Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Een bijna bevroren Spider-Man

Superheldenkostuums zien er vaak fantastisch uit, maar ze zijn niet altijd even praktisch. Spider-Mans kostuum al helemaal niet. Niet alleen ontbeert zijn pak zakken voor kleingeld, in de winter is het behoorlijk koud om in dat ding door New York rond te slingeren.

Tekst: David Michelinie. Tekening: Todd McFarlane.
Tekst: David Michelinie. Tekening: Todd McFarlane.

‘N-next time, I-I gotta bring my th-th-thermal Spidey suit!’ klappertandt onze held in Amazing Spider-Man #323 als hij samen met Captain America en Silver Sable op pad is in het winterse land van Symkaria. Overigens vertaalde Siebe Snoeren de tekst indertijd alsvolgt: ‘En W-W-WARM..! De v-v-volgende keer neem ik een WOLLEN spinne-pak mee..!

Jammer genoeg vergeet Peter zijn eigen slimme idee, want in Amazing Spider-Man #556 heeft hij het nog steeds koud:

Tekst: Zebb Wells. Tekening: Chris Bachalo. Inkt: Tim Townsend.
Tekst: Zeb Wells. Tekening: Chris Bachalo. Inkt: Tim Townsend.

In #615 heeft de muurkruiper soort van een oplossing gevonden voor het kouprobleem, maar erg modieus is die helaas niet:

Tekst: Fred Van Lente, Tekeningen: Javier Pulido.
Tekst: Fred Van Lente, Tekeningen: Javier Pulido.

Voor inspiratie voor deze aflevering van Spidey’s web hoefde ik niet ver te zoeken. Ik hou van de herfst maar gruwel van de kou in de winter. Reken maar dat ik een wollen spinnenpak onder mijn kleding draag de komende tijd.

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: The Spectacular Spider-Man

Op dit moment ben ik een stapel (digitale) comics van Peter Parker, The Spectacular Spider-Man uit begin jaren tachting aan het lezen. Deze oude verhalen geven mij veel meer plezier dan de huidige Spidey comics.

ppssm-059-cover-smallOmdat ik mijn buik wel vol heb van het droeve niveau van de huidige Spider-Man-verhalen geschreven door Dan Slott, zoek ik mijn heil in oudere comics. De deeltjes van de serie Peter Parker die ik nu aan het lezen ben, zijn oorspronkelijk gepubliceerd in de vroege jaren tachtig. Je weet wel, het tijdperk waarin Disco net was bezweken voor New Wave en Ronald Reagan de wereld een beetje onveiliger maakte met zijn presidentschap. Een tijd waarin de verhalen over Peter Parker nog ergens over gingen! (schrijft opa Minneboo, Spider-Man liefhebber sinds hij 8 jaar oud was.)

Anyway, je had indertijd drie series waarin Spider-Man een hoofdrol speelde: The Amazing Spider-Man, Marvel Team-up (vanaf 1972) waarin het Webhoofd in bijna ieder deeltje de hoofdrol speelde en werd gekoppeld aan een andere Marvel-held of helden, en Peter Parker waarvan in 1976 het eerste deel uitkwam. Omdat veel schrijvers Amazing als de échte Spider-Man titel beschouwde, voelde ze minder druk met de nieuwe serie. Toch is het de reeks waarin Roger Stern voor het eerst verhalen over Spider-Man schreef en hij is toch echt een van de beste Spider-Man-schrijvers. Het is echter Bill Mantlo geweest die de serie een eigen smoelwerk gaf. Daarover later vast meer. Tekenaar Sal Buscema bijtte het spits af om al relatief snel vervangen te worden voor een reeks andere tekenaars. Later in de serie pakte hij het potlood weer op om maar liefst honderd comics van Peter Parker te tekenen. Buscema is overigens mijn favoriete Hulk-tekenaar, een reeks die hij tien jaar lang illustreerde.

Op visueel vlak was Peter Parker in het begin dus nogal onrustig met al die verschillende tekenaars die aan de serie werkten. Verrassend is het echter ook. Soms kom je opeens een heel mooie getekende aflevering door John Byrne tegen, bijvoorbeeld. De Canadese stripmaker en -schrijver was een grote ster in de jaren tachtig en drukte zijn stempel op onder andere The Fantastic Four en de reboot van Superman. Hij is een van de beste tekenaars die ooit voor Marvel en DC hebben gewerkt. Ik vind dit een prachtige splashpage, uit Spectactular Spider-Man #58:

ppssm-058-02Peter_Spidey_hpBijzonder leuk vind ik dat de helft van Peter als Spider-Man is getekend, een grafisch element waar je alleen in strips en tekenfilms mee weg kunt komen. Ik vind het ook altijd een mooi beeld als Spider-Mans instinct wordt weergegeven door de helft van Peters gezicht met Spidey’s masker te bedekken. Het is een grafische troop die veelvuldig in de Spider-Man strips voorkomt.

