Categorieën
Media Minneboo leest Strips

Screendiver: Dé site voor interactieve strips

Het medium interactieve strip is volop in ontwikkeling. Met Screendiver is er nu een centrale plek waar makers en lezers een overzicht krijgen van welke comics er allemaal zijn. In de toekomst kun je er ook lezen hoe je ze kunt maken. Een gesprek met Remco Vlaanderen, hoofdredacteur van de site: ‘Screendiver moet dé merknaam worden voor innovatieve, interactieve comics.’

Remco Vlaanderen. Illustratie: Gustavo Garcia.

Het beeldverhaal ondergaat een revolutie in de digitale en virtuele wereld. Naast papier kunnen we tegenwoordig ook strips lezen op smartphones, tablets en al langer op de pc. Digitale strips, ook wel motion comics of interactieve comics genoemd, zijn volop in ontwikkeling. Het zijn stripverhalen verrijkt met animatie, muziek en geluidseffecten. Vaak zijn ze op een bepaalde manier interactief omdat er een handeling van de lezer is vereist. We hebben het dus niet over papieren strips waarvan er ook een digitale versie beschikbaar is om te lezen op je tablet of telefoon, zoals bijvoorbeeld de dienst Yieha van Ballon Media en Standaard Uitgeverij. Het gaat om stripverhalen die speciaal gemaakt zijn voor digitale consumptie. Nieuwe, uitdagende producties waarbij de makers vaak nieuwe manieren van vertellen uitproberen.

‘Door gebruik te maken van muziek, tekst, en door te spelen met tijd, ontwikkelen de makers eigenlijk een soort van nieuwe visuele taal die anders is dan die van de papieren strip maar daar wel op voortborduurt,’ aldus Remco Vlaanderen. Vlaanderen is sinds 2005 werkzaam als producent en redacteur bij Submarine Channel: een internationaal distributie- en productieplatform voor innovatieve digitale mediaproducties waarin nieuwe manieren van vertellen worden onderzocht, zoals interactieve documentaires en interactieve comics. De website Screendiver.com is een van hun projecten, een platform dat in het leven is geroepen om interactieve strips te promoten.

‘Screendiver is echt bedoeld als platform om mensen bewust te maken van deze vorm van comics. We willen zo een groter publiek voor dit medium genereren, want veel mensen kennen interactieve comics simpelweg nog niet. We zien het als onze missie om ervoor te zorgen dat het medium veel bekender wordt. Vorig jaar hadden we een expositie met baanbrekende motion comics in het ABC Architectuurcentrum Haarlem tijdens en na de Stripdagen. Screendiver is de volgende stap,’ aldus Vlaanderen die als hoofdredacteur een van de drijvende krachten achter Screendiver is.

Pioniers
Volgens Vlaanderen leven we in interessante tijden: ‘Het is alsof we bezig zijn iets nieuws uit te vinden. De makers die met digitale strips bezig zijn voelen zich ook pioniers, denk ik. We zijn aan het ontdekken hoe het oude medium strip zich vernieuwt onder invloed van digitale platforms. Er is nog zoveel mogelijk en er valt nog zo veel te ontdekken! Op dit moment zijn bijvoorbeeld veel interessante stripmakers bezig met hoe ze virtual reality kunnen gebruiken in stripverhalen. Misschien blijkt dit uiteindelijk niet te kunnen, maar vooralsnog is het is dus heel boeiend om te kijken of het kan en hoe dan. In dat soort experimenten ben ik als maker en producent erg geïnteresseerd. Natuurlijk zijn interactieve comics niet per se beter dan gewone strips, maar als je beeldverhalen maakt die op een scherm gelezen moeten worden dan is het gek als je alleen een statische strip zou maken. Je werkt immers met een multimediaal platform. De elementen die je toevoegt mogen geen decoratie zijn, maar moeten echt essentieel zijn en het verhaal ondersteunen. De meest ideale interactieve comic zou niet meer goed werken als je een gebruikt element weg zou halen. Als je bijvoorbeeld het geluid weghaalt zou je dat echt moeten missen.’

Een mooi voorbeeld van de meerwaarde van audio bij een strip is The Land of the Magic Flute, Fons Schiedons vrije bewerking van Mozarts Die Zauberflöte. Tijdens het lezen zijn soms fragmenten van Mozarts opera te horen die achtergrondinformatie geven over de personages. Zonder de audio is de leeservaring dus niet compleet.

Sutu tijdens een workshop.

Sutu
Een ander goed voorbeeld van de mogelijkheden die het medium biedt, is de strip These Memories Won’t Last van de Australische stripmaker en interactive designer Sutu. Sutu, pseudoniem van de in 1981 geboren Stuart Campbell, is een van toonaangevende pioniers op het gebied van motion comics. Kenmerkend aan zijn strips is dat de technische middelen altijd in dienst staan van het verhaal en nooit alleen maar aanwezig zijn als gimmick. These Memories Won’t Last kun je gewoon in je internetbrowser lezen. De striplaatjes en teksten zitten aan elkaar vast via een rode draad die tegen de scrollrichting in beweegt. Je leest de strip dus alsof je verticaal langs een levenslijn beweegt. De strip is een prachtig, kort verhaal over Sutu’s grootvader die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. Als de lezer te lang bij een beeld blijft hangen, vervaagt dit langzaam. Een mooie visuele metafoor voor geheugenverlies.

These Memories Won’t Last.

Sutu wijst nieuwe makers graag op een belangrijke valkuil bij het maken van interactieve comics: ‘Waar je voor moet oppassen is dat mensen moeten uitzoeken hoe ze je verhaal precies dienen te lezen. Het ontwerp moet intuïtief te volgen zijn. Soms draven makers door wat interactiviteit betreft, waardoor lezers het verhaal niet goed meer kunnen volgen, gefrustreerd raken en hun interesse verliezen.’

