Categorieën
Mike's notities

Verbale Jezus-spam

‘Vrijheid van meningsuiting’ denk ik op het moment dat ik bijna het foldertje door de strot van de prediker wil duwen om hem te doen zwijgen. Lief en ik zitten in Metro 54 richting Ikea Amsterdam. Het is maandagochtend en ik kijk niet uit naar het banjeren door Neerlands grootste bouwpakkettenaanbieder. Ons overleg wordt gestokt door een straatmuzikant die een niet-onaardige, maar zeker ongewenste versie van een nummer van Paul Simon ten gehore brengt. Kan gebeuren. Die jongen wil ook gewoon een paar centen verdienen. Lief en ik wachten tot het nummer voorbij is en de muzikant met zijn pet rondgaat.We willen verder bespreken waar we allemaal naar moeten gaan kijken bij Ikea. Opeens staat er iemand anders op. ‘We have enjoyed some lovely music. Now it’s time to enjoy life. We must celebrate life!’ zegt een zwarte predikant. Hij gebruikt de interruptie van de muzikant, nee, kaapt deze om een verhaal af te steken over zijn favoriete zoon van God. Het sprookjesverhaal over de zogenaamde redder van de mensheid. Op maandagochtend. Voor de koffie. Terwijl het bloed in mijn aderen begint te koken deelt een handlangster van de man folders uit over de sekte waartoe ze behoren. Op maandagochtend. Voor de koffie.Ik zit er niet op te wachten. Op die dwaallichten die met een zaklamp in het diepste van hun depressie het Licht vinden en zich genoodzaakt voelen hun ontdekking met de rest van de wereld te delen. Ik voel me gevangen, want kan geen kant op. De metro raast door, net als de man. (Goed, ik zou natuurlijk in een ander rijtuig kunnen gaan zitten, maar ik vind eigenlijk dat dit niet zou moeten. Ik weiger nog langer te wijken voor een stelletje reli-fanatisten.)Ook dát is vrijheid van meningsuiting, denk ik eerst. Maar ik ervaar het als verbale spam. Een reclame-uiting voor een product waar ik geen boodschap aan heb. (God is net zo goed een product dat verkocht wordt door een fabrikant, de kerk, als een telefoonabonnement van een provider. Met dit verschil dat er aan de andere kant van de telefoonlijn waarschijnlijk wel wordt opgenomen en je met bidden een dode lijn krijgt, tenzij je al stemmetjes in je hoofd hoorde.) Knevel kan ik wegzappen als ik wil, het CDA negeren, Jehova’s kan ik voor een dichte deur laten staan. Maar nu is mijn enige hoop de bewaker van de metro. Die zal vast vriendelijk doch dringend vragen of de man zijn ratelende mond wil houden. Maar de bewaker blijft zitten. Sterker nog: hij heeft hetzelfde sprookjesboek gelezen en gaat met de prediker in discussie over bepaalde teksten.Terwijl de twee heren als oude wijven doorkletsen over paragraaf dit en resurrectie dat, begrijp ik beter waarom de atheïsten in dit jaar van Darwin (voor eens en voor altijd?) de strijd aangaan tegen het religieuze klootjesvolk. Het is mooi geweest, die Jezus-spam. Ga je eigen heil maar regelen, val ons er niet meer mee lastig. De ervaring wijst uit dat het onbegonnen werk is om dat soort lui te overtuigen, maar bij zo’n prediker op de muteknop kunnen drukken zou al uitkomst bieden. Soms moet je kwaad met kwaad bestrijden: de volgende keer als ik de predikant tegenkom zal ik tegenover hem gaan staan en een verhaal over Harry Potter afsteken. Ook een fantastisch figuur uit een sprookjesboek die veel followers heeft.
Gelukkig is er verlossing, want station Bullewijk komt in zicht. Ik stap uit de metro en haal opgelucht adem. Bij Ikea heb je immers alleen met aardse zaken te maken. Maar eerst koffie.Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

200 kilo meubels

We zijn het huis aan het verbouwen. En wie zijn huis verbouwt, komt al snel een keer in de Ikea terecht.Vorige week was ik maar liefst twee keer in het bouwpakketparadijs. Maandag om meubels te bekijken, te testen en ideeën op te doen. Je kunt immers in zo’n gids bladeren tot je een ons weegt, voor de Billy staan en het hout aanraken doet je pas beseffen wat je in handen hebt.Zondag waren we weer in de Ikea om de uitgekozen meubels daadwerkelijk te halen. Wat een hel was dat: heel Nederland was er die regenachtige middag op uit getrokken om de Ikea in Amsterdam te bezoeken. Er was een aantal artikelen voor de helft van de prijs, dus die fantasieloze Hollanders die toch niet weten hoe ze hun vrije zondagmiddag moeten doorbrengen, waren massaal in het overvolle filiaal van het Zweedse meubelimperium te vinden. (Het leek de Efteling in het hoogseizoen wel.)
Helaas hadden L. en ik geen keuze en begaven ons tussen de consumentenkudde in het magazijn om de spullen in te laden die op ons lijstje stonden. Alle clichés kwamen voorbij: het karretje dat een eigen willetje leek te hebben, files voor de kassa en dat ene stel plankjes dat uiteindelijk toch uit de winkel zelf gehaald moest worden, waardoor we het hele doolhof aan huiskamers, slaapkamers en keukens door konden lopen. Tegen de stroming in uiteraard.Onsmakelijk
De koffie en Zweedse gehaktballen sloegen we over. Die hadden we maandag al geprobeerd. Geen idee waar al die lofuitingen over die gehaktballen vandaan komen, want als je vriendin doorgekauwd kauwgom aan je doorgeeft die je nog eens lekker over je tong laat rollen, dan heb je een smaakvollere bal in je mond dan de Zweedse gehaktballetjes van Ikea. Niet te vreten dus. En de koffie.. oh man, opgewarmde klei uit een beerput smaakt beter. Logisch dat het tweede kopje gratis is – het zal zelden gevuld worden. Diarree verzekerd.Mijn eerste Ikea-ervaring, waar ik vorig jaar over schreef, was wat dat betreft een stuk positiever. Al moet ik zeggen dat ze de 200 kilo uitgekozen meubels wel snel kwamen thuisbezorgen. (De volgende keer laat ik ze echter wel tot aan de deur bezorgen, zodat ik niet zelf alle pakketten naar boven hoef te sjouwen.)
Nu maar hopen dat alles compleet is.
De komende dagen ben ik in ieder geval bezig met bouwpakketten bouwen.Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Breinkoekje: Duivels doe-het-zelfdilemma

Wordt
het
een
Billy
in
het
wit
of
in
berkenfineer?
Categorieën
Mike's notities

Ikea ja!

Van de week was ik voor het eerst van mijn leven in meubelparadijs Ikea. Vandaag mijn eerste Ikea-kast in elkaar gezet. Nu hoor ik ook bij de groep Ikea-adepten. Goliat heet het ladekastje naast mijn bureau. Een grote naam die contrasteert met de slechts 58 centimeter dat hij hoog is. In elkaar zetten kostte zo’n twee uur. En dat terwijl de handleiding die volledig uit plaatjes bestaat, toch simpel lijkt. Maar ja, een echte doe-het-zelver ben ik niet, dus dan kom je automatisch op prefabmeubels uit. Van de week liep ik met Paul door de huiskamers van Ikea. Op zoek naar een bankstel, cd-kasten en een bureaukastje. Alles was makkelijk en snel te vinden. Vandaag de Goliat en een tafeltje in elkaar gedraaid (letterlijk). Volgende week begin ik dan wel aan de drie Benno’s. Wat een namen eigenlijk. Alsof je vreemde vrienden in huis haalt. Overigens was er recent nog een grappig relletje over de namen van de koopwaar. De Denen voelden zich beledigd omdat het Zweedse concern alle goedkope spullen een Deense naam had gegeven. Dure meubels hebben Zweedse namen, bedden hebben Noorse namen, stoelen en eettafels worden naar Finse plaatsnamen vernoemd. Maar de deurmat heet Roskilde, vernoemd naar een Deense stad. Er was een onderzoek van de Universiteit van Kopenhagen voor nodig om deze subtiele belediging aan het adres van de Denen te ontdekken. (Zie dit artikel in Elsevier over deze kwestie.)Hoe het ook zij, ik kan het niet langer ontkennen. Mijn Ikea-ontmaagding is een feit. Weer een stap verder op het pad van de burgertrut. Waar gaat dat heen in G-name? 🙂
Lees ook (of juist niet):