Categorieën
Film Strips

Filmzomer 2008: Iron Man

Dit jaar komen een paar oude helden van me terug op het witte doek: Batman, Indiana Jones, Hellboy en de Hulk. En een nieuwe superheld maakt zijn opwachting in bioscoop: Iron Man. Het zal wel de nerd in mij zijn, maar ik vind het harnas van Iron Man er ultiem cool uit zien. Het design is door de jaren heen aangepast aan de mode van de tijd, waarmee het altijd state of the art fantasietechnologie verbeeldt. Zoals het hoort in superheldenstrips. Iron Man is als technosuperman de belichaming van het idee dat technologie en wetenschap het individu extreme krachten kunnen geven – een kracht die ten goede ingezet kunnen worden. Net als Batman is Iron Man een selfmade man: hij bezit buiten zijn harnas geen speciale superkrachten. Al is hij bovengemiddeld intelligent en heeft hij een aanleg voor mechanica. Armor Wars
Als stripheld ken ik Iron Man vooral als bijfiguur bij de Avengers en als de misleidde held die in Marvel Civil War voor de Amerikaanse regering kiest. Daarom heb ik recent de tradepaperback Armor Wars gelezen. Het verhaal stamt uit 1987 (gepubliceerd in Iron Man # 225-232) en werd geschreven door David Michelinie en Bob Layton. Met tekenwerk van Bob Layton, Barry Windsor-Smith en Mark D. Bright.
In Armor Wars komt Tony Stark – Iron Man dus – erachter dat zijn technologie is gestolen en wordt gebruikt door misdadigers. Hij besluit daarop alle criminelen die van zijn harnastechniek gebruikmaken op te sporen en hun harnassen uit te schakelen. Het is namelijk altijd Starks bedoeling geweest zijn uitvindingen ten goede van de mensheid te gebruiken. Hij voelt zich daarom medeverantwoordelijk voor de slachtoffers die de criminelen met zijn technologie hebben gemaakt. Door zijn handelen lijkt hij in de ogen van de regering en menig vriend op een misdadiger. Iron Man komt zelfs tegenover Captain America te staan en Tony Stark wordt door de publieke opinie gedwongen om zijn lijfwacht Iron Man te ontslaan.
Ruim twintig jaar na dato is de verhalenreeks Armor Wars nog steeds onderhoudend. Het thema dat technologie ten goede en ten slechte van de mensheid ingezet kan worden is een boeiend thema dat veel varianten kent. Einsteins denkwerk was immers ook indirect verantwoordelijk voor de atoombom zonder dat dit zijn bedoeling was. De tekeningen van Layton staan in dienst van het verhaal, maar zijn niet erg opmerkelijk. Als je je bedenkt dat in dezelfde tijd ook illustrators als Todd McFarlane, Charles Vess en Bill Sienkiewicz met hun experimentele stijl strips tekenden, doet het tekenwerk van Armor Wars wat gewoontjes aan. De paperback biedt een aardige kijk in de wereld van Tony Stark. Grappig is de afwisseling van Tony’s dagelijkse werkzaamheden als directeur van de multinational Stark Enterprises, en de jetset die daarbij hoort, en zijn activiteiten als Iron Man. Zijn thuisbasis ligt in de Amerikaanse staat Californië – het is verfrissend om superhelden tegen een andere achtergrond dan New York te zien knokken. Robert Downey Jr.
Vorig jaar kwam er een animatiefilm uit over het Staalmannetje van Marvel. En nu is er dus (bijna) de eerste live-actionfilm. De veelzijdige acteur Robert Downey Jr. neemt de hoofdrol voor zijn rekening, onder regie van Jon Favreau. Downey Jr. zet over het algemeen opvallende eigenzinnige types neer en speelt zijn rollen met een lichte ironie. Recente kunststukjes van de acteur zijn Kiss Kiss Bang Bang (Shane Black, 2005) en zijn bijrol als reporter Paul Avery in Zodiac (David Fincher, 2007). (Lees de recensie over Zodiac hier.) Ik ben dan ook erg benieuwd hoe hij het strippersonage interpreteert. In de film wordt Stark ontvoerd en gedwongen om een verschrikkelijk wapen te bouwen. In plaats daarvan construeert hij een ijzeren harnas waarmee hij weet te ontsnappen. Als hij terugkeert in de Verenigde Staten ontdekt hij een wereldwijd complot dat de stabiliteit van de wereld in gevaar brengt. Als Iron Man gaat hij de mensen achter dit complot te lijf. Ik geef toe dat het verhaal nog niet erg prikkelend klinkt, de trailer is dat gelukkig wel. De release van Iron Man is begin mei.

Categorieën
Mike's notities

Ikea ja!

Van de week was ik voor het eerst van mijn leven in meubelparadijs Ikea. Vandaag mijn eerste Ikea-kast in elkaar gezet. Nu hoor ik ook bij de groep Ikea-adepten. Goliat heet het ladekastje naast mijn bureau. Een grote naam die contrasteert met de slechts 58 centimeter dat hij hoog is. In elkaar zetten kostte zo’n twee uur. En dat terwijl de handleiding die volledig uit plaatjes bestaat, toch simpel lijkt. Maar ja, een echte doe-het-zelver ben ik niet, dus dan kom je automatisch op prefabmeubels uit. Van de week liep ik met Paul door de huiskamers van Ikea. Op zoek naar een bankstel, cd-kasten en een bureaukastje. Alles was makkelijk en snel te vinden. Vandaag de Goliat en een tafeltje in elkaar gedraaid (letterlijk). Volgende week begin ik dan wel aan de drie Benno’s. Wat een namen eigenlijk. Alsof je vreemde vrienden in huis haalt. Overigens was er recent nog een grappig relletje over de namen van de koopwaar. De Denen voelden zich beledigd omdat het Zweedse concern alle goedkope spullen een Deense naam had gegeven. Dure meubels hebben Zweedse namen, bedden hebben Noorse namen, stoelen en eettafels worden naar Finse plaatsnamen vernoemd. Maar de deurmat heet Roskilde, vernoemd naar een Deense stad. Er was een onderzoek van de Universiteit van Kopenhagen voor nodig om deze subtiele belediging aan het adres van de Denen te ontdekken. (Zie dit artikel in Elsevier over deze kwestie.)Hoe het ook zij, ik kan het niet langer ontkennen. Mijn Ikea-ontmaagding is een feit. Weer een stap verder op het pad van de burgertrut. Waar gaat dat heen in G-name? 🙂
Lees ook (of juist niet):

Categorieën
Film Filmrecensie

Beverly Hills Cop III

Of: The Trouble with Trilogies, part I

Beverly Hills Cop III behoort zeker niet tot mijn persoonlijke filmklassiekers. De film kan in geen geval tippen aan zijn twee voorgangers. Een kritische beschouwing van de film werpt nieuw licht op de eerdere delen.
Het is moeilijk te zeggen wat een film succesvol maakt. Meest waarschijnlijk is het een combinatie van factoren die de juiste chemische samenstelling vormen. Kortom: de juiste elementen ‘klikken’ met elkaar. Een goede cast, de juiste regisseur en een doortimmerd script, kan een gouden combinatie zijn.

Minder van hetzelfde
Zoals eerder beschreven is het moeilijk om een goed vervolg te maken op een geslaagde film. Tony Scott deed dit met verve met zijn vervolg op Beverly Hills Cop: hij hield in grote lijnen de formule hetzelfde, maar vertelde het verhaal in zijn eigen stijl — zo kreeg het publiek dezelfde film, maar toch even iets anders. Regisseur John Landis leverde met het derde deel uit de Beverly Hills Cop-reeks echter een prutfilm af.

In Cop III komt Axel naar Beverly Hills om de moord op zijn baas te wreken. Todd werd vermoord door Ellis De Wald, hoofdbewaking van het pretpark Wonderworld. Axel probeert De Wald te ontmaskeren en diens valsemunterij tot een einde te brengen. Hij wordt daarin bijgestaan (of tegengewerkt, het is maar net hoe je het bekijkt) door maatje Rosewood en Jon Flint.

Scherpe randjes
Wat ging er mis? John Landis is een veteraan als het om comedy gaat. Hij maakte samen met Eddie Murphy Trading Places en Coming To America en eerder films als Animal House en de klassieker The Blues Brothers. Ook regisseerde hij de originele horrorcomedy An American Werewolf in London. Zijn flauwe gevoel voor humor is echter moeilijk te rijmen met het Cop-concept. Het grootste probleem schuilt dan ook in het feit dat alle scherpe randjes van Axel Foley af zijn gehaald. De man is – afgezien van een vloek hier en daar – een heilige in deze film: hij redt een stel kinderen uit een ontspoorde attractie, luistert aandachtig naar geneuzel van Serge in de wapenboetiek en assisteert zelfs de FBI in plaats van als echte anarchist aan de slag te gaan.

