Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatjes onder de loep: Een grappig familieportret

Jan, Jans en de Kinderen is de Nederlandse familiestrip bij uitstek en verschijnt al sinds 1970 in het vrouwenblad Libelle. Stripmaker Jan Kruis (Rotterdam, 1933) baseerde de stripfiguren op zijn eigen gezin en liet zich voor de verhalen vaak door zijn gezin inspireren. Tot op zekere hoogte kun je de verhalen over de familie Tromp dus als een autobiografisch familieportret beschouwen.

De hoofdrolspelers zijn vader Jan Tromp, zijn vrouw Jans, dochters Karlijn en Catootje, opa, de vader van Jan, en Jeroen, het vriendje van Catootje. Later zou het nakomertje Gert zijn opwachting maken. Een interessante rol is in de strip weggelegd voor de huisdieren van het gezin Tromp: de grote rode je-weet-wel-kater, Loedertje de Siamese kat en de teckel Lotje. De dieren geven vaak komisch commentaar op de gebeurtenissen.

jan_kruis_katerJe-weet-wel-kater
Mijn favoriet is altijd de Rode Kater geweest die soms in soloafleveringen lekker zit te filosoferen. Die strips ontstonden vaak als de stripmaker tijdnood had, want deze kon hij lekker snel tekenen. In bovenstaand fragment speelt de Rode Kater ook een belangrijke rol, al is de scène niet afkomstig uit een van de soloafleveringen. Net als zijn soortgenoten heeft de kater soms de kolder in zijn kop en springt hij plotseling van de bank om als een gek door de woonkamer te rennen en via de gordijnen en de boekenkast weer op de bank tot rust te komen. Ondertussen schrikken de gezinsleden zich natuurlijk rot. Heel herkenbaar: mijn kat had daar vroeger ook vaak last van.

Herkenbaarheid is een belangrijke factor voor het succes van deze familiestrip. Kruis speelde ook vaak in op maatschappelijke verschijnselen als BOM-vrouwen en trends als microbiologisch voedsel.

Bijrol
cover_jan_jansKruis duikt zelf ook op in zijn strip. Meestal als figurant, maar in een aflevering uit het tweede album heeft hij een sprekende rol, namelijk als zichzelf. We treffen de stripmaker aan als hij door een stel bewakers uit het pand van de rijksbelastingen wordt geduwd. Boos wil hij een steen naar binnengooien, maar wordt door Jan en Jans tegengehouden. Dan legt Kruis uit waarom hij zo boos is:
‘Weet u, ik ben maar een eenvoudig tekenaar. Ik teken plaatjes in weekbladen en zo. Geen onaardig vak, al zeg ik het zelf. Alleen ben ik zo onnozel geweest om te denken dat ik alles wat ik met deze handjes heb verdiend óók weer met deze handjes mocht uitgeven. Ach mensen, wat een vergissing! Net toen ik geen cent meer had, kwam de belasting. Alles.. ALLES heb ik moeten verkopen om hun mateloze hebzucht te kunnen bevredigen…’

En nu moet Jan ook zijn Marietje verkopen. De personages denken dat hij hier een meisje mee bedoelt of een dier, en beloven voor haar te zorgen. Maar in het laatste plaatje op de pagina blijkt dit de naam te zijn van zijn rode MG uit 1950. De familie Tromp koopt de auto over van de tekenaar. ‘Omdat het geld toch allemaal naar de belasting moest, wilde de verdrietige tekenaar er niet al te veel voor hebben,’ schrijft Kruis. Het is een leuke scène die menig belastingbetaler bekend zal voorkomen. Soms lijkt het alsof je alleen maar werkt om de staatskas te spekken. In het televisieprogramma Beeldverhaal vertelt Kruis dat deze strip inderdaad gebaseerd is op het moment dat hij opeens veel belasting moest betalen. Hij bracht Marietje daarom tijdelijk onder bij een vriend, want anders was hij haar kwijt geweest.

Jan_Kruis_autoWeerzien
In 1999 gaf Kruis het tekenstokje over aan Studio Jan Kruis en sindsdien worden de afleveringen van Jan, Jans en de Kinderen dus door anderen gemaakt. In 2010 sprak ik de stripmaker vlak voordat hij de allereerste Marten Toonderprijs kreeg uitgereikt. Ik vroeg hem of hij zijn strip niet miste en of hij tevreden was over wat de Studio met zijn geesteskinderen gedaan heeft: ‘Ik zeg altijd dat ik er afscheid van genomen heb, ze zijn als het ware gemigreerd en met de Marten Toonderprijs stonden ze na ruim tien jaar weer bij me op stoep. Na zo’n tijd verandert iedereen een beetje en zij ook. Toch was het een plezierig weerzien.’

Geschreven voor en gepubliceerd in Eppo (2015).

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Love in Vain – Robert Johnson 1911-1938

In de biografische striproman Love in Vain – Robert Johnson 1911-1938 wordt het leven van blueslegende Robert Johnson verhaald. Mooi op papier gezet door Mezzo, maar het verhaal van J.M. Dupont is helaas oppervlakkig.

Robert Johnson werd slechts 27, liet een twintigtal songs na en heeft slechts twee opnamesessies in zijn leven bijgewoond. Toch wordt hij beschouwd als een van de invloedrijkste bluesartiesten aller tijden. Hij inspireerde onder andere the Rolling Stones, Bob Dylan, Eric Clapton en the White Stripes, die allen veel succes hebben gehad of hebben in de popmuziek.

Over Johnson gaat het verhaal dat hij een deal sloot met de duivel en dat hij in ruil voor zijn ziel uitmuntend gitaar kon spelen. In Love in Vain is het Satan zelf die deze mythe ontkracht – hij is tevens de verteller van deze strip.

De bluesmuzikant werd vergiftigd tijdens een optreden, waarschijnlijk door een rivaal in de liefde. Hoewel hij dat overleefde, stierf hij enkele dagen later aan longontsteking die zijn door drank en syfilis verteerde lijf de das omdeed.

love_in_vainSchoolse samenvatting
Scenarist Jean-Michel Dupont doet verslag van Johnsons relatief korte leven, van de wieg tot het graf. Goed gedocumenteerd en degelijk. De vertelling leunt zwaar op captions die als rode draad de ultrakorte scènes aan elkaar rijgt. Hoewel dit resulteert in een aardige samenvatting, blijft Robert Johnson hierdoor een personage waarover verteld wordt zonder dat hij echt tot leven komt. Dupont observeert Johnson van een afstand en hierdoor wordt hij nooit een personage dat we goed leren kennen of wiens motivaties of zielenroerselen we begrijpen, simpelweg omdat we daar geen toegang tot krijgen. Love in Vain blijft dus aan de oppervlakte zweven, iets waar meer biografische strips last van hebben, zoals de striproman over Robert Moses die ik eerder recenseerde.

Burns
De sterke tekeningen van Mezzo (De vliegenkoning) weten de aandacht vast te houden en zijn bijna allemaal individueel in te lijsten en aan een muur te hangen. Mezzo’s stijl doet mij erg denken aan die van Charles Burns. Die werkt ook in zwart-wit en in zijn tekeningen voeren grote zwarte vlakken ook de boventoon. Achter in het boek zijn songteksten van Johnson opgenomen. Deze teksten worden vergezeld van sfeervolle houtskooltekeningen van Mezzo, zoals deze:

love_in_vain_2Love in Vain is een mooi verzorgde uitgave van Sherpa die geïnteresseerden in bluesmuziek en Robert Johnson in het bijzonder, niet mogen laten liggen.

J.M. Dupont & Mezzo. Love in Vain – Robert Johnson 1911-1938.
Uitgeverij Sherpa, € 24,95.
Er is ook een editie met gesigneerde ex libris, verkrijgbaar voor €39,95.

https://www.youtube.com/watch?v=qpevZxy5398

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Trees by Warren Ellis and Jason Howard

Trees, volume 1: In Shadow by Warren Ellis (Transmetropolitan, The Authority) and Jason Howard is something else. Trees is a great science fiction story that presents a new perspective on the theme of alien-invasion. Like all good science fiction, Trees is an exploration of human nature in alienating and trying circumstances.

Trees_vol1-coverTen years ago we discovered there is intelligent life in the universe: large black obelisks came down from the sky and landed on different places on earth. These big shapes wrecked their surroundings wherever they landed, destroying whole city blocks. Humanity panicked, but ‘the trees’ as people call them all but ignored humans all together. They don’t recognize us as intelligent or alive. Basically they just stand there, sometimes dumping toxic waste on their surroundings.

Now, ten years later, people have accepted these ‘trees’ and life goes on as well as possible. Writer Warren Ellis focuses on five locations on earth to show how the presence of the trees has changed our lives and how people adapted to them. In China a young artist arrives in the special cultural zone of a city under a tree and starts a journey of self-discovery. In Italy a young woman under protection of her boyfriend, the leader of a fascist gang that rules the city, meets an older man who will teach her survival skills so she can move up the social ladder. In Svalbard, one of the members of a research team is about to discover that the trees may not be dormant after all. The Somalian president starts placing artillery on the trees to demonstrate his military power, and in New York a Democrat is running for mayor in a city that’s been utterly transformed when the trees landed – Manhattan flooded when the trees landed on the cityscape.

Panel from Trees by Warren Ellis and Jason Howard.
Panel from Trees by Warren Ellis and Jason Howard.

In the first eight comics that are collected in Trees, Volume one: In Shadow, Ellis focuses most on the young artist, the Italian woman and the research team. Rightly so, because these three storylines concentrate on the characters and their development, whereas the other plotlines are more concerned with the politics of a world covered by the trees. At the moment they seem less interesting than the more personal storylines, but my guess is the political issues will be explored in later comic book issues.

I especially liked the story about Tian Chenglei, the young artist who is the new arrival in the city of Shu, a special cultural zone in China. Chenglei tries to find his place within a community of free thinkers, artists, homosexuals and transgenders and starts to explore his own sexuality.

trees_02

Jason Howard‘s artwork has an energetic feel to it. Howard’s love for cross-hatching gives the art a sketchy kind of look, while at the same time he gives a detailed impression of the scenery. All major locations in the book have their own distinctive look and feel, and these settings really sell the story. For the facial expressions Howard seems to use a sort of short-hand: they sometimes are lacking subtlety.

At first glance the cover of Trees reminded me of the film poster of David Lynch’s Eraserhead with Jack Nance wearing that goofy haircut, but although the trees are weird, Ellis’s story isn’t as strange as any of Lynch’s films. Trees isn’t less fascinating, though.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Cythraul – De grot der herinnering

Sherpa geeft klassieke albums van Andreas opnieuw uit en dat is goed nieuws voor de liefhebber van zijn fantastische fantasierijke verhalen.

Als jonge striplezer haalde ik veel strips uit de bibliotheek. De bieb in Hoorn had een aardige diverse collectie reeksen en albums. Zo ontdekte ik onder andere De duistere steden van Schuiten en Peeters en het werk van Andreas Martens die onder zijn voornaam publiceert. Vaak begreep ik de verhalen niet helemaal, maar genoot ik wel van de prachtige tekeningen van deze professionele stripmakers.

Cythraul_cover

Andreas Martens (1951) is een Duitse striptekenaar en stripscenarist, vooral bekend van reeksen als Rork, Arq en Capricornus. Hij maakt fantasierijke verhalen die niet altijd even makkelijk te duiden zijn, maar waarin het unieke handschrift van de tekenaar altijd goed herkenbaar is.