Interactieve comics centrale
Het idee voor Screendiver werd geboren tijdens het Zwitserse internationale stripfestival Fumetto in 2014 waar een expositie aan motion comics was gewijd. Daarom waren er ook enkele pioniers van dit medium aanwezig, zoals Ezra Claytan Daniels, Sutu en Jason Shiga. Tijdens een paneldiscussie bleek dat zij nogal moeite hadden met de distributie van hun projecten. Zo zijn interactieve graphic novel apps moeilijk terug te vinden in de App Store van Apple, en zijn interactieve strips overal verspreid op het web. Je moet dus goed zoeken. De makers en Vlaanderen zaten daarover te praten en toen werd het idee geboren om één centrale plek te creëren, een distributieplatform waar bezoekers alle producties bij elkaar kunnen vinden. Sinds januari 2017 is Screendiver officieel online, al is het project nog lang niet af.

Stripcollectie
Men wil met de site dus laten zien wat voor moois er allemaal te lezen is op het gebied van interactieve comics. De belangrijkste functie is daarom het overzicht met comics dat wekelijks wordt aangevuld met nieuwe titels. Op dit moment staan er een kleine veertig projecten in het overzicht. De meeste comics zijn niet op de site te lezen. Er wordt van deze producties een inleiding gegeven en een link naar waar de strips gelezen kunnen worden of de apps ervoor gedownload. Bezoekers kunnen het materiaal selecteren op genre, digitaal platform en of de strips geschikt moeten zijn voor alle leeftijden of alleen volwassenen.

De comics die nu worden genoemd komen in allerlei soorten en maten. Van webexperimenten, comics die uit animated gifs bestaan tot met strips met een virtual reality element. Vlaanderen licht de keuze voor de comics op de site als volgt toe: ‘Momenteel zijn we aan het uitzoeken hoe breed we willen gaan maar, in eerste instantie moet het een platform zijn voor producties zoals we die zelf maken: onafhankelijk gemaakte producties, indie comics die niet-gelieerd zijn aan grote Amerikaanse uitgevers. Ook de geselecteerde commerciële projecten die voor een groot publiek zijn gemaakt, zijn nog steeds onafhankelijke producties. Daarnaast wilden we ons concentreren op comics met een vorm van interactiviteit die specifiek voor het web zijn gemaakt. Dus geen klassieke motion comics die eigenlijk vooral filmpjes zijn. Overigens is vernieuwend niet per se een vereiste bij de selectie. Het is niet zo dat ieder project dat we erop zetten, iets nieuws moet toevoegen.’

Juist door de nadruk op onafhankelijke makers, hoopt Screendiver een tegenhanger te zijn voor grote commerciële distributieplatforms voor lineaire digitale comics, zoals Comixology en Marvel comics.

Abwaesser.

Abwaesser
Niet alle strips op Screendiver zijn verhalend. Een goed voorbeeld van een niet-verhalende webcomic is bijvoorbeeld Abwaesser, een serie korte verhalen en experimenten van Yung Kiwi, pseudoniem van de Zwitserse illustrator Michael Kühni. Het project is als het ware een speeltuin waarin Kiwi allerlei experimenten doet met het medium interactieve comics. Met iedere aflevering probeert hij nieuwe dingen uit. Soms zijn het poëtische strips met veel humor, een andere keer een vormexperiment waarin Kiwi speelt met de layouts en animaties.

Seksueel geweld
Een van de strips waar Vlaanderen heel enthousiast over is heet Priya’s Shakti. Het is een interactieve, atypische superheldencomic met een sociale boodschap die tieners gendergelijkheid wil bijbrengen en waarschuwt voor seksueel geweld. De ervaringen van verkrachtingsslachtoffers zijn in het project verwerkt in animaties, die door een augmented reality app geactiveerd worden. Als je je tablet of telefoon boven het boek houdt en via deze speciale app leest, komen de stripplaatjes tot leven met animaties.

Priya’s Shakti.

‘Volgens mij is Priya’s Shakti de meest succesvolle interactieve comic ooit. De app is al iets van 500.000 keer gedownload. En er was veel media-aandacht voor, juist vanwege de maatschappelijke relevantie. Het eerste deel is gemaakt naar aanleiding van een groepsverkrachting in een bus in New Delhi, India. Eind vorig jaar is deel twee uitgekomen. Die gaat over wraakacties waarbij vrouwen zuur in het gezicht gegooid krijgen. Volgens mij is dit project zo succesvol omdat het heel mooi is getekend. Het is goed gemaakt en gaat over een zeer urgent en actueel onderwerp.’ De strip is zowel beschikbaar als papieren uitgave als digitaal.

Manifest
Er valt dus al veel te lezen op de site. Het doel is om Screendiver uit te laten groeien tot een community voor lezers en makers. Daarom staat er ook een manifest van de Amerikaanse schrijver, tekenaar en art-director Ezra Claytan Daniels op. In zijn manifest gaat hij op uitdagende wijze dieper in op wat er nu eigenlijk onder motion comics wordt verstaan. Daniels gebruikt overigens graag de term digitale comics, want als makers en uitgevers allerlei vage benamingen gaan gebruiken, maakt dat de producties moeilijk vindbaar.

Daniels: ‘De parapluterm digital comics moet alles omvatten van statische webcomics tot de meest ambitieuze interactieve comics.’ Toch is er onder de makers nog enige discussie over welke term nu het beste de lading dekt. Vlaanderen: ‘Ik gebruik liever de term interactieve comics in plaats van motion comics, omdat die laatste benaming weer de associatie oproept met geanimeerde strips op YouTube.’

