Categorieën
Film Strips

Zonnende Batmen

Verschillende Batmen uit diverse perioden liggen even lekker bruin te bakken in de zon. Toch vreemd gedrag voor een nachtwezen, maar een te grappige foto om niet te delen.

Welk kostuum vind jij het mooist? Zelf ga ik voor het Keaton-model. Dat is de eerste zwartgekleede Batman na Adam West.

Fotograaf onbekend. Bron: darkangelhasfallen.tumblr.com/
Fotograaf onbekend. Bron: darkangelhasfallen.tumblr.com/
Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Het magische Westen

Een beeld dat we allemaal kennen uit de western. In de mist doemt het silhouet van een ruiter op die in volle galop over de winderige vlakte onze kant op rijdt. Langzaam worden de details van de ruiter zichtbaar: hij heeft lang haar, draagt een zwarte hoed en een lange overjas. Rondom zijn mond zijn verticale lijnen in zijn huid gesneden. Maar wacht, nu zien we het: de ruiter is een vrouw.

stripplaatje_Pretty_DeadlyEn niet zomaar een vrouw maar een wraakengel die de schuldigen straft. Deathface Ginny is namelijk de dochter van de Dood. Dankzij haar bleke huid, de donkere vlekken rond haar ogen en de verticale littekens die van haar neus tot kin lopen, lijkt het gezicht van Ginny ook wel wat op een doodshoofd. Je begrijpt dat Pretty Deadly, de comic waaruit bovenstaande plaatjes afkomstig zijn, een ander soort western is dan dat je wellicht gewend bent. De eerste vijf comics, waarin de oorsprong van Ginny uit de doeken wordt gedaan, zijn nu gebundeld onder de titel The Shrike. Recent verscheen deze bij Image comics.

Magisch realisme
De western is een genre dat altijd terug lijkt te komen. Om de zoveel jaar duiken er weer nieuwe verhalen op. Denk maar aan bijvoorbeeld de televisieserie Deadwood en recentere films Django Unchained van Quentin Tarantino en True Grit van de gebroeders Coen. Al is het genre wel veranderd sinds de dagen dat John Wayne in de bioscoop de revolverheld uithing. Helden en schurken zijn niet meer eenduidig zwart-wit, personages zijn genuanceerder. Ook in Pretty Deadly hebben de good guys geen schoon geweten. Verandering en de visies van eigenzinnige makers zorgen ervoor dat het genre interessant blijft.

In de stripplaatjes uit Pretty Deadly wordt meteen duidelijk dat de makers de iconografie van de western weten te combineren met nieuwe, verrassende elementen. Schrijver Kelly Sue DeConnick en tekenaar Emma Ríos maakten een sprookjesachtige western met horrorelementen, waarin het aardse en de harde wereld van het wilde westen gecombineerd worden met metafysische verschijnselen. Het is een western waarin de meeste hoofdrollen worden vertolkt door sterke vrouwen die scherpschutters zijn én zeer behendig met het zwaard. Er zit dus ook een beetje samurai in deze strip.

Pretty Deadly is een western waarin de personages aan elkaar legenden en volksverhalen vertellen die ook nog eens waar blijken te zijn. Een wondere wereld dus waarin de Dood verliefd kan worden op een aantrekkelijke vrouw die gevangen wordt gehouden door haar ziekelijk jaloerse man. Diep ongelukkig door het gevangenschap verkiest ze de dood boven het leven. Als magere Hein haar wens inwilligt, besluit hij hun kind Ginny zelf op te voeden. Uiteindelijk komen Ginny en de Dood tegenover elkaar te staan in een klassieke shoot out als zij een jong meisje probeert te beschermen. Kinderen rebelleren immers op een bepaalde moment tegen hun ouders en in deze western is dat niet anders, ook al zijn ouder en kind bovennatuurlijke wezens.

Pretty-Deadly-The-Shrike-coEen interessante mix
Juist doordat de stripmakers klassieke westernelementen vermengen met andere genres is Pretty Deadly een interessante strip die een frisse blik werpt op een overbekende verhaalvorm. Ook de overwegend realistische tekenstijl van de Spaanse Ríos is een mengsel van verschillende invloeden. Ze leent stijlmiddelen van de Amerikaanse comic en van manga. Vooral de cameravoering doet denken aan manga: grote totaalshots van de actie worden aangevuld met extreme close-ups van details in kleine kaders. Dit roept ook een herinnering op aan de spaghettiwesterns van Sergio Leone, die Ríos naast de Japanse regisseur Masaki Kobayashi ook een inspiratiebron noemt. Evenals strips als Bouncer en Blueberry.

Of de strip Pretty Deadly net zo’n klassieker wordt als zijn illustere voorbeelden moeten we nog zien, maar vooralsnog weten de makers te verrassen.

Gepubliceerd in Eppo #15 (2014).

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: The Spectacular Spider-Kid

De superkrachten van Spider-Man, wie zou ze niet willen hebben? Ook in de strips van Spider-Man komen personages voor die net als hij willen zijn. Scholier Ollie Osnick bijvoorbeeld met wie ik in Spektakulaire Spiderman # 68 (1985) /Amazing Spider-Man # 263 kennismaakte.

spider-kidDe mollige Osnick was idolaat van superschurk Doctor Octopus en wist zelfs een stel tentakels in elkaar te zetten die echt werkten. Ollie was de leider van een superschurkenclub en wilde een crimineel genie te worden net als Ock. Tot Ollie op een avond een speelgoedwinkel probeerde leeg te roven en door Spider-Man werd tegengehouden. In de verduisterde winkel dacht de Muurkruiper eerst dat Ollie de echte Doctor Octopus was en samen vochten ze in het waterbassin van de winkel. Gelukkig zag Spidey snel dat het om een kind ging en niet om zijn aartsvijand en bracht het joch weer thuis.

Na deze ontmoeting besluit Osnick dat hij een superheld wil zijn en ontwerpt zijn eigen Spider-Man-pak. Niet in staat om zelf webvloeistof te maken, modificeert Ollie zijn octopusarmen in spinnen-tentakels en wordt The Spectacular Spider-Kid! Vastbesloten om Spider-Mans sidekick te worden, gaat hij ’s avonds op pad om de misdaad te bestrijden. Maar als verdediger van onschuldigen slaat de krachteloze dikzak een modderfiguur en het is alleen dankzij het plotseling opdagen van politie te danken dat Ollie zijn eerste confrontatie met een stel gangleden overleefd.

