Categorieën
Mike's notities

Column: Valse Valentijn

‘This world is a comedy to those who think, a tragedy to those who feel.’
Horace WalpoleValentijnsdag is een commercieel festijn dat niets met liefde te maken heeft, bedoelt voor verdwaasde zombies die graag gedicteerd hun liefde betuigen. Toch is het soms goed om oprecht in zo’n illusie te geloven.14 februari 2007: weer een Valentijnsdag. De servers van datingsites draaien al weken overuren, boeken over flirten, daten voor dummies en stapels chicklit vliegen over de toonbank, praatgroepen voor niet-vrijwillige vrijgezellen zitten overvol en de wenskaartenbranche kan het valse sentiment niet aanslepen… Want wie alleen is met Valentijnsdag is natuurlijk een loser of in elk geval verdacht. Dat doen de reclamecampagnes en televisieprogramma’s rondom de datingindustrie ons althans geloven: een mens kan zich niet kompleet voelen zonder een eega naast zijn/haar ego.Het is typerend voor de huidige westerse mens dat we de basisemotie liefde en het romantische ideaal hebben vercommercialiseerd tot Valentijnsdag. En dat – ook al wil je het niet – als je een partner hebt, je je verplicht voelt je gedicteerde emoties uit te spreken op deze Dag der Liefde. Koop je vandaag bloemen of iets anders voor je Lief, vraag je dan af of je dit doet omdat je écht per se vandaag je gevoelens wilt uitdrukken of omdat je geprogrammeerd bent om dit te doen. De zielen die verdwaasd door het opgelegde commerciële ideaal hun Valentijn ‘verrassen’, moeten we de 14e van februari maar even negeren en in hun eigen waan(voorstellingen) laten. De mensen die echter oprecht geloven in concepten als De Ware, Trouw en Eeuwige Liefde: ik groet u en hef mijn glas op uw wereldbeleving! In deze tijden oprecht in dat soort zaken geloven dwingt respect af. De zielen die wel beter denken te weten en die gedesillusioneerd door het liefdeloze leven gaan, hoeven u niet voor een dag het voordeel van de twijfel te gunnen. Onze wereld kan immers alle liefde (ingebeeld of anderzijds) gebruiken die er is.Om de grote Amerikaanse componist Burt Bacharach te citeren: ‘What the world needs now, is love sweet love’. Een heerlijk zoet sentiment, ooit mooi bezongen door Dionne Warwick en Jackie DeShannon. Een wereld vol onderdrukking, eerwraak, doodstraf, marteling, oneigenzinnige eenheidsworst, disrespect, misgunnen, onvrede, uitbuiting en misleiding kan wel een scheutje liefde in de mix gebruiken.Soms is geloven in een illusie beter dan leven in een wereld zonder liefde of hoop. Dus: happy Valentine’s Day en All You Need Is Love.

Zie ook: Hou van jezelf voor Dummies en andere posts onder het label L.O.V.E.

Categorieën
Mike's notities

Column: Enquête

Overheidsinstanties willen ook alles van je weten. Als de enquêteurs via de telefoon geen voet tussen de deur kunnen krijgen, dan komen ze wel ongevraagd langs, deze Jehova’s van informatievergaring. Ik was net thuis van mijn werk toen er werd aangebeld. Ik nam de hoorn van de intercom op.
‘Hallo?’Een vrouwenstem met een Surinaamse tongval sprak mij toe: ‘Ja, gemeente-enquête hier.’Bah, daar zat ik niet op de te wachten. ‘Gooit u die maar in de brievenbus.’‘Wanneer ga je die invullen dan?’‘Weet ik veel, hoe lang duurt het?’Een dikke zucht klonk uit haar mond.
‘Een half uur ongeveer.’‘Jezus…’‘Ja, die zit in de hemel’, klonk het bitch. ‘Dat moet hij zelf weten mevrouw, daar heb ik geen boodschap aan.’‘Ja, goed, wanneer kan ik de enquête op komen halen, morgenavond rond vijf uur?’‘Ik ben pas tegen zeven uur thuis, kan ik hem niet opsturen? Da’s wel zo makkelijk, dan kijk ik er dit weekend even naar.’‘Nee, ik moet hem zelf komen ophalen. Wanneer kan het, maandag om zeven uur dan – het moet snel gebeuren.’ Even vroeg ik me af of ik met de zus van Rita Verdonk te maken had: ze wilde mij om een gunst vragen om een of andere saaie enquête in te vullen, maar ondertussen werd ik behandeld of ik asiel wilde aanvragen. En wat had het invullen van een enquête voor zin?: ik heb de laatste tien jaar niet echt gemerkt dat de overheid, op zowel lokaal als nationaal niveau, luistert naar wat de mensen willen.‘Weet je wat, ik heb geen tijd voor deze onzin.’‘Lekker gemakzuchtig weer,’ bitste Rita aan de andere kant van de hoorn. ‘Welke reden kan ik opgeven voor dit gebrek aan medewerking?’‘Geen tijd, geen zin of wel wat beters te doen. Mevrouw, kies er maar een uit. Dag!’.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: The Prestige

De rivaliteit tussen twee illusionisten loopt hoog op en door hun zucht naar roem en macht brengen beide heren zelfs hun naasten in gevaar. Christopher Nolan heeft met The Prestige een kunstige illusie afgeleverd.

In het persmateriaal van The Prestige wordt door de filmmakers verzocht niet te veel van het mysterie van de film te onthullen. Wie immers weet hoe een trucje werkt, is niet meer geboeid. Toch is The Prestige meer dan een trucje en regisseur Christopher Nolan meer dan een simpele goochelaar. Zijn films Memento, Batman Begins en in mindere mate Insomnia waren stuk voor stuk cinematografische juweeltjes. The Prestige, met een heerlijke cast, mooie shots en een mysterie vol dubbele bodems en kwinkslagen, is een film die tot het laatste moment blijft boeien.

Rivalen
De wens van de filmmakers in ere houdend, zal ik niet te veel onthullen over de plot van de film behalve dan dat alles draait om twee illusionisten, die door onderlinge rivaliteit verwikkeld raken in een levenslange strijd om macht en status. Vanaf het eerste moment dat Robert Angier (Hugh – Wolverine – Jackman) en Alfred Borden (Christian – Batman – Bale) elkaar ontmoeten, zijn ze concurrenten. Hun aanvankelijk vriendschappelijke competitie evolueert tot een bittere rivaliteit die gevaarlijk en dodelijk blijkt te zijn.Het verhaal van The Prestige speelt zich af tegen de achtergrond van het Londen van rond 1900 – een romantisch decor in een tijd vol nieuwe spannende uitvindingen zoals film, elektriciteit en andere moderne snufjes. In tegenstelling tot de meeste period pieces vervallen de personages niet in stoffig formeel taalgebruik. Sterker nog: iedereen komt verdacht eigentijds over in wat toch een kostuumdrama lijkt. De rivaliteit tussen de illusionisten, hun drive om de beste te zijn, is immers van alle tijden. Daarentegen hadden goochelaars in die tijd veel meer allure dan tegenwoordig. Ze waren niet de schertsfiguren die wij nu kennen: de Klokjes, Kazans en Copperfields.

A kind of magic

De negentiende eeuw was de tijd van wetenschappelijke en industriële vernieuwing en mensen hadden behoefte aan magie. Of deze nu door technische ontwikkelingen werd voortgebracht of werd vertoond op het podium maakte niet zo veel uit. Tegenwoordig bevat de wereld nog maar weinig magie; mensen verlangen echter naar verrassingen en het onverklaarbare. Daarin schuilt de kracht van de illusionist. We laten ons graag beduvelen, zolang we weten dat het om illusie gaat. Je gelooft immers niet echt dat Hans Klok zijn assistentes doorzaagt. Als dit wel zo was geweest, had het publiek echt wel anders gereageerd.

De link tussen wat filmmakers doen en magiërs doen is snel gelegd. Film is in wezen ook een magische truc: 24 beeldjes worden per seconde twee keer vertoond op een witdoek. Door de trage reactie van onze ogen, komen deze beeldjes tot leven. Net als bij een goede goocheltruc is de filmtoeschouwer mede verantwoordelijk voor de illusie. Bij film zorgt de traagheid van het oog ervoor en bij een goocheltruc laten we ons bewust afleiden zodat we niet zien hoe de truc wordt uitgevoerd – we willen immers bedonderd worden en ons verbazen over een schijnbaar onmogelijke gebeurtenis. Jonathan Nolan (broer van en mede scriptschrijver) zegt hierover:

‘The real world is rigid, there’s not a lot of mystery to it, but people don’t want that to be the case – and that’s where magic comes in. If we’ve got all the rules figured out and this is the way the world works where you got a job, save your money and then die – well, who wants to live in that world? I think we all would prefer that the universe have some surprises, some tricks up its sleeve’.

The Plegde
Zoals in bijna alle filmrecensies over de film beschreven staat, heeft Christopher Nolan zijn film gestoeld op de drie basisaktes van een goocheltruc. Eerst is er the Plegde: de illusionist toont je iets gewoons. Dan volgt the Turn: de illusionist laat het gewone iets ongewoons doen. Uiteindelijk is er the Prestige: de climax van de truc die iets ongelooflijks laat zien. In deze structuur mixt illusionist Nolan elementen als een perfecte cast, mooi camerawerk en een boeiend plot dat tot op het laatste moment niet al zijn geheimen wil prijsgeven en daarmee verfrissend en niet typisch Hollywood aanvoelt.

The Prestige concentreert zich tot het conflict tussen de rivalen Angier en Borden en de prijs die de heren moeten betalen voor deze strijd. Het gaat dus niet om de goocheltrucs, maar om de magie achter de schermen. Nolan zou Nolan niet zijn als we niet getrakteerd worden op enkele plottwists en verrassingen waardoor je op een gegeven moment niet meer weet voor welk van de twee je nu precies sympathie moet voelen. Beide mannen hebben hun prés en een duidelijke reden voor hun handelen. The Prestige is gebaseerd op het gelijknamige boek van Christopher Priest. Christopher Nolan schreef samen met zijn broer Jonathan aan het script en wist het gelaagde boek vol dagboekfragmenten en plotwendingen terug te brengen tot een film van ruim twee uur. (Daar kan Peter Jackson dus nog iets van leren.)

Bowie
Nolan bedient zich van een voortreffelijke cast: Hugh Jackman en Christian Bale zijn aan elkaar gewaagd. Sir Michael Caine hoeft tegenwoordig alleen nog maar aanwezig te zijn in een scène om zijn presence te laten gelden en speelt de rol van vertrouweling en ingenieur – de techneut achter de goocheltrucs – bijzonder solide. Scarlett Johansson heeft al eerder aangetoond wat ze in huis heeft en stelt ook nu niet teleur. Ze heeft een kleine, doch significante rol. Opvallend lid van de cast is niemand minder dan David Bowie. Bowie heeft – zowel als popartiest als acteur – al een reeks vreemde personages op zijn naam staan. Nikola Tesla mag dan een Servisch accent hebben en een excentrieke wetenschapper zijn, Bowie speelt hem voor zijn doen erg ingetogen. Tesla is het enige personage in de film dat niet fictief is en is de uitvinder van onder andere de Teslaspoel en heeft veel betekend voor de uitvinding van wisselstroom en de radio. Alle acteurs geven dit verhaal vol goochelarij en een snufje magie de juiste realistische zwaarte mee waardoor de wereld van 1900 geloofwaardig tot leven komt. And what a strange and wonderful world it is…

Categorieën
Media Mike's notities

De geest van Jim Morrison

De geest van Jim Morrison waart nog steeds rond in de muziek van The Doors en in ons onderbewustzijn.In de winter van 2000 was ik samen met mijn toenmalige vriendin op het kerkhof Père Lachaise in Parijs. Het beroemde kerkhof waar de tombes lijken op kleine huisjes, een soort van dorp van de doden, met straatjes en een stadsplattegrond. Het was oorspronkelijk de plek waar de Jezuïeten een groot pand hadden staan. Maar deze werden begin 20ste eeuw door de regering opgeheven. Er liggen een hoop beroemde lijken, waaronder Jim Morrison – de zanger van The Doors.

Fotogeniek
Morrison stierf op 27 jarige leeftijd in Parijs. Als je er toch bent, kun je niet om Jim heen en moet je even langs gaan. Het graf van Morrison wordt nog altijd druk bezocht. Toen ik er was stond er constant een bewaker bij die de boel in de gaten hield. Het graf is vaak door bezoekers beschadigd. Nu lag er alleen nog een rechthoekige steen met een deken aarde in het midden. Op de zwarte aarde gooiden mensen geld, briefjes, bloemen en brandden ze wierrook. Er stonden enkele Amerikanen bij het graf. Ze maakten foto’s. (Jippie op de foto met het graf van James Douglas Morrison.)Wie de film The Doors van Oliver Stone heeft gezien, weet dat het graf er eerst anders uitzag: een buste boven een vol gekladderde steen. De film schets overigens een fascinerend portret van de zanger en zijn extreme uitspattingen. Stone concentreert zich volledig op Morrison en laat de andere Doors onderbelicht.

Hypnose
Morrison stierf in 1971 en liet een boeiende muzikale erfenis na. De muziek van The Doors is legendarisch en klinkt ook nu nog erg bijzonder. Ze zijn een genre op zichzelf. Het geluid van de band is tijdloos en toch erg gesitueerd in de psychedelische tijd van de tweede helft van de jaren zestig. The Doors klinken als de schaduwzijde van de ‘Summer of Love’. Alsof je bent doorgedrongen tot het onderbewuste en die gedachten worden uitgedrukt in de muziek en teksten van The Doors. Het onderbewustzijn van Morrison is gevuld met een fascinatie voor de dood en pijn, seks, slangen, sjamanisme en loskomen van het keurslijf waarin de maatschappij je perst in de hoop door te breken naar de ware zelf – alles verpakt in hypnotiserende poëzie.

Onder de tafel
Toen ik bij het graf stond, merkte ik niets van de geest van Jim Morrison. (Persoonlijk heb ik ook niet veel met graven moet ik zeggen, al is het onontkoombaar dat ik er ooit zelf een betrek.) Morrisons geest waart wat mij betreft rond in de muziek. Jim zingt daarin soms alsof hij in een trance is. Hij klinkt alsof hij niet meer in de wereld is – alsof hij is doodgegaan en teruggekomen. In de muziek is de deze poëet, zanger, sjamaan, Lizard King, druggie voor altijd onsterfelijk. The Rolling Stones mogen dan gekoketteerd hebben met de duivel en ‘sympathy’ voor hem voelen – de stem van Morrison klinkt alsof hij de devil himself ontmoette en onder de tafel heeft gedronken. The Doors komen zo nu en dan terug in mijn leven. Tijdens mijn studie schreef ik een paper over de film Apocalypse Now – een analyse van het personage Kurtz. Het nummer ‘The End’ dat in de film zit, speelde toen weken in mijn hoofd. Laatst vond ik het boek People Are Strange – The Ultimate Guide to The Doors van Doug Sundling. Wanneer ik dit boek uit heb en alle albums weer heb grijsgedraaid, zal ik in de toekomst onvermijdelijk weer in aanraking komen met The Doors. Ze gaan nooit weg, maar sluimeren altijd ergens in mijn onderbewustzijn.

Categorieën
Mike's notities

Laat me slapen…

Vanmorgen droomde ik dat ik wakker werd.Ik sleepte mezelf uit bed en ging met tegenzin de koude ochtendlucht tegemoet. Tot mijn grote verbazing trof ik twee reparateurs in mijn gang aan. Ze hadden mijn deur ontwricht en waren een nieuwe aan het plaatsen. Er gaapte ook een groot gat in de grond waar onheilspellend licht uit scheen.Verbaasd vroeg ik wat de heren in mijn gang deden op de vroege ochtend. Ze kwamen de deur vervangen. Ik wilde ze wegsturen; ik moest zo naar mijn werk en wilde geen vreemden in mijn huis achterlaten. De mannen wilden echter niet wijken. Mijn deur moest per se nu vervangen worden, waarom werd me niet helemaal duidelijk, maar ik besloot het er maar bij te laten. (Het was veel te vroeg voor dat soort discussies.)
Ik keerde me om naar de slaapkamer en trof daar al mijn buren aan. Ze stonden gedromd rond de muur naast mijn kledingkast. Daarop had de huisbaas een mededeling geplaatst. Of we het pand in moderne of emostijl wilde laten restaureren wilde hij weten.Een onbekende buurvrouw tikte op mijn schouder. Ik draaide me om en voordat ik iets kon zeggen, begon ze me heftig te tongzoenen. Niet dat ik negatief sta tegenover dergelijke activiteiten, maar toch vroeg ik me af hoe ze me zo kon tongen. Ik was immers net ontwaakt en had de smaak van een dood vogeltje in mijn mond. Het kon haar echter niet deren.Met een schok werd ik wakker. Voorzichtig stapte ik uit bed en liep de gang in. Mijn deur was dicht, er waren geen reparateurs, buren of onbekende buurvrouw te bekennen. Alleen dat laatste vond ik enigszins spijtig.

Categorieën
Strips

Verschillende Batmen

Omdat het concept van Batman eigenlijk erg simpel is, kun je er verschillende interpretaties op loslaten.

In wezen komt het Batman-concept hier op neer: omdat de jonge Bruce Wayne getuige is van de moord op zijn ouders, besluit hij wraak te nemen op de misdaad. Hij traint zichzelf fysiek en geestelijk en neemt de Batman-identiteit aan om zijn wraak uit te voeren.Omdat het concept van Batman zo simpel is, kun je makkelijk verschillende interpretaties op het figuur loslaten die binnen dat concept passen. Je kunt het stripfiguur zwaar dramatisch benaderen, maar ook op een wat vrolijker toon.

Geweld
Toch, omdat Batman voortkomt uit bruut geweld, past een duistere en harde versie het beste bij de vleerman. In zijn begindagen was Batman daarom meedogenloos tegen misdadigers. Zo nu en dan bracht hij er zelfs een om het leven. Bij de introductie van Robin werd Batmans rol aangepast. Van een wraakzuchtige vigilante werd hij een vaderfiguur. Na de publicatie van Batman #1 (1940) besloten de makers dat Batman niemand meer om het leven zou brengen – en datis ook nooit meer gebeurd. Zelfs niet in Frank Millers The Dark Knight Returns, waarin de Joker zijn eigen nek breekt, omdat Batman weigert zijn leven te nemen.Midlifecrisis
Het was overigens striptekenaar en -schrijver Frank Miller die Batman weer terug wilde brengen tot zijn oorspronkelijke vorm. Miller blies Batman in de jaren tachtig nieuw leven in, toen de held commercieel gezien op sterven na dood was. In zijn The Dark Knight Returns, is Batman met 55 jaar flink op leeftijd voor een superheld die van gebouwen afspringt. Tien jaar nadat hij zijn cape aan de wilgen hing, besluit hij toch weer Batman te worden. Dit idee kwam voort uit Millers eigen strubbelingen met zijn leeftijd. Miller zegt dat hij geen problemen had met het feit dat zijn jongere broertje ouder was dan Spider-Man, maar dat hij het niet kon verteren dat hijzelf ouder werd dan Bruce Wayne. De 29-jarige Miller corrigeerde dit feit door The Dark Knight Returns te schrijven en een ‘bejaarde’ Batman op te voeren. Eigenlijk heeft Miller Batman gevormd naar zijn eigen maatstaven: de meeste verhalen van Frank Miller spelen in een mistroostige, gewelddadige en naargeestige wereld waarin je zonder prozac moeilijk overleeft. Millers Gotham City lijkt wel wat op Millers Sin City al zien de gebouwen er wat stoerder uit.Overigens kwam Millers creatie niet zomaar uit de lucht vallen. In de jaren zeventig werd Batman al de gewiekste detective die hij eigenlijk hoort te zijn. Vooral in de verhalen van Dennis O’Neil – die later ook editor werd – is Batman een speurneus én een obsessieve eenling. De verhalen waren realistisch en ze hadden een grimmige toon. Het is O’Neils werk, verbeeld door tekenaar Neal Adams, dat de weg vrijmaakte voor de radicalere interpretaties die zouden volgen.

Auteurs
Halverwege de jaren tachtig waren persoonlijke interpretaties van Batman in de mode. Stripschrijvers werden gezien als auteurs wiens werk herkenbaar was. De Batman van Frank Miller is dan ook een ander personage dan de Batman van Alan Moore in The Killing Joke. Millers Bat in The Dark Knight Returns is cynisch, meedogenloos en gewelddadig. Een anarchist die zijn eigen regels bepaalt. Moores Batman is van een heel andere aard: hij is welsprekend terwijl Millers Batman vaak korte commando’s blaft. Moores Batman is ook obsessief, maar meer beschaafd: in The Killing Joke probeert hij de Joker te helpen in plaats van de hersens in te slaan.

Categorieën
Mike's notities

Column: Nestdrang

Is de drang om je te settelen onvermijdelijk of is er nog hoop?Gisteren liep ik onverhoeds een huwelijksreceptie binnen. Deze werd in mijn stamkroeg gehouden – het bruidspaar is vaste klant, vandaar. Ik stond bij de bar mijn biertje te drinken en het viel me op dat iedereen extreem netjes gekleed was voor de vrijdag. Het was geen kerst, dus er moest iets anders aan de hand zijn. Toen er ‘hulde voor het bruidspaar’ geroepen werd, viel het kwartje. Ik was op dat moment officieel een party-crasher, want hoewel ik de bruid oppervlakkig kende, zou ik mezelf geen vriend noch kennis van haar willen noemen. Ik besloot mijn biertje op te drinken en het tafereel zo snel mogelijk te verlaten. (Maar niet zonder het stel even gefeliciteerd te hebben – ik ben immers netjes opgevoed.)Eigenlijk had het me niet mogen verbazen, deze onverwachte huwelijksreceptie. Love is in the air. Toen ik laatst om half acht ‘s ochtends mijn huis verliet om gezellig te forensen, hoorde ik al enkele vogeltjes vrolijk kwetteren. Dat het bijna nul graden was, kon deze gevederde vrienden kennelijk niet deren. Men was al aan het nesten geslagen of in ieder geval opzoek naar een nestpartner. (Wellicht was deze vervroegde lentekriebel een bijeffect van het broeikaseffect?)Maar niet alleen de vogeltjes hebben last van hun hormonen en een verhoogde vruchtbaarheidsspiegel. Op mijn werk is vorige week een collega bevallen. Deze week werd een andere collega vader en een derde collega verdween van toneel om van haar zwangerschapsverlof te genieten. En toen ik gistermorgen een oude schoolvriendin in de trein tegenkwam, kon ik het idee dat ze er anders uitzag niet van me afschudden. Wat bleek, ook zij was in blijde verwachting.Nu is het op mijn leeftijd – bijna dertig – logisch dat er in mijn vriendenkring steeds meer mensen gesetteld zijn en aan gezinsuitbreiding doen. Gelukkig nog niet allemaal, anders zou ik nergens meer veilig over de vloer kunnen zonder te struikelen over baby’s, peuters of speelgoed.Waar komt die zucht om te settelen toch vandaan? Het zal voor een deel biologisch bepaald zijn: op een gegeven moment krijgen mensen voortplantingsdrang. Ook kom er een bepaalde leeftijd dat alle wilde haren zijn afgeschut – of afgedekt met een laagje kleurspoeling – en dat je de behoefte krijgt je volwassen te gaan gedragen. Een vaste baan, vaste vriendin, een huis, en eventueel kinderen.Nu heb ik sinds drie maanden een vaste baan na een tijd gefreelancet te hebben. Een vast inkomen, vaste tijden waarop ik werk, een vaste werkplek. Mijn onregelmatige leven is aangepast aan het ritme van de 38-urige werkweek. Zou dat de eerste stap van het settelen zijn? Is hetgeen ik jarenlang vermijd heb, uiteindelijk toch afwendbaar? Of is dit de enige aanpassing die ik zal maken om enigszins mee te doen aan het beeld dat er van mensen verwacht wordt? De komende tijd zullen we het zien…

Categorieën
Strips

Batman op de divan

Als Bruce Wayne in therapie was gegaan, dan had Batman nooit bestaan. Welke volwassene loopt er immers rond als een levensgrote vleermuis, om detective te spelen tijdens de nachtelijke uren?

Aan de andere kant: gelukkig maar dat hij nooit op de divan van een psychiater heeft gelegen, anders had de stripwereld het zonder een van de meest interessante superhelden moeten doen.Een doktersgezin komt uit de bioscoop: vader Thomas Wayne, moeder Martha en zoontje Bruce. Ze worden overvallen. Vader en moeder worden voor de ogen van de jonge Bruce doodgeschoten. Bruce besluit zijn leven en rijkdom te wijden aan het bestrijden van de misdaad. Hij traint lichaam en geest. Hij ontwerpt een kostuum dat angst bij de misdaad moet inboezemen. Batman is geboren.

Dark Knights
Het gegeven is simpel en juist daarom zo interessant. Je kunt er alle kanten mee uit. Er zijn meerdere interpretaties mogelijk. Sinds zijn creatie in 1939 is Batman dan ook in verschillende vormen en versies verschenen. Sommige versies zijn met veel gejuich door de fans ontvangen, zoals Frank Millers radicale interpretatie van de Dark Knight, terwijl andere versies het liefst meteen vergeten worden, zoals het homo-erotische festijn in de Joel Schumacher-films – uitgebreide shots van Batmans achterste en kruis.Batman is boeiender dan andere superhelden, omdat hij alles op eigen kracht doet. Hij heeft hard getraind en gebruikt logica en technologie om de misdaad te bestrijden. Hij is geen ruimteweesje zoals de man van staal en hij is ook niet gebeten door een radioactieve vleermuis. Batman is menselijker dan de andere superhelden. De aantrekkingskracht van Batman spookt in zijn hoofd: zijn jeugdtrauma. Doordat de jonge Bruce getuige was van de moord op zijn ouders, moet er iets in hem geknapt zijn en kan hij niet anders dan de misdaad bestrijden. Dat klinkt mooi, maar eigenlijk wil de jonge Bruce gewoon zijn ouders wreken. Om in vrijheid te kunnen handelen, ontwikkelt hij de Batman-identiteit.

Grimmig
Toch is deze dubbele identiteit zorgelijker dan die van andere gemaskerde helden. Neem Zorro die lachend zijn partijtjes op de floret weggeeft. Batman is een grimmige verschijning. Een bovennatuurlijk monster, een nachtmerrieachtig wezen. Batmans identiteit is de belichaming van Bruce’s jeugdtrauma. Bruce verkleedt zich als monster om een ander monster, de misdaad, te bestrijden. Bruce is een kind dat door zijn traumatische ervaring nooit echt is opgegroeid. Een kind met allerlei duur speelgoed, zoals de Batmobile, Batarangs en een geheime schuilplek de Batcave.In sommige verhalen wordt de geestesgesteldheid van Batman zelf behandeld. In de graphic novel Arkham Asylum, waarin Batman in het gekkenhuis terechtkomt, wordt Bruce geconfronteerd met zijn eigen trauma’s en demonen. Of zoals Vicki Vale (Kim Basinger) in de film Batman van Tim Burton stelt: ‘Je bent niet echt normaal, of wel soms?’

Dualisme
Bruce Wayne voert niet alleen een strijd met de misdaad, maar ook met zichzelf. Hij balanceert tussen goed en gek, tussen zin en waanzin, tussen verstand en gevoel. En tussen gerechtigheid en recht. Daarbij is de wereld van Batman er een vol contrast en dubbelzinnigheid. Net als de held zelf. Het duistere Gotham City dat geregeerd wordt door geweld lijkt alleen op te lichten door de verschijning van de kleurrijke schurken, die allemaal in het gekkenhuis thuishoren. Een figuur als de Joker ziet eruit als een grappenmaker, maar zijn gevoel voor humor is dodelijk. Net als Batman wankelt Gotham City op het randje van sanity en insanity. Gotham City is een oorlogsgebied, het Armageddon waar licht en donker, orde en chaos, goed en kwaad elkaar bestrijden.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Rocky Balboa

Sylvester Stallone, euh ik bedoel Rocky, stapt nog een keer in de spotlight om te pieken en een laatste overwinning aan zijn carrière toe te voegen. Rocky Balboa is een film waar de nostalgie van afdruipt. Toch is herinneren soms beter dan dingen opnieuw beleven. De nadagen van de bokslegende Rocky Balboa (Sylvester Stallone) zijn gevuld met terugblikken. Herinneringen aan zijn overwinningen in de ring, zijn liefde voor zijn overleden vrouw Adrian – Rocky loopt slaapdronken door het heden, maar is allang niet meer echt aanwezig. Het contact met zijn zoon is verwaterd en hij slijt zijn avonden in zijn restaurant waar hij oude oorlogsverhalen oprakelt. Wanneer uit een computersimulatie blijkt dat Rocky de huidige wereldkampioen zwaargewicht (Antonio Tarver) zou verslaan, begint het hart van de oude bokser sneller te kloppen en besluit hij om wederom in de ring te stappen.Laatste succes
Nostalgie is het sleutelwoord in Rocky Balboa – en de parallellen tussen de titelheld en de acteur, regisseur en schrijver van de film zijn evident. Stallone’s carrière begon pas goed met Rocky en de filmreeks is zijn grootste succes geweest. Hij boerde natuurlijk ook goed als Rambo – maar veel opmerkelijks naast deze twee archetypes heeft Stallone niet gedaan. In de laatste jaren hij dan ook steeds meer op de achtergrond geraakt. Wat is er dan mooier om nog een keer te pieken met de rol waar het allemaal mee begon?Toch is deze Rocky op verschillende fronten een teleurstelling. De vertelling is ouderwets traag. De toeschouwer zit te wachten op het moment dat Rocky gaat trainen – maar dat moment komt heel erg laat. Het grootste gedeelte van de film is gevuld met Rocky die terugblikt en zich bemoeit met het leven van Marie (Geraldine Hughes) en haar zoon. Wanneer er dan eindelijk getraind wordt, blijkt de klassieke trainingsmontage een slap aftreksel van alle voorafgaande te zijn. Rocky is duidelijk niet meer wat ie geweest is – en de toevoeging van het hondje dat met hem mee loopt, doet net verhullen dat je eigenlijk een rollator voor de voeten van Sly had verwacht als hij de heuvel oprent. Niet fris
Het verhaal van de film roept herinneringen op aan de comic The Dark Knight Returns van Frank Miller waarin Batman ook na tien jaar pensioen besluit zijn kostuum weer aan te trekken. Miller presenteert in het verhaal een Dark Knight die nog lang niet klaar is – en ondanks enkele lichamelijke ongemakken – een frisse en strijdlustige indruk maakt. Bij Rocky is helaas geen sprake van frisheid. Stallone weet niet met overtuiging het vuur waar hij het over heeft over te brengen in zijn acteerwerk, al weet Rocky zijn motivatie en visie op het leven mooi te verwoorden in Rocky-taal:

‘It will beat you to your knees and keep you there permanently if you let it. You, me or nobody is going to hit as hard as life. But it ain’t about how hard you hit, it is about how hard you can get hit and keep moving forward, how much can you take and keep moving forward. That’s how winning is done!’ (Bron: IMDB.com)

Spookbeelden
Interessanter is Stallones hergebruik van oud filmmateriaal waarin Talia Shire Adrian speelt. Deze spookbeelden uit de eerdere films verbeelden immers ook Stallone’s terugblik op zijn carrière. Het terugblikken en hergebruik kennen we ook uit recente films als Superman Returns (waarin hevig teruggegrepen wordt op de eerste twee films uit de reeks en archiefmateriaal van Marlon Brando gerecycled wordt) en de film Bobby (Emilio Estevez, 2006) waarin archiefmateriaal van Robert Kennedy is verwerkt en een narratieve functie heeft.Sympathiek
De film Rocky Balboa is net als de titelheld sympathiek. Iedereen kan zich de emoties van Rocky voorstellen en hoe ongeloofwaardig het verhaal ook mag zijn, Rocky wederom in de ring zien staan geeft een kick. Sly ziet er goed getraind uit en de bokswedstrijd levert zweethanden op. Zoals we mogen verwachten van een Rocky-film is het gevecht mooi in beeld gebracht. Al moet worden gezegd dat ook dit element in andere delen beter is gedaan. De film roept bij vlagen nostalgische gevoelens bij mij op – wie is er niet opgegroeid met het verhaal van de underdog die zich omhoog weet te vechten? Rocky is de vleesgeworden Amerikaanse droom en deel zes laat zien dat iedereen de top kan bereiken – ongeacht de leeftijd. Zolang je maar in jezelf gelooft. Het is een mooie boodschap die al zo vaak is verteld. De film voegt in dat opzicht dus weinig toe aan het geheel. Wie nostalgisch wil terugblikken kan daarom misschien beter de oude films opzetten in plaats van deze te kijken.Lees ook: Rocky Returns…alweer?! en Superman Returns.

Categorieën
Film Strips

Film: Striptaal in The Green Goblin’s Last Stand

Toen ik met mijn scriptie over stripverfilmingen bezig was stuitte ik tijdens mijn research op een vreemde maar intrigerende Spiderman-film. Begin jaren negentig produceerde en regisseerde Dan Poole zijn eigen versie van Spiderman in de film The Green Goblin’s Last Stand.

Deze lowbudget-film maakte Poole om indruk te maken op regisseur James Cameron die indertijd de echte Spiderman-film zou maken. Poole draaide de film in ruim een jaar tijd met een budget onder de 500 dollar. Hij speelde zelf de hoofdrol van Spiderman en Peter Parker.In vele opzichten is deze amateurfilm tot op dit moment de meest getrouwe comicbook-adaptatie van Spiderman. Poole baseerde zijn script op The Amazing Spider-Man (Vol. 1) #121 en 122 uit 1973. (Geschreven door Gerry Conway en getekend door Gil Kane.) In dit verhaal wordt Peters vriendin Gwen Stacy vermoord door de Green Goblin, die even later zelf sterft. Deze verhaallijn is ook gebruikt voor de climax van Raimi’s Spider-Man, zij het dan dat deze erg veranderd is ten opzichte van de comics.

Dichtbij de bron
Dan Poole heeft de belangrijkste scènes uit deze comics in zijn film opgenomen en blijft behoorlijk dicht bij de oorspronkelijke versie: dialogen worden vrijwel letterlijk uitgesproken en in sommige gevallen komt de kadrering van de shots overeen met de plaatjes uit de comics. Hier en daar zijn wel aanpassingen gemaakt vanwege budgettaire overwegingen: zo wordt Gwen Stacy van Peters dak gegooid in plaats van de Washington Bridge. Zelfs het team van Raimi kon onmogelijk filmen op de brug, zodat ze alles in een studio moesten nabouwen. Die luxe had Poole uiteraard niet.

Al moet gezegd worden dat deze productie geen cinematografisch hoogtepunt is: veel shots overstijgen het niveau van de gemiddelde homevideo niet en je zou wensen dat de cameraman meer gebruik had gemaakt van een statief. Voor een lowbudget film zijn de stunts overigens erg indrukwekkend. Aan de film is de passie van de filmmaker voor het strippersonage duidelijk af te lezen. Dit is een van de redenen die deze film charmant maakt. Aan de andere kant zorgt Poole’s respect voor het oorspronkelijke stripmateriaal er juist voor dat The Green Goblin’s Last Stand op een laag niveau blijft steken.Striptaal
In strips zijn de woorden van de personages de belangrijkste indicatoren van hun emoties en gedachten. In de Spidermancomics praat de held vaak tegen zichzelf; zo weet de lezer precies wat er in hem omgaat. De vertelstijl van Stan Lee (die samen met Steve Ditko Spiderman creëerde en in het begin de verhalen schreef) is doorspekt met drama en humor. Edward Gross, auteur van Spider-Man Confidential (uit 2002), omschrijft Lee’s schrijfstijl als volgt:

‘Lee’s dialogue often may seem bombastic, melodramatic, and corny, but it nonetheless endows his Spider-Man stories with sharp humor, incisive characterizations, and surprisingly affecting drama.’

In Raimi’s Spiderman-films zitten teksten die veel weg hebben van Lee’s vertelstijl, zoals Peters voice-over aan het begin van Spider-Man. In feite vertelt Peter op dezelfde manier als zijn geestelijk vader Stan Lee. Dat deze melodramatische dialogen niet overdreven overkomen is voornamelijk te danken aan het optreden van de acteurs, want de teksten zijn van zichzelf hoogdravend en liggen er te dik bovenop.

Theatraal
Dat het overnemen van stripdialogen niet altijd even goed werkt, bewijst de film The Green Goblin’s last stand. In deze film wordt dialoog op dezelfde manier toegepast als in de comics: gedachten worden uitgesproken door de personages. (Er wordt overigens nergens gebruik gemaakt van een voice-over, dus alle gedachten worden door de acteurs uitgesproken: ze praten tegen zichzelf.) Hierdoor worden in sommige gevallen dingen dubbel verteld.

Dit komt erg theatraal over, wat voor een deel te wijten is aan het beperkte talent van de acteurs, maar ook aan het feit dat als alles gezegd wordt er weinig te raden overblijft. Daarbij komt nog dat het erg onnatuurlijk overkomt als mensen in een film constant tegen zichzelf praten.Het theatrale en overdreven karakter van de film wordt versterkt door het acteerwerk van Jimmy Kinstle die de Green Goblin speelt. Kinstle gebruikt bij het uitspreken van zijn tekst grote gebaren. Daarbij neemt hij poses aan om zijn woorden te onderstrepen. Het is bijna alsof hij de houdingen van de Goblin in de strip letterlijk plaatje voor plaatje overneemt, waardoor het geheel overdreven wordt.

Bewonderingswaardig
Poole’s film bewijst wat mij betreft twee dingen: als je een adaptatie maakt van een strip is het belangrijk jezelf voldoende los te maken van het bronmateriaal zodat je in staat bent in filmtaal het verhaal te vertellen. De film maakt ook duidelijk dat Sam Raimi een waar vakman is als het om regisseren gaat. Zijn Spider-Man-films hebben voldoende respect voor het bronmateriaal. Tegelijkertijd heeft Raimi er met zijn eigen stijl een eigentijdse filmversie van gemaakt.Overigens neemt dat niet weg dat Poole’s film een bewonderenswaardig project is dat bij mij als Spidey-fan respect afdwingt.

Nieuwsgierig geworden naar Pooles film? The Green Goblin’s Last Stand is onder andere te bekijken op: http://www.ifilm.com/ifilmdetail/2403520.

Categorieën
Film

Film: Rocky returns…alweer?!

18 januari keert Rocky Balboa terug in de ring en in de bioscoop. Een Rocky VI (slim genoeg Rocky Balboa getiteld) is iets wat niemand voor lange tijd voor mogelijk hield, maar is nu toch een feit. Opmerkelijk, want de laatste Rocky dateert alweer uit 1990.

Hoewel die film een interessante twist biedt op het uitgemolken verhaal van de bokser die in het laatste gevecht van de film de wereldtitel weer claimt door er een straatscène van de te maken, maakt nummer V ook duidelijk dat de formule daarna zo goed als dood was. Nu, ruim 16 jaar later, staat de inmiddels zestig jarige Sylvester Stallone wederom met bokshandschoenen klaar om een potje te knokken. Vreemd, want in de laatste film bleek de bokser hersenbeschadiging opgelopen te hebben en mocht hij de ring niet meer in. Een feit dat gemakshalve in dit deel genegeerd wordt.Je kunt veel zeggen over de Rocky-serie: dat de films voorspelbaar zijn, dat het verhaal psychologie van de koude grond bevat en dat tegenstellingen tussen de personages zwart-wit worden neergezet… maar twee dingen stonden altijd als een paal boven water, namelijk een spannende en cinematografisch knappe climax in de ring en een zeker respect voor continuïteit. Zelfs al zat er een paar jaar tussen twee films, dan nog begon de nieuwe film momenten na de bokswedstrijd van de laatste.What’s next?
Het bijzondere aan de reeks is dat de films een antwoord geven op de vraag ‘wat gebeurde er toen?’. De meeste films lopen immers af op het hoogtepunt: de held heeft de schurk verslagen; de held heeft het meisje veroverd; het romantische koppel is eindelijk samengekomen. Maar hoe verloopt het leven van de personages verder? De romantische relatie bijvoorbeeld. Wanneer vertonen zich de eerste tekenen van sleur? Wanneer moet de held het weer opnemen tegen een nieuwe schurk? Hoe ziet het verdere leven eruit van iemand die de wereld van de ondergang heeft gered? Dit zijn boeiende vragen, waar weinig filmreeksen antwoord op geven.
Aan het einde van Indiana Jones and the Last Crusade (het derde deel uit de reeks) rijdt Indy met zijn vader richting de horizon. Indy kennende rijdt hij meteen een nieuw avontuur tegemoet (en als het vierde deel eindelijk in de bioscoop draait, zullen we weten wat dat avontuur precies inhoudt).De volgende dag
De meeste films laten het antwoord op bovenstaande vragen dus over aan de fantasie van de toeschouwer. Maar bij Rocky wist je altijd wat er de volgende dag na de grote wedstrijd gebeurde. Je kon er zelf getuige van zijn. Er stond weer een nieuwe match te wachten die Rocky op het spits van zijn kunnen zou drijven. Niet erg origineel, wel realistisch. Want het leven bestaat nu eenmaal uit een reeks van herhalingen. In Rocky V was de held zo murw geslagen dat hij niet meer mocht boksen. Het eindgevecht vond plaats op straat. Een logische opvolger zou een film over Rocky Jr. zijn geweest die in die film leerde van zich af te slaan, maar kennelijk kroop het sportzweet van Stallone waar het niet gaan kon. Lees ook: Bond mag met pensioen. En Superman Returns.

Categorieën
Strips

Liz Greenfield: Femme fatale in webcomics

De jonge Nederlandse tekenares Liz Greenfield won afgelopen zomer de Clickie voor haar verhalende webcomic Stuff Sucks. Ze trekt er een internationaal publiek mee en studeert zelf inmiddels ook over de grens: in Manchester. Een interview.Liz is 18 jaar oud. Ze reist de hele wereld over om haar comic te promoten en andere striptekenaars te ontmoeten. Ze volgt de opleiding Animatie aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Bij een eerste ontmoeting vallen haar ontwapenende uitstraling en wilde rode krullen meteen op. Haar passie voor strips, muziek en vreemde personages vindt zijn weg in Stuff Sucks.
Daniel, het hoofdpersonage uit Stuff Sucks (‘a comic about life, love & rock’) heeft het niet makkelijk. Hij zit nogal onder de plak bij zijn moeder en zijn vriendin Nicole. Hij zegt zelfs z’n baan in de platenzaak op om te werken voor het bedrijf van zijn aanstaande schoonvader. Totdat oplichtster Zemi ten tonele verschijnt. Op het moment dat Daniel Nicole ten huwelijk wil vragen, doet Zemi zich voor als zijn nieuwe vlam. Dan beginnen de problemen pas echt. Stuff Sucks is met veel subtiele humor geschreven en lijkt een kruising tussen romantische komedie en de film High Fidelity (Stephen Frears, 2000), met een snufje (tiener)soap. De humor en cartooneske tekenstijl vormen de grootste aantrekkingskracht van de luchtige comic.De eerste vraag die opkomt is waarom Liz voor een man als hoofdpersoon heeft gekozen. ‘Ik had eigenlijk heel veel moeite met het tekenen van mannen. Mijn vorige webstrip, Weirdism, ging over drie meisjes met een overeenkomstige lichaamsbouw en karakter. Mannen had ik bijna nog nooit getekend. Het leek me een leuke uitdaging – vooral om te tekenen. Het leek me ook leuk om in een mannenhoofd te duiken. Ik moet zeggen dat vanuit een man schrijven niet zo heel erg moeilijk is. Ik weet natuurlijk niet of ik het heel goed heb gedaan, maar ik heb meer begrip voor hoe mannen denken dan voor hoe vrouwen denken. Ik heb ook veel meer mannelijke vrienden dan vrouwen, dus ik hoor meer over hun kant van het verhaal. Met vrouwen kom ik zelf ook wel in de knoop. Ook al ben ik zelf een vrouw, echt snappen doe ik ze toch niet,’ vertelt Liz met een brede grijns.Stuff Sucks?
‘Ik dacht eerst veel aan woordspelingen voor de naam van de site. Ik vond het erg grappig om iets met ‘malicious’ te doen, maar bedacht me dat niemand dat woord zou onthouden. Ik zocht naar iets dat plat genoeg is om te onthouden. Toen dacht ik “Stuff Sucks.” Het roept meteen een gevoel op. En het is lekker vaag. Ik kan er alle kanten mee op; het geeft me alle vrijheid.’‘Inspiratie komt bij mij op een heel indirecte manier. Meestal muziek, films en de dingen die ik lees. Vaak strips van vrienden – je moet elkaar blijven inspireren. Een film als Matchstick Men met Nicholas Cage heeft me op ideeën gebracht. Ik heb altijd een fascinatie gehad met con artists. Dat zijn bijzonder snuggere types die iedereen te slim af zijn. Ook al zijn ze moreel gezien verkeerd bezig, ik heb toch een zwak voor players op het gebied van geld. Het personage Zemi is daar direct door beïnvloed.’
Geen potlood
Liz levert een strippagina per week af die nog even snel op zaterdag of zondagochtend getekend wordt. De rest van de week zit ze tot de late uurtjes op de animatieafdeling van de Willem de Kooning Academie, of stoom af te blazen in de sportschool. Ook is ze regelmatig te vinden in haar favoriete bars. ‘De uurtjes dat ik een beetje helder ben, werk ik aan mijn strip…’ lacht ze.‘Ik teken altijd digitaal. Ik gebruik tablets en teken via het beeldscherm. Soms maak ik een kladversie met potlood. Ik teken dan een thumbnail, een kleine schets. Deze teken ik dan opnieuw in Flash of Photoshop. Daarna voeg ik de tekst erin – ik heb met mijn handschrift een eigen font gemaakt. Als laatste vul ik de vlakken en achtergronden in. Dat duurt tegenwoordig niet zo lang meer, want ik heb overal shortcuts voor. Over een pagina doe ik in totaal drie uur. Schrijven doe ik meestal apart, dat kost me zo’n twintig minuten.’ Na het tekenwerk uploadt ze de strip naar de site. ‘Overigens vind ik met potlood tekenen soms wel lekker. Gewoon om in te tekenen. Dat is op de academie weer begonnen. Ik had toen drie jaar niet meer met een potlood getekend. Het was wel weer even wennen. Geen “Control-Z” als het mislukt’.

Eigenzinnig
In haar werk is ze een perfectionist. Het komt voor dat ze oude pagina’s opnieuw tekent en weer op de website zet. Wie de strips in volgorde leest, kan de evolutie die haar tekenstijl heeft ondergaan duidelijk aflezen. ‘Ik ben begonnen met heel goedkope pennen. Ik wilde express slordig en schetsmatig tekenen als reactie op al het gelikte werk dat met computers gemaakt wordt. Lekker tegendraads. Dat viel echter niet in de smaak en is tot mijn teleurstelling geen succes geworden. Uiteindelijk ben ik toch weer overgegaan op digitaal tekenen.’In haar strips is een duidelijke voorkeur – maar vooral afkeur – voor bepaalde cultuurelementen te vinden. Ze rekent af met zangeres Enya, de bands Maroon 5 en Death Cab For Cutie (waarvoor ze overigens veel hate-mail kreeg). ‘Ik doe het wel in een derde persoonsvorm, soms komt het commentaar voort uit het karakter van de personages. Aan sommige populaire dingen erger ik me echter kapot. Aan bands die echt overgewaardeerd worden bijvoorbeeld. Af en toe neem ik ook artiesten die ik zelf heel leuk vind op de hak, gewoon omdat ik vind dat ze overgewaardeerd worden. Artiesten waarvan ik vind dat ze nog niet genoeg aandacht krijgen, probeer ik wel onder de aandacht te brengen. Maar zodra ze dan Ahoy Rotterdam vol krijgen, dan heb ik weer zoiets van “Oké, volgende”.Opmerkelijk genoeg wordt de site onderhouden door de lezers van Liz. De database, opmaak en hosting, ze heeft er geen omkijken naar. ‘Ik heb al die mensen nog nooit ontmoet, we hebben alleen contact via het internet. Mensen zoeken contact met me en bieden zelf hun hulp aan. Ik ben daar echt heel blij mee. Ik hoef de strip alleen nog maar te tekenen.’Feedback
Scott McCloud, de stripgoeroe die in zijn boek Reinventing Comics een pleidooi houdt voor het publiceren van online comics, heeft ze één keer ontmoet. Net als McCloud gelooft Liz in de grote voordelen van webcomics: het beeldscherm als een oneindig canvas waarop alles mogelijk is; strips zijn niet gebonden aan de maat van het papier en comics online zetten is ook een stuk goedkoper dan je eigen strips in boekvorm uitbrengen. Het grootste voordeel is het directe contact tussen maker en lezers. ‘Het is gewoon leuk om over de hele wereld lezers te hebben. Ik krijg brieven toegestuurd uit Polen, Zuid-Afrika en Amerika. Het is leuk om te lezen hoe het verhaal aanslaat bij mensen die op een heel andere plek wonen. Dat vind ik er echt heel spannend aan.’Met de hoeveelheid bezoekers die haar site trekt, houdt ze zich niet zo bezig. Liz schatte het dit voorjaar nog op zo’n tweeduizend per dag wereldwijd. En dat is een hoop voor een strip die eens per week geüpdatet wordt. ‘Opvallend is dat veel van de bezoekers geïnteresseerd zijn in muziek. Mensen die in bandjes spelen of op een andere manier bezig zijn met muziek. Stuff Sucks biedt een kijkje in die subcultuur en dat spreekt mensen kennelijk aan. De lezers komen dan ook meestal niet op stripbeurzen.’

Liz overigens wel. Ze reist stad en land af om haar werk te promoten en in contact te komen met andere stripmakers. ‘Dat zijn heel positieve ervaringen. Ik ontmoet stripmakers waar ik naar opkijk. Ook ontmoet ik lezers en krijg zo feedback die je anders niet krijgt. Dingen die je niet makkelijk in een e-mail zet. In de Verenigde Staten kwam een Cubaanse jongen naar me toe, al-rappend over mijn stripverhaal. Hij had alle gebeurtenissen erin verwerkt. Ik stond echt versteld.’Tournee
Afgelopen zomer was ze op tournee op stripbeurzen in de VS. Dat betekende elf dagen lang tekenen, signeren en lachen op een beurs, in drie verschillende staten. ‘Ik word steeds vaker door Amerikaanse stripbeurzen gesponsord om als stripmaker Europa/Nederland te representeren, omdat zij het internationale exotisch vinden en ik daar vrij bekend sta als iemand die snel op een vliegtuig springt. Overigens verkoop ik in de VS meer dan hier.’ Vaak financiert Liz haar reizen door het verkopen van haar werk in drukvorm.De webcomic-scene in Nederland loopt – niet verbazingwekkend overigens – achter op de Verenigde Staten, waar de comic al veel langer serieus genomen wordt. Liz was in 2003 in de Comicon van San Diego waar ze jonge stripmaaksters ontmoette. Deze werken nu allemaal aan grote projecten voor grote uitgevers. In Nederland zijn er nu ook eindelijk vrouwelijke striptekenaars te vinden met een eigen stem en stijl. Opvallend is dat ze ook allemaal jong zijn, zo’n 17-18 jaar. Veel stripmaaksters lieten zich inspireren door Manga: Japanse strips die in allerlei genres uitgegeven worden en vaak een opvallende visuele stijl hebben.Liz ziet wel een toekomst in haar strips. ‘Ik denk dat ik in de toekomst zeker animatie zal gaan doen. Maar ik zie mezelf niet dertien uur per dag tekenen met een bloedende hand. Strips spreken me uiteindelijk toch meer aan. Ik hoop daarin verder te gaan. Het is wel een grote droom, maar als ik zou mogen kiezen, zou ik zeker voor de strips gaan!’

Dit artikel is recentelijk verschenen op de website Comicbase.