Categorieën
Mike's notities

Marlene Dumas: Unieke visuele echo’s

‘Dronken zeemeermin’ en ‘Schedel van een vrouw’ zijn twee kunstwerken van de expositie Marlene Dumas: The Image as Burden die mij bij zullen bijblijven.

Het eerste schilderij omdat het een komische noot toevoegt aan een verder overwegend somber en serieus oeuvre. Het tweede omdat het grafisch heel scherp is: een witte schedel op een zwarte achtergrond. Dat klinkt misschien niet heel origineel, maar juist in de meer zachte kleuren die Dumas doorgaans kiest, valt deze harde kleurschakering op.

dumas_drunken-mermaid02

Maandag bezochten Linda en ik de expositie Marlene Dumas: The Image as Burden in het Stedelijk Museum. De retrospectieve tentoonstelling is de eerste grote solotentoonstelling in 20 jaar van Dumas (Kaapstad, 1953) in Nederland en brengt bijna tweehonderd van haar belangrijkste werken bijeen vanaf de late jaren 70 tot nu. Dumas schildert bestaand beeldmateriaal na, maar geeft haar eigen interpretatie aan die beelden. Zo kiest ze vaak haar eigen uitsnede, maar ook door de keuze van kleur en haar schijnbare snelle schildershand maken de afgeleide tot een nieuw, uniek kunstwerk. Toch vond ik het ironisch om te zien dat een vrouw een selfie maakte met achter haar een muur vol met Dumas portretten. Een soort visuele echo van een echo.

Waarom maken we eigenlijk foto’s van andermans werk? Misschien willen we de beelden van anderen een beetje claimen, deze ons toe-eigenen door die beelden op sociale media te delen en zo met onszelf te verbinden. Het kan natuurlijk ook zijn dat mensen die foto’s maken als geheugensteuntje of om zelf later iets met die beelden te gaan maken. Over echo’s gesproken.

Foto: Gert Jan van Rooij. Bron: Stedelijk.
Foto: Gert Jan van Rooij. Bron: Stedelijk.

Dumas kiest vaak beelden van bekende mensen of beelden uit het nieuws. De twee schilderijen van Phil Spector, eentje zonder pruik waardoor hij bijna niet herkenbaar is, maakten meer indruk dan die van Amy Winehouse of Naomi Campbell. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik meer met Spector heb vanwege zijn verdiensten voor de popmuziek. Het is te makkelijk om aan te nemen dat Dumas zo goed verkoopt omdat ze gebruik maakt van beelden die velen zullen herkennen. Al zou ik haar werk niet snel aanschaffen om thuis op te hangen, daarvoor is de boodschap vaak te somber.

Aan het begin van de expositie hangt ook Dumas’ portret van Mohammed Bouyeri. Een naar begin van een verder mooie tentoonstelling. Het liefste zie ik die rotkop van Van Goghs moordenaar nooit meer. Wat dat betreft bevat het oeuvre van Dumas wel meer confronterende en scherpe beelden. Het is net allemaal even prettig. Over image as burden gesproken.

Vulgair!
In een zaaltje hangt erotisch werk van Dumas. In deze serie ‘MD-Light‘ gebruikte ze beelden die afkomstig zijn uit de porno. Er liepen twee vrouwen van in de vijftig langs een schilderij van een vrouw die op haar hurken met kut en kont naar de toeschouwer zit. ‘Ik vind porno vulgair!’ riep een van de vrouwen uit. Dat mag die vrouw vinden natuurlijk al vraag ik me altijd af waarom het tonen van bloot toch vaak als aanstootgevend wordt gezien. Iedereen is naakt onder zijn kleding en we doen bijna allemaal aan seks of willen daaraan doen, dus waarom is het zo’n probleem om dit te zien? Vooral religieuze dwaallichten vinden naakt vaak aanstootgevend, terwijl zij het menselijk lichaam toch als Gods of Allahs schepping zien. Dubbele moraal? Ik weet het niet. Religieuze mafketels zal ik toch nooit begrijpen.

Ik snap wel dat sommige mensen pornografie in de openbare ruimte niet wenselijk vinden. Dat leidt immers behoorlijk af. In het museum vond ik echter niets aanstootgevends aan de erotische beelden die Dumas ons voorschotelde. Een schildering van een pijpende vrouw had zelfs iets komisch door de titel: ‘Vrouw met pruik’.

Op weg naar buiten liep ik nog even door de fantastische boekwinkel die het Stedelijk rijk is. Ik kocht Holy Terror: Andy Warhol Close Up van Bob Colacello. Colacello was de hoofdredacteur van Warhols magazine Interview en stond een decennium lang dicht in de buurt bij de kunstenaar. Het is mijn zoveelste Warhol-boek, want in deze kunstenaar blijf ik eindeloos geïnteresseerd. Net als Dumas was Warhol iemand die bestaande beelden naar zijn hand wist te zetten.

Categorieën
Strips

Serge Baeken over Sugar, familie, tekendrift en porno

De veelzijdige grafisch kunstenaar Serge Baeken toont in het stripalbum Sugar het leven van alledag door de ogen van de kat. ‘Mijn katten zijn goede vrienden.’

Zelfportret.
Zelfportret.

Serge Baeken (Turnhout, 1967) is productief en veelzijdig: zijn illustraties verrijken Vlaamse kranten en tijdschriften, hij tekent portretten, soft tattoos en maakt muurschilderingen, stripverhalen en erotische illustraties. Met Sugar: leven als kat, toont hij het leven van alledag vanuit het perspectief van zijn katten, met een hoofdrol voor de kater Suske. Het grafisch oogstrelende en vernuftige stripalbum is een hoogtepunt uit zijn oeuvre en werd door de pers goed ontvangen. Baeken: ‘Van lezers krijg ik vooral deze reactie: “Wij hebben ook een kat en ze heet zo en ze heeft deze kleur.”‘ (lacht).
We praten met het Vlaamse tekenbeest over de rol van familie in zijn werk, zijn tekendrift en fascinatie met porno.

Familie
‘De Baekens zijn familiemensen. Mijn vader is een echte pater familias en mijn broers en zus hebben dat familiegevoel ook heel sterk. Een van de strips waar ik nu mee bezig ben is Het Verdriet van Turnhout, naar een roman van mijn vader.
Mijn jongere broer Vitalski (schrijver, dichter, stand-upcomedian, red.) is in het Antwerpse en daarbuiten bekender dan ik, maar we zijn geen rivalen. In tegendeel, we werken vaak samen aan projecten, inspireren elkaar en gebruiken mekaar als kritisch klankbord.
‘Veel van mijn werk is autobiografisch omdat ik als tekenaar ruimte wil maken voor noodzakelijke vertellingen: verhalen die ik echt kwijt wil en die een weerslag zijn van de dingen die ik meemaak. Ook als ik fictie maak, put ik uit persoonlijke ervaringen. Het grote voordeel daarvan is dat je veel authenticiteit kan verwerken in je pagina’s, want alle details zijn specifiek in plaats van algemeen of clichématig. Doordat mijn verhalen autobiografisch zijn speelt mijn familie daarin ook vaak een rol.

‘In mijn eerste boek The No Stories (2005) heb ik mijn gezin afgebeeld maar was ik vergeten een plaats te geven aan onze kat Suske. Daar voelde ik me schuldig over. Met Sugar wilde ik dat goedmaken en meteen de kans aangrijpen om de andere katten die we hebben gehad een plaatsje te geven in het boek.
‘Met de katten van anderen heb ik niet zo veel, maar met mijn eigen katten heb ik een sterke band. Het zijn goede vrienden van me, ze zijn gelijkwaardige partners in het gezin. Je komt meer thuis als er een kat op je zit te wachten. Het huis is gevuld, zonder voelt het leeg.
‘Suske, die ik in het boek Sugar heb genoemd, was een heel apart beest. Als kitten was hij heel wild en speels en klauterde tegen het behang en de gordijnen op. Mijn grootmoeder durfde niet meer langs te komen sinds we die kat hadden. Langzaamaan ontwikkelde Suske zich tot een heel intelligent en communicatief dier. In het boek zie je dat mijn dochter hem werkelijk als een grote broer beschouwt. Ze heeft een keer op school gezegd dat ze een broer had. Daar waren ze heel verbaasd over tot ze zijn foto liet zien en bleek dat ze de kat bedoelde. Ha!Ha!’

Tekendrift
baeken5050_web‘Per jaar maak ik ongeveer 800 tekeningen en daarvan worden er zo’n vierhonderd geselecteerd voor dikke verzamelbundels uitgegeven door Xtra. Ik voel me het meest samenvallen met mezelf als ik aan het tekenen ben. Dan ontmoet ik mijn noodlot en heb ik het gevoel dat mijn bestaan compleet is. Dikwijls ben ik met meerdere projecten tegelijk bezig. Ik hanteer in mijn werk de “Bruce Lee Move”: de vijand die het dichtst bij is, moet je proberen te raken. Dat is bij mij deadlineafhankelijk. Ik heb de laatste tijd nogal wat opdrachten voor de Vlaamse kranten. Andere projecten schuiven daardoor naar achteren en blijven een tijd op de plank liggen. Dat komt ook omdat nieuwe ideeën soms afleiden van waar ik mee bezig ben. Wanneer je inspiratie en energie hebt voor een specifiek project moet je ermee aan de slag. Wanneer dat moment voorbij is heeft het geen zin om je te forceren: je moet als kunstenaar het geduld hebben om te wachten tot de muze voor dat specifieke project terugkomt.

Sugar heb ik een paar jaar geleden getekend in de etalage van stripwinkel Bries, die nu niet meer bestaat. Ik was over het verhaal en de toonzetting tevreden, maar vond dat ik grafisch beter kon, dus heb ik jaren later elk prentje apart hertekend op een grotere schaal. Heel veel mensen zien Sugar als een boek over katten, maar ik zie het meer als een vormelijk experiment. Iedere pagina bestaat uit 24 even grote vierkante kaders en binnen dat stramien geef ik telkens een ander antwoord op de vraag hoe je in een beeldverhaal met tijd kunt spelen. Soms is ieder plaatje een specifieke momentopname, dan bestrijkt het beeld weer meerdere platen.’

Sugar_29_NL

Porno
spread2In Sugar heb ik de liefdesscènes zo mild mogelijk gemaakt, want het moest een familievriendelijk album worden. Erotiek en pornografie spelen echter vaak een grote rol in mijn werk. Ik vind porno een heel boeiend thema. Het rare aan onze maatschappij is dat we allemaal seksuele dieren zijn die erop uit zijn om zoveel mogelijk buitenissige seks te hebben, maar dat die behoefte tegelijkertijd zoveel mogelijk wordt afgeschermd, bedekt en verborgen. Vreemd dat iets wat iedereen wil, zo verboden is, niet? Toen ik jong was voelde ik me schuldig dat ik porno keek en dat ik er blijkbaar veel honger naar had. Toen hoorde ik ergens zeggen dat het uiteindelijke doel van pornografie is dat je helemaal van je stuk gebracht wordt. Dat je even buiten je normale, morele raster kunt treden. Die rake opmerking heeft het innerlijke conflict voor me opgelost.

sugar-serge-baeken‘De beste porno laat dingen zien waar je zelf nog niet aan had gedacht. Ik wil daarom zaken tekenen die ik interessant vind, zelf nog niet heb zien gebeuren of dingen, waarvan ik weet dat ze zeldzaam zijn, op een eigen manier in beeld te brengen. Het geheim van een goede pornotekening is dat deze moet opwinden. Er is bijvoorbeeld heel veel erotische kunst die ik wel mooi vind, maar die mij op seksueel vlak weinig doet. Wat mijn eigen werk betreft maak ik liever iets dat zowel mooi is als opwindt. Het is wel zo dat als je zelf iets tekent, dit niet op dezelfde manier of evenveel opwindt als het werk van anderen. Je blijft toch altijd heel kritisch op je eigen tekeningen. Je wordt afgeleid door zaken als lijndikte, lijnvoering en compositie. Ik denk dat er maar weinig tekenaars zijn die masturberen op hun eigen werk, behalve Piet Mondriaan.

‘Overigens weet mijn grootmoeder niets van het erotische werk dat ik maak. Wat haar betreft teken ik alleen maar poezenboeken.’

Serge Baeken. Sugar. Leven als kat. (Blloan)

Dit artikel is in VPRO Gids #12 (2014) gepubliceerd. Hoewel ik Serge al een paar keer heb gesproken, vooral voor video-interviews, wilde ik hem al jaren eens interviewen voor de Gids en met de uitgave van Sugar hadden we een mooie aanleiding.

Categorieën
Bloggen

Blogvraag #2

Illustratie: Emma Ringelberg

Na zes jaar bloggen is het tijd om mezelf en mede-bloggers wat vragen te stellen over het hoe en waarom van bloggen. Wat is jouw antwoord op deze kwestie?

Waar zou je nooit over DURVEN bloggen?

Nou ja, niet durven is een groot woord, maar ik zou nooit over mijn seksleven bloggen. Ook uit respect voor mijn vriendin. Dat is iets tussen ons en hoeft niet openbaar gemaakt te worden. En nu we het toch over seks hebben: Peter Breedveld heeft eens uitvoerig geschreven over welke porno hij opwindend vindt en welke niet naar aanleiding van YouPorn, de porno-versie van YouTube. Dat is niet alleen een van de best gelezen posts op Frontaal Naakt, het is voor mij ook een stap te ver en valt voor mij in de categorie: Don’t need to know, al bewonder ik Breedveld om zijn openheid en is het een zeer vermakelijke tekst.

Maar hou zit het bij jou, collega-blogger? Waar zou jij nooit over DURVEN bloggen?

Categorieën
Fotoblog

Pas op! Blote vrouw!

De Franse SGP heeft ook het stickeren ontdekt.

Categorieën
Fotoblog

Fellatio in zwart-wit

Donderdagavond werd de solo-expositie van Han Hoogerbrugge in TENT geopend. La Grande Fête des Voyeurs. Vooraf was er een receptie, waarna de tentoonstelling op ludieke wijze werd geopend door The Church of the Fist Day. Ik heb er wat video-opnames van gemaakt die ik binnenkort online zal zetten. Lees hier meer over Hoogerbrugge, wat mij betreft een van de meest interessante Nederlandse multimedia kunstenaars.

Categorieën
Strips

Valt het doek voor Pulpman?

Van de week kondigde stripmaker Fred de Heij op zijn blog aan dat hij serieus overweegt om met het blad Pulpman te stoppen. De verkoopcijfers vallen erg tegen.

Ik was het hele weekend op het stripfestival in Breda omdat we een speciale Pulpman-stand hadden. De stand zag er mooi uit met posters en originele omslagen, de sfeer op de beurs was prima, en Phinny en Haas werden goed verkocht. Maar bijna geen Pulpmannen, misschien 5 of 6. Zondagavond was ik weer thuis en de twijfel sloeg toe: waarom zouden we al die Pulpman moeite doen als het blijkbaar niemand interesseert?

Hoogste tijd om even met Fred te bellen om te horen of het doek voor Pulpman daadwerkelijk gaat vallen.

‘Ik ga er in ieder geval nog wel een tijdje mee door,’ vertelt De Heij. ‘Er staan een paar vervolgverhalen in die gewoon afgemaakt moeten worden. Dat gaat sowieso gebeuren. En dan zien we wel hoe het gaat.’ Toch zit het de stripmaker dwars dat er weinig belangstelling voor Pulpman is.

Achterkant en voorkant van Pulpman 11.

‘Ik moet er met Ger en Esther van Uitgeverij Xtra binnenkort eens over praten, maar zoals het nu gaat is het niet de moeite waard. Er zit heel veel werk in Pulpman en als men het niet de moeite waard vindt om daar negen euro voor te betalen, zijn we kennelijk niet goed bezig. Dan kan ik beter iets anders verzinnen, iets wat wel opgepikt wordt.’

Toen Pulpman net uitkwam, is er redelijk wat aandacht aan besteed. De pers heeft er over geschreven en een week lang was de etalage van Atheneum Boekhandel in Amsterdam ingericht met het werk van De Heij. Desondanks is het geen bestseller, aldus Esther Gasseling van uitgeverij Xtra. Ook in Vlaanderen niet. Wellicht heeft dat te maken met de expliciete seks die er in voorkomt, dat ligt toch nog steeds gevoelig bij veel verkopers. Wel is Xtra aan het kijken of er met een Engelstalige versie ook een plekje voor het blad in het buitenland is.

Buitenland
Het afgelopen week uitgekomen album Phinny zou een aardige introductie zijn van Freds werk en is daarom ook in het Engels vertaald. Maar wellicht zou Pulpmania, het album waarin enkele Pulpman-strips gebundeld zijn, daar ook een goede kandidaat voor zijn.

Mocht Pulpman toch verdwijnen, dan betekent dit natuurlijk niet dat de liefhebbers van Freds werk zijn strips nooit meer kunnen lezen: ‘Ik heb altijd strips gemaakt en ze komen altijd wel ergens terecht. Daar maak ik me geen zorgen over. Er zullen altijd nieuwe initiatieven genomen worden en er blijft altijd interesse in het soort strips dat ik maak.’ Er komt ook weer een nieuw verhaal van Haas in Eppo te staan.

Persoonlijk zou ik het heel jammer vinden als Pulpman zou verdwijnen. Het blad biedt een uniek geluid in de kleine markt van striptijdschriften die Nederland kent. Vanaf de eerste bladzijde ben ik al fan van dit stripblad dat door een heel klein team gemaakt wordt, maar vooral door De Heij wordt gedragen. Fred tekent het merendeel van de strips en schrijft daarnaast korte artikelen over strips die hij interessant vindt. Zelf heb ik ook wel eens artikelen voor Pulpman geschreven. Ook heb ik voor Fred een stripscenario gepend.

Underground
Voor mij is Pulpman echt een undergroundstrip en daar zijn er bijna geen van in Nederland. Fred doet hierin zijn eigen ding en laat zich leiden door zijn eigen interesses en onderwerpen waar hij graag strips over maakt, net zoals de Amerikaanse undergroundtekenaars dat in de jaren zestig en zeventig deden. Wars van opgelegde regels gebruikten die tekenaars de strip om hun eigen geluid te laten horen, om hun persoonlijke verhalen te vertellen en kritiek te uiten op de maatschappij. Dat laatste doet De Heij met de satirische dierenstrip ’t Landje die in Pulpman staat.

En Fred is, laten we dat vooral niet vergeten, een fantastische tekenaar. Één van de weinige stripmakers die een realistische tekenstijl hanteert.

Pulpman is een blad dat gemaakt wordt omdat de makers vinden dat het iets toevoegt aan het aanbod. Het enthousiasme van het Pulpman-team is van de bladzijden af te lezen. Dat mag eigenlijk niet verloren gaan, dus als je ook fan bent van dit stripblad laat dat dan merken. Blog over Pulpman, geef potentiële geïnteresseerden in je vriendengroep een exemplaar cadeau en neem een abonnement.

Wordt hopelijk vervolgd…

Categorieën
Media Strips

Klopjacht op virtuele kinderporno

Ivo Opstelten, minister van Veiligheid en Justitie, is er klaar mee: virtuele kinderporno moet worden aangepakt, vindt hij. Dus ook getekende afbeeldingen waar geen kind voor is misbruikt.

Laat ik voorop stellen dat ik absoluut niets heb met pedofilie en pedoseksuelen. Seks met kinderen vind ik verwerpelijk, kinderen misbruiken voor pornografische afbeeldingen ook. Wie zich daar schuldig aan maakt, mag van mij levenslang in een celletje wegrotten.

Hentai.

Van de week las ik op de site van De Pers dat Opstelten en het OM geen onderscheid maken tussen ‘reguliere’ kinderporno en virtuele kinderporno, dus tekeningen, strips, animaties en computerafbeeldingen die duidelijk nep zijn en waar geen enkel kind voor model heeft gestaan of voor misbruikt is.

Dat kan sinds 2002 toen de wet werd aangepast en er de woorden ‘schijnbaar betrokken’ werden toegevoegd, waardoor het niet alleen meer gaat over materiaal waarbij iemand van onder de 18 ‘is betrokken’. Het idee destijds was om afbeeldingen aan te pakken die niet van echt te onderscheiden zijn, maar als het aan Opstelten ligt wordt ook overduidelijk nepspul aangepakt. Virtuele kinderporno leidt tot ‘gedrag dat deel kan gaan uitmaken van een subcultuur die seksueel misbruik van kinderen bevordert’, schrijft het OM. Dus van het één (illustraties bekijken) komt het ander (kindermisbruik).
(…)
Eind maart werd een Rotterdammer veroordeeld tot twee jaar celstraf wegens het bezit van (virtuele) kinderporno. Bijzonder aan de zaak was dat de rechter alle virtuele kinderporno op één hoop gooide: levensechte beelden en striptekeningen die overduidelijk nep zijn. Het hoger beroep dient na de zomer.”

Bliksemafleider
In het artikel komen ook tegengeluiden aanbod, mensen die denken dat virtuele kinderporno een goede bliksemafleider kan zijn. Dick Swaab, hersenspecialist en recente Zomergast, beweert dat pornografie ervoor zorgt dat impulsen beter beheerst kunnen worden. Ik denk dat hij daar een punt heeft. Als een pedoseksueel genoeg aan zijn trekken komt door virtuele kinderporno te kijken en zich daarna niet als de eerste de beste RK-priester vergrijpt aan minderjarigen, dan is dat toch goed?

Ivo denkt echter dat het één tot het ander leidt. Ik zou daar dan graag bewijs voor willen zien. Ik ben zelf nog nooit gewelddadig geworden van een actiefilm of het spelen van een game.

Gezien de beperkte capaciteiten van het politieapparaat, dat waarschijnlijk veel nuttiger ingezet kan worden, is het überhaupt de vraag of virtuele kinderporno bestrijden haalbare kaart is. Gaan we nu iedereen vervolgen die hentai op zijn harde schijf heeft staan? Worden alle mangastrips die pedoseksueel getint zijn ook uit de schappen gehaald?

En wat volgt er dan? Een verbod op gewelddadige strips, want die brengen mensen maar op moorddadige ideeën? Een verbod op politieke cartoons waarin pvv’ers vervelend worden afgeschilderd, want dat leidt maar tot nadenken onder de bevolking? Een verbod op afbeeldingen van de profeet of zijn christelijke tegenpool?

Nogmaals: natuurlijk ben ik niet tegen het aanpakken van echte kinderporno. Pak die viezeriken die er op geilen en het maken maar op. Maar als virtuele kinderporno inderdaad helpt als een bliksemafleider dan is het misschien beter om dat te laten bestaan…

Wat vind jij?

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Serge Baeken exposeert in Lambiek

De Belgische stripmaker/illustrator Serge Baeken deed afgelopen vrijdag stripwinkel Lambiek in Amsterdam aan. Het was immers de dag van de grote opening van zijn expositie én de presentatie van zijn nieuwe artbook 50/50.

50/50 verwijst naar de inhoud van het boek: voor de helft zijn de opgenomen tekeningen in schetsvorm, de andere helft is afgewerkt.

Onderstaande Daily Webhead is een impressie van de expositie, inclusief een gesprek met het tekenbeest zelf. Baeken tekende tijdens ons gesprek heel ontspannen mijn portret, waar ik erg mee in mijn nopjes ben.

Ga na het zien van de video vooral de kunstwerken zelf live bekijken in galerie Lambiek op de Kerkstraat 132.

Daily Webhead: Serge Baeken exposeert in Lambiek from Michael Minneboo on Vimeo.

Categorieën
Strips

Voorpret met Baeken in Lambiek

Vanmiddag was ik vroeg terug uit Hilversum. Een mooie kans om even stripwinkel Lambiek in de Kerkstraat te bezoeken en mijn bestelling op te halen. Boris, Klaas, Vincent en Abel waren druk bezig in de winkel: vrijdag is namelijk de opening van de expositie van Serge Baeken en er moet nog het een en ander worden opgehangen.

Voor de gelegenheid is zelfs een van de muren wit geverfd. Dan weet je zeker dat de heren het serieus nemen. De selectie die al aan de muur hing zag er aantrekkelijk uit. En dat zeg ik niet alleen maar omdat een deel van het geëxposeerde werk pornografisch is. Overigens zal dat de kenners van het Vlaamse tekenbeest niets verbazen.

Op de tafels waar normaliter strips liggen, lagen veel kleine tekeningen uitgestald.

Volgens mij gaat het een leuk feestje worden vrijdag. Het geheel wordt opgeluisterd met een optreden van Cranky & The Law, waarin Baekens dochter speelt. Ook wordt Baekens kloeke artbook 50/50 gepresenteerd.

Wie niet kan wachten, mag zich laten overdonderen met de lange stroken die Serge op een van zijn blogs publiceert.

Categorieën
Strips

Pulpmania: Pulpman verzameld

Liefhebbers van de strips van Fred de Heij, en daar schaar ik mezelf ook onder, kunnen hun lol op, want recent werden Pulpman #10 en Pulpmania gepubliceerd, een bundel verhalen uit het magazine.

Een groot deel van de bundel staat vol met de verhalen over Pulpman zelf: een vreemde figuur met een clownesk uiterlijk, een opportunistische antiheld. De wereld van de pulp bevat personages met een dubieuze moraal – ze vormen in dat opzicht een spiegel van de mensheid.

De Heij tekent in een realistische stijl. Hij dient zijn verhalen sappig op met een dosis geweld en de nodige seks. Zoals bekend, schroomt De Heij in zijn verhalen niet om, vaak prachtig getekende vrouwen, te pas te laten penetreren. Ook hebben veel verhalen een bovennatuurlijk tintje. Ze zijn een interessante combinatie tussen aardse handelingen (seks) en fantastische transformaties en gebeurtenissen.

In Pulpmania zijn de vervolgverhalen ‘Kapitein Pulp’ (Pulpman als piraat) en ‘Biechten’ opgenomen. Het feit dat je de verhalen nu in een ruk uit kunt lezen, geeft de bundel een meerwaarde. Zelf hou ik er niet zo van om strips in afleveringen te lezen.Hopelijk mogen we in Pulpmania #2 meer lange verhalen verwachten.

In ‘Biechten’ weet Alice op slinkse wijze uiteindelijk de familieranch van haar pleegvader te bemachtigen. Door alle familieleden af te werken, weet ze de concurrentie stuk voor stuk uit te schakelen. Als toetje lukt het haar zelfs om de priester bij wie ze haar zonden opbiecht, op seksueel vlak te corrumperen. (Niet dat dit gezien de huidige misbruikschandalen in de katholieke kerk echt een prestatie is natuurlijk, maar dat terzijde).

Tot mijn grote plezier staat het verhaal ‘Zingeving’, dat ik voor Pulpman heb geschreven, er ook in. Hierin draait het allemaal om Dante die door een demon bezeten raakt. Dit stelt hem in staat om wraak te nemen op iedereen die hem recent heeft benadeeld. De samenwerking met Fred beviel goed en ik hoop binnenkort een vervolg te schrijven.

Commentaar in stripvorm
In het korte verhaal ‘Sigmund’ neemt Pulpman de praktijk over van Neerlands bekendste strippsychiater. Fatima van de strip S1ngle is een van de patiënten. Ze beklaagt zich over het feit dat ze nog steeds vrijgezel is. ‘Ja. Hè. Hè. Tuurlijk ben je single. Je ziet er toch ook niet uit.’ Pulpman vindt het maar niets dat ze maar met één oog getekend wordt. Haar uiterlijk zou irritatie opwekken. ‘Aanstellerig gedoe,’ vindt hij dat. Later komt Maaike Hartjes de praktijk binnenlopen, Fred heeft haar getekend in de simpele stijl waarin de stripmaakster zichzelf jaren tekende in haar dagboekstrip. Pulpman denkt dat het kleine poppetje een beestje is en stampt erop.

Toen deze strip in Pulpman #7 stond, vroeg ik De Heij op de Stripdagen Haarlem wat hij precies met deze strip wilde uitdragen.
‘Die heb ik gemaakt omdat het leuk is,’ zei de stripmaker in de stand van uitgeverij Xtra. Wilde hij misschien commentaar geven op de strips die hij aanhaalt?
‘Niet op Maaike Hartjes en Sigmund, maar wel op S1ngle. Dat vind ik geen leuke strip. Die lijnvoering, daar hou ik gewoon niet van.’
Fred pakte de betreffende strip er nog even bij. ‘Nou, dat is toch grappig. Een andere reden is er niet, hoor. Ik hoef niet een of andere onbekende fluttekenaar aan te pakken. Deze mensen zijn zo bekend, die kunnen er ook wel tegen. Ik denk dat ze er ook om kunnen gniffelen.’
En daar draait het in de meeste strips van Pulpman om: absurde, overdreven pulpverhalen vol seks en geweld die vooral bedoeld zijn om een glimlach los te maken bij de lezer. Dat is met Pulpmania bij mij zeker weer gelukt.

Categorieën
Striprecensie Strips

Celluloid: spaatje blauw

De Engelse illustrator/stripmaker/kunstenaar Dave McKean heeft zijn strepen verdiend in de stripwereld. Iedereen die wel eens een deeltje van Neil Gaimans Sandman heeft gelezen, kent zijn intrigerende covers. Samen maakte ze ook de strip Violent Cases, waar McKean in 1987 mee doorbrak. Ook heeft hij met Grant Morrison Arkham Asylum gemaakt, vele cd-covers en de film Mirror Mask geregisseerd. Kortom, van iemand met kaliber mag je wat verwachten.

McKeans Celluloid wordt een erotische grafische roman genoemd. Het boek gaat over een vrouw die het maar niet lukt om een afspraak te maken met haar minnaar. Ze ontdekt een oude projector die geladen is met een erotische film. Ze raakt in de ban van deze film en tijdens het kijken opent een portaal naar een wereld vol met hitsige dromen en fantasieën. Ze wordt als het ware door de pornografische wereld van het celluloid opgeslokt. Wat volgt is een reeks seksscènes waarin de vrouw aan haar gerief komt. McKean citeert stijlen van verschillende kunstenaars. Van Gustav Klimt, Picasso en Salvador Dali. Iedere keer wanneer de vrouw een orgasme beleeft, schakelt McKean over in een andere stijl.

Celluloid is ook geen strip, maar eerder een kunstboek waarin de kunstenaar zijn spierballen laat zien.

Celluloid is geen porno: de platen van McKean mogen oogstrelend zijn, opwindend zijn ze niet. Als porno is dit dus een glas spa blauw: geen prikkels. Voor wat een grafische roman genoemd wordt is het verhaaltje overigens behoorlijk mager. In dat opzicht lijkt Celluloid wel weer op porno. Misschien moet McKean de volgende keer weer samenwerken met een goede scenarist, want dat zou het leesgenot ten goede komen.

Uitgeverij Silvester heeft een mooie hardcover uitgebracht, maar aangezien het verhaal tekstloos is, mag je je afvragen waarom er een Nederlandse editie van nodig was.

Celluloid raad ik vooral aan voor de McKean-fans. Liefhebbers van pornografie of grafische romans komen met andere uitgaven beter aan hun trekken.

Dave McKean – Celluloid
Uitgeverij Silvester, € 24,95
SBN: 9789058855558 (hardcover)

2vd5 sterren

Categorieën
Strips

Moet er een leeswijzer op strips?

Vorige week kwam in het nieuws dat men in Tokio extreme manga aan banden wil leggen. Verhalen met expliciete verkrachtingen en incest mogen niet meer verkocht worden aan kinderen onder de achttien jaar.

In een video van NOS Headlines komt stripmaker en manga-expert Aimée de Jongh aan het woord. Ze vertelt hierin dat ze bang is dat door de wet ook de bravere mangastrips aangepakt gaan worden. Producenten vinden de wet te vaag en vrezen dat ze in hun artistieke vrijheid beperkt zullen worden.

Mijn collega’s van de site Blikvoer hebben aan het onderwerp de vraag gehangen of er een kijkwijzer moet komen op heftige strips. Voor hun video bezochten ze stripwinkel Lambiek in Amsterdam, waar verkoopster Lotte het woord deed.

Op zich kan zo’n kijkwijzer niet veel kwaad, al kun je je afvragen of dat in de praktijk helpt. Op Amerikaanse comics staat al jaren aangegeven voor welke leeftijd de strip bedoeld is. Ik weet niet of verkopers zich daaraan houden. Lotte in Lambiek in ieder geval niet.

Waar ik wel faliekant op tegen ben, is censuur. Iedereen moet kunnen produceren wat hij wil; stripmakers moeten kunnen tekenen wat ze willen. Ook pornografische scènes. Het zijn immers maar lijntjes op papier. Moet je kinderen daar tegen in bescherming nemen? Tot een zekere leeftijd vast wel, maar dat mag niet betekenen dat dergelijke strips helemaal niet meer geproduceerd mogen worden.