Categorieën
Boeken Film

A case of High Fidelity

Eindelijk heb ik het klassieke boek High Fidelity in huis en kan ik de woorden van Nick Hornby tot me nemen.

De film vond ik een van de beste films over break-ups en popmuziek; de filmbeelden lijken echter de leeservaring te overheersen. Het boek van Hornby is een feest van herkenning, want ik heb de film van Stephen Frears meerdere malen gezien. Hele scènes en dialoog zijn woord voor woord uit het boek overgenomen. Daarmee is de film getrouw aan het bronmateriaal. Ook al is de setting in de flick Chicago en niet Londen. Mijn enthousiasme neemt met iedere bladzijde toe. Maar terwijl ik bekende scènes teruglees, kan ik me niet aan het feit ontrekken dat ik tijdens het lezen de film voor me zie. Wanneer Rob, Barry en Dick vol bewondering naar Marie LaSalle kijken die haar nummers op het podium zingt, zie ik niet Marie maar Lisa Bonet voor me die de rol speelt in Stephen Frears’ film. Rob, Barry en Dick zijn ook John Cusack, Jack Black en Todd Louiso. Het maakt dus niet uit hoe Hornby ze heeft omschreven, het is Frears’ visie die zich aan mijn geestesoog opdringt. (Zelfs bij scènes die niet in de film voorkomen.)

Hornby beschrijft Marie LaSalle als volgt: ‘Marie is pretty, in that nearly cross-eyed American way – she looks like a slightly plumper, post-Partridge Family, pre-LA Law Susan Dey’(links). Ze ziet er dus eigenlijk helemaal niet uit als Lisa Bonet (rechts). Niet dat ik het erg vind om Bonet voor me te zien overigens. Geen echt hoogstaande actrice, maar een mooie en sympathieke vrouw.

Mensen klagen vaak dat ze liever eerst het boek lezen voordat ze de verfilming zien, want dan kunnen ze het verhaal vormen in hun hoofd. Een plaatje zegt meer dan duizend woorden, en maakt bovendien alles 100% concreet. Dat mag dan waar zijn, ik heb er in het geval van High Fidelity geen problemen mee. Ik leg het boek naast me neer en bedenk me dat het eigenlijk niet uitmaakt dat ik in mijn hoofd iets anders construeer dan Hornby ooit heeft geschreven. Wat ik zie is het verlengde van zijn visie, vermengd met de elementen die de filmregisseur heeft toegevoegd. Het ervaren van een boek is altijd een collaboratie tussen auteur en lezer. Die neemt het geschrevene en maakt er zijn eigen ding van. Daar is nu alleen de filmtekst bijgekomen, wat het materiaal – wat mij betreft – alleen maar rijker maakt.

Zie ook: Tenacious D in The Pick of Destiny.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 4: Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen

De Joker is de aardsrivaal van Batman. Hij mocht daarom niet in de eerste Batflick van Burton ontbreken: een analyse van de relatie tussen Bats en de Crown Prince of Crime.
De jarenlange stripgeschiedenis van de Dark Knight kent verschillende versies van de Joker. Zo is de Joker in de televisieserie uit de jaren zestig een onschuldige grappenmaker, terwijl Frank Millers Joker een psychotische moordenaar is die zonder met zijn ogen te knipperen 200 man vergast tijdens een televisieshow. Millers Joker lijkt ook gay te zijn – hij draagt lippenstift en noemt Batman ‘darling’. William Uricchio en Roberta E. Pearson (in boek The Many Lives of the Batman) geven aan dat veel van de figuren die het Batman-universum bevolken volgens dezelfde parameters kunnen worden gekarakteriseerd. Ze omschrijven de Joker als volgt:

The Joker has traits/attributes (rhetorical mode and whimsical approach to crime), fixed and iterative events (an origin story and obsessive criminal activities), recurrent characters (Batman and Robin), setting (Gotham City) and iconography (green hair, white face, bright red mouth set in a permanent grin).

De Joker uit de strip: antithese
Ondanks verschillende interpretaties blijven de rollen die Batman en de Joker vervullen hetzelfde. De Joker is de antithese van Batman, zijn tegenhanger. Waar Batman orde en gezag vertegenwoordigt en deze twee waarden ook probeert te handhaven, staat de Joker juist voor chaos en het overhoop gooien van orde en gezag. Miller zegt hierover:

‘The Joker is Batman’s most maddening opponent. He represents the chaos Batman despises, the chaos that killed his parents.’ (Miller geïnterviewd door Christopher Sharrett in 1991).

Waar Batman een duister figuur is die het liefst in de schaduwen blijft, is de Joker juist kleurrijk en eist hij luidruchtig zijn plaats op in de spotlights. Ten slotte handelt Batman rationeel en de Joker volledig irrationeel: hij gedraagt zich als een klein kind, die de driften van zijn id niet kan onderdrukken. De Joker vervult in Batman dezelfde rol als in de strips: hij is een chaotische kracht die de orde bedreigt. In wezen probeert de Joker een orde te scheppen naar zijn eigen maatstaven. Hij wil de wereld vormen naar zijn ideaal – alle elementen die hem niet aanstaan, worden aangepast of vernietigd. Zo probeert hij in de film zijn schoonheidsideaal op te leggen: in de museumscène laat hij alle schilderijen vernietigen die niet aan dit ideaal voldoen en zijn voormalige vriendinnetje (Jerry Hall – toen bekend als fotomodel) wordt ook naar zijn evenbeeld herschapen. Dit gedrag kenmerkt overigens het typische Burton personage:

‘They are constantly trying to alter their surroundings aesthetically, to make them more beautiful and poetic, to assimilate them into their own imagination. Whether these changes are material or only notional, the outside world thus becomes a product of fantasy, a Romantic fiction…it becomes art,’ aldus Helmut Merschmann in zijn studie over Tim Burton.

Zowel de Joker als Batman proberen met hun trauma om te gaan door de wereld hun orde op te leggen. Omdat hun ideaalbeelden tegenovergesteld aan elkaar zijn, staan beide figuren ook tegenover elkaar. Oorsprong van de chaos
In de eerste versie van de origin story van de Joker, vertelt in Detective Comics #168 (1951), is de Joker een labmedewerker die besluit een miljoen dollar te stelen van de Monarch Playing Card Company. Hij verkleedt zich als de schurk Red Hood en draagt een rode helm met ingebouwd zuurstofmasker. Hij weet te ontsnappen aan Batman en de politie door in het chemische afval van de fabriek te springen. De chemicaliën hebben echter zijn uiterlijk voorgoed veranderd. In Batman verandert Jack ook in de Joker doordat hij in het vat met chemicaliën terechtkomt. Alleen is het dit keer een ongeluk in plaats van een bewuste sprong. Dit maakt Napier tot een slachtoffer van het lot. Daarbij is Batman nu medeverantwoordelijk voor de Joker: het lukt hem immers niet om Jack vast te houden zodat deze valt. Ook wordt de kogel, die Jacks gezicht beschadigt, weerkaatst door het metaal in Batmans handschoen. De achtergrond van de Joker is in de film heel anders dan in de strips. Hoewel de Joker altijd al een misdadiger was, is hij in de strips nooit neergezet als een harde gangster zoals Jack Napier.
Door hem de moordenaar van Bruce Waynes ouders te maken, wordt er een belangrijk verschil aangebracht in de origin story van Batman. Volgens de oorspronkelijke mythe zijn Thomas en Martha Wayne vermoord door een straatrover met de naam Joe Chill. Later bleek deze Chill de moord in opdracht van ene Lew Moxon gepleegd te hebben. Chill liet de kleine Bruce leven, zodat deze kon getuigen dat het om een straatroof zou gaan. Jaren later weet Batman beide mannen hiermee te confronteren, voordat ze om het leven komen. Cirkel
Zo wordt de geschiedenis tenminste uitgelegd in De onbekende legende van Batman van Len Wein, John Byrne en Jim Aparo. In Batman: Year Two, van Mike W. Barr, Alan Davis en Todd McFarlane, wordt een variatie op dit verhaal verteld. Joe Chill is nog steeds de moordenaar van Batmans ouders, maar over Lew Moxon wordt met geen woord gerept.In de film worden de Waynes vermoord door de jonge Jack Napier. Vele jaren later wordt Napier echter de Joker, mede door toedoen van Batman. Hierdoor ontstaat een cirkel van gebeurtenissen. De geboorte van Batman maakt het ontstaan van de Joker mogelijk. Het is overigens een handig narratief middel om de oorsprong van de held met die van de schurk te verbinden: omdat in een film binnen een tijdspanne van twee uur het gehele concept en wereld van de superheld geïntroduceerd moeten worden, is een compacte vertelling wenselijk. Een van de mogelijkheden om dit te bewerkstelligen, is het samenvoegen van noodzakelijke gebeurtenissen zoals de origin stories. Motivatie
Door de verandering in Batmans oorsprong rammelt er wel wat aan Bruce’s trauma: aangezien de Joker aan het einde van de film sterft, en Batman dus wraak heeft kunnen nemen op de moordenaar van zijn ouders, rijst de vraag waarom hij zijn mantel niet voorgoed in de kast hangt. Bruce lijkt zijn lot te hebben vervuld en kan zelfs een gezin stichten met Vicki Vale. Met andere woorden: Bruce kan nu eindelijk volwassen worden. Toch kiest hij ervoor om Batman te blijven. Misschien zit de verklaring hiervoor in de volgende dialoog. Wanneer Vicki Bruce confronteert met zijn Batman-identiteit in de Batcave, zegt ze dat ze niet weet wat ze van zijn alter ego moet denken:

Vicki
I’ve loved you since I met you.
But I don’t know what to think of all this. I really don’t.

Bruce
Look, sometimes I don’t know what to think about this.
It’s just something I have to do.

Vicki
Why?

Bruce
Because nobody else can.
Look…I tried to avoid all this, but I can’t.
This is how it is. It’s not a perfect world.

Vicki
It doesn’t have to be a perfect world.
I just gotta know, are we going to try to love each other?

Bruce
I’d like to. But he’s out there right now.
And I’ve gotta go to work.

Ondanks het feit dat de moord van zijn ouders gewroken is aan het einde van de film, houdt Bruce vast aan zijn eed om alle misdaad te bestrijden. Hier zijn twee redenen voor te bedenken. In de eerste plaats heeft Bruce Batman nodig om niet gek te worden, om het idee te behouden dat hij controle heeft over de chaos. Daarnaast doet de dood van de Joker niets af aan de traumatische ervaring van de moord op Bruce’s ouders. Hierdoor is Bruce Batman geworden, en dat is niet meer te veranderen – Bruce kan niet meer terug.In de tweede plaats berust Bruce zich in zijn lot, hij kiest ervoor om Batman te zijn. Hij ziet het bestrijden van misdaad als zijn taak, zijn roeping, omdat niemand anders dit volgens hem kan doen. Dit deelt Batman met de andere superhelden die hun talenten en krachten inzetten voor een hoger doel, de bescherming van gewone stervelingen. Een verschil met Spider-man is bijvoorbeeld wel dat Peter Parker uit schuldgevoel handelt, terwijl Batman uit wraak de misdaad bestrijdt. De verschillende motieven maken de helden uniek, maar het effect ervan blijft hetzelfde bij iedere superheld: het helpen van gewone stervelingen.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Film: Ghost Rider

Ghost Rider is nooit de interessantste held van de Marvel-stal geweest: een skelet met een brandende schedel op een helse motor die misdadigers straft. Het ziet er cool uit, maar heeft verder weinig om het lijf. Hetzelfde kan gezegd worden over de verfilming van de strip.Nicholas Cage speelt de ‘getormenteerde’ stuntrijder Johnny Blaze, die een deal sluit met Mephistopheles met zijn ziel als ruilobject. Hierdoor wordt hij gedwongen de liefde van zijn leven voorbij te rijden, maar wanneer hij Roxanne jaren later weer tegenkomt, ontbrandt het oude vuur voor haar opnieuw. Net op het moment dat Mephistopheles een beroep doet op Johnny en hem verandert in de Ghost Rider – de nachtrijder die zielen ophaalt voor de duivel. Een baan die een relatie goed in de weg kan zitten. Wat Ghost Rider vooral ontbeert is spanning. Nergens zit je op het puntje van je stoel, of zelfs maar halverwege. De schurken zijn niet bedreigend of boeiend. De romance tussen de held en het meisje is lauw, al vormt het wel een belangrijk element in de film. Niet alleen Ghost Rider is zijn ziel kwijt, het verhaal waarvan hij het middelpunt is, is al net zo zielloos. Plichtmatig worden enkele superheldenclichés doorlopen: de dood van de vader(figuur), het ontdekken en ontplooien van de krachten en het vriendinnetje dat als lokaas wordt gebruikt door de tegenstanders. Regisseur Johnson mengt wel een paar aardige grappen door het geheel en geeft daarmee een voorzichtige knipoog naar het genre.Easy rider
De scène waarin Johnny aan zijn Roxanne uitlegt dat hij niet op hun date kon verschijnen omdat hij als skelet enkele boosdoeners moest straffen, is wat dat betreft geslaagd. Welke superheld heeft dat probleem immers niet. Ook is de casting van Peter Fonda als de duivel een aardige vondst: Easy Rider meets Ghost Rider. Toch kan de film niet worden beschouwd als comedy of parodie. Daarvoor zit er weer te weinig humor in.Wat overblijft zijn prikkelende visuals: met de stunts en specialeffects zit het wel snor – het ziet er allemaal lekker uit. Diepgang moet voornamelijk komen van het decolleté van Eva Mendes die het ‘vriendinnetje van’ speelt. Mark Steven Johnson regisseerde eerder Daredevil, en leverde pas met de director’s cut een boeiende flick af. (De bioscoopversie werd verknipt door de studio – waarmee bijna alle psychologie uit het karakter werd geknipt.) Het zou natuurlijk kunnen dat voor Ghost Rider hetzelfde geldt, maar ik vermoed van niet. Deze rit kun je aan je voorbij laten gaan.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 3: Terug naar de bron

Wanneer een superheld wordt verfilmd, moeten er altijd de nodige aanpassingen worden gemaakt. Daarom is Burtons Batman niet precies de held uit de strip. Een kijkje naar de overeenkomsten en verschillen. In feite bestaat er natuurlijk niet één versie van Batman: iedere tekenaar zet hem immers anders op papier. Hetzelfde geldt voor acteurs: iedere acteur creëert zijn eigen versie. Het casten van de juiste acteur was daarom geen gemakkelijke opgave. Acteurs als Mel Gibson, Pierce Brosnan, Charlie Sheen en Bill Murray (!) waren in de running voor de rol. Maar voor Burton was Michael Keaton de perfecte Batman. Het postuur van Keaton was atletisch, maar hij was geen Schwarzenegger. Hierdoor had de regisseur meteen een realistisch motief voor het vleermuiskostuum.Zoals Burton zelf zegt:

‘Bij die gozer kun je je voorstellen dat hij een bat-pak draagt; hij doet dat omdat het nodig is, omdat hij niet zo’n gigantisch bedreigende macho is.’

Het kostuum maakt van Keaton een creatie van de nacht, een onaards wezen dat een bedreiging vormt voor de misdaad.Over de casting van Keaton als Batman waren de meningen flink verdeeld, omdat hij tot dan toe vooral in komedies had gespeeld. Mensen waren bang dat Batman weer camp zou worden. Maar Burton was heel wat anders van plan:

‘I thought about being true to what I loved about the original idea, and I think in the spirit of it, it’s close to Bob Kane,’ zegt Burton over zijn interpretatie van Batman in Burton on Burton (Salisbury 1995: 74).

Duistere vigilante
Burtons film is aan te duiden als een adaptatie in de geest van het oorspronkelijke werk. Er zijn twee elementen van de eerste verhalen die prominent in de film terug te vinden zijn: Batman als duistere vigilante en gangsterverhalen uit de jaren dertig.Het verhaal van de film speelt in de begindagen van Batman. Net als in zijn eerste optreden in Detective Comics #27 wordt de beschermer van Gotham gezien als een misdadiger – hij opereert los van de politiemacht. Zoals Gordon in de film tegen reporter Alexander Knox zegt: ‘Knox, for the ninth time, there is no Bat. If there were, we would find him…we would arrest him.’Burtons Batman is net zo meedogenloos als de vroege stripversie: wanneer hij tijdens de climax van de film oog in oog staat met de Joker, de moordenaar van zijn ouders, wil Batman hem vermoorden. Vlak ervoor heeft Bats nog een schurk laten doodvallen in het driehonderd meter hoge trappenhuis van de kathedraal. De vroege stripverhalen van Bob Kane waren geïnspireerd door gangsterfilms uit de jaren dertig en het Duits expressionisme.

‘Kane was a fan of Little Caesar (USA: Mervyn LeRoy, 1931) and The Public Enemy (USA: William A. Wellman, 1931), and explicitly aimed for a “Warner Brothers look” in the early stories’, volgens Will Brooker in Batman Unmasked (2000).

De urbane setting van Burtons film, met smalle straten, vuile steegjes met rook uit pijpleidingen en putdeksels, heeft een look die verwijst naar de gangsterfilms uit de jaren dertig/veertig, gecombineerd met een Film Noir-belichting (veel slagschaduwen en licht vanuit één bron, wat het geheel een sinister uiterlijk geeft). Sublimatie
Burtons Batman wijkt op belangrijke punten af van de versie van de stripheld zoals die ten tijde van de film werd voorgesteld: Batmans uiterlijk komt niet overeen met die van de strip – hij draagt een pak met voorgevormde spieren terwijl Bruce Wayne in de strip atletisch en gespierd is. Daarbij leidt Bruce Wayne in de comics een celibatair leven. In de film heeft hij een seksuele relatie met Vicki Vale. (Volgens Frank Miller is Batman in de comics niet seksloos, maar sublimeert hij zijn seksuele driften door al zijn energie op de misdaadbestrijding te storten.) Deze twee veranderingen kunnen gezien worden als een vermenselijking van het strippersonage.Dode schurken
Een laatste verandering heeft echter grote consequenties: de Joker wordt in de film geïdentificeerd als gangster Jack Napier, hij krijgt hierdoor een naam, en blijkt de moordenaar te zijn van Bruce Waynes ouders. Hij sterft aan het einde van de film. Dit zijn grote veranderingen ten opzichte van de comics. In Millers The Dark Knight Returns gaat de Joker ook dood, maar dit verhaal speelt zich af buiten de continuïteit van het Batman-universum. Over het algemeen gaat een prominente schurk als de Joker niet zomaar dood in de strips. En wanneer een superschurk in een comicserie sterft, is dit meestal maar van korte duur. Norman Osborn stierf halverwege de jaren zeventig in The Amazing Spider-Man, maar herrees uit de dood in de jaren negentig. Tijdens zijn absentie hebben andere personages de rol van de Green Goblin op zich genomen – met andere woorden: een superschurk kan niet echt sterven. In superheldenfilms is de dood van de schurk aan het einde van de film echter eerder gewoonte dan uitzondering.Next: een blik op de relatie tussen Bats en de Joker. Zie ook de andere posts over Burtons klassieker Batman.

Categorieën
Film Media

Bones: Gore and beauty

Een cynische en eenzame forensisch antropoloog van het Jeffersionian instituut werkt samen met een team van specialisten en een eigenwijze FBI-agent om langlopende moordzaken op te lossen. Dat is in het kort waar de serie Bones om draait. Bones omvat echter meer dan de som der delen. De serie is een interessante mengeling van elementen die we eerder hebben gezien in andere series. Dr. Temperance “Bones” Brennan (Emily Deschanel) is een Knappe Kop die te veel rationeel nadenkt en moeite heeft met emotionele zaken en intermenselijk contact. Ze komt daardoor over als afstandelijk en een tikje contactgestoord. Eigenlijk is ze een aantrekkelijke versie van Data (de androïde uit Star Trek: The Next Generation): ze probeert de aard van de mens te ontrafelen, en kan vol verbazing naar de meest basale handelingen kijken. Daarentegen schrikt ze niet terug van een lijk dat aan een boom hangt, waarvan de oogkassen lekker worden opgepeuzeld door een stel kraaien.
Seeley Booth (David Boreanaz) is in veel opzichten tegenovergesteld aan Bones. Hij is een FBI-agent die vaak vanuit zijn hart redeneert. Hij gaat niet alleen af op feiten en laat zich leiden door zijn intuïtie. Hij heeft een zoontje, Parker genaamd, en probeert een zo goed mogelijk voorbeeld te zijn voor zijn kind. Hoewel het duo tegen wil en dank samenwerkt, blijkt al snel dat ze elkaar goed aanvullen. De relatie tussen Bones en Booth evolueert langzaam van wederzijds wantrouwen naar vriendschap. Ondertussen spettert de onderhuidse seksuele spanning tussen Bones en Booth bijna van het scherm. Het is te hopen dat het moment dat ze fysiek samenkomen zo lang mogelijk wordt uitgesteld: toen Mulder en Scully elkaar vonden was dat de doodsteek voor The X-files. Stoffelijk overschot
Het oplossen van misdaden door het verzamelen van aanwijzingen in forensisch materiaal is al een tijdje in de mode, getuige populaire televisieseries zoals CSI. Toch biedt Bones fascinerende elementen die het kijken de moeite waard maken. Het beeld van de bloedmooie onderzoekster die skeletten en andere overblijfselen betast biedt een interessant contrast tussen aantrekkelijke schoonheid (dr. Temperance Brennan voor de duidelijkheid) en de afstotelijke aanblik van een halfverteerd stoffelijk overschot. Horrorfilms bieden eenzelfde botsing tussen schoonheid en verafschuwing: jonge mooie mensen die overladen worden met bloed, stukjes schedel of andere lichaamsdelen, is niet ongebruikelijk in het genre. Daarbij wordt altijd het knappe blondje als eerste in mootjes gehakt door de psychopaat. Iets wat Dr. Brennan overigens niet snel zal overkomen, want naast haar scherpe geest, heeft ze ook de juiste ‘moves’ om onverlaten van zich af te schoppen. Iedere aflevering moet er een moord worden opgelost aan de hand van kleine aanwijzingen die alleen de experts kunnen opmerken – dit levert het nodige technisch gebabbel op. Mensen houden nu eenmaal van het oplossen van puzzels. Toch is het mysterie wat mij betreft secundair. De charme van de serie zit hem in de onderlinge verhoudingen tussen de personages. Zoals vaak het geval is bij dit soort series, draait de aantrekkingskracht meer om wat de personages met elkaar uitspoken, dan de zaken die opgelost moeten worden. In eerste instantie kijkt men immers ook niet naar ER of Grey’s Anatomy vanwege de patiënten. (Tenzij een patiënt iets met een dokter krijgt natuurlijk.)Humor is het tweede beslissende element in de serie. De bijfiguren, de collega’s van Bones, zijn allemaal typische nerds die, al zijn ze wat vreemd, erg menselijk zijn en met wie en om wie je hartelijk kunt lachen. Specialisten, mensen die geheel opgaan in hun werk, zijn daarnaast fascinerend om te observeren.Engel
David Boreanaz geeft gestalte aan de sympathieke en tevens complexe agent Booth. Boreanaz werd bekend door zijn vertolking van Angel – de vampier met een ziel – in de cultserie Buffy The Vampire Slayer. Boreanaz weet een goede balans te vinden tussen de humor en serieuzere momenten. Emily Deschanel is wellicht het meest bekend door de kleine rol van receptioniste die Peter Parker dist in Spider-Man 2. Ze geeft dr. Brennan de nodige gratie mee. Toch is haar Data-kant, de koude afstandelijke observator van alles wat menselijk is, minder overtuigend. Daarvoor hadden ze wellicht een actrice moeten maken die er meer als nerd uit ziet. Na de eerste paar afleveringen wordt ze al snel menselijker neergezet en doet een subplot rondom haar verleden zijn intrede. Ondanks de eerder betreden paden biedt de serie een fris perspectief. Het is de vraag hoe lang ze haar glans blijft houden, maar voorlopig biedt Bones lekkere kijkkost voor op de late avond. Op dit moment wordt Bones uitgezonden door ReuTeL-5. Daar zijn ze sinds kort weer begonnen bij seizoen één, zonder dit vooraf aan te kondigen of duidelijk te maken wanneer er weer nieuwe afleveringen worden getoond. Deze onbedachtzaamheid naar de vaste kijker toe is typisch voor commerciële omroepen. Aan de andere kant geeft dit nieuwe kijkers een tweede kans deze boeiende serie te volgen.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Tenacious D in The Pick of Destiny

In The Pick of Destiny gaat het duo Tenacious D op pad om het heilige plectrum te stelen uit The Rock-‘n-roll History Museum. Melige onderbroekenlol, maar vooral veel coole songs volgen elkaar in rap tempo op. Wanneer Jack Black gitarist Kyle Gass ontmoet in Venice Beach is hij als betoverd door zijn spel. Hij gaat bij de gezette ‘soloartiest’ in de leer totdat blijkt dat Gass leeft van het zakgeld dat zijn ouders hem toesturen en allesbehalve een beroemde muzikant is. Toch vormen de heren samen de band Tenacious D – ‘de beste band in de wereld’.

Het filmverhaal geeft de (fictieve?) geschiedenis weer van Tenacious D. In werkelijkheid bestaat deze band, of rockparodie – het is net hoe je het bekijkt – al een aantal jaren. Behalve een cd en optredens was er ook een kortlopende televisieserie voordat deze film het licht zag.

Humor
Films over rockmuziek zijn meestal niet echt serieus te nemen, en worden geserveerd met een flinke dosis humor. Een traditie ingezet met This is Spinal Tap (1984) van Rob Reiner en voortgezet met films als Rock Star (Stephen Herek, 2001), Detroit Rock City (Adam Rifkin, 1999) en natuurlijk de klassieker Wayne’s World (Penelope Spheeris, 1992). Uitzondering is Almost Famous uit 2000, waarin de terugblik op jaren zeventig-rock van regisseur Cameron Crowe ruimte laat voor een brede glimlach, maar waarin nostalgie toch de overheersende factor is.

De rockfilm Tenacious D in The Pick of Destiny is een comedy én een musical. Jack Black en Kyle Gass mogen dan ogen als twee onwaarschijnlijke rockgoden, ze spelen groovy gitaar rifs en zingen pakkende teksten. Tussen de vele ‘fucks’ door geven de songteksten de gevoelens en gedachten van de personages weer – dit is kenmerkend voor de musical.

De muziek van de D is een lekker klinkende parodie van rockmuziek en valt daarmee in de traditie van het werk van Frank Zappa. Het klinkt als rock, maar wie goed luistert, hoort dat de draak wordt gestoken met reguliere songteksten.

High Fidelity
Jack Black begeeft zich op bekend terrein. Rockliefhebber speelde hij ook al in High Fidelity (Stephen Frears, 2000) en School of Rock (Richard Linklater, 2003). Hij zet in al deze films een manische en fanatieke wannabee rocker neer. In een film die iets meer dan 90 minuten duurt, voelt zijn ritalinarme aanwezigheid soms als iets te veel van het goede, maar omdat de film de vaart er flink in houdt, en de ene ‘foute’ grap na de andere elkaar opvolgen, is er geen tijd voor grote ergernissen. Daarbij werkt Blacks enthousiasme aanstekelijk. Bovendien kan hij een aardig deuntje zingen.

Let vooral ook op de grappige bijrollen van Ben Stiller en Tim Robbins. De film biedt genoeg lachsalvo’s om met een prettig prikkelend gevoel de zaal uit te lopen.

Kortom: this movie rocks!

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: WWW, What a Wonderful World

WWW, What a Wonderful World is een mix van verschillende genres en vertelt op speelse wijze over het leven in hedendaags Casablanca. Over een huurmoordenaar die verliefd wordt op de stem van een verkeersagente; over de prostituee die hij na elke opdracht bezoekt en de hacker die bij toeval in zijn database terecht komt.WWW, What a Wonderful World is de tweede lange speelfilm van de eigenzinnige Marokkaanse filmauteur Faouzi Bensaïdi. De film was te zien tijdens het International Film Festival Rotterdam (IFFR). Vanaf 15 maart draait WWW in Rialto (Amsterdam) Lux (Nijmegen), ’t Hoogt (Utrecht) en Filmhuis Den Haag. Daarna elders in het Land.WWW, What A Wonderful World vertelt het verhaal van vier bewoners in hedendaags Casablanca. De personages zijn representatief voor verschillende aspecten van het huidige leven in deze stad vol contrasten. Kamel (gespeeld door Bensaïdi) is een huurmoordenaar die zijn opdrachten via internet krijgt. Hij heeft de gewoonte om, na het uitvoeren van zijn opdracht, te vrijen met Souad – een prostituee. Wanneer hij haar belt voor een afspraak, is het altijd Kenza die de telefoon opneemt. Kenza (de vrouw van Bensaïdi) is een verkeersagente die haar telefoon verhuurt om bij te verdienen. Kamel en Kenza voeren poëtische gesprekken over liefde en eenzaamheid. Kamel wordt na een tijdje verliefd op Kenza’s stem en gaat naar haar op zoek. Ondertussen droomt Hicham, een professionele hacker die zijn gehandicapte vader verzorgt, ervan naar Europa te reizen. Hij hackt per ongeluk in de opdrachten van Kamel. Veelbelovend
Faouzi Bensaïdi (Meknès, 1967) is een van de meest veelbelovende Marokkaanse filmmakers. Hij is een multi talent dat regisseert, acteert en scenario’s schrijft. In 2005 bracht het Filmmuseum zijn debuutfilm Mille Mois (2003) uit. Het is tekenend voor Bensaïdi dat hij met WWW niet simpelweg het succes van Mille Mois kopieert, al zijn er wel overeenkomsten tussen de films. In beide films is een subtiel commentaar op de hedendaagse Marokkaanse samenleving te lezen. Mille Mois is een ingetogen plattelandsdrama dat gesitueerd is in een Marokkaans bergdorp in de jaren tachtig van de vorige eeuw. WWW neemt de toeschouwer mee naar het hedendaagse Casablanca, waar de oude wereld naast de moderne leeft.Gemengd
WWW is een eigenzinnig vormgegeven moderne vertelling die verschillende filmgenres door elkaar mixt. Bensaïdi mengt naar eigen zeggen elementen van film noir, melodrama, de romantische comedy en de thriller door elkaar, zonder zich verplicht te voelen de conventies nauwgezet te volgen. Door deze eclectische aanpak overstijgt de film de genres. Toch moet daar wel een belangrijke kanttekening bij geplaatst worden, want in deze vreemde mix blijken niet alle elementen even goed met elkaar te mengen. De romance tussen Kamel en Kenza is origineel, maar het zijn vooral de actiescènes waar Bensaïdi goed op dreef is. Deze zijn strak vormgegeven, maar vallen toch moeilijk te rijmen met de eerdergenoemde romance. WWW, What A Wonderful World biedt een kakofonie aan beelden en visuele vondsten. De geanimeerde begintitels en de daarbij spelende muziek doen denken aan het werk van Saul Bass. Bass maakte titelsequenties voor onder andere Alfred Hitchcock en Stanley Kubrick. Bensaïdi maakt op eclectische wijze gebruik van verschillende filmische middelen: zo introduceren titels de personages en bevat de film een volledig geanimeerde actiescène. Een dergelijke greep naar animatie is niet nieuw en helaas is de animatie ook niet van zodanige kwaliteit dat deze de andere voorbeelden doet vergeten. De animatiesequentie in Kill Bill was veel beter uitgevoerd en paste ook beter in het geheel van die film. In WWW lijkt de sequentie een niet goeddoordachte toevoeging te zijn.Visuele patronen
Bensaïdi heeft een voorkeur voor niet-gecentreerde composities en wijde shots, waardoor de enscenering extra benadrukt wordt. Dit vergroot ook de afstand tussen de personages en de toeschouwer, waardoor het moeilijk wordt met de hoofdpersonen mee te leven. Bensaïdi gebruikt het gehele bioscoopscherm als een schilderscanvas en zowel de setting als de personages verworden tot visuele patronen op het scherm. Deze beeldchoreografie komt duidelijk naar voren in scènes waarin Kenza het verkeer leidt– er ontstaat dan een visueel verkeersballet. De film is niet gespeend van humor en Bensaïdi werd door zijn optreden als zwijgzame huurmoordenaar met stalen gezicht in Variety vergeleken met Buster Keaton. Behalve Bensaïdi’s droge optreden zit de humor vooral in de variatie van herhaalde gebeurtenissen in de film.WWW, What a Wonderful World is een interessante film die zeker de moeite waard is om te gaan zien. Ook al is de mix van elementen niet geheel geslaagd, de eigenzinnige visie van de regisseur biedt een interessante blik op een stad vol met contrasten.

Categorieën
Film

Film: Het beeld van beginners op de arbeidsmarkt, volgens Hollywood

In Hollywoodfilms zie je vier typen starters op de arbeidsmarkt.
Ze verschillen veel van elkaar, maar één ding hebben ze gemeen:
ze koesteren allemaal de Amerikaanse Droom.The Graduate, The Secret of My Success, The Firm, Wall Street, Reality Bites en Shattered Glass.
Ideale, heilige, valse en verdwaalde starters
Een pizza en een blikje fris is alles wat de jonge Brantley Foster zich kan veroorloven. Gezeten voor dit schamele avondmaal, in zijn minuscule kamer, staart hij naar zijn retourticket voor Kansas. Zijn ouders stonden erop dat hij dat zou kopen voor als hij geen baan in New York zou kunnen krijgen. Keer op keer is hij bij sollicitaties afgewezen. Zal hij het ticket gebruiken? Of blijft hij in zichzelf geloven en is er toch nog hoop op een carrière in The Big Apple?Veel starters zullen zich herkennen in Brantley Foster uit de speelfilm The Secret of My Success (Herbert Ross, 1987). Starters hebben veel met elkaar gemeen: ze zijn op zoek naar de juiste baan en eigenlijk ook naar zichzelf. Het leven vlak na de studie biedt, zo lijkt het, eindeloos veel mogelijkheden en hindernissen. Dat maakt het dankbaar materiaal voor films.Ook al zijn Hollywoodfilms over starters sterk gedramatiseerd en worden maatschappelijke kwesties erin versimpeld, ze laten herkenbare situaties zien. Cinema werkt in dit opzicht als een ‘moreel laboratorium’, zegt Wim Staat, universitair docent film en visuele cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. ‘In dat concept, bedacht door Stanley Cavell, heeft het filmpersonage een bijna onoplosbaar probleem of een dilemma. Er is een aantal manieren om hierop te reageren. Het publiek kan zich identificeren met de hoofdpersoon en het herkent de sociale rol die hij vervult. Wanneer bijvoorbeeld een huisvader in een gezinsauto een kind aanrijdt, kun je je als toeschouwer in die situatie verplaatsen en afwegen of je hetzelfde zou handelen als de hoofdpersoon.’De Ideale Starter
Is ambitieus, gelooft in zichzelf en maakt carrière op eigen merites. Hij leeft de Amerikaanse Droom.In de komedie The Secret of My Success hoopt Brantley Foster (Michael J. Fox), opgegroeid op een boerderij in Kansas, na zijn studie carrière te maken in New York. ‘Ik wil een berg geld verdienen en een betekenisvolle relatie met een mooie vrouw’, zegt hij tegen zijn moeder.Tijdens een reeks sollicitaties blijkt dat Brantley te weinig werkervaring heeft. Een klassieke starterssituatie: zolang je niet kunt werken, kun je geen ervaring opdoen, maar zonder ervaring kom je niet aan de bak. Brantley moet het aanpakken op de ouderwetse manier: onderaan beginnen en langzaam opklimmen. Na aandringen geeft zijn oom Howard Prescott (Richard Jordan) hem een baan in de postkamer van zijn bedrijf.Brantley neemt de identiteit aan van een niet-bestaande werknemer op kantoor en leert al doende de multinational vanbinnen en -buiten kennen. Niet alleen weet hij de zaak samen met zijn tante (Margaret Whitton) over te nemen en te redden van een vijandige overname, ook verovert hij het meisje van zijn dromen (Helen Slater).Brantley is de Ideale Starter: hij wil alles op eigen kracht doen. Dankzij zijn talent en gewiekstheid staat hij binnen enkele weken (!) aan de top van een grote internationale coöperatie. Zijn tante stelt hem weliswaar tijdens een tuinfeest voor aan de juiste zakenmannen, het is echter nog steeds aan hemzelf om deze investeerders te overtuigen van zijn plannen. Brantley bewijst dat in Amerika het geld voor het oprapen ligt, als je maar je best doet en het slim aanpakt.Succesverhalen
De verbeelding van de starter in Hollywoodfilms is direct verbonden met het Amerikaanse ideaal. ‘Het gaat vaak om succesverhalen’, zegt Staat. ‘Ideologie is onvermijdelijk. Volgens het ideaal van de Amerikaanse droom ­- life, liberty and the pursuit of happiness -­ bieden de VS je de kans de persoon te zijn die je wilt zijn.’De Ideale Starter bewijst dat het idee van meritocratie werkt: iemands sociaal-economische positie wordt bepaald door zijn of haar talenten en verdiensten. Dus heeft iedereen dezelfde kansen. Staat: ‘Wie niet succesvol is, heeft dat aan zichzelf te wijten. Het ligt niet aan de Amerikaanse maatschappij.’Doet wat betreft ambitie niet onder voor de Ideale Starter. Zijn wereld is echter niet vrolijk en onbezorgd. Om de top te bereiken moet hij weliswaar slachtoffers maken, maar de Heilige Starter laat zich niet corrumperen en verloochent zijn idealen niet.In The Firm (Sydney Pollack, 1993) is Mitch McDeere (Tom Cruise) het schoolvoorbeeld van de Heilige Starter. Hij studeert cum laude af aan Harvard, hij loopt stage bij een gerenommeerde rechter, en bovendien heeft hij een bijbaan, in de horeca. Logisch dat alle advocatenkantoren op hem azen. Ze bieden hem hoge salarissen en goede secundaire arbeidsvoorwaarden.Het verhaal van Mitch is het klassieke ‘rags to riches’-scenario: hij groeide op in een trailerpark, trouwde met een rijke vrouw (Jeanne Tripplehorn) en heeft de ambitie om rijk te worden als fiscaaljurist. Daartoe neemt hij een baan aan bij een advocatenkantoor in Memphis.Helaas is deze baan minder perfect dan hij lijkt: de firma wast geld wit voor de maffia en houdt werknemers in een ijzeren greep -­ ontslag betekent de dood. Mitch weet zich van de firma en de maffia te verlossen door de wet tot op de letter te volgen. De firma factureert namelijk systematisch meer dan de gewerkte uren aan haar klanten en dat is een misdrijf. Uiteindelijk heeft Mitch de wet herontdekt en is zijn huwelijk gered. Samen met zijn vrouw begint hij een idyllisch klein advocatenkantoor.Net als Mitch McDeere kan beursmakelaar Bud Fox (Charlie Sheen) de verleidingen van een snelle carrièrestap uiteindelijk weerstaan. In Wall Street (Oliver Stone, 1987) krijgt Bud, afkomstig uit de arbeidersklasse, de kans te werken voor belangrijke handelaar Gordon Gekko (Michael Douglas), maar die blijkt handel te drijven met voorkennis. Uiteindelijk besluit Bud Gekko aan te geven, hoewel die hem rijk en machtig had kunnen maken. Evenals Mitch McDeere in The Firm heeft Bud geleerd dat normen en waarden belangrijker zijn dan een snelle carrière.De Valse Starter
Tegenpool van de Heilige Starter. Net zo ambitieus als de andere starters, maar in tegenstelling tot hen is de Valse Starter bereid alles te doen om de top te halen.In Shattered Glass (Billy Ray, 2003) is Stephen Glass (Hayden Christensen) een jonge veelbelovende redacteur bij het opinieweekblad The New Republic. Hij speelt de extreem aardige collega ­- altijd klaar met een tip of een kopje koffie -­ en stelt zich bescheiden op. Naast zijn drukke baan als journalist werkt hij tot in de kleine uurtjes aan zijn rechtenstudie, want zijn ouders willen dat hij iets heeft om op terug te vallen.Wanneer Glass levendig vertelt over zijn belevenissen, hangt iedereen aan zijn lippen. Zijn verhalen zijn te mooi om waar te zijn – ­ letterlijk: hij loopt tegen de lamp en 27 van de 41 artikelen die hij schreef, blijken gedeeltelijk of volledig verzonnen te zijn. Shattered Glass is gebaseerd op ware feiten: Stephen Glass heeft werkelijk The New Republic bedrogen.En hij is niet de enige in zijn soort. De jonge journalist Jayson Blair lichtte vier jaar lang The New York Times op met valse citaten, plagiaat en zelfbedachte scènes. Deze beginnende journalisten zijn voorbeelden van de Valse Starter: ze overschrijden normen en ethische grenzen, iets wat de Heilige Starter juist niet doet.De Verdwaalde Starter
Leeft in het zwarte gat na de studie. Hij weet niet precies wat hij wil. Hij zoekt naar een passende baan én naar zijn plek in de maatschappij.De pientere Lelaina Pierce (Winona Ryder) komt nergens aan de slag. Ze is overgekwalificeerd of heeft te weinig ervaring. Nadat Lelaina voor de zoveelste sollicitatie in haar vakgebied, de media, is afgewezen, staat ze in de lift omlaag: een visuele metafoor voor het feit dat ze haar carrièreverwachtingen naar beneden moet bijstellen.Ze mag zich dan te goed voelen voor werk bij de kledingketen Gap, waar haar vriendin Vickie (Janeane Garofalo) bedrijfsleider is, het lukt haar zelfs niet een baan in een fastfoodketen te bemachtigen. Lelaina en haar vrienden zijn allemaal op zoek naar hun plek in het leven. Ze weten wat ze niet willen, maar ze hebben geen goed alternatief.Reality Bites (Ben Stiller, 1994) vertelt het verhaal van generatie X, de twintigers die zich afzetten tegen de maatschappij van de babyboomers. Zoals Lelaina in haar afstudeerrede zegt: ‘Ze vragen zich af waarom we niet geïnteresseerd zijn in de tegencultuur die ze hebben gecreëerd, terwijl ze hun revolutie zelf hebben opgegeven voor een paar gympen.’ Maar als je de geldende waarden van de maatschappij de rug toekeert, wat dan? Daar heeft ze niet direct een antwoord op.Lelaina praat over mooie idealen en je afzetten tegen de consumptiemaatschappij, maar de huur moet toch ook worden betaald. Dat is het moment dat de realiteit ‘bijt’.Deze keuze tussen idealisme en conformisme komt terug in de relaties met de twee mannen in haar leven. Kiest ze voor Troy (Ethan Hawke), de filosofische nietsnut vol idealistisch geneuzel? Of gaat ze voor de commerciële Michael (Ben Stiller), de onderdirecteur programmering van In Your Face TV die Lelaina’s integere documentaire over haar vrienden laat verknippen tot een komische MTV-achtige trailer?Uiteindelijk kiest Lelaina voor haar idealen en voor Troy. Maar de kans is groot dat beiden zich zullen conformeren aan de heersende (commerciële) norm. Wie verder wil komen in de maatschappij moet immers het spel meespelen volgens de regels.Het zwarte gat
In The Graduate (Mike Nichols, 1967) worstelen Benjamin en zijn vriendin Elaine met dezelfde dilemma’s. Net als Reality Bites gaat deze film over het zwarte gat na de studie en het verzet tegen de oudere generatie. Na zijn afstuderen leeft Benjamin (Dustin Hoffman) in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe.Uiteindelijk wil hij ontsnappen aan het verstikkende milieu van zijn ouders; hij gaat niet naar graduate school, zoals zijn vader wil, en hij kiest voor een toekomst met Elaine (Katharine Ross). Daarmee maakt hij een eind aan de affaire die hij heeft met haar moeder, Mrs. Robinson (Anne Bancroft). Die leidt een ongelukkig leven sinds ze haar studie kunstgeschiedenis opgaf omdat ze zwanger werd.De twee starters willen een betere toekomst voor zichzelf. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.En toch. Wanneer Ben en Elaine opgelucht hun toekomst tegemoet rijden, is het de vraag of zij de valkuilen kunnen vermijden waarin hun ouders zijn gestapt. De stilte in de bus is ambigue: hebben ze elkaar na de rebellie nog wel iets te vertellen? Weten ze waar ze naartoe gaan? Ook Verdwaalde Starter Lelaine uit Reality Bites, enkele generaties later, heeft daar het antwoord nog niet op gevonden.Dit artikel is ook gepubliceerd in Intermediair#10 (2007) en op de site van Intermediair.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 2: De wereld van Tim Burton

Toen Tim Burtons Batman uitkwam in de zomer van 1989 slaakten de fans een zucht van verlichting: op het witte doek was eindelijk een volwaardige versie van de stripheld te zien. Burton schotelde de kijkers een geheel eigen visie voor. De producers kozen Tim Burton als regisseur om zijn eigenzinnige stijl. In de stripwereld waren halverwege de jaren tachtig persoonlijke interpretaties van Batman in de mode. Net als in de filmtheorie van eind jaren vijftig, ontstond er in de comicwereld een vorm van auteurisme. Het concept van auteurisme komt neer op het idee dat kenmerken van de maker terug te vinden zijn in al zijn werk. Het werk van een bepaalde auteur wordt getypeerd door bijvoorbeeld terugkerende thema’s en een herkenbare visuele stijl. Iedere stripmaker creëert in feiten zijn eigen Batman. Kelly Jones (Batman: Bloodstorm, 1995) tekent Batman met grote langwerpige oren, bijna als een duivel. Kevin O’Neil (Legends of the Dark Knight #38, 1992) tekent hem veel meer in een cartoonstijl.Keurmerk
Het auteurisme in de Amerikaanse strips is geleidelijk ontstaan. In de jaren zestig werd voor het eerst de naam van de schrijver en tekenaar op de titelpagina van de strip neergezet. Tot die tijd werd wel altijd Bob Kane vermeld bij de Batman-verhalen, als een soort keurmerk. In werkelijkheid werden de verhalen door anderen geschreven en getekend. Het is zelfs de vraag in hoeverre Kane als enige de bedenker van Batman genoemd mag worden. Collega Bill Finger zou ook een grote steen hebben bijgedragen. In de jaren zeventig zorgde het systeem van directe distributie (comics werden nu verkocht in stripspeciaalzaken in plaats van kiosken en supermarkten) en royalty payments voor de ontwikkeling van de auteur-als-ster. En in de jaren tachtig kwam dit gegeven volledig tot bloei.Burtons wereld
Omdat de auteursversies zo populair waren in de comics, koos filmstudio Warner Bros Tim Burton uit om de Batman-film te regisseren. Burton staat bekend als eigenzinnige auteur en paste door zijn herkenbare stijl dus perfect in het tijdperk van de Batman-auteurs. Burtons helden zijn buitenstaanders en excentriekelingen (freaks), die in hun uiterlijk en gedrag afwijken van de norm. Ze creëren een wereld voor zichzelf waarin ze hun teruggetrokken levens kunnen leiden.Batman is een typische Burton-held: als Bruce Wayne staat hij door zijn rijkdom buiten de maatschappij, als Batman is hij een freak. Zoals Vicki Vale tegen Batman zegt in the Batcave: ‘Well, let’s face it. You’re not exactly normal, are you?’Batman is een personage met een gespleten persoonlijkheid. Dit aspect sprak Burton erg aan:

So, while I was never a big comic book fan, I loved Batman, the split personality, the hidden person. It’s a character I could relate to. Having those two sides, a light side and a dark one, and not being able to resolve them – that’s a feeling that’s not uncommon. So while I can see it’s got a lot of Michael Keaton in it because he’s actually doing it, I also see certain aspects of myself in the character. Otherwise, I wouldn’t have been able to do it. (Bron: Mark Salisbury: Burton on Burton, 1995)

Burtons mise-en-scène: Gotham City
Burtons films zijn altijd herkenbaar vormgegeven en gestileerd. In feite worden alledaagse omgevingen op vervreemde wijze weergegeven waardoor het lijkt alsof de verhalen zich afspelen in een andere wereld, niet zelden de setting van een gotisch sprookje.In Edward Scissorhands is de suburb de plek die als eigenaardig wordt neergezet door de felle kleurtjes en het uitvergrootte gedrag van de personages. In principe zet Burton hiermee standaardwaarden op hun kop: hij kiest altijd de kant van de buitenbeentjes en presenteert de mainstream als zijnde vreemd en afwijkend. Toch zijn Burtons helden ambigue – zelfs Batman zou gezien kunnen worden als slecht, omdat hij met zijn acties de wet overtreedt.Gotisch
Burtons visuele stijl is uitermate geschikt om het Batman-materiaal naar het witte doek te vertalen. Stripfiguren als Batman en de Joker zijn larger than life; daarom horen ze in een setting thuis die dat ook is. Een man die op klaarlichte dag in een vleermuispak over Times Square rent zou er een beetje absurd uitzien. Het duivelachtige uiterlijk van Batman werkt daarom het beste in een gotische omgeving, in de schaduw van de nacht. De duistere setting is de perfecte locatie voor personages die proberen met hun diepste trauma’s in het reine te komen.Burton wilde met de setting meer de cartoonkant opgaan en een wereld creëren waar (zelfs) freaks thuishoren. Net als Batmans pak een metafoor is voor angst, is de setting van Gotham City een metafoor voor de urbane hel op aarde. Dit is een plek waar een psychologisch beschadigde man in zijn vleermuisgedaante het enige redmiddel is voor burgers die dagelijks geterroriseerd worden door corrupte smerissen, meedogenloze gangsters en sociale demoralisatie. Gotham is de nachtmerrieversie van New York, de schaduwzijde van het modernistische ideaal. In deze wereld is Batman op zijn plaats. Zoals Frank Miller kernachtig zegt: ‘Heroes have to work in the society around them, and Batman works best in a society that’s gone to hell.’ ( Miller geïnterviewd door Christopher Sharrett in 1991). Anton Furst
Overigens is de visie van Gotham City niet geheel Burtons werk. Een goede regisseur weet de juiste mensen in te huren, en voor Batman was dat wijlen production designer Anton Furst. Furst wilde een tijdloos Gotham City creëren:

‘The most important thing was that we find a feel for the city which was neither futuristic nor historical. We wanted it to be as timeless as possible, even though – since we were drawing from the original DC comic strip for inspiration – there was bound to be a certain forties feeling to it’.

Fursts Gotham City is een combinatie van verschillende bouwstijlen, waaronder Gotiek, art deco, brownstone architectuur en fascistische monumenten. Een monster van een stad, waar een monsterachtige verschijning de perfecte beschermheer is. Volgende keer een kijkje naar de spirit van Burtons adaptatie. Lees ook Burtons Batman 1: The Bat & Prince.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 1: The Bat & Prince

De zomer van 1989 stond in het teken van maar een ding: het Bat-symbool. De film van Tim Burton was lang verwacht en vele fans keken halsreikend uit naar de eerste Batman-flick sinds bijna dertig jaar.

Mensen liepen over straat in Batman-T-shirts, droegen Batman-caps en op de radio was de soundtrack van Prince te horen. ‘Batdance’ beheerste de hitlijsten die zomer. (De single bereikte de eerste plaats in Amerika en de tweede in Engeland.) In Nederland kwam de film pas uit op dertien oktober. Ik zag Batman voor het eerst de avond na de première. Het is een fijne sensatie om een stripheld goed tot leven te zien komen. De stripverfilmingen tot dan toe waren over het algemeen teleurstellend. De oude Batman-serie uit de jaren zestig was camp en kinderachtig. De Spider-Man televisieserie haalde het ook niet bij de strips. Alleen de producent van de oude Hulk-serie behandelde het materiaal serieus en wist een onderhoudende live-actionversie te maken. En de eerste Superman-films mogen we in het rijtje niet vergeten. Burton zette echter een standaard voor toekomstige stripverfilmingen en liet zien dat je het materiaal niet belachelijk hoefde te maken om er veel kijkers mee te trekken. De casting van Michael Keaton was een geniale greep. Batman was immers geen Arnold Schwarzenegger-type, maar een atletisch gebouwde man die een pak moet dragen om angst aan te jagen (daar had Arnold zijn accent al voor). Jack Nicholson als de Joker… deze rol leek hem op het lijf geschreven te zijn.Inspiratie
Nadat de Joker een flinke krater had gemaakt op het straatdek en The Bat bij zijn symbool had geposeerd op de daken van Gotham, liep ik de bioscoop uit, de koude nachtlucht in. Terwijl Danny Elfmans soundtrack nog in mijn hoofd nagonsde, voelde ik me geïnspireerd door Tim Burtons cinematografische juweeltje. De visie van Burton, een soort van gotisch live-action sprookje, gecombineerd met de klanken van Elfman – een perfecte combinatie waarmee een gehele verhaalwereld wordt gecreëerd. Mijn liefde voor film was voorgoed aangewakkerd.

Tuurlijk, er valt een hoop aan te merken op de eerste Batman van Burton: het verhaal is soms wat spoorloos, het is wel erg toevallig dat de Joker en Bats achter dezelfde blonde fotografe (Kim Basinger) aan hobbelen en de muziek van Prince doet anachronistisch aan in een tijdloze verhaalwereld waarin jaren veertig elementen gemixt worden met een meer hedendaags elan. Sommige mensen waren niet blij met het feit dat The Joker verantwoordelijk was voor de moord op de ouders van Wayne, waarmee hij indirect de Batman schiep die hem creëerde. Met alle hype die er rondom de film was gecreëerd, waren enkele azijnpissers onvermijdelijk. Toch wegen de minder goede kanten van de film bij lange na niet op tegen bovenbeschreven elementen.

Toch zorgde de film voor een belangrijk ding: voor even was het cool om Batfan te zijn. En dat is voor een tienerjongen die gek was op superheldenstrips een belangrijk gegeven.

Prinsheerlijk
De film veroorzaakte bij mij nog iets: een grote passie voor de muziek van de Kleine Geile Dwerg, aka Prince, aka His Royal Badness, aka Tafkap. Het Batman-album mag dan niet zijn allerbeste werk zijn, het is een origineel album dat de duistere sfeer van de film goed combineert met de funk en humor van Prince. Ik luister er zo nu en dan nog graag naar. Niet iedere stripheld kan immers beweren dat Prince de soundtrack verzorgd heeft bij zijn film. Prince combineerde zijn gebruikelijke thema’s liefde, seks en god met de wereld van Burtons Batman en wist een prikkelend conceptalbum rondom de vleerman te maken, waarop ieder personage zijn eigen nummer heeft.

Op 20 januari 1989 bezocht Prince de Batman-set in de Pinewood studio’s in Londen. Prince zag hoe de scène tussen Bruce en Vicki Vale in de Batcave werd opgenomen. Ook kreeg hij de opnames van andere scènes te zien. Tim Burton en Jack Nicholson waren grote Prince-fans. De muzikant werd gevraagd enkele nummers bij te dragen, maar Prince dacht groter dan dat. In februari creëerde in dertien dagen elf liedjes. Enkele ervan, zoals’ Vicki Waiting’ en ‘Rave To The Joy Fantastic’, waren al eerder opgenomen. Tim Burton en producent John Peters waren verbaasd over de snelle werkwijze van Prince en kozen de nummers ‘Partyman’ en ‘Trust’ voor in de film. Het album werd in juni dat jaar uitgebracht; er gingen in de eerste week 1 miljoen exemplaren over de toonbank.

Batdance
Het nummer ‘Batdance’ zou oorspronkelijk niet op het album komen, maar was meer een after thought, een remix van alle voorgaande nummers. In de videoclip bij dit nummer zien we Prince als gemini – een figuur die zowel The Joker als Batman vertegenwoordigd. Een interessante gedachte, aangezien Batman en The Joker elkaars antithese zijn. Waar The Joker staat voor chaos, staat Batman voor het brengen van orde in de chaos. Bat en The Joker zijn yin en yang. Een punt dat Burton ook wilde maken in zijn film, vandaar dat Jack Napier de moordenaar is van de ouders van Wayne, waardoor Wayne Batman besluit te worden en tijdens een van zijn nachtelijke acties Jack Napier in een vat met chemisch afval laat vallen waardoor hij weer The Joker wordt. (Maar daarover later meer.)

Burtons eerste Batman-film introduceerde mij tot een paar nieuwe dingen die tot de dag van vandaag deel uitmaken van mijn leven: het werk van Tim Burton, de muziek van Danny Elfman, het oeuvre van Prince, mijn passie voor cinema en natuurlijk een diepgeworteld plezier aan de verhaalwereld van de Batman.

Dit is de eerste post in een serie over Tim Burtons Batman. Lees ook de andere posts over de Vleerman van Gotham.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: The Prestige

De rivaliteit tussen twee illusionisten loopt hoog op en door hun zucht naar roem en macht brengen beide heren zelfs hun naasten in gevaar. Christopher Nolan heeft met The Prestige een kunstige illusie afgeleverd.

In het persmateriaal van The Prestige wordt door de filmmakers verzocht niet te veel van het mysterie van de film te onthullen. Wie immers weet hoe een trucje werkt, is niet meer geboeid. Toch is The Prestige meer dan een trucje en regisseur Christopher Nolan meer dan een simpele goochelaar. Zijn films Memento, Batman Begins en in mindere mate Insomnia waren stuk voor stuk cinematografische juweeltjes. The Prestige, met een heerlijke cast, mooie shots en een mysterie vol dubbele bodems en kwinkslagen, is een film die tot het laatste moment blijft boeien.

Rivalen
De wens van de filmmakers in ere houdend, zal ik niet te veel onthullen over de plot van de film behalve dan dat alles draait om twee illusionisten, die door onderlinge rivaliteit verwikkeld raken in een levenslange strijd om macht en status. Vanaf het eerste moment dat Robert Angier (Hugh – Wolverine – Jackman) en Alfred Borden (Christian – Batman – Bale) elkaar ontmoeten, zijn ze concurrenten. Hun aanvankelijk vriendschappelijke competitie evolueert tot een bittere rivaliteit die gevaarlijk en dodelijk blijkt te zijn.Het verhaal van The Prestige speelt zich af tegen de achtergrond van het Londen van rond 1900 – een romantisch decor in een tijd vol nieuwe spannende uitvindingen zoals film, elektriciteit en andere moderne snufjes. In tegenstelling tot de meeste period pieces vervallen de personages niet in stoffig formeel taalgebruik. Sterker nog: iedereen komt verdacht eigentijds over in wat toch een kostuumdrama lijkt. De rivaliteit tussen de illusionisten, hun drive om de beste te zijn, is immers van alle tijden. Daarentegen hadden goochelaars in die tijd veel meer allure dan tegenwoordig. Ze waren niet de schertsfiguren die wij nu kennen: de Klokjes, Kazans en Copperfields.

A kind of magic

De negentiende eeuw was de tijd van wetenschappelijke en industriële vernieuwing en mensen hadden behoefte aan magie. Of deze nu door technische ontwikkelingen werd voortgebracht of werd vertoond op het podium maakte niet zo veel uit. Tegenwoordig bevat de wereld nog maar weinig magie; mensen verlangen echter naar verrassingen en het onverklaarbare. Daarin schuilt de kracht van de illusionist. We laten ons graag beduvelen, zolang we weten dat het om illusie gaat. Je gelooft immers niet echt dat Hans Klok zijn assistentes doorzaagt. Als dit wel zo was geweest, had het publiek echt wel anders gereageerd.

De link tussen wat filmmakers doen en magiërs doen is snel gelegd. Film is in wezen ook een magische truc: 24 beeldjes worden per seconde twee keer vertoond op een witdoek. Door de trage reactie van onze ogen, komen deze beeldjes tot leven. Net als bij een goede goocheltruc is de filmtoeschouwer mede verantwoordelijk voor de illusie. Bij film zorgt de traagheid van het oog ervoor en bij een goocheltruc laten we ons bewust afleiden zodat we niet zien hoe de truc wordt uitgevoerd – we willen immers bedonderd worden en ons verbazen over een schijnbaar onmogelijke gebeurtenis. Jonathan Nolan (broer van en mede scriptschrijver) zegt hierover:

‘The real world is rigid, there’s not a lot of mystery to it, but people don’t want that to be the case – and that’s where magic comes in. If we’ve got all the rules figured out and this is the way the world works where you got a job, save your money and then die – well, who wants to live in that world? I think we all would prefer that the universe have some surprises, some tricks up its sleeve’.

The Plegde
Zoals in bijna alle filmrecensies over de film beschreven staat, heeft Christopher Nolan zijn film gestoeld op de drie basisaktes van een goocheltruc. Eerst is er the Plegde: de illusionist toont je iets gewoons. Dan volgt the Turn: de illusionist laat het gewone iets ongewoons doen. Uiteindelijk is er the Prestige: de climax van de truc die iets ongelooflijks laat zien. In deze structuur mixt illusionist Nolan elementen als een perfecte cast, mooi camerawerk en een boeiend plot dat tot op het laatste moment niet al zijn geheimen wil prijsgeven en daarmee verfrissend en niet typisch Hollywood aanvoelt.

The Prestige concentreert zich tot het conflict tussen de rivalen Angier en Borden en de prijs die de heren moeten betalen voor deze strijd. Het gaat dus niet om de goocheltrucs, maar om de magie achter de schermen. Nolan zou Nolan niet zijn als we niet getrakteerd worden op enkele plottwists en verrassingen waardoor je op een gegeven moment niet meer weet voor welk van de twee je nu precies sympathie moet voelen. Beide mannen hebben hun prés en een duidelijke reden voor hun handelen. The Prestige is gebaseerd op het gelijknamige boek van Christopher Priest. Christopher Nolan schreef samen met zijn broer Jonathan aan het script en wist het gelaagde boek vol dagboekfragmenten en plotwendingen terug te brengen tot een film van ruim twee uur. (Daar kan Peter Jackson dus nog iets van leren.)

Bowie
Nolan bedient zich van een voortreffelijke cast: Hugh Jackman en Christian Bale zijn aan elkaar gewaagd. Sir Michael Caine hoeft tegenwoordig alleen nog maar aanwezig te zijn in een scène om zijn presence te laten gelden en speelt de rol van vertrouweling en ingenieur – de techneut achter de goocheltrucs – bijzonder solide. Scarlett Johansson heeft al eerder aangetoond wat ze in huis heeft en stelt ook nu niet teleur. Ze heeft een kleine, doch significante rol. Opvallend lid van de cast is niemand minder dan David Bowie. Bowie heeft – zowel als popartiest als acteur – al een reeks vreemde personages op zijn naam staan. Nikola Tesla mag dan een Servisch accent hebben en een excentrieke wetenschapper zijn, Bowie speelt hem voor zijn doen erg ingetogen. Tesla is het enige personage in de film dat niet fictief is en is de uitvinder van onder andere de Teslaspoel en heeft veel betekend voor de uitvinding van wisselstroom en de radio. Alle acteurs geven dit verhaal vol goochelarij en een snufje magie de juiste realistische zwaarte mee waardoor de wereld van 1900 geloofwaardig tot leven komt. And what a strange and wonderful world it is…

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Rocky Balboa

Sylvester Stallone, euh ik bedoel Rocky, stapt nog een keer in de spotlight om te pieken en een laatste overwinning aan zijn carrière toe te voegen. Rocky Balboa is een film waar de nostalgie van afdruipt. Toch is herinneren soms beter dan dingen opnieuw beleven. De nadagen van de bokslegende Rocky Balboa (Sylvester Stallone) zijn gevuld met terugblikken. Herinneringen aan zijn overwinningen in de ring, zijn liefde voor zijn overleden vrouw Adrian – Rocky loopt slaapdronken door het heden, maar is allang niet meer echt aanwezig. Het contact met zijn zoon is verwaterd en hij slijt zijn avonden in zijn restaurant waar hij oude oorlogsverhalen oprakelt. Wanneer uit een computersimulatie blijkt dat Rocky de huidige wereldkampioen zwaargewicht (Antonio Tarver) zou verslaan, begint het hart van de oude bokser sneller te kloppen en besluit hij om wederom in de ring te stappen.Laatste succes
Nostalgie is het sleutelwoord in Rocky Balboa – en de parallellen tussen de titelheld en de acteur, regisseur en schrijver van de film zijn evident. Stallone’s carrière begon pas goed met Rocky en de filmreeks is zijn grootste succes geweest. Hij boerde natuurlijk ook goed als Rambo – maar veel opmerkelijks naast deze twee archetypes heeft Stallone niet gedaan. In de laatste jaren hij dan ook steeds meer op de achtergrond geraakt. Wat is er dan mooier om nog een keer te pieken met de rol waar het allemaal mee begon?Toch is deze Rocky op verschillende fronten een teleurstelling. De vertelling is ouderwets traag. De toeschouwer zit te wachten op het moment dat Rocky gaat trainen – maar dat moment komt heel erg laat. Het grootste gedeelte van de film is gevuld met Rocky die terugblikt en zich bemoeit met het leven van Marie (Geraldine Hughes) en haar zoon. Wanneer er dan eindelijk getraind wordt, blijkt de klassieke trainingsmontage een slap aftreksel van alle voorafgaande te zijn. Rocky is duidelijk niet meer wat ie geweest is – en de toevoeging van het hondje dat met hem mee loopt, doet net verhullen dat je eigenlijk een rollator voor de voeten van Sly had verwacht als hij de heuvel oprent. Niet fris
Het verhaal van de film roept herinneringen op aan de comic The Dark Knight Returns van Frank Miller waarin Batman ook na tien jaar pensioen besluit zijn kostuum weer aan te trekken. Miller presenteert in het verhaal een Dark Knight die nog lang niet klaar is – en ondanks enkele lichamelijke ongemakken – een frisse en strijdlustige indruk maakt. Bij Rocky is helaas geen sprake van frisheid. Stallone weet niet met overtuiging het vuur waar hij het over heeft over te brengen in zijn acteerwerk, al weet Rocky zijn motivatie en visie op het leven mooi te verwoorden in Rocky-taal:

‘It will beat you to your knees and keep you there permanently if you let it. You, me or nobody is going to hit as hard as life. But it ain’t about how hard you hit, it is about how hard you can get hit and keep moving forward, how much can you take and keep moving forward. That’s how winning is done!’ (Bron: IMDB.com)

Spookbeelden
Interessanter is Stallones hergebruik van oud filmmateriaal waarin Talia Shire Adrian speelt. Deze spookbeelden uit de eerdere films verbeelden immers ook Stallone’s terugblik op zijn carrière. Het terugblikken en hergebruik kennen we ook uit recente films als Superman Returns (waarin hevig teruggegrepen wordt op de eerste twee films uit de reeks en archiefmateriaal van Marlon Brando gerecycled wordt) en de film Bobby (Emilio Estevez, 2006) waarin archiefmateriaal van Robert Kennedy is verwerkt en een narratieve functie heeft.Sympathiek
De film Rocky Balboa is net als de titelheld sympathiek. Iedereen kan zich de emoties van Rocky voorstellen en hoe ongeloofwaardig het verhaal ook mag zijn, Rocky wederom in de ring zien staan geeft een kick. Sly ziet er goed getraind uit en de bokswedstrijd levert zweethanden op. Zoals we mogen verwachten van een Rocky-film is het gevecht mooi in beeld gebracht. Al moet worden gezegd dat ook dit element in andere delen beter is gedaan. De film roept bij vlagen nostalgische gevoelens bij mij op – wie is er niet opgegroeid met het verhaal van de underdog die zich omhoog weet te vechten? Rocky is de vleesgeworden Amerikaanse droom en deel zes laat zien dat iedereen de top kan bereiken – ongeacht de leeftijd. Zolang je maar in jezelf gelooft. Het is een mooie boodschap die al zo vaak is verteld. De film voegt in dat opzicht dus weinig toe aan het geheel. Wie nostalgisch wil terugblikken kan daarom misschien beter de oude films opzetten in plaats van deze te kijken.Lees ook: Rocky Returns…alweer?! en Superman Returns.