Award
Dutch Bloggies, leuk en aardig, maar het kan natuurlijk veel simpeler dan 18 categorieën. Daarom organiseren Marco Raaphorst, Karin Ramaker (van Blog-art) en ik een alternatieve weblogverkiezing – de Geen Bloggie Award. Een publieksprijs waar jij als verwoed bloglezer bijna niets voor hoeft te doen. Het enige wat we van je vragen is om als comment je top drie favoriete weblogs in te vullen. (En dan wel hier op Blog-art zodat het voor iedereen op een plek zichtbaar is.) Welke blogs vind jij de moeite waard en waar kom je (bijna) dagelijks even langs om je te laten inspireren, te informeren of van te genieten? Welke blogs zou jij aan je vrienden aanraden?

(origineel foto: http://www.flickr.com/photos/jonasj/ / CC BY 2.0)

Arbitrair zul je wellicht denken. Dat is zo. Iedere verkiezing is willekeurig. We willen een leuk alternatief bieden voor de Dutch Bloggies, dat op een openbare en makkelijke manier een interessant lijstje Nederlandse weblogs presenteert. Troost je met de gedachte dat dit een manier is om aan de overheersing van grote publieksblogs en corporate blogs en de epistels van professionals, die ons inziens oververtegenwoordigd zijn in de longlists van de DB, te ontkomen en het werk van die ene blogger die je graag leest in de schijnwerpers te zetten.

Want dat is ook wat deze no-prize inhoudt: een eervolle vermelding, en hopelijk een grote groep nieuwsgierige ogen die nieuwe blogs ontdekken of oude bekenden herontdekken.

De deadline is zondag 22 november om 24:00 uur.

Een paar richtlijnen:
1. Noem maximaal drie weblogs.
2. Noem niet je eigen blog.
3. Optioneel: motiveer kort waarom je deze blogs gekozen hebt.
4. Beperk je tot de blogs in de Nederlandse taal (Vlaamse blogs mogen ook.)

De volgende webisode ben ik in gesprek met Tweede Kamerlid Boris van der Ham, die een van de juryleden van de Dutch Bloggies is dit jaar, over bloggen. Volgende week maandag verschijnt Webisode 6 online.

Categorieën
Strips

Verslagje Kunststripbeurs Utrecht

De eerste Kunsstripbeurs is reeds geweest. Ik kon er wegens werkverplichtingen niet aanwezig zijn. Gelukkig heeft Michael van den Berg, van het edele blog Flugfruit, een verslagje op het digitale canvas geschreven. (Zie overigens ook de fotorepo van Kees Stravers en het blog van de organisatie voor meer updates.)
Ik kom nooit in een kerk, behalve dan als er wat te beleven valt. Zaterdag 7 november werd in de Utrechtse Janskerk de eerste Kunststripbeurs gehouden. Dit evenement is niet vergelijkbaar met de grote stripbeurzen, zoals de stripdagen in Houten en Breda. Daar zijn het vooral de grote uitgevers die het beeld bepalen. Het is je kans om een echte tekening van Franka of Storm te bemachtigen maar je moet wel een nummertje trekken. Als je goed zoekt in de hal met tweedehands boeken, vind je af en toe een verrassend creatief talent tussen de dozen met ‘drie voor een euro’. Mensen die experimentele, vernieuwende en vaak prachtige dingen maken waar veelal een kleine markt voor is.Deze laatste categorie komt op de Kunststripbeurs veel beter tot zijn recht. Ik vind er een mooie mix van werk dat een beetje underground is, veel stripauteurs / kunstenaars die binnen de wereld van kenners bekend zijn, en af en toe ineens een echt grote naam als Mark Retera (Dirkjan), Theo van den Boogaard (vooral bekend van Sjef van Oekel). De sfeer is er goed en er zijn bijzondere werkjes te zien. Hier kom je ook de echte liefhebbers tegen, die overigens vaak zelf ook kunstenaar / stripmaker blijken te zijn. Dat geld geen rol speelt, voert misschien wat ver, maar het is duidelijk een bijzaak. Wouter Gresnigt, kunstenaar/ illustrator/ stripmaker en tevens een vriend, legt uit hoe dat werkt: ‘Ik verdien nooit iets op dit soort dagen. Wat ik verdien, geef ik meestal meteen weer uit aan mooie dingetjes.’ Hij heeft zojuist weer een curieus boekje op de kop getikt waarin Afrikaanse spreekwoorden worden geïllustreerd. Marcel Ruijters, een bekende naam inmiddels, heeft het ook naar zijn zin tussen al dat moois. Als hij weer eens bij zijn eigen stand komt vang ik op ‘Je moet wel af en toe hier staan, iemand wil dit boek gesigneerd hebben en is al twee keer langs geweest!’

Han Hoogerbrugge. Foto: Kees Stravers.


Hallie Lama
hoopt aardig te verkopen, want hij wilde eigenlijk die prachtige nieuwe uitgave van Heinz meenemen. Ik had ook de kans om wat woorden te wisselen met Luc Cromheecke (Plunk) iemand die ik zeer bewonder en waarvoor je in Houten nummertjes moet trekken. Hij begint te begrijpen hoe dat werkt met geld verdienen. Luc heeft een stapel voorstudies en schetsen meegenomen, prachtig om te zien. ‘Vroeger gooide ik deze dingen altijd weg, totdat ik ontdekte dat liefhebbers er zo tien euro voor betalen.’ Wat nog een schijntje is natuurlijk.

Illustratie: Hallie Lama

Ach, laten we het niet over geld hebben. Ik hoop op een nieuwe Kunststripbeurs volgend jaar met weinig commercie en veel kunst en gezelligheid.Lees ook:

Categorieën
Bloggen Media

Gastcolumn: En toen was er Joop.nl.

Wederom neemt gastcolumnist Johan van Jooper.nl de pen ter hand. Johan heeft eens goed naar de nieuwe opiniesite De Joop gekeken, die deze week online ging, maar blijkt niet erg onder de indruk. Jooper geeft dus zijn mening over de Joop. Tja, dat mag bij opiniesites. Overigens hou ik mijn mening nog even voor me. Ik wil de Joop eerst een maandje aankijken, zien hoe die zich ontwikkelt voordat ik een oordeel vel.

En toen was www.joop.nl online. Eerste indruk? Mwah.Eind augustus circuleerden voor het eerst de geruchten op het web. Internetjournalist Francisco van Jole, de man die me al lastig viel met nieuwsbrieven in de tijd dat ik nog een inbelverbinding bij Zonnet had, was in samenwerking met de VARA bezig om opinieblog De Joop op te zetten. De Joop zou volgens de berichten de strijd aan moeten gaan met rechtse nieuwsforums als GeenStijl, Spitsnieuws en Fok. Een progressief alternatief dus voor de rechtse schreeuwplatforms en een webstek waar de beschaafde reaguurder z’n ei zou kunnen leggen.

Dinsdag 3 november 2009, een maandje later dan gepland, is het zover. Het eerste dat opvalt, naast het feit dat De Joop gewoon joop.nl is geworden, is de lay-out. Er is gekozen voor de zakelijkheid van webpagina’s als die van De Volkkrant en NRC.nl, alleen komt de homepage nogal chaotisch en onoverzichtelijk over. Verder gortdroge koppen met daaronder een zo mogelijk nog drogere inhoud. Zelfs Dolf Jansen krijgt het voor elkaar in zijn eerste Joop-column elk vermoeden van humor te vermijden.

Inhoudelijk richt het zich niet bepaald tot de progressieve jongvolwassene. We zien een opiniestuk over hoe Geert Wilders ‘bestreden’ dient te worden (met daarin een niet al te originele verwijzing naar WO II), een headliner over het gebrek aan allochtonen in de Amsterdamse bestuurlijke toplaag en de rode lijst van bedreigde plant- en diersoorten. Iedereen nog wakker?

Nog een andere tegenvaller: reacties zullen vooraf gemodereerd worden. Weg snelle interactie, ongenuanceerd felle discussies en botte humor. Beschaving alom dus, opinie is niet om te lachen.Is dit dan de manier om jong progressief Nederland te benaderen? Wat is de urgentie van een format dat niets toevoegt aan de zaterdagkaternen van de verschillende dagbladen? Wellicht dat Van Jole en mederedacteur Jeroen Mirck (wiens persoonlijk blog ik overigens met veel plezier volg) de vorm nog niet helemaal gevonden hebben, maar de eerste opzet valt niet anders te omschrijven dan dodelijk saai.

Mijn verwachting was dat Joop een uitnodiging zou zijn tot lezen, een uitdaging om de dialoog aan te gaan en een eigentijds intelligent antwoord zou geven op de rechtse nieuwe media. In plaats daarvan is het een risicoloos en triviaal weblog geworden van een stel zichzelf veel te serieus nemende opiniemakers.De ‘shockblogs’ aan de ene kant en Joop aan de andere beoefenen twee takken van sport die geen enkel raakvlak hebben. Aan de kant van GeenStijl en Spitsnieuws wordt een stevige pot voetbal gespeeld. Scheldpartijen, vieze overtredingen en arbitraire dwalingen zijn schering en inslag, maar maken er wel een vermakelijk spel van. Bij Joop wordt een robbertje cricket gespeeld; nodeloos ingewikkeld, langdradig en vreselijk elitair.

Categorieën
Film Strips

Eerste Kunststripbeurs en animatie-intendant

Op Zaterdag 7 november vindt in de Janskerk de Kunststripbeurs plaats georganiseerd door stripintendant Gert Jan Pos van het Fonds BKVB en Albo Helm in samenwerking met het HAFF. Striptekenaars, animatoren, illustratoren en beeldend kunstenaars zullen daar zelf, dus zonder hun uitgevers of vertegenwoordigers, hun originelen, zeefdrukken, boeken en merchandise aan de man brengen.Hans van de Meulengraaf (cKoe), Han Hoogerbrugge, Joost Swarte en Theo van de Boogaard zijn enkele namen van een lange lijst creatieven die reeds hebben toegezegd. Zie voor een meer volledige lijst het blog van de kunststripbeurs. Die middag zal ook de animatie-intendant van het Filmfonds een presentatie houden waarin hij zijn beleid nader toelicht. Willem Thijssen is vanaf 1 september aangesteld om de animatiesector te stimuleren. Hij richt zich op de lange speelfilm, een genre waar ons land geen traditie in heeft. ‘Nederland was tot voorkort een land waar alleen korte animatiefilms werden gemaakt, maar daar bouw je geen industrie mee op. Het zou mooi zijn als we over twee jaar ieder jaar een animatiefeature kunnen uitbrengen’, zegt Thijssen.De intendant wil zijn budget vooral aan ontwikkelingssubsidies voor interessante projecten besteden. Daarmee kunnen producenten een concreet voorstel en een moving storyboard, een ruwe animatieversie, produceren. Daarnaast wil de intendant onder meer internationale coproducties stimuleren. Thijssen is voor twee jaar aangesteld. ‘Als er aan het einde van mijn termijn een lange animatiefilm in de bioscoop draait, dan zou dat al heel mooi zijn.’
Dit artikel stond in VPRO Gids #44.Lees ook: HAFF 2009

Categorieën
Film Strips

Holland Animation Film Festival 2009

4 t/m 8 november staat Utrecht weer in het teken van de animatiefilm, want dan vindt voor de dertiende maal het Holland Animation Film Festival (HAFF) plaats. Dat betekent aandacht voor animatie in al haar verschijningsvormen, van lange speelfilms tot korte non-narratieve films. En speciale evenementen zoals een vj-optreden van Motomichi Nakamura en een kunststripbeurs.

Het HAFF wil het beste van het beste vertonen op animatiegebied. Het festival kent dan ook zes competities: van de internationale competitie voor shorts tot en met MovieSquad HAFF Junior, waar een kinderjury de scepter zwaait. Vanaf nu zal het HAFF, dat sinds 1985 om de twee jaar geprogrammeerd stond, jaarlijks plaatsvinden. De organisatie heeft hiervoor gekozen om op die manier beter op trends in te kunnen spelen. ‘Op het vlak van animatie gebeurt er heel veel,’ vertelt Gerben Schermer, directeur en samen met Erik van Drunen verantwoordelijk voor de programmering van het festival. ‘Om dat bij te kunnen houden en te presenteren moet je jaarlijks een editie hebben. Nu kunnen we een nieuwe film als Panique au village (Stéphane Aubier en Vincent Patar, 2009) meteen vertonen in plaats van dat we een jaar moeten wachten.’ Met ruim 1.300 inzendingen komen er in ieder geval genoeg films uit om jaarlijks een uiteenlopende selectie te maken.

Publiekstrekkers
Naast een divers aanbod van korte animaties, reikend van kleine experimentele producties tot en met opdrachtfilms, toont het festival ook grote publieksfilms als Up! (Pete Docter en Bob Peterson, 2009) van de bekende animatiestudio Pixar en 9 (Shane Acker, 2009), geproduceerd door Tim Burton en Timur Bekmambetov. Een fijnzinnige film in het speelfilmaanbod die een speciale vermelding verdient is de Tsjechische film One night in the city van Jan Balej. Een stop-motion animatie waarin in drie verhalen vol verbeeldingskracht nachtelijke taferelen in de stad worden belicht: de rare hobby’s van de bewoners van een appartementengebouw, de vriendschap tussen een boom en een vis en het laatste segment waarin de wensdromen van twee dronkaards worden gekoppeld aan de lotgevallen van een mislukte straatmuzikant.

4K
Dit jaar ontbeert het festival een speciale gast waar de spotlight op gericht wordt. Voorgaande edities waren onder meer animator Peter Lord (medeoprichter van de Aardman Animations en co-creator van Wallace & Gromit) en Stephen Hillenburg (SpongeBob) speciale gast. Matt Groening, bedenker van de animatieserie The Simpsons, stond dit keer op het wenslijstje, maar het lukte de organisatie van het festival uiteindelijk niet om zijn bezoek rond te krijgen. ‘Hopelijk kunnen we hem de volgende keer wel verwelkomen,’ zegt Schermer. Wel bijzonder is de aanwezigheid van de Japanse kunstenaar/animator Motomichi Nakamura die de leader maakte voor het festival. Hij zal zaterdagavond 7 november een vj-show geven als onderdeel van het evenement en vertoningen van het Berlijnse Pictoplasma-project dat zich richt op hedendaags character-design.In themaprogramma’s wordt de focus op een bepaalde ontwikkeling in de animatiebranche gelegd of een stroming uitgelicht. Zo besteedt het HAFF traditiegetrouw aandacht aan Japanse animatie en nieuwe ontwikkelingen in de sector. Het festival opent bijvoorbeeld met de wereldpremière van de short Red-End and the Seemingly Symbiotic Society van filmmaker Robin Noorda en de fotografe en beeldend kunstenares Bethany de Forest. Deze stop-motion film is volledig digitaal geproduceerd in het nieuwe 4K format: een nieuwe digitale standaard met een zeer hoge resolutie. De productie ervan in live-action is nogal kostbaar, maar in de animatiesector relatief eenvoudig. De filmmakers geven vrijdag 6 november een seminar What the 4K! waarin dieper wordt ingegaan op deze techniek.

Slapstick
In het programma ‘Accidents & Disasters’ staan cartooneske missers, fatale wendingen en slapstick centraal. Het kan geen toeval zijn dat er tijdens de dertiende editie van het animatiefestival een programma is samengesteld rondom het thema ongelukken. Toch is volgens Schermer nummer dertien maar bijzaak voor het samenstellen van het programma: ‘De meeste jonge animators hebben de neiging om sociaalgeëngageerde films te maken. Er worden nog relatief weinig grappige films gemaakt, daarom wilde we de focus leggen op toegankelijke films waar om gelachen kan worden.’ In ‘Accidents & disasters’ zijn onder andere twee films van grootmeester Tex Avery opgenomen en 3 Misses van de Nederlander Paul Driessen, waarin drie luchtige verhalen door elkaar verweven zijn: een flatbewoner, een ridder en een cowboy zijn door hun onkunde niet in staat om respectievelijk drie dames in nood, waaronder Sneuwwitje, te redden.
Om te laten zien wat de bovengenoemde nieuwe garde animators zoal maakt zijn er de competities studentenfilms uit Nederland en België en de vrije korte film. Door digitale technieken is het maken van animaties voor een groot publiek toegankelijk geworden. Dat is een trend die een paar jaar geleden werd ingezet en die een stroom aan producties heeft voortgebracht. Met HAFF Tube kunnen animators zelf hun films van maximaal vijf minuten uploaden en zichtbaar maken. Uiteindelijk kiest een jury, bestaande uit de filmmakers die met hun film zijn geselecteerd voor de competitie voor shorts, uit de shortlist van 50 films één winnaar die als gast van het festival wordt uitgenodigd. Wie zijn werk liever op een groot scherm geprojecteerd ziet, kan zijn werk aanmelden voor het programmaonderdeel Digitale Art Directie.

Naughty
Animatie is een medium waarin de grens van de mogelijkheden vooral ligt bij de creativiteit van de makers. Zoals iedere kunstvorm heeft het medium ook met fatsoensgrenzen te maken en die worden soms overschreden. Medewerkers van Stash dvd magazine – gespecialiseerd in animatie, visual effects en motion graphics – stelde het programma ‘Naughty, Naughty, Naughty’ samen en bundelde 23 commercials, opdrachtfilms, videoclips en korte films waarin de seks, geweld en grove taal de grenzen van het toelaatbare in de media worden verlegd. Zo is in de Durex-reclame Get it on te zien hoe drie ballonhondjes gemaakt van condooms in verschillende standjes met elkaar copuleren. In een spot voor de kinderslotfunctie van een erotisch tv-kanaal, vloeien in een schetsboek inktvlekken langzaam over van afbeeldingen van geslachtsdelen naar beeltenissen die meer geschikt zijn voor kinderogen, zoals beertjes en vogels.

Zie voor meer informatie: www.haff.nl

Dit artikel stond in VPRO Gids #44.