De oppositie is in dit deeltje van Peter Parker niet zo heel groot: Spider-Man neemt het op tegen the Ringer, een derderangs schurk die smog kan omzetten in vaste ring-vorm. Interessanter is de introductie van het personage Greg Salinger, die later the Foolkiller blijkt te zijn. Toch: de confrontatie tussen Ringer en Spidey is mooi gevisualiseerd door Byrne.

Spidey versus The RInger.
Spidey versus The RInger.
Cover getekend door John Byrne.
Cover getekend door John Byrne.

Voor mij is het lezen van de stapel Peter Parkers deels een nieuwe ontdekking, want Juniorpress gaf de serie niet vanaf het begin uit, maar begon in 1983 bij #67. Waarschijnlijk omdat ze de serie gelijk wilden laten lopen met de Nederlandse vertaling van Amazing Spider-Man. Ik kom dus verhalen tegen die ik nog niet gelezen had en dat is altijd leuk.

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man getekend door Arthur Adams

Een prachtige illustratie uit 1984 van, een toen nog, jonge Arthur Adams met Spider-Man, Black Cat en Hobgoblin.

spider-man_arthur_adamsDe illustratie is ooit als poster op de markt gebracht als ik me goed kan herinneren. Ik weet in ieder geval zeker dat hij in Nederland werd afgedrukt in een van de agenda’s van Juniorpress. Voor zover ik weet heeft Arthur Adams niet veel Spider-Man comics getekend. In ieder geval is Web of Spider-Man Annual #2 van hem.

Adams brak in 1985 door met een serie over X-Man Longshot geschreven door Ann Nocenti. Daarna tekende hij veel verschillende superhelden, maar vooral ook veel covers. Ik hou van zijn stijl en die kleine, dunne lijntjes die hij in overvloed op het papier zet.

Bovenstaande illustratie zou een prachtig ontwerp kunnen zijn voor een filmposter met deze personages erin. Hij heeft Hobgoblin, die er toch al niet gezellig uit ziet, een extra sinistere uitdrukking gegeven. De Hobgoblin en Black Cat zijn twee van mijn favoriete bijfiguren uit het Spider-Man-universum. Binnenkort vertel ik meer over ze.

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Mans trouwfoto’s

In 1987 trouwden Peter Parker en Mary Jane Watson met elkaar. Marvel mag die heugelijke gebeurtenis een paar jaar geleden dan gewist en herschreven hebben, gelukkig hebben we de trouwfoto’s nog.

Recent plaatste het leuke blog Marvel Comics of the 1980s onderstaande originele tekeningen van Ron Lim, geïnkt door meester John Romita Sr. Oorspronkelijk waren deze bedoeld voor de tradepaperback waarin het verhaal waar Peter Mary Jane ten huwelijk vraagt en de vertelling waarin dit huwelijk plaatsvindt zijn opgenomen. Voor zover we hebben kunnen nagaan zijn de illustraties nooit gebruikt, want de bestaande uitgaven hebben andere covers.

spidey-wedding-tpb-lim spidey-wedding-tpb-lim2

Dat maakt het delen van het grafische werk des te leuker. Vooral de achtercover vind ik tof, waarin we enkele trouwfoto’s zien van de plechtigheid en daarna. Vooral Doctor Octopus als wedding cake crasher vind ik erg geslaagd – al is dat een scène die niet in het verhaal voorkomt. Uiteraard waren geen van Spidey’s collega’s op de plechtigheid aanwezig, want het zijn immers Peter Parker en Mary Jane die in de echt werden verbonden. (De schurken en supercollega’s van Spidey komen wel in een droomsequentie in het verhaal voor.)

Dit is de cover die uiteindelijk in de trade is gebruikt:

the_wedding_trade

En dit zijn de covers van Romita Sr. van de annual waarin het stel daadwerkelijk trouwde. De variant waarop Mary Jane met Spider-Man trouwt was tevens de voorkant van de Nederlandse uitgave van Juniorpress:

1987-_The-Wedding_1 1987-_The-Wedding_2Voor het verhaal over de huwelijksreis maakte Romita deze grappige cover:

1987-_The-HoneymoonOver het huwelijk van Peter en Mary Jane valt nog veel meer te vertellen, maar dat doen we weer een andere keer.

Categorieën
Juniorpress Strips

Dredd spreekt

De afgelopen tijd was ik druk met een interview met de Britse stripauteur Pat Mills, die tijdens de Stripdagen Haarlem aanwezig zal zijn.