Slechte timing
De de timing van deze film is beroerd. De honderd minuten dat Cop III duurt voelen aan alsof je een Bored of the Rings-marathon door je neus krijgt geboord. Landis houdt grappen namelijk veel te lang aan: als een stelletje illegale automonteurs het nummer ‘Come See About Me‘ van de Supremes op de radio horen, beginnen ze te dansen en mee te zingen. Dat is een paar seconden leuk, maar Landis laat het maar doorgaan en doorgaan. De rest van de actie en de humor is voorspelbaar saai.

Missende castleden
Een ander missend element is een belangrijk deel van de supporting cast. De combinatie Foley, Taggert en Rosewood maakte de eerste films bijzonder. Nu Taggert ontbreekt mis je een belangrijk element. Flint, gespeeld door Hector Elizondo, is duidelijk een Taggert-kloon, maar dan een van de irritante soort. En om als compensatie Serge uit deel één uit de kast te halen is ook geen goede zet. Hoe graag ik Bronson Pinchot ook aan het werk zie, gaat het er bij mij gewoonweg niet in dat Serge zich Axel Foley na tien jaar nog zo geestdriftig kan herinneren.

Die Hard?
Het verhaal voelt te veel als een mislukte Die Hard aflevering in een pretpark. (Geen wonder wellicht: scenarist Steven E. de Souza schreef beide films.) Al kunnen de schurken in de Die Hard-films veel beter mikken dan het stelletje misschietende kruimeldieven in Cop III. Ook geeft de Wonderworld setting niet het LA-gevoel zoals de andere films dat wel gaven. Daarmee is het laatste beetje contrast tussen de straatslimme Detroit-smeris en het rijke Beverly Hills volledig teniet gedaan. Why lord, why?
In de making of op de dvd vertelt Eddie Murphy dat het een paar jaar geduurd heeft voordat ze met een aardig concept kwamen voor een derde film. Kennelijk had Murphy wel behoefte aan nog een flick over Foley, maar kon hij geen origineel verhaal bedeken. Dat lijkt me een duidelijke hint dat er niets meer uit het concept te persen valt en dat een vervolg niet noodzakelijk is. Behalve dan misschien voor het geld. Hoewel: de film kostte volgens de IMDB een slordige 50 miljoen dollar en bracht in de Amerikaanse bioscoop slechts een ruime 44 miljoen op.

Cop IV?
Murphy’s carrière verloopt niet meer zo glansrijk als in zijn hoogtijdagen. Net als collega Sylvester Stallone (die oorspronkelijk de rol van Axel Foley zou spelen) grijpt hij terug naar verjaarde successen om er weer bovenop te komen. Volgens een artikel uit Variety (2006) komt er een deel vier. De IMDB meldt dat de release volgend jaar staat gepland. In tegenstelling tot de vierde Die Hard-film die vorig jaar uitkwam, zit ik persoonlijk niet op een vierde deel te wachten. Wat Beverly Hills Cop betreft hou ik het graag bij de eerste twee delen. Laten we Axel in het pretpark voor de goede orde maar gewoon vergeten.

Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Vliegend tapijt

Eigenlijk was het de schuld van de nieuwe televisie. Die moest in een andere hoek gezet worden, omdat het beeldscherm te veel licht weerkaatste van het dakraam aan de andere kant van de kamer. Samen met vriend Paul de breedbeeldtelevisie anders neergezet. Ja, maar nu zou de nieuwe zithoek tegenover de tv precies terechtkomen op de plek waar een lelijk gat in het tapijt zat. Zaterdagmiddag, 16:00 uur
Tijd voor nieuwe vloerbedekking. Zaterdagmiddag staan Paul en ik in de plaatselijke Leenbakker. Stofjes snuffelen, meubels kijken. Een rol met een aangename kleur is in de aanbieding. Ter plekke besluit ik deze te kopen. Dus vier meter afsnijden, de tapijtrol op twee plaatsen dubbelvouwen en in de auto proppen. We zetten de auto in het centrum neer. Twee vroeg-dertigers lopen met een rol tapijt langs de koopverslaafden op de markt. Net als het zachtjes begint te sneeuwen lopen we mijn huis binnen. Mazzel. Thuis aangekomen overzien we de situatie. De woonkamer moet namelijk nog leeg. In twee uur trekken we alle kasten leeg, slopen we een bureau en een kast, zetten we het zeil in de keuken vol met spullen. Ik maak tijdens een het inpakken een snelle schifting tussen wat kan blijven en wat permanent mag verdwijnen. De helft van mijn videocollectie zal het niet overleven. We leven immers in het tijdperk van dvd. Vergane glorie
Een snelle snackmaaltijd later trekken we het oude tapijt eruit. Zo gepiept: de stof lijkt al half vergaan en springt bijna spontaan van de vloer af. Het is een uur of negen ’s avonds als we het nieuwe tapijt over de vloer uitrollen. Staat wel mooi zo. Gek eigenlijk: al een paar jaar heb ik weinig tot niets aan het huis gedaan. “Binnenkort verhuis ik toch, dus dan zet ik alle meubels bij het grofvuil”, dacht ik altijd. “Ja, maar voor je het weet woon je tussen het grofvuil”, zegt Paul tijdens het straktrekken van het tapijt. Daar heeft hij natuurlijk een punt. Je leeft immers nu en niet later. Je kunt zaken uitstellen in de hoop op een nieuwe wending, maar zolang deze uitblijft kun je er maar beter het beste van maken. Zelfs al woon ik nog maar een paar maanden in dit appartement, dan woon ik in ieder geval weer lekker en knus. Bier!
We plakken de randen vast met dubbelzijdig plakband, maar het afsnijden blijkt nog een heel secuur werkje te zijn. Tja, daar zijn niet voor niets professionals voor. Die mag het dan ook afmaken van de week. We zetten een deel van de spullen terug en gaan het nieuwe tapijt vieren in mijn stamkroeg. Lees ook: Grote opruiming

Categorieën
Strips

Grote opruiming

Gewoon een weekje pauze van alles. Een weekje voor mezelf. Zonder werk, zonder collega’s. Geen kantoor. Een weekje om te schrijven aan Project Manic. Het werd vooral een tijd van opruimen. Zondagmiddag, 12:30 – eerste paasdag
Ik zit achter de laptop, buiten sneeuwt het. Waarom weet ik niet, maar het zal wel iets met Al Gore te maken hebben. Maar zo inconvinient vind ik de sneeuw eigenlijk niet. Ik zit toch binnen. Ik schrijf dit op zondagmiddag, maar zal het pas op dinsdag op de site plaatsen. Heb net een Perfecte Zondag online gezet, en die laat zich niet zo maar naar onder verplaatsen. Perfecte Zondagen moet je immers koesteren; de ruimte gunnen, omdat ze zeldzaam zijn. Dinsdagochtend zit ik weer op mijn werk. Met frisse tegenzin te schrijven aan een website. Maar nu nog niet, nu kijk ik naar de sneeuw en mijn (bijna) opgeruimde woonkamer. Project Manic
Een prettig gevoel nestelt zich in mijn borst. De week liep iets anders dan ik had gepland, maar dat was helemaal niet erg. Ik wilde elke dag vier uur gaan schrijven aan Project Manic. Om een begin te maken met een nieuw treatment (voor meer details zie Het script in de la, red.). Dat is wel een paar dagen voorgekomen. De karakterisaties staan inmiddels op papier, langzaam beginnen ideeën voor spannende scènes zich te ontvouwen. Persoonlijke zaken kwamen echter tussen het script en mij. Zaken die ik al veel te lang had genegeerd. Afscheid van het verleden
Mijn huis was dringend aan een opknapbeurt toe. Eigenlijk al meer dan een jaar. Opruimen dus. Drie vuilniszakken vol oude administratie, syllabi van de studie en tijdschriften. Raar dat ik die readers nog zo lang had liggen. Je denkt al die wetenschappelijke artikelen ooit nog eens nodig te hebben, maar als je research doet voor een nieuw stuk kopieer je meestal opnieuw de geschreven bronnen. Misschien is het moeilijk om afscheid te nemen van het verleden. Zeker als die onverwacht uit de hoek komt: een doosje met brieven van ex-geliefden en oude foto’s. Oude woorden verhalen vergeten emoties die niet meer bestaan. Wat moet je daar tegenwoordig nog mee? Toen mijn laatste opa overleed liet hij een huis vol spullen achter. We vonden zelfs vijf oude frituurpannen met het vet er nog in (!). Andere spullen waar meer voorspelbaar: boeken, cd’s, puzzels en heel veel foto’s. Een leven vol herinneringen. De balans opmaken
Wat blijft er over na een leven vol plezier, verdriet, televisie, reizen, ziekte, gezin, liefde en werk? Ik besefte dat, mocht ik nu plotseling dood neervallen, mijn nabestaanden een helse klus zouden hebben met het opruimen van mijn kot. Honderden strips, boeken, dvd’s, de verplichte paparassen, kleding. Dat wil je niemand aandoen. Grote delen van mijn verleden verdwenen daarom de afgelopen week in vuilniszakken. De ophalers zullen ze naar de vergetelheid voeren. Een nieuw begin, maar niet zonder het voorgaande. Ik heb ook dingen op de bewaarstapel laten liggen. Ook dat doosje met oude brieven zal nog even bewaard blijven. In ieder geval tot de volgende opruimwoede. Lees ook: Verzamelwoede

Categorieën
Mike's notities

De perfecte zondag reprise









Categorieën
Strips

Goede Vrijdag?

Tekst: Mike & Tekening: Hallie Lama.Je gelooft het misschien niet, maar bovenstaand heilig boontje heeft tegenwoordig zijn eigen Hyvespagina. (Schande, schande!) Nou ja, het voordeel van grappen maken over deze goed heilig man is dat je niet meteen een fatwa over je heen krijgt uitgeroepen.
Anyway, alvast vrolijk Pasen!
Post in dezelfde categorie:

Categorieën
Mike's notities

Schrijfblog: Het script in de la

Ik zat tegenover Jo in eetcafé De Beiaard. Zij smikkelde van een verse salade, terwijl ik mijn tanden zette in de beroemde Beiaard Burger. Het gesprek kwam op mijn schrijfwerk en bijna terloops kwam een oud project ter sprake dat al sinds 2004 niet meer uit de la was geweest.Laten we het schrijfwerk voor het gemak even aanduiden met de naam ‘Project Manic’. Een filmscript dat het best te omschrijven valt als een kruising tussen Tim Burtons wereld en Evil Dead, met een vleugje Buffy The Vampire Slayer. Terwijl ik Jo de grote lijnen van het verhaal probeerde te vertellen, merkte ik dat mijn hart sneller ging kloppen. Het viel me op dat hoewel veel was weggezakt in het moeras van ideeën, bepaalde details weer gemakkelijk boven water kwamen. Het begint met een beeld
Project Manic ontsproot aan mijn brein in de vroege dagen van het nieuwe millennium. Verhalen beginnen bij mij meestal met een beeld, of een scène waar een reeks van scènes uit voortvloeit. Hoewel ik in scenarioles heb geleerd dat je eerst de gehele plot moet opschrijven nadat je karakteromschrijvingen van de personages hebt gemaakt, werk ik zelden op die manier. De eerste versie ontstaat meer in een stream of consciousness. Pas na het schrijven van een eerste versie ga ik goed kijken naar de opgeschreven verhaalelementen en zoek ik daar de krenten uit waarmee ik verder ga. Pas dan ga ik echt goed nadenken over structuur, personages en andere belangrijke zaken. Omslachtig wellicht, maar zo werk ik het liefst. Eerste versie
In de zomer van 2001 ontstond zo de eerste versie. Een versie waar nog veel aan gedaan moest worden. Terwijl het script een paar weken op mijn bureau lag, kreeg ik allerlei ideeën voor een vervolg. Wat is er immers interessanter dan weten hoe het de hoofdpersonen vergaat nadat de eindcredits in beeld verschijnen? Een paar maanden later begon ik met het schrijven van een tweede versie, waarmee ik halverwege stopte. Het leek me beter om de sequel en het beginverhaal te vermengen tot één script. Ondertussen studeerde ik af en begon het echte werkende leven.
Treatment
Een treatment zag het licht, gevolgd door een betere versie.

Een treatment is langer dan een synopsis, en bevat de basiselementen van het script. Dat wil zeggen een beschrijving van:

  • de hoofdfiguren
  • de belangrijkste scènes
  • de gehele verhaallijnen de sfeer en thematiek van het script.