Overdag is doorgaans slimme Ollie het lulletje van de klas. In dat opzicht lijkt hij wel wat op de jonge Peter Parker van de middelbare school. Groot verschil is echter dat Jane, het populaire meisje van de klas, het voor Ollie opneemt als hij weer eens getreiterd wordt door Brad Rossi, terwijl de populaire dames Peter Parker links lieten liggen.

Zijn grote held ziet een samenwerking overigens niet zitten, want Osnick mag dan een leuk pakje aan hebben, hij heeft natuurlijk helemaal geen speciale krachten. In een erg grappige scène gebruikt Ollie een Spider-Signal, vergelijkbaar met het Bat-Signal, om de aandacht van het Webhoofd te krijgen.

ASM-263-spidersignal ASM-263-dialoog ASM-263-dialoog_02Uiteindelijk komt het wel weer goed met Ollie. Als hij en Jane bedreigd worden door de gangleden van de avond ervoor, helpt Spider-Man ze uit de brand. Als Spider-Man Ollie de volgende ochtend op het schoolplein op zoekt om hem zijn excuses aan te bieden voor zijn botte afwijzing de avond ervoor, is hij helemaal het mannetje bij zijn klasgenoten.

michael_spidermankostuum2Hoewel Ollie als misdaadbestrijder niet serieus genomen kan worden, is hij wel geschikt als voorbeeld voor veel jonge Spider-Man-lezers die in navolging van de Muurkruiper een superheld willen zijn. Niet beseffende dat superkrachten een minimale vereisten zijn, en dat geregeld de sportschool bezoeken een begin kan zijn van een dergelijke carrière, denken veel van deze kids dat ze er al zijn als ze een tof kostuum aantrekken. In dat opzicht doet Ollie mij aan mezelf denken. Ook ik had als kind immers een Spider-Man-pak.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Star Wars comics

Vorig jaar werd bekend gemaakt dat Marvel met nieuwe comicseries rondom Star Wars komt. Dat kan ook makkelijk want zowel Marvel als de Star Wars franchise zijn tegenwoordig in handen van Disney. Dark Horse moest der halve zijn licentie om Star Wars uit te geven laten schieten.

Nu heeft Marvel een interessante geschiedenis met de ruimtesaga van bedenker George Lucas. Toen het halverwege de jaren zeventig niet zo heel goed met Marvel ging, brachten ze een stripadaptatie uit van de eerste film, nog voordat het een hit was. Ze verwachtten er niet zo heel veel van, maar uiteindelijk was het deze stripserie die Marvel een nieuwe impuls en commercieel succes gaf.

Marvel zal dit jaar in ieder geval twee maandelijkse series uitbrengen, namelijk Star Wars en Star Wars: Darth Vader. Ook komt er een limited serie over Princes Leia uit vanaf maart. Daar kijk ik erg naar uit, want Leia is mijn favoriete personage uit de Star Wars-saga.

Star-Wars-leia-hanIn januari kwam het eerste deel van Star Wars uit: Skywalker Strikes. De serie speelt zich vlak na Episode IV af en wordt geschreven door Jason Aaron en getekend door John Cassaday. Het verhaal begint goed met de bekende titelrol waar de films ook mee beginnen en shots van een overvliegend ruimteschip. Wat dat betreft hebben ze de sfeer aardig te pakken. Niet in de laatste plaats omdat Cassaday de personages in de meeste plaatjes goed op de acteurs laat lijken. We zien hier Mark Hamill, Carrie Fisher en Harisson Ford, zoals we ze kennen uit de Star Wars-films. Ook de dialogen klinken zoals we die kennen uit de films. Ik waardeer dit soort getrouwheid aan de bron altijd zeer, want het vergoot het leesplezier aanzienlijk.

Star-Wars-lukeMinder vrolijk word ik van de prijs. $4,99 voor een maandelijkse comic is eigenlijk te veel. Wat geldlust betreft zit Marvel duidelijk aan de ‘dark side of the force’.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Brussel in shorts 2

Het internationaal literatuurhuis in Brussel Passa Porta gaf acht stripmakers de opdracht een strip van 12 pagina’s te maken die zich in Brussel afspeelt. Een bestaand hotel in de stad moest een van de locaties in het verhaal zijn. Het resultaat is een zeer leeswaardige bundel met een verscheidenheid aan verhalen. bruss2_cover_350

Net als bij het eerste project Brussel in Shorts in 2011 hield Passa Porta een wedstrijd. De acht stripmakers Stedho, Laure Allain & Michaël Olbrechts, Mikkel Ørsted Sauzet, Steve Michiels, Kim, Gwénola Carrère, Delphine Frantzen en Fabienne Loodts werden geselecteerd uit 60 inzendingen. De geselecteerde verhalen werden tentoongesteld in het Belgisch Stripcentrum.

Bruss.2 levert diverse verhalen in uiteenlopende stijlen op. Afhankelijk van je visuele smaak zal het ene verhaal meer bekoren dan het andere. Met twaalf pagina’s hebben de stripmakers genoeg ruimte om een mooi kort verhaal op te zetten. Het resultaat is voor een lezer daarom veel bevredigender dan bundels waarin in één pagina een film of roman verstript dient te worden.

Alice
Zelf vind ik de vertellingen waarin het hotel slechts als decorstuk fungeert het interessantst. De bundel begint met een geslaagde, surrealistische versie van Alice in Wonderland in Brussel waarin het bekende blonde meisje wel een heel serieuze reden heeft om achter het witte konijn aan te rennen. Ze achtervolgt het beest via de metro en de straten van Brussel naar hotel Metropole, waar de vertelling van Stedho tot een knallende conclusie komt. Stedho (Steven Dhondt) illustreerde tevens het omslag.

stedho_alice_bruss2_620In Onze vader van Laure Allain en Michaël Olbrechts is Le Berger het hotel waar een baas graag de jonge, nieuwe employees mee naar toe neemt om daar de matrassen uit te proberen. Zijn liefhebberij heeft voor aardig wat toekomstige hotelbezoekers consequenties. In Zij aan zij heeft Kim (van Esther Verkest) een niet zo brave huisvader met een nogal duistere hobby in de hoofdrol en Het weerzien van Delphine Frantzen is een prachtig liefdesverhaal tussen twee bejaarde en broze oud-geliefden.

Illustratie: Delphine Frantzen.
Illustratie: Delphine Frantzen.

