Categorieën
Fotoblog

Zicht op Haarlem

Vrijdag was ik in Het Teylers Museum te Haarlem om de opening van de tentoonstelling van Warhol-tekeningen bij te wonen. Voor de opening zat ik even mindful te wezen aan het water.

Categorieën
Strips Video

Video-interview Frank Miller: ‘I believe that work explodes!’

Geinkte pagina van The Dark Knight Returns.
Geinkte pagina van The Dark Knight Returns.

Een interview met een van de meesters van het Amerikaanse stripverhaal. Goed, Frank Miller mag zichzelf dan ontmaskerd hebben als rechtse rakker, maar dat neemt niet weg dat die man weet hoe hij een strip moet maken. Ronin, Daredevil, The Dark Knight Returns, Sin City…. Je zou ze als beginnend stripmaker allemaal eens moeten lezen om Millers techniek te doorgronden.

Dit interview is waarschijnlijk een extra op de dvd van The Spirit – een bar slechte stripverfilming van de klassieke Will Eisner strip. Dat neemt niet weg dat Miller, die de film regisseerde, een hoop interessante zaken te vertellen heeft over de invloed van de stad New York op zijn strips (‘een stad lees je vertikaal en daarom gebruik ik vertikale kaders’), over de verschillen in techniek tussen de media film en strip en over de stripmakers die hem hebben beïnvloed: Jack Kirby, Neal Adams en Will Eisner.

Negeer ondertussen de zenuwachtige montage en luister naar de meester:

Categorieën
Fotoblog

Stoffel doet mindful

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Helden van de Tour

Wanneer ik mensen boven de vijfenveertig ontmoet, word me nog wel eens gevraagd of ik familie van wielrenner Gaby Minneboo ben. Volgens mij is hij een neef van mijn opa, maar zeker weten doe ik het niet, is dan meestal mijn antwoord. In wielrennen ben ik nooit geïnteresseerd geweest en de Tour de France zie ik toch vooral als een opeenhoping van dopingschandalen. Die wedstrijd draait in mijn ogen meer om grote financiële belangen en niet om sportiviteit. Daarom sloeg ik dan ook aarzelend Jan Cleijnes Helden van de Tour open.

Met de striproman Helden van de Tour brengt Jan Cleijne ter gelegenheid van de honderdste Tour de France, die dit jaar gereden wordt, een eerbetoon aan de helden en gevallen helden uit de wielergeschiedenis. Zoals, Lucien Buysse, Fausto Coppi, Jacques Anquetil, Eddy Merckx en natuurlijk Joop Zoetemelk. Cleijne gaat daarbij niet de zwarte bladzijden uit de weg. Er is ook een hoofdstuk gewijd aan dopingschandalen zoals rond Lance Armstrong.

En het begon allemaal zo romantisch in 1903, toen Herni Desgrange een wielerwedstrijd bedacht. Desgrange was de hoofdredacteur van het tijdschrift L’Auto en hoopte met de Tour de France de verkoop ervan op te krikken. Op 1 juli dat jaar werd de allereerste etappe van de allereerste Tour de France gereden, een rit van Parijs naar Lyon, maar liefst 467 kilometer lang. Cleijne brengt die eerste dagen van de Tour prachtig in beeld, als waren zijn stripplaatjes stills uit een oude film. Eigenlijk is het hele boek prachtig getekend en bovenal: meeslepend. Omdat ik niet weet wie welke tour heeft gewonnen, zijn de verbeeldde strijdtaferelen tussen de favoriete rijders uit de verschillende tijdperken extra spannend om te lezen. En Cleijne bedient zich geregeld van aantrekkelijke visuele metaforen om zijn verhaal te vertellen:

heldenvandetour

Overigens ziet Cleijne de toekomst van de Tour positief in en eindigt met een hoofdstuk waarin hij hoopt dat de Tour in de toekomst niet meer zal draaien om wie de technisch beste fiets kan te betalen of wie de beste doping gebruikt, maar om een eerlijke strijd tussen sporters.