Cyrrus_Mil_coverUitgeverij Sherpa heeft recent twee klassiekers van Andreas opnieuw uitgegeven: Cyrrus – Mil, misschien wel Andreas’ meest raadselachtige vertelling, en Cythraul – De grot der herinnering. Hierin heeft een acteur een moord gepleegd en is op de vlucht. Hij komt op de nacht van Samhain (Halloween) op een het Bretonse platteland terecht en vindt onderdak bij een vriendelijk echtpaar dat hem vertelt over een plaatselijke legende van een rijke druïde die met zijn schat is begraven en wat de vermoedelijke locatie daarvan is. Uiteraard gaat de acteur de volgende dag op zoek en al snel vermengt zijn leven zich met de oude legende. Gaandeweg onthult Andreas het hoe en waarom van de moord, maar daarmee is de kous nog niet af.

Cythraul - detail.
Cythraul – detail.

De grot der herinnering is gebaseerd op bestaande Keltische verhalen en legenden en een ode aan Bretagne, het Franse schiereiland waar Andreas al meer dan dertig jaar woont. Het verhaal is een stuk toegankelijker dan Cyrrus – Mil. Dat verhaal is even indrukwekkend gevisualiseerd, maar door ingewikkelde tijdsparadoxen een behoorlijke puzzel.

Bij het lezen besefte ik dat Cythraul – De grot der herinnering  een van de albums is die ik destijds in de bibliotheek in Hoorn leende. Deze strip stamt uit 1981 en is nu in een oplage van 750 exemplaren verschenen. 75 exemplaren werden voorzien van twee extra prenten: een ingelijmde prent gesigneerd door de tekenaar en een losse prent die tussen pagina’s 32 en 33 gevoegd kan worden. Deze plaat maakte deel uit van de oorspronkelijke publicatie in Kuifje weekblad maar was niet bestemd voor de albumuitgave.

Andreas. Cythraul – De grot der herinnering.
Sherpa, € 24,95

Andreas Cyrrus / Mil
Sherpa, € 24,95

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Jim Curious – Reis naar de diepten van de oceaan

In Jim Curious: Reis naar de diepten van de oceaan neemt de Franse stripmaker Matthias Picard ons mee naar een wondere wereld in een tekstloos album met prachtige tekeningen.

Eerste bladzijde van Jim Curious.
Eerste bladzijde van Jim Curious.

Voor mij begint het plezier al op de eerste bladzijde: Jim Curious stapt in zijn lekker ouderwetse duikerspak uit huis. Met grote, onhandige stappen loopt hij naar het water en klimt op een trapje het water in. Picard laat het er allemaal grappig uitzien:

Dan komt Curious in een wondere wereld vol met allerlei prachtige vissen en planten. Er schuilt ook gevaar: een enorme haai heeft het op Jim voorzien bijvoorbeeld, en die ziet er extra indrukwekkend uit door het 3D-effect. We moeten namelijk een ouderwets rood-blauw-brilletje op zetten om dit album te kunnen lezen.

Een fan van 3D-films ben ik niet: zelden voegt het driedimensionale effect iets aan de kijkervaring toe, behalve wat hoofdpijn wellicht. De meeste filmmakers gebruiken de techniek niet op narratief vlak, waardoor het op het niveau van gimmick blijft steken. Ik vond het 3D-effect in Jim Curious goed werken, want het versterkt het gevoel van verwondering voor alle bijzonderheden die Curious onderwater tegenkomt, zoals een gezonken galjoen met schatkist en de verzonken stad Atlantis.

jim_curious

Uitgeverij Bries levert twee 3D-brilletjes bij het boek, zodat voorlezer en kind samen naar de illustraties kunnen kijken. Het verhaal en de gedetailleerde tekeningen laten veel ruimte om er zelf van alles bij te verzinnen, wat het volgens mij tot een prima voorleesboek maakt dat je keer op keer open kunt slaan. En als kinderloze volwassene had ik er ook veel plezier van trouwens.

Matthias Picard. Jim Curious: Reis naar de diepten van de oceaan
Bries, € 20

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Het experiment van Nicolas Debon

Boeken waar je wat van opsteekt, daar hou ik van. Zoals Het experiment van Nicolas Debon.

het-experiment-coverHet experiment is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Fortuné Henry, anarchist en revolutionair. In 1903 vestigde Henry zich in een verlaten vallei in het Ardennenwoud om los van de burgermaatschappij een vreedzaam leven te kunnen leiden. Al snel wordt hij bijgestaan door kameraden en eensgezinden. Samen willen ze een utopische gemeenschap stichten. Dat kan natuurlijk nooit lang goed gaan, zou je denken en Debon laat zien hoe de groep langzaam uiteenvalt. Vooral Fortuné, de stichter en zo’n beetje het cement van de gemeenschap, is op een gegeven moment zo druk met het verdedigen en uitdragen van zijn idealen dat hij vergeet ze na te leven.

Debon vertelt schetsmatig, het verhaal leest als een gestroomlijnde samenvatting waarin bepaalde kernscènes volledig worden verhaald. Hij geeft de lezer ruimte om zelf te interpreteren en verder onderzoek te doen naar L’Essai (Het experiment, zoals de kolonie heet). Achter in het album geeft de auteur wat historische context en een bibliografie. Handig voor wie meer wil weten (en Frans kan lezen, want de genoemde titels zijn allemaal in het Frans.)

Schilderachtig
Debon visualiseert zijn verhaal op schilderachtige wijze en de platen waarin de natuur centraal staat, zijn sfeervol en treffend. De personages zet hij neer met een snelle toets. Gezichten blijven daardoor wat schematisch. Ook houdt Debon de camera wat op afstand en bedient zich opvallend weinig van close-ups. De meeste personages leren we dan ook niet echt kennen. Behalve Henry, want het verhaal wordt vanuit zijn perspectief vertelt. Misschien wilde Debon met zijn afstandelijke cameravoering dus aangeven dat het Henry meer gaat om het ideaal dan om de individuenen in zijn kolonie.

Het experiment is een interessant verhaal. Ik wist niet zo veel van deze geschiedenis, dus ik ben blij met dit soort beeldverhalen die een boeiend tijdsbeeld neerzetten. Een nieuwe samenleving stichten is een thema dat relevant blijft en nu misschien meer dan ooit. Als ik hoor wat voor domme plannen het kabinet allemaal voor ons in petto heeft (die vooral neerkomen op het uitknijpen van het volk om de laatste cent in de schatkist te krijgen), klinkt de maatschappij de rug toe keren om met een kleine groep mensen verder te leven, heel aantrekkelijk.

het-experiment-pagina

Slordigheden
Wat betreft de keuzen van de albums stelt Scratch Books, dat vorig jaar groot aankondigde kwaliteitsstrips uit te gaan geven, niet teleur. Redactioneel heeft men wel een steekje laten vallen. De vertaling en grafische verzorging van de stripromans is in handen van Studio Peter de Raaf. Net als De beeldhouwer van Scott McCloud zitten er in Het experiment enkele  tikfouten die de eindredacteur over het hoofd heeft gezien. Een voorbeeld uit een caption op pagina 54: ‘Tot grote vreugde van onze gasten waren wij zo nu en dan de acteurs in de voorstelling over ons eigen leven, dit tot grote vreugde van onze gasten…’

Jammer, juist omdat Debon zoveel moeite en aandacht heeft gestoken in zijn schilderachtige tekeningen.

Nicolas Debon. Het experiment.
Scratch Books, € 19,90.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Robert Moses, de man die New York bouwde

Pierre Christin en Olivier Balez maakten een nogal schoolse biografische strip over de man die een duidelijke stempel op New York heeft gedrukt.

robert_moses_coverVan de jaren twintig tot de jaren zeventig van de vorige eeuw was Robert Moses de stadsplanner van New York. Hij heeft dus een flinke stempel gedrukt op een van de prachtigste steden op aarde. Moses liet talloze bruggen bouwen, liet een aantal van de beroemdste autosnelwegen van de stad aanleggen en verrijkte de stad middels parkways, stranden, tuinen, een dierentuin, zwembaden en speelterreinen. Ook zorgde hij ervoor dat er duizenden woningen bij kwamen.

Moses bekleedde meerdere functies, soms na elkaar, soms tegelijkertijd en werd lang op handen gedragen totdat zijn projecten wel erg megalomaan begonnen te worden. Zijn belangrijkste tegenstander wordt Jane Jacobs, journalist bij een architectenblad die mensen mobiliseert tegen de plannen van Moses omdat zij vindt dat alles lijkt te moeten wijken voor brede autowegen door de stad. ‘Ik denk soms dat Amerikaanse steden psychiatrische inrichtingen worden, bestuurd door de ziekste geesten,’ vertelt ze op het Architectural forum van 1956 en duidelijk doelend op Moses.

Moses sloopt dan ook hele wijken om zijn wegen te kunnen bouwen. Ook wordt de blanke Moses er op een gegeven moment van beschuldigd een racist te zijn omdat hij wel opvallend veel gebouwen sloopt waar Afro-Amerikanen in wonen.

robert_moses_straat robert_moses_batman

De strip Robert Moses: De man die New York bouwde, is interessant voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van New York. Balez trakteert de lezer op mooie tekeningen van de stedelijke architectuur. Op zich leent het verhaal van Moses zich voor mooi drama, maar scenarist Christin benut dit helaas op geen enkele manier. De strip volgt chronologisch het leven van Moses en is nogal schools van opzet. Educatief verantwoord, maar geen meeslepende vertelling. Erg jammer.

Pierre Christin en Olivier Balez. Robert Moses: De man die New York bouwde.
Uitgeverij Blloan, € 24,95

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Umbral by Antony Johnston and Christopher Mitten

Sometimes you just don’t ‘click’ with a story and for me this is the case with Umbral, Book One: Out of the Shadows, a so-called dark fantasy story that takes place in the fictional Kingdom of Fendin, a world in which magic and religion are forbidden.

The story is about a young thief named Rascal. During an eclipse she sneaks into the Red Palace and tries to steal a priceless royal gem called the Oculus. She gets help from Arthir, the crown prince. Together they witness the horrific murder of the King and Queen at the hands of the Umbral: nightmarish, Lovecraftian creatures from another dimension. When the creatures kill the young boy as well, Rascal can barely escape the palace alive. With the Oculus in her possession Rascal tries to flee and outrun the Umbral. Interestingly, the Umbral are able to take on the shape of the people they’ve killed, making it hard to figure out whom to trust. On the way, Rascal gets help from a drifter named Dalone, who might be a wizard of sorts.

Page from Umbral, Book One: Out of the Shadows.
Page from Umbral, Book One: Out of the Shadows.

I’ll admit: I’m not a big fantasy buff, but as a reviewer I’m willing to try and read any comic that I come across. I thought the cover of the comic looked intriguing. Speaking of the interior art by Christopher Mitten, I have mixed feelings. On the positive side, I like the look of the Umbral. With their dark and shadowy form, bright red eyes and large mouth with sharp teeth they indeed seem to be creatures that will devour you in your nightmares. Storytelling-wise, Mitten is all over the place and from a visual standpoint the narrative flow feels a bit disjointed at times. It also doesn’t help that some of the characters look alike a lot and are hard to tell apart. For instance, Dalone and Master Gearge, master of the thieves’ guild, could have been twins. They’re both big-bearded men and father figures to Rascal.

UMBRALVOL1_coverOf course it is nice that the main character is female, and a teenager at that. But Rascal is a young, spunky girl with a potty mouth that frankly isn’t very interesting as a character. Nor are most of the other characters, to be honest. As a whole, Umbral Book One is pretty bland. It seems writer Antony Johnston (The Fuse, Wasteland, Dead Space) put some familiar tropes of the fantasy genre in a blender and this is what he came up with, throwing a bunch of ghost pirates in the mix as well.

Reader be warned: this first volume ends with a annoying ‘to be continued’ sign, so after almost 170 comic pages of chasing, cursing and violence, nothing really gets resolved. To be honest, I don’t think I can muster the enthusiasm to pick up the recently-published second installment of the story.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
Strips

Lois Lane onthult Supermans geheime identiteit

Wie de plaatjes van de free comic book day comic van DC Comics al had gezien, weet dat Lois Lane zal onthullen dat Superman eigenlijk Clark Kent is. In Superman #41 begint een verhaallijn genaamd Truth waarin verteld zal worden hoe dit precies zit.

Nou ja, schrijver Gene Yang en supertekenaar John Romita Jr. maken daar een begin mee. Ik heb de comic net gelezen en die begint met berichten die Clark Kent van een anonieme bron ontvanft. Die bron weet dat hij Superman is. Maar aangezien dit het eerste deel is van een verhaallijn, weten we aan het einde van de comic nog niet precies hoe de vork in de steel zit. In ieder geval heeft de anonieme bron alvast een fan page aangemaakt waarop duidelijk te zien is wie Superman zonder bril eigenlijk is en dreigt deze openbaar te maken:

Superman-(2011-)-041-fanpag

Recent werd het artikel waarin Lois Lane de identiteit van Superman onthult online gepubliceerd. Aangezien ik een sucker ben voor fake krantenpagina’s in strips laat ik die je graag zien:

lois_lane_superman_artikelIn een interview met CBR vertellen de makers meer over dit verhaal en de rol van Lois Lane, maar niet teveel natuurlijk, want men wil je vooral lekker maken om de comic te kopen.

Overigens zijn niet alle fans blij met de manier waarop Lois Lane gepotretteerd wordt de laatste tijd.

In Action Comics #41 werd al getoond wat de gevolgen zijn voor Clarks leven nu bekend is gemaakt dat hij Superman is. Maar nu wordt dus verteld hoe dat zo komt. Deze plottwist maakt dat ik voor het eerst sinds tijden zin heb om weer eens een Superman comic open te slaan. Het feit dat Suup bijna al zijn krachten kwijt is, behalve zijn spierkracht, maakt mijn nieuwsierigheid alleen maar groter.

Truth is trouwens zo’n verhaal dat in meerdere comics doorloopt, een event zo je wil. Dit cross-over event loopt in Superman, Action Comics, Batman/Superman en Superman/Wonder Woman.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Hobgoblin cosplay

We blijven nog een beetje in de cosplaysfeer na mijn recente bezoek aan de Animecon in Den Haag. Ik kwam deze te gekke Hobgoblin cosplayer tegen op het blog Marvel Comics of the 1980s:

Hobgoblin-cosplay_01

Photo by Marc-Julien Objois
Photo by Marc-Julien Objois
Photo by Marc-Julien Objois
Photo by Marc-Julien Objois

Hij won een wedstrijd van MajorSpoilers.com in 2012 en ik vind het een prachtige weergave van hoe het kostuum van Hobgoblin er in het ‘echt’ uit zou kunnen zien. Ik weet niet of deze Hobgoblin zijn kostuum zelf in elkaar heeft gezet, maar het ziet er in ieder geval zeer zorgvuldig gemaakt uit. Uiteraard zullen ze bij een filmadaptatie met Hobgoblin voor een andere benadering kiezen, want deze is te carnavalesk, maar toch vind ik hem heel tof. Vooral dat masker… Brrr, die wil je toch niet ’s avonds in een donker steegje tegenkomen.

ASM-238-hobgoblin-intro

Categorieën
Strips

Standaard Uitgeverij gaat Marvel comics uitgeven

Een opmerkelijk bericht plopte zojuist in mijn inbox: Standaard Uitgeverij gaat vanaf oktober Nederlandstalige Marvel Comics uitgeven.

marvel_helden

Marvel, iconisch geworden door superhelden als Spiderman, The Hulk en ‘titanic teams’ als X-Men en Avengers, werden eerder als comics op de Nederlandstalige markt gebracht door Juniorpress, Z-Press Junior Media en Nona Arte. Standaard Uitgeverij verwierf de rechten voor het Nederlandse taalgebied van Panini Comics, die in opdracht van Disney de wereldwijde rechten beheert. Met deze acquisitie geeft Standaard Uitgeverij opnieuw een sterk signaal: door proactief op zoek te gaan naar nieuwe opportuniteiten en te investeren in nieuwe concepten en productontwikkeling, zet Standaard Uitgeverij de toon voor de toekomst.

Standaard Uitgeverij stapt in op het ‘Universum van Marvel’ vanaf Marvel NOW!. Iron Man, All new X-Men, Uncanny Avengers en Superior Spiderman bijten de spits af op 7 oktober, gevolgd door Thor, Guardians of the Galaxy, Captain America en Wolverine op 4 november. Nieuwe nummers verschijnen met een frequentie van twee maanden. De comics verschijnen op het oorspronkelijke Amerikaanse formaat, maar zullen iets lijviger zijn: drie issues worden gebundeld en aangevuld met extra beeldmateriaal, 72 pagina’s voor €6,99.

Het ‘Universum van Marvel’ staat bekend om de 360°-aanpak op vlak van beleving: de comics voeden de films, die op hun beurt de perfecte aarde zijn waarop de games en de merchandisingproducten kunnen groeien. Het ‘Universum van Marvel’ is een verhaal dat perfect in elkaar past. Net om die reden past Marvel in het huis van Standaard Uitgeverij: met initiatieven als Comics Station en Yieha tracht Standaard Uitgeverij ook het universum rond de bestaande klassieke stripreeksen verder uit te bouwen en op die manier het succes van de bestaande stripreeksen het papier te laten overstijgen.

Standaard Uitgeverij is ervan overtuigd dat de acquisitie van Marvel Comics een bijzondere meerwaarde vormt voor het huidig profiel van de uitgeverij en naadloos aansluit op de kijk die de uitgeverij heeft op de toekomst.

Aangezien Marvel een duidelijke aanwezigheid is in de bioscoop – veel meer dan concurrent DC Comics – lijkt het uitgeven van Nederlandstalige Marvel Comics mij een goede zet. Iedereen kent immers de grote Marvelhelden wel, dus dat moet in ieder geval nieuwsgierigheid naar de comics opleveren. Ik denk dat Nederlandstalige comics het vooral goed bij jeugdige lezers zal doen. Die zijn doorgaans de Engelse taal minder machtig dan volwassenen.

Wat vind jij van dit nieuws?

Categorieën
Strips

Scott McCloud: ‘Er zijn geen regels!’

Stripmaker Scott McCloud is vooral bekend door zijn standaardwerken over het beeldverhaal. Nu is zijn eerste graphic novel uit: De beeldhouwer. Een gesprek.

Stripmaker Scott McCloud (Boston, 1960) brak door in de Amerikaanse stripwereld met de vrolijke superheldenstrip Zot!, maar werd vooral bekend door drie standaardwerken over het beeldverhaal. In Understanding Comics (1993) vertelt hij hoe strips werken en over de geschiedenis van het medium, in Reinventing Comics (2000) doet hij twaalf voorstellen hoe het beeldverhaal zich in het digitale tijdperk kan ontwikkelen en in Making Comics toont hij hoe je strips kunt maken (2006). Alle drie de boeken zijn in stripvorm. Ook was McCloud de vader van de 24 Hour Comic, wat uiteindelijk een wereldwijd fenomeen werd. Nu is eindelijk zijn langverwachte graphic novel De beeldhouwer uit.

Scott McCloud. Foto: Michael Minneboo
Scott McCloud. Foto: Michael Minneboo

In De beeldhouwer zit de jonge kunstenaar David Smith in zak en as: zijn carrière begon succesvol maar nu is hij vrijwel vergeten. Het lukt hem ook niet om de ideeën die hij heeft tot mooie sculpturen te maken. Dan krijgt hij van de Dood een aanbod: vanaf nu is hij in staat om alles wat hij kan bedenken met zijn blote handen te creëren. De prijs die hij hiervoor betaalt is dat hij nog maar 200 dagen te leven heeft. Omdat Smith bereid is te sterven voor zijn kunst, gaat hij dit duivelse pact met de Dood aan. Het faustiaanse plot van De beeldhouwer klinkt wellicht bekend in de oren, maar McCloud weet telkens met een nieuwe wending in de plot te komen die niet alleen verrast, maar ook niet-gezocht aanvoelt. Zijn bijna 500-pagina dikke graphic novel is prachtig geschreven en getekend en maakte op deze lezer een diepe indruk. We spreken de stripmaker in Amsterdam, een van de vele haltes tijdens zijn promotietoer. Naast hem zit zijn vrouw Ivy die tijdens het gesprek zo nu en dan op haar tablet beeldmateriaal laat zien om McClouds verhaal te ondersteunen.

sculptor_cover_620De dood is prominent aanwezig in De beeldhouwer. Ben je daar veel mee bezig?
SCOTT MCCLOUD: ‘We weten allemaal dat we een beperkt aantal dagen te leven hebben, alleen weten we niet hoeveel. Ik zou het niet erg vinden om te weten hoeveel tijd ik nog heb. Stel dat ik nog maar honderd dagen te leven heb, dan zou ik daar heel sereen in zijn. Ik zou er het beste van maken en veel tijd met mijn vrouw Ivy doorbrengen. In 2010 ben ik bijna gestorven aan een hartkwaal. Met die bijna-doodervaring kwam de dood erg dichtbij. Mijn vader stierf toen ik 22 was. Hij spendeerde de laatste drie weken van zijn leven met het praten met zijn vrouw over hun leven. Naar zijn gevoel had hij het maximale eruit gehaald en daarom keek hij tevreden en zonder spijt terug. Zo probeer ik ook mijn leven te leiden. Van mijn vader heb ik geleerd het leven op een fractale manier te zien, je weet wel, die meetkundige figuren die zijn opgebouwd uit delen die min of meer gelijkvormig zijn met het figuur zelf. Als mijn leven over tien jaar eindigt, zie ik het als compleet waarbij ieder deel het geheel reflecteert.’

Was er ooit een moment in je carrière dat je net als David in je strip ook een soortgelijke deal met de Dood gesloten zou hebben?
‘Als het zou betekenen dat ik mijn dromen en de ideeën in mijn hoofd waar kon maken, zou ik die deal op Davids leeftijd ook hebben gemaakt. Mits ik het idee had dat ik op geen andere manier zou slagen. Ik heb echter altijd het gevoel gehad dat dit me wel zou lukken, als ik maar genoeg tijd had. Als ik gefaald had en dit naar mijn gevoel kwam door redenen buiten mijzelf, ja dan zou ik die deal wel maken. In Davids geval gaat het na de afspraak met de Dood al snel de verkeerde kant op. David realiseert zich namelijk dat, nu er geen barrières tot succes meer zijn, hij nog steeds begrensd wordt door zijn eigen fantasie en zijn beperkte zelfkennis.’

Hoe zou je deal met de Dood eruitzien? Als het maken van de ultieme comic wellicht?
‘Haha! Ja, zoiets.’

Een belangrijk thema in De beeldhouwer is welke indruk we in de wereld achterlaten en hoe we herinnerd willen worden. Wilde je daarom dit boek maken?
‘Als ik nooit een groot fictieverhaal had gemaakt had iedereen naar mijn carrière gekeken en gezien dat er iets miste. Ze zouden dan een gat in mijn carrière zien waar dit boek had moeten zitten, juist omdat ik zoveel over striptheorie geschreven heb. Dat was een onbalans die ik moest corrigeren. Terwijl ik met het verhaal bezig was, begreep ik dat het weliswaar gaat over een personage dat graag herinnerd wil worden, maar dat het nog meer gaat over een personage dat doodsbang is om vergeten te worden. Dat is een verschil, want met die angst gaat David in tegen wat het is om mens te zijn, omdat we allemaal op een bepaald moment vergeten zullen worden. Zelfs als je Bach, Mozart of Shakespeare bent, zal op de een of andere manier alles wat je maakt op een gegeven moment vergeten worden. Aan het einde van het verhaal kan David dit tot op zekere hoogte accepteren, maar hij blijft er ook tegen vechten. Dat vind ik erg mooi.’

Davids dagen zijn geteld. Fragment uit 'De beeldhouwer'.
Davids dagen zijn geteld. Fragment uit ‘De beeldhouwer’.

In het nawoord schrijf je dat je voor de personages bestaande modellen hebt gebruikt. Waarom heb je daarvoor gekozen?
‘Dat heb ik dit keer voor het eerst gedaan. Een vriend van me stond model voor David en die kende weer iemand wiens lichaam model stond voor Meg, al heb ik me voor Meg grotendeels laten inspireren door mijn vrouw Ivy. Voor Davids oom Harry stond Ivy’s vader model. Hij stierf vier dagen voordat het boek uitkwam, maar heeft het wel gezien. Het uiterlijk van de andere personages heb ik wel verzonnen. Weet je, ik ben geen Craig Thompson of Jullian Tamaki. Ik bezit niet hun talent om uit mijn hoofd volledig geloofwaardige mensfiguren te bedenken. Ik vond mijn personages nooit warm en levendig genoeg. Daarom helpt het me om naar een echt mens te kijken en naar model te tekenen. Natuurlijk konden de modellen niet elf uur per dag bij mijn tekentafel staan, dus heb ik foto’s en video’s van ze gemaakt. Met strips probeer je in één plaatje het juiste moment te vangen en dat snapshot moet een heel gebaar uitbeelden. Bijvoorbeeld, in de scène dat David zijn beste vriend Ollie op straat ziet en ze elkaar omhelzen, moest ik het exacte moment in het midden van die omhelzing vinden die de hele handeling weergeeft. De beste manier om dat moment te vinden is niet een foto maken, maar video frame voor frame afspelen tot je het juiste beeld gevonden hebt. Net als de fotoreeksen van bewegingen die Eadweard Muybridge maakte aan het begin van de twintigste eeuw. Het is fascinerend om bewegingen in fases te kunnen zien, want dan valt op dat op veel foto’s een beweging niet lijkt op wat die moet voorstellen. Als je een lopende man ziet, zien verschillende momenten uit die beweging er niet uit als lopen, maar bijvoorbeeld als een man die op één been staat.’

Sculptor_02Superheldenstrips
Waarom heeft het zo lang geduurd voordat je deze strip maakte?
‘Heel lang heb ik met dit verhaal rondgelopen, al sinds ik begin twintig was, misschien nog wel langer. Toen ik 25 jaar oud was had ik het verhaal in principe wel kunnen vertellen, toch heb ik dat telkens uitgesteld. Ik vond dat er nog te veel elementen van het superheldengenre in zaten. De speciale kracht die David krijgt, lijkt op een superkracht en ik heb juist geprobeerd om op verschillende manieren van de superhelden weg te komen. Als een Amerikaanse stripfan zag ik dat genre als een onderdrukkende kracht, omdat het alomtegenwoordig is. Veel mensen in Amerika denken nog steeds dat alle strips over superhelden gaan. Dus probeerde ik in mijn werk de boodschap over te brengen dat strips veel meer kunnen zijn dan dat en dat de meeste van de beste Amerikaanse comics niet over superhelden gaan. De beeldhouwer liet me uiteindelijk niet los, want ik wist dat het een krachtige vertelling kon zijn. Uiteindelijk gaat het boek deels over het accepteren dat het superheldengenre onlosmakelijk verbonden is aan waar ik vandaan kom. Superhelden zullen waarschijnlijk altijd een deel van mijn grammatica uitmaken, net zoals je een accent kunt hebben als je praat.’

Cover Zot#1.
Cover Zot#1.

Je carrière is immers ook begonnen met een superheldenstrip. Zot! kun je zien als een vrolijke versie van de superheldenmythe.
‘Superheldencomics waren toentertijd erg grimmig en duister. Watchmen van Alan Moore en Frank Millers The Dark Knight Returns vond ik fantastische strips, maar daarna kwamen er veel imitaties uit die vooral de stijl van die strips overnamen maar niet de interessante ideeën. Ik wilde met Zot! die grimmige stijl juist niet overnemen en onderzoeken hoe superheldenverhalen en strips in het algemeen werken. Zot! was een laboratorium waarin ik de verschillende manieren kon ontdekken waarop comics een effect bij de lezer kunnen bewerkstelligen. Tijdens het maken van Zot! kreeg ik hier veel ideeën over en maakte ik veel aantekeningen. Dat werd uiteindelijk de basis voor Understanding Comics.’

Ik neem aan dat het maken van Understanding Comics je leven radicaal veranderd heeft.
Understanding Comics heeft mijn leven zeker veranderd. Het is een fun ride. Ik reis veel en kan daardoor met allerlei mensen over strips praten. Met dit boek is de conversatie over strips begonnen en zijn mensen over de mogelijkheden van strips na gaan denken, en dat is precies wat ik ermee wilde bereiken. Ik denk dat voor dit boek uitkwam, mensen dachten dat er veel regels waren waar ze zich aan dienden te houden bij het maken van strips. Het boek introduceerde het idee van strips als een blanco pagina. Ik wil dat een stripmaker vrijheid voelt, dat hij het gevoel heeft dat hij overal strips van kan maken. Een strip kan een sculptuur zijn, een glas-in-loodraam of gemaakt worden met foto’s. Ik wil dat ze weten dat ze in iedere stijl kunnen werken die ze willen, een strip kan realistisch getekend zijn of cartoonesk. Er zijn geen regels!’

Staat de Amerikaanse stripindustrie er beter of slechter voor sinds je 15 jaar geleden Reinventing Comics uitbracht?
‘Het gaat veel beter. De Amerikaanse stripindustrie is veel diverser geworden. Wat betreft de reputatie van de strip, de balans in de seksen, en de literaire en artistieke kwaliteiten zijn we erg vooruit gekomen. De graphic novel markt is veel gezonder dan voorheen. De boekwinkels hebben het wel erg moeilijk, maar dat is eigenlijk over de hele wereld zo. Daardoor zijn de verkoopcijfers niet altijd geweldig. Toch hebben we een gezonde graphic novel omzet en ook ontwikkelt de strip gericht op kinderen zich goed. Dit is erg goed voor de lange termijn. De grote uitgeverijen DC Comics en Marvel gaan op het vlak van emancipatie en gendergelijkheid vooruit, maar hebben nog een lange weg te gaan. Ondertussen nam het aantal jonge vrouwen dat strips maakt alleen maar toe in de afgelopen jaren. Meer meisjes lezen manga en strips voor alle leeftijden. Op het gebied van de representatie van verschillende etniciteit in strips hebben we nog een lange weg te gaan. Er zit een sterk Aziatisch component in de stripindustrie, maar African Americans zijn echt nog steeds in de minderheid.’

Scott McCloud spreekt de lezer toe en legt uit hoe strips werken.
Scott McCloud spreekt de lezer toe en legt uit hoe strips werken.

Infinite canvas
Na al je boeken over hoe strips werken en over welke vormen strips in de digitale wereld kunnen aannemen, is De beeldhouwer een ouderwets gedrukte graphic novel. Waarom?
‘Eigenlijk spelen er twee vragen. Waarom terug naar het vertellen van fictie verhalen en waarom dan een gedrukt boek en geen online comic? Ik had dit verhaal al decennia in mijn hoofd. Ik zag het altijd voor me als een gedrukte graphic novel, want dat was alles wat we indertijd hadden. Het idee dat een verhaal over een beeldhouwer ook een object is dat je vast kunt houden, trok mij aan. Daarbij komt dat de stripindustrie ervoor zorgt dat ik vijf jaar lang in mijn tekenstoel heb kunnen zitten om het boek te maken. Dat is niet het geval bij digitale strips: daar wordt nog niet genoeg geld mee verdiend omdat die industrie nog niet volwassen is.’

Ben je teleurgesteld in wat er tot nu toe met digitale strips en motion comics is bereikt?
‘Ik had gedacht dat we nu wel verder zouden zijn, ja. Ik heb met het medium geëxperimenteerd en anderen hebben spannende experimenten uitgevoerd. Sommigen doen dat nog steeds. Maar het gaat langzamer dan ik had gehoopt, dus heb ik er een tijdje afstand van genomen en een graphic novel gemaakt. Wat mij betreft is de digitale revolutie nog niet af. Ik ben niet tevreden over de manier waarop we digitale strips lezen. Die manier is niet zo natuurlijk en intuïtief als dat we papieren strips lezen. Een van de belangrijkste dingen als je een lang verhaal leest, is dat je oog nooit van het papier afdwaalt. Je kunt duizend gedrukte pagina’s lezen zonder dat je ziet dat je hand de bladzijde omslaat. Zo hoort het online ook te zijn, maar dat is nog niet het geval. In geen enkel online model of mobiele manier om strips te lezen, wordt, bij het navigeren naar de volgende pagina, je oog niet afgeleid om buttons in te drukken of om scrollbars te gebruiken.’

sculptor-mccloud

Vind je dat je idee van het infinite canvas, waarin het scherm een venster is en de pagina van een online comic in principe oneindig is, is aangeslagen en grootschalig wordt toegepast?
‘Er wordt wel met dit idee geëxperimenteerd. In Korea is het zelfs een standaard geworden. De meeste online strips die daar gemaakt worden zijn in de vorm van de singuliere ononderbroken leesstrook. Wat mij opvalt als ik naar dit soort scroll-comics van over de hele wereld kijk, is dat de plaatjes meestal op dezelfde afstand van elkaar zijn geplaatst. Dus de goot, de ruimte tussen de plaatjes, is altijd even breed. Waarom? Men imiteert dus weliswaar de vorm van infinite canvas comics zonder de andere hulpmiddelen die erbij horen te gebruiken. De afstand tussen de plaatjes is een zeer waardevolle verteltechniek: op die manier kun je het gevoel van tijd dat je tijdens het lezen ervaart, manipuleren. Dat bijna niemand hier nog gebruik van maakt heeft met gewoonte maken. Het kost minstens tien, twintig jaar om te realiseren wat er in potentie allemaal mogelijk is. Toen de comic werd uitgevonden, waren die boekjes niet meer dan een verzameling van eerder verschenen krantenstrips. Niemand dacht eraan om de pagina op een andere manier te gebruiken, ze zagen alleen een plek waar ze de strookjes op konden plaatsen. Hetzelfde geldt nu voor webcomics, digitale strips en motion comics: we beginnen net.’

De beeldhouwer is verschenen bij Scratch Books.
Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in Stripgids #42 (2015).