Hoe je ze ook wilt noemen, Daniels deponeert in zijn manifest enkele voorwaarden, al was het maar om makers uit te dagen. Daniels vindt bijvoorbeeld dat digitale strips de beperkingen van het papier moeten overstijgen en juist nieuwe mogelijkheden moeten onderzoeken. De makers moeten daarom ook rekening houden met het uiteindelijke platform waarop de strip gepubliceerd gaat worden. ‘Een maker van digitale comics moet de mogelijkheden van het bedoelde platform volledig onderzoeken en uitbuiten,’ aldus Daniels in het manifest. ‘Kijk naar de technologie van jouw platform en denk hoe jouw verhaal dat kan gebruiken om een meeslepender ervaring te creëren. Als jouw strip bedoeld is om op telefoons gelezen te worden, ontwerp de kaders op een manier die het kleine, verticale scherm omhelzen in plaats van ermee vechten.’

Bezoekers van de site kunnen het manifest ondertekenen, van commentaar voorzien en delen.

How to
Uiteindelijk moet Screendiver ook een plek worden waar makers terecht kunnen voor informatie. Vlaanderen: ‘Er zijn veel stripmakers die dit soort dingen willen creëren, maar niet goed weten waar ze moeten beginnen. Zeker bij jongere makers is er veel interesse voor. Van de studenten die ik lesgeef aan de St. Joost in Den Bosch, willen vier van de 18 leerlingen interactieve strips maken. Op dit moment is de directory met strips het belangrijkste, maar we willen uitbreiden op het gebied van educatie en informatie geven over hoe je deze producties zou kunnen maken. Door bijvoorbeeld aandacht te besteden aan tools, de programma’s en gereedschappen die je nodig hebt. Niet alle stripmakers zijn immers even technisch onderlegd. Daarnaast willen we in de toekomst ook ‘making of stories’ maken. Denk aan interviews met de stripmakers en het tonen van concept art. Laten zien hoe deze producties tot stand zijn gekomen en wat de makers willen bereiken met hun werk. Ook dat soort dingen zijn super interessant voor mensen die ook dit soort dingen willen maken.’

Scott McCloud. Foto: Michael Minneboo

Tips voor de juiste tools staan straks in de sectie met artikelen, waar ook stukken over het medium staan en video-interviews met makers als Sutu en Scott McCloud. De Amerikaan McCloud is misschien nog wel het best bekend door zijn drie theoretische boeken over strips, zoals Understanding Comics, en is een van de mensen die zich dus als stripmaker en theoreticus met het medium bezighoudt. In zijn boek Reinventing comics legde hij een visionaire basis voor digitale comics. In de video vertelt hij immer enthousiast over de mogelijkheden van het oneindige digitale canvas.

ProStress.

Iedere dag vers
Iedere werkdag wordt er op Screendiver nieuw materiaal van de Rotterdamse kunstenaar/animator/webpionier Han Hoogerbrugge gepubliceerd. De interactieve cartoon ProStress bestaat uit drie plaatjes waarin Hogerbrugge op eigen wijze commentaar levert op de actualiteit, beroemdheden, politici en populaire cultuur.
Op dit moment staat Screendiver dus nog deels in de kinderschoenen, maar Vlaanderen is optimistisch over de toekomst van motion comics en de site: ‘Over vijf jaar moet de community van makers en lezers flink gegroeid zijn en moet de directory zeer uitgebreid zijn. Mensen die inspiratie en toffe interactieve comics zoeken moeten dan eigenlijk meteen aan Screendiver denken. Het moet dé merknaam zijn voor innovatieve, interactieve comics.’

www.screendiver.com

Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in Stripgids Vol 3 #1.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Familieziek verbeeld: Van Dis in klare lijn

Stripmaker Peter van Dongen werkte een decennium aan zijn bewerking van de roman Familieziek van Adriaan van Dis. ‘Ik herkende veel van mijn verleden in het verhaal.’

Wanneer we stripmaker en illustrator Peter van Dongen (Amsterdam, 1966) eind september in zijn werkkamer in Amsterdam spreken, is zijn stripbewerking van de roman Familieziek zo goed als af. Op zijn werkblad liggen enkele potloodpagina’s van een nieuw album van de klassieke reeks Blake en Mortimer. Van Dongen en Teun Berserik tekenen allebei de helft van een verhaal geschreven door Yves Sente dat begin 2018 zal uitkomen. Ze tekenen in de klare lijn-stijl die de in 1987 overleden bedenker van Blake en Mortimer, Edgar P. Jacobs, ook hanteerde. Een stijl waarin Van Dongen perfect thuis is: ‘Het prettige aan de klare lijn vind ik dat het helder is. Ik trek graag gladde, gelikte lijnen. Het is ook een beperking: je weet wat je als tekenaar wel en niet kunt tekenen omdat je in deze stijl genadeloos wordt afgestraft wanneer je iets niet kan.’

Van Dongens pagina’s voor Blake en Mortimer

Niet integraal
Van Dongen brak internationaal door met zijn tweeluik Rampokan, dat zich afspeelt aan de vooravond van de Politionele Acties in Indonesië. Hij baseerde zich voor deze verhalen onder andere op de geschiedenis van zijn moeder en grootmoeder. Bijna tien jaar geleden benaderde Adriaan van Dis, die onder de indruk was van Rampokan, Van Dongen met het verzoek een integrale verstripping van zijn roman Familieziek te maken.

Toentertijd waren dat soort graphic novels populair dankzij Dick Matena, die onder andere De avonden van Gerard Reve in stripvorm had gegoten. In tegenstelling tot Matena, die de brontekst integraal in de strip opneemt en daarnaast alles wat erin de tekst staat óók nog eens visualiseert, pakte Van Dongen de adaptatie anders aan: ‘Een integrale editie leek me niet te doen. Dat zou teveel tekenwerk worden. Daarbij vind ik een bewerking veel interessanter voor mezelf als maker omdat je dan keuzes moet maken. Ik wilde alles zelf doen. Ik schrijf een synopsis en begin daarna met het schetsen van de lay-out van de pagina’s. Zo zie ik het verhaal voor mijn ogen ontstaan en kan ik bijvoorbeeld meteen rekening houden met het feit dat een cliffhanger op het laatste plaatje van de pagina moet komen.’