Jan Cleijne (1977) is striptekenaar, illustrator en amateur wielrenner. Zijn passie voor de sport mag dus voor zichzelf spreken. Gelukkig heeft hij dankzij zijn vakmanschap die passie weten te gieten in een onderhoudende striproman.
Kortom, een Tour-liefhebber ben ik nog steeds niet, maar ik heb me goed vermaakt met Helden van de Tour. Ik raad iedere wielerliefhebber dit boek dan ook aan.

De boekpresentatie vindt vrijdag 31 mei plaats in Lambiek te Amsterdam om 16.30 uur. Zaterdag 15 juni signeert Cleijne het boek in De Bijenkorf Amsterdam vanaf 16 uur.

Jan Cleijne. Helden van de Tour
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 19,90.
ISBN 978 90 5492380 0

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Bunbun #2 – Oh no, not again

Oh no, not again heet het nieuwe Bunbun-album van Matt Baay en dit keer heeft hij ook zijn stripmaakvrienden ingeschakeld om een bijdrage te leveren. Maaike Hartjes, Paul Stellingwerf, Frodo De Decker, Rob van Barneveld, Boris Peeters, Aleks Deurloo, Sam Peeters, Jeroen Funke, Ruben Steeman en Aimée de Jongh tonen ieder hun eigen interpretatie van het witte konijn dat al zo negen jaar de pagina’s van strippend Nederland onveilig maakt.

Paul Stellingwerf weet met zijn gastbijdrage dicht op de sfeer van het origineel te blijven.
Paul Stellingwerf weet met zijn gastbijdrage thematisch dicht op de sfeer van het origineel te blijven.

Het is leuk om te zien hoe andere stripmakers omgaan met de terugkerende thema’s die het Bunbun-universum uitmaken: de zucht naar wortels, seks en grote pikken. Baay heeft er een handje van om eindeloos te variëren op deze thema’s. Zo nu en dan mixt hij er een sprookjes- of filmparodie doorheen. Soms doet hij dat door een visuele grap en een knipoog naar het medium, maar dikwijls doet hij dat ook lekker plat.

bunbun_tekent
Bunbun blijkt ook zijn eigen gasttekenaar.

Objectief kan ik niet over Bunbun oordelen, daarvoor ken ik de geestelijk vader en het konijn te goed. Ik ben al jaren fan van de strip. Toen ik redacteur was van de site IntermediairForward, een plek waar starters op de arbeidsmarkt terecht konden voor informatie over solliciteren en vacatures, wilde ik de site aantrekkelijk maken door ook iets met strips te doen. Ik heb toen Baay gevraagd om een reeks animaties te maken over Bunbun in een arbeidssituatie. Op een speelse manier konden we zo sollicitatietips kwijt. Bunbun vond het prima om te doen alsof hij solliciteerde, zolang het honorarium maar uit een flinke berg wortels en enkele bereidwillige groupies bestond. Verder niets te klagen over deze acteur.

Ravijn
Al snel schreven Matt en ik de serie samen. Met plezier denk ik terug aan onze plotsessies, die vaak plaatsvonden in een Utrechts restaurant. ‘Kunnen we niet een bus vol met marketeers een ravijn in laten rijden?’ vroeg ik Matt. Dat leek me wel passend aangezien marketeers mij het leven erg zuur maakten indertijd. ‘Natuurlijk kan dat!’ zei Matt opgewekt. En zo bedachten we dan een verhaaltje rondom deze scène dat ook nog eens Intermediair genoeg was om op de site gepubliceerd te worden.

Ik ben wat dat betreft Hille van der Kaa, die toen chef online was bij Intermediair, nog steeds dankbaar dat ook zij de humor van Baays konijn inzag.

Maar goed, ancient history.

Oh no, not again? Jazeker wel. Van Bunbun krijg ik nooit genoeg.

Een recent interview met Baay over dit nieuwe album staat op Stripelmagazine.

Matt Baay en anderen. Bunbun #2 – Oh no, not again
Uitgeverij Syndikaat, € 14,95

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Film

Het bloed van de amateur

sn-amateurGeen opleiding. Geen budget. En tóch films maken in de geest van Romero, Kubrick en andere genre-iconen. Op zaterdag 1 juni presenteert Schokkend Nieuws in het kader van de Week van de Amateurkunst een avondvullend programma gewijd aan Nederlandse amateurfilmmakers. Aan de hand van anekdotes, fragmenten en ontmoetingen met de makers illustreren we hoe zij hun films produceren.

Zaterdag 1 juni in Het Werkteater, Oostenburgergracht 75, Amsterdam. Voor slechts 5 euro.

Lees hier het hele programma.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Even webslingeren leidt tot problemen

ASM-255-zwartkostuum

Een prachtige illustratie afkomstig uit Amazing Spider-Man #255 (augustus 1984) gemaakt door Ron Frenz. In die tijd was Frenz de vaste tekenaar van de serie en samen met schrijver Tom DeFalco heeft hij een paar glanzende pareltjes afgeleverd, waaronder dit nummer. Het is een van de eerste Spider-Man-comics die ik als kind las. Frenz is altijd een van mijn favoriete Spidey-tekenaars gebleven.

Peter Parker heeft het zwaar: door vermoeidheid heeft hij een gat in de dag geslapen en als hij zijn tante belt om hun ruzie bij te leggen, ze is erg teleurgesteld omdat Peter met zijn studie is gestopt, wil ze niet aan de telefoon komen. Op zo’n moment is het fijn dat Peter de evenredige kracht en snelheid van een spin heeft, zodat hij op zijn unieke wijze even een luchtje kan scheppen. Wij moeten het doen met een wandeling in het park, Peter is in staat om door de betonnen jungle die New York heet te webslingeren.

Dat dit hem een opgelucht gevoel geeft maakt Frenz duidelijk door achter Spidey een donkere wolkformatie te tekenen: het webhoofd slingert precies op de plek waar de lucht vrij van de bewolking is, alsof de lucht boven New York en in Peters hoofd langzaam opklaart.

In die tijd was een ontspannend rondje webslingeren vaak een manier om Spidey op het pad der problemen te brengen en inderdaad, een bladzijde of wat later hoort hij de politiesirenes al gieren en komt hij op het spoor van the Black Fox die een juwelierszaak probeert te beroven. Dat doet The Fox met behulp van een stel getrainde apen van the Red Ghost die de inbreker dwingt voor hem te gaan stelen. The Red Ghost durft zelf namelijk niet meer zijn huis uit de angst superhelden tegen het lijf te lopen.

The Black Fox kan niet zomaar aan Spidey ontsnappen.
The Black Fox kan niet zomaar aan Spidey ontsnappen.

ASM-255_coverIn ASM #255 maakt the Black Fox zijn debuut. Fox is een inbreker op leeftijd die nog één grote slag wil slaan om met pensioen te kunnen. Rentenieren in de Franse Rivièra is zijn doel, maar natuurlijk lukt het hem nooit om die laatste grote klus te volbrengen. Opmerkelijk genoeg wordt er op de cover van de comic helemaal geen melding gemaakt van dit nieuwe personage. Dat is heel ongebruikelijk, want meestal staat dit met grote letters aangekondigd om de verkoop te stimuleren. Dat neemt niet weg dat het een spannende cover is.

Over Ron Frenz en Spidey’s zwarte kostuum later meer.

Amazing Spider-Man #255
Tekst: Tom DeFalco. Tekeningen: Ron Frenz. Inkt: Joe Rubinstein.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Amoras

Er was een hoop promotioneel gedoe rondom Amoras, een spin-off van de langlopende reeks Suske en Wiske waarin een frisse blik op het bekende stripduo wordt geworpen. Een nieuwe aanpak gericht op de young adult-lezers.

amoras1Een actieve campagne, bestaande uit onder andere posters waarop Wiske als vermist wordt opgegeven tot een grote perspresentatie in Antwerpen. Zelf vond ik de rouwkaart van Wiske die de uitgeverij mij toestuurde wat te ver gaan. Toen ik de rouwenvelop tussen de post zag zitten, dacht ik namelijk eerst dat er iemand van de publiciteitsafdeling van Standaard Uitgeverij was overleden. Bezorgd maakte ik de envelop open om te kunnen constateren dat het hier om ‘het overlijden’ van Wiske ging, wat tevens de aankondiging van bovengenoemde perspresentatie was. Kies of niet, de nieuwsgierigheid voor Amoras was gewekt.

Amoras is geschreven door Marc Legendre, bekend van o.a. Biebel, Sam en diverse graphic novels. Charel Chambré (van o.a. Jump) zette het op papier. Het is een nieuwe benadering van de Suske en Wiske-reeks waar wijlen Willy Vandersteen in 1945 mee begon onder de titel De avonturen van Rikki en Wiske. Rikki werd echter al snel afgeserveerd om plaats te maken voor Suske die Wiske op het eiland Amoras tegenkomt. Aan het einde van Het eiland Amoras (1947) besluit Suske met Wiske mee te gaan naar Vlaanderen. De rest is stripgeschiedenis.

Die Hard
wiske_vermistGezien de locatie van hun eerste ontmoeting is het zeer toepasselijk dat de nieuwe spin-off speelt op het eiland Amoras, maar dan wel in het jaar 2047. Suske en Wiske geraken daar per ongeluk door de teletijdmachine van Professor Barabas, maar doordat Lambik weer eens onhandig doet ontploft niet alleen de machine, maar komen Suske en Wiske ook op verschillende plekken op het eiland terecht. Terwijl Wiske door Krimson gevangen wordt gehouden, ontmoet Suske een jonge strijdlustige dame genaamd Jérusalem. Strijdlust is op Amoras broodnodig want Krimson zwaait daar de scepter. Hij stuurt de voltallige bevolking de mijnen in om deze te ontginnen. Wie niet wil, wordt vermoord. Door de ontginning van de mijnen komt er veel energie vrij die zeebevingen en scheuren in de bodem veroorzaakt. Kortom: Amoras lijkt de setting van een post-Apocalyptisch verhaal.

Fuck!
Wat is er allemaal zo nieuw en fris aan Amoras? Allereerst de tekenstijl van Chambré die duidelijk anders is dan hoe de reguliere reeks wordt getekend. De personages hebben een meer volwassen uiterlijk gekregen. Suske en Wiske zijn echte tieners. Ook kleine Wiskes worden groot en krijgen borsten, zullen we maar zeggen. Legendre zoekt de volwassenheid van het stripduo echter vooral in hun woordkeus: Suske en Wiske zijn grofgebekter dan we van ze gewend zijn. ‘Fuck!’ blijkt Suskes favoriete woord te zijn. Ook Wiskes ‘Godverdegodverdomme!’ zal niet alle ouders gezellig in de oren klinken. Aan het begin van het verhaal heeft Wiske Schanulleke nog steeds bij zich, dat zegt genoeg lijkt me.

amoras_scene

Het geweldsniveau is hoger: Jérusalem gooit een mes door het hoofd van een van Krimsons handlangers om Suskes leven te redden. Hoewel Sus met een uzi rondloopt, is het vooral zijn nieuwe vriendinnetje die heel ‘Die Hard’ te keer gaat. Ook is er iets meer seks in de strip, al blijft het allemaal heel braaf. Wanneer Jérusalem bij hun eerste ontmoeting en een maaltijd best met hem naar bed wil, duwt Suske haar weg alsof ze iets verschrikkelijks voorstelt.

De reeks zal voorlopig uit zes albums bestaan. En er zullen twee afleveringen per jaar van uitkomen. Ik ben positief over deze nieuwe invalshoek. Het is een slimme poging van Standaard om een iets ouder publiek aan te spreken in tijden dat de reeks nog steeds goed loopt, maar minder verkoopt dan voorheen. En daarbij is het gewoon leuk dat er iets nieuws geprobeerd wordt met deze stripiconen.

English
Waar ik wel mijn vraagtekens bij heb: waarom moet de tekst op de cover in het Engels geschreven zijn? Ook in het verhaal zijn bepaalde geschreven teksten Engelstalig. Wiske wordt niet vermist volgens de krant, maar is ‘missing’. Het is niet nodig om Engels door het Nederlands te mixen: de opzet van Amoras is van zichzelf al spannend genoeg. Ik ben benieuwd naar het volgende deel dat ergens dit najaar uit zal komen.

Marc Legendre & Charel Cambré. Amoras: Deel 1 – Wiske
Standaard Uitgeverij, € 6,95

Categorieën
Strips

Esther Verkest: Sexy dame in een donkere, absurde wereld

Kim Duchateau laat heldin Esther Verkest surrealistische en absurde avonturen beleven. ‘Het is godsgruwelijk moeilijk om mooie vrouwen te tekenen!’

Esther_verkest_octopusIn een nachtelijk bos wordt Esther achtervolgd door een levensgroot speelgoedkonijn met een opwindsleutel in zijn rug. Als het konijn uitgeput neervalt, rijgt de heldin hem aan het spit: ‘Met Duracell-batterijen is het normaal gezien nog spannender,’ zegt ze smikkelend. In een andere aflevering vindt ze na weken reizen dankzij een sjamaan midden in de woestijn een plek waar vrouwen met een plezierige uitdrukking op het gezicht samen komen: de legendarisch G-spot is gevonden. En de ideale man, die zet Esther zelf in elkaar met een ‘IKAE’-bouwpakket. Zoals we van de zelfbouwgigant mogen verwachten zit er net bij dit exemplaar een schroefje los.

Drie uiteenlopende voorbeelden uit de strip Esther Verkest, een van de opvallendste Belgische stripfiguren van de afgelopen jaren. De sexy, roodharige Esther beleeft allerlei surrealistische en absurdistische avonturen, gelardeerd met een flinke dosis seks en cartoongeweld. ‘Ik maak absurde, afwijkende strips,’ legt Kim Duchateau (Sint-Truiden, 1968) uit.
De Vlaamse stripmaker heeft het er druk mee: behalve Esther tekent hij dagelijks een cartoon voor De Morgen, cartoons voor P-Magazine, geeft hij tekenles aan de Provinciale Hogeschool Limburg en is DJ bij FM Brussel. Tussendoor treedt hij op als muzikant, werkt hij aan verschillende opdrachten en aan een graphic novel met Hanco Kolk.

Een heel weeshuis aan stripfiguren vloeide uit zijn pen, zoals Madelfried de onverschrikkelijke, een lui superkonijn, en Aldegonne: een zielig, moederloos meisje dat door iedereen gepest wordt. Duchateau: ‘Met de loser, of degene die altijd in een ongeluk terechtkomt, kun je gewoon veel doen. Personages die slecht of onsympathiek zijn, vind ik interessanter dan de brave held zoals je die wel hebt bij klassieke stripreeksen. Obelix is jaloers, te dik en ijdel. Daarbij vergeleken is Asterix saai.’ In tegenstelling tot Aldegonne delft Esther zelden het onderspit. In wezen zijn ze elkaars tegenpolen.