Mills heeft er een handje van om in zijn strips duidelijk zijn visie op de wereld naar voren te laten komen – wat zijn werk extra boeiend maakt, naast het feit dat het onderhoudend leesvoer is. In dit fragment uit Judge Dredd: The Cursed Earth laat Mills de futuristische rechter/smeris Dredd commentaar leveren op de staat van de wereld en in het bijzonder de potentiële uitkomst van de Koude Oorlog die toen nog niet opgewarmd was. Dit verhaal verscheen namelijk in 1978 in 2000 AD.

dredd-geeftcommentaarGraag wilde ik deze afbeelding van Mike McMahon bij mijn artikel plaatsen omdat het een mooi voorbeeld is van Mills manier van vertellen. De digitale versie die ik had was echter van een te inferieure kwaliteit om af te kunnen drukken. Gelukkig bood vriend Matt Baaij uitkomst. Matt heeft namelijk enkele Nederlandse uitgaven van Juniorpress van Dredd, waaronder dit verhaal. De vertaling van de tekst was echter te mager en veel minder krachtig dan de oorspronkelijke versie. Dus bood photoshop uitkomst: ik mailde Matt het Engelstalige plaatje en hij plaatste de tekst in zijn hoge resolutie scan.

Papier
Wat het plaatje voor mij extra bijzonder maakt is dat je de textuur van het papier duidelijk kunt zien. Ook hou ik erg van de oude druktechniek waarbij kleuren nog gemaakt worden door een raster te gebruiken oftewel puntjes af te drukken. Ik ben een grote fan hoe tegenwoordig strips worden geprint en het ruime kleurenpalet dat makers tot hun beschikking hebben, maar mijn nostalgische hartje gaat sneller kloppen bij het zien van dit soort ouderwets werk. Wat dat betreft zal ik ook altijd papier boven digitaal kiezen.

Anway, dit is dus het stripplaatje van de week.

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man door Gerben Valkema

Vorige week vroeg ik naar aanleiding van een prachtige Moebiustekening van Spidey af hoe het Webhoofd eruit zou zien als hij getekend zou worden door een Nederlandse tekenaar. Meteen stuurde Gerben Valkema me deze prachtige Elsje-pagina op:

spider-man_door_gerben_valkemaErgens in mijn achterhoofd stond me wel bij dat er ooit een Elsje-aflevering was waarin Spidey figureerde, maar ik wist het niet meer zeker. Nu wel. Een geslaagde grap van de heren Hercules en Valkema wat mij betreft.

Nederlandse voorgangers
Overigens is er wel een ooit een speciaal stripverhaal gemaakt over Spider-Man in Amsterdam voor de schoolagenda van Juniorpress. De tekenaars hiervan waren Chris Krone, Steven de Rie, Gerben den Heeten en Erik Olden. Die strip heb ik in 2009 online gezet. Ook heeft Michel Nadorp samen met Rudy Hulleman en Minck Oosterveer een Spidey-verhaal getekend voor de Junioprpress agenda 1990/91. Ik heb geen beeldmateriaal van Michel kunnen vinden, maar Oosterveer, die in 2011 overleed door een motorongeluk, blogde er in 2011 over en plaatste deze strook van de betreffende strip:

superheld-agenda_oosterveerMochten Nederlandse illustratoren zich geroepen voelen hun interpretatie van Spider-Man te delen, dan beloof ik die hier te publiceren. Ik ben vooral benieuwd naar Spidey in typische Hollandse situaties en decors. Ach, een stripjournalist mag soms toch ook gewoon dromen?

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Bedacht Stan Lee de elektronische enkelband?

Criminelen met huisarrest dragen een elektronische enkelband die ervoor zorgt dat ze in de gaten worden gehouden en niet ongezien buiten het afgesproken gebied kunnen komen. De discussie over de elektronische enkelband speelt op dit moment in België, omdat de minster van justitie Turtelboom hierin een oplossing ziet om ook criminelen met korte straffen deze uit te laten zitten. Ze noemt de elektronische enkelband met huisarrest als een goed alternatief voor verblijf in de gevangenis.

Wat heeft dit met Spider-Man te maken, vraag je je wellicht af. In 1977 doet Kingpin, de grote misdaadbaas in New York, een elektronische polsband om bij Spider-Man om hem in de gaten en in de buurt te houden. Dit gebeurde in de krantenstrip geschreven door Stan Lee en getekend door John Romita Sr. In de strip overtuigt Kingpin Spider-Man ervan zich bij hem aan te sluiten: al die jaren de held uithangen hebben hem immers vooral windeieren gelegd, beredeneert Kingpin. Spidey wordt gehaat en verguisd door dezelfde mensen die hij probeert te redden. Spider-Man is overtuigd, vooral als Kingin zegt dat hij vanaf nu de stad wil helpen en stelt zichzelf kandidaat als burgemeester van New York. Zo lang Spider-Man die elektronische armband van Kingpin om heeft, die hij zelf niet af kan doen natuurlijk, kan hij weinig anders dan het spelletje met Kingpin meespelen.  Uiteindelijk blijkt dat de misdaadbaas een vos die zijn streken niet is verleerd: als Jameson in zijn krant een lastercampagne tegen Kingpin begint, beveelt die zijn handlangers om de krantenman een lesje te leren. Daarmee is voor Spidey duidelijk dat Kingpin voor altijd een crimineel zal blijven en dat hij de boel aan het oplichten is. Kingpins vrouw weet Spider-Man van de elektronische polsband te bevrijden door de lasersleutel van haar man te stelen.

spider-man enkelband

Krantenstrips worden vaak in verschillende kranten afgedrukt, maar niet per se tegelijkertijd. Zo kon het dat Jack Love, rechter in New Mexico de strip twee jaar later onder ogen kreeg in The Albuquerque Journal. Het verhaal gaf hem het idee voor de elektronische enkelband. New Mexico kampte met een cellentekort en dat kon via huisarrest mooi opgelost worden: criminelen die kleine vergrijpen hadden gepleegd konden zo hun straf thuis uitzitten.

Een mooie bijkomstigheid is dat dit soort straf goedkoper is dan de reguliere vorm.

Uiteindelijk werd dit plan in 1983 voor het eerst ingevoerd.

Radio-uitzending
Nu de discussie over de elektronische enkelband zo opspeelt in België, besloot de redactie van het programma Nieuwe Feiten aandacht aan de oorsprong van dit idee te besteden. Redacteur Jasper Kuylen was mede geïnspireerd door dit recente artikel van Wouter Adriaensen, een collega-journalist van me die onder andere in Stripgids publiceert.

Het verhaal over de oorsprong van de enkelband is overigens al wat langer bekend en in 1996 werd er reeds melding van gemaakt.

De redactie van Nieuwe Feiten vroeg mij om het verhaal van wat achtergrond te voorzien, daarom sprak ik woensdag 22 januari in de uitzending over Spider-Man en de elektronische enkelband. Uiteraard vind ik het nooit vervelend om over Spider-Man iets te zeggen op de radio.

Overigens is de krantenstrip in kwestie ook in het Nederlands verschenen, namelijk in de Superheldenagenda van Juniorpress 88-89. Het verhaal is ook herdrukt in The Daily Adventures of Spider-Man vol. 1.

Categorieën
Film Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Opgeblazen Spider-Man

Ieder jaar vindt in New York op Thanksgiving Day een mega optocht plaats georganiseerd door de Amerikaanse winkelketen Macy’s. In de karavaan van ballonfiguren, versierde wagens en Bekende Amerikanen is Spider-Man al jaren een vaste gast in de vorm van een megagrote ballon. Dit jaar dus weer:

Foto: Reuters
Foto: Reuters

Macy's Legendary Thanksgiving Day Parade Winds Through New York City

Die parade doet me denken aan een stripscène uit de jaren tachtig.

Demonenstad
In de zomer van 1989 kwam Marvel met een groot crossover verhaal dat Inferno werd gedoopt. Wanneer de barriere tussen de aarde en de mystieke dimensie Limbo verzwakt is geraakt, ziet een aantal demonen kans om de aarde te bereiken. Ze belanden in New York en al snel worden de gevolgen zichtbaar: auto’s komen tot leven, gebouwen beginnen te bewegen, mensen worden opgegeten door hun eigen kleding. Dat soort dingen. Het Empire State Building begint te groeien en wordt het epicentrum van alle narigheid. De belangrijke verhalen van Inferno werden in de titels rondom mutanten als the X-Men en New Mutants verteld, maar de effecten ervan waren ook in de andere comicseries van dat moment zichtbaar. Ons favoriete Webhoofd kreeg er dus ook mee te maken.

Luchtige vijand
In Amazing Spider-Man #311 begint het al goed als de stenen leeuwen voor de beroemde bibliotheek van New York tot leven komen en Spidey als leeuwentemmer moet optreden. Een nummer later loopt er een megagrote Spider-Man-ballon door de straten van New York die onze held moet uitschakelen:

spideyversusballoon1spideyversusballoon2spideyversusballoon3

De ballon is inderdaad dezelfde die dat jaar in de Thanksgiving Day Parade zou optreden.

Het Inferno-idee is volgens mij deels geïnspireerd door films als Ghostbusters. Dat in de stad door bovennatuurlijke activiteit van alles tot leven komt, lijkt veel op de taferelen die we in de twee Ghostbusters-films zien als de spoken uit hun dak gaan.

En de grote ballon van Spidey die door New York loopt lijkt veel op de scène met de Stay Puft Marshmallow Man uit de eerste Ghostbusters-film (Ivan Rietman, 1984). Sterker nog: als Spidey zijn luchtige evenbeeld tegenkomt maakt hij een directe referentie naar de film: ‘What the heck is that? The “Stay-puft”-Spider-Man?!” Opmerkelijk genoeg is deze verwijzing in de Nederlandse vertaling weggelaten. Ook de referentie naar Macy’s. Kennelijk vonden de mensen van Juniorpress beide verwijzingen te specifiek en onbekend voor de Nederlandse lezers.

In Ghostbusters II doen ze de scène van Mister Stay Puft nog eens dunnetjes over met een wandelend Vrijheidsbeeld.

Dit jaar werd tijdens de Macy’s Thanksgiving Day Parade de linkerarm van de Spidey ballon geraakt door een boomtak in Central Park en liep daardoor leeg. Tenminste, dat is de officiële versie. Wie weet kwam de ballon plotseling tot leven en moest Spidey wederom ingrijpen met een megagrote naald om hem uit te schakelen. Stranger things have happened.

Amazing Spider-Man #311 & 313. Tekst David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane.

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Waarom Peter Parker nooit een Chippendale zal zijn

Kun je je de Chippendales nog herinneren? Gespierde mannelijke strippers die vrouwenharten sneller doen kloppen. Ze kwamen op in de jaren tachtig en schijnen tegenwoordig nog steeds Las Vegas onveilig te maken.

Ik heb er niet veel mee, met die Chippendales. Vrouwen mogen dan terecht klagen dat ze niet aan het ideaalbeeld kunnen voldoen dat door de media en de modewereld gepropagandeerd wordt, hetzelfde geldt net zo goed voor de ideaalbeelden die van mannen in onze wereld overheersen. Daar kan 99% van de mannelijke bevolking ook niet aan kan voldoen. Er zijn maar weinig mannen die met de lichamen van de Chippendales kunnen concurreren. Superhelden natuurlijk wel.

Peter Parker mag dan het gespierde lichaam van een Chippendale hebben, hij is te preuts om ooit als mannelijke stripper zijn geld te verdienen. Die ene keer dat hij zich door de Chippendales liet ‘inspireren’ liep zijn ‘act’ met een sisser af:

ASM-298-07-web
Zie linksonder de cover van People Magazine met een feature over die Chippendales.

ASM-298-08-web

Spectaculaire_Spiderman_104In deze scène probeert Peter extra romantisch te zijn voor zijn kersverse vrouw Mary Jane. Pech voor hem dat haar make-updame een hapje komt mee-eten die dag. De scène is afkomstig uit Amazing Spider-Man #298. Het is de eerste Spidey-comic getekend door Todd McFarlane. Dat niet alleen: de Nederlandse editie is ook de eerste Spidey-comic die ik kocht om te beginnen met verzamelen. Hij kwam hier uit juli 1988, toen zat ik nog op de basisschool. Al een paar jaar kocht ik zo nu en dan comics bij ’t Gele Teken in Hoorn, maar vanaf De spektakulaire Spiderman #104 kocht ik iedere maand alle series rondom Peter Parker. Al snel via een abonnement bij Juniorpress, want dat was wel zo makkelijk. Het verhaal waarin Spidey het opneemt tegen de huurmoordenaar Chance, is een mooi begin van een verzameling. Chance gokt graag op de goede afloop van de klussen die hij aanneemt met als inzet zijn honoranium. Een echte gokker dus, die zich prima zal thuisvoelen in Las Vegas. Al betwijfel ik of hij de show van de Chippendales zou bezoeken.

Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane. Inkt: Bob McCleod.

Categorieën
Juniorpress Strips

Stripliefde: The Filth & From Hell

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Peter doet een impressie van een personage uit From Hell.
Peter doet een impressie van een personage uit From Hell.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Peter Moerenhout, 31 jaar. Hoofdredacteur van Stroke, striprecensent, schrijver, muzikant in The Red Rum Orchestra en medewerker in een nachtopvang voor daklozen.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Kiezen is verliezen. Er zijn zoveel verschillende soorten strips dat het quasi onmogelijk is om 99,9999999% van alle strips te elimineren, maar kom…
Mijn absolute favorieten zijn The Filth van Grant Morisson, Chris Weston and Gary Erskine en From Hell van Alan Moore en Eddie Campbell.

Verder staan deze titels momenteel in de top van mijn leeslijst:

Revival – Tim Seeley & Mike Norton – Image
Saga – Brian K. Vaughn & Fiona Staples – Image
The Manhattan Projects – Jonathan Hickman & Nick Pitarra – Image
The Walking Dead – Robert Kirkman & Charlie Adlard – Image
Fables – Bill Willingham, Mark Buckingham & Steve Leialoha – Vertigo
Trillium – Jeff Lemire – Vertigo
Crossed – Wish You Were Here – Simon Spurrier & Fernando Melek – Avatar
Locke & Key – Joe Hill & Gabriel Rodriguez – IDW
-Nog een hele hoop meer…

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Van de symbiose tekst en tekeningen vind ik vooral de tekst belangrijk. Natuurlijk moet een strip een beetje treffelijk getekend zijn en droom ik weg bij prachtige tableaus, maar als het verhaal niet meeslepend is dan verveel ik me al gauw.
Ik lees vooral comics. Ik vermoed dat dat komt omdat de auteurs van comics, door de veel grotere verschijningsfrequentie, meer plaats hebben om de personages te ontwikkelen. Ze kunnen ook meer met clifhangers werken, wat de lust tot lezen uiteraard vergroot.
Ongeveer 264 pagina’s per jaar voor een comicreeks tegenover 46 per jaar voor een Europese strip. Tel uit de winst.
Ik heb ook de indruk dat men, bij goede comics, uitgaat van een plot of een zogenaamd ‘High concept’. Eerst wordt een meeslepend verhaal bedacht. Het genre komt pas nadien. Bij te veel Europese strips heb ik de indruk dat de makers eerst een genre kiezen en dat vervolgens invullen: ‘Wat zal ik nu eens maken? Iets met draken of Vikings?’
Ik lees graag superhelden, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar de comics voor volwassenen van uitgeverijen zoals Vertigo, Image en Dark Horse.

The Filth is een absolute favoriet omdat het verhaal gaat over realiteit en hoe we die beleven. Via zeer originele verhaallijnen en compleet van de pot gerukte ideeën wrikt Morisson je hersenpan open. Na het lezen van deze strip kijk je anders tegen de wereld aan.

From Hell is een favoriet omdat het boek je op cerebraal niveau omver blaast. Hoewel Alan Moore volhoudt dat het een werk van fictie is, is deze strip waarschijnlijk het meest geresearchte werk rond Jack The Ripper.
Moore verzamelde alle harde feiten en bewijzen rond deze seriemoordenaar en poneert niet alleen een zeer waarschijnlijke stelling rond de identiteit van de seriemoordenaar, maar slaagt er bovendien in om bijna alle andere theorieën in het verhaal te verwerken. Of toch hoe ze zijn kunnen ontstaan. Verbluffend.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Zoals zoveel Belgische en Nederlandse lezers ervoer ik mijn eerste aanraking met comics dankzij een uitgave van Juniorpress. Mijn moeder bracht op een dag De Spektakulaire Spiderman #119 en een comic van De Vergelders (The Avengers) voor mij mee. Die Vergelders konden me min of meer gestolen worden, maar die Spider-Man comic, getekend door Todd McFarlane, met één van de eerste verschijningen van Venom erin deed mijn wereld op zijn grondvesten trillen. Fuck de Smurfen en Jommeke, Suske & Wiske kunnen mijn zak opblazen, Spider-Man was mijn nieuwe held…
Mijn moeder had natuurlijk nooit verwacht hoeveel schade ze aan mijn portefeuille en aan de ruimtelijke ordening in mijn huis zou aanrichten. Die twee comics ontketenden een ongeziene verzamelwoede. Al snel ging mijn zuurverdiende zakgeld of loon van weekend- en vakantiewerk naar de aankoop van alles wat Juniorpress te bieden had. Wanneer ik op een rommelmarkt rondliep en een doos vol beduimelde Juniorpress comics zag, dook ik er halsoverkop in. Het gevolg daarvan is dat ik veruit alles dat Juniorpress uitbracht rond Spider-Man en de X-Men (of liever, de X-Mannen) in de kast heb staan.

In 1996 bracht Juniorpress ook de eerste vertaalde Image-comics uit. De halfnaakte vrouwen en het overdreven geweld in deze publicaties werkten op mijn puberale hormonenhuishouding in als een lamp op een mot. Die Image-comics werden dus zonder dralen toegevoegd aan mijn snel groeiende verzameling.
Na enkele jaren begon me te dagen dat Juniorpress af en toe eens een nummer van een reeks durfde over te slaan en het niet vertaalde. De anaal gefixeerde verzamelaar in mij kon de gedachte dat ik iets zou missen absoluut niet verdragen en stapte over op de Amerikaanse trade paperbacks. Plots bleek het hek helemaal van de dam. Ik kwam in contact met een hele hoop kwalitatieve comics: The Sandman, Transmetropolitan, Preacher, Hellblazer, enzovoort.
En vanaf dan is mijn liefde voor strips en comics blijven uitdijen. Elke nieuwe uitgave, elke nieuwe reeks is opnieuw een potentiële favoriet.

The Filth.
The Filth.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Juniorpress Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Een huis is geen thuis

Het gebeurt niet vaak dat een Spider-Man-comic begint met een stukje poëzie, maar Bill Mantlo is dan ook geen gewone schrijver. Zijn tussendoortje Een huis is geen thuis (Peter Parker, the Spectacular Spider-Man #120, in Nederland uitgegeven als Peter Parker, De Spektakulaire Spiderman #45) is ook geen doorsnee Spider-Man-strip, maar een sociaal drama, expressief in beeld gebracht door Keith Giffen.


In deze comic krijgt Spidey het aan de stok met een bende die door een huisbaas is ingehuurd om zijn huurders te verjagen. Op een avond ontwaart Spider-Man een opstootje voor een oud, vervallen gebouw. Een paar opgeschoten jongeren worden bedreigd door een oude man. De oude man heeft een hakmes in zijn hand. Voordat de oude man kan uithalen, trekt Spidey het mes uit zijn handen via een webdraadje.

Van een van de aanwezige agenten hoort hij dat de straatbende en de oude man buren zijn. Ook al verpesten ze het leven van de medebewoners, ‘Die jongens hebben ook recht op een huis,’ aldus de agent. Dat dit zaakje stinkt, mag duidelijk zijn en al snel krijgt Peter Parker de opdracht met een collega de bewoners van het pand te interviewen voor een artikel in The Daily Bugle. Niemand durft echter met de journalisten te praten, behalve de oude man van de avond ervoor. Die vertelt hen dat het gebouw al jaren verwaarloosd wordt door de eigenaar. Die wil het pand afbreken om er luxe flats voor in de plaats te laten bouwen, maar dat kan pas als de huidige bewoners vertrekken. En dat vertikken ze. Daarom huurde hij tuig in om de brave burgers weg te jagen. De angst die in het pand begon te heersen maakte van de oude man een weduwnaar.

Angst
Spidey besluit een oogje in het zeil te houden en blijft bij het gebouw rondhangen. En aangezien hij aan muren kan kleven doet hij dat dus letterlijk. Als hij even afgeleid wordt door een overval in het naburige park, komt de bende in actie. Als Spidey weer bij het gebouw terug is, ligt de oude man dood op de stoep. Gesprongen denkt men, maar Spidey weet wel beter: deze man is naar beneden geduwd. Hij neemt het op tegen de bende en schakelt de leden ervan een voor een uit. De leider bewaart hij voor het laatst. Voor het eerst ervaart het tuig zelf hoe het is om angst te voelen. Spidey weet hem zo bang te maken dat de jongen alles bij de politie bekent. Helaas is pand dan al afgebrand.

Een huis is geen thuis is een mooi voorbeeld van sociaal engagement in een superheldenstrip. Dat was indertijd niet ongewoon, de Spider-Man-verhalen stonden vaak met beide benen in de grimmige realiteit die New York toen was. Iets wat tegenwoordig bijna niet meer voorkomt.

Dikke schaduwen
De strip valt in het bijzonder op door de expressieve tekeningen van Keith Giffen. De personages geeft hij expressieve koppen, soms wat karikaturaal, maar effectief. Ook plaatst hij reeksen close-ups achter elkaar om emoties te benadrukken en de spanning te verhogen.

Giffen tekende Spider-Man als een van de eerste met grote witte ogen op het masker. Todd McFarlane zou dat later ook doen. Hij tekende het webhoofd nog veel spinachtiger dan zijn collega, maar het kan heel goed zijn dat hij deels door Giffens werk is geïnspireerd.

De tekenaar benadrukt de sombere sfeer in het verhaal door gebruik te maken van dikke slagschaduwen. Soms net iets te veel overigens, het ene plaatje waarin de huurbaas van Peter Parker in beeld komt, lijkt Mrs. Muggins eerder een vent dan een vrouw op leeftijd.

De laatste scène gaat over een huurdersvergadering waar Peter Parker ook aanwezig is. Huurders komen samen tegen de hebzucht van de verhuurders die steeds hogere prijzen voor hun krotten vragen. Hoe ze die willen bestrijden? Door een petitie te tekenen voor veilige en betaalbare huizen. In wezen is dit verhaal nog steeds relevant, en door de crisis misschien meer dan ooit.

Het is juist door dit soort verhalen dat als tienjarig kind leerde hoe de wereld in elkaar steekt. Wat dat betreft was het lezen van Spider-Mans avonturen naast ontspanning, soms net zo leerzaam als op school zitten. De strippagina als schoolbord.

Kasplantje
Schrijver en jurist Bill Mantlo
was een van de juweeltjes van de Amerikaanse stripindustrie. Hij leeft nog steeds, maar werd in 1992 aangereden door een auto en is lange tijd in coma geweest. Hierdoor heeft hij zodanige hersenbeschadiging opgelopen, dat hij constant verzorgd moet worden. Verhalen schrijven is er ook niet meer bij.

Bill Mantlo en Keith Giffen.
Een huis is geen thuis in: Peter Parker, the Spectacular Spider-Man 120 (1986)
Marvel Comics/Juniorpress

Categorieën
Boeken Juniorpress Strips

Spider-Man in Er gebeurde o.a. niets

Donderdag wordt het boek Er gebeurde o.a. niets gepresenteerd bij Athenaeum in Haarlem. Het is een ‘roman-in-korte-verhalen’ zoals auteur Joubert Pignon het werkje zelf omschrijft. Mijn favoriete stripheld Spider-Man speelt een kleine rol in een van de verhalen.

De auteur was zo vriendelijk om me de tekst toe te sturen:

STEM (1)
Op straat zie ik een man die ik van vroeger ken. Hij lijkt gek geworden. Hij fietst slingerend over straat en schreeuwt er hardop bij. De mensen op straat kijken verschrikt op. Als de man de mensen ziet kijken schreeuwt hij naar ze. Bij de pinautomaat zie ik de man weer. Hij is van zijn fiets gestapt, maar schreeuwt nog steeds. Ik sta achter hem in de rij. Als de man aan de beurt is, steekt hij geen pasje in de gleuf. Hij staat alleen maar te schreeuwen met zijn fiets aan de hand. Na een minuut stapt de man op zijn fiets en fietst weg.
Vroeger kwam ik vaak in de Haarlemse stripwinkel Nou En?!. Ik kocht stripboeken en bleef rondhangen in de winkel, omdat ik, wanneer ik lang genoeg in de winkel bleef rondhangen, bier kreeg van de eigenaar. De winkel had een aantal vaste klanten. Die kochten strips, praatten met elkaar en wachtten tot ze bier kregen. Een van de vaste klanten was een rocker met een zware basstem. Toen ik zijn stem voor het eerst hoorde, herkende ik zijn stem meteen. Het was een stem uit het verleden, die ik ooit eens door de telefoon gehoord had. In de winkel kocht de rocker altijd stripboeken van Spider-Man. De rocker vertelde dat Spider-Man zijn grote voorbeeld was, dat hij wilde zijn zoals hij. De rocker vertelde dat hij van plan was een boek over zijn vader te schrijven. Hij kwam altijd op de fiets. Hij was er erg zuinig op. Hij had de fiets van zijn vader gekregen.
Toen we een jaar of tien waren lazen mijn beste vriend Harold en ik altijd samen stripboeken. Op een dag lazen we in een nummer van Spider-Man een lezersbrief waarvan de toon ons niet aanstond. We vonden de man een enorme sukkel. De naam en de woonplaats van de schrijver stonden onder de
brief. Haarlem. In het telefoonboek zochten we de man op. We draaiden zijn nummer. Er werd opgenomen. Een basstem zei de naam van de briefschrijver. Een harde, diepe stem. Harold en ik schrokken, riepen snel: ‘Sukkel!’ in de hoorn en hingen op.

Die brievenpagina in de Nederlandse uitgaven van Marvel Comics kan ik me nog goed herinneren. Zelf heb ik er ook wel eens een schrijfsel aan gewaagd die ook gepubliceerd werd. Niets mooiers kon ik me op die leeftijd voorstellen om mijn eigen brief in een Spider-Man comic te zien staan. Nou ja, behalve een bezoekje aan de redactie dan. Dat heb ik ook eens meegemaakt, maar dat is een verhaal voor een andere keer. De brievenpagina was een handige manier van de Juniorpress redactie om een vinger aan de pols te houden en te horen wat er onder de lezers speelde, welke series ze graag vertaald wilden zien en hoe ze bepaalde verhalen vonden. Al had de Nederlandse redactie natuurlijk geen invloed op wat er in Amerika geproduceerd werd, in het geval van sommige series maakten ze wel een selectie van wat ze wel en niet uitgaven.

‘Er gebeurde o.a. niets  gaat over een jonge verkoper in een dierenwinkel die meer van het leven wil, maar niet precies weet wat. Uit een knarsende, schurende collage van zeer korte verhalen ontstaat een relaas over werken te midden van cavia’s en goudvissen, over een gestoorde buurman, drank, liefde, literatuur, verdwijnende vriendschappen en de dood. Met een droogkomische stijl weet Joubert Pignon de lezer te verwonderen. Er gebeurde o.a. niets is het verhaal van iemand die wil ontkomen aan zichzelf, maar uiteindelijk niet in beweging kan komen. Ondertussen nadert, onder andere, het onheil,’ aldus de flaptekst.

Er gebeurde o.a. niets wordt uitgegeven door Atlas Contact en ligt vanaf eind volgende week in de winkel. Het boek wordt donderdag 4 oktober gepresenteerd vanaf 19:30, bij boekhandel Athenaeum Haarlem (Gedempte Oude gracht 70 Haarlem)