Categorieën
Fotoblog

Zonnetje pakken

Fietser over de gracht, Singel 404. Op de achtergrond Amsterdam in de zon. Nou ja, je kunt het zelf ook zien.

Categorieën
Fotoblog

Pompoen

Halloween en pompoenen horen bij elkaar als politici en leugens. Wie rustig om zich heen kijkt in Amsterdam ziet dan ook veel pompoenen in de vensterbank liggen. Ook veel niet bewerkte: dus geen Jack ‘o Lanterns nog. Maar die kom ik ongetwijfeld ook nog tegen. Deze lag in de vensterbank bij de Singel 404.

Categorieën
Film

De prachtige titelsequenties van Kyle Cooper

Illustratie: Merel Barends

De kans is groot dat je wel eens het werk van Kyle Cooper hebt gezien, zonder dat je je ervan bewust was dat het zijn werk was. Cooper is een van de beste filmtitelsequentie-ontwerpers van deze tijd. Hij maakte de titelsequenties van meer dan honderd films, onder andere die van Se7en en de Spider-Man-films van Sam Raimi.

“Oh, dat werk!” Precies!

In onderstaand video-interview vertelt hij over zijn werk en zijn aardig wat voorbeelden van zijn titels te zien. Wat mij erg aanspreekt is dat hij fysieke effecten boven de digitale trukendoos prefereert. Op die manier ontstaan er toevallige ongelukjes die heel goed kunnen uitpakken.

Kyle Cooper interview (1/2) – Watch the Titles from SubmarineChannel on Vimeo.

Het interview is onderdeel van het project Forget the film, Watch the titles van Submarine Channel. Het project is puur gericht op titelsequenties. En dat zijn soms ware kunststukjes op zich. Ze maken je lekker voor de film die komen gaat. Ze geven een indruk van de film en de sfeer van het verhaal dat je gaat zien. Ze helpen je als het ware de drempel over waardoor je van de echte wereld de filmwereld in kunt stappen. Soms geven ze een impressie van wat er zich in het vorige verhaal heeft afgespeeld, zoals de titelsequentie van Spider-Man 2 die prachtige tekeningen van Alex Ross bevat.

Als kind was ik zeer onder de indruk van de James Bond titelsequenties van Maurice Binder. Die kon je zondermeer apart inlijsten en aan de muur hangen.

Ik werd op de video gewezen door een blogpost van Liselotte Doeswijk over het Playgrounds festival.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Mad nummer 1

Sinds 1994 lag er geen Nederlandse Mad in de schappen, maar daar is nu verandering in gekomen. Dankzij de inspanningen van hoofdredacteur Ger Apeldoorn, Mad-kenner bij uitstek, en uitgever Rob van Bavel, kunnen we sinds eind september weer een Nederlandstalige Mad lezen.

De content in het magazine is deels gemaakt door Nederlandse schrijvers en stripmakers. De rest is een selectie van de Amerikaanse Mad, zoals een parodie op The Big Bang Theory, ‘Mads kijk op kookprogramma’s’ en Spy vs Spy – de klassieke strip van Peter Kuper die niet in Mad mag ontbreken over welke taaleditie we ook spreken.

Hufters
De tekenstijlen van de Nederlandse bijdragen passen goed bij de Amerikaanse inzendingen. In dat opzicht is het magazine dus een geheel geworden. Van de Nederlandse bijdragen vind ik de serie ‘Mars rekent af met hufters’ het meest geslaagd. De stijl van Mars Gremmen past naadloos in de Mad en hij komt bovendien grappig uit de hoek. En dat is mooi meegenomen in een satirisch blad.

Ook grappig is de rubriek ‘Gestript: stripfiguren over hun naakte lichaam’, waarmee schrijver Bastiaan Geleijnse (Fokke & Sukke) een geslaagde parodie maakt op de rubriek ‘Anybody’ uit de Viva.Deze aflevering vertellen Asterix en Obelix welke delen van hun lichaam ze fijn vinden en welke niet. Asterix blijkt nogal groot geschapen te zijn maar wat onzeker te zijn over zijn schouders. Obelix is ervan overtuigd een goddelijk lichaam te hebben. Nozzman tekende de lijven van de helden.

Herman Roozen maakte de geslaagde paginalange gagstrip Een avond in Toomler.

Tekst: Ger Apeldoorn Illustratie: David de Rooij

Coupe Tintin
Verder vond ik Nieuwe kapsels voor Geert Wilders erg grappig: hierin wordt het hoofd van de politicus telkens van een ander kapsel voorzien. De coupe Tintin staat hem steevast het beste, maar ook het playmobil-hoofd past bij hem en als hofnar van de Tweede Kamer mag de coupe tv-clown natuurlijk niet ontbreken. Daar komen vast Kamervragen van.

Niet alles in deze Mad stimuleerde mijn lachspieren. Wanneer de grappen het niveau afzeikhumor niet ontstijgen haak ik meestal af. Tv-coryfee Linda de Mol is duidelijk het doelwit van deze eerste Mad. Leuk dat iedereen die Linda de Mol heet een gratis abonnement krijgt aangeboden, maar naamverbasteringen als Linda de Snol zijn wel erg belegen en makkelijk.

Gert Jan Dröge
Minder vrolijk werd ik van een parodie op de smaakpolitie. Hierin gaat Get Jan Dreuge op pad om te kijken hoe het gesteld is met de hygiëne in de keukens van societyminnend TV-land. Vreemd dat ze Dröge voor deze rol hebben gecast, want hij is immers al een tijdje dood. Beetje oubollig dus of lag deze strip nog ergens op de plank? Dröges aanwezigheid leidt tot een weinig opzienbarende conclusie van de strip. De flauwe tekst is van John Croezen. De karikaturen van BN’ers door René Uilenbroek zijn wel geslaagd.

Kortom, niet alles kon mij bekoren van de Nederlandse Mad. Maar humor is net zo smaakgebonden als hoe sterk je je koffie drinkt, dus wellicht kunnen anderen wel om de dingen lachen die mij niet aanstonden. Er kijken immers ook nog steeds volkstammen naar zenders als RTL-4 en SBS. Het eerste nummer van Mad maakt een overwegend positieve indruk, een bemoedigende eerste poging om een Nederlandse editie van Mad op de markt te brengen. Je moet een nieuw tijdschrift en zijn redactie altijd een tijdje gunnen voordat ze de juiste formule in de vingers hebben. Ik ben dan ook benieuwd hoe de Nederlandse Mad zich gaat ontwikkelen en waar de redactie in het tweede nummer mee komt.

Categorieën
Fotoblog

Toiletgasten

Gisteravond vierde Paul zijn verjaardag. Hoewel ik nooit naar verjaardagen ga, maak ik voor hem altijd een uitzondering. Dus reisden Linda en ik af naar Hoorn om Paul de eerste twee delen van ‘Blast’ cadeau te doen. Ik geef altijd het liefste strips cadeau: je bent stripjournalist of niet. En Paul kan een goede strip meestal wel waarderen. Anyway, op zijn toilet wordt de bezoeker getrakteerd op allerlei poppetjes die je aanstaren als je staat te plassen. Ook bovenstaande drie schedels houden de boel nauwlettend in de gaten. Een mooie toevoeging voor mijn Halloween fotoverzameling van dit jaar.

Categorieën
Fotoblog

Avondlucht

Een echte oktoberavondlucht. Als de laatste zonnestralen ons verlaten hebben, straalt de kou ervan af.

Categorieën
Fotoblog

Diddybob

Vandaag heb ik met filmmaker Rosto even bijgepraat en koffie geleut. In zijn studio ligt deze pop van Diddybob – een terugkerend personage in het universum van Rosto. Diddybob zou niet misstaan op een halloweenfeestje. Recent schreef ik dit artikel over zijn laatste film The monster of nix.

Categorieën
Boeken Strips

Veel aandacht voor Thé Tjong-Khing

Er is de laatste tijd veel aandacht voor Thé Tjong-Khing (Purworejo, Indonesië, 1933) die het prentenboekengeschenk van de kinderboekenweek 2011 illustreerde. Zijn werk wordt tentoongesteld in het Kinderboekenmuseum in Den Haag en er verschijnt een boek over de illustrator.

Stripliefhebbers kennen Thé wellicht vooral van zijn strip Arman & Ilva die momenteel opnieuw wordt uitgegeven door Uitgeverij Sherpa. Sinds 1977 tekent hij echter geen strips meer en staat hij vooral bekend als illustrator van kinderboeken.

Thé werkte met grote namen als Annie M.G. Schmidt (Abeltje), Guus Kuijer (Olle), Miep Diekmann (Wiele wiele stap) en Els Pelgrom (Kleine Sofie en Lange Wapper). Zijn tekstloze prentenboek Waar is de taart? werd een hit bij zowel kenners als kinderen en de illustraties bij sprookjes, mythen, Bijbelvertellingen en prinsessenverhalen die hij de afgelopen tien jaar maakte, zijn lovend ontvangen. Met drie Gouden Penselen, de Woutertje Pieterse Prijs, de Deutsche Jugendliteraturpreis en de Max Velthuijsprijs voor zijn gehele oeuvre is Thé Tjong-Khing de meest gelauwerde kinderboekillustrator van Nederland.

Kennismaking
Het boek Thé Tjong-Khing: Van strip tot sprookje van Joukje Akveld en Annemarie Terhell is een kennismaking met het leven en werk van Thé. Zijn jeugd in Indonesië, de emigratie naar Nederland, de Toonderjaren en de overstap naar het kinderboek worden onder andere behandeld. Behalve met Thé Tjong-Khing zelf spraken de auteurs met uitgevers, schrijvers, collega’s, leerlingen en theatermakers die Thé’s werk op toneel brachten. Het boek staat boordevol illustraties, inclusief enkele nooit eerder gepubliceerde tekeningen.

Het boek over Thé verschijnt deze week bij Uitgeverij Lannoo.

Donderdag 13 oktober zond EenVandaag een interview met Thé uit; ook best een leuke kennismaking met deze bedreven illustrator.

sitestat

Categorieën
Fotoblog

Halloweenauto

Het is oktober dus tijd voor Halloween. Ik hoop nog een paar plaatjes te schieten met dit thema dit jaar. Vorig jaar heb ik aardig wat video’s kunnen maken over mijn favoriete jaarfeestje. Vandaag trof ik deze Chevrolet lijkwagen aan, helemaal gepimpt voor een Halloween/zombiefeestje.

Categorieën
Strips

Aimée de Jongh tekent stripalbum bij cabaretvoorstelling Thijs van Domburg

Aimeé de Jongh tekende een strip geschreven door cabaretier Thijs van Domburg. 2017 is een prequel van zijn aankomende cabaretvoorstelling Van nare mensen en de dingen die kapot gaan.

In zijn eerste avondvullende programma komt Van Domburg na een tijdreis terecht in het Nederland van 2017. Het land is inmiddels verworden tot een derdewereldland, een naargeestige woestenij waar de overgebleven bewoners zich met grote moeite in leven kunnen houden. Thijs gaat op zoek naar de oorzaak van alle ellende, en komt de conclusie dat er maar één iemand is die Nederland kan redden: Thijs van Domburg.

De strip speelt zich af in het Amsterdam van 2017, enkele dagen voordat Thijs arriveert. Van nare mensen en de dingen die kapot gaan gaat op 2 november in première in theater M-Lab in Amsterdam. Het stripalbum zal deze maand uitkomen.

Geen idee wie Van Domburg is? Hij won de jury- en publieksprijs van het Groninger Studenten Cabaret Festival en was in 2009 finalist van Cameretten. Sinds 2004 is hij aangesloten bij Comedytrain. Verder is hij een van de schrijvers van VARA radioprogramma Spijkers met Koppen en Dit was het Nieuws.

De boekpresentatie van 2017 is vrijdag 28 oktober 17:00 uur in Lambiek te Amsterdam.

Categorieën
Media

Werk vinden via het web

Als freelance journalist heb je niet zo veel aan standaard carrièresites als Intermediair, VK banen of Monsterboard. Ik in ieder geval niet. Ooit heb ik me wel bij de laatste twee ingeschreven en mijn cv geplaatst. Vandaag kreeg ik opeens van VK banen een emailalert voor de functie IC verpleegkundige.

Pardon? Met de beste wil van de wereld lukt het me niet eens om een plant in leven te houden, laat staan dat ik iets positiefs in de verpleging teweeg zou brengen. Hier had ik de alert toch niet op ingesteld? Een snelle blik leerde mij dat bij deze vacature ook de categorie media was aangevinkt. En daar had ik me wel voor aangemeld. Maar wat deze vacature met media te maken heeft, zie ik niet zo snel:

Ons team bestaat uit IC en CCU verpleegkundigen die samen verantwoordelijk zijn voor de zorg voor onze patiënten. Wij zoeken enthousiaste IC verpleegkundigen met interesse in de cardiologie. Ben je bereid je kennis en ervaring te delen met je collega’s en je verder te ontwikkelen als IC verpleegkundige en heb je een positieve instelling, dan ben jij de collega die we zoeken.

Solliciteren via een netwerk. Het ligt mij niet zo. Ik vergeet namelijk vaak dat ik daar iets mee kan. LinkedIn bijvoorbeeld. Ik kreeg een connectieverzoek van een oud-collega van me binnen. Natuurlijk voegde ik haar toe en toen kwam ik erachter dat er nog een hele rij verzoeken op me zaten te wachten. Geen email alert gekregen of simpelweg vergeten?

Nu is mijn contract bij de VARA recent verlengd en gaat het op dit moment fijn met freelance opdrachten, dus nodig heb ik LinkedIN even niet. Maar je weet natuurlijk nooit wat de toekomst brengt. We leven in tijden van crisis nietwaar? En de Publieke Omroep moet bezuinigen, dus voordat je het weet komt er een eind aan het webproject dat ik voor de VARA doe en moet ik weer naar een andere bijbaan uitkijken.

Misschien toch maar dat LinkedIn verder gaan onderzoeken. Of niet, want volgens mij zijn Twitter en Facebook handiger tools om via je netwerk werk te vinden.

Categorieën
Bloggen

Bloggen met de billen bloot 2

Illustratie: Emma Ringelberg

Bloggen is een persoonlijke bezigheid vind ik. Daarom vind ik het belangrijk dat je onder je eigen naam blogt, zoals ik al eerder schreef. Maar hoe persoonlijk moet je het maken? Hoeveel moet je jezelf blootgeven? Die vraag kent voor iedere blogger een ander antwoord.

Recent werd ik gewezen op een blogpost van Henk-Jan Winkeldermaat, aka Punkmedia. Hij begint zijn tekst zo:

Klanten? De andere ouders op Kiki’s school? Onbekende vreemde mensen via Google? Waar ben ik nou eigenlijk zo bang voor? Dat mensen zich van me gaan afwenden? Dat ik niet word geaccepteerd? Dat men mij maar een zieligerd vindt. Waarom schrijf ik niet wat ik wil schrijven, en deel ik niet wat ik het liefst wil delen? Hoewel een aantal mensen al vindt dat ik behoorlijk veel van mezelf en mij persoonlijk op mijn blog laat zien, voelt dat bij mij absoluut niet zo. Het gaat allemaal heel gedoseerd.

Winkeldermaat vraagt zich af waarom hij eigenlijk niet persoonlijker blogt. Daarna vertelt hij dat hij ooit een depressie heeft gehad, maar dat dit omslagpunt naar positieve dingen in zijn leven heeft geleid.

De blogpost raakte me en deed me nadenken over hoe persoonlijk ik eigenlijk ben. Net als Winkeldermaat hou ik rekening met potentiële klanten en andere bekenden die mijn blog lezen en welke indruk ik van mezelf presenteer. Dat geldt net zo goed voor Twitter en Facebook. Hoe gereserveerd ben ik eigenlijk?

Nou, behoorlijk. Ik schrijf natuurlijk veel over strips en daarin deel ik graag mijn professionele visie met de wereld. Ik schrijf ook over zaken die me bezighouden. Bijvoorbeeld dingen waar ik me boos over maak. En ja, dat gaat vaak over politiek of de domheid van religie. Door mijn fascinaties te delen vertel ik indirect ook veel over mezelf. Wie ik ben. Hoe ik in de wereld sta.

Over mijn privé-leven deel ik weinig mee. Oké, ik fotoblog iedere dag, maar wie mijn fotostream bestudeert, ziet dat ik zelf weinig in beeld ben, en mijn directe omgeving sporadisch goed in beeld komt. Dat vind ik wel fijn zo. Mensen hoeven ook niet alles te weten. En het mooie aan internet is, dat je zelf kunt doseren hoeveel je prijsgeeft. Goed, activiteiten van hackers en de altijd spionerende overheid daargelaten. Dat heb je toch niet in de hand.

Toch bewonder ik de openheid van sommige liveloggers wel. Zoals Josephine, die haar lezers deelgenoot maakt van de moeilijkheden van haar scheiding. Zij deelt gebeurtenissen uit haar leven en publiceert haar gedachten. Ik leef met haar mee en ben iedere keer benieuwd met wat ze vandaag weer gaat bloggen.

Een dagboek-blogger zal ik echter nooit worden. Maar wanneer een blogpost erom vraagt, zal ik niet schromen een persoonlijke invalshoek als uitgangspunt te kiezen.

Hoe bloot geef jij jezelf op je blog? En ben je daar bewust mee bezig?