Niet alle verhalen konden mij even veel bekoren. Ik kon weinig met het sombere en ontoegankelijke verhaal In verscheidenheid verenigd van Mikkel Ørsted Sauzet. Het verhaal van Fabienne Loodts, waar de bundel mee afsluit, ontstijgt mijns inziens het anekdotische niet en is een verslag van wat zij in Brussel meemaakte. Haar dagboek-achtige benadering contrasteert op zich wel leuk met de surrealistische kolder uit Stedho’s verhaal.

Ik raad de nieuwsgierige lezer graag aan de rest van de inhoud van deze leeswaardige bundel zelf te ontdekken.

Bruss.2
Uitgeverij Oogachtend. €19,95

Categorieën
Strips

Pat Mills: Stripauteur met een missie

Pat Mills is al jaren een drijvende kracht achter de Britse stripwereld. In zijn lange carrière was hij redacteur van diverse stripbladen en schreef hij een indrukwekkende hoeveelheid titels, zoals Judge Dredd en de klassieke, net vertaalde anti-oorlogstrip Charley’s War. Ook stond hij aan de wieg van het legendarische striptijdschrift 2000 AD. In zijn subversieve verhalen, vaak doorspekt met geweld, speelt maatschappelijk engagement dikwijls een belangrijke rol. Een gesprek. ‘Mijn hoofdpersonen zijn meestal working class heroes, helden die losstaan van de gevestigde orde en die op de een of andere manier rebelleren.’

‘Het schrijven van strips heeft een louterende werking op me. Wat ik ook in mijn hoofd heb, via de strip heb ik een manier om dat te uiten in een verhaal. Daarbij is het verschrikkelijk leuk om een personage dat eerst nog een glimp van een gedachte was, langzaam te zien veranderen in een driedimensionaal mens. Het creëren van een personage, dus de research, het bedenken van zijn naam en de wereld waarin hij leeft, vind ik erg boeiend,’ vertelt Pat Mills (1949) telefonisch vanuit zijn huis in Colchester, Engeland.

‘Eigenlijk ben ik per abuis in de stripindustrie terechtgekomen. Als journalist in opleiding werkte ik voor een uitgeverij. Van strips wist ik niets, ik was niet met ze opgegroeid. Toen kreeg ik de opdracht om aan een romantisch tijdschrift te werken waar enkele strips in stonden. Al snel besefte ik dat het een interessant medium is waar ik goed mee uit de voeten kan. Vervolgens besefte ik dat er eigenlijk niemand goed met strips bezig was, dus het was een mooi moment om de industrie te veranderen. Dingen veranderen was vanaf het begin mijn intentie. Niet zo zeer vanuit een zendelingenoogpunt, mijn motivatie was egoïstischer dan dat. Ik wilde de industrie veranderen zodat ik mijn soort verhalen kon schrijven en er nog voor betaald zou worden ook.’

Pat Mills. (Foto bc)
Pat Mills. (Foto bc)

Het soort verhalen waar Mills op doelt en die hij tot op de dag van vandaag schrijft zijn zeer onderhoudende, gewelddadige strips, waar de visie van de maker duidelijk in doorschijnt. Of de strip draait om de futuristische smeris/rechter Judge Dredd of een dode nazi-soldaat die terugkeert als een vampierachtige ridder zoals in Requiem Chevalier Vampire, Mills afkeer voor oorlog en zijn anti-establishment sentimenten zijn in meer of mindere mate aanwezig. ‘Ik gebruik strips inderdaad als een soort politieke pamfletten, maar in tegenstelling tot voorgangers als de Amerikaanse underground uitgeverij Last Gasp, die begin jaren zeventig misstanden aan de kaak stelde op polemische wijze en harde feiten presenteerde op een documentaireachtige manier, verpak ik mijn sociale commentaar als veelvoorkomend drama. Dat lijkt vrij subversief, maar je kunt ook zeggen dat conventioneel drama altijd een politiek standpunt inneemt, namelijk het standpunt van de gevestigde orde. Detectives zoals Sherlock Holmes en andere helden zijn over het algemeen afkomstig uit de middle class of upper class terwijl de arbeidersklasse vaak wordt afgeschilderd als dom of onbelangrijk. Mijns inziens wil je lezen over helden die dezelfde sociale achtergrond hebben als jijzelf. ‘Mijn hoofdpersonen zijn meestal working class heroes, of helden die losstaan van de gevestigde orde en die op de een of andere manier rebelleren.’

Echte schurken
Volgens Mills zijn strips bij uitstek geschikt om geëngageerde verhalen te vertellen: ‘Ten eerste omdat ze over goed en kwaad gaan. Als je het toch over helden en schurken hebt, dan liever zo realistisch mogelijk en geen bedachte personages, want zolang we het kwaad tonen middels gedateerde beelden en clichés, komen de echte schurken ermee weg. Zoals we allemaal weten van het nieuws zien mensen die verschrikkelijke dingen uithalen er niet uit als Doctor Doom, maar bijvoorbeeld als Tony Blair, onze voormalige minister-president. Ten tweede realiseerde ik me een paar jaar geleden dat de media niet deden wat ze behoren te doen. Ze geven een verwaterde en verdraaide versie van de waarheid. Ik geloof echt dat je bepaalde zaken niet kunt uiten in de krant omdat je dan gecensureerd wordt. Natuurlijk mag je wel lichte kritiek hebben op het een of ander, maar op sommige dingen rust echt een taboe. Ondertussen bevinden strips zich in een zeer gunstige positie omdat ze vaak over het hoofd worden gezien. Hierdoor kunnen stripmakers dingen zeggen zonder dat ze onder de duim worden gehouden of gecensureerd. Dat maakt strips een fantastische arena om belangrijke zaken in te presenteren. Mijns inziens is dat niet zo heel uniek, want rock-‘n-roll muziek doet dit al veel langer. Er zijn altijd politieke strips geweest, maar ik denk dat geëngageerde strips nu prominenter aanwezig zijn dan ooit. Daarmee volgen we dus de traditie van de rock-‘n-roll. Met strips kun je in potentie een groot publiek bereiken. Een publiek dat, als ik het zo mag zeggen, het nog niet heeft opgegeven. Het cliché zegt immers dat jonge mensen nog steeds geloven dat je de wereld kunt veranderen. Tegen de tijd dat je 35 bent begin je te realiseren dat dit niet zo makkelijk is of maak je je meer druk over het onderhouden van je gezin en het betalen van je hypotheek.’

