Categorieën
Media

Facebook is onleesbaar

Eigenlijk ben ik vanuit social media-oogpunt gezien best een asociale Faceboeker. Ik plaats vooral dingen op mijn prikbord en reageer als mensen daarop reageren. Soms lees ik de updates van anderen, maar ik volg zoveel mensen dat de stroom informatie, en die term neem ik bij deze even ruim, niet meer valt bij te houden. Facebook en Twitter zijn echt dingetjes voor erbij, ze zijn geen halszaak voor me.

Dit keer is het nog redelijk leesbaar, maar meestal niet.

Sterker nog: de laatste tijd doe ik steeds minder aan sociale media en dat bevalt best. Als je niet oppast zijn Facebook en Twitter echte tijdverslindende vampiertjes.

Waar ik me in het bijzonder aan erger is de beveiligingscontrole van Facebook. Hoewel ik netjes sta ingelogd, wil Facebook iedere keer als ik een linkje wil plaatsen weten dat ik niet een of andere bot ben. Dus moet ik telkens een beveiligingscode intikken. Vervelend, want vaak kan ik die dingen niet goed lezen en tik ik het dus verkeerd in. Waarom zetten ze die woorden niet leesbaarder neer? Een bot kan een plaatje toch sowieso niet lezen? Of is de techniek inmiddels al zover gevorderd dat de beveiligingscodes onleesbaar moeten zijn om spam te voorkomen?

Misschien is dit Facebooks manier om me te vertellen dat ik meer (inter)actiever moet opstellen. Maar dat maak ik toch liever zelf uit.

Hoe dan ook: weer een voorbeeld van hoe spammers in de wereld het leven onnodig moeilijk maken. Als er geen spam zou zijn, dan is zo’n code immers ook overbodig.

Categorieën
Mike's notities

Ikke, ikke, ikke!

Categorieën
Spladodder!

KvK maakt doodleuk privéadres ZZP’er openbaar

Als zzp’er ben je verplicht om je bij de Kamer van Koophandel in te schrijven. Dat is mij als zelfstandige al jaren een doorn in het oog en ik beschouw die inschrijving dan ook als een extra en onnodige belasting omdat ik, tot nu toe, nog niets aan die inschrijving heb gehad. Behalve dan een grote berg reclamepost en vervelende telefoontjes van callcenters dan, want die inschrijfgegevens worden doodleuk doorgespeeld aan derden.

Maar die reclameberg is nog niet eens het ergste. Door de inschrijving is je bedrijfsadres online zichtbaar voor jan en alleman. Dat is vervelend als je bedrijfsadres en je privéadres dezelfde zijn. En dat is bij veel zelfstandigen het geval. En dat kan heel vervelende gevolgen hebben.

Bijvoorbeeld voor cabaretier Katinka Polderman. In haar Spits-column van 18 januari schrijft ze:

Wil je iemand bedreigen? Een podiumartiest, presentator, journalist of andere zelfstandige zonder personeel (ZZP’er) stalken of hem anderszins het leven zuur maken? In samenwerking met de overheid is daar een handige tool voor ontwikkeld: De Kamer van Koophandel. Het werkt heel gemakkelijk; het enige dat je hoeft te doen is naar www.kvk.nl gaan. Meteen op de voorpagina staat een gebruiksvriendelijke zoekbalk waar je alleen nog even de naam van het ZZP-slachtoffer in hoeft te vullen. Binnen seconden verschijnt het huisadres van de ZZP’er.

En Polderman is niet de enige zzp’er die hier een probleem mee heeft. Kunstenares Tinkebell en publiciste Karin Spaink delen de kritiek van Polderman. Pieter Hilhorst van het Vara programma De Ombudsman pakt de zaak op en ging samen met Polderman naar de KvK met de vraag of dit echt niet anders kan.

De uitzending is vrijdag 3 februari om 20.50 op Nederland 2.

Hieronder de oproep van Pieter om hierover mee te praten op Twitter.

Ook meepraten op Twitter? Gebruik dan #varaombudsman.

Katinka beschrijft in de column van deze week hoe het bezoek aan de KvK verliep.

Hier nog even de regels volgens die gezellige organisatie.

Edwin Mijnsbergen zet de privacyschendingen van de KvK nog eens duidelijk op een rij in een blogpost.

In de rubriek Spladodder! behandel ik allerlei zaken die wat mij betreft niet door de beugel kunnen. Beeld is van Hallie Lama.

Categorieën
Bloggen

Het monster dat gevoed moet worden

Illustratie: Emma Ringelberg

Bloggen doe je voor je plezier en omdat je iets kwijt wilt aan de wereld. Dat klinkt simpel, maar dat is het niet.

Daar begint het bloggen wel mee, met de wens om mensen te bereiken. Om gehoord te worden. Om te delen wat jou zo enthousiast maakt, waar je je over verwondert, wat je bezighoudt. Prima redenen.

Toch kan het bloggen soms ook als een last aanvoelen. Opeens blog je niet meer omdat je het wilt, maar omdat je het gevoel hebt dat je moet. Dat je iets moet publiceren omdat er anders geen bezoekers op je site komen. Dat je iets moet publiceren omdat het alweer een paar dagen geleden is dat je een blogpost hebt geschreven. Dat je iets nieuws moet publiceren omdat er op de laatste paar teksten geen reacties binnenkwamen. Blijven produceren omdat mensen anders vergeten dat je blog bestaat. Uit het oog uit het hart. Zoiets.

Als je dat ervaart, lijkt je blog bijna als een monster dat gevoed moet worden. Een monster dat je aandacht vraagt, ook als je er geen zin in hebt. Een monster met een geeuwhonger die niet te stillen lijkt, want niet lang nadat je het monster gevoerd hebt met een verse blogpost, bekruipt je het onbehaaglijke gevoel dat je weer aan de slag moet.

Maar het monster dat gevoed moet worden is niet je blog. Je blog is namelijk maar een ding op het web, de plek waar je publiceert. Alle eigenschappen die je je blog toebedeelt, behoren jezelf toe. Je blog is namelijk niet meer of minder dan een verlengstuk van jezelf. Kortom, het monster dat gevoed moet worden, dat ben je zelf.

Ga maar na: publiceer je op zo’n moment nog omdat je iets kwijt wilt aan de wereld? Dat je het gevoel hebt dat je zult barsten als je niet je vingers over het toetsenbord laat gaan om over die ene film, strip, liedje of gebeurtenis te schrijven? Of publiceer je omdat je het gevoel hebt dat je wel moet om de verkeerde redenen? Omdat je reacties wilt bijvoorbeeld, of omdat je te veel naar je statistieken hebt zitten kijken en die je drijfveer vormen om door te bloggen?

Moet je blog gevoed worden, of je ego? Want, laten we eerlijk zijn, je aanwezigheid op het web, of het nu bloggen, Facebook of Twitter betreft, heeft ook met het ego te maken. De mens verlangt naar aandacht. Mis je de spotlight, de aandacht, de reacties? Als dit laatste het geval is, kun je het beste iets anders gaan doen. Even afstand van het bloggen nemen. Even goed nadenken over je motieven. Waarom blog je? Wat wil je ermee bereiken? Wat doet het voor jou?

Als je de antwoorden op die vragen kent, is je honger vast ook gestild. Je weet op zijn minst wie en wat je aan het voeren bent als je weer gaat bloggen.

(Deze blogpost is deels een antwoord op die van Peter de Kock.)

Categorieën
Strips

Treinmeisjes geportretteerd

In de trein kun je van alles doen: lezen, gesprekken voeren, je adressenbestand in je telefoon opschonen en uit je neus eten. Maar je kunt ook interessante medepassagiers vastleggen.

Sean van der Meulen, tekenaar en blogger, tekent geregeld meisjes die hij tegenkomt in de trein. Een paar portretten heeft hij op zijn blog gezet, de rest kun je op Flickr bekijken.

Ik vind het een leuk project en vooral mooie portretten. Van der Meulen zet de dames raak neer op het papier. Ik vind netjes schrijven in een wiegelende trein al lastig.

Van der Meulen vertelde me via Twitter dat hij dit al een tijd doet, maar dat hij de laatste tijd weer wat vaker zijn pen oppakt. De meeste dames hebben het overigens niet door dat ze getekend worden. Soms willen ze het resultaat wel even zien.

Het tekenen van leuke vrouwen is overigens niet geheel zonder risico: ‘Één keertje was een dame wel heel geïnteresseerd in me en dat vond mijn vriendin minder leuk.’

Dit is een van mijn favoriete prenten uit de serie:

traingirl16082010
© Sean van der Meulen

 

Categorieën
Bloggen

Je blog als notitieblok

Illustratie: Emma Ringelberg

De laatste weken is er een leuke discussie, noem het dialoog, gaande tussen verschillende bloggers die ik graag volg. Daarin overheerst een nostalgisch gevoel waarin we terug willen naar hoe het bloggen ging voor de komst van sociale media. Je blog als centraal punt van al je activiteiten.

Nu kun je niet zo maar terug in de tijd en in principe hoeft dat ook niet: je kunt sociale media inzetten, maar dan moet je wel accepteren dat de discussie over wat je te zeggen hebt op verschillende plekken kan plaatsvinden.

Karins aanpak om op elkaar te reageren via blogposts spreekt me erg aan. Een eigen tekst bied je de ruimte om genuanceerd op iemand te antwoorden. Onder blogpost reageren is ook goed natuurlijk, zolang de reactie maar aan het blog gekoppeld is. Op Twitter verwaaien reacties veel sneller dan op een blog.

De laatste tijd voel ik behoefte om korte en krachtige posts te schrijven. Om mijn blog als een soort notitieboekje te gebruiken.

Dat wil zeggen: korte posts met een enkele observatie, een plaatje of video met een tekstje. Een korte recensie, een los idee, één gedachte – hup op het web. Blogpost hoeven wat mij betreft ook geen afgerond geheel te vormen, maar kunnen een work in progress zijn. Een schets, een opzetje dat later tot meer kan leiden.

Ik hoor doorgewinterde bloggers al denken dat zij al jaren doen wat ik hierboven beschrijf. En dat is natuurlijk ook zo. Het is Old Skool bloggen. Ik schrijf het hier op om mezelf er weer eens aan te herinneren.

Het blog als notitieblok. Daar was ik in het begin van michaelminneboo.nl huiverig voor, want het blog zit vast aan mijn portfolio-site. Voor potentiële nieuwe opdrachtgevers wil je als freelancer een zo goed mogelijke indruk maken. Maar daar heb ik in principe ook een archief voor aangemaakt waar ik een selectie plaats van de artikelen die ik in opdracht heb geschreven.

Een blog moet léven. Je moet er ideeën kunnen uitspreken en toetsen. Laten zien wat je bezighoudt, wat je fascineert.

Dus niets staat me meer in de weg om het vanaf nu anders aan te gaan pakken.

Categorieën
Bloggen

Facebook: Vind ik (niet meer) leuk

Illustratie: Emma Ringelberg

Zondagavond heb ik eindelijk The social network van David Fincher gezien. Een fantastische film over de ontstaansgeschiedenis van Facebook.

Mark Zuckerberg, de creator van ’s werelds meest gebruikte sociale netwerk, wordt hierin neergezet als een contactgestoorde nerd. Geen aardige jongen die wraak neemt op zijn ex-vriendinnetje door allerlei nare feiten over haar te bloggen. Volgens The social network was het concept van Facebook niet alleen het idee van Zuckerberg, al claimde hij later van wel. Ook zette hij zijn beste vriend en compagnon ook zakelijk flink te kakken. Ik vind het een boeiend gegeven dat het ontstaansproces van Facebook, een sociaal netwerk dat draait om het in contact blijven met je vrienden, juist een breuk veroorzaakte tussen twee beste vrienden.

Aangenomen dat de filmmakers niet te veel afwijken van wat werkelijk heeft plaatsgevonden zal ik Zuckerberg niet snel een vriend-invite toesturen. Sterker nog: ik twijfel sowieso of ik wil blijven facebooken of dat ik het social netwerkboek voorgoed zal sluiten.

Ik ben het namelijk met Karin Ramaker eens dat ik  mijn blog zie als het centrum van al mijn activiteiten. Mijn blog is mijn online thuis. Hier ben ik altijd te vinden. Hier wil ik alles vertellen wat ik te zeggen heb. Dit is Michael Minneboo central.

Door de opkomst van sociale netwerken en applicaties als Twitter is de communicatie tussen webgebruikers verspreid geraakt. Mensen microbloggen op Twitter, statusupdaten op Facebook en reageren op linkjes naar blogs op de plek waar het linkje staat en vaak niet meer onder de blogpost zelf.

Dat laatste heeft tot gevolg dat je constant op verschillende plekken met je lezers aan het communiceren bent. Je moet dus overal aanwezig zijn. Daarbij mis je het overzicht van alle reacties onder je blogpost omdat ze overal staan.

De oplossing ligt voor de hand: geen linkjes meer plaatsen op Facebook en Twitter. Alleen scheelt dat wel een hoop bezoek, want als je het niet op Facebook aankondigt, komen veel lezers niet meer naar je blog.

Het is een dilemma waar ik nog geen oplossing voor heb bedacht.

Volledig stoppen met Facebook? Ik twijfel nog. Op zich zou het privacyprobleem al een goed argument zijn om ermee te kappen. Toch heb ik  ook lol veel lol van de korte gesprekjes die er ontstaan, de grappige dingen die mensen plaatsen en de informatie die ik als stripjournalist vergaar bij de pagina’s van stripmakers en uitgeverijen.

Karin wil graag terug naar hoe het vroeger was:

Als het gaat om bloggen en het blog als centrum zien zou ik liever een permanente blogrevival zien. De discussies, de vragen, de complimenten, de aanvullingen, ja zelfs de verongelijkte verwarringen zijn onmisbaar.

Ik sluit me bij Karin aan, maar vraag me af of we nog terug kunnen. Het gros van de lezers zal het wel prima vinden hoe het nu gaat. Het is ook lekker makkelijk reageren via Twitter, etc. Nou ja, laat ik in ieder geval zelf het goede voorbeeld geven en weer reacties achterlaten onder de betreffende blogpost.

Ik nodig hierbij mijn lezers uit om hetzelfde te doen.

Update 2 augustus 21:00 uur
Inmiddels heeft Karin een vervolg geschreven waarin zie dieper ingaat op de vraag wel of geen social media te gebruiken om haar blog te promoten. Leuk dat we zo op elkaar reageren via blogpost. Dat houdt deze kwestie in ieder geval gecentreerd op de blogs zelf.

Categorieën
Mike's notities

Steve Jobs: ‘Stay Hungry. Stay Foolish.’

Ik ben een mac-gebruiker, dat zeker, maar ik draag Steve Jobs niet op handen. Niet iedere scheet die de CEO van Apple laat hoef ik te ruiken, laat ik het zo stellen. Maar ik bewonder de man voor zijn ondernemersschap en over het algemeen ben ik blij met mijn Mac. Recent werd ik via twitter op een inspirerende speech van Jobs gewezen door Punkmedia.

Het is een speech uit 2005 die Jobs gaf aan een stel afgestudeerden van de Stanford University. Ik vind het een zeer inspirerend verhaal. Jobs vertelt drie anekdotes uit zijn eigen leven met de strekking dat je vooral je eigen pad in het leven moet zoeken. Laat je niet leiden door de dogma’s van anderen, daar is het leven te kort voor. Vertrouw je instinct, je kunt immers pas achteraf zien hoe bepaalde gebeurtenissen en keuzes je op de juiste plek hebben gebracht. Je moet er daarom in vertrouwen dat je de juiste weg kiest.

I’m pretty sure none of this would have happened if I hadn’t been fired from Apple. It was awful tasting medicine, but I guess the patient needed it. Sometimes life hits you in the head with a brick. Don’t lose faith. I’m convinced that the only thing that kept me going was that I loved what I did. You’ve got to find what you love. And that is as true for your work as it is for your lovers. Your work is going to fill a large part of your life, and the only way to be truly satisfied is to do what you believe is great work. And the only way to do great work is to love what you do. If you haven’t found it yet, keep looking. Don’t settle. As with all matters of the heart, you’ll know when you find it. And, like any great relationship, it just gets better and better as the years roll on. So keep looking until you find it. Don’t settle.

Ook Jobs zijn visie op de dood – hij overleefde al eerder kanker maar schijnt nu weer ziek te zijn – spreekt me erg aan. Hij noemt het de beste uitvinding van het leven:

Remembering that I’ll be dead soon is the most important tool I’ve ever encountered to help me make the big choices in life. Because almost everything — all external expectations, all pride, all fear of embarrassment or failure – these things just fall away in the face of death, leaving only what is truly important. Remembering that you are going to die is the best way I know to avoid the trap of thinking you have something to lose. You are already naked. There is no reason not to follow your heart.

We hebben inderdaad maar beperkte tijd. Voordat je het weet zit je oud en versleten in je leunstoel – als we dat al halen. Voordat het zover is moet je dus je doelen bereiken. Er is dus geen tijd te verliezen.

De scepticus denkt wellicht: ‘Alweer zo’n inspirerend bedoelde speech van een Amerikaan.’ Inderdaad, de Amerikanen zijn goed in het geven van dit soort speeches. Vaak doen de abstracte hoopvolle beweringen niet onder voor de holle frasen uit de reclame. Dat wil niet zeggen dat er nooit iets van waarheid tussen zit. In wezen vertelt Jobs ons niets nieuws, we weten het allemaal al. Maar door een algemene boodschap te verbinden met een persoonlijk verhaal, door zichzelf bloot te geven, weet hij bij mij in ieder geval de vonk der inspiratie teweeg te brengen.

Natuurlijk is je laten inspireren door een spreker pas een eerste stap. De rest van de wandeling moet je zelf afleggen.

Daarom: bekijk de video eens rustig. Ik kreeg er in ieder geval een gezonde schop tegen mijn achterste van. Maar daarover later meer. Eerst geef ik graag het woord aan Jobs.

Het transcript van de speech staat hier.

Categorieën
Bloggen

Levert al dat bloggen en twitteren ook opdrachten op?

Illustratie: Emma Ringelberg

Recent interviewde ik componist/blogger Marco Raaphorst over bloggen. Tijdens het interview vertelde Marco ook iets over jezelf promoten op het web. Die quote is uiteindelijk niet in de video terechtgekomen, maar ik vond hem wel interessant:

Ik merk zelf dat ik als zelfstandig ondernemer veel gebruikmaak van sociale media. Ik twitter, faceboek en blog me suf. Natuurlijk omdat ik het leuk vind, maar ook om mijn werk te promoten. Bloggen  is een alternatieve manier van reclamemaken voor je bedrijf: je laat zien wat je doet en kunt. Je betrekt mensen bij je werk.

Via je blogposts en twitter kun je jezelf als specialist profileren.

Daarbij geniet ik erg van de interactie die ontstaat bij de stukken die ik publiceer. Het verrijkt de stukken en brengt me vaak op nieuwe ideeën.

Toch is het ook wel schieten met hagel. Je kunt je stukken tweeten en aankondigen op verschillende plekken, maar levert dit ook opdrachtgevers op? Naamsbekendheid? Jazeker! Meer bezoekers? Ja, die ook. Dat zijn zeker positieve effecten te noemen die het bloggen leuk maken.

Ik ben benieuwd naar jullie positieve en negatieve ervaringen, bloggende ondernemers. Heeft je blog en facebook al tot concrete opdrachten geleid? En je stroom aan tweets, hebben die nog wat opgeleverd op dit vlak?

Categorieën
Strips

Stripbladen in Nederland: Van Duckstad tot Zone 5300

Het aanbod van Nederlandse striptijdschriften werd recent verrijkt met Por Dios en Kwynk. Maar de gouden tijden van de stripbladen lagen in de jaren zeventig en tachtig. De distributie is een probleem voor de kleine bladen. Lezen we de strips in de toekomst alleen nog maar digitaal?

Recent werd het aanbod van Nederlandse stripbladen verrijkt met Por Dios en Kwynk. Beide stripbladen bestaan grotendeels uit oude strips die digitaal zijn opgepoetst, maar daar houdt de vergelijking dan ook wel mee op. Por Dios bevat ieder nummer een heel album, van bijvoorbeeld bekende striphelden als Storm, Agent 327 of Franka, aangevuld met korte verhalen van andere striphelden. Kwynk daarentegen bevat voornamelijk korte en vervolgverhalen van stripmakers als Jan Kruis, Gerard Leever, Jan van der Voo en Patty Klein. De strips zijn bedoeld voor kinderen vanaf een jaar of zeven.

‘De gedachte achter Kwynk is om oude strips op te peppen en leesbaar te maken voor de jeugd van nu,’ vertelt initiatiefnemer John Croezen. ‘Een paar jaar geleden waren we er al mee bezig, maar door de crisis trok de uitgever de stekker eruit. Zomer vorig jaar werd ik benaderd door uitgeverij Marken uit Limburg en die wilde een digitale kiosk opzetten met daarin alleen digitale bladen en ook stripbladen. We hebben het concept uit de kast gehaald en dat is de Kwynk geworden.’

Een kwestie van distributie
Bijzonder aan Kwynk is dat het blad alleen digitaal verkrijgbaar is op de iPad, of te downloaden als PDF. ‘Digitaal betekent geen drukkosten en geen problemen met de distributie,’ zegt Croezen. ‘Je kunt stellen dat in Nederland de distributie van strips allerbelabberdst is. Ik heb een album over Pipo de Clown uitgegeven maar dat kreeg ik met geen mogelijkheid in de winkel. Ik heb echt alles geprobeerd, distributeurs gebeld en grote winkelketens, maar die vonden dat strips te weinig omzet genereren om er ruimte voor te maken in het schap. Tenzij je de Donald Duck of Suske en Wiske bent, kom je er gewoon niet tussen.’

Tonio van Vugt, hoofdredacteur en uitgever van het striptijdschrift Zone 5300 beaamt dat: ‘Distributie is altijd een probleem geweest. We brengen de Zone nu vooralsnog zelf in de winkels. Er is geen distributeur voor kleine striptijdschriften in Nederland.’

Hoogopgeleide liefhebbers
Zone 5300
– tijdschrift voor strips, cultuur en curiosa – bevat naast strips ook artikelen over film, muziek en boeken. ‘Geen enkele kunstvorm staat immers op zich en aangezien we strips als kunstvorm beschouwen, vind ik de relatie tot andere media relevant,’ aldus Van Vugt. Met een oplage van 2500, waarvan er duizend naar abonnees worden gestuurd, is Zone 5300 vooral een blad voor de hoogopgeleide liefhebber tussen de 20 en 40. ‘Er zitten veel schrijvers, illustratoren en muzikanten in ons lezersbestand. We willen dingen brengen die nog niet bekend zijn bij een groot publiek. Tekenaars als Erik Kriek, Gummbah en Maaike Hartjes hebben bijvoorbeeld hun doorbraak bij de Zone gehad,’ zegt Van Vugt. Het blad kan vooral voortbestaan omdat de redactie bestaat uit een groep vrijwillige professionals.

Por Dios is geïnitieerd door Rob van Bavel, die in 2009 ook met de nieuwe versie van het oude vertrouwde blad Eppo op de proppen kwam. Eppo bevat voornamelijk vervolgverhalen van mainstream strips en richt zich op de nostalgische veertiger die als kind het blad ook las. Het stripblad verscheen oorspronkelijk van 1975 tot halverwege de jaren tachtig. Na talloze naamswijzigingen en samenstellingen verdween het in 1999 van de markt. De oplage van de tweewekelijkse Eppo ligt rond de 18.000. Het blad heeft 8.000 abonnees.

Komt Eppo, waar veel werk van Nederlandse makers in staat, uit de kosten? ‘Dat is heel lastig om te zeggen omdat Eppo ook weer uit allerlei takken bestaat. Je hebt het blad, de albums van de uitgeverij en ons eigen verkoopkanaal,’ zegt Van Bavel. ‘Op een gegeven moment maak je bijvoorbeeld verlies met het blad maar winst via de nevenactiviteiten. Ik heb vorig jaar een paar stripalbums uitgebracht om te zien wat dat in de markt doet. Ik denk dat ik eind van dit jaar daar meer over kan zeggen.’ Volgens Van Bavel is het belangrijk voor de Nederlandse strip dat er in Eppo strips voorgepubliceerd worden. Stripmakers kunnen niet leven van de albumverkoop dus voorpublicaties zijn een belangrijke inkomstenbron.

Vrolijke weekbladen in de kiosk
Van Por Dios worden er iedere maand 30.000 exemplaren gedrukt en verspreid onder 3500 verkooppunten. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Zone 5300, zijn de bladen van Van Bavel wel in de schappen van de kiosk te vinden. Net als de Donald Duck. Het vrolijke weekblad is met een oplage van 310.000 immers nog steeds marktleider.

Donald Duck is het allergrootste stripblad van Nederland, geen andere titel komt zelfs in de buurt,’ aldus Fiona Cordes, senior brandmanager ‘Kids’ voor Sanoma, dat onder meer meidenblad Tina, Cars en Nickelodeon Magazine op de markt brengt. Sanoma heeft het alleenrecht op Disney in Nederland en geeft enkele bladen uit met Disneystrips en -karakters.

‘De totale markt voor kindertijdschriften stijgt, er zit alleen een daling in de preschool-markt,’ aldus Cordes. De markt voor jeugdstripbladen wordt grotendeels gekenmerkt door bladen die zijn opgehangen aan een serie, thema of tv-zender. Bijvoorbeeld Disney XD en Ben 10 Magazine, gelieerd aan Cartoon Network. De jeugdbladen bevatten naast strips vaak ook puzzels, games- en gadgetnieuws en geïllustreerde verhalen en zijn gericht op specifieke doelgroepen.

Duckstad Twitter
Hoewel de Donald Duck primair bedoeld is voor kinderen tussen 7 en 12,  is het ook een blad voor het gehele gezin en worden de avonturen uit Duckstad ook gelezen door mannen tussen de 20 en 49. Om de doelgroep te bereiken, zet Sanoma ook nieuwe media in. ‘Duckstad Twitter is een groot succes; meer dan 10.000 followers en dat groeit nog iedere dag. In november vorig jaar werd de eerste Donald Duck Ei-phone app gelanceerd. Ook zal Donald Duck op de iPad niet lang op zich laten wachten,’ aldus Cordes. Zone 5300 houdt het voorlopig op een volwaardige website naast de papieren versie, waar geregeld artikelen, recensies en strips op gepubliceerd worden.

Digitaal uitgeven is een groeiende markt, erkent Croezen. ‘Het mooie is dat digitale nummers van Kwynk altijd te koop blijven. En er komen steeds meer online kiosken bij, waar we Kwynk ook kunnen aanbieden. Het blad loopt nu nog niet storm. Dit komt deels omdat we ons nog niet veel met promotie hebben beziggehouden, maar we verwachten dat er binnenkort een stijgende lijn in zit.’

Oud-papier
Croezen denkt zelfs dat we over tien jaar geen strips meer op papier zullen lezen: ‘Dan is er ook geen krant meer te koop op straat. Kijk maar naar vinylplaten, dat is alleen nog maar handel voor DJ’s en nostalgische lui. Met papier zal het net zo gaan. Kranten zitten nu al in problemen en gaan steeds meer online. Ik vind het ontzettend knap van Rob van Bavel dat hij Eppo nog in de winkel krijgt, maar ik vraag me af hoe lang dat nog gaat duren.’

Van Bavel: ‘Daar kan hij best gelijk in hebben. Ik denk dat de Eppo-doelgroep, mannen in de veertig, een verbintenis hebben met papier en graag strips op papier blijven lezen. Maar die groep wordt steeds kleiner en als het kostentechnisch niet meer haalbaar is, zal het stoppen.’

Van Vugt is optimistischer: ‘Papier zal zeker afnemen, maar dat geldt vooral voor tijdschriften en kranten die toch na een paar dagen in de kattenbak verdwijnen. Maar nichetijdschriften als Zone 5300 en Eisner (gericht op literaire beeldverhalen, red.) wil je gewoon op papier lezen. Dat zijn collector’s items, geen wegwerpartikelen.’ Bij Sanoma zien ze nieuwe media als een middel om nieuwe doelgroepen aan te boren en de positie van de mannendoelgroep te versterken, maar papier zal niet verdwijnen. ‘Over 10 jaar valt nog altijd wekelijks het vrolijkste weekblad van Nederland op de deurmat!,’ aldus Fiona Cordes.

Tijdschriftenbak
Behalve bovengenoemde titels bevat de tijdschriftenbak nog andere stripbladen. Een selectieve greep:

Geïnteresseerde striplezers halen hun informatie onder andere uit Zozolala en Stripschrift. De liefhebber van pulpstrips en het werk van Fred de Heij leest het eigenzinnige blad Pulpman. Bekend maar vooral nieuw talent is te vinden in het onregelmatig verschijnende De Lijn. Eisner, vernoemd naar de beroemde stripmaker Will Eisner, bevat beeldverhalen met een literaire inslag.

Dit artikel is woensdag 2 maart in Het Parool gepubliceerd.

Categorieën
Media

Natuurlijk moet je cartoons niet verbieden!

De rust lijkt inmiddels weer teruggekeerd op de opiniesite Joop.nl. Vorige week werd er nog een cartoon verwijderd nadat het VARA-personeel bedreigd was.

Die bedreigingen gingen sommige medewerkers overigens niet in de koude kleren zitten. Paul de Leeuw was er zo van geschrokken dat hij tijdens de Madiwodovrijdagshow in de camera de bedreigers toesprak om hem vooral met rust te laten: hij had immers de cartoon niet geplaatst? Voor bedreigingen moest men bij de redactie van Joop zijn en dan bij hoofdredacteur Francisco van Jole in het bijzonder.

Hoewel De Leeuw daar een punt maakte – dat de bedreigers hun gelijk moeten halen met de maker en de redactie van de site, niet het gehele VARA-bestand – was het natuurlijk niet zo kies om in een liedje Van Jole boos aan te spreken en aan te sporen tot het nemen van ontslag. In dit soort gevallen moet je mijns inziens vooral boos zijn op de bedreigers, niet op mensen die hun recht op vrije meningsuiting uitoefenen.

De dag erna maakten De Leeuw en Van Jole het overigens weer goed in datzelfde programma.

De Leeuw: “Wat sommige mensen belachelijk vonden is dat ik een collega afviel in het openbaar. En daar geef ik ze ook wel een beetje gelijk in. Het tweede punt is dat ik zei dat de bedreiger naar de mensen toe moest die verantwoordelijk zijn. En dat neem ik mezelf heel kwalijk. Bedreigen is iets dat je niemand aan mag doen en iets dat je een ander niet gunt. Mag ik de kroonprinses citeren? Dat was een beetje dom van me.”


(Mocht de embedcode niet werken, bekijk hier het fragment.)

Een opvallende uitspraak van Van Jole hierin vond ik dat de redactie al eerder de cartoon van de site wilde halen. Geert Wilders weigerde namelijk met een verkiezingsdebat van de VARA mee te doen, zolang de omroep de PVV in de nazi-hoek duwde. Toen Joop.nl Geerts eis wilde inwilligen, wilde de politicus alsnog niet naar het debat komen. Typisch Wilders natuurlijk. Wel schreeuwen, maar als je je zin krijgt, dan alsnog niet toegeven. Hij is er immers meer bij gebaat als er om de zaken heen wordt gedraaid. Hij ziet ongetwijfeld liever dat VARA-personeel met elkaar strijdt dan dat er inhoudelijk over zijn tuigdorp-plannen wordt gesproken.

Overigens was De Leeuw niet de enige die zijn afkeer van de cartoon liet blijken. Eerder stond er al een column van Paul Witteman in de VARAgids waarin hij de cartoon afkeurde. Ik hoorde zijn collega Jeroen Pauw in korte quote op Pownews zeggen dat een site als Joop helemaal niet bij de VARA thuishoort.
Natuurlijk mag je als collega’s onderling van mening verschillen.

Ik vind dat iedere cartoon geplaatst moet kunnen worden. Ongeacht wie zich er door beledigd zou kunnen voelen. Als je daar namelijk gehoor aan gaat geven, is het einde zoek. Ook als je gehoor geeft aan bedreigingen. Je wilt toch niet in een land leven waar bij het minste geringste bedreigingen worden geuit en dat dit leidt tot (zelf)censuur?

Het kan overigens nog veel gekker dan een cartoon die wat de goede smaak betreft op het randje zit. Collega stripjournalist Peter Breedveld, wiens visie op het beeldverhaal ik zeer waardeer, liet zich een paar weken geleden in een reeks tweets uit over de PVV. Breedveld schreef naar aanleiding van de discussie over het sturen van een politiemissie naar Afghanistan op twitter dat de VN zijn troepen beter naar Nederland kan sturen om PVV’ers dood te schieten.

Die ene tweet, die uit de context van een reeks werd gehaald, zorgde voor een hele rel. Belachelijk, zegt u? Kennelijk de normaalste zaak van de wereld in Nederland anno nu.

Categorieën
Bloggen

Een dag niet geblogd…

Een dag niet geblogd, is toch een dag geleefd. Dat twitterde ik deze week. De laatste tijd komt het woord bloggen vaak voor in mijn twittertijdlijn. Het houdt mensen bezig.

Iedereen blogt met een eigen frequentie. Jeroen Mirck kondigde op 5 december aan dat hij besloten had de gehele maand elke dag te gaan bloggen. Een oud credo dat veel oerbloggers wellicht nog steeds aanhangen is immers dat je vaak tot iedere dag moet bloggen als je toonaangevend wil zijn. Een idee wat ik overigens niet aanhang. Je moet bloggen wanneer je er zin in hebt. Punt.

Ik ken bloggers die een paar keer per dag iets publiceren. Karin Ramaker bijvoorbeeld, webondernemer, publicist en blogdocent, blogt gemiddeld drie keer per dag. Net als informatiespecialist Edwin Mijnsbergen, die er ook aardig wat postjes per dag uitknalt. Muziekkunstenaar Marco Raaphorst blogt gemiddeld wel een keer per dag. Anderen, zoals Jooper en Peter de Kock, schrijven wanneer ze zin hebben of iets kwijt moeten. Ik noem deze bloggers omdat ik ze al een tijd volg en hun stukken graag lees.

Toevallig twitterde een vriendin van me dat ze de laatste tijd de stukjes eruit moet persen. Ze zit duidelijk in een blogdipje. Waarom niet gewoon pauze nemen en even niet bloggen? Omdat ze toch graag een verslag van haar leven wil maken. Daarbij geniet ze er toch van als ze weer iets gepubliceerd heeft, al is het maar één keer in de week.

Tja, het mag en kan allemaal. Dat is het mooie van dat hele bloggen.

Zelf publiceer ik wanneer ik een artikel online wil zetten dat ik voor een opdrachtgever heb geschreven of wanneer het uitkomt. Dat bleek in het afgelopen jaar praktisch bijna iedere dag te zijn, een paar periodes uitgezonderd. Vanaf dat ik met MichaelMinneboo.nl begon tel ik 226 blogposts (inclusief deze.) Sinds eind juni blog ik iedere dag een foto op Daily Webhead. En natuurlijk is er Twitter, hoewel ik dit medium tegenwoordig minder vaak gebruik: te veel ruis.

De laatste tijd vind ik het leuk om het publiceren van teksten met video’s af te wisselen. Video is een andere manier van vertellen en biedt andere mogelijkheden dan schrift. Beide media zijn interessant om in te werken. Je kunt een mooie schriftelijke impressie maken van hoe Amsterdam er onder een dikke laag sneeuw bijligt, maar je kunt het ook overbrengen met bewegende beelden.

Welke kant het volgend jaar precies op gaat weet ik nog niet. Er zijn wel wat ideeën op bloggebied, maar eerst ga ik een weekje of twee lekker vrij nemen van mijn werkzaamheden.

Het einde van het jaar is een mooi moment voor bezinning. Nog een paar dagen en dan begint mijn time-out. Ik kijk ernaar uit.

Illustratie: Emma Ringelberg.