kim_Aldegonne-en-varkentje

Geen neukpop
Duchateau maakte drie jaar cartoons voor P-Magazine, de Belgische Panorama, toen men hem september 2000 vroeg ieder nummer een hele pagina te vullen. Binnen vier dagen moest hij met een concept op de proppen komen. Tot hun verbazing kwam Duchateau niet met cartoons maar met Esther Verkest: ‘Het was het idee van mijn vrouw om een sexy dame als hoofdpersonage te nemen, want P-Magazine vond ze toch een half naaktblad. In eerste instantie leek me dat niets, want ik moest meteen denken aan de reeks Rode Oortjes: strips vol belegen grappen waarin vrouwen als neukpop worden afgeschilderd. Toen kreeg ik het idee een wulpse, goed uitziende dame te verzinnen die dingen beleeft die haaks staan op haar uiterlijk. Ze ziet er heel populair, aantrekkelijk en sexy uit, maar ik laat haar in een donkere, afschuwelijke en absurde wereld toeven. Zo’n beetje Natasja (de stripstewardess) meets Kamagurka. Een dergelijk experiment was nooit eerder gedaan. Strips kennen wel sexy heldinnen maar vooral in avonturenverhalen, niet in humorstrips.’

Overigens was dit concept in het begin wel een uitdaging voor de stripmaker: ‘Het is godsgruwelijk moeilijk om mooie vrouwen te tekenen! Zodra je haar neus of haar oog maar een millimeter te veel naar links of rechts tekent, is ze al niet meer mooi. Als je de kont iets te dik of te plat tekent, zie je dat meteen. Dat heb je niet bij gewone stripfiguren of bij iemand die lelijk is.’ De strip ging met de maker op de loop, het sterke karakter van Esther ontstond gaandeweg: ‘Ik bedacht een grap en vroeg me af hoe ze daarop zou reageren. Vanaf dat moment was ze een personage. Het is nu al zo dat ik geen grappen kan bedenken waarin Esther de dupe is, want zo is ze niet.’

Esther-begrafenis

Onsterfelijk
‘Ik heb nooit een doelgroep voor ogen gehad. Esther is een opvallende figuur, de humor spreekt iedereen wel aan. Toch ben ik altijd verbaasd als ik op een boekenbeurs signeer en er veel volk staat. Het publiek is heel divers: zowel pubers als ouderen, van truckchauffeurs met een bierbuik die nog bij moeder wonen als een meer intellectueel publiek. Ik vind het leuk dat mensen er zo serieus mee omgaan: lezers vragen wel eens toestemming om een beeld van Esther te mogen maken; een bakker heeft ooit een taart van haar geboetseerd. Ik zit gewoon thuis in mijn luie stoel iets absurds te bedenken dat de mensen laat lachen, soms tien jaar later nog. Dat soort onsterfelijkheid vind ik fijn.’

Een selectie van de afleveringen uit P-Magazine wordt in het Nederlandse stripblad Eppo afgedrukt. ‘Daar staan vooral de bravere, niet heel kinky afleveringen in. Niet de heel sadistische, seksueel expliciete dingen. Je mag wel een blote tiet zien maar geen erectie in de broek.’

Over het randje
kim_spermadonorSoms komt Duchateau in zijn cartoons en Esther-strips grof uit de hoek. Onderwerpen als kindermisbruik door geestelijken en kindermishandeling thuis schuwt hij niet. In een reeks verhalen wordt de zus van Esther telkens in elkaar geslagen door haar man – een keer zelfs door een tekstballon. ‘Je zag Esthers ouders nooit, dus toen vroeg ik me af of ze een broer of zus zou hebben. Ik besloot dat haar zus Rebecca precies het tegenovergestelde is van Esther: een mietje dat zich door haar man in elkaar laat timmeren. Ik weet niet waar dat vandaan kwam. Het is een beetje pijnlijke humor. Lezers reageerden dat ze het grappig vonden maar wel over het randje. Als cartoonist moet je je grenzen aftasten, zien hoever je kunt gaan. De grap komt bij mij altijd op de eerste plaats: als ik hem goed vind, dan doe ik hem ook als hij over het randje is, maar ik wil mensen niet bewust shockeren.’

Soms laat Duchateau zijn heldin optreden in een pastiche van een bekende strip, zoals Jommeke (Kommeke) en de beroemde strip Peanuts (Esthernuts). Bekende stripfiguren spelen vaak een bijrol. ‘Ik ben erg geïnspireerd door tekenfilms en andere strips, dus vind ik het leuk om daar parodieën op te maken en die figuren op een andere manier te belichten. Door Esther soms in zo’n heel andere stijl te tekenen ga ik verveling tegen.’

Esther-acne

Een goede kennismaking met Esther is het album Roodheidswaanzin, een bundeling van tien jaar Verkest-strips, uitgegeven door Oogachtend.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #20 (2013).

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Over strips gesproken…. Dr. Strange!

Doctor Stephen Strange op de koffie bij stripmaker Moebius (Jean Giraud). Hoe cool is dat?

Illustratie:Jackson Guice
Illustratie:Jackson Guice

De afbeelding is afkomstig uit een bijzondere comic, namelijk Doctor Strange: Sorcerer Supreme. Vol 1. #9 (1989). Waarom deze comic zou bijzonder is en hoe ik recent de wereld van Doctor Strange ontdekte, hij is de magiër van het Marvel Universum, vertel ik in de vlog van deze week.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Fotoboek over een muurkruiper

Jarenlang werkte Peter Parker, beter bekend onder stripliefhebbers als the Amazing Spider-Man, als freelance fotograaf voor de New Yorkse krant The Daily Bugle. Het onderwerp van zijn foto’s was hij zelf: met een automatische camera legde Peter zijn activiteiten als Spider-Man vast. Eigenaar en uitgever van de krant, J. Jonah Jameson gebruikte die foto’s vervolgens weer bij artikels waarin hij het Webhoofd zwart maakte.

Het omslag van het fictieve boek 'Webs'. Illustratie: Todd McFarlane
Het omslag van het fictieve boek ‘Webs’. Illustratie: Todd McFarlane

Op een gegeven moment (namelijk Amazing Spider-Man #304, september 1988) leek het Jameson een goed idee om de beste foto’s te bundelen in een boek genaamd Webs: Spider-Man in action. Dit gebeurde tot ongenoegen van de fotograaf die hier geen cent voor kreeg. Hij had als freelancer namelijk al zijn auteursrecht overgedragen aan de krant. (Iets wat freelance journalisten als kranten als De Volkskrant bekend in de oren zal klinken. Die moeten namelijk ook een contract van de krant tekenen waarin ze alle rechten afstaan, waardoor de krant makkelijk het stuk van de journalist aan andere kranten kan verkopen zonder dat de auteur daar iets van terugziet.)

Jameson legt uit hoe Peter als freelancer genaaid wordt.
Jameson legt uit hoe Peter als freelancer genaaid wordt.

Een schrale troost: Peter mocht wel op tour om het boek te promoten. Een slimme manier van schrijver David Michelinie om Spider-Man uit zijn natuurlijke habitat te halen en in verschillende Staten zijn avonturen te laten beleven, waaronder Californië en Kansas. Dit leidde onder andere tot de grappige scène tijdens een liefdadigheidsgala. Peter signaleert daar de bejaarde inbreker The Black Fox en probeert hem tegen te houden. Hij raakt The Fox kwijt tijdens een achtervolging en komt per ongeluk in de zaal vol genodigden terecht. Een geïmproviseerde en humoristische signeersessie volgt.

spiderman_handtekeningen
Mocht Marvel ooit nog eens een boek als Webs uitgeven, dan ben ik de eerste die het zou kopen. Het lijkt me heel tof om door opgepoetste stripplaatjes te bladeren van de muurkruiper, al ware het foto’s die Peter Parker heeft gemaakt. Een boek als The art of Spider-Man Classic komt in de buurt en bevat prachtige illustraties en plaatjes van verschillende tekenaars, afkomstig uit 50 jaar Spidey-geschiedenis. Het boek is erg informatief en is te beschouwen als een rijk geïllustreerde encyclopedie. Maar een boek als Webs zou vooral uit zwartwitfoto’s met onderschriften bestaan, dus dat boek moet nog eens uitgegeven worden.

Waarom vertel ik je dit allemaal? Vanaf nu zal ik in de rubriek Spidey’s web mooi beeldmateriaal, stripscènes en covers uit Spider-Mans rijke geschiedenis publiceren. Soms met een korte uiteenzetting, soms ook niet. Het web van Spider-Man kent immers veel interessante en boeiende momenten die het bekijken en onderzoeken waard zijn. Op deze manier zullen we kennismaken met interessante gebeurtenissen uit het leven van de muurkruiper, en met vakkundig en oogstrelend tekenwerk van de illustratoren. Ben je er klaar voor om het web te ontsluiten? Here we go!

Amazing Spider-Man #304
Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane. Inkt: Joe Rubinstein

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Ardalén

Ardalén van de Spaanse stripauteur Miguelanxo Prado is een poëtische striproman die je eigenlijk heel langzaam moet lezen. De prachtige illustraties van Prado, die architectuur studeerde, romans schreef en schilderde voordat hij aan strips begon, zijn een lust voor het oog en alleen daarom al de aanschaf waard.

Ardalén gaat over Sabela Rego Llamas die op zoek is naar informatie over haar grootvader. Dit zwarte schaap van de familie verliet in de jaren vijftig Spanje om zijn geluk te beproeven in Cuba. Sabela reist af naar zijn geboortedorp in de hoop sporen van hem terug te vinden. Daar ontmoet ze Fidel die zegt nog met haar grootvader gevaren te hebben. Maar Fidels geheugen is slecht en zeer onbetrouwbaar. Bovendien ziet hij ze af en toe letterlijk vliegen: walvissen die boven het bos uitvliegen. Dat niet alleen: Fidel wordt ook geregeld bezocht door spoken uit het verleden. Wat gedurende de interviews die Sabela met hem voert een steeds belangrijker vraag wordt: wiens verleden herinnert Fidel zich eigenlijk?

Ardalén draait om enkele interessante thema’s, zoals hoe belangrijk onze afkomst is, maar bovenal: in hoeverre bepalen onze herinneringen wie we zijn? Het geheugen is geen objectief en onveranderlijk register. Hoeveel waarheid vinden we daarin terug, vooral als de geest waar het geheugen in huist troebel is? Daarnaast is Ardalén een mooie studie van een kleine dorpsgemeenschap, waarvan de grote intrigant ook maar een eenzame ziel blijkt te zijn.

ardalen_prado

Prado vertelt zijn verhaal in een lekker traag tempo en voert tussen de hoofdstukken door fictieve documenten en semi-wetenschappelijke teksten over de werking van het geheugen en walvissen op. Op die manier biedt hij de lezer extra puzzelstukjes. Heel aardig, alleen onderbreken die pagina’s tekst wel de flow van het verhaal. Wellicht was het voor de leesbaarheid beter geweest als die teksten achter in het boek hadden gestaan.

De vertelling komt voort uit een reeks oceaanschilderijen die Prado aan het begin van de eenentwintigste eeuw maakte. Het verhaal van de schilder van deze doeken verwerkte hij tot de animatie De profundis, waar hij later weer een strip van maakte. Een ander verhaal dat uit de schilderijen voortvloeide was dat van de schipbreukeling die nooit van het vasteland is afgeweest. Dat werd Ardalén.

Miguelanxo Prado. Ardalén.
Oog & Blik/De Bezige Bij. € 34,95
ISBN 978 90 5492 390 9