Charley's war.
Charley’s war.

De Grote Oorlog
Het duidelijkste voorbeeld van een strip die Mills standpunten uitdraagt is Charley’s War, recent in het Nederlands vertaald als Charleys oorlog, die hij samen maakte met tekenaar Joe Colquhoun (1926-1987) en die van januari 1979 tot oktober 1985 werd voorgepubliceerd in Battle Picture Weekly. De zestienjarige working class hero Charley Bourne liegt over zijn leeftijd om toch naar het front te mogen en maakt alle verschrikkingen mee die bij de loopgravenoorlog komen kijken, onverbloemd in beeld gebracht. De strip kenmerkt zich door zwarte humor, realistische tekeningen en een duidelijke anti-oorlogsboodschap.

Mills: ‘Zoals je wellicht weet zijn de Britten dol op oorlogsstrips en oorlogsverhalen, maar niemand had nog geprobeerd om een strip over de Eerste Wereldoorlog te maken. Dat had niets te maken met politiek of iets dergelijks, maar simpelweg omdat niemand wist hoe je dat moest aanpakken. Het is namelijk extreem moeilijk om de hoofdpersoon heroïsch te maken en drama te creëren in een saaie en tragische omgeving. Kijk, het is veel makkelijker om een strip over WO II te maken, want je hebt als verteller veel meer mogelijkheden om dynamiek en drama in het verhaal te brengen. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van tanks in actie en paratroepers. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zit de held van het verhaal in een loopgraaf en ziet hij weken, soms maanden lang de vijand niet. Met andere woorden: hij zit alleen maar in dat gat in de grond. Ik wilde het graag doen, omdat ik van een uitdaging houd. Ik hou van verhalen die moeilijk en veeleisend zijn om te schrijven en te tekenen.’

CharleysOorlog1
Mills, die doorgaans veel research doet voor zijn verhalen, ontdekte halverwege het werken aan Charley’s War dat zijn grootvader tijdens de Eerste Wereldoorlog politieagent was in de haven van Harwich. Een van de taken die de politie indertijd had, was het oppakken van deserteurs. ‘Mijn grootvader had hier grote ethische bezwaren tegen en zag dit niet als taak voor de politie. Daarom besloot hij zich te melden bij het leger en werd kok aan het front. Ik vond dat een zeer inspirerend verhaal omdat het een bepaald aspect van de oorlog duidt waar je normaliter niet aan denkt: het feit dat gewone politieagenten geen zin hadden om, mijns inziens, kwaadaardige orders uit te voeren en deserteurs op te pakken. Er zijn genoeg voorbeelden van gewone lui die zich, door pacifisme of door van baan te veranderen, verzetten tegen de autoritaire staat die Groot-Brittannië tijdens de Grote Oorlog was. Tegenwoordig wordt de Eerste Wereldoorlog gerepresenteerd als een heroïsche strijd, een heroïsch offer, terwijl ik weet dat veel van de waarheid over de oorlog in de doofpot is gestopt.’ Vooralsnog laat de oorlog Mills niet los: op dit moment werkt hij met tekenaar David Hitchock aan de serie Brothers in Arms.

Tijdens de laatste editie van de Stripdagen Haarlem werd Charley’s War geëxposeerd naast andere belangrijke striptitels die over WO I gaan. Mills kwam naar Haarlem om zijn strip toe te lichten.

Moeder Teresa
Soms laat Mills personages uitspraken doen die letterlijk uit zijn eigen mond hadden kunnen komen, maar andere keren brengt de stripmaker zijn ongenoegen juist subtiel. De strip Requiem Chevalier Vampire, sfeervol getekend door Olivier Ledroit, speelt zich af in een wereld met de naam Résurrection, die veel lijkt op de hel. In Résurrection reïncarneren mensen in monsters. De zonden die ze in hun leven hebben begaan, bepalen wat voor soort monster ze worden. Mensen die aan de oppervlakte gezien goede daden verrichten maar ondertussen heel veel leed veroorzaken, komen terug als demonische Virgin Pirates. De leidster van deze groep is niemand minder dan Moeder Teresa, verklapt Mills: ‘Ik had een artikel gelezen in Stern Magazine met de kop: “Moeder Teresa en de missende miljoenen”. Miljoenen aan donaties zijn niet bij de armen terechtgekomen maar werden gespendeerd aan Teresa’s religieuze orde. Dat vond ik erg bedroevend, evenals enkele andere zaken die in artikelen ter sprake kwamen. Zo hadden de indianen in Calcutta er grote bezwaren tegen dat ze door een Albanese vrouw betutteld werden. Ik schreef die scènes met Teresa in Requiem Chevalier Vampire vol vuur, maar toen ik daarmee klaar was, dacht ik dat ik wellicht te ver was gegaan, want tja, ik ging iets heel negatiefs zeggen over Moeder Teresa. Ik zwakte het af, maar Ledroit vond dat ik alle tekst weer moest herstellen. En terecht, dus ik ben blij dat hij dat toen tegen me zei.’

Pat Mills' versie van Moeder Theresa.
Pat Mills’ versie van Moeder Theresa.

Waar Mills gedrevenheid vandaan komt, wil de auteur eigenlijk niet prijsgeven: ‘Ik zou graag willen zeggen dat het een gezonde gewoonte is van schrijvers om onrecht bloot te leggen, maar ik denk dat een psycholoog zou zeggen dat de schrijver een gevoel van onrecht uit zijn eigen leven in verhalen probeert uit te drukken.’ Met welk onrecht had Mills dan te maken? ‘Ik heb op een school gezeten die gerund werd door christelijke broeders van de Lasalliaanse congregatie, dus dat lijkt me genoeg uitleg, al zijn er ongetwijfeld meer incidenten te noemen. Heel tegenstrijdig: je krijgt een goede opleiding maar tegelijkertijd ben je je bewust van enorm onrecht, huichelarij en algehele nonsens. Dat gaf waarschijnlijk genoeg stof om voor altijd te blijven schrijven. Ha!Ha!’

cover_action2000 AD
Mills is gedurende zijn lange carrière een drijvende kracht achter de Britse strip. Hij was redacteur van diverse stripbladen en schreef een indrukwekkende hoeveelheid titels. In de jaren zeventig richtte Mills samen met John Wagner en hulp van Gerry Finley-Day Battle Picture Weekly op. De oorlogsverhalen in dit stripblad waren gewelddadiger en hadden vaker hoofdpersonen uit de arbeidersklasse dan het leesvoer dat IPC Media normaliter uitgaf. Charley’s War stond er ook in. Daarna kwam Mills met het stripblad Action wat al snel verboden werd omdat men onder andere de verhalen te gewelddadig vond. Meer succes had Mills met zijn volgende project. Kelvin Gosnell vroeg hem het sciencefiction stripblad 2000 AD op te zetten. 2000 AD wordt nog steeds uitgegeven en is nog altijd een kweekvijver voor Brits talent. Namen als Alan Moore, Neil Gaiman, Grant Morrison, Brian Bolland and Mike McMahon verwierven door hun werk in 2000 AD al snel internationale bekendheid.