Het treatment is vooral bedoeld om mensen enthousiast te maken voor het project daarmee mag een schrijver meer een meer poëtische of dramatische schrijfstijl gebruiken dan in een filmscript. (Zie ook wikipedia en Explore writing.com.)

Een bevriende producent las dit treatment en werd nieuwsgierig naar het script – wat er niet was. Hij overtuigde me er wel van dat ik het script moest gaan ontwikkelen.Drie maanden
Fictie schrijven vereist veel aandacht. Ik kan die aandacht het beste geven als ik me volledig op dat ene verhaal concentreer. Ik had toen niet de tijd om me drie maanden af te zonderen om het script volledig te schrijven. Een paar jaar later besef ik dat het bijna nooit voorkomt dat ik drie maanden aaneengesloten aan het script kan werken. Tenzij ik ontslag neem van mijn werk. Hoewel dat een zeer verleidelijk idee is op dit moment, weerhoudt mijn verantwoordelijkheidsgevoel mij van deze stap.Aan de slag
En toch: na de maaltijd met Jo heb ik het treatment uit 2004 uit de la gehaald. De tijd is aangebroken om ermee aan de slag te gaan. Al is het alleen maar om aan mezelf te bewijzen dat ik het kán. Zelfs als er uiteindelijk niets meer dan slechts een nieuwe versie uit voortkomt.

Categorieën
Media Mike's notities

Column: Fuck multitasken!

Multitasken: Ik voel me als versnipperd, ik ben overal maar nergens écht aanwezig. Mijn hoofd schakelt van het ene op het andere en loopt zelden een gedachtengang helemaal door voordat er weer een ander deurtje met ideeën opengaat.

Concentratieproblemen, vermoeidheid en het gevoel hebben niets gedaan te krijgen. Wie denkt effectief te werken door te multitasken vergist zich schromelijk. Ik ga vanaf nu in ieder geval zoveel mogelijk proberen me met één taak tegelijk bezig te houden. Als ik aan het werk ben achter mijn laptop, heb ik gemiddeld iets van twintig tabbladen/browserwindows openstaan. Ondertussen check ik geregeld de statistieken van mijn website, luister ik naar muziek en als er een nieuw mailtje binnenkomt, moet ik deze lezen. Wanneer ik op kantoor bezig ben, komen daar nog omgevingsgeluid en de activiteiten van collega’s bij. Om over het prachtige uitzicht op de weg nog maar te zwijgen. Ik word vaak onderbroken door de telefoon of mensen die langs mijn bureau lopen. Allemaal een heel normale gang van zaken, maar ondertussen heb ik dikwijls het gevoel dat ik niets meer af krijg en dat het to-do lijstje steeds langer en langer dreigt te worden.

Thuis is het al niet veel anders: terwijl de koffie in mijn kopje druppelt, er een was en cd draaien, en de ratelende ventilator van mijn laptop overuren maakt, check ik de post, telefoneer ik of zoek ik die ene schone spijkerbroek. Hoezo mannen zijn niet in staat om te multitasken?

Breinzappen
Multitasken lijkt dé manier om veel dingen gedaan te krijgen, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht. Hoewel ons brein makkelijk een moeilijke taak tegelijkertijd met een geautomatiseerde opdracht aankan, zoals bijvoorbeeld praten en lopen, gaat dat niet op wanneer beide handelingen veel concentratie vergen. Op dat moment zal het brein een keuze maken en onwillekeurig een van de taken laten voortrekken. Het gevolg hiervan is dat de andere taken slechter worden uitgevoerd en dat het geheugen de informatie slechter opslaat. Wanneer het moeilijk of zelfs onmogelijk is om te kiezen tussen taken, dan kan het brein gaan zappen. Dat voortdurend verleggen van de concentratie kost veel tijd en energie: het brein moet almaar andere hersendelen activeren en informatie uit het geheugen opdiepen. Het duurt ongeveer anderhalf keer langer om meerdere taken tegelijk te doen dan om die taken na elkaar af te werken. (vrij naar Elsevier).Meer door minder
Hoe om te gaan met de vele informatiestromen die ons constant bombarderen met prikkels? De site lifehacking.nl geeft in korte artikelen tips over hoe je je workflow kunt verbeteren. Voor mezelf heb ik de volgende (voor de hand liggende) handelingen voorgenomen:

  • Ik zet applicaties uit die afleiden, zoals e-mail, een tabblad met statistieken, maar desnoods gaat ook mijn telefoon op stil. Tot slot gaat last.fm ook uit.
  • Als ik aan het surfen ben, stel ik van tevoren vast wanneer ik ermee ophoudt. Veel tijd gaat immers verloren aan doelloos surfen. Dat vind ik een leuke bezigheid, maar het loopt wel vaak uit de hand. Hier mee samenhangend: mijn netvibes-pagina vaker aanzetten in plaats van fysiek surfen.
  • Ik ga me voornemen bepaalde taken uit te voeren. Dit geldt niet alleen voor werk en schrijven, maar ook voor ontspannende zaken als strips lezen en films kijken. Kortom, het wordt meer een kwestie van plannen.

Ben benieuwd hoe het zal gaan. Dit stukje is immers nog in multitaskmodus tot stand gekomen.Lees ook het vervolg: Fuck multitasken – een paar maanden later.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: I Am Not There

Ieder zijn eigen Bob DylanEr is al veel geschreven over de film I Am Not There, de nieuwe film van Todd Haynes over levende legende Bob Dylan. Ik kan me erg goed vinden in de recensie van Jos van der Burg (Parool, 12-03-2008), maar wil er zelf als soort van Dylan-fan toch het een en ander over kwijt. Todd Haynes maakte eerder films als Far From Heaven (2002) – een stijloefening in het melodrama, Velvet Goldmine (1998) – over glamrock in de seventies en Superstar: The Karen Carpenter Story (1987). Spelen met filmstijlen en muzikale onderwerpen zijn deze filmmaker dus niet vreemd. Haynes liet vijf acteurs en een actrice kruipen in de huid van Dylan. En ieder beeldt een ander facet van hem uit. Het elf jarige zwarte jongetje Marcus Carl Franklin staat voor de Woody Guthrie-Dylan. Christian – Batman – Bale speelt de folksinger Dylan uit het begin van de jaren zestig in Greenwich Village en de Dylan die zich later bekeert tot het christendom. Ben Whishaw – die voortdurend de camera toespreekt in korte intermezzo’s is Dylan als poëet, geïnspireerd door Arthur Rimbaud. Richard Gere speelt Dylan als Billy The Kid, een ondergedoken misdadiger die de rest van de wereld heeft laten denken dat hij dood is.
Kate Blanchett en Bob Dylan. Zoek de verschillen.

Origineel
Heath Ledger speelt zijn een-na-laatste rol als de acteur die Dylan vertolkt in een biopic. Maar de meest gelijkende Dylan van het stel is Kate Blanchett. Zij zet de Dylan neer die we kennen uit de documentaire Don’t Look Back. Het is duidelijk dat Haynes hier stilistisch teruggrijpt naar de beroemde documentaire van D.A. Pennebaker uit 1967. En teruggrijpen op periodische filmstijlen doet Haynes constant in I Am Not There. De scènes met Richard Gere verwijzen duidelijk naar de film Pat Garrett & Billy the Kid (Sam Peckinpah, 1973), waarin Dylan himself een rol speelde en waar hij de muziek voor schreef. Wie niet veel over de volkszanger weet, zal een hoop aanwijzingen in deze film niet herkennen. Toch is hij dan nog de moeite van het kijken waard omdat het een heel originele flick is waarvan er niet veel worden gemaakt. De film is een mozaïek van elementen en zal bij iedere nieuwe kijkervaring nieuwe facetten tonen. Al zal deze experimentele stijl niet iedere kijker aanspreken.
Multimediale verwijzingen
Bob Dylan is een niet duidelijk te definiëren personage. Zodra je denkt te weten wie hij is, transformeert hij weer. Misschien dat regisseur Jos de Putter er daarom voor koos om in zijn documentaire How Many Roads (2006) de fans van Dylan te portretteren in plaats van de Amerikaanse bard zelf. (Voor een recensie van de film zie hier.)

Todd Haynes geeft ook geen antwoord op de kwestie wie Dylan is. In plaats daarvan gebruikt hij multimediale afspiegelingen van het imago van Dylan, zoals we hem dus kennen uit films en andere media. Iedere rol die Robert Allen Zimmerman zich heeft aangemeten en vooral de rollen die hij door anderen heeft opgelegd gekregen — hij kreeg het predicaat protestzanger opgedrukt terwijl hij zich zelf niet in de rol zag — wordt dus vertolkt door een andere acteur. Om de ongrijpbaarheid van zijn identiteit te onderstrepen, heeft iedere rol een andere naam gekregen. Persoonlijk vind ik dat de meeste Dylan-songs ook het beste tot hun recht komen als ze door anderen dan Dylan worden vertolkt. Daarom is het des te passender dat het personage Bob Dylan wellicht ook beter gespeeld wordt door andere acteurs. Dylans werk
Het hart van I Am Not There is het oeuvre van Dylan. Het zijn de muziek en teksten die de fragmentarische film bij elkaar houden. Flarden van liedjesteksten komen ook terug als dialoog. De hele film zit vol met de vingerafdrukken van Dylan zonder dat hij deze ooit heeft aangeraakt. Tot slot nog een opvallend moment uit de film die ik hier nog wil vermelden. Dylan (Kate Blanchett) toert midden de jaren zestig door Engeland en rolt daar speels door het gras met de Fab Four. Het vijftal loopt te giechelen als kleine kinderen. Als Dylan daarna ontboden wordt voor een interview, zien we op de achtergrond hoe The Beatles achternagerend worden door een reeks gillende tienermeisjes. Het is een cartoonesk moment dat de film wat verlichting biedt.Meer Bob Dylan op Mike’s Webs:

Categorieën
Mike's notities

Gebakken lucht op de carrièrebeurs

Vrijdag was ik voor mijn werk de hele dag aanwezig op de Nationale Carrièrebeurs. De werkgerelateerde bijenkorf waar de koninginnen bijtjes hard hun best doen nieuwe werkbijen voor zich te winnen. “Kom vooral bij ons werken, want hier is het leuk/dynamisch/spannend, krijg je veel geld en elke dag verse honing.” Wespennest
Bijenkoningin, ik bedoel gastvrouw dit jaar was Nicolette van Dam (van de series Zoop en Voetbalvrouwen). Het gaat immers vooral om imago en uiterlijk vertoon. Overal staan strakopgemaakte dames in pakjes mooi te zijn. En natuurlijk veel mannen in pak. (Daar loop je dan als journalist met je baseballcap op je hoofd.) Eigenlijk heeft het geheel meer van een wespennest dan van een bijenkorf. Iedereen wil de high potentials (ook wel hipo’s genoemd) als nieuwe werknemer.
Interview
Samen met collega B. heb ik bezoekers geïnterviewd. Zij trouwens meer dan ik. Het was namelijk de bedoeling dat ik tevens de websites van onze uitgeverij zou beheren vanaf de stand. Technische ongemakken zorgden ervoor dat ik een deel van de tijd vooral koortsachtig met draadjes bezig was, dan dat ik daadwerkelijk op de beursvloer vragen kon stellen. (Doen we dus ook niet meer op die manier volgend jaar.) Dromen…
Wel leuk om de frisse gezichten van netafgestudeerden aan te spreken en te vragen naar hun carrièreplannen, toekomstdromen en arbeidswensen. Mensen zitten vaak nog vol verwachtingen, maar ook met net zo veel vragen. Want: wil ik nu eigenlijk wel die functie waar ik tig jaar voor gestudeerd heb, of wil ik toch iets anders? Vragen die je je de rest van je leven blijft stellen en die volgens mij niet op een carrièrebeurs beantwoord zullen worden…
Gelukkig prikten veel studenten die ik sprak door de mooie praatjes van de standhouders heen. Op zo’n dag wordt toch vooral veel gebakken lucht verkocht. Ach, de wereld van de hipo’s is gewoon niet de mijne. En wat beurzen betreft loop ik liever rond op een stripbeurs, want daar spreekt men meer mijn taal. Bovendien komt de gebakken lucht daar gewoon van de frietkraam. Zoals het hoort.

Categorieën
Mike's notities

Puberteit

Hij dacht dat hij alles kon ontdekken,
maar raakte al verdwaald in haar bezemkast
Strompelend door ideeën, theorieën
Als een renaissanceman met een handicap;

Een lefgozer zonder zelfvertrouwen
Een vergeefse sprong in het diepe;
Zijn muze reeds vertrokken

Meer gepuber: