Categorieën
Film Strips

Een Sith Lord als Vader

Het stripplaatje van de week kwam ik tegen op de Facebookpagina van stripliefhebber Veerle Devos:

vaders_little_princessDe pagina is afkomstig uit het grappige album Vader’s Little Princess waarin pa Darth Vader het moeilijk heeft met het opvoeden van tiener Leia. Het boekje is een vervolg op Darth Vader and Son, ook van Jeffrey Brown. In de herfst komt het derde deel uit, genaamd Goodnight Darth Vader.

Vader als liefhebbende vader? Het is in ieder geval een frisse en grappige kijk op het Star Wars-universum. En laten we eerlijk zijn: na de laatste trilogie van George Lucas kunnen we wel een lachje gebruiken.

Brown:
‘I think part of what was so fun about this idea is like, as a parent, there’s things you just kind of have to put up with. They can be really frustrating. So the idea of this dark master, lord of the Sith, having all that power, and in the end, here’s this 4-year-old who can be, ‘Eh, no Dad. I don’t want to do it.’ And he’s powerless against it. He’s gotta maintain that presence of power in the universe, but when it’s his own son, he has to rein it in a little bit. That tension is what was fun to play with.’ Lees hier de rest van het interview.

Categorieën
Strips

Team up van Iron Man, Batman en Spider-Man

cosplayers_woestijnDit moet toch het meest markante groepje cosplayers zijn dat ik tot nu toe ben tegengekomen.

De bron van deze foto schijnt Facebook te zijn, maar ik kwam hem weer tegen via Will Brooker die hem retweette en ik vind hem te grappig om te laten schieten. In ieder geval lijkt de woenstijn weer een stukje veiliger met deze helden.

De foto deed mij meteen denken aan het nummer Do Your Thing van Isaak Hayes.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Ringeldingen

De Ringeldingen van Emma Ringelberg zijn lekkere tussendoortjes.

Emma Ringelberg studeert Comic Design aan ArtEZ en is dus een stripmaker in opleiding. Wanneer ik haar voor het eerst tegenkwam weet ik niet meer, maar dat zal ergens tijdens de Stripdagen Haarlem zijn geweest. In ieder geval lees ik haar werk geregeld sinds 24 Hour Comics Day 2008, dus dat is alweer een tijdje.

Vorige week kocht ik op de Stripdagen Haarlem haar smallpressuitgave Ringeldingen, een kleine verzameling van de strips die ze online plaatst op een tumblr-blog en op haar facebook. Luchtige en grappige autobiografische strips. Lekkere tussendoortjes en tja, euh, toch heel herkenbaar, ook al ben ik geen vrouw van in de twintig. (Maar goed, zelfs ik doe de was wel eens:)

ringeldingen_wasmachine

En wat deze betreft: we’ve all been there:

ringeldingen_omlopenHet is natuurlijk een verschrikkelijk cliché om te zeggen dat een autobiografische strip zo lekker herkenbaar is, toch schuilt daarin juist de kracht van dit genre. En daarnaast spelen humor en zelfspot vaak ook een belangrijke rol. Tenminste, bij autobiografische humorstrips dan. En daar hebben we er in Nederland veel van.

Maaike, Barbara, Ype, Flo, Vera en Rob – om maar enkele oudgedienden en relatieve nieuwkomers te noemen. En dat is nog maar een tipje van de ijsberg. De een houdt het wat dichter bij de werkelijkheid dan de ander, maar over het algemeen kun je zeggen dat de Nederlandse navelstarende stripmaker het down to earth houdt en een scheut humor afwisselt met een scheutje humeur. Tenminste, meestal. Als stripmakers relatief zwaar tillen aan hun navelpluisjes dan heet de strip graphic novel.

Emma houdt het soms lekker nerdy:

ringeldingen_zombies

Ik ben benieuwd naar Emma’s afstudeerproject en vooral naar wat ze na de opleiding gaat doen. We gaan het zien. Houd dit jonge striptalent in de gaten, zou ik zeggen.

Categorieën
Bloggen

Verloren reacties

Van alle interessante en positieve reacties op blogposts word ik blij. Vooral als deze iets toevoegen aan waar het artikel over gaat. Nu leven we in het tijdperk van Facebook en plaatsen mensen hun reactie meestal daar en niet op het betreffende blog.

hulk_thinksDat is eigenlijk heel jammer om drie redenen. Facebook is vluchtig. Wat nu op de tijdlijn staat, is over een uur alweer vergeten. Reacties en linkjes gaan dus korter mee en uiteindelijk verloren in de maalstroom van data. Een blog heeft een langere houdbaarheidsdatum. Ten tweede missen de bloglezers zo de vaak boeiende, aanvullende informatie die in de reacties op Facebook staan. En ten derde is de verzameling reacties op een blogpost zo niet compleet. Sterker nog: vaak blijft het op het blog stil onder een artikel terwijl er elders vurig wordt gereageerd, gedebatteerd of gefeliciteerd.

Maandag plaatste ik deze aflevering van Spidey’s web en daar kwamen op Facebook leuke reacties op. Onder andere van Patty die moest denken aan een Atarigame die bij de film ET is gemaakt. Toen kwam Hallie Lama met een leuke videoreportage van CNN waaruit blijkt dat een oude urban legend waar blijkt te zijn, namelijk dat de ET Game zo slecht was, dat Atari deze met wat andere spullen diep onder de grond had begraven en dat deze dumpplek laatst was ontdekt. Hoe cool is dat?

Overigens bewijst deze video, waarvan Patty de link op Facebook plaatste, dat de ET-game inderdaad weinig soeps was, maar om dan een berg van die dingen te begraven…

Maar goed, wat reacties betreft: je kunt mensen niet dwingen op het blog zelf te reageren. Dus we moeten het maar voor lief nemen zolang als Facebook bestaat. Overigens kwam de leukste reactie die dag van Josephine met wie ik had afgesproken in Kobalt. We hebben ruim twee uur bijgepraat over van alles en tegen een persoonlijke ontmoeting, daar kunnen virtuele reacties natuurlijk nooit tegenop.

Categorieën
Bloggen Media Video

Dit zijn de nieuwe middeleeuwen

Dit is een mooi gemaakte video met een boodschap die we al eerder hebben gehoord.

Toch plaats ik hem. Ik ben het deels eens met het sentiment, maar ook sluit ik me aan bij wat Karin erover zei op haar blog, waar ik de video zag, namelijk: het is niet de ‘fout’ van het internet. Technologie op zich is niet slecht, het is wat je ermee doet.

Dus niet met je smartphone bezig zijn als je door de stad fietst of autorijdt!

Sociale media kunnen handig zijn voor allerlei redenen. We leven wat dat betreft in een spannende tijd met alle technologische ontwikkelingen waar we in de pakweg 20-25 jaar mee te maken hebben gekregen. Ik denk dat men over 500 jaar zal terugkijken op deze periode als de nieuwe middeleeuwen. Het web en alles wat daarmee samenhangt, van sociale media tot blogs: het is qua impact mijns inziens vergelijkbaar met de uitvinding van de boekdrukkunst. Onderzoekers zullen bestuderen hoe deze generatie en de volgende een vorm proberen te vinden om deze nieuwe communicatietechnieken in hun leven te integreren. Dus: enjoy the ride. En bovenal: zorg dat je je eigen publicatieplek hebt en geef je autonomie niet aan de kerk die Facebook heet.

En ja, doe vaak genoeg dat scherm uit en ga naar buiten om de lucht op je huid te voelen, vrienden en familie te zien en bovenal om de andere realiteit te ervaren. Maar dat weet je allang, dus dat hoef ik je niet te vertellen.

Categorieën
Strips

Ger Apeldoorn: ‘Voor de Nederlandse stripgeschiedenis was Pep essentieel’

Sinds vorige week kunnen stripliefhebbers duiken in de geschiedenis van het legendarische stripblad Pep. Ger Apeldoorn, Pep-liefhebber pur sang, medewerker van de huidige Eppo en verdienstelijk scenarist, beschrijft de opkomst en ondergang van het stripblad in De jaren Pep.

We leggen de auteur enkele prangende vragen voor.

de_jaren_pep_apeldoornKun je kort uitleggen waar De Jaren Pep over gaat?
‘De jaren Pep vertelt de geschiedenis van het roemruchte stripweekblad, dat verscheen tussen 1962 en 1975. Hoe het begon als poging van uitgeverij De Geïllustreerde Pers om het gat te vullen tussen Donald Duck en hun volwassen bladen en wat het daarna werd. Pep introduceerde een hele generatie jongens (en ook wel een paar meisjes) met succesvolle strips als Asterix, Roodbaard, Blueberry, Ravian, Philémon, Olivier Blunder en het waanzinnige universum van Marcel Gotlib. Strips die buiten Pep om het Nederlandse publiek misschien ook gevonden hadden, maar niet voor die generatie en waarschijnlijk ook niet zo compleet. Strips als Corto Maltese en Cocco Bill waren hier waarschijnlijk nooit uitgegeven als Pep de basis niet had gelegd. Want dat was het mooie aan Pep: het groeide met zijn lezers mee, maar het liet de lezer ook meegroeien met het blad. Er waren altijd strips die je niet meteen las, of waar je in eerste instantie misschien wel een hekel aan had, maar uiteindelijk las je ze toch en soms waren dat juist de pareltjes.’

Wat maakte Pep zo’n bijzonder blad?
‘Voor de Nederlandse stripgeschiedenis was Pep essentieel. In Pep kon de eerste generatie Nederlandse tekenaars (Martin Lodewijk, Dick Matena, Daan Jippes, Fred Julsing, Peter de Smet, Johnn Bakker, Gideon Brugman, Jan van Haasteren en Henk ’t Jong) z’n vleugels uitslaan. Tussen 1970 en 1975 was Pep hét stripblad van Nederland en trok van alle kanten talent aan. In feite kun je zeggen: wie niet in de underground scene zat, stond in Pep. Toen in de laatste jaren duidelijk werd dat de generatie waar het blad mee groot was geworden een leeftijd bereikt hadden dat je ‘uitgelezen’ waren, dienden de eerste namen van de tweede golf zich al aan: Henk Kuijpers, Uco Egmond, Wilbert Plijnaar en Robert van der Kroft.’

Lucky-LukeJe hebt duidelijk een passie voor Pep. Wanneer is dat begonnen?
‘De Gouden Tijd van iedere culturele uiting is dat wat je ontdekte toen je veertien was. Ik was er iets vroeger bij, las Pep vanaf mijn negende en wist vanaf mijn twaalfde dat ik schrijver wilde worden. Maar wat er tussen 1972 en 1974 met Pep gebeurde, heeft mij voor altijd gevormd. In het boek probeer ik te beschrijven hoe het is om in één jaar eerst Bernard Voorzichtig van Daan Jippes, dan Joris PK van Peter de Smet en dan Waanzin Waanzuit van Gotlib voorgeschoteld te krijgen. En dat bovenop al het andere moois. Pep was een blad met avonturenstrips, dat langzaam veranderde in een blad waarbij het grootste avontuur was wat er de volgende week weer in zou staan. Na de middelbare school ben ik gaan schrijven voor het stripinformatieblad Striprofiel en in het laatste nummer schreef ik al dat De Geschiedenis van Pep ooit nog eens geschreven moest worden. Vijfentwintig jaar later heb ik het zelf maar gedaan.’

Wat waren jouw favoriete strips en stripmakers in Pep?
‘Net als bij veel mensen verschilt het per periode. Ik kan nog steeds Asterix niet herlezen omdat ieder plaatje in mijn geheugen gegrifd staan. Als ik een realistische strip schrijf, dan heb ik altijd in mijn hoofd dat het getekend wordt zoals Uderzo Tanguy en Laverdure tekende. Ik heb zitten kwijlen boven Twee voor Thee van Daan Jippes en Martin Lodewijk, één van de beste stripscenario’s ooit. Lucky Luke stond bijna in ieder nummer van Pep en is weergaloos goed. Ik was dol op Joris PK en vind het nog altijd jammer dat dat nooit goed is uitgegeven. Peanuts heb ik leren kennen via Pep. En ik genoot van de redactietekeningen van Willy Lohmann, al was het alleen maar omdat ik zelf op mijn dertiende bij Pep langs was geweest en dus iedereen ‘kende’.’

pep covers

Met dit boek en Eppo stripblad worden vooral de nostalgisten onder de lezers aangesproken. De strip in Nederland lijkt op dit moment vooral te steunen op de nostalgiemarkt. Hoe zie jij in dit kader de toekomst voor de Nederlandse strip?
‘Allereerst: ik heb dit boek niet geschreven voor de bewezen stripliefhebbers, maar voor de 300.000 tot 800.000 lezers die het blad gehad heeft en waarvan velen geen strips meer lezen of kopen, juist omdat ze nostalgie zijn. Ik heb een hekel aan dat woord, omdat het impliceert dat het verleden iets is dat we met rust moeten laten en dat modern altijd beter is. Natuurlijk zit er een grote mate van nostalgie in dit boek (en zeker ook in Eppo), maar wat ik vooral gedaan heb is het in een kader gezet waardoor de eeuwigheidswaarde opnieuw gezien kan worden. In Eppo proberen we (want ik ben adviseur van de redactie) de basiswaarden van toen opnieuw vorm te geven in deze tijd. Als je diepzinnig wilt doen: ik geloof dat we te ver zijn doorgeslagen in het adoreren van het moderne, in de Japanse leef-voor-de-dag mentaliteit die door de media alleen gepropageerd wordt omdat het de comsumptiemaatschappij die hun financieert voedt. Ja, laten we alles van vroeger slopen en er wat nieuws voor in de plaats zetten, dat is goed voor de werkgelegenheid. Ja, maar het is niet goed voor de ziel. Weten waar je vandaan komt, wie je was en wie je geworden bent, dat is de toekomst. Ook voor de strip. Ik geloof dat de toekomst van de Nederlandse strip ligt bij die stripmaker die weer iets weet te maken wat de mensen raakt en pakt en door elkaar schudt in plaats van ze even bezighoudt en dan weer door naar het volgende product.’

De jaren Pep is ook een zeer actieve community op Facebook. Stripmakers stuurden eigen versies van hun favoriete striphelden uit Pep in bijvoorbeeld. Die kun je hier zien.

Ger Apeldoorn kun je dagelijks volgen op zijn blog waar hij schrijft over klassieke strips uit de jaren vijftig.

Ger Apeldoorn. De jaren Pep.
Don Lawrence Collection, €24,95. 104 pgs full color.

Categorieën
Bloggen

De juiste lengte maakt het verschil

Wat is de ideale lengte van een tweet? Hoe lang moet je blogpost maximaal zijn om ervoor te zorgen dat de tekst helemaal gelezen wordt? Hoeveel woorden bevat de ideale kop?

Interessante vragen waar dit artikel op Buffer wetenschappelijk onderbouwde antwoorden op geeft.idealelengteKlopt het allemaal wat ze zeggen? Een belangrijke factor, ongeacht de lengte van je stuk, is natuurlijk dat je een boeiend onderwerp hebt en dit op een interessante manier opschrijft. Dit soort conclusies zijn dus niet zaligmakend, maar ongetwijfeld maak je er een goede tekst nog beter door.
Al zie ik mezelf geen kortere tweets schrijven: ik vind die 140 tekens al te weinig.

Karin Ramaker wees me via Twitter op het artikel op Buffer.

Categorieën
Bloggen

Blogvragen n.a.v. 20 jaar bloggen

Illustratie: Emma Ringelberg
Illustratie: Emma Ringelberg

Dit jaar bestaat het fenomeen bloggen 20 jaar. Dat vond Karin Ramaker een mooie aanleiding om verschillende Nederlandse bloggers drie vragen voor te leggen. Aan mij stelde ze deze vragen ook. In het begin aarzelde ik. Hoewel ik het een sympathiek project vind, vroeg ik me af of ik nog iets te zeggen had over bloggen. Juist wel zo bleek, want ik bevond me net in een transitiefase. Door Karins vragen te beantwoorden kreeg ik de gelegenheid voor mezelf wat zaken op een rijtje te zetten. Aangezien dit ook belangrijk is voor de richting die mijn blog vanaf nu inslaat, publiceer ik hier de antwoorden ook.

Bedankt Karin dat je me hiervoor vroeg en voor het feit dat je vragen mij nieuwe inzichten verschaften.

1. Wat is de voornaamste reden dat je een blog bijhoudt?
De reden om te bloggen is in de loop der jaren veranderd. Eigenlijk schrijf ik mijn hele leven al artikelen, verhalen en dat soort dingen. Lekker rammen op een oude typemachine. Op de basisschool gaf ik samen met vriendjes diverse krantjes uit. Als tiener en twintiger hield ik een dagboek bij. Eerst in schriftjes, later digitaal op mijn pc. Tijdens mijn studie filmwetenschap ben ik journalistiek werk gaan doen, wat eigenlijk in het verlengde lag van wat ik al deed. Ik ben in 2006 begonnen met bloggen omdat ik als freelancer bepaalde ideeën voor artikelen niet bij opdrachtgevers kwijt kon maar die artikelen toch wilde schrijven. Bloggen was het perfecte medium om mijn activiteiten als schrijver en videomaker voort te zetten en een prachtige mogelijkheid om heel snel en direct mijn fascinaties met de wereld te delen. Online publiceren was een spannend en nieuw avontuur. Al snel werd mijn blog een platform om veel over strips te schrijven. Ik had de hoop dat ik als stripjournalist het medium bij een breed (online) publiek onder de aandacht kon brengen en dat er dan meer mensen strips zouden gaan lezen. Daarnaast was mijn blog een onderdeel van mijn site michaelminneboo.nl en dus tevens portfolio om potentiële opdrachtgevers te laten zien wat ik kan en wat ik voor ze kan betekenen.

Omslag van de prachtige stripbewerking van Don Quichote door Rob Davis.
Omslag van de prachtige stripbewerking van Don Quichote door Rob Davis.

De laatste tijd besef ik het promoten van de strip toch enigszins een donquichoteske missie is. Over strips zal ik altijd schrijven, want dat is nu eenmaal een van mijn grootste interesses, maar recent heb ik besloten dat mijn blog weer een plek wordt waar ik dingen ga publiceren waar ik zin in heb, zonder rekening te houden met de Nederlandse stripwereld. Al een tijd publiceerde ik namelijk stukken waarvan ik vond dat ik ze moest publiceren: nieuwtjes over strips, aankondigingen van exposities en nieuwe uitgaven, besprekingen, dat soort dingen. Daardoor werd het bloggen onderdeel van mijn dagelijkse werk en ging het me tegenstaan. Eigenlijk hoort bloggen geen werk te zijn. Tenzij je voor een bedrijf blogt wellicht. Om de lol er weer in terug te krijgen heb ik besloten al die verplichtingen los te laten. Nu is het blog dus eigenlijk weer terug bij het begin: Minneboo’s fascinaties en verwonderingen.

2. Wat is altijd constant gebleven in je blog en hoe je blogt en wat is door de jaren heen veranderd?
Ikzelf ben de constante factor: ik ben aanjager, schrijver en hoofdredacteur van mijn blog. Constant zijn ook de onderwerpen waarover ik schrijf: strips, media, koffie en film, daarnaast soms wat persoonlijke stukken, maar ik zou mezelf niet als digibitionist willen bestempelen. Daarvoor hou ik privé toch teveel afgeschermd. De manier waarop ik mijn blogposts onder de aandacht breng is wel aanzienlijk veranderd, wat alles te maken heeft met sociale media. Vroeger plaatste je je artikel online en kwamen mensen uit zichzelf of via rss-feeds bij je langs. Nu moet je veel meer werk maken van het onder de aandacht brengen van je content, via Facebook en Twitter. De bloggers zijn dus marketeers geworden. Eigenlijk is dat een ongelukkige ontwikkeling. Maar goed, als je zegt: ‘het maakt me niet uit hoeveel bezoekers ik trek’, dan hoef je er natuurlijk niet aan mee te doen. Aangezien ik geen adverteerders tevreden hoef te houden, hoef ik niet per se te pluggen op Facebook of Twitter. Maar dat niet doen, scheelt wel bezoekers, aangezien iedereen aan een Facebookinfuus lijkt te zitten.

3. Kun je een moment beschrijven waardoor je blog zijn waarde en kracht liet zien?
Over het algemeen gezegd heb ik door het online publiceren contacten gelegd met mensen die ik in het echte leven niet zo snel ontmoet had. De meerwaarde is dat je eens met elkaar afspreekt. Daar zijn mooie vriendschappen uit ontstaan. Verder heb ik werk gekregen via mijn blog: stukken voor de krant geschreven, blogcolleges en lezingen. Daarbij merk ik dat mijn blog in de stripwereld is opgevallen: mijn artikelen en video’s worden gelezen en bekeken door stripmakers en –lezers. De belangrijkste waarde van bloggen is echter een persoonlijke: je gaat er beter van schrijven, juist omdat je het zo veel doet. En daarnaast is het natuurlijk ontzettend fijn om je eigen podium te hebben.

Categorieën
Media

Facebooketiquette

facebook
Na het ontbijt zat ik door mijn facebooktijdlijn te scrollen en werd ik plotseling geconfronteerd met een nare foto. Het blad van een tekentafel had op brute wijze contact gemaakt met het gelaat van een stripmaker en de onderste rij van zijn tanden eruit geslagen. Dat was natuurlijk erg vervelend voor het slachtoffer en daarvoor alle medeleven, maar ik vroeg me wel af waarom hij de foto van zijn gehavende gezicht, en geloof me, het was geen pretty sight, op zijn facebookpagina had gezet?

Nu sprak men laatst in HP/De Tijd over digibitionisme, wat een aardige term is voor dergelijke acties. Wat laat je wel en niet zien op facebook? Als hij volgende week last van zijn aambei heeft, krijgen we daar dan ook een foto te zien? Zit iemand daar dan wel op te wachten? (Ik hoop het niet.)

Facebook hanteert strenge, Amerikaans-christelijke richtlijnen over wat je op Facebook kunt laten zien en vooral wat niet. Uiteraard geen porno en bloot, en zelfs een vrouwentepel is al uit den boze. Bovengenoemde foto was kennelijk geen probleem voor de facebookfilter. Het plaatje ging mij echter te ver. Je weet nooit wat je kunt verwachten als je door je tijdlijn scrolt, maar ik reken op een beetje smaakvol gebruik van sociale media.

Wat vind jij de grens wat betreft dingen plaatsen op Facebook? Met andere woorden, hoe ziet de facebooketiquette er eigenlijk uit?

Categorieën
Media Video

Het facebookprobleem

Vraag je je ook wel eens af hoe het komt dat je postjes op Facebook minder likes hebben dan vroeger? Of waarom je van bepaalde Facebookvrienden al een tijdje geen updates meer ziet terwijl ze wel gewoon nog een account hebben en updates posten? Bekijk dan deze inzichtelijke video:

facebookIk geloof dat ik erop gewezen werd via Elsbeth Witt op Twitter. Over mijn liefde-haatverhouding met Facebook schreef ik al eerder. Ik geef toe dat ik me net berust had in het feit dat we allemaal naar onze vrienden toe marketeers waren geworden die om aandacht smeken. Toch, sommige van mijn vrienden ontpoppen zich echt als aandachtsjunkies op Facebook. Het zijn een soort vampiers geworden die in plaats van je bloed, je aandacht en energie opzuigen om te overleven. Heel vermoeiend.

Veel bloggers en online publicisten hebben het gevoel Facebook nodig te hebben om hun content onder de aandacht te brengen. Je kunt wel zonder, maar het scheelt een hoop traffic. Als je daar wakker van ligt, kun je actief blijven op Facebook, maar het wordt wel steeds moeilijker om je content onder de aandacht te brengen als je Facebook daar niet voor gaat betalen.

Ik denk dat Facebook als sociaal platform over zijn hoogtepunt heen is. Wat zal de volgende plek worden waar we massaal gaan netwerken?

Categorieën
Media

Breinvervuiling

Op dit krachtige beeld van fotograaf Will Steacy zien we de redactie van The Philadelphia Inquirer, de krant die na een periode van aanhoudende faillissementen, bedrijfsovernames en ontslaggolven in juli 2012 het gebouw moest verlaten waarin deze Amerikaanse krant al sinds 1925 was gevestigd. Een historisch gebouw met de naam ‘The Tower of Truth’.

steacy_deadline

De foto is onderdeel van de serie Deadline waarin Steacy de evolutie van de Amerikaanse krantenindustrie portretteert ten tijde van het digitale tijdperk en de economische crisis. Deadline is nog te zien tot en met 2 februari in de Noorderlicht fotogalerie te Groningen.

De foto biedt voor mij een aardige metafoor voor hoe sociale media mijn brein vervuilen en afleiden van mijn schrijfwerk. Als ik tijdens het schrijven van stukken me laat verleiden om even te Twitteren of te faceboeken, heeft dat dezelfde afleidende werking als die stapels papier rondom de journalist in de foto. Er is teveel informatie. Onder die berg tweets en updates zitten vast interessante berichten verstopt, maar probeer ze maar eens te vinden. En als ik te lang zoek tussen al die vellen papier, kan ik mezelf dan nog goed ingraven in het verhaal waar ik mee bezig was? Vaak niet. Tweets, comments, facebookupdates leiden mijn gedachten telkens af, voeren mijn brein met nieuwe ideeën en opmerkingen die eigenlijk niet relevant zijn voor het stuk dat ik aan het pennen ben.

Schrijven vereist concentratie en rust. Tenminste, dat zijn voor mij de meest ideale omstandigheden om mijn werk te doen. Misschien gaat het bij jou anders, maar ik wil met deze blogpost mezelf er vooral weer eens aan herinneren dat tijdens het werken alles vanaf nu weer uit gaat.

Categorieën
Strips

Plastieken Plunk voor Leslie Saurus en Jeroen Funke

Stripmaker Leslie Saurus (pseudoniem van Leslie Van Osselaer) heeft zaterdag 23  november de Plastieken Plunk gewonnen. Dit is een prijs voor het beste korte stripverhaal van het afgelopen jaar. Van Osselaer kreeg het beeldje en het prijzengeld à 250 euro voor Dolfijnsoep.

Pagina 1 van Dolfijnsoep.
Pagina 1 van Dolfijnsoep.

De publieksprijs ging naar Jeroen Funke voor Poepie Love waarin zijn vaste personages Victor & Vishnu de hoofdrol spelen. Jeroen kreeg een album van Plunk, krijgt 50 euro op zijn bankrekening gestort en mag zich heugen in de wetenschap dat hij de meeste vrienden heeft op het internet. Die heeft hij ook via Facebook ‘persoonlijk’ bedankt:

funke_plunk

De jury bestond uit Geert De Weyer (Voorzitter), Nicolas Marichal en Liesbeth De Stercke. De organisatie laat weten dat ‘de jury ook nog een eervolle vermelding had voor deelnemer Maarten de Saeger. Zij prezen zijn lef om op Facebook openlijk te trachten de jury om te kopen. Had hij nu nog aan elk jurylid 100 euro geboden in plaats van slechts aan één persoon, hij had waarschijnlijk gewonnen.’

Mocht je de uitreiking willen zien, of nu ja, horen, kijk dan hier.