‘We wisten dat sciencefiction de volgende trend zou worden,’ licht Mills de keuze voor dit genre toe. ‘Midden jaren zeventig was sciencefiction niet populair onder de lezers omdat het vaak onnozele verhalen waren. En niet alleen dat, soms waren de hoofdpersonen ook niet heldhaftig omdat ze zo afhankelijk waren van hun kinderachtige wapen of krachten. Star Wars en andere sciencefictionfilms toonden aan dat de trend aan het veranderen was.’ Het uitgangspunt van de makers van 2000 AD was escapisme, maar tegelijkertijd wilden ze geen conventionele sciencefiction maken. ‘ Op ons best vertellen we subversieve verhalen met sciencefiction als dekmantel. Door het gedoe met Action besefte ik dat je censuur kan voorkomen als je verhalen als sciencefiction presenteert. Wanneer strips over robots gaan of afspelen in een ander universum, klaagt niemand over ze. Je krijgt pas problemen als de censors en recensenten vinden dat een verhaal te dicht bij de werkelijkheid staat.’

Omdat freelance schrijvers in het verleden niet altijd het gewenste resultaat leverden, besloot de toenmalig hoofdredacteur Mills alle verhalen en personages voor het eerste nummer zelf te schrijven. Hierdoor is hij de geestelijk vader van strips als ABC Warriors, Nemesis the Warlock en Sláine.

Soms laat Mills personages direct zijn visies verkondigen zoals in dit fragment uit Judge Dredd: The Cursed Earth, waarin Dredd (rechts) de gevolgen van de atoomoorlog becommentarieert. Dit verhaal verscheen in 1978 ten tijde van de Koude Oorlog. Illustratie: Mike McMahon.
Soms laat Mills personages direct zijn visies verkondigen zoals in dit fragment uit Judge Dredd: The Cursed Earth, waarin Dredd (rechts) de gevolgen van de atoomoorlog becommentarieert. Dit verhaal verscheen in 1978 ten tijde van de Koude Oorlog. Illustratie: Mike McMahon.

‘I am the law’
Van alle stripfiguren uit 2000 AD is Judge Dredd wellicht het meest bekend. Hoewel John Wagner en tekenaar Carlos Ezquerra het iconische personage bedachten, schreef Mills veel van de vroege avonturen en is hij verantwoordelijk voor belangrijke kenmerken van Dredd en diens wereld: in een dystopische toekomst bevolken miljoenen mensen megagrote steden waarin geweld en chaos overheersen. De Amerikaan Dredd is een wetshandhaver met het mandaat misdadigers te arresteren, te veroordelen en zonodig te executeren.
‘Dredds ontwerp van Carlos Ezquerra vond ik fantastisch. Het had een Gaudi-achtige, Spaanse sciencefiction kwaliteit die uniek was. In mijn optiek is dat in de loop der jaren langzaam verwaterd door de Britse tekenaars. Waarschijnlijk is dat noodzakelijk kwaad, maar toch vind ik dat het personage daardoor iets heeft verloren. Mijn rol in de creatie van Dredd was vooral het magische, Gaudiaanse aspect vasthouden in de wereld van Mega-City One. En daarnaast was mijn belangrijkste taak het blijven afwijzen van verhalen, inclusief die van mezelf, totdat we op magische wijze de juiste combinatie van elementen vonden. Op een dag kwam schrijver Peter Harris met het basisidee voor het eerste Dredd-verhaal. Hij bedacht dat Dredd niet de enige rechter was, maar dat er vele rechters zouden zijn. Het tweede unieke element dat Harris toevoegde was een snelweg die dwars door het Empire State Building liep, en wolkenkrabbers die wel een halve mijl hoog boven dat gebouw uit staken. Dat was precies de sfeer die ik zocht en die ik niet in de andere verhalen vond.’

Dredd getekend door Carlos Ezquerra.
Dredd getekend door Carlos Ezquerra.

Behalve de sfeer en architectuur van de megasteden, is satire is een belangrijk element volgens Mills. ‘Als je de elementen comedy en satire weglaat uit een Dredd-verhaal, dan hou je een fascistoïde smeris over. Je hebt dan een strip over een broederschap van mannen die rondrijden in zwarte uniformen, wat ik op zijn zachtst gezegd een beetje verontrustend vind.’

Interessant aan Dredd is dat hij langzaam ouder wordt. Dit is een uitzonderlijke eigenschap in stripland waar veel helden qua leeftijd bevroren lijken in de tijd. Hoewel Mills niets met deze beslissing te maken had, vindt hij dit wel een goed idee. ‘Hierdoor maak je hem menselijker. Dredd draagt altijd een helm dus je kunt zijn gezicht niet zien. Ook heeft hij geen sociaal leven. Omdat hij eigenlijk geen normale menselijke interactie kent, is dit een goede manier om het personage uit te diepen.’

Marshal Law
In 1988 was Mills betrokken bij de lancering van het blad Crisis, een spin-off van 2000 AD gericht op een wat ouder publiek. De verhalen in Crisis zijn politiek getint, zoals Third World War van Mills, waarin hij kritiek uit op hoe de eerste wereld, gedreven door hebzucht van het kapitalisme, de derde wereldlanden uitbuit. Het blad liep tot 1991. Niet minder scherp maar toch heel anders is Marshal Law, een parodie op het superheldengenre vol seks en geweld, waarin Mills en tekenaar Kevin O’Neill afrekenen met de conventies van het genre en zich kritisch uitlaten over de Amerikaanse regering. Marshal Law is een voormalige supersoldaat die, door de overheid goedgekeurd, jacht maakt op losgeslagen superhelden.

Marshall_Law_coverMarshal Law past goed binnen de traditie van Britse stripmakers om de Amerikaanse superheld te parodiëren of zelfs te perverteren. Denk maar aan de strips van Alan Moore, Grant Morrison en Mark Millar (Kick-Ass). Mills: ‘Waarschijnlijk ben ik de sterkste vertolker van deze benadering van de superheld, want met plezier bevestig ik bij deze dat ik superhelden haat! En ik haat ze met een enorme passie. Ik voel deze haat omdat voor mij het woord “held” iets spiritueels heeft. Het is een magisch woord dat verlaagd wordt door deze gasten die het woord “held” eigenlijk niet waard zijn. Er zijn overigens wel uitzonderingen hoor, zoals Stan Lee’s Spider-Man. Britse schrijvers zijn over het algemeen behoorlijk cynisch, dit is onderdeel van onze cultuur. Denk bijvoorbeeld aan Monthy Python, Black Adder of Britse comics in het algemeen. Door ons cynische gevoel voor humor is het onvermijdelijk dat de Britse makers die voor Marvel en DC comics werken, zich soms niet comfortabel voelen bij de belachelijke acties van superhelden. Er zijn trouwens ook Amerikaanse stripmakers die parodieën maken, zoals Rick Veitch wiens serie The One volgens mij iets eerder uitkwam dan Watchmen. Maar uitzonderingen daargelaten, vermoed ik dat Amerikanen zich meer op hun gemak voelen met hun wereld en maatschappij. Ze hebben niet het rebelse en de punkmentaliteit van de Britten. Daarom huren Amerikaanse uitgeverijen graag Britse schrijvers in omdat die een frisse aanpak en nieuwe energie mee brengen. Toen Alan Moore superhelden begon te schrijven met een volwassen leven, was dat een revolutie die het perspectief op de superheld heeft veranderd. Daar merken we nu nog steeds de effecten van.’

Misty
Vindt Mills dat hij er met zijn strips in slaagt om jonge lezers te beïnvloeden? ‘Ja, ik denk van wel. Het echte bewijs hiervoor komt van Charley’s War. In de loop der jaren heb ik minstens vijf lezers gesproken die vanuit hun familiegeschiedenis een militaire achtergrond hebben maar na het lezen van deze strip toch besloten een andere carrière te kiezen. Dat is voor mij een duidelijk resultaat. Aan de andere kant sprak ik ooit een soldaat die in Noord-Ierland gediend had. Er waren twee redenen om in het leger te gaan: hij vond werken in de natuur, de actie en fit blijven erg aantrekkelijk, en ook had hij veel oorlogsstrips gelezen. Ik heb dus de verantwoordelijkheid om dit soort jongens ook een andere visie te tonen en ze te overtuigen om niet het leger in te gaan, zeker omdat ik zelf twee oorlogstripbladen ben begonnen. Ik denk dat ik er redelijk in geslaagd ben om de Britse stripindustrie te veranderen, al had ik graag meer willen bereiken. Charleys-oorlog-deel-1Ik zal je een voorbeeld geven. Behalve strips voor jongens schreef ik ook strips voor meisjes. Nadat ik 2000 AD had opgezet, heb ik een meisjesblad gecreëerd met de naam Misty. De uitgeverij weigerde de copyrightdeal te geven die ik wilde hebben en daarom ben ik weggegaan. Hoewel dat de juiste beslissing was op persoonlijk niveau, had ik eigenlijk moeten blijven. Was ik gebleven en had ik van Misty een succes gemaakt, dan hadden we meer succesvolle meidenstrips gemaakt die steeds volwassener waren geworden. Vandaag zouden we dan niet alleen over 2000 AD hebben gesproken, maar ook over Misty en andere meidenstrips.’

Het eerste deel van Cherleys oorlog van Pat Mills en Joe Colquhoun verscheen recent in vertaling bij Just Publishers. 124 blz voor € 24,95.

Dit interview schreef ik voor Stripgids en verscheen in nummer 40 (winter 2015).

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Als Spider-Man een hipster was geweest

Volgens mij is het fenomeen hipster alweer op zijn retour. Toch wilde ik je graag deze illustratie van Phillip Sevy laten zien omdat ik hem erg tof vind:

hipster_spiderman_family_by_thecreatorhd
Sevy, die onder de naam The Creator HD publiceert op DeviantArt.com heeft een serie gemaakt waarin hij bekende superhelden als hipsters afbeeldt: X-Men, Batman en Spidey. In zijn Spidey tekening zien we weliswaar geen hipster met baard, en dat is jammer, maar wel grappige interpretaties van Doctor Octopus en The Vulture. Vooral de figuur op de voorgrond, met het zwarte Spider-Man-pak als motief, lijkt helemaal te kloppen en zou je volgens mij zo op straat kunnen tegenkomen. Waar er nog hipsters voorkomen, uiteraard. 😉

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Muurkunst van Theo van den Boogaard in Katoen

Vandaag hebben Linda en ik geluncht in Café Katoen. Ik zag dat ze een wand een behoorlijke opknapbeurt hebben gegeven. Het is een mooie muurtekening van Theo van den Boogaard geworden. Deze werd vrijdag 9 januari 2015 onthuld.

De aflbeelding wordt halverwege de muur gespiegeld. De Amsterdamse burgemeester Van der Laan is op meerdere plekken afgebeeld. Een moderne versie van Sjef van Oekel?

Terwijl ik een tosti kaas naar binnenwerkte, schoot ik er wat videomateriaal van:

Categorieën
Strips

In Memoriam: Peter Pontiac

Peter Pontiac, een van de beste tekenaars van Nederland, is niet meer. Dinsdagavond 20 januari overleden. Hij was al lange tijd ziek.

Foto: Marco Bakker
Foto: Marco Bakker

Peters lever functioneerde niet meer. De afgelopen maanden werd hij behandeld voor levercirrose tot hij op een gegeven moment afzag van verdere behandeling en een eventuele levertransplantatie.

Pontiac (geboren als Peter Pollmann) wordt door velen de godfather van de Nederlandse undergroundstrip genoemd. De in 1951 te Beverwijk geboren tekenaar heeft een eigenzinnige stempel gedrukt op de Nederlandse stripwereld. Hij maakte sociaal geëngageerde strips, erotica en bovenal autobiografische verhalen over zijn drugsgebruik en liefdesleven. Soms grimmig en vol zelfbeklag, vaak niet zonder zelfspot en soms heerlijk luchtig. In het begin van zijn carrière kreeg hij het predikaat undergroundtekenaar opgeplakt, mede door publicaties in Nederlandse, Spaanse en Amerikaanse undergroundbladen.

pontiac_autobiobluesDe autodidact is bij het grote publiek waarschijnlijk vooral bekend als illustrator. Pontiac tekende covers voor bootlegboeken met songteksten van Country Joe & The Fish, The Rolling Stones en Bob Dylan die eind jaren zestig werden uitgegeven door de Leidse Commune waar hij als uit huisgetrapte tiener een jaar heeft gewoond. Muziek is altijd een belangrijke inspiratiebron voor Pontiac geweest. Hij maakte posters, platenhoezen en illustraties van popmuzikanten voor tijdschriften als Hitweek-Aloha, Muziek Express en Oor. Ook tekende hij voor kranten als het AD en NRC en sierden zijn tekeningen soms de cover van de VPRO Gids.

Pontiac_lostlowlands

Stripverhalen
In 1997 kreeg Peter Pontiac de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre. In 2011 had ik het genoegen met Peter te spreken in zijn huis in Amsterdam. Aanleidingen voor het interview waren het winnen van de Marten Toonderprijs en het uitkomen van Rhythm, een chronologisch overzichtswerk waarin alle stripverhalen van Pontiac zijn opgenomen. In totaal een kleine 400 pagina’s, relatief weinig voor een stripmaker wiens carrière meer dan veertig jaar beslaat. Dat vond Peter zelf ook: ‘Dat zijn er dus gemiddeld tien per jaar. Dat is helemaal niks in vergelijking tot wat Dick Matena allemaal getekend heeft. Die zal schamper lachen om dat aantal. Ik zou graag meer strips maken, maar het levert geen rode cent op. Nederland is immers maar een klein afzetgebied. Het is monnikenwerk waarvoor je maximaal 200 euro per pagina krijgt, als het al ooit wordt voorgepubliceerd in een stripblad. Er zijn nauwelijks nog bladen die er überhaupt voor betalen.’

Lef
styx_zes_plankenkoorts_pontiacHet is spijtig dat Pontiac niet meer strips heeft gemaakt, want daar was hij verdomde goed in. Ik heb hem als maker altijd bewonderd voor de lef en openheid in zijn verhalen. De striproman Kraut (2000) gaat over zijn vader die tijdens WOII oorlogsverslaggever was voor de SS en later als roddeljournalist voor damesbladen zijn brood verdiende. Het is een van de belangrijkste Nederlandse strips die ooit zijn verschenen. Een zeer persoonlijk document en prachtig getekend.

De laatste tijd was Pontiac bezig met een boek over de dood: STYX of de Zesplankenkoorts. Een inzamelingsactie op VoordeKunst leverde, in zeer korte tijd, veel meer op dan het beoogde bedrag van 17.500 euro. Veel mensen gunden het Peter dat hij de dood nog een laatste hak kon zetten door zijn boek op tijd af te krijgen. Helaas is dat niet gelukt.

Met het overlijden van Peter Pontiac is een groot stripmaker heengegaan en bovendien een warmhartige man. Na het interview kwam ik Peter zo nu en dan tegen, de stripwereld is niet zo groot. Altijd was het leuk om Peter te spreken en hadden we een gezellig en interessant gesprek. Peter gaf je altijd het gevoel dat je welkom was.

Ik wil dit in memoriam eindigen met een uitspraak van Peter die volgens mij goed van toepassing is:

‘Er is een prachtig vers van Dylan Thomas waarin hij zijn woede tegen de dood verwoordt: “Rage, rage against the dying of the light.” De klootzak die denkt ons te kunnen halen en het godverdomme ook nog doet. Die emotie zou ik er zeker in verwoorden, maar ook de positieve kant van de dood. Het is natuurlijk tragisch als iemand sterft, maar het is absurd om te doen alsof de dood een vijand is, want er pleit ook van alles voor dat hij een vriend is. In de eerste plaats in de gevallen waarin het leven al helemaal niet leuk meer is, maar wat zou het leven zonder de dood zijn? Hij is de lijst om het schilderij.’

Categorieën
Strips

Gratis Stroke special over vrije meningsuiting is uit

De special van het stripblad Stroke over vrije meningsuiting naar aanleiding van de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo, is vandaag online gegaan.

Na de aanslag riep hoofdredacteur Peter Moerenhout stripmakers en anderen op om materiaal in te sturen voor deze gratis special van het stripblad. ‘We vroegen iedereen werk in te sturen rond vrijheid van meningsuiting of als reactie op de terreuraanslagen. Alles wat we toegezonden kregen werd geplaatst. Er werd niet geselecteerd op kwaliteit. Deze special is een reactie van tekenend Vlaanderen en Nederland. 128 cartoons en/of ruimtelijk werk, 128 ideeën, soms in tegenspraak met elkaar’ aldus Moerenhout.

De special zit vol met sterke cartoons, dus ik raad je deze uitgave van harte aan.

Het resultaat is hier gratis te downloaden (al wordt er wel een registratie in de webwinkel gevraagd).

Zelf vond ik dit beeld van Karl Meersman heel sterk. Of je je heilige fantasievriend nu Allah of God noemt, er komt toch wel gedonder en terreur van. Tenminste, dat lees ik in de illustratie, maar ik ben dan ook atheïst en mijn houding tegenover religie begint met de jaren militanter te worden, wat alles te maken heeft met het leed dat door veel gelovige extremisten tegenwoordig wordt veroorzaakt en in de afgelopen 2000 werd veroorzaakt. Jij ziet wellicht wat anders in het beeld en dat is ook weer het mooie aan sterke beelden. Die zijn vaak op verschillende wijzen te interpreteren.

stroke_voorbeeld

In samenwerking met Creative Factory in Turnhout organiseert Stroke ook een expo waar werken rond hetzelfde thema geëxposeerd zullen worden.
De tentoonstelling is te bezoeken in Galerie Creative Factory, Druivenstraat 18 in Turnhout, 3e verdieping met toegang via de parking van het Museum van de Speelkaart.Open tijdens de weekends 31 januari/1 februari en 7/8 februari 2015 van 13.30 tot 17.00 u.

En nu..?
Dit is waarschijnlijk mijn laatste blogpost over de aanslagen in Parijs. De afgelopen weken is er in de media en op sociale media heel veel aandacht voor geweest. Terecht, want de aanslag is een verschrikkelijk iets, en ik snap heel goed dat mensen de behoefte voelen zich te uiten en dat ze zich willen uitspreken tegen dergelijk geweld. Je moet er iets mee, je kunt niet zwijgen. Toch ervaar ik de aandacht de laatste dagen als een flnke overkill en ben ik vooral benieuwd naar hoe we verder moeten in de wereld. Ik heb angst voor volgende aanslagen want van geflipte Mohammedaanhangers met lange tenen zijn we voorlopig niet af. En van politici als Wilders die dergelijke gewelddaden als marketing gebruiken ook niet, vrees ik.

Ik vermoed dat de onrust en de woede naar een tijdje zullen afnemen, totdat er weer een aanslag wordt gepleegd. Ondertussen komen de verschillende groeperingen niet dichterbij elkaar, terwijl we toch samen verder moeten. Hoe gaan de gelovigen en niet-gelovigen met elkaar verder?

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Venom had eigenlijk een vrouw moeten zijn

Net zoals bij het ontstaan van Spider-Mans zwarte kostuum, is het verhaal achter de schermen over de creatie van Venom erg interessant. In Comics Creators on Spider-Man vertelt David Michelinie, de bedenker van Venom, hoe het is gegaan.

Spidey kicks venom. Todd McFarlane. (ASM #300)
Spidey kicks venom. Todd McFarlane. (ASM #300)

‘Interestingly enough, he was a character I started to introduce in Web of Spider-Man, and he was actually supposed to be a she. I began with the alien costume that had come back with Spider-Man from Secret Wars, and had been used throughout [Tom DeFalco’s] run. It was basically in limbo at the time, having already been rejected by Spider-Man. I was intrigued with the idea that there was this thing that did not trigger Spidey’s spider-sense. Most people forget that the spider-sense is a very unique power, and that Spider-Man really depends on it.

I actually started Venom’s story in two issues of Web [of Spider-Man]. In Web #18, Peter Parker is waiting for a subway train. A hand comes from the crowd and pushes him in front of the train. He leaps to safety, but he’s spooked because someone was able to sneap up on him and his spider-sense didn’t react. I set up another scene in Web #24 where he’s stuck to the side of a building. Someone suddenly reaches out of a window, yanks him by the ankle and sends him falling. Peter starts to really freak out because someone is getting past his defences.

Web-024-vallen1

Web-024-vallen2

I originally wanted the character to be a woman. She was pregnant and about to give birth. Her husband is rushing to get her to a hospital. He runs into the road to flag down a cab, but the cabbie is looking up at Spider-Man who is fighting someone – I think it might even have been the Living Monolith from my graphic novel. The cabbie doesn’t see the husband and accidentally hits and kills the guy. The woman sees her husband splattered in front of her just as she goes into labour. She loses the child and her mind at the same time, and is institutionalised. Though she eventually gets her mind back, she blames Spider-Man for the death of her husband and her child. The alien costume, which has also been hurt by Peter Parker, is drawn to the woman because her intense hatred of Spider-Man. The costume then bonds with her to try to kill Peter.

When I was switched to Amazing, Jim Salicrup told me that he wanted to do something special in issue #300, and he suggested I introduce a new character. I hit him with the idea of using the alien costume. Though he liked it, he wasn’t sure the readers would see a woman as a physical threat to Spider-Man, even a woman enhanced by the alien costume. At that point I came up with the Eddie Brock angle and tied it in with the Peter David Sin-Eater/ ‘Death of Jean DeWolff’ story that had appeared in Spectacular Spider-Man #107-110. That became the basis of Venom’s origin in Amazing #300, and we had ourselves a new villain.

Een interessant detail in dit verhaal is natuurlijk dat Salicrup, de redacteur van de Spider-Man titels, Venom als vrouw niet geloofwaardig vond. Gezien Marvels recente focus op heldinnen, was Venom waarschijnlijk wel een vrouw geweest als het personage nu bedacht zou zijn. De kans is in ieder geval groot. Tegenwoordig lopen er sowieso vrouwelijke afgeleiden van Venom en Carnage, de eerste schurk na Brock die zich verbond met het nageslacht van de oorspronkelijke Symbiont, in het Marvel Universum rond, zoals Scream.

Een ander grappig detail dat ik je nog kan vertellen is dat Todd McFarlane geen fan was van het zwarte kostuum. Toen hij begon met Amazing Spider-Man te tekenen gaf hij aan dat hij liever het klassieke kostuum tekende. Hij stelde dat overigens niet als voorwaarde om de tekenklus aan te nemen.

ASM #300. Todd McFarlane.
ASM #300. Todd McFarlane.

Dat is ook de reden waarom Mary Jane dat zwarte kostuum niet meer kan zien nadat ze thuis is overvallen door Venom. Het was Michelinies manier om ervoor te zorgen dat Spider-Man weer zijn oude vertrouwde pak zou aantrekken.

venom_mcfarlane

Categorieën
Strips Video

Exposities cartoons voor Charlie Hebdo in Stripmuseum en Persmuseum

Na de aanslagen op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo zijn cartoonisten uit binnen- en buitenland aan het tekenen geslagen om hun solidariteit te betuigen met de slachtoffers en om een potlood te heffen tegen de beknotting van vrijheid van meningsuiting. Zowel in het Stripmuseum Groningen als het Persmuseum in Amsterdam is er nu een expositie waarin deze cartoons in worden vertoond.

In de gratis toegankelijke entree van Het Nederlands Stripmuseum hangen ruim 100 tekeningen en twee affiches onder het motto: Cartoons: Freedom of Expression.
Daarnaast is een hele wand gevuld met krantenpagina’s met de berichtgeving over de gebeurtenissen in Parijs. Naast het herdenken van de cartoonisten en het tonen van onze solidariteit gaat het expliciet om het protest tegen de beknotting van de vrijheid van meningsuiting.

In een item van RTV Noord ligt directeur Victor Boswijk de expositie toe:

In tegenstelling tot het Stripmuseum wordt in de expositie in het Persmuseum wel werk uit Charlie Hebdo getoond. Er hangen onder andere covers van het blad. Met de tentoonstelling wil het Persmuseum bezoekers laten zien wat het tijdschrift inhoudt en wat de impact van de terreurdaad is geweest. De expositie over Charlie Hebdo is een aanvulling op de lopende tentoonstelling over stripjournalistiek die werd samengesteld door Joost Pollmann.

Zie hier een item van de NOS over het Persmuseum.