Familiegeschiedenis
Iedere vijf maanden kwamen de stripmaker en auteur bij elkaar en beoordeelde Van Dis het gedane werk. Ook keek hij goed naar de teksten in de strip. Van Dongen: ‘Sommige dialogen heb ik overgenomen uit het boek, de rest heb ik zelf ingevuld. Soms was ik te lang van stof, en kortte Van Dis de dialogen in. Toch heeft hij 70 procent van de tekst intact gelaten.’

In het begin vond Van Dis dat de stripmaker te ver was afgedwaald van het oorspronkelijke boek. ‘Ik had verhalen van mijn eigen familie erin verwerkt, want er waren parallellen tussen wat mijn oma en haar dochters is overkomen en Familieziek, een verhaal over een gezin dat vanuit Nederlands-Indië naar Nederland verhuist en hier probeert te aarden. Nadat de moeder van drie dochters haar man heeft verloren door onthoofding, ontmoet ze Meneer Java in een evacuékamp. Java wordt haar nieuwe man en later de vader van Adriaan van Dis. Het boek gaat over hoe de jongen opgroeit in een gezin met drie Indische halfzussen en de moeizame relatie met een vader die getraumatiseerd is door de oorlog. Van Dis vond dat ik mijn familieverhalen voor mijn eigen werk moest bewaren. Daar was ik in het begin wat gepikeerd over, maar uiteindelijk snapte ik dat ik beide verhalen op deze manier tekortdeed. Oorspronkelijk had ik de klus aangenomen om verschillende redenen. Natuurlijk omdat Van Dis een grote naam is, maar vooral omdat ik toen zelf bezig was met een verhaal over een repatriantengezin en hoe het hen verging in de Nederlandse samenleving van de jaren vijftig. Maar nadat ik op mijn veertigste vader was geworden, was ik te onrustig in mijn hoofd om mij op mijn eigen verhaal te concentreren. Door Familieziek te bewerken kon ik die concentratie wel weer vinden. De vader-zoonrelatie trok mij in het bijzonder aan. Uiteraard omdat ik zelf net vader was geworden, maar ook herkende ik er veel van mijn eigen verleden in. Mijn vader en stiefvader mishandelden mijn moeder en thuis heerste er vaak een angstcultuur. Mijn stiefvader behandelde mijn halfbroertje zoals Meneer Java zijn zoon behandelt, in de zin dat mijn halfbroer zich ongezien voelde. Mijn stiefvader had geen aandacht voor hem, was onrustig en altijd op reis.’

Eigen invulling
‘Op verzoek van Van Dis begint de graphic novel met dezelfde proloog als het boek. Omdat Familieziek uit allerlei korte verhalen en taferelen bestaat, heb ik voor de rest van de strip een keuze gemaakt in wat ik wel en niet wilde gebruiken. Ik heb elementen uit verschillende taferelen gecombineerd, een geheel nieuwe verhaalstructuur bedacht en er van alles bij verzonnen. Dat vond Adriaan goed, zolang hij de keuzes maar kon plaatsen. In het hoofdstuk ‘Schuinschrift’, moet de jongen bijvoorbeeld leren schrijven in schoolschrift. In het boek zitten meneer Java en hij alleen aan de schrijftafel, ik laat ze nu ook naar het strand gaan om in het zand te schrijven. Veel van de verhalen spelen zich binnen af of in een duinlandschap. Daarom is het fijn dat Meneer Java zich soms weer in Indonesië waant, want dan kon ik lekker uitpakken met het landschap daar, wat ik fijn vind om te tekenen. Als tekenaar heb je de ruimte alle kanten op te gaan.’

Van 21 november tot en met 7 januari zijn de originele pagina’s van Familieziek te zien in het Stripmuseum in Brussel.

Peter van Dongen en Adriaan van Dis. Familieziek.
Scratch.

Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #47 (2017). Toen ik bij Van Dongen op bezoek was voor dit interview, maakte ik na het gesprek de volgende video:

 

Categorieën
Spidey's web Strips

Spider-Man in de Preview

Filmjournalist en hoofdredacteur van de Preview Pim Wijers was de eerste die mij interviewde over Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur.

Ons gesprek vond plaats in april, ruim voordat het boek af was. In die weken was ik nog koortsachtig de laatste hand aan het leggen aan de tekst en aantekeningen van de redacteur aan het doornemen. Onderstaand interview is gepubliceerd in Preview #4 (de niet-Pathé editie). Op de cover stond de cast van de Baywatch reboot.

Categorieën
Bloggen English Strips

Blogger Brian Michael Bendis

Quite a lot of comic book professionals have an online presence by running a website or a blog. Marvel-scribe Brian Michael Bendis has his own tumblr blog on which he publishes art work, promotes his books and answers questions of fans.

So I asked him a question about him being a blogger.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Coole Action Figures van Thijs van Domburg

Cabaretier en tekstschrijver Thijs van Domburg is een professionele geek. Hij houdt van comics en heeft een indrukwekkende verzameling action figures.

Daar was ik erg nieuwsgierig naar, dus vertelt hij in deze vlog over zijn verzameling.  Zo begon het allemaal met zijn liefde voor de Teenage Mutant Ninja Turtles… Nou ja, we laten Thijs gewoon zelf aan het woord.

Naar aanleiding van de vlog had Thijs nog een kleine correctie: ‘Even gefactcheckt: de twee speelgoedlijnen waar de Transformers uit voort kwamen heetten Diaclone en Microman. Voor ik woedende nerds achter me aan krijg.’

Waarvan akte.

Categorieën
Minneboo leest Strips

De fascinerende wereld van Nick Cave in stripvorm

De Duitse stripmaker Reinhard Kleist maakte een meeslepende en fascinerende striproman over het leven en het werk van Nick Cave. ‘Mensen die iets duisters in zich meedragen interesseren mij.’

‘Reinhard Kleist, meester-beeldromancier en schepper van mythes heeft – wederom – de conventies van de graphic novel getart met deze angstaanjagende samensmelting van Cave-songs, biografische halve waarheden en verrukkelijke hersenspinsels, waarmee hij een complexe, indrukwekkende en volstrekt bizarre reis door de Wereld van Cave heeft gecreëerd. Dit boek komt dichter bij de waarheid dan elke andere biografie, zoveel is zeker! Maar laat één ding duidelijk zijn: ik heb Elisa Day niet vermoord,’ aldus de flaptekst geschreven door Nick Cave over de nieuwe graphic novel Nick Cave: Mercy on Me. De getekende biografie die begin oktober verscheen bij uitgeverij Scratch.

Stripauteur Reinhard Kleist (Keulen, 1970) is er in zijn nopjes mee, laat hij vanuit zijn huis in Berlijn telefonisch weten. ‘Cave laat hiermee weten dat hij erg blij is met het boek en tegelijkertijd neemt hij er afstand van.’ Zijn striproman over Nick Cave, de Australische singer-songwriter, muzikant, dichter, auteur en acteur, is niet de eerste biografie van Kleist. Eerder verbeeldde hij de levens van onder meer bokser Harry Haft, Fidel Castro, Elvis Presley en Johnny Cash.

Gebroken biografie

Reinhard Kleist. (c) Carlsen Verlag by Wolf-Dieter Tabbert.

‘Ik ben erg geïnteresseerd in waargebeurde verhalen, omdat je daar zoveel uit kunt halen,’ licht Kleist zijn voorkeur voor het genre biografie toe. ‘In het geval van Der Boxer en Der Traum von Olympia waren het die specifieke verhalen die ik aan een strip lezend publiek wilde vertellen. Dat laatste boek ging over de Somalische atleet Samia Yusuf Omar met wie het dramatisch afliep. Er wordt wel gezegd dat ik me aangetrokken voel tot mensen met een gebroken biografie of een beschadigde persoonlijkheid. Mensen die iets duisters in zich meedragen. Zoals Johnny Cash. Die had een duistere visie op de wereld, en was drugsverslaafd. Hij was een lange tijd niet erg aardig voor zichzelf, destructief. Ieder moment kon hem een ramp overkomen. Hoe hij zijn weg daaruit vond, maakt een boeiend verhaal. Wat mij in het bijzonder fascineert aan Nick Cave is dat hij een van de grootste verhalenvertellers in de muziek is. Hij gebruikt de sfeer van de muziek en de songteksten om zijn verhalen te illustreren.’

De inmiddels 60-jarige Australiër trad met zijn Bad Seeds 6 oktober nog op in een uitverkochte Ziggo Dome. De show was onderdeel van de Europese tournee die in het teken staat van het nieuwe album Skeleton Tree.

Ware mythes
Nick Cave: Mercy On Me is geen recht-toe-recht aan biografie, maar een meeslepend relaas, waarin de songs van Cave verweven zijn met zijn gebeurtenissen uit zijn leven en de mythologie rondom zijn personage. ‘Nick is zelf constant bezig met het vormen van zijn legende. Toen ik met hem sprak, praatte hij vaak over zichzelf in de derde persoon. Hij is dus eigenlijk constant een personage genaamd Nick Cave aan het opbouwen. Dat heb ik ook met dit boek gedaan. Op een bepaalde manier heb ik mijn eigen versie van Nick Cave gecreëerd. Tijdens onze gesprekken maakte hij al snel duidelijk dat het boek geen navertelling van feiten en gebeurtenissen mocht worden. Daarom heb ik ervoor gekozen om mij meer op zijn persoonlijkheid te richten en op zijn positie als kunstenaar in relatie tot zijn werk. Ik vertel nu over gebeurtenissen uit Caves leven vanuit het perspectief van personages uit zijn songs en vanuit de hoofdpersoon uit zijn debuutroman.’

Kleist laat de personages uit Caves werk tot hem spreken. In de striproman komen soms dezelfde gebeurtenissen terug, verteld vanuit een ander perspectief. Ieder hoofdstuk bevat een thema, dat vervolgens belicht wordt aan de hand van belangrijke werken uit Caves oeuvre. ‘Het eerste hoofdstuk gaat over de jongen die zijn ouderlijk huis verlaat en de wijde wereld in trekt, maar een flinke klap in zijn gezicht krijgt. Dat is in de basis ook het verhaal van ‘The Hammer Song’. Daarin zitten overeenkomsten met wat Cave op die leeftijd zelf is overkomen. ‘Where The Wild Roses Grow’ is het liefdesverhaal tussen Anita Lane en Cave. Nick heeft ooit in een interview verteld dat hij en het hoofdpersonage in ‘The Mercy Seat’, de veroordeelde die op de elektrische stoel gezet wordt, veel gemeen hadden omdat het toen niet goed met hem ging. Met dat liedje riep hij eigenlijk om hulp.’

‘Where the Wild Roses Grow’

Apocalyps
Uiteindelijk leidt deze overdonderende en op prachtige wijze gevisualiseerde reis door de wereld van Cave tot een Apocalyps en een rechtstreekse confrontatie tussen de kunstenaar en zijn creaties. ‘Als Cave verhalen bedenkt, creëert hij werelden en personages. Dat maakt hem tot een God in zijn eigen universum. Maar Cave is niet erg aardig voor zijn personages. Aan het eind van de meeste verhalen sterven ze. Daarom laat ik ze aan Cave vragen waarom hij hen dit aandoet. Zo kon ik het hebben over de relatie tussen de kunstenaar en zijn werk en de verantwoordelijkheid die hij heeft ten opzichte van de mensen die hij creëert. Als ik een strip maak wil ik ook dat de personages echt gaan leven voor de lezer. En als dat gebeurt, heeft dat iets magisch.’

‘Op het waarom van Cave’s moordlust, zijn verschillende antwoorden,’ zegt Kleist. ‘In het geval van Elisa Day van het lied ‘Where the Wild Roses Grow’, antwoordt Cave: “All beauty must die”. Daaruit concludeer ik dat Cave haar doodde om haar onsterfelijk te maken. Iedereen kent het liedje immers, het wordt nog steeds gezongen en naar geluisterd.’

De personages vertegenwoordigen ook facetten van Cave’s persoonlijkheid. Kleist ziet de hoofdpersoon uit het lied Red Right Hand als de duivelse versie van Cave, iemand die een spoor van vernietiging achter zich laat. De mensen in zijn leven en met wie hij samenwerkt zijn als microscopische radertjes in een catastrofistisch plan. ‘Dat spoor van vernietiging verwijst vaak naar zijn persoonlijke relaties. Gedurende zijn carrière was Cave, als bandleider en kunstenaar, niet altijd even aardig voor de mensen in zijn omgeving,’ vertelt de stripauteur.

Kleist voerde meerdere gesprekken met Cave die de stripmaker volledig vertrouwde en de vrije hand gaf. ‘Een keer heeft hij zich uitgesproken. Nick wilde het verhaal over de dood van zijn vader er niet in hebben, want hij vond mijn benadering hiervan niet goed. Dat heb ik toen aangepast, maar uiteindelijk heb ik het helemaal geschrapt omdat het niet bij de rest paste.’

Geluidloos
Cave is als performer nogal theatraal, dus als je werkt met een stil medium met statische illustraties, hoe vertaal je de opwinding van een live-optreden dan naar het papier?
‘Dat dilemma is ook een van de redenen waarom ik graag biografieën over muzikanten maak, juist omdat ik in een medium zonder geluid werk. Het is een enorme uitdaging om muziek hierin te portretteren. In een scène in het boek geeft Cave met zijn tweede band The Birthday Party een concert. Ik heb geprobeerd de ruige energie en agressiviteit van de muziek weer te geven in de tekeningen door de songteksten door het publiek te laten snijden en mensen letterlijk te onthoofden. In een andere scène laat ik het geluid van een trein overgaan in dat van een elektrische gitaar. Op die momenten probeer ik muziek zichtbaar te maken.’

Muziek zichtbaar maken.

Reinhard Kleist. Nick Cave: Mercy On Me. De getekende biografie. (Vertaling Joost Pollmann)
Scratch.

Geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #4.

Categorieën
Spidey's web Strips

Interview over superhelden, geeks en fans

Een paar weken geleden werd ik aan het IJsselmeer in Hoorn geïnterviewd door journalist en kunstenaar Jaap Stiemer voor het Noord-Hollands Dagblad. We spraken natuurlijk over Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur. Het boek waar ik in juni dit jaar debuteerde en waar ik zo’n vijf jaar met hart en ziel aan gewerkt hebt.

De interviewlocatie was toepasselijk, want een deel van het boek speelt zich ook af in Hoorn – de stad waarin ik opgroeide en waar ik voor het eerst kennismaakte met de superheld Spider-Man. Ook het Noord-Hollands Dagblad komt trouwens voor in het boek, evenals een jonge reporter genaamd Jaap Stiemer!

Woensdag 27 september is het interview gepubliceerd in alle verschillende edities die aan het Noord-Hollands Dagblad verbonden zijn. Ik ben natuurlijk erg blij met de aandacht en de moeite die Jaap in het gesprek heeft gestopt. Heel erg bedankt dus, Jaap Stiemer!

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Peter van Dongen toont zijn Blake & Mortimer

Van de week was ik op bezoek bij Peter van Dongen om hem te interviewen voor de VPRO gids.

In november komt namelijk Familieziek uit, Peters bewerking van het gelijknamige boek van Adriaan van Dis.

Na het gesprek haalde ik mijn camera uit de tas en liet de stripmaker enkele pagina’s zien van het nieuwe Blake & Mortimer-album waaraan hij samen met Teun Berserik werkt. Ze tekenen allebei de helft van het verhaal ‘De Vallei der Onsterfelijken’ dat door Yves Sente geschreven is. Het is het eerste deel van een verhaal dat twee albums zal beslaan. De nieuwe Blake & Mortimer komt in het voorjaar van 2018 uit.

Ik vind het fantastisch om te zien hoe gedetailleerd Peters potloodtekeningen zijn.

Categorieën
Film Strips

Let’s Talk Dirtees

Een beetje geek heeft aardig wat bijzondere T-shirts in zijn of haar kast hangen. Tenzij zelfgemaakt, moeten ze ergens gekocht worden. Bij Dirtees bijvoorbeeld. Daar verkopen ze van alles. Van Marvel-helden tot DC Comics, van Turtles tot My Little Pony. Melvin Imanuel is de drijvende kracht achter het bedrijf. ‘Ik verkoop dingen die ik zelf tof vind.’

Mijn vriend Spider-Man bij Dirtees.
Foto: Dutch Nerdclub.

Melvin Imanuel kwam ik al wel eens tegen op stripbeurzen bij zijn stand voordat we echt met elkaar aan de praat raakten na een persvoorstelling van Wonder Woman. Melvin straalt zijn geekdom uit middels een stijlvolle garderobe – let maar eens op de thematische strikjes die hij vaak draagt. Vanaf het moment dat Mijn vriend Spider-Man uitkwam heeft Melvin de uitgave gesteund. Hij was aanwezig op de boekpresentatie, promootte het boekwerk via social media en verkocht het in de bioscoop. Voor dat soort support doe ik graag iets terug. Bovendien zit het assortiment van Dirtees vol met gave T-Shirts die ik graag draag. Daarom vandaag de spotlight op Dirtees.

Noem het een pretvertorial. 🙂

Melvin en ik spraken elkaar op een regenachtige vrijdagmiddag in Café Kobalt in Amsterdam. Die middag zou hij naar de nieuwe versie van Stephen King’s IT gaan met zijn familie, maar eerst een kop thee, een koffie verkeerd en een goed gesprek.

Melvin Imanuel.

Hoe is Dirtees begonnen?
‘Helemaal in het begin werkte ik in de Dump 2000 op de Nieuwe Dijk in Amsterdam. Op een gegeven moment hebben aan het assortiment het T-shirt-merk Logoshirts toegevoegd, waar ik nog steeds agent voor ben in Nederland en België. Logoshirts bestond toen nog uit licenties voor dingen als Sesamstraat en de Muppets. Geen superhelden dus. Toen de Dump failliet ging, werd ik gebeld door de toenmalige agent van Logoshirts die wilde weten waarom hij het bedrijf niet meer te pakken kreeg. In dat gesprek kwam naar voren dat hij een partner zocht. En ik zocht werk, dus ben ik bij Logoshirts aan de slag gegaan. Ik verkocht T-shirts op verzamelbeurzen. In het begin vroegen mensen namelijk naar mijn webshop en stuurde ik ze door bestaande webshops. Na twee jaar dacht ik: ik kan net zo goed zelf een webshop beginnen. Toen ben ik onder de vlag Dirtees verdergegaan.’

Waar selecteer je je merchandise op?
‘Eigenlijk verkopen we alleen shirts. Sporadisch doen we ook iets met action figures, mokken en andere bijproducten, bijvoorbeeld wanneer ik in de bioscoop sta. Bij de première van Deadpool en Captain America: Civil War hebben we van dat soort speciale dingen gehad.
Ik verkoop dingen die ik ken en zelf leuk vind. Thundercats, Turtles, Garbage Pail Kids. Supernatural is denk ik de laatste toevoeging.
Mensen doen vaak suggesties: “waarom verkoop je geen Minions?” of “Koop mindcraft.” Maar ik vind het leuk om iets te verkopen wat ik zelf ook tof vind. Een passie delen met de mensen die iets bij me kopen, dat is het leukste onderdeel aan het runnen van Dirtees. Dat enthousiasme als ze bijvoorbeeld een X-Files-T-shirt zien hangen bij me. Het gesprek dat dan volgt, dáár gaat het om. Ik weet niks van Minions, ik vind het niet grappig. Daarbij: ik wil ook niet te commercieel zijn.’

Maar je wil wel genoeg verdienen?
‘Ja, dat wel. Ik kan er van leven.’

Je doet veel op sociale media, zoals Instagram. Daar plaats je een paar keer per dag iets leuks en geeky op. Wat levert dat op?
‘Het leukste van Dirtees is het verkopen op beurzen. Daar is namelijk direct klantencontact. Ook lopen er cosplayers rond, zijn er bevriende standhouders, en vrienden die helpen in de stand. Dat alles maakt beurzen heel gezellig. De onlineverkoop bestaat uit cijfertjes in een computer. Daar heb ik eigenlijk niks mee. De guldenmiddenweg tussen beurzen en online verkoop is Instagram. Ik vind het heel leuk om toffe geeky-dingen te posten en contact met mensen te hebben. Dat gaat op Instagram veel directer en makkelijker dan op Facebook en Twitter. Instagram is ook best wel verslavend.’

Waar haal je al die posts vandaan?
‘Ik laat natuurlijk de nieuwe items in de collectie zien. Elke week komt er wel iets nieuws bij. Verder volg ik gewoon veel dingen. Er zijn elke dag heel veel nieuwe geek-dingen en nieuws dat ik kan delen. Ik kom ook heel veel grapjes en quotes tegen. We hebben bijvoorbeeld Versus Friday, waarbij twee personages uit verschillende fandoms het tegen elkaar opnemen in een fictieve battle. De Movie Mash-Up Monday bestaat altijd uit crossovers of mash-ups. Dat kunnen films of comics zijn. Denk bijvoorbeeld aan de poster van de Exorcist waar een Ghostbuster op staat. Dat soort dingen deel ik graag omdat ze supercool zijn.’

Wat voor geek ben jij? Wat verzamel je?
‘Ik verzamel niet alleen maar vintage action figures van de Turtles, of alleen maar Japanse filmposters. Als ik iets me raakt dan wil ik het. De laatst tijd lees ik weer heel veel comics, dus dan koop en lees ik veel trades. De grootste verzameling die ik heb zijn toevallig wel vintage Turtles. Op een gegeven moment deed ik al mijn kinderspeelgoed weg, zoals zoveel mensen. In de loop der jaren heb ik alles in mint verpakking teruggekocht wat ik vroeger had als kind.’

Haal je ze niet uit de verpakking?
‘Nee. Mijn lievelingsfiguren heb ik dubbel dus één exemplaar daarvan haal ik dan wel uit de verpakking. In verpakking vind ik er cool uitzien. Het gaat me niet om de waarde, maar dat mijn kamer er dan uitziet als mijn eigen speelgoedwinkel.’

Wat wil je uiteindelijk bereiken?
‘Het uiteindelijke doel is om een echte, stenen winkel te hebben, waar mensen niet alleen T-shirts, maar het totaal geeky-pakket kunnen krijgen. Boardgames kopen en daar ook spelen, comics lezen en koffie drinken. Een beetje zoals Comicasa in Enschede.’

Categorieën
Spidey's web Strips

Spider-Man in de Zone

In het zomernummer van Zone 5300 staat een interview met ondergetekende over zijn boek Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur.


Er staan twee tikfoutjes in het stuk: Het verhaal van de Hobgoblin stamt uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, niet de jaren dertig. En achter in het boek heb ik een top-15 van wat ik de beste Spider-Man-verhalen ooit vind, geen top-5. Verder ben ik natuurlijk harstikke blij dat het stripblad Zone 5300 en journalist Natasja van Loon aandacht aan mijn boek hebben besteed.

Leuk detail: de portretfoto maakte mijn broertje Bas tijdens de boekpresentatie. Deze is al op verschillende plekken gepubliceerd.

Categorieën
Minneboo leest Strips

John Byrne over de Fantastic Four

De afgelopen dagen las ik weer wat deeltjes van John Byrne’s Fantastic Four-verhalen. Ik heb nog niet alle comics van zijn run gelezen, maar toch kan ik al zeggen dat ik het heel fijne strips vind.

Byrne werkte zo’n vijf jaar aan deze serie als schrijver en tekenaar. Fantastic Four #232–295, July 1981-October 1986. Volgens velen is het een klassieke periode. Na de run van Stan Lee en Jack Kirby, zijn dit de beste FF-verhalen.

Illustratie: John Byrne
©Marvel Comics.

Op Comic Cook Resources staat een uitgebreid interview met Byrne uit 2000 over zijn comics. Dit is de sectie over de Fantastic Four.

MDT: As one of the series that you helped define, what was it that drew you to write and draw the Fantastic Four?

JB: First Marvel comic I was aware of as such. I’d seen some of the monster titles, at the barber shop, mostly, but it was not until FF5 that I really recognized that this was another publishing entity, though not yet as “Marvel Comics”. FF5 blew me away on a lot of levels. It was — again, something I would learn later — the first collaboration between Jack Kirby and Joe Sinnott, for instance. The artwork is truly superb. Plus, with the combination of art and writing, the book had an “edge” like nothing DC was putting out at the time. And it was a time-travel story. I’m a sucker for time-travel stories.

MDT: Your run consisted of a little over 5 years worth of work. The only creator that’s lasted longer is Claremont on X-Men. What kept you going on FF as long as you did?

JB: Didn’t Paul Ryan do more FFs than I? Either way — the love of the characters was what kept me there. And, in many respects, it was what inspired me to leave. I felt I could no longer give the characters their due.

© Marvel Comics.

MDT: You left the series in the middle of one of the bigger storylines that was unfolding. Can you explain what happened at that time?

JB: A lot of factors, most internal office politics, contributed to my finding myself in a position, creatively, where doing the best work I could was simply not good enough. Not for the FF, anyway. I fear I am one of those artists who is heavily impacted by the environment in which he works. The work suffers if I am not happy, and in those final years of Shooter’s reign, I was most definitely not happy!

MDT: From your portrayal of the FF in other books you’ve written for Marvel, it’s obvious that you still have a place in your heart for the FF. What would prevent you from going back to the Fantastic Four? Do you still have stories to tell for them?

JB: I still have FF stories, but Thomas Wolfe said “you can’t go home again”, and I am inclined to agree. The FF was an important chapter of my life, and I am well pleased with most of the work I did there, but in the years since that work has taken on an almost mythic quality in the hearts and minds of many fans. “Second only to Lee and Kirby” I hear, often. So, if I were to return, I would find myself in the unenviable position of competing with my own legend.

[…]MDT: Favorite Story? Favorite Character? Favortite Villain (besides Doom)? And the whys…

JB: The Thing is probably my favorite member of the FF, so I expect it would come as no surprise that “This Man, This Monster”, FF 51, is far-and-away my favorite story. The first Galactus trilogy is a knockout, too, deus ex machina ending notwithstanding. My favorite villain, other than Doom, is the Super Skrull, though oddly enough I did not use him in my run on FF. Used him in ALPHA FLIGHT and later in NAMOR, though.

MDT: A bevvy of writers have reduced Doom to cruel or simply without conscience. The great ones have given us many facets with which to view him, as I believe you have done in every instance, in fact believing one day you would revive Super-villian Team-Up or get Doom his own mini-series. What makes Doom such an incredible villain to write for most writers?

JB: Honor. Nobility. The dichotomy of his character. He is cruel and largely without conscience, and yet he can show passions, display curious, self contained virtues that set him apart from any other villain. Plus he’s really fun to draw!

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Soul Food Comics

Sigge Stegeman nam laatst afscheid van stripwinkel de Noorman in Arhnem nadat hij daar twaalf jaar had gewerkt. De stripkenner wil zijn tijd volledig bezigzijn met uitgeverij Soul Food Comics.

Soul Food Comics werd in 2015 opgericht door Guus van Sonsbeek. Maart dit jaar overleed hij en nam medewerker Sigge Stegeman het uitgeven over. De uitgeverij geeft met name strips uit met een maatschappelijk thema. Tot nu toe vooral non-fictie en autobiografische strips. Het fonds is nog niet groot, maar Stegeman is vast besloten dit langzaam te laten groeien.

Ik sprak met hem in Scheltema, na de levendige boekpresentatie van Özge Samancı, die over haar Teleurstellen vergt lef vertelde. Stegeman vertelt over recente nieuwe uitgaven en wat hij met Soul Food Comics hoopt te bereiken:

Teleurstellen vergt lef gaat over Samancı’s jeugd in Turkije en kwam vorig jaar in Nederlandse vertaling uit. Hier is de trailer:

Disclaimer
Recent besloot ik om wat strips betreft nog meer nadruk te leggen op mensen die zich hard maken voor de strip maar vooral werken in de marge. Dat geldt natuurlijk voor stripmakers, maar ook uitgevers en verkopers. Deze blogpost is daar een voorbeeld van. Soul Food Comics is een kleine uitgeverij die met hart en ziel probeert interessante strips op de Nederlandse markt te brengen. Dat soort initiatieven verdienen aandacht.