Categorieën
Film

The trouble with trilogies

Driemaal is scheepsrecht luidt het oude gezegde. Die vlieger gaat vaak echter niet op voor de trilogieën uit Hollywood. Sinds de gebroeders Wachowski en Peter Jackson succes boekten met hun trilogieën, lijkt alles wel in drie delen te komen. In het geval van The Matrix waren deel twee en drie overbodig wat mij betreft. In de Spider-Man-reeks was het laatste deel zwaar teleurstellend, maar wel het sluitstuk van een verhaalboog die door Raimi en co. in de voorgaande delen was neergezet. Een van de weinige geslaagde derde delen is tot nu toe X-Men 3. Een nieuwe regisseur met een iets lichtere aanpak maakte een mooi slotstuk op de cinematografische avonturen van de mutanten. Hoewel een vierde deel altijd om de hoek lurkt natuurlijk. Wat overigens ook geldt voor de Spidey-serie, want het derde deel was succesvol aan de kassa. En zolang superheldenfilms harde cash opleveren zullen de producenten in Hollywood het genre uitmelken.

Plaatje afkomstig van Ziekehond.nl.

Dilemma
Het probleem met trilogieën is dat je tóch het laatste deel in huis wilt hebben, al is deze nog zo beroerd. Toen Spider-Man 3 uitkwam op dvd en je nog twintig euro moest betalen voor de dubbelaar, bedankte ik vriendelijk. Mijn fandom schrijft voor dat ik dit laatste schijfje in de kast ga zetten, al ben ik niet bereid díe prijs ervoor te betalen. Nu hij echter – vlak na de kerst natuurlijk – voor de helft van de prijs online te krijgen is, kan ik het niet laten de dvd te kopen. Uiteraard zal ik na bezorging de film nog eens kijken. Misschien valt hij toch mee. (Yeah, right.)Happy end
In ieder geval weten de mensen van de site HowItShouldHaveEnded.com wel raad met gare trilogieën en andere films die volgens hen beter hadden kunnen aflopen dan de schrijvers en producers in Hollywood hebben bedacht. Hieronder een aardige, wat flauwe, variant op Spider-Man 3 waar- terecht – wat harde vingers op gevoelige plekken worden gedrukt.
Voetnoot
Dit is de tweede post over Spider-Man 3. Ongetwijfeld volgt er na het opnieuw bekijken van de flick nog een derde en laatste stukje. Lees ook (of niet): Spider-Man 3 stelt teleur.

Categorieën
Film Mike's notities Strips

Mike’s Webs: A – Z

Persoonlijk jaaroverzicht 2007

Het is december en dus weer tijd voor lijstjes: de Top 100 Aller Tijden, de top-2000, de beste/slechtste films van het jaar… Arbitrair, vaag, maar wat kan het schelen? Dit keer op Mike’s Webs geen top-zoveel, maar een persoonlijk alfabet, waarin iedere letter een voor mij belangrijke betekenis meekrijgt. Schroom niet om je eigen lijstje als commentaar toe te voegen.

A – Andy Warhol: Kunstminnaars ontkwamen dit jaar niet aan het werk van Warhol die twintig jaar geleden overleed. Ikzelf was blij verrast toen ik in Edinburgh zijn schilderwerk ‘live’ kon zien. De expositie in het Stedelijk een paar maanden later, vol met zijn filmwerk, was daar een mooie aanvulling op. Voor een Warhol-fan als ik een ware dream come true.

B – Bloggen: Sinds augustus meer dan een jaar(!) Oké, dat is nog relatief kort vergeleken bij die-hard bloggers als Aukje en Frommel (die respectievelijk al ruim vier en drie jaar achter het toetsenbord kruipen) maar goed. Bloggen is de vrijheid om te publiceren wat je wilt; het is een creatieve manier om met anderen in contact te komen en hier en daar steek je nog iets op van andermans blog.

C – Californication: Een sitcom die ver boven het genre uitstijgt. Kon televisie maar altijd zo goed zijn…

D – Des Duivels: Dit jaar las ik Lucifer Rising van Gavin Baddeley. Een interessant boek over zonde, satanisme en rock-‘n-roll. Aansluitend The Satanic Bible van Anton Szandor LaVey, oprichter van The Church of Satan, gelezen. Een uniek zelfhulpboek dat niet mag ontbreken in de collectie van iedere zelfrespecterende satanist.

E – Edinburgh: Waar ik op spokenjacht ging en mijn hart verloor aan (een) lokale schoonheid.

F – Faces & Names: Het soloalbum van David Pirner. Ik liep stad en (buiten)land af op zoek naar deze cd, om hem uiteindelijk via het interpret in Oostenrijk aan te schaffen. Gelukkig was dit kleine meesterwerkje alle moeite van het bemachtigen waard.

Femme Fatale: Omdat je weet dat je je vingers gaat branden, maar je toch de drang om haar aan te raken niet kan weerstaan.

G – Gothic: In sommige gevallen is het wellicht een overheersing van style over matter, maar tóch blijven die door korsetten strakgetrokken meisjes met dikke lagen zwarte make-up en een bleke huid, het werk van Edgar Allan Poe en oude kerkhoven mij fascineren.

H – Halloween: Het leukste feestje van het jaar.

I – Inspiratiebronnen: Van die werken waardoor je gewoon zin krijgt om zelf iets te gaan maken. Dit jaar waren dat in ieder geval alle producten en makers die in deze lijst positief naar voren komen. De documentaire over de tot standkoming van de film Clerks II was tevens een bron van inspiratie – de lol van het is namelijk van Kevin Smith en zijn crew af te lezen. Als ik zie met hoeveel passie deze flick van Kevin Smith is gemaakt, en hoeveel lol de makers op de set hadden, krijg ik meteen zin zelf ook achter de camera te duiken.

J – Joker: Niet alleen een van de meest tot de verbeeldingsprekende stripschurken, ook de kleurrijke en psychotische tegenhanger van de Dark Knight. En de levendige pleitbezorger van de filosofie dat je maar beter lachend kunt sterven. Eigenlijk heb ik relatief weinig van de grijnzende psycho vernomen in 2007, maar dat zal volgend jaar ruimschoots worden gecompenseerd als The Dark Knight in de bioscoop te zien is. “I always envisioned myself as being a hero like Batman, but I turned out to be just another Joker.”

K- Kaufman, Andy.

L – Liveconcerten: Een paar memorabele optredens die ik heb gezien waren die van Ellen ten Damme tussen de uitverkoopbakken in Concerto en het optreden van Moke op het lokale poppodium.

M – Meccano: De Ruwe Gids. Een gestileerd meesterwerk van Hanco Kolk. Een van de beste graphic novels van het jaar.

N – Nine to Five: Omdat dit eigenlijk niet echt bij me past, maar ik me er toch al een jaar doorheen weet te slepen. Het staat voor het feit dat ik vond dat ik me op mijn dertigste maar eens volwassen moest gaan gedragen. Dus een vaste baan, vast inkomen en dagritme. Een paar maanden later besef ik dat dit allemaal niet echt nodig is. Volwassenheid is ook maar een pose. Weer wat geleerd.N – Nerds: Love ‘em!O – Onmogelijke liefde: You know who you are.

P – Prestige, The: Een van de beste films van het jaar. Een genot om keer op keer te bekijken.

Q – (altijd lastig in te vullen die ‘Q’) Queeste: De eeuwigdurende zoektocht naar zingeving en geluk.

R – Reed, Lou: Door de Warhol-expo en zijn eigen foto-expositie in Amsterdam was dit voor mij ook een beetje het jaar van Lou. Maar vooral om zijn muzikale erfenis en het werk van The Velvet Underground.

S – Spider-Man 3: De grootste teleurstelling van het jaar.S- Stripbeurzen: In totaal vijf stripbeurzen bezocht dit jaar. Rijswijk en Houten waren allebei memorabel om verschillende redenen. De recente stripbeurs in Turnhout fungeerde ik als pr-man van Studio Nieuw Gehoer, wat een geheel nieuwe ervaring met zich mee bracht. In alle gevallen in ieder geval veel lol gehad. De videoreportage over Nieuw Gehoer On Tour zal begin volgend jaar op de site te zien zijn. Andere stripevents als de Bloeddorst-borrel en 24hr Comics waren weliswaar geen hoogtepunten, maar wel erg gezellige bliksembezoeken.

T – Twin Peaks:
De gehele televisieserie weer gezien én beleefd. Nog steeds boeiend, unheimisch en van een onbeschrijfelijke schoonheid. David Lynch weet als geen ander hoe hij dagelijkse voorwerpen ‘eng’ moet maken. Ik las na het herzien van de serie Lynch on Lynch, een boek vol interviews met de excentrieke filmmaker. Wie met aandacht naar de films van Lynch kijkt, gaat de wereld door andere ogen beleven. Zelfs het alledaagse blijkt bijzonder. Angst zit in een klein hoekje.

U – Ultieme ervaringen: Dát gevoel van spanning, opwinding en verbazing dat je ervaart als je voor het eerst in aanraking komt met iets totaal nieuws, afwijkends of singuliers. Momenten die zeldzamer zijn dan we zouden willen, maar die wél voor een groot deel de kwaliteit van een leven bepalen. Uiteindelijk draait het wat mij betreft om dit soort momenten. (Maar ja, ik geloof dan ook niet in een leven na dit leven.)

V – (Daredevil) Visionaries: Frank Millers baanbrekende werk in de Daredevil-reeks is een paar jaar geleden opnieuw uitgegeven in drie dikke stripbundels. Recentelijk heb ik eindelijk het tweede deel gelezen. Hierin wordt onder andere het verhaal van Daredevils vriendin Elektra uit de doeken gedaan. Inclusief haar (tijdelijke) dood. Millers verhalen zijn tijdloos. Het artwork springt van iedere pagina. Inkter Klaus Janson zette de potloodschetsen van Miller om in een levendige lijn.

W – Wonder Boys:
Het boek én de film.

X – (zal altijd staan voor) X-Men: De buitenbeentjes in het Marvel Universum die als geen andere superheldengroep staan voor de ontwikkeling en vervreemding die pubers doormaken. Maar iedereen voelt zich wel eens buitengesloten. Het lukte de filmmakers van de X-Men-trilogie overigens wél om drie goede films af te leveren. Misschien had Sam Raimi Spider-Man 3 aan anderen moeten overlaten. Of hij had beter een deel van het derde deel in een volgende film kunnen stoppen.

Y – Yesterdays: In het jachtige jaar 2007 was voor mij weinig plaats voor gevoelens van nostalgische aard. De toekomst klopt al een tijdje op de deur, maar pas sinds kort zijn de contouren van haar gestalte zichtbaar. (Beetje vaag filosofisch geneuzel, ik weet het, maar het is dan ook erg lastig om de Y te vullen.. 😉

Z – Zondag: Perfect of niet
, toch fijn dat hij er is. En volgens sommigen nog steeds de eerste dag van de week.

Categorieën
Strips

Superhelden 101: De superschurk

Een held heeft geen functie zonder een tegenstrever, een antagonist. De superheld kent als tegenhanger de superschurk. Het is de schurk die de orde overhoop haalt en doet omslaan in chaos. De antagonist
Veel van de kenmerken van de held zijn ook van toepassing op de schurk: zo heeft hij/zij een kostuum, superkracht of een bijzondere eigenschap en een alter ego. Daarbij moet worden gezegd dat de meest sinistere superschurken geen masker dragen. Zo staat de misdaadbaas van New York, de Kingpin, over het algemeen bekend als gerespecteerd zakenman in plaats van schurk. Senator Kelly, die zich in X-Men (Bryan Singer, 2000) hard maakt voor de mutantenregistratiewet, is met zijn politieke ideeën een gevaarlijker opponent van de X-Men dan de gemiddelde gekostumeerde superschurk.In principe heeft iedere held zijn eigen vijanden, zodat hij te maken heeft met opponenten die ongeveer evenveel kracht hebben. Zo zijn Batmans vijanden meestal niet supersterk. Schurken als de Joker en de Penguin zijn gevaarlijk door hun psychotische natuur en het gebruik van technische middelen – niet door brute kracht. Het komt overigens wel voor dat een superheld als bijvoorbeeld Spiderman te maken krijgt met een schurk die normaliter met een andere supercollega vecht en die veel meer kracht heeft dan hij.Psychologie van de schurk
Superschurken zijn niet zomaar slecht: er wordt altijd een reden gegeven voor hun gedrag. Reynolds is van mening dat misdaad niet op sociologische wijze benaderd wordt, maar dat de mythologie achter de tekst die van ‘verleiding en val door de zucht naar macht’ is. De motivatie van superschurken als de Joker, Doctor Doom, Lex Luthor en de Green Goblin komt voort uit een zucht naar macht; het zijn zogenaamde ‘gevallen’ personages. ‘All are corrupted by power, and power in the particular form of knowledge,’ schrijft Reynolds. (Reynolds 1992: 24)In de handen van de schurk is kennis een wapen en kan wetenschap uitzonderlijke krachten verschaffen. De Green Goblin is hiervan een goed voorbeeld: de formule die de verborgen kracht in de mens naar boven moet halen, zorgt dat Norman Osborn supersterk wordt. De mythologisering van wetenschappelijke kennis is een van de meest prominente thema’s van sciencefiction, en daarbij is de scheiding tussen kennis en geweten – die verbeeld wordt door de superschurken in comics – een conflict dat nooit op te lossen is: ‘A villain such as the Joker continues year after year, story after story, sabotaging the social order in an endless treadmill of destruction, which Batman struggles to control and contain’. (Reynolds 1992: 25)Net als de superheld, krijgen de meeste schurken hun krachten door een experiment dat fout gaat. De Green Goblin (Willem Dafoe) wordt slachtoffer van zijn eigen formule – behalve dat het ontploffende goedje hem supersterk maakt, verliest hij tegelijkertijd zijn realiteitszin. Hetzelfde geldt voor Dr. Octopus (Alfred Molina) in Spider-Man 2 die door een mislukt wetenschappelijk experiment de controle over zijn mechanische armen verliest. Doordat de chip die zijn geest zou moeten beschermen beschadigd wordt, beïnvloedden zijn kwaadwillende armen zijn hersenen in plaats van andersom.Tijdelijke overwinning
In de meeste gevallen wordt de schurk wel verslagen, maar is deze overwinning slechts tijdelijk: de verslagen schurk zal in de toekomst wederom zijn opwachting maken. Mocht hij permanent uitgeschakeld zijn, dan staat de volgende aflevering een nieuwe schurk klaar om toe te slaan en de sociale orde omver te werpen. De schurk wordt overigens zelden door brute kracht verslagen. Meestal vereist de overwinning een extra inspanning van de held door middel van een slimme handigheid of doorzettingsvermogen:

The moment of the extra effort, and the soul searching that is conducted to make it possible, are the key moments of most superhero narratives, and far more significant in terms of character development than all the acrobatic and artistic slugging and atomic, psychic, or electromagnetic zapping that comprises the progress of the fights themselves. (Reynolds 1992: 41)

Een kanttekening is hier wel op zijn plaats: Reynolds is wel wat snel met het stellen dat misdaad niet sociologisch gemotiveerd wordt. Niet iedere superschurk wil de wereld overheersen en als hij dat wel wil, wordt deze wens dikwijls vanuit de achtergrond van het personage gemotiveerd. Magneto’s acties komen bijvoorbeeld voort uit zelfbescherming: hij heeft zijn familie verloren in een concentratiekamp, en wil kostte wat het kost een mutantenvervolging voorkomen. Magneto ziet normale mensen als een bedreiging voor mutanten en is bereid tot het uiterste te gaan om zijn mensen te beschermen. Superschurken grijpen dus niet per definitie naar de macht om de macht; er kan van een degelijke motivatie sprake zijn die samenhangt met de achtergrond of met een eigenschap van het personage:

The villain’s motivation may be greed (the Kingpin, Lex Luthor), political fanaticism (the Red Skull), a mania for power (Doctor Doom), social engineering (the original Magneto), psychotic revenge against society for sundry personal reasons (Bullseye, the Joker) or even a metaphysical evil which presumes a Manichean view of universal order (Mr Mxyzptlk, Loki, Mephisto). (Reynolds 1992: 51)

De superschurk als vaderfiguur
In Sam Raimi’s Spider-Man komen enkele belangrijke thema’s uit het superheldengenre naar voren, namelijk het verlies van familie, de rol van vaderfiguren en gespleten persoonlijkheden. Net als in de comics, zorgt het verlies van oom Ben voor Peters motivatie om zijn spinnenkrachten in te zetten om mensen te redden. In dit opzicht is de rol van de vaderfiguur cruciaal. In de film worden bepaalde zaken echter anders verteld dan in de comics. Omdat daardoor ideologische verschillen ontstaan, is het belangrijk hier dieper op in te gaan.Peter en oom Ben: ‘atonement with the father’
De origin story van Spiderman is kenmerkend voor de origin stories van superhelden: hij krijgt zijn speciale kracht als tiener en het ontstaan van de held gaat gepaard met het verlies van de vader. Zoals al eerder is aangegeven speelt bij superhelden het verlies van de ouders een centrale rol in de wording van de held. Volgens Richard Reynolds doorlopen de superhelden het oedipale traject niet volledig omdat een confrontatie met de vader uitblijft:

The most satisfying and enduring superheroes have incorporated the familiar emotional landscape of adolescence into their developing superhero mythology. Their exploits very frequently dramatize the Oedipal conflict, or what [Joseph] Campbell refers to as the ‘Atonement with the Father’. This conflict is especially acute for the superhero. He will generally be the possessor of extraordinary physical and often mental powers, yet be unsure of his maturity and trustworthiness to use them. In any straight show-down with his father – in any trial of strength – he would clearly be triumphant. But such simplicity would be impermissible and unsatisfying as story or myth – it is never allowed to happen. Approval by the father is withheld time and again by the absence or unavailability of the father-figure. (Reynolds 1992: 61)

Reynolds verwijst in zijn tekst naar Joseph Campbells The Hero with a Thousand Faces, waarin Campbell inderdaad spreekt over ‘atonement with the father’: het goedmaken/verzoening met de vader. Dit gebeurt door een confrontatie met de vader en is voor het kind het moment van initiatie tot de wereld van de volwassene:

When the child outgrows the popular idyl of the mother breast and turns to face the world of specialized adult action, it passes, spiritually, into the sphere of the father – who becomes, for his son, the sign of the future task, and for his daughter, the future husband. Whether he knows it or not, and no matter what his position in society, the father is the initiating priest through whom the young being passes on into the larger world. And just as, formerly, the mother represented the ‘good’ and ‘evil’, so now does he, but with this complication – that there is a new element of rivalry in the picture: the son against the father for the mastery of the universe, and the daughter against the mother to be the mastered world. (Campbell 1949: 136)

Volgens Reynolds vindt dit dus niet plaats bij superhelden omdat de vaderfiguur ontbreekt: de confrontatie blijft uit en daarmee de goedkeuring van de zoon door de vader. We kunnen echter stellen dat in het geval van Spiderman hij toch de volwassen wereld in stapt, juist doordat hij zijn verantwoordelijkheden neemt. Als Spiderman de inbreker verslaat die zijn oom heeft vermoord, is dat zijn initiatiemoment. Peter kent dus geen directe confrontatie met zijn vader om, zoals Campbell het noemt, ‘de heerschappij van het universum’. Als Spiderman levert hij echter dagelijks een dergelijke strijd met superschurken. Deze schurken zijn soms te zien als alternatieve vaderfiguren. Voor ik hier nader op in ga, is het belangrijk de relatie tussen Peter en oom Ben nader te bekijken.In de film wordt de relatie tussen Peter (Tobey Maguire) en zijn oom Ben (Cliff Robertson) uitvoeriger behandeld dan in de strip. Deze veranderingen hebben tot gevolg dat de theorie van Reynolds niet opgaat. Hoewel Ben Parker maar kort aanwezig is in de film is het belangrijk dat dit personage goed wordt neergezet en dat zijn band met Peter zo duidelijk mogelijk wordt gemaakt. De dood van Ben is immers Peters motivatie om Spiderman te worden. In de strip heeft Ben drie korte scènes met Peter. In de film zien we Ben ook maar drie keer voordat hij sterft, en in die scènes wordt al het mogelijke gedaan om hem neer te zetten als een liefdevolle vaderfiguur voor Peter, die samen met zijn vrouw het beste met hem voor heeft. Wanneer Peter voor zijn doen zich steeds vreemder begint te gedragen, valt dit Ben meteen op. Hij probeert er met Peter over te praten in de auto; in deze scène vertelt Ben Peter dat grote krachten met grote verantwoordelijkheden gepaard gaan. Tijdens dit gesprek probeert hij echt te begrijpen wat er met Peter aan de hand is, maar Peter wil niet luisteren – hij denkt het allemaal beter te weten en wil geen preek van zijn oom. Ben antwoordt: ‘I don’t mean to lecture, and I don’t mean to preach, and I know I am not your father.’ Peter antwoordt boos: ‘Then stop pretending to be!’ Dit raakt Ben diep en hij staakt het gesprek. Peter heeft echter ongelijk: sinds zijn ouders omkwamen, zijn Ben en tante May (Rosemary Harris) zijn ouders.

With great power…

In deze scène wordt een klassiek conflict uitgebeeld, dat tussen de vader en het kind. Dit is het moment dat het kind zich losmaakt van zijn ouders en alles op zijn manier wil doen. Uiteindelijk zal Peter echter leren dat Ben gelijk had en dit besef zorgt ervoor dat hij zijn krachten inderdaad gebruikt om het goede te doen. De vaderfiguur fungeert hier in principe als voorbeeld – als spiegelbeeld – voor de zoon: doordat Peter de normen en waarden van Ben overneemt, wordt in Spiderman de goedheid van Ben gereflecteerd.Peter gaat in de film dus wel het conflict aan met de vader, zij het dan dat het initiatiemoment waar Joseph Campbell het over heeft, later plaatsvindt. In de film zien we echter wel de verzoening (atonement) tussen vader en zoon. In tegenstelling tot de stripversie ziet Peter oom Ben namelijk nog even voordat deze doodgaat. Peter vindt Ben op straat, waar hij is neergeschoten. Peter knielt bij hem neer. Als Ben hem herkent, glimlacht hij nog even: hij vergeeft hem de ruzie van eerder die dag. Dit moment is een belangrijke en interessante toevoeging in de film. In geen van de stripversies van de origin story ziet Peter Ben sterven. In het oorspronkelijke verhaal van Stan Lee en Steve Ditko is het Lee, de geestelijk vader van Spiderman, en niet Ben die aan het eind van het eerste verhaal zegt dat met grote krachten grote verantwoordelijkheden gepaard gaan.Osborn/Green Goblin
In Sam Raimi’s Spider-Man is Norman Osborn heel duidelijk een alternatieve vaderfiguur voor Peter. Hij biedt hem zijn hulp aan als Peter een baantje zoekt en is aanwezig op Peters diploma-uitreiking. Hier is hij letterlijk de vervanging voor Ben Parker die inmiddels gestorven is. (Dat Osborn aanwezig is omdat zijn zoon Harry ook zijn diploma krijgt maakt hierin geen verschil.) In het eindgevecht zegt Osborn ook dat hij als een vader voor Peter is geweest. ‘Be a son to me now,’ vraagt hij hem. Peter wijst Osborn uiteindelijk af als vaderfiguur en stelt heel duidelijk dat oom Ben zijn vader is: ‘I have a father. His name is Ben Parker.’ De relatie tussen Peter en Osborn is in de film anders dan in de comics: daarin wordt Norman nooit neergezet als alternatieve vaderfiguur voor Peter.In Spider-Man 2 wordt Dr. Octopus ook neergezet als een soort van vaderfiguur, hoewel dat subtieler gebeurt dan bij Osborn. De scène waarin Peter bij Dr. Octavius en diens vrouw aan de thee zit is duidelijk geschreven om een persoonlijke band tussen Peter en Doc Ock bewerkstelligen. Je zou Octopus dan ook als wetenschappelijk vader van Peter kunnen beschouwen.

Harry Osborn in de voetsporen van zijn vader.

In tegenstelling tot Peter, doorloopt Harry Osborn (James Franco) wel het gehele oedipale traject. In het begin van de film verzet hij zich tegen zijn afkomst: als Norman Harry naar school brengt, wil Harry niet dat zijn klasgenoten hem in een limousine zien zitten. In de film probeert Harry wel de goedkeuring van zijn vader te krijgen. Deze blijft uit tot het moment dat Mary Jane (Kirsten Dunst) het uitmaakt met Harry – dan verzoenen Norman en zijn zoon zich met elkaar. Op de begrafenis van Norman zweert Harry zich op Spiderman te wreken. Hij denkt dat Spiderman verantwoordelijk is voor de dood van zijn vader. Harry neemt afscheidt van Peter en loopt naar de limousine: hij heeft zich verzoend met zijn lot en stapt letterlijk in de voetsporen van Norman Osborn. In de volgende films blijkt hoeveel als Harry ook daadwerkelijk de identiteit van de Green Goblin op zich neemt.In de film worden de relaties tussen de personages, in het bijzonder die van Peter met Ben en Peter met Osborn, duidelijk naar voren gebracht. Dit gebeurt ook in andere superheldenfilms: in The Hulk (Ang Lee, 2003) speelt de vader (Nick Nolte) ook een belangrijke rol in het leven van Bruce Banner (Eric Bana). De vader vervult ook de rol van superschurk: de strijd tussen vader en zoon wordt letterlijk verbeeld als Banners vader de krachten van zijn zoon probeert te absorberen. Het vooropstellen van de relaties tussen de personages maakt duidelijk dat het in de films – net als in strips van Marvel – ook draait om de mensen áchter het masker.

Lees verder over de wereld van de superheld
Michael Minneboo
Bovenstaande tekst is een bewerking van de doctoraalscriptie Superhelden in actie: Comics op celluloid. Geschreven door Michael Minneboo, major filmstudies Vakgroep Film- en televisiewetenschappen, Universiteit van Amsterdam.Literatuur
Adatto, Kiku. Picture Perfect. The Art and Artifice of Public Image Making. New York: Basic Books, 1993.

Brooker, Will. Batman Unmasked. Analyzing a Cultural Icon. London: Continuum, 2000.

McCloud, Scott. Understanding Comics. The Invisible Art. 2e druk. New York: Paradox Press, 2000(a).

Persmap. Spider-Man. Production Information. Amsterdam: Columbia Tristar Films, 2002.

Persmap. The Hulk. Amsterdam: Universal Pictures, 2003.

Reynolds, Richard. Superheroes. A Modern Mythology. London: B.T. Batsford, 1992.

Sassienie, Paul. The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere. London: Ebury, 1994.

Taormina, Agatha. The Hero, the Double, and the Outsider. Images of Three Archetypes in Science Fiction. Diss. Carnegie-Mellon University, 1980. Ann Arbor: University microfilms international, 1982.

Gerelateerde artikelen
Batman op de divan

De charme van Spider-Man

Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen

Categorieën
Strips

Superhelden 101: Het superhelden genre

‘To this day, nearly all superhero comics conform to the genre prerequisites of musclebound anatomy, exaggerated depths of field and everescalating stakes!’
– Scott McCloud In bovenstaande quote van McCloud staan drie kenmerken van het superheldengenre, waarvan het gespierde lichaam van de personages ongetwijfeld het meest bekende kenmerk is. Toch heeft het superheldengenre wat meer om het lijf dan die drie kenmerken.In de komende weken zullen deze aspecten nader onder de loep worden genomen in een serie essays over dit genre. In aflevering 1 wordt de superheld onder microscoop gelegd. Gevolgd door zijn tegenhanger de superschurk in aflevering twee. Tot slot wordt de wereld waarin deze personages leven nader beschouwd. Er kan maar één superman zijn
Het superheldengenre begon met de komst van Superman, de man van staal. Deze creatie van tieners Jerry Siegel en Joe Shuster verscheen voor het eerst in Action Comics #1 (1938) en al snel kreeg de held zijn eigen comic. Een jaar later werd Superman in de misdaadbestrijding bijgestaan door de duistere held Batman van Bob Kane & Bill Finger. Daarna volgde een hele reeks superhelden.Het verhaal van Superman legt de basis voor het superheldengenre:
‘It is impossible to overestimate the significance or importance of Superman. He is indisputably the most imitated character in comics. It is likely that without him we would never have seen the likes of Spiderman, Wonder Woman, X-Men and, more specifically, Batman […]’, schrijft Paul Sassienie in The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere . (1994): p. 23.Richard Reynolds heeft in zijn werk Superheroes: A Modern Mythology (1992) het fenomeen superhelden nader onderzocht en geeft een stel richtlijnen voor dit genre. Een belangrijk grafisch element is de dynamische stijl van superheldencomics. Kenmerkend voor deze stijl zijn de dieptecomposities die uit meerdere lagen bestaan. Daarbij worden binnen het stripkader de personages zodanig neergezet dat de fysieke- en machtsverhoudingen tussen de karakters duidelijk zijn. Inhoudelijk zijn er verschillende belangrijke kenmerken van het superheldengenre te onderscheiden.Culturele iconen
Will Brooker, die in zijn Batman Unmasked: Analyzing a Cultural Icon (2000) de verschillende incarnaties van het personage Batman onderzoekt, plaatst deze held binnen de familie van culturele iconen waar ook James Bond, Robin Hood en Dracula toe behoren:

Figures such as these, whose associations have changed over their histories – whether during the shifts from one medium to another, as a result of changing audience or in response to a new social context – offer more interesting possibilities for study with every year of their development as they transform and resurface in new guises, carrying meanings which increasingly toy with and sometimes overturn the conventions of the ‘original’. (Brooker 2000: 9)

In sommige gevallen komen deze iconen geheel los te staan van de originele tekst en kent het icoon verschillende en soms tegengestelde incarnaties in diverse culturele vormen. Dit is het geval met Robin Hood en Dracula, maar geldt nog niet voor Batman. Hij is nog sterk verbonden aan zijn oorsprong, doordat uitgeverij DC comics en Warner Bros. streng over de officiële versie waken. Dit betekent overigens niet dat er geen alternatieve interpretaties van het personage bestaan, maar wel dat Batman op dit moment nog geen losstaand icoon is dat in het publieke domein rondzweeft. Wat Batman wel gemeen heeft met zijn iconische collega’s is dat het personage in loop der jaren is aangepast aan de mode van het moment, terwijl de basisgegevens herkenbaar zijn gebleven. Culturele iconen worden tot op zekere hoogte geadapteerd aan de tijdsgeest. Hierdoor gaan ze lang mee, ze blijven immers voldoen aan de smaak van het publiek. Een tweede overeenkomst is dat bijna iedereen wel weet wie Batman is. Mensen hoeven de strip niet te kennen om de basiselementen van het Batman-concept op te kunnen noemen. Dergelijke informatie vormt de voorkennis van het publiek en op basis hiervan gaat men met een bepaalde verwachting naar de film. Juist deze algemene bekendheid van de personages maakt het voor Hollywood interessant om zich te wagen aan een stripverfilming. Wat voor Batman geldt, is over het algemeen ook waar voor andere bekende superhelden als Superman, Spiderman, Captain America en de Hulk.Overigens kunnen niet alle superhelden gezien worden als culturele iconen – dit is puur afhankelijk van de bekendheid die het betreffende personage geniet bij een groot publiek. Omdat het publiek bekend zal zijn met het concept van de superheld, zijn onbekende helden wel snel herkenbaar en in de juiste context te plaatsen. Buitenstaanders & maverick heroes
Superhelden zijn zowel insiders als outsiders. Enerzijds zijn superhelden mensen die buiten de maatschappij staan. In tegenstelling tot de handhavende macht, vertegenwoordigd door de politie en het leger, onderscheiden zij zich van de maatschappij door hun speciale krachten. Sommigen van hen lijken zelfs meer op goden dan gewone stervelingen, zoals Thor en Superman. (Reynolds 1992: 12-16.) Reynolds wijst erop dat de origin story van Superman een duidelijke mythische ondertoon heeft en vergelijkbaar is met passages uit de bijbel:

‘A ‘passing motorist, discovering the sleeping baby within’ echoes the Magi on the road to Bethlehem, or Moses among the bullrushes – both clearly appropriate notes to strike. The sky-spanning spaceship crashes into the Earth, leaving – in later versions of the myth, at least – a deep gash in the soil. So Superman is born from a marriage of Uranus (Heaven) and Gaia (Earth).’ (Reynolds 1992: 13-14)

Anderzijds zijn superhelden wel insiders, wat te maken heeft met hun normale identiteit. Ze maken deel uit van de maatschappij en vertegenwoordigen de Amerikaanse normen en waarden: zo zegt Superman (Christopher Reeve) tegen Lois Lane (Margot Kidder) in Superman (USA: Richard Donner, 1978) dat hij vecht voor ‘truth, justice and the American way’. Daarmee belichamen superhelden de Amerikaanse paradox van de gewone man die heel bijzondere daden weet te verrichten. Clark Kent is daar een goed voorbeeld van: ‘He is a nonviolent hero, a modest man who never seeks fame or glory,’ aldus Kiku Adatto. Superhelden zijn volgens Adatto een variatie op wat hij the maverick hero noemt: ‘[A] self-reliant American archetype who does things his own way; often outside established institutions, but who triumphs in the end, vindicating noble ideals.’ (Adatto 1993: 125) De maverick hero is een verzamelnaam voor verschillende subtypen helden en kent een lange geschiedenis in het imaginaire Amerika dat we kennen uit boeken en films. De klassieke westernheld zoals Gary Coopers sherrif in High Noon (USA: Fred Zinnemann, 1952) is een subtype, maar ook bijvoorbeeld de maverick cop zoals John McClane uit Die Hard (John, McTiernan, 1988).De maverick hero bestaat uit de volgende karakteristieken:

  1. Hij bewijst zijn kracht door één-op-één gevechten met vijanden, meestal met vuisten of wapens. De held schakelt de schurk uit met zijn eigen kracht en slimheid en is niet afhankelijk van institutionele hulp of technische voordelen.
  2. De held verlangt niet naar een gevecht, noch verlangt hij naar macht. Hij begint zijn missie met tegenzin. Wanneer de strijd geleverd is, verlaat hij het (strijd)toneel.
  3. Hoewel de held duidelijk als individu handelt, vecht hij wel ten behoeve van een gemeenschap die zijn inspanningen waard is. Hij is zowel in insider als een outsider: een insider omdat hij de (hoogste) idealen deelt met de maatschappij of gemeenschap die hij dient en een outsider omdat hij niet tot een organisatie behoort. De held wantrouwt officiële organisaties; vaak werken deze instituties en organisaties hem tegen of corrumperen ze de idealen waar hij voor staat.

In tegenstelling tot de standaard maverick hero, rebelleert de superheld niet tegen de methoden en praktijken van de instituten die hij dient. Meestal werkt hij mét de autoriteiten. Dit betekent overigens niet dat de superheld altijd alom gerespecteerd is: vooral de helden Spiderman, Batman en de X-Men hebben een ambivalente status en worden vaak afgeschilderd als vigilantes of misdadigers – ze worden eerder gezien als een gevaar voor de algemene orde dan beschermers ervan. Dit komt deels doordat de superheld, ondanks zijn geloof in gerechtigheid, vaak de wet overtreedt om gerechtigheid te doen geschieden.Autoriteit en macht
Daarmee neemt de superheld een speciale positie in ten opzichte van normale ordehandhavers. Hier komt duidelijk een tweedeling tussen autoriteit en macht naar voren. Dikwijls bezitten de autoriteiten in superheldenverhalen niet de macht om de juiste dingen te laten gebeuren en misdaad te bestrijden. Deze tweedeling zien we onder meer terug in de relatie tussen Commissioner Gordon en Batman.
Soms wordt deze tweedeling in één personage belichaamd, zoals bij Matt Murdock/Daredevil. Overdag is Murdock als advocaat een vertegenwoordiger van de autoriteiten. ’s Nachts compenseert hij als Daredevil de tekortkomingen van de wet door middel van vigilante acties. De autoriteit schiet in principe altijd tekort: zo zal Gotham City nooit veilig worden onder het gezag van Gordon alleen, maar heeft de politiemacht Batman nodig om de stad nog enigszins leefbaar te houden.Het alter ego
Het hebben van een dubbele identiteit is een vast gegeven in het superheldengenre. Volgens Agatha Taormina die archetypes in sciencefiction heeft onderzocht, kan het alter ego van de superheld meerdere functies hebben. In het geval van de menselijke superheld, zoals Batman, is de heldenidentiteit de ‘tweede ik’: de geheime identiteit beschermt de held en zijn naasten tegen bedreigingen van vijanden. In het geval van Superman is de heldenidentiteit zijn ‘eerste ik’ en is zijn normale voorkomen Clark Kent een vermomming. Clark Kent geeft Superman toegang tot informatie die normaliter voor hem onbereikbaar zou zijn. Tegelijkertijd geeft de Kent-identiteit Superman toegang tot een normaal leven. (Taormina 1982: 99)Het hebben van een dubbele identiteit geeft vaak problemen en vraagt om offers. Meestal lijdt het privéleven van de held onder zijn plicht. In het geval van Peter Parker maakt zijn Spiderman alter ego het moeilijk een normaal leven te leiden. Wanneer hij met zijn vriendin uit wil gaan, moet hij plotseling in actie komen als Spiderman. Anderzijds verstoort zijn privé-leven ook Spidermans activiteiten: in The Amazing Spider-Man (Vol.1) # 17 (1964) moet Spidey een gevecht met de Green Goblin staken omdat zijn tante May acuut is opgenomen in het ziekenhuis. Omdat de toeschouwers van het gevecht niet weten waarom de held plotseling het strijdtoneel verlaat, wordt aangenomen dat Spiderman een lafaard is. Hierdoor loopt zijn toch al niet goede reputatie een hoop schade op.De dubbele identiteit van superhelden en de ontdekking ervan is een bron voor mogelijke verhalen en suspense. Het blijft de achillespees van de held; zijn/haar zwakke plek.Kostuum
Een belangrijk kenmerk van het superheldengenre is het kostuum dat helden en schurken dragen. Het kostuum is een teken van een individuele identiteit – het uiterlijk van het alter ego. Reynolds herkent in de conventies van het superheldenkostuum Saussures systeem van langue en parole. Langue (taal) is de structuur waaruit kostuumconventies bestaan, de regels die bepalen hoe deze eruit zien. Parole is een specifieke uitspraak binnen deze conventies: een individueel kostuum.Daarbij zijn de tekens die gebruikt worden geenszins arbitrair, het kostuum zegt iets over de drager. Zo geven het web en de spin op Spidermans pak aan waar hij zijn krachten vandaan heeft. In sommige gevallen is het kostuum een bron van kracht, zoals bij Iron Man. Iron Mans pak is een stalen harnas, dat oorspronkelijk gemaakt is om de drager Tony Stark – die een zwak hart heeft – in leven te houden. In dit geval is het kostuum de superidentiteit: als Tony Stark zijn pak uitdoet is hij een gewone sterveling. Iemand anders kan zijn pak aandoen en daarmee de identiteit van Iron Man aannemen.Het kostuum heeft ook de functie van een uniform; hiermee onderscheiden de superpersonages zich van de gewone stervelingen. Zo creëert het kostuum een gemeenschap onder de dragers. Bij het eerste team van de X-Men hadden de kostuums de functie van uniform. Ieder lid van het team droeg hetzelfde kostuum omdat deze de functie had van schooluniform: het eerste team bestond immers uit mutanten in opleiding op de School Voor Begaafde Jongeren van Charles Xavier.Over het algemeen draagt een superheld altijd hetzelfde kostuum. Dit kan door de jaren heen wel wat aangepast worden: zo is het pak van Iron Man tegenwoordig meer gestroomlijnd dan de eerste versie. Deze eerste versie kwam overeen met hoe in die tijd robots werden voorgesteld, namelijk hoekig en grijs. In dit opzicht zijn kostuums wel modegevoelig.Wanneer een held van kostuum wisselt, kan dit een verandering in het karakter aangeven. In de film Spider-Man draagt Peter eerst een snel in elkaar gezet pak en noemt hij zich ‘The Human Spider’. Hij probeert met zijn nieuwe krachten snel een paar dollar te winnen door aan een worstelwedstrijd mee te doen. Pas wanneer hij ervoor kiest zijn krachten in te zetten voor de mensheid, draagt hij het overbekende Spiderman kostuum.Volgens Reynolds zijn het vooral de secondaire superhelden die van kostuum veranderen. Deze helden zijn dikwijls lid van een superheldenteam en hebben geen eigen serie. Hij geeft als voorbeeld het personage Henry Pym, dat meerdere malen van identiteit en kostuum is veranderd. Dit zou Pyms onzekerheid ten opzichte van meer charismatische helden binnen het team de Avengers weergeven. (Reynolds 1992: 29) De grote helden veranderen bijna nooit van kostuum: ‘To change the costume of Captain America or Batman would mean redefining a precise iconographic configuration’, aldus Reynolds. Reynolds wijst op een belangrijk onderscheid tussen de verschillende kostuums: ‘Superhero costumes are either sexless, denying the humanity of the hero within, or garments of great erotic significance’. (Reynolds 1992: 30) Het pak van Iron Man, dat hem een robotachtig uiterlijk geeft valt onder de eerste categorie. De kostuums van vrouwelijke supermensen vallen duidelijk onder de tweede categorie, want deze verhullen vaak niet zo heel veel en accentueren de lichaamsvormen goed. Hoewel de strakke outfits van de mannelijke helden ook lichaamsbouw en spieren accentueren, is bij de vrouwelijke heldinnen en schurken meer huid te zien. Dit plaatst ze eerder in de categorie van lustobject dan hun mannelijke collega’s.Fetisj
Het dragen van een kostuum kan ook een fetisjerende functie hebben en kan de bron zijn van seksuele kracht. Het kostuum van Catwoman in Batman Returns (USA: Tim Burton, 1992) roept dankzij haar naaldhakken, zwarte latex en zweepje een directe associatie op met bondage. Joel Schumacher, regisseur van Batman Forever (USA: 1995) en Batman & Robin (USA: 1997) hijst de helden in zwarte rubberen pakken met tepels en biedt het publiek close-ups van het achterwerk en kruis van Batman. Hierdoor lijkt de Dark Knight meer op een Darkroom nicht. Verloren ouders en alternatieve familie
Maar weinig superhelden hebben een simpele en ongecompliceerde relatie met hun ouders. Dit geldt in het bijzonder voor de superhelden die hun krachten krijgen als tiener, zoals Spiderman en de mutanten:

‘The roots of a superhero career – the all-imporant “origin story” – go back to adolescence, and the character’s development as a superhero must encompass evolving relationships with parents or substitute parental figures.’ (Reynolds 1992: 61)

In veel gevallen is de held wees en wordt hij grootgebracht door surrogaatouders. Peter Parker is opgevoed door zijn oom Ben en tante May, Superman door Jonathan en Martha Kent en Batman door Alfred de butler. In sommige gevallen speelt het verlies van de ouders een centrale rol in de wording van de held.Wanneer een superheld zijn krachten krijgt na de pubertijd, neemt de held vaak zelf een vaderrol in. Reed Richards van de Fantastic Four is de leider van het team en heeft daardoor een vaderrol voor de andere leden. Dit geldt ook voor Professor Xavier van de X-Men: hij is zowel leider van de X-Men, als leraar en vaderfiguur voor de studenten op zijn voor mutanten. De X-Men als groep vormt weer een alternatieve familie voor de mutanten die wees zijn of zijn verstoten door hun familie.Vaderfiguren spelen een belangrijke rol in de verhalen: zo probeert Norman Osborn een vader te zijn voor Peter Parker in Spider-Man, en is Batman in de strips zelf een surrogaatvader voor Robin. Omdat het personage Robin in de films wat ouder is dan in de comics, is de situatie in de films eerder die van mentor-leerling of zelfs een vriendschappelijke relatie in plaats van vader-zoon.Moeders
Het is overigens wel frappant dat de vader zo’n prominente rol heeft in superheldenverhalen. De moeder heeft wat de wording van de held betreft maar een marginale rol. Dit heeft misschien te maken met de oorsprong van het genre dat plaatsvond in een tijd dat er nog meer sprake was van een mannenwereld. Dit wordt ook gereflecteerd in de sekse van de helden: mannelijke superhelden waren (en zijn vaak nog) in de meerderheid. Wellicht hangt dit ook samen met het (oorspronkelijke) beoogde lezerspubliek van mannelijke adolescenten.Lees verder over de superschurk

Michael Minneboo
Bovenstaande tekst is een bewerking van de doctoraalscriptie Superhelden in actie: Comics op celluloid. Geschreven door Michael Minneboo, major filmstudies Vakgroep Film- en televisiewetenschappen, Universiteit van Amsterdam.Literatuur
Adatto, Kiku. Picture Perfect. The Art and Artifice of Public Image Making. New York: Basic Books, 1993.

Brooker, Will. Batman Unmasked. Analyzing a Cultural Icon. London: Continuum, 2000.

McCloud, Scott. Understanding Comics. The Invisible Art. 2e druk. New York: Paradox Press, 2000(a).

Reynolds, Richard. Superheroes. A Modern Mythology. London: B.T. Batsford, 1992.

Sassienie, Paul. The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere. London: Ebury, 1994.

Taormina, Agatha. The Hero, the Double, and the Outsider. Images of Three Archetypes in Science Fiction. Diss. Carnegie-Mellon University, 1980. Ann Arbor: University microfilms international, 1982.

Gerelateerde artikelen
Batman op de divan
De charme van Spider-Man

Categorieën
Film Media Strips

Een introductie tot Heroes

De makers van de serie Heroes lieten zich ongetwijfeld inspireren door superheldenstrips en hebben interessante televisie afgeleverd. Het komt zelden voor dat televisiemakers met iets nieuws komen. Televisie is per definitie een volgzaam medium dat al sinds de eerste uitzending ideeën ‘leent’ van het oude medium film. Sommige televisieseries hebben echter een mooi verhaal met goeduitgewerkte personages. De serie Heroes, waarmee NBC duidelijk probeert mee te liften op het succes van de superheldenverfilmingen van de afgelopen jaren, is zo’n serie. Over de gehele aarde blijken mensen speciale gaven te bezitten. Een kunstenaar kan de toekomst schilderen, een politicus kan vliegen, een Japanse kantoorslaaf kan tijd en ruimte manipuleren, een zorgzame moeder heeft een gewelddadig alter ego, en een cheerleader is schijnbaar onbreekbaar… Een echte verklaring hiervoor wordt niet gegeven, behalve dan dat er wat gegoocheld wordt met termen uit de genetica. De verklaring voor de krachten is dan ook niet heel belangrijk. Wat mensen met hun gaven doen wél.Marvel
De invloed van superheldenstrips is duidelijk te merken. De mensen in Heroes zijn feilbaar. Terwijl ze al moeite hebben met het leven van alledag, moeten ze ook nog eens leren omgaan met het hebben van speciale krachten. Daarbij brengt het hebben van deze gaven hen vaak in de problemen en lijken deze eerder een vloek dan een zegen te zijn. Dit zal menig striplezer bekend in de oren klinken. Tim Kring heeft bij het bedenken van de serie vast zijn verzameling Marvel-comics nog eens doorgenomen. Zijn helden lijken dan ook veel op de mutanten van Stan Lee en Jack Kirby. Overigens wordt er in de serie openlijk verwezen naar superheldenstrips. Hiro (Masi Oka), die tijd en ruimte kan manipuleren, haalt zijn wijsheid over tijdreizen uit X-Men comics. In de eerste aflevering legt hij uit dat tijd niet verloopt in een rechte lijn, maar cirkelvormig is. Als zijn vriend Ando vraagt hoe hij aan deze wijsheid komt, bekent Hiro dat hij het van Kitty Pryde van de X-Men heeft. Hiro heeft last van een heldencomplex door alle strips die hij gelezen heeft. Wanneer in de loop van de serie zijn krachten lijken af te nemen, bewijst hij zijn heldenmoed door toch door te zetten. In dat opzicht is Ando wellicht de echte held van het verhaal, aangezien deze sidekick helemaal niet beschikt over speciale kracht. Visueel is Heroes ook een ode aan de superheldenstrip. Isaac Mendez (Santiago Cabrera) maakt zijn schilderijen in comicbookstijl. De typografie van de titels doet denken aan stripteksten. Wanneer Hiro en Ando in het Japans praten, komt de ondertiteling telkens op een andere plek in beeld net als tekstballonnen uit strips. (Dit geldt overigens alleen voor de Engelse versie.)Huis en haard
Gezinswaarden zijn erg belangrijk in Heroes. Alles draait om familiebanden en het beschermen van gezinsleden. Nathan en Peter Petrelli (Milo Ventimiglia) hebben een typische grote en kleine broer relatie met alles wat daarbij hoort. Niki Sanders (Ali Larter) wil koste wat het kost haar zoon Micah beschermen. Haar alter ego legt misdadigers om zonder met haar ogen te knipperen en is zelfs bereid Micahs vader neer te schieten als het moet. Claire’s vader (Jack Coleman) doet alles uit liefde voor zijn geadopteerde dochter. Hij weet dat ze zichzelf heel snel kan genezen en om haar geheim te beschermen maakt hij jacht op andere begaafde mensen. Dat is ook nodig, want Claire (Hayden Panettiere) staat op het lijstje van Sylar die de gaven van anderen verzamelt. Om deze gaven over te kunnen nemen moet hij de helden eerst vermoorden en ontdoen van hun schedeldak. Met iedere moord wordt hij sterker en gevaarlijker. Sylar vormt echter niet het enige gevaar: vanaf aflevering één is duidelijk dat de wereld afstevent op een kleine Apocalyps – de vernietiging van New York. Of de helden van Heroes ook daadwerkelijk in staat zijn om dit verijdelen is de vraag, want voorlopig liggen ze vooral met hun krachten, elkaar en hun familie overhoop. Laat staan dat ze het einde van The Big Apple kunnen voorkomen. Niets menselijks is hen immers vreemd. Crossmediaal heldendom
Behalve een televisieserie is Heroes ook een crossmediaal feest. Op de website kun je afleveringen terugkijken (met of zonder commentaartrack), een stripverhaal lezen dat achtergrondinformatie geeft en je theorieën kwijt op een forum. In dat opzicht wordt er handig gebruik gemaakt van wat digitale media te bieden heeft om de kijkervaring te vergroten: de dvd-extra’s nu al op het internet. De serie wordt in Nederland vooralsnog op donderdag om 21.30 uitgezonden op ReuTeL-5, met een herhaling op zondagavond. Maar echte fans hebben Heroes natuurlijk allang gedownload of op het interpret gekeken. Binnenkort meer over Heroes.

Categorieën
Film Filmrecensie

BlogTalk #9: De Beste Films van 2006

Het einde van het jaar staat weer voor de deur en tussen alle eindejaarlijstjes mag natuurlijk het lijstje met beste films van het afgelopen jaar niet ontbreken. Sterker nog: vergeet alle andere lijstjes en vergaap je/knik instemmend/maak je boos om de Top 10 lijstjes van Blog Talk! Blog Talk is een gezamenlijk project tussen verschillende filmweblogs in Nederland en België:
De Ultieme Filmblog;
Popcorn Movieblog;
en Tagoean.Ieder blog publiceert zijn eigen voorkeurslijstje (check ‘m out) en hieronder staat de mijne:

  1. Capote
  2. V for Vendetta
  3. Clerks II
  4. X-Men: The Last Stand
  5. Good Night and Good Luck
  6. Kiss, Kiss, Bang Bang/Serenity
  7. Brokeback Mountain
  8. The Squid and the Whale
  9. Zwartboek
  10. Ik Omhels Je Met Duizend Armen

Overigens vond ik dit een mager filmjaar. De oplettende lezer ziet dan ook enkele titels staan die dit jaar op dvd verschenen en heel officieel gezien vorig jaar in de bios zijn uitgekomen. De echte uitschieters zijn wat mij betreft de eerste acht films.Zwartboek had enkele heel sterke punten, waaronder de casting van Carice van Houten en Thom Hoffman. Helaas bevatte het script ook plotgaten zo groot dat je er een hele familie in kwijt kunt. Maar het feit dat Paul Verhoeven weer films maakt in Nederland moet gevierd worden. Hij is een van de meest eigenzinnige en bijzondere filmmakers die dit land heeft en daar moeten we zuinig op zijn.Ik omhels je met duizend armen, de laatste film van die andere bijzondere filmmaker, wijlen Willem van de Sande Bakhuyzen, heeft net als Zwartboek het nadeel dat Johnny de Mol erin voorkomt. Die jongen overtuigt niet eens als hij zichzelf is als gast in een talkshow, laat staan als er van hem verwacht wordt dat hij een rol speelt. Maar de euthanasie-scène is zeer goed gedaan en verdient daarom een plaats in de top 10. Misschien zijn interessante films gewoon niet altijd helemaal perfect, maar in ieder geval boeiend. Over Clerks II kan ik kort zijn: twee keer gezien in de bios en twee keer dubbel gelegen van het lachen. V for Vendetta is de eerste superheldenfilm die een duidelijk politiek punt weet te maken. En Capote… nou ja, als Philip Seymour Hoffman geen Oscar had gekregen voor die rol, was het gouden beeldje geen knip voor de neus meer waard geweest.De film Kiss, Kiss, Bang Bang (goed, kwam op eind vorig jaar uit, maar een kniesoor die daar op let). Het is geen origineel verhaal, maar de vertelstijl is zeer aantrekkelijk. Verder is de cast geweldig: Robert Downey Jr – yeah, en de mooie en tevens grappige Michelle Monaghan. En die twee homo’s op de berg, daar kun je eigenlijk niet om heen. Een van de weinige keren dat Hollywood serieus het thema homoseksualiteit aanpakt, al is het wel weer typisch Amerikaans dat degene die uit de kast komt ook meteen maar weer doodgeslagen moet worden. They still have a long way to go.De film The Squid and the Whale is een lowbudgetfilm waarin op realistische wijze de scheiding van een gezin wordt uitgebeeld. Zoals vaak worden dramatische momenten in een mensenleven het beste verteld met een dosis zwarte humor en dat is in deze film ook het geval, zij het dan dat het gaat om een lichte dosis humor. Een integere film die lak heeft aan alles wat Syd Field ooit heeft verteld over hoe een scenario in elkaar moet zitten.
Wat vind jij de beste films van dit jaar?

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Film: X-men 3

Begin december komt X-Men: The last stand eindelijk uit op DVD. Met dit derde deel neemt regisseur Brett Ratner het werk over van Bryan Singer die ervoor koos om zijn Superman Returns te maken.

De tiener Warren Worthington III probeert koortsachtig de vergroeiing op zijn rug af te knippen terwijl zijn vader de afgesloten badkamer binnenstormt. Schaamte en pijn zijn van het gezicht van de jongen af te lezen. De veranderingen die zijn lichaam ondergaat tijdens de puberteit zijn geen pretje, zeker niet als er engelachtige vleugels op je rug blijken te groeien. Het lukt vader Worthington om een geneesmiddel te ontwikkelen die alle vergelijkbare mutanten uit de X-men-strip- en filmreeks in staat stelt voorgoed van hun aangeboren gaven, afwijkingen en rariteiten af te komen.

Eigenheid
In de X-Men-reeks staan mutanten model voor de universele Ander die, bestookt met vooroordelen en onwetendheid, niet geaccepteerd wordt door de maatschappij. Centraal in X-Men: The last stand staat de vraag of mensen alleen geaccepteerd kunnen worden als zij zich aan de standaarden van die maatschappij conformeren. Gaan mutanten voor ‘genezing’ om opgenomen te worden door de massa, of behouden ze hun individualiteit? De mutant Rogue belichaamt dit vraagstuk het beste. Ze is niet in staat lichamelijk contact met iemand te hebben zonder diens levensenergie te absorberen. In de eerste film ontdekte Rogue haar krachten toen ze haar vriendje tot een coma zoende. In X-Men 2 kreeg ze een onmogelijke relatie met Bobby (Iceman) en in dit deel moet ze machteloos toezien hoe hij en nieuweling Kitty Pryde/Shadowcat naar elkaar toe groeien. Het geneesmiddel lijkt het einde van haar vloek te beloven.

Stripplaatjes
Bryan Singer bracht met de eerste twee X-Men-films de combinatie van menselijkheid en superheldenactie uit de strips op meeslepende wijze naar het witte doek. Regisseur Brett Ratner zet die lijn gelukkig voort. Dankzij de eerder gelegde basis van sterke verhaallijnen en uitgediepte personages weet hij het voorgaande bevredigend af te ronden. Enige voorkennis van de eerste delen verrijkt de kijkervaring wel, hoewel de belangrijkste personages tussen de actie door net genoeg ruimte krijgen om tot hun recht te komen. Dit laatste is vooral te danken aan de krachtige beeldtaal die de innerlijke conflicten van de personages visualiseert. In strips wordt altijd het sleutelmoment van een handeling getoond. Net als in stripplaatjes gebruikt Ratner iconografische shots die de tijd even doen stilstaan. Bijvoorbeeld wanneer Kitty tijdens het schaatsen struikelt en Bobby haar in zijn armen opvangt in een klassiek-romantische pose.

Een ander voorbeeld is het moment waarop Wolverine met grote inspanning stapje voor stapje richting Jean Grey loopt, terwijl haar goddelijke kracht zijn lichaam langzaam uiteenrukt. Het is een beeld dat op het netvlies gegrift blijft en dat zo uit de strips had kunnen komen. Deze visuele metafoor verbeeldt de keuze die Wolverine innerlijk verscheurt: hij houdt van haar, maar is de enige die de losgeslagen Jean kan tegenhouden. Dit soort aansprekende dilemma’s raakt net niet ondergesneeuwd door de actiescènes. Ratner rondt daarmee vakkundig af wat Singer begon.