Categorieën
Media

Ongevraagde discussies

Het voordeel en tegelijkertijd het nadeel van Twitter is dat iedereen kan reageren op wat je zegt. Gevraagd in de rubriek #durftevragen is dat prettig, maar ongevraagde reacties zijn dat lang niet altijd.

Toen ik laatst mijn ongenoegen over de gadgettaks van Stichting de Thuiskopie spuide, kreeg ik direct tegenspraak van een onbekende die het opnam voor Stichting de Thuiskopie. Dat was zijn goed recht, alleen had ik op dat moment helemaal geen zin in een discussie met een vreemde. Ik wilde gewoon even mijn ontevredenheid uiten, niet meteen de operatie van de stichting in kwestie minutieus behandelen in een verbaal treffen.

Ik heb de reageerder nog wel geantwoord om mijn standpunt duidelijk te maken, maar de volgende dag kwam hij wederom met een argument waaruit duidelijk bleek dat hij mijn mening niet had begrepen of had genegeerd. Zo krijg je een slepende discussie die nergens toe leidt en die nodeloos veel energie opslokt. En dat zie je wel vaker op Twitter, in commentformulieren en andere krabbelplekken op het web. Mensen roepen maar wat, spreken elkaar tegen of knikken vrolijk ‘ja’ en waar leidt het allemaal toe? Verloren tijd.

Oplossing: de twitteraar negeren. Of als ze toch doorgaan met je aan te spreken: blokkeren. Dat kan op twitter. Unfollowen zat er niet in, want ik volgde hem niet. Blokkeren lijkt een rigoureuze stap, maar die is altijd wel weer terug te draaien als je dat wenst. Het maakt de Twittertijdlijn soms lekker rustig.

Eigenlijk is het een vreemd verschijnsel dat onbekenden opeens met je in discussie gaan. Stel dat je met een vriend aan tafel zit in een café. Opeens komt er iemand bij staan en die mengt zich ongevraagd in het gesprek. Dat zou je waarschijnlijk niet pikken of de man vriendelijk vragen om op te hoepelen.

Mensen die je niet kent die zomaar met je in discussie gaan over van alles en nog wat. Mensen die het beter/slechter weten. Je krijgt online ook vaak ongevraagd advies. Soms kan daar best iets interessants tussenzitten, daar niet van. Maar vaak ook niet. En dan heb ik het nog niet eens over mensen die lopen te trollen op je site, Twitter of Facebook. Laatst kreeg ik een reactie onder een Facebook-bericht van een onbekende. Wanneer ik ‘nou es’ een bepaalde strip ging recenseren? Dat maak ik graag zelf uit, meneer.

(_)]
Soms verlang ik terug naar de tijd dat we gewoon simpel over koffie twitterden.

Categorieën
Media

TV in wording

Voor mijn parttime baantje bij de VARA als online redacteur ben ik geregeld te vinden op studiovloeren om een video te maken over hoe een pilot, een proefuitzending van een televisieprogramma, wordt opgenomen. Kijken hoe televisie gemaakt wordt. Erg interessant.

Begin augustus was ik getuige van de eerste proefuitzending van Uitgesproken VARA, een actualiteitenrubriek die twee keer per week door de redactie van de VARA wordt ingekleurd, en de rest van de week respectievelijk door de EO en WNL. Voor de reportage interviewde ik de twee eindredacteuren, Wim van Klaveren en Tim Dekkers, evenals presentator Jan Tromp. Ik vind het erg boeiend om de eindredacteuren en andere betrokkenen te spreken over hun visie op het programma. Wat hun plannen en dromen zijn en hoe deze zullen passen in de wensen van de netcoördinator en omroepbonzen.

Het creëren van een nieuw programma is een kwestie van zoeken. Dingen uitproberen, laten vallen, nog eens oppakken, een andere invalshoek kiezen. Een proefuitzending maken is net zoiets als een schets op papier zetten: je kijkt of het plaatje klopt, of alle onderdelen naar verwachting werken of niet.

Van de week was ik samen met mijn collega Ilse in Almere om shots te draaien van de opnames van de pilot van de Madiwodovrijdagshow, en om enkele programmamakers te interviewen. Een nieuwe latenightshow met Paul de Leeuw, die afwisselend wordt bijgestaan door ‘sidekicks’ Filemon Wesselink en ex-schaatser Erben Wennemars. In de Madiwodovrijdagshow worden de actualiteiten op een eigenzinnige en humoristische wijze behandeld. Het publiek zal er ook een centrale rol in spelen middels mail en tweets. Interessante vragen van kijkers zullen in het programma worden meegenomen.

Twitter: het ziet er naar uit dat Hilversum er niet meer omheen kan. Ook in Uitgesproken VARA gaat dit medium een rol spelen.

Het is de samenstelling van het presentatieteam wat de show deels interessant maakt. Uiteenlopende karakters zorgen van nature voor dynamiek en variatie in een programma. De Leeuw kennen we allemaal als presentator en tv-persoonlijkheid, maar hoe hij samenwerkt met Wesselink, toch een meer bedeesder type, is nieuw.

Erben Wennemars, die niet zo lang geleden zijn ijsijzers aan de wilgen hing, kwam maandag over als iemand die vol enthousiasme ergens aan begint, zonder alles van tevoren af te wegen. Een klassieke flapuit met een uitgesproken mening. Hij is degene die zich niet kan beroepen op jaren presentie-ervaring. Het is nog even afwachten hoe hij zich precies gaat ontwikkelen. Als ex-sporter heeft hij een duidelijke mening over sport en dat is dan ook de redenen waarom men hem gevraagd heeft voor de show. Al schijnt het zo te zijn dat meerdere omroepen onder de indruk waren tijdens zijn eerdere tv-optredens.

Maandag leek het tijdens goed te klikken tussen de enthousiaste Wennemars en De Leeuw. Filemon zat in de zaal maar deed niet mee aan het programma: hij en Wennemars wisselen van plek, waarbij Wesselink drie avonden voor zijn rekening neemt.

Er werd de draak gestoken met Peter. R. De vries die recent werd gearresteerd in Australië en ook Dries Roelvink werd op kattige wijze geïnterviewd door De Leeuw. De show werd in een keer opgenomen, alsof het al live werd uitgezonden. Er werd nog wat gezocht naar tempo, maar de sfeer zat er al aardig in. Na de opnames zong een schorre De Leeuw als toegift nog het liedje ‘Ik heb je lief’ voor het aanwezige publiek.

De Madiwodovrijdagshow wordt vanaf maandag 30 augustus uitgezonden. Een week later begint Uitgesproken VARA. De reportages die ik over de programma’s heb gemaakt zijn te zien op de site mijnVARA.nl, al is de content alleen toegankelijk voor VARA-leden.

Categorieën
Media

Facebook: Wat moet je er mee?

Soms vraag ik mezelf af: Facebook, wat moet je er mee? Eeuwen geleden heb ik Hyves afgeschaft om verschillende redenen en nu heb ik alweer sinds jaren een Facebook-account. Maar waarom eigenlijk. Wat doe ik ermee?

Eigenlijk niet zo heel veel, want veel van de functionaliteiten die Facebook te bieden heeft, gebruik ik al in andere applicaties. Voor directe communicatie met vrienden heb ik een voorkeur voor, nou ja, directe communicatie: bellen, afspreken of mailen. Op een goede tweede plaats komt Twitter en DM’s op Twitter. Dat werkt prima. De linkjes die mensen achterlaten op Facebook, kunnen wat mij betreft ook gewoon via Twitter. Aangezien het merendeel van mijn contacten ook een blog heeft, communiceren we vaak dubbel.

Ik gebruik Facebook zelf ook vaak om blogposts te linken en onder de aandacht te brengen. Dat genereert zeker traffic, hoewel je je mag afvragen hoeveel mensen die ‘ik vind dit leuk‘ hebben aangeklikt daadwerkelijk kennis hebben genomen van de blogpost.

Ik kijk wel eens op de Startpagina voor een overzicht van wat mijn vrienden allemaal uitspoken, maar met meer dan 100 contacten is dat vaak alweer zoveel informatie, dat ik het snel weer gezien heb. Daar komt bij dat veel FB-vrienden eigenlijk kennissen of zakelijke contacten zijn. Ik laat dus op Facebook niet het achterste van mijn tong zien – figuurlijk natuurlijk. Letterlijk krijgt alleen mijn tandarts het achterste van mijn tong te zien.

Om mijn Facebook-gebruik in kaart te brengen en om van anderen te horen wat ze er mee doen, besloot ik het van de week eens in de groep te posten. Dat leverde al een paar leuke reacties op:

Natuurlijk is daar de dialoog nog niet mee afgerond. Voel je vrij om hieronder je eigen twee centen aan de discussie toe te voegen.

Categorieën
Mike's notities

De zin van het leven (via Twitter)

Zondagavond was ik in een beetje jolige bui. Ja, ik heb daar zelfs wel eens last van. Samen met @MalafideMarloes had ik een twitterdialoog over #durftevragen. Dé manier om via Twitter aan informatie te komen want meestal krijg je binnen een paar minuten een paar goede antwoorden of suggesties. Ik besloot de vraag die we ons allemaal wel eens stellen in de groep te gooien.

Wat is de zin van het leven?

Zeven simpele woorden in de juiste sequentie vormen de vraag die eigenlijk niet te beantwoorden valt. Er is in ieder geval geen universeel antwoord dat iedereen tevreden zal stellen. De reacties die ik via Twitter binnenkreeg waren dan ook divers en allemaal legitiem.

LindavanH: RT @MichaelMinneboo: Wat is de zin van het leven? #durftevragen 🙂 genieten en je droom leven (??)

JoepLemmers: Voortplanten.

_Fee: Genieten Michael, da’s alles.

RickWildeman: @michaelminneboo: Goede vraag

Namrepus: Biologisch gezien: Voortplanting

FrontaalNaakt: @MichaelMinneboo Hoe ouder ik word, hoe meer het me duidelijk wordt dat het leven absurd en zinloos is.

Abstractisme: @MichaelMinneboo huilen, poepen, knuffelen, delen, universele liefde, snurken, plagen, voelen, leren, uhm en eten natuurlijk en geluk. x Maar ik heb het me ook wel eens afgevraagd #dezinvanhetleven ~ de ware essentie haal ik uit mezelf zijn en doen wat ik wil. Maar vooral mezelf zijn en daar dichtbij blijven, maakt het gelukkigst 🙂

Flugfruit: Tsja…
Het is een open deur: de zin geef je er zelf aan. That’s it.

@Flugfruit: Ja, maar wat is voor jou de zin van het leven dan?

Flugfruit: Uhm.. mijn instelling is dat nu ik er toch ben het gewoon zo leuk mogelijk moet maken. Daarnaast vind ik dat ik moet proberen de wereld iets beter te maken zover dat binnen mijn macht ligt.

Jasper_Vos: De zin van het leven? Het leven is zinloos. Zie http://www.hetleveniszinloos.nl.

@Jasper_Vos: Wat is dat voor site? Een soort van kunstproject ofzo?

@MichaelMinneboo De site heeft als doel om een discussie op gang te brengen. Op persoonlijk, bedrijfs en maatschappelijk niveau. Soort kunst.

Foto: Michael Minneboo

Eenmalige aanbieding
Erg leuk om de visie van andere mensen eens te horen en Twitter is daar een prima medium voor. Opvallend genoeg heb ik geen religieuze dwaallichten onder mijn volgers op Twitter anders had het God-argument vast de kop opgestoken.

Natuurlijk heb ik zelf ook wel eens serieus nagedacht over het antwoord op deze vraag. Aangezien God voor mij net zo goed fictie is als dat Jack de Vries een brave echtgenoot zou zijn, geloof ik niet in een hiernamaals. Dit leven is alles wat je hebt. Daarna wordt de uit-knop onherroepelijk ingedrukt. Dus wat is het doel van het feit dat ik hier een bepaalde tijd rond kan lopen?

Voortplanten hoeft voor mij niet: ik heb de wens altijd kinderloos te blijven. Dus die optie valt voor mij af, tenzij we spreken over de daad en niet het potentiële gevolg ervan.

Ik kan me eigenlijk wel vinden in de antwoorden die ik via Twitter kreeg. De visie van FrontaalNaakt onderschrijf ik: Het leven is absurd en a priori zinloos. Toch heb ik er veel lol in en geniet ik elke dag wel van iets. Voor mij heeft het leven an sich geen doel. Het is er gewoon, waarschijnlijk zo’n toevalligheid die je niet kunt verklaren.

Ik heb er niet om gevraagd om geboren te worden, ik hoef niet te reïncarneren, me te verantwoorden aan een niet-bestaande God en al helemaal niet een heilig boontje uit te hangen omdat ik bang ben dat ik anders naar de hel ga. Maar nu ik er toch ben kan ik mijns inziens het beste streven naar plezier en het verwezenlijken van mijn persoonlijke doelen.

En tot slot: laten we de zaken vooral niet te serieus nemen.

En wat is volgens jou de zin van je leven?

Categorieën
Media

30 dagen zonder internet: No way!

Geluidskunstenaar en webvriend Marco Raaphorst heeft zichzelf dertig dagen lang verbannen van het internet. Dat zou ik nooit volhouden.

Marco Raaphorst heeft zichzelf een reeks strenge beperkingen opgelegd voor een periode van dertig (!) dagen. Hij zal zelf geen internet consumeren maar blijft wel bloggen. E-mail mag wel, blogjes lezen niet. Sites bekijken ook niet, tenzij het om een website gaat van een klant van hem. Want ook in die dertig dagen moet de schoorsteen blijven roken.

Raaphorst hoopt op deze manier minder afgeleid te worden, en meer te produceren. Eigenlijk een opmerkelijk uitgangspunt, aangezien Raaphorst een van de grootste voorstander is van bloggen en via het web met elkaar communiceren. Jammer dan ook dat hij nu een maand lang niet reageert op de reacties die men onder zijn blogposts zet.

Ik ben benieuwd hoe hij er aan het einde van deze periode over denkt.

Ik zou het niet kunnen. Ik kan eigenlijk al geen dag zonder interpret, laat staan een hele maand. Niet alleen voor mijn plezier gebruik interpret intensief, ook gewoon om mijn werk als journalist te kunnen doen.

Nu ben ik de laatste tijd fijn druk met het schrijven van allerlei artikelen over strips, waardoor het lezen van niet stripgerelateerde blogs er wel eens bij in schiet. En die mis ik dan wel. Het voelt dan alsof ik even geen contact heb met vrienden. Ik weet even niet wat er in hen omgaat, wat er speelt. Dat vind ik jammer.

Inspirerend
Daarbij wordt mijn brein gevoed door het internet. Veel online berichten en blogposts zijn voor mij een inspiratiebron. Ik doe er nieuwe ideeën op voor artikelen en vind er een oneindige stroom aan webvideo’s die als voorbeeld kunnen dien van hoe je een goede video maakt en vaak ook hoe je dat absoluut niet moet doen.

Ik begrijp wel wat Raaphorst bedoeld als hij zegt dat het web veel afleiding biedt. Dat is helemaal waar. Blogposts, twitter, Facebook, LinkedIn, webcomics, nieuwssites, noem maar op. Maar die afleiding kun je uitzetten wanneer je wilt. (Zie voor meer daarover een interessante blogpost van Peter de Kock.) Dan kun je je concentreren op waar je mee bezig bent. Daarvoor hoef je jezelf mijns inziens niet het hele internet te ontzeggen.

Dertig dagen zonder internet? Mij niet gezien dus.

Categorieën
Media

Eerst even voorstellen

Stel dat je nader kennis wilt maken met iemand die je op een netwerkborrel ziet. Bijvoorbeeld omdat die persoon je interessante informatie kan verschaffen, omdat je graag voor hem aan de slag wilt of gewoon omdat hij of zij je interessant lijkt. Geef je zo’n iemand dan je visitekaartje zonder jezelf even voor te stellen?

Natuurlijk niet.

Dat zou geen goede manier van contact leggen zijn. Gek genoeg is dit precies wat veel mensen doen via social media applicaties. Ik krijg de laatste tijd vriendverzoeken via Facebook van mensen die ik niet ken. Mensen die kennissen van kennissen zijn en graag vriendjes willen worden. Daar is op zich niets mis mee, maar de benadering gebeurt vaak via de standaardtekst die Facebook aanlevert.

Als ik dan uit nieuwsgierigheid op het profiel van de potentiële nieuwe ‘vriend’ klik, blijkt dat een deel van het profiel is afgeschermd waardoor ik nog niet dichterbij het onthullen van zijn identiteit ben. Onhandig.

Waarom nemen mensen niet even de moeite om zichzelf voor te stellen? Dat is toch een veel betere binnenkomer dan een onpersoonlijke standaardtekst van Facebook? Een korte zelfgeschreven boodschap zou al volstaan. ‘Hoi ik ben die en die en ik wil Facebook-vrienden worden omdat….’ We spreken niet voor niets over sociale media.

Hetzelfde geldt ook voor LinkedIn wat mij betreft. Twitter is daarin wel anders, want je kunt heel makkelijk gewoon iemand volgen. Daar hoef je geen vriendjes mee te zijn.

Voor mij hoeft het trouwens niet, die wildgroei aan kennissen op Facebook. Als je met iedere vage kennis facebook-vrienden wordt, dan verwatert je netwerk. Dan kun je net zo goed een Hyves-pagina aanmaken en gaan voor het hoogste aantal ‘vrienden’. Maar ik dacht dat we die hobby nu wel ontgroeid waren.

Bij een te groot netwerk raken bovendien de berichten die er wel toe doen, berichten van echte vrienden en anderen waar ik graag iets van verneem, begraven onder de informatiemassa. En dan mist het digitale smoelenboek mijns inziens zijn doel.

Categorieën
Media

Een dagje kijken bij het NOS Journaal

Een dagje rondneuzen bij het NOS Journaal, wie wil dat niet? Ik kreeg recent de kans om met een select gezelschap op de nieuwsvloer te komen kijken. Een kans die ik met veel plezier aannam.

De NOS laat niet snel nieuwsgierige ogen toe, dat ik met een select gezelschap een van de uitverkorenen was, heb ik te danken aan tekstschrijver en recensent Remko Meddeler. Meddeler had hoog geboden op de Twitterveiling ten behoeve van de slachtoffers van de aardbeving op Haïti en mocht drie anderen meenemen. Behalve ondergetekende gingen Johan Koning en Rick Wildeman ook gezellig mee. (Zie hier het fotoverslag van De Koning.)

Grappig om kennis te maken met de mensen die dagelijks het nieuws in mijn huiskamer brengen. Nee, ik heb niet uitgebreid gekeuveld met Eva Jinek die ’s middags de journaals presenteerde. Die zat tijdens de rondleiding in de glazen studio die midden op de nieuwsvloer staat, de kijkers thuis in te lichten over de laatste belangrijke feiten uit binnen- en buitenland. We spraken vooral met de medewerkers die je normaliter niet in beeld ziet en die achter de schermen aan het werk zijn.

Foto: Rick Wildeman
Foto: Rick Wildeman

Alles centraal
De dag begint met een lunch met Gerard Dielessen, de algemeen directeur bij de NOS. Overigens is hij dat niet lang meer, want binnenkort wordt hij algemeen directeur van NOC*NSF. Het belangrijkste wapenfeit van Dielessen betreffende zijn tijd bij de NOS is toch wel het feit dat hij alle afdelingen bij elkaar heeft gebracht in één pand. Het is misschien moeilijk voor te stellen, maar tot een paar jaar geleden zaten de verschillende afdelingen van deze organisatie verspreid over het Mediapark in Hilversum. Da’s niet handig samenwerken en bovendien onnodig duur.

Tim Overdiek is sinds juni 2008 adjunct-hoofdredacteur bij het NOS Journaal. Hij is een van de drie adjuncten, met Hans Laroes als hoofdredacteur. ‘Als adjunct-hoofdredacteur bepaal je de strategie van het journalistieke beleid,’ vertelt Overdiek. ‘Wat wij doen is het mogelijk maken voor de redacties en verslaggevers om te doen waar ze goed in zijn. Ik heb bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid over een aantal redacties: Binnenland, Buitenland, Den Haag, Economie en het Jeugdjournaal. Die hebben natuurlijk hun eigen chefs, maar die rapporteren weer aan mij. We hebben dan contact over zaken zijn die geregeld moeten worden, dingen waar ze over willen brainstormen, en zaken die wel of niet goed gaan.’

Op het moment dat Overdiek zich voorstelt, wordt de middagvergadering aangekondigd via de intercom. ‘Gedurende de dag zijn er een aantal nieuwsvergaderingen die geleid worden door de hoofdredacteur op de vloer,’ vertelt Overdiek. ‘In de vergadering van kwart over één wordt teruggeblikt op de uitzendingen van de afgelopen vierentwintig uur. Dus wat hebben we goed gedaan, wat hebben we slecht gedaan en hoe had het beter gekund. Deze vergaderingen zijn thematisch, er gebeurt immers veel in 24 uur. Iedereen is welkom om deze vergaderingen bij te wonen.’

NOS-redactie-binnenland

Overdiek: ‘Twitter wordt overschat’
Recent schreef het hoofdredactieteam een notitie over hoe ze NOS Nieuws zien in de komende jaren. Vooral het crossmediale aspect komt daarin aan de orde. De NOS is in 2006 multimediaal geworden, toen zijn radio, tv en internet in een gebouw samengevoegd. De volgende stap is om de onderlinge dwarsverbanden te exploiteren. Applicaties als weblogs en Twitter maken dat journalisten moeten nadenken over in welke vorm ze het nieuws zullen brengen: ‘Waar zit de doelgroep en hoe gaan deze mensen nieuwsverhalen tot zich nemen?’ Sommige journalisten die jarenlang alleen voor het Acht uur-Journaal hebben gewerkt worden nu opeens gevraagd om ook weblogs te schrijven. Overdiek bereidt daarom op dit moment workshops crossmedia voor.

Overdiek gebruikt zelf ook applicaties als Twitter, deels privé maar ook om nieuws te brengen en items te pluggen. Ook voor tweets geldt het heilige principe dat nieuws pas naar buiten wordt gebracht als zaken dubbel gecheckt zijn, ‘want alleen met een tweede bevestigende bron is het nieuws pas waar.’ Toch zegt Overdiek wel heel stellig tegen de groep fervente twitteraars die hij die middag voor zich heeft: ‘Twitter wordt overschat. We moeten het niet groter maken dan het is.’

Overdiek leidt ons rond op de derde verdieping van het NOS-gebouw waar alle redacties van de NOS werken. Zo lopen we langs het nieuwe media team dat onder andere websites bouwt, iPhone-applicaties maakt en twitteracounts aanmaakt. Een eindje verderop staat het montage-eiland waar de montage pc’s staan die de reporters gebruiken. Met de komst van digitale technieken is de zelfredzaamheid van reporters vele malen vergroot. Mocht je het interessant vinden: ze monteren in Hilversum op het programma Avid, ofschoon Overdiek – net als ik – een voorkeur heeft voor Final Cut Pro.

Een andere benadering
Ook komen we langs de radactie van het Jeugdjournaal en de relatief kleine redactie van het Journaal op 3. Het Journaal op 3 richt zich op een andere doelgroep dan het Acht uur-Journaal. Omdat ze specifiek twintigers en dertigers willen aanspreken, verschillen ze in onderwerpkeuze en de stijl waarop deze onderwerpen behandeld worden. ‘De toon is minder formeel,’ legt Sanne de Ronden, een van de reporters van het Journaal op 3 uit. ‘Ook gaan we ervan uit dat de mensen om 11 uur ’s avonds het nieuws wel kennen dus kunnen we de onderwerpen vanuit een andere hoek benaderen en soms volstaan met het geven van de hoogtepunten.’

De Ronden vertrouwt ons nog toe dat ze op dit moment nog geen onderwerp heeft voor de uitzending van 11 uur vanavond en dat de tijd begint te dringen. We laten haar daarom weer snel aan het werk.

NOS-studio

 

NOS-camerashots

Trip: ‘Alle teksten gaan door mijn vingers’
Voordat we een rondje langs het Sportjournaal en de studio’s maken, komen we in de gang Rob Trip en Lucella Carasso, presentatrice Radio 1 tegen. Trip is tegenwoordig anchor van het Acht uur-Journaal en presenteert het nieuws afwisselend met Sacha de Boer.

Rob Trip, Lucella Carasso en Tim Overdiek.

De rol van een presentator behelst meer dan alleen maar het nieuws voorlezen. Ze bemoeien zich wel degelijk met de uitzending, ze opperen ideeën en herschrijven de teksten die ze voorlezen. Trip: ‘Wij spreken niets uit dat we niet zelf door onze vingers hebben laten gaan. Ik probeer altijd heel veel op te trekken met de eindredacteur. Hoewel me maar een beperkt aantal onderwerpen kunnen behandelen in een uitzending loop je er de hele dag over na te denken. Welk onderwerp doen we wel en welk niet? Op welke manier pakken we het aan: laten we iemand wel of niet aan het woord? En ik ben daarin een sparringpartner voor de gene die dat in handen heeft.’ Daarbij komt natuurlijk dat veel last minute werk kan zijn: de wereld staat niet stil, op het laatste moment kan het nieuws nog veranderen. ‘Tussen zeven uur en tien voor acht is het hoogspanning hier. Dan wordt alles nog omgegooid.’

Zijn radiocollega Carasso valt hem bij: ‘Bij de radio verandert er soms nog iets tijdens de uitzending. Dan krijg je alleen te horen Agnes Kant treedt af en mag je de rest er ter plekken bij verzinnen.’ Maar dat is ook weer het mooie aan nieuws.

Toch ambieer ik de hectiek van de journaalredactie niet direct. Laat mij maar lekker interviews doen, achtergrondartikelen en recensies schrijven.

Natuurlijk mocht een fotosessie in de nieuwsstudio niet ontbreken:

‘That’s all folks!

Ook leuk: Lees en zie hier meer over de redactie van het NOS Journaal op de site van de NOS.

Categorieën
Mike's notities

Aandachtspunten

Wat staat mij het komende jaar te wachten? Of nog belangrijker: waar wens ik me de komende tijd mee bezig te houden? Dat laatste heb ik namelijk wel zelf in de hand. Het eerste voor het grote deel niet. Enkele voornemens en aandachtspunten voor de komende tijd.

  • Allereerst wil ik zo snel mogelijk mijn nieuwe webstek gereedmaken. Een nieuwe site die professioneler is dan dit blog en tevens fungeert als portfoliosite. Ik ben dol op Blogger, maar voor een freelance journalist die ook video maakt, vind ik de functionaliteit van Blogger wat te beperkt. Mijn ambities zijn groter dan Mike’s Webs kan waarmaken.
  • Aandacht voor positiviteit: ik vind al een tijdje dat het internet erg verzuurt. Ik doel daarmee op de reaguurdersmentaliteit die nog steeds erg prominent is de Nederlandse blogosfeer. Dat betekent niet dat ik zelf minder kritisch wordt: als ik het ergens niet mee eens, zal ik dat zeker laten merken. Maar wel dat ik de aandacht wil richten op de positieve en mooie dingen die de online wereld te bieden heeft. En die er in de offline wereld te vinden is overigens. (Hier alvast drie voorbeelden van positiviteit op het web: Hart op straat waar ik me ook voor wil gaan inzetten, Geluk in uitvoering van de RVU en Wim de Bie als Nationale Mental Coach.
  • Monotasking: ik schreef een tijd geleden al de column ‘Fuck multitasken!’ en ‘Fuck multitasken: een paar maanden later‘, waarin ik het teveeldingentegelijkdoen afzwoor. En dat was toen nog zelfs vóór Twitter. Maar vanaf nu gaat die applicatie echt uit als ik geconcentreerd aan het werk ga, net als mijn e-mail. Ik hoef niet om de haverklap te zien wie mij nu weer mailt. Een paar keer per dag de inbox doorspitten moet genoeg zijn. En ik hoop op deze manier efficiënter met mijn tijd om te gaan. Ik waardeer mijn online netwerk, maar het leidt ook vaak af. Als je je zaken een beetje handig indeelt, is er tijd en plaats voor alles.
  • Persoonlijke gesprekken: ik vind het nog steeds het leukste om met mensen face2face af te spreken. Dat levert vaak inspirerende gesprekken op en soms tot spontane breinstormsessies die tot van alles en nog wat kunnen leiden. Recent zat ik rond de tafel met collega freelancer Jasper van Vugt: het is goed om af en toe met vakbroeders af te spreken en te horen hoe zij het maken. Gisteren zat ik met regisseur Naäma Palfrey aan de koffie. We zouden gewoon even bijpraten over privé-zaken maar kwamen ook te spreken over een huidig filmproject van haar en voordat je het weet vliegen de ideeën over tafel. Ik ga dan weer geheel opgeladen en vol goede zin richting huis. Het leven hoeft helemaal niet zo moeilijk te zijn.
Categorieën
Bloggen

Strategisch bloggen

Strategisch bloggen, ook ik maak me daar wel eens schuldig aan. Wachten met het posten van een vers blogje om de voorgaande nog wat meer tijd bovenaan de verticale woordenbrij te gunnen. Daarbij is een reguliere hartslag belangrijk voor een levend weblog.

Tegenwoordig blog ik een stuk meer ontspannen dan in mijn eerste publicatiedagen. De beginnende blogger wordt immers van alles wijsgemaakt over hoe wel en niet te handelen, over de vormgeving van de tekst als wel de inhoud ervan. Dat ik de meeste regels aan mijn spreekwoordelijke laars lap, schreef ik al eerder. Ik post wanneer ik zin heb, wanneer ik behoefte voel om te schrijven. Toch ontkom ik soms niet aan mode-posts: wanneer ik een filmrecensie plaats is toch vaak afhankelijk van de premièredatum van de betreffende film. Nieuws moet online zolang het nog relevant is. (In dat opzicht: de meeste tweets zijn al verouderd op het moment dat je op enter drukt.)

Karin Ramaker en Marco Raaphorst opperden laatst tijdens een boeiende creatieve borrel dat het je bezoekersaantallen stimuleert om op vaste tijden een aflevering van een rubriek te publiceren. Bloglezers onderscheiden zich in dat op zicht niet van televisiekijkers: we zijn gewoontedieren. Op vaste tijdstippen publiceren biedt mensen houvast. Het is niet toevallig dat ik nieuwe Webisodes dan ook plan op maandagen. Het idee om iedere twee weken een aflevering te publiceren heb ik echter wel losgelaten: sommige onderwerpen zijn actueel waardoor de video’s soms (twee) weken achter elkaar uitgezonden worden. Het is dan stom om de publicatie daarvan kunstmatig uit te stellen. En het zal me in de praktijk niet altijd lukken om iedere twee weken een nieuwe webisode te produceren.

Toch is een regelmatige hartslag voor je website belangrijk. Voor jezelf, om je schrijfspieren soepel te houden. Voor je lezers ook, want ook in de blogosfeer geldt vaak: uit het oog, uit het hart. Er is immers zoveel content om je mee te vermaken. We vergeten snel.

Dat gezegd hebbende: met het publiceren van deze blogpost heb ik toch gewacht om webisode 7: Lekker nerden in Londen wat meer tijd bovenaan dit blog te gunnen. Wat dat betreft ben ik blij met die lees-verder-links. Vroeger moest men bij lange posts tot vermoeiends toe naar beneden scrollen. Toch echt een nadeel van de verticale vorm van het blog. Nu is de vorige post op een kleine afstand te vinden.

Categorieën
Bloggen Media

Column: Het recht om te negeren

Meningen, meningen, meningen. Het internet staat er vol mee. Blogjes, comments, hele sites worden gereserveerd opdat de Nederlander zijn opinie kwijt kan. Prima natuurlijk, want wat mij betreft doet iedereen waar hij zin in heeft. Verwacht alleen niet dat ik het allemaal ga lezen.

Het is goed dat er sites zijn als De Joop, De Jaap en GeenStijl (en de vele anderen die ik nu niet ga opnoemen). Dat pluriformiteit op het web belangrijk is, hoef ik niemand uit te leggen. Al zeggen begrippen als ‘links’ en ‘rechts’ mij tegenwoordig niet zo veel meer. Welhaast alles wat politici zeggen lijkt tegenwoordig onder het kopje populisme te vallen. Daarbij stoor ik mij aan het feit dat ieder wissewasje tegenwoordig buitenproportioneel wordt opgeblazen. Het zijn dus niet alleen de reaguurders die zich de longen uit het lijf schreeuwen om gehoord te worden, de media in het algemeen maakt van iedere mug een genetisch gemanipuleerd gedrocht dat het einde der tijden lijkt in te luiden. De Nederlandse media zijn maar wat bereid om iedere gebeurtenis tot op de laatste druppel uit te melken. We kunnen spreken van mediasoaps, of het nu gaat over een Dirk Scheringa, of een uitlating van Herman van Veen, die dankzij het verkeerd citeren in de Telegraaf overladen werd met dreigmails van aanhangers van de Partij die het Vrije Woord zou hoog in het vaandel zou hebben staan. Lange tenen, Nederland kent er ontelbaar veel.

En reaguurders reageren weer op andere reageerders. Zo wordt het web, de televisie, de krant, de blogosfeer een vergaarbak van reacties, ideeën en meningen. Ik doe daar zelf ook aan mee. Als voorbeeld: Ik heb niet zo’n hoge pet op van de Dutch Bloggies, dus dat schrijf ik dan op mijn blog. Andere mensen worden zielsgelukkig van de Dutch Bloggies en voelen de behoefte om hun geluk in woorden uit te drukken. Prima natuurlijk. Sterker nog: het zou gek zijn als het niet zo was. Organiseer vooral je Dutch Bloggies, je Gouden Kalveren, of welke prijs van de week dan ook. Ga voor mijn part de Ark van Noach nabouwen – om maar even een vreemde dwarsstraat in te slaan – als je echt niets beters te doen hebt. Als je daar gelukkig van wordt, wie ben ik om te zeggen dat je het niet moet doen? Verwacht alleen niet dat ik je event of wat dan ook serieus neem of een rondje op je bootje mee wil varen.Nee, Nederlandse webgebruikers slikken zelden iets voor zoete koek, al blijkt dan weer uit onderzoek dat ze zich in Nederland het vaakst ‘hufterig’ gedragen. Ik citeer Dagblad de Limburger:

Schelden via internet – via e-mail en op discussiefora – is vooral een Nederlandse hobby, concludeerde onderzoeker en criminoloog Frank Bovenkerk eerder. Nergens is de hufterigheid en het verval van normen en waarden zo ernstig als hier.

Als verklaring wordt het volgende geschreven: ‘Door internet kunnen mensen die voorheen nooit werden gehoord, nu ongestoord hun gang gaan. En omdat dit onder pseudoniem gebeurt, zijn er geen grenzen.’Nu kan ik verdere details van het onderzoek waarnaar verwezen wordt even niet vinden, maar Bovenkerks uitspraak dat de reacties in de laatste jaren verhard zijn, is ook iets wat mij gevoel aangeeft.

Toch durf ik niet meteen te beweren dat alleen de Nederlandse internetgebruikers zich bedienen van grove taal. De reacties op YouTube komen vanuit de hele wereld en die zijn ook vaak niet mals. Mensen schelden wat af. Ze maken elkaar graag belachelijk, of nog leuker: de mening, de passie van anderen zijn dikwijls doelwit voor spot. Je zult maar de GeenStijl-posse op je nek krijgen. Nee, ik heb met mensen als Van Veen te doen. Wat dat betreft, en dat wil ik toch even kwijt, ging Jeroen Mirck mijns inziens sportief om met alle kritiek die hij recent over zich heen kreeg van diverse partijen toen bekend werd dat hij een van de redactieleden van de Joop zou worden. Al is mij nog steeds niet duidelijk wat JeroenMircken nu precies betekent.

Ik krijg soms ook tweets en comments op mijn blog van cultuurfundamentalisten die vinden dat ze moeten laten blijken dat mijn muzieksmaak, filmvoorkeur of de strip waarover ik schrijf in hun ogen abject is. Zij bezien de wereld door hun ogen en denken hun smaak de Enige Ware is. Ongevraagd, of in Nederlandse termen: geheel gratis, delen zij hun ‘onovertroffen’ visie met de rest van de wereld. Vooral ongevraagd, want dat irriteert het meeste en dan is het leuk natuurlijk. Wat dat betreft heb ik wel eens het gevoel alsof de Nederlandse blogosfeer veel overeenkomsten heeft met het schoolplein: groepsvorming, geschreeuw en vooral veel gepest. (Gelukkig wordt er door veel creatieve bloggers ook gewoon in de zandbak gespeeld en virtuele zandkastelen gebouwd, want daar word ik dan wel weer vrolijk van.)

Maar dat is natuurlijk maar een deel van wat eraan de hand is. Ik heb geen boodschap aan de meningen van cultuurfundamentalisten en negeer hen dan ook. Ik draai in mijn cd-speler waar ik zin in hebt. (Jezus, draai je nog cd’s? Ja, dat doe ik nog. iPod-loos ga ik zelfs door het leven.) Wat zij ervan vinden, interesseert me niets. Hun reacties zijn als de ontlasting die ik iedere dag het riool in spoel. Een druk op de knop en weg zijn ze. Negeren die hap, dat is mijn credo.

We hebben immers het recht om te zeggen wat je wilt in dit land maar ook het recht om te negeren. En het daarbij samenhangende recht om te modereren en te blokkeren, als het om websites en blogs gaat. Dat heeft wat mij betreft niet veel met censuur te maken (maar technisch gesproken is het wel een vorm van censureren natuurlijk) maar meer met je straatje schoonhouden. Vooral als het om comments gaat, want als je onder een stukje twee azijnreacties hebt staan, beheerst dat vaak de opmerkingen die volgen. Inhoudelijk ergens over praten is er dan niet meer bij. Erwin Blom zei dat laatst ook tijdens zijn lezing op Blog-Art.

Overigens heb ik bewondering voor mensen die serieus ingaan op de zuurkoppen die hun reactieformulieren bevuilen. Soms lijkt het wel een halve dagtaak voor ze om iedereen van repliek te dienen. Al denk ik soms dat je dan de ego’s van de zuurkop in kwestie alleen maar voedt, daarom snap ik ook heel goed waarom bloggers als Peter Breedveld en Bert Brussen ip-bannen en andere technieken inzetten. Anders blijf je aan de gang met die zeikspammers.

Categorieën
Bloggen Media

Ga toch heen met je Dutch Bloggies!

Prijzen en ‘awards’: ik geloof er niet in. Ik vind het onzin. Sterker nog: ik wil er niets mee te maken hebben! Vaak is zo’n award alleen in het leven geroepen om een bepaalde sector of een bepaald medium te legitimeren. Zeker als het een medium betreft wat niet zo serieus wordt genomen is het raadzaam om er een award voor uit te loven. Soms zijn prijzen zelfs een lelijk aftreksel van een andere prijs. Zonder de Oscars waren de Hollandsche filmmakers immers nooit op Het Gouden Kalf gekomen. Dat Gouden Kalf hadden ze met het badwater weg moeten gooien, of zoiets. En die Dutch Bloggies ook!Ik geef het toe: ook ik heb gestaard naar de vele categorieën voor de Dutch Bloggies. ‘Beste blog, Beste vormgeving, Best geschreven, Gezondheid & sport…’ Bepaalde categorieën zeiden mij niets, want dat soort blogs lees ik gewoonweg niet. Ik ben niet geïnteresseerd in Gezondheid & Sport. Ik lees me suf aan blogs, daar niet van, maar of dat nou de beste blogs zijn die Nederland te bieden heeft? Het is een vraag die mij eigenlijk niet interesseert. ‘De Beste’ van iets is ook zo arbitrair. Iedereen nomineert toch zijn vriendjes of de mensen die hij denkt die zijn vriendjes zijn? Sommige onverlaten zullen het niet nalaten om zichzelf te nomineren omdat ze vinden dat zij De Beste zijn. (Een actie die overigens wordt aangemoedigd door de organisatie zélf. In een van de tweets was het volgende te lezen:

Het magische getal 999 is bereikt op [link] Word jij nr 1000? Nomineer jezelf & maak kans op een Bloggie!)

Kortom: het is of een prijs die nepotisme als basis heeft of voortgestuwd wordt door egotripperij. In beide gevallen zegt het predikaat ‘De Beste’ dus niet zoveel. En anderzijds is ‘De Beste’ gewoon het blog dat de massa goed vindt, en daar heb ik doorgaans weinig mee.
Dit geldt natuurlijk voor alle awards, vandaar dat ik het idee van prijzen niets vind. Zo’n Dutch Bloggie is bovendien nutteloos. Weet jij nog wie er vorig jaar gewonnen heeft? En dat jaar ervoor? En kan het je wat schelen? Tuurlijk niet. Dat soort informatie is net zo boeiend als het nieuwe plannetje dat het Wilders-team nu weer bedacht heeft. Waarom dan toch blogs nomineren? Sociale druk via twitter natuurlijk! Een blogger die ik graag lees opperde dat ik op zijn minst de blogs kon steunen die ik waardeer. Solidariteit onder bloggers. Een prima gedachte. Dus heb ik alleen blogs genomineerd die ik goed vind/die door vriendjes zijn geschreven. Mijn nominaties hebben derhalve maar weinig met ‘De Beste’ te maken. Dit stukje is gepend naar aanleiding van de post van René van Densen waarin hij fel ageert tegen de Dutch Bloggies en verklaart vooral niet genomineerd te willen worden. Ondertussen zou hij volgens mij het best leuk vinden als Kutbinnenlanders.nl dit jaar een Dutch Bloggie zou winnen. Al is het alleen maar omdat er dan een blog heeft gewonnen dat niet door de massa wordt gelezen, dat geen duidelijke doelstellingen nastreeft of überhaupt ergens over moet gaan. Dat zal ze leren, die lui van de Dutch Bloggies!

Categorieën
Film Strips

Iron Man 2: Ik heb er zin in!

Op dit moment zijn de opnames van Iron Man 2 bijna voltooid. Toch duurt het nog bijna een jaar voordat de film in de bios draait. Downey Jr. is terug en hij neemt Scarlett Johannson met zich mee.Hoewel ik de tweets van regisseur Jon Favreau volg, probeer tot de première van Iron Man 2 zo min mogelijk mee te pikken van de berichten online, want tegenwoordig kun je over iedere wind lezen die de hoofdrolspeler laat. Sterker nog: als de derde assistent iets verkeerds gegeten heeft staat dat wel ergens op een blog. Toch kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen toen ik vandaag een linkje zag naar de eerste foto van Scarlett Johannson als Black Widow. Ziet er goed uit die Johansson.Sowieso vind ik dit een erg leuke actrice. Ze stal mijn hart in Lost in Translation en speelde daarna ook nog erg verdienstelijk in een aantal films. Leuke, niet sexy rol in Ghost World bijvoorbeeld. En in Vicky Cristina Barcelona was zij voor mij een van de weinige lichtpuntjes in het verder vergezochte verhaal van Woody Allen. (Wat was Penelope Cruz irritant in die film trouwens.)

Scarlett in Ghost World.

Scarlett in Lost in Translation.

Maar goed, de echte ster van Iron Man is natuurlijk de onovertroffen Robert Downey Jr. Perfect gecast als Tony Stark – dat harnas zat hem in deel als gegoten. En verder natuurlijk Samuel L. Jackson als Nick Fury. (De eerste acteur die Nick Fury speelde was overigens niemand minder dan David Hasselhoff. Kijk maar.) Ik ben ook erg benieuwd naar wat Mickey Rourke brengt naar de Iron Man franchise. Hoewel ik The Wrestler nog niet gezien heb (schande, ik weet het) vond ik hem heel goed gecast als Marv in Sin City. Zo’n beetje de beste rol die hij sinds jaren speelde, want eerlijk gezegd ben ik nooit zo onder de indruk geweest van Rourke’s acteerprestaties. (Nee, ook niet in de films die hij in de jaren tachtig maakte.)De casting van een goede schurk is belangrijk in een superheldenfilm. Daar valt of staat de film eigenlijk mee. Kijk maar naar Spider-Man 3: Sandman was slecht uitgewerkt en bleef – ha ha – vooral los zand. Heath Ledger in The Dark Knight was een perfecte Joker en daarmee de perfecte tegenstrever voor Christian Bale. Maar ik dwaal af. Iron Man 2: we gaan het zien. Volgend jaar. Tot die tijd kunnen we genieten van plaatjes van Scarlett.Lees ook: