Categorieën
Bloggen

Weblogs: Ondertussen bij de buren…

Linkjes!Iedereen blogt zich suf. Gelukkig maar, want soms zitten er echte pareltjes van posts bij. Hier twee artikelen die mij zijn opgevallen.
Daydream Nation: De favoriete plaat van Erwin Troost
‘…dat ben ik, een guitig ventje dat ’s avonds voor het slapen gaan onder het bed kijkt of er geen monsters zijn en het licht op de gang aanlaat, de deur van de slaapkamer open, en met een half oog, voor het slapen gaan, de gang opkijkt of er geen schaduwen zijn.’ Herkenbaar omdat ik ooit ook zo’n jongetje was. De duisternis zat vol ongekende gevaren voordat ze vertrouwd werd. Tegenwoordig kijk ik alleen maar onder het bed als ik aan het stofzuigen ben. Daydream Nation is een rubriek op Frommel.blogspot.com waarin mensen herinneringen bij hun favoriete plaat beschrijven. Ik schreef er laatst deze bijdrage voor over Soul Asylum. Mennomail: Statue of Inspiration
Het vrijheidsbeeld als zombie of volledig leeggezogen door bloedzuiger Bush. Menno Kooistra verhaalt de verschillende prenten waarin de Vrouw der Vrijheid figureert. Doet me denken aan een scène in Ghostbusters II waarin het spokenjaagviertal aan de voeten van het vrijheidsbeeld staat:

Peter Venkman: Kinda makes you wonder, doesn’t it?
Winston: Wonder what?
Peter Venkman: Whether she’s naked under that toga. She *is* French. You know that.

Categorieën
Strips

Boze Spiderman-fans

Eerder schreef ik over hoe uitgeverij Marvel heeft besloten om een paar grote aanpassingen door te voeren in het levensverhaal van Spiderman. Men heeft zijn huwelijk gewist uit het collectieve geheugen en daarmee de afgelopen twintig jaar comicgeschiedenis genegeerd. Amerikaanse Spiderman-fans reageren hier fel op. Op Youtube zijn filmpjes te zien waarin fans hun ongezouten mening laten horen, mensen hun achterwerk afvegen met de betreffende strip en Joe Quesada – de Editor-in-chief van Marvel en een van de breinen achter de veranderingen – uitschelden. Er worden zelfs strips in de fik gestoken. Empathie
Nu gaat dat laatste me wat ver – boeken, strips, dvd’s horen niet op de brandstapel. Ik ben voor meningsuiting, maar dat soort praktijken riekt naar te ver doorgeslagen fanatisme. (Natuurlijk zien we vooral de excessen op het interpret. Het merendeel van de lezers zal niet via video of fora zijn/haar mening uiten. En het zijn vooral de antimensen die het hardst schreeuwen.) Toch is het fascinerend om te zien hoe mensen reageren als een fictionele held wordt aangepast. Mensen leven jarenlang mee met hun helden, zij het in boeken, strips of televisie, en die personages worden een deel van hun leven. Alsof het oude vrienden zijn die geregeld op bezoek komen.

Joe Quesada in gelukkiger tijden.

Toen ik afgelopen zaterdag Amazing Spider-Man # 545 las – de beruchte comic waarin de laatste dag tussen Mary Jane en Peter Parker wordt beschreven – kon ik me goed voorstellen dat fans zich bekocht voelen door Marvel. Hetzelfde gevoel bekroop me toen Peter Parker gekloond leek te zijn en toen Norman Osborn alias The Green Goblin niet dood bleek te zijn, maar al die jaren in Europa had gezeten.Ontmaskering
Quesada legde in de Howard Stern show uit dat de schrijvers weer terug wilden naar de wortels van Spiderman en dat ze eigenlijk al spijt hadden van het huwelijk op het moment dat de twee personages het jawoord hadden uitgesproken. Quesada vindt dat een getrouwde Spidey de creatievelingen van Marvel te veel beperkt. Als liefhebber van het personage ben ik geen fan van koers die Marvel vaart. Het lijkt me een poging om persaandacht te generen (nou, dat is ze gelukt), de verkoop een impuls te geven en om wellicht het filmpubliek tegemoet te komen. Het leven van Spiderman lijkt nu iets meer op dat van zijn cinematografische tegenhanger. Er zit wat in om Spidey terug tot de wortels te brengen, maar daarvoor hadden ze ook gewoon Peter en MJ echt kunnen laten scheiden in plaats van met een magische toverspreuk alles ongedaan te maken. Handig voor Marvel is nu namelijk ook dat hiermee de ontmaskering van Spiderman, in het recente megaverhaal Civil War, door niemand meer herinnerd wordt. De ontmaskering lijkt me voor het bedenken van verhalen een grotere beperking te zijn dan een huwelijk.

Persoonlijke aanvallen
De fans wijten het potentiële debacle aan Quesada en vallen hem dus openlijk aan op het internet. Het kan dan ook geen toeval zijn dat de fora van JoeQuesada.com offline zijn vandaag. Zogenaamd omdat er gemigreerd wordt naar een andere server. Als ik Joe was, zou ik toch maar tijdelijk wat lijfwachten inhuren. Je weet maar nooit. Laat ik om dit onderwerp af te sluiten de grote Stan Lee citeren: ‘Nuff Said’.Lees ook: Spiderman gaat scheiden.

Categorieën
Media

Op ontdekking met Last.fm

De reden dat er tegenwoordig weinig plastic schijfjes in mijn cd-speler draaien is mijn – rijkelijk late – ontdekking van Last.fm. Een website waar je ongestoord door reclame of geneuzel van dj’s muziek kunt luisteren van je favoriete artiest en artiesten die daarop lijken. Je tikt bijvoorbeeld Lou Reed in, en automatisch volgen na Reed, Bowie, Dylan, Lennon, etc. Het komt vaak voor dat ik een paar uur na dit automatisch samengestelde radiostation luister. Het leuke ervan is dat ik soms nummers hoor die ik nog niet kende, of obscure live-uitvoeringen waarvan ik het bestaan niet wist. Geen cd’s meer mee naar mijn werk, gewoon even inloggen op Last.fm.Web 2.0
Last.fm houdt bij wat je luistert, wat je voorkeuren zijn en welke nummers je verafschuwt. Al deze gegevens komen in je profiel terecht en deze kun je dus ook weer delen met webvrienden. Een social network op basis van muzikale voorkeur. Ook kunnen er video’s geüpload worden en berichten worden geplaatst. Wie blogt, kan zijn playlist embedden op zijn website. Allemaal heel web 2.0 dus. Nadelen
Natuurlijk kleven er op dit moment ook nog wel wat nadelen aan deze applicatie. Je kunt nummers niet op pauze zetten. Je kunt wel op stop drukken, maar dan ben je het laatste nummer kwijt op het moment dat je je station weer opstart. Tenzij je dit nummer eerst in je playlist hebt toegevoegd of bij je favorieten hebt gezet. Maar als er plotseling de telefoon gaat, schiet dat er ongetwijfeld bij in.
Een tweede nadeel is dat het geluidsniveau per nummer nogal kan verschillen. Aangezien gebruikers zelf de tracks uploaden, heb je nu dus hetzelfde euvel als wanneer je een compilatie cd in elkaar zet. Wie overigens meer van zijn ene favoriete artiest wil horen, kan toch beter een cd’tje opzetten. Artiesten worden namelijk per nummer afgewisseld door een andere. Copyright
Het is de vraag hoe lang dit nog kan duren. Leuke initiatieven op het internet worden dikwijls de kop ingedrukt door officiële instanties, zeker als het om muziekzaken en auteursrecht gaat. Zo werd Pandora.com, een soortgelijke applicatie als Last.fm, de mond gesnoerd omwille van copyrights. Pandora opereert voornamelijk nog binnen de Verenigde Staten. Ongetwijfeld vinden de copyrightduivels ook weer iets tegen Last.fm en net zo zeker zal er dan weer een ander initiatief het licht zien. (Voetnoot
Door alle leuke gastbijdragen zoals de perfecte zondag, was deze bijdrage (begin oktober geschreven) nog op de virtuele plank blijven liggen.)
Lees ook (of niet):
No more Hyves,
Opa en de digitale revolutie,
E.day,
en Een muzikale schatkamer.

Categorieën
Media

Column: No more Hyves

Het mag dan een rage zijn, persoonlijk vind ik Hyves niet veel aan.Ik vind de site traag en omslachtig. Als je door iemands vriendenbestand bladert, en met je muis op een foto blijft hangen, duurt het een eeuwigheid voordat je de basisinformatie over die persoon krijgt. Wanneer iemand mij een berichtje stuurt, of ‘krabbelt’ zoals dat heet in Hyves-jargon, krijg ik een e-mail die me daarvan op de hoogte stelt. Om de krabbel te lezen, word ik geacht eerst in te loggen. Bovendien heb ik niet de behoefte om zoveel mogelijk vrienden in mijn sociale harem te linken en deze tentoon te stellen. E-mail, telefoon en weblogs zijn wat mij betreft genoeg digitale communicatie. Ouderwets afspreken is overigens ook zeer plezierig. En dan te bedenken dat je eigen vrienden je hebben uitgenodigd voor deze netwerkmaffia. En een handige manier om oude bekenden terug te vinden? Dat werkt ook averechts: probeer die vage kennissen die je liever niet meer ziet maar eens te ontlopen in het doolhof van contacten.
Nee, ik hou niet van Hyves. Daarom zojuist mijn Hyves-profiel in de digitale prullenbak gedumpt. Wie echter zijn profiel wil wissen is eerst verantwoording schuldig aan het Hyves-bestuur. Spanjar wil namelijk dat je in een e-mail uitlegt waarom je je deelname aan het netwerkwalhalla van Nederland wil opzeggen. (Bij deze dus Raymond…) Zelfs opzeggen is dus omslachtig. Het valt me overigens nog mee dat dit überhaupt mogelijk is. Wel probeert het Hyves-team je met een zelfingenomen waarschuwing van je beslissing af te bregen:

“Er moet een vergissing in het spel zijn, want als we niet beter wisten zouden we denken dat je je account permanent wilt verwijderen. Hiermee verwijder je ook al je foto’s, video’s, vrienden en deel je je sociale leven een klap toe die niet zelden fataal blijkt…”

Ongetwijfeld sarcastisch bedoeld, maar ondertussen…Voor mij vanaf vandaag No more Hyves… What a Wonderful World. Het werd toch eens tijd voor een MySpace-account.Lees ook: Opa en de digitale revolutie.

Categorieën
Media

Column: Opa en de digitale revolutie

Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet..!

Ik ben minstens tien jaar te vroeg geboren. Nu ben ik allesbehalve een digibeet, maar als ik zie wat jongeren allemaal doen op het interpret en hoe vloeiend deze activiteiten overlopen in de verplichtingen van alle dag, ben ik soms wel wat jaloers. ‘In mijn tijd’ belde je nog met een vaste lijn, elkaar schrijven deed je op papier met een typemachine (of nog onleesbaarder: met de hand) en als je echte interactie wilde, dan ontmoette je elkaar ergens. Kortom: een sociaal netwerk opbouwen kostte meerdere decennia. Nu voeg je iedere vage kennis toe aan je sociale harem en voordat je het weet telt je Hyves tweehonderd échte ‘vrienden’.

Experimenten
Ik heb de videorevolutie nog meegemaakt en uren (home)video’s geschoten maar er was nog geen Youtube of ander digitaal platform waar je het kon laten zien. Dus behalve een select gezelschap zijn mijn filmexperimenten de rest van de wereld bespaard gebleven. Televisiekijken was helemaal vervelend: je was afhankelijk van de programmering en moest soms anderhalf jaar wachten voordat een programma uit de States hier een keertje werd uitgezonden. Hoeveel uren tijd had ik mezelf kunnen besparen met een peer-to-peersysteem? Daar wil ik niet eens aan denken.Muziek wisselde je uit op tapes – of als je genoeg geld had, kocht je het album op vinyl. Je logde niet in bij last.fm en je kreeg niet automatisch een muziekmenu voorgeschoteld. Je moest helemaal zélf kiezen wat je uit de kast haalde en waarin je zin had om naar te luisteren. Dat kon gelukkig wel al onderweg, met dikke vierkante walkmans en gigantische koptelefoons. (Als ik nu in de trein zit, mis ik soms goede geluidsdichte koptelefoons bij mijn medereizigers.)

Hyvesmaffia
Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet! De digitale revolutie geeft mensen sneller toegang tot elkaar en als alles lekker loopt met je pc en verbinding krijg je veel meer gedaan dan vroeger in dezelfde tijd. Dit zijn interessante tijden. We zitten in een stroom van technische ontwikkeling die enkele decennia geleden al is ingezet, maar die een steeds snellere vlucht neemt. Ik leef veel online. Ik blog, lees blogs, websites, bekijk filmpjes op Youtube en zit zelfs bij een paar sociale netwerken. Nou goed, één ding is mij wel een digitale doorn in het oog.

Die Hyvesmaffia vind ik een gruwel. De site loopt veel te traag – voordat je een foto ziet, of op een andere pagina terechtkomt… er gaan kostbare levensminuten verloren. Daarbij word je praktisch verplicht om mee te doen aan dit soort praktijken (peer-to-peerpressure, zeg maar). En dat geneuzel met die krabbels ben ik meer dan zat. Raymond Spanjar laat een e-mail sturen als ik gekrabbeld wordt. Maar om de tekst te lezen moet ik eerst inloggen op Hyves. Kortom: een heel effectief en nuttig netwerk dat Hyves. Laatst zag ik Spanjar op e.day. Voordat ik hem kon vragen of hij denkt dat het nog een keer wat gaat worden met dat Hyves, was hij alweer in de menigte verdwenen – de man die sneller is dan zijn netwerk. Ik zal hem eens krabbelen, snapt hij misschien meteen wat ik bedoel.

Voetnoot
Mijn opa was dik in de zeventig toen hij zijn eerste pc kocht. Hij was altijd geïnteresseerd in techniek, en hoewel hij soms wat hulp nodig had, kon hij zich aardig redden met dat ding. E-mailen met familie overzee, foto’s scannen en bewerken. Het spelletje Patience was een favoriete applicatie van hem. Toen hij stierf erfde ik zijn oude pc. Deze gaf enkele maanden geleden de geest. Misschien wordt het tijd dat ik hem eens weg doe.

Lees ook (of niet): het verslag van e.day 2007 en Een muzikale schatkamer.

Categorieën
Bloggen Media

E.day 2007

Donderdag 13 september werd de Emerce e.day 2007 gehouden – het grootste e-business event van het jaar (volgens de organisatie van e.day). Locatie was de sfeervolle Van Nelle Fabriek in Rotterdam – de plek van oude industrie waar het heden en de toekomst van commerciële online toepassingen besproken werden. Er zaten veel interessante presentaties bij. Ik heb me prima vermaakt met de presentatie over iGoogle en Sellaband. Bij iGoogle wordt gebruik gemaakt van je zoekgeschiedenis zodat zoekresultaten beter afgestemd zijn op je persoonlijke wensen. Sellaband is een aardig initiatief waarmee bands hun publiek online kunnen vinden. De band of artiest die 50.000 dollar weet op te halen, mag de studio in met een gerenommeerde producent om een album op te nemen.

Presentatie over iGoogle. Foto: Corné Kox.

Leestijd
Joris van Heukelom vertelde over het ontstaan van de gratis krant DAG. Hij claimde dat deze krant langer gelezen wordt dan concurrent De Pers. Uit het onderzoek, uitgevoerd door Daphne Communication Management, blijkt:

“Lezers van DAG besteden de meeste leestijd aan hun krant. Op de vraag hoeveel tijd is besteed aan het lezen van Dag als gratis krant, antwoorden respondenten dat dit gemiddeld 18,2 minuten is. De gemiddelde leestijd van Sp!ts, Metro en De Pers bedragen respectievelijk 17,4 minuten, 16,8 minuten en 14,7 minuten.”

Niet dat ik nu meteen directeur crossmedia van DAG wil tegenspreken, maar het lijkt mij toch stug dat een krant die voornamelijk uit plaatjes bestaat langer wordt gelezen dan een krant met volledige artikelen. (De Pers is qua journalistieke diepgang en de nadruk op het geschreven woord de tegenhanger van DAG in de gratiskrantenmarkt.) Ik ben daarom ook benieuwd naar de demografische samenstelling van de lezers van DAG. Wie weet lezen die wel trager dan andere lezers?User Generated Content
Tegelijkertijd met het hoofdprogramma liep een serie lezingen en workshops van CHI-Nederland (Computer Human Interaction). Gert Hans Berghuis van Fabrique, een multidisciplinair communicatie- en designbureau, legde uiteen waarom volgens hem gebruikers zelf content voor het net produceren. Hij sprak hier ook al over op de Emerce Update: Co-creation van mei dit jaar.Volgens Berghuis slaan gebruikers van het interpret zelf aan het produceren om verschillende redenen:

  1. Mensen zijn nieuwsgierig en willen dingen uitproberen. Bijvoorbeeld het vullen van een kookboek op de site van Albert Heijn. Je ziet ook dat een deel van de gebruikers niet verder komen dan het aanmaken van een profiel om te weten hoe het werkt, en er daarna niets tot weinig mee doen.

 

  • Zingeving. Persoonlijk spreekt deze reden mij wel aan: ik creëer dus ik besta.
  • “Verwerking”van de wereld om ons heen. Soms moet je immers gewoon je spreekwoordelijke “ei” kwijt. Berghuis gaf als voorbeeld het online condoleanceregister van Pim Fortuyn.
  • Goed doen, of te wel een betere wereld schapen. Hierbij hoef je niet meteen te denken aan vrijwilligerswerk voor een goed doel, maar ook aan Wikipedia, waar anonieme schrijvers voor content zorgen. Altruïsme is mooi, maar hoe vaak doe je iets zonder een schijntje eigenbelang?
  • Zelfreflectie: wat gebeurt er in je leven, wat wil je kwijt? Wie anoniem blogt is vaak openhartiger in zijn teksten, dan wanneer een blog verbonden is aan je identiteit.
  • Je wilt uniek zijn en er toch bij horen. Het al oude verhaal over het spanningsveld tussen eigenzinnigheid en communityvorming.
  • Status: kijk eens wat ik kan! Interessant punt – zijn sommige blogs/websites niet een portfolio van het talent van de maker? Niet dat daar iets mis mee is overigens. Dit punt hangt samen met punt vier: iets goeds doen uit eigenbelang. Status slaat ook op het aantal vrienden dat iemand heeft in zijn netwerk. Zoals al die honderden Hyves-‘vrienden’ die mensen verzamelen.

 

Natuurlijk zijn bovenstaande redenen niet exclusief, maar zullen er ongetwijfeld gelijktijdig meerdere motieven meespelen om zelf te produceren op het web. Voor marketeers die gebruik willen maken van web 2.0 is het belangrijk de drijfveren van de gebruikers te doorgronden. Op die manier heeft je marketingcampagne immers de grootste kans van slagen.

Zie ook het verslag over Blognomics 07.
Zie ook: The Next Web.

Categorieën
Boeken Media

Op verkenning in Second Life

Een gesprek met Ilja Pfeijffer:’Het is interessant om te zien wat er gebeurt als mensen zonder beperkingen hun fantasieën kunnen waarmaken.’Ilja Leonard Pfeijffer (1968) is dichter, romancier, essayist, criticus en polemist. Voor nrc.next schreef hij veertien dagen lang reportages over zijn avonturen in Second Life. Deze teksten werden aangevuld met nieuwe verhalen en gebundeld in het boekje Second Life: Verhalen en reportages uit een tweede leven dat recent verscheen bij De Arbeiderspers. Driekwart jaar geleden las Pfeijffer een artikel over Second Life. Nieuwsgierig maakte hij een avatar aan, (je verschijningsvorm in de virtuele wereld, meestal een menselijk figuur) en ging als de fraaigevormde Lilith Lunardi op verkenning. Pfeijffer kreeg het idee voor een reeks reportages nadat hij een tijdje actief was in de virtuele wereld. ‘Driedimensionale virtuele werelden hebben mij altijd gefascineerd, al heb ik nooit games gespeeld zoals World of Warcraft’, zegt Pfeijffer. ‘Second Life is een soort van online 3D-game, zonder spelelement. Daarbij wordt deze virtuele wereld niet door een stelletje whizzkids in elkaar gezet, maar door de bezoekers zelf vormgegeven.’Schemergebied
‘Second Life is een heel interessante proeftuin, een schemergebied tussen fictie en non-fictie. Het is interessant om te zien wat er gebeurt als mensen zonder beperkingen hun fantasieën kunnen waarmaken. Second Life gaat over fantasieën. De vraag van identiteit en authenticiteit is trouwens altijd een belangrijk thema geweest in mijn werk.’ In de media wordt Second Life vooral afgeschilderd als een vrijplaats voor virtuele seks, paaldansen en schaars geklede avatars.
‘Het beeld van Second Life in de media is wel wat vertekend. Alles wat met seks te maken heeft krijgt aandacht. Dat soort dingen gebeuren er ook allemaal wel, maar het is niet zo dat het daar om draait. Er zijn heel veel mensen actief op Second Life die geen boodschap hebben aan virtuele seks. Sociale interactie is de drijfveer van Second Life, daarmee lijkt het veel op je eerste leven: je kunt er iemand worden en vrienden maken. Vooral dat laatste is voor de meeste mensen het belangrijkste motief om in Second Life te zijn. Je kunt op een prettige en laagdrempelige manier kennismaken. Je hoeft geen gêne te overwinnen.’Pfeijffer schrijft in zijn boek ook over de verschillende ontmoetingen in Second Life. Over een van zijn beste vrienden Wim, over ideaalgetekende dames met illustere namen als Vogue Foulon en Beatrice Boisblanc. ‘Ik heb mijn online vrienden nooit in First Life ontmoet, maar dat was ook de opzet. Ik wilde die werelden gescheiden houden. Één vriend weet inmiddels wie ik in werkelijkheid ben, die ga ik wellicht in het echt ontmoeten.’Rolstoel
‘Sommige mensen kunnen in Second Life meer dan in First Life. Er was een terminaal ziek meisje dat in een ziekenhuis aan een bed gekluisterd zat. In Second Life kon ze toch een normaal leven leiden.’ Pfeijffer verhaalt in zijn boek een ontmoeting met Elke die in de virtuele wereld, net als in het echte leven, in een rolstoel zit. Twee jaar geleden kreeg ze een ongeluk met een vrachtwagen. Elke legt haar situatie uit: ‘Mijn eerste maand hier heb ik wel benen gehad. Ik had de langste benen van heel Second Life. Ik kon dansen en rennen, neuken en dansen. (…) Maar er klopte iets niet. Ik had het idee dat ik in Second Life niet mezelf was.’
Pfeijffer weet op deze momenten door te dringen tot de mens achter de avatar en de virtuele façade te ontsluieren. Virtueel doorleven
Leven en dood gaan hand in hand in Second Life. Tussen alle paradijselijke decorstukken in, kun je zomaar een virtueel graf vinden. Zoals het Lydia Rose Memorial Park, dat de vader van Lydia bouwde om zijn dochter te herdenken die op drie jarige leeftijd overleed aan een genetische aandoening. De dood bestaat natuurlijk niet echt in Second Life: avatars kunnen immers niet sterven.
Mensen worden zelfs als avatars weer tot leven gewekt:
‘Ik vond het feest ter ere van (muzikant, red.) Bert van der Grift, die toen een jaar dood was, de meest indrukwekkende gebeurtenis tijdens mijn tijd in Second Life’, zegt Pfeijffer. ‘Zoals ik ook in het boek heb gezet was dit de eerste keer dat ik een Second Life-feestje in mijn agenda heb genoteerd. L.B. Blum (het pseudoniem van producer, dj en webdesigner Ernest Petrus, red.) had het feest ter ere van zijn compagnon georganiseerd dat tegelijkertijd in Second Life en in Ekko in Utrecht plaatsvond. Blum creëerde in Second Life een dansclub en maakte zelfs een virtuele versie van Bert. Daarmee had hij zijn vriend weer tot leven gewekt. Dat was zeer ontroerend. Hij danste zelfs als Bert. Second Life biedt een meerwaarde en voegt veel emotie toe.’ Manwijven
De vrouwelijke avatars kennen over het algemeen ideale vormen zoals hun tegenhangers in Playboy. Veel vrouwelijke avatars worden echter achter het toetsenbord bediend door mannen in de echte wereld. Pfeijffer koos er ook voor om vrouw te zijn in Second Life.
‘Ik weet in het echt wel wie ik ben, daarom wilde ik iets anders. Na een tijdje word je ook daadwerkelijk het personage. Als ik inlog als Lilith, ga ik op een andere manier praten.’ Over Wim schrijft Pfeijffer: ‘Toch blijf je altijd de beste vriend van Lilith Lunardi. Omdat je lief bent. En als man zou ik zulke woorden nooit over mijn lippen krijgen.’Het leven van een mooie vrouw in Second Life heeft veel gemeen met real life: ‘Als vrouw in Second Life heb ik veel geleerd over hoe mannen zijn – dat was erg confronterend. Je hoeft als vrouw maar een kort rokje aan te trekken en je hebt aandacht. En ze zijn ook zo opdringerig die mannen. Ik denk niet dat ik er uiteindelijk een ander mens van ben geworden, al leer je er natuurlijk wel wat van. Maar wat precies is moeilijk in te schatten.’ Dichterlijke vrijheid
Second Life: Verhalen en reportages uit een tweede leven, is een levendig geschreven verkenning van de virtuele wereld geworden. De doorgewinterde Second Lifer (in Nederland zijn ongeveer 17.000 mensen actief in Second Life), zal weinig nieuws in het boekje ontdekken. Voor beginners bieden de reportages echter een prettige kennismaking. Pfeijffer vertelt over zijn ontmoetingen in Second Life, virtuele seks, politiek, kunst, misdaad en de aanwezigheid van grote bedrijven als ABN-Amro die een poging doen verdwaalde avatars te informeren over hun producten. Overigens kun je niet spreken van een afgerond verhaal. Het is een episodische verkenningstocht waarin de avonturen van Lilith centraal staan. ‘Alles in het boekje is non-fictie en wat ik geschreven heb staat dicht bij de werkelijkheid. Hier en daar heb ik wat namen veranderd, enkele personen samengevoegd’, zegt Pfeijffer. Sommige dialogen lijken te mooi om waar te zijn. ‘Een gesprek dat tien minuten heeft geduurd vat ik samen in vier zinnen.’ In het laatste hoofdstuk suggereert Pfeijffer de verkoop van zijn avatar Lilith. Maar of dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden?
‘Of ik Lilith ook echt heb verkocht, laat ik in het midden. Wat ik fascinerend vond is dat populariteit en status op een bepaalde manier meetbaar zijn. Mensen hebben daar zelfs geld voor over. Het verkoop van avatars is overigens niet ongewoon in de virtuele wereld. In World of Warcraft worden heel vaak avatars doorverkocht. Je koopt namelijk ook de prestaties van het personages.’ Overigens is Pfeijffer nog steeds actief op Second Life, al is hij er een stuk minder nu hij er geen reportages meer over schrijft. ‘Af en toe neem ik een kijkje; ben benieuwd hoe het met mijn vrienden gaat.’
Mocht je binnenkort dus Lilith Lunardi tegen het lijf lopen, dan zou dit best wel eens Ilja Pfeijffer kunnen zijn die research doet voor een nieuwe reportage. Je bent gewaarschuwd. Dit artikel is ook verschenen op IntermediairForward.nl.

Categorieën
Bloggen

Blog met mate

Bloggen. Waarom eigenlijk? En – als er al regels over opgesteld mogen worden – waar moet een goed weblog aan voldoen?Iedere dag komen er wereldwijd 120.000 nieuwe weblogs bij, schat Ilse Media directeur Paul Molenaar. Multimediajournalist Peter Olsthoorn zet vraagtekens bij de kwaliteit van deze enorme aanwas. Hij vertelde laatst op Blognomics 07 met veel zelfrelativering wat hij nu verstond onder een goede weblog: originaliteit staat bovenaan. Dit hangt samen met een individuele toonzetting. De blogger moet een kwaliteitsmaatstaf hanteren en moet naar buiten zijn gericht. Olsthoorn houdt niet van blogs die last hebben van gebrek aan zelfkritiek, die voorspelbaar zijn en te veel aan navelstaarderij doen. Wat is het grootste euvel?
‘De meeste bloggers zouden selectiever mogen schrijven. Door de technologie is publiceren makkelijk geworden. Dat is goed, maar de lat mag wel wat hoger. Bloggers moeten meer naar buiten gericht denken en eventueel de gebeurtenissen uit de wereld aan een persoonlijke invalshoek verbinden.’Bloggen als webdemocratie?
‘Een belangrijk element van het begrip web 2.0 is het idee dat de massa beter de waarheid kan bovenhalen dan de journalistieke elite. Men komt in verweer tegen die elite en die kritiek maakt de journalistiek scherper.’Welke blogs lees je zelf?
‘Ik ben vooral beroepsmatig geïnteresseerd in de weblogs over technologie en internet: Frankwatching.com, Bright.nl en Erwinblom.nl. Die zijn meer journalistiek en selectief.’Nog een tip voor welwillende bloggers?
‘Zet de pc wat vaker uit en ga naar buiten om iets sociaals te doen wat niet achter het scherm gebeurt.’ Een ieder zal zijn eigen motief hebben om te bloggen. De een wil gewoon even kwijt dat zijn kat is verdwenen tussen de kaken van de pitbull van de buurman, de ander kaart graag misstanden in de maatschappij aan of houdt een themablog bij. Weer anderen houden een tekenbattle online, of doen aan schaamteloze zelfpromotie.Ik ben ooit met Mike’s Webs begonnen omdat ik als freelancer soms een idee had voor een artikel, maar dit niet aan een opdrachtgever kwijt kon. Ik wilde de stukken toch schrijven en publiceren – een blog leek daar een goede vorm voor. Tegenwoordig heb ik een vaste baan, maar ik merk dat ik daarnaast nog meer kwijt wil. Ook heb ik veel lol aan het bloggen.
Ik ben benieuwd of bloggers inderdaad veel aan zelfcensuur doen. Hoe selectief blog jij? En waarom blog je?(Interview is eveneens verschenen in Intermediair #21.)

Categorieën
Media Mike's notities

Pragmatisch contact

Van de ene (hyper)link naar de andere…

‘In de privésfeer zien we vooral bij jongeren dat zij sneller (en vaker) van partner wisselen en de idee van ‘eeuwige’ trouw weliswaar een mooi ideaal vinden, maar tegelijkertijd afhankelijk maken van een invulling van egocentrische eisen en behoeften. Het is leuk om verschillende vriendjes of vriendinnetjes even uit te proberen, maar niet als het moet uitdraaien op een langdurige en zuurverdiende vertrouwensrelatie – dat kost alleen maar tijd en moeite en leidt af van de instantvervulling van puberverlangens.’

Aldus Henk Blanken en Mark Deuze op blz 98 van PopUp: De botsing tussen oude en nieuwe media.

Ik lees het en herken mezelf hier (voor een deel) in. Ik zie het ook in mijn omgeving: flitsrelaties van een paar weken en dan snel weer door naar een volgende. Alsof je van de ene hyperlink naar de andere doorklikt, totdat ook de laatste webpagina je weer verveelt. Ik bemerk het in mijn eigen houding naar relaties toe… Naast een vast groepje vrienden, ontmoet ik geregeld mensen met wie ik een tijdje vriendschappelijk omga, om ze daarna weer uit het oog te verliezen. Een kwestie van tijd
Misschien is het een kwestie van hoe het leven van een volwassene in elkaar steekt. Een leven waarin door de drukte van werk en andere verplichtingen, de spaarzame vrije tijd goed moet worden ingedeeld. Je merkt in de loop der tijd dat bepaalde mensen je agenda gewoonweg niet meer halen. Contacten verwateren, bewust of per ongeluk. Mensen settelen met een gezinnetje en gaan een nieuwe levensfase in. Anderen verdwijnen in een wolk van onverschilligheid. Net als met alles, blijven alleen de mensen die je boeien hangen – de rest is ruis op de achtergrond.
Is dit een natuurlijke gang van zaken, of is het een teken van de tijd?

Categorieën
Media

Web 2.0

Web 2.0 is een verzamelnaam voor allerlei (nieuwe) toepassingen op het web. De term liep als een rode draad door The Next Web conferentie en Blognomics 07. Een intelligente en beeldende toelichting vond ik op YouTube:

Categorieën
Media

The Next Web conferentie

Vrijdag 1 juni vond de conferentie The Next Web plaats in het Tuschinski Theater in Amsterdam. Een toepasselijke locatie om de toekomst van de nieuwe media te bespreken: toen Abraham Tuschinski zijn sfeervolle theater liet bouwen, behoorde film nog net tot de nieuwe media van die tijd. Tegenwoordig is het filmpaleis een monument voor dit oude medium. Bekende namen uit de webwereld kwamen samen om over Web 2.0 en de toekomst van internet te praten. Ik kreeg het gevoel dat men naarstig opzoek is naar een nieuw succes vergelijkbaar met Google. What’s the next big thing? Het antwoord is vooralsnog niet duidelijk, al worden er aan alle kanten pogingen gedaan de nieuwe pot met goud (uit) te vinden.Er waren vertegenwoordigers van bedrijven aanwezig die in een showcase hun nieuwe applicaties presenteerden. Microsoft demonstreerde Silverlight, een videoapplicatie die de gebruiker in staat stelt gemakkelijk video’s te monteren en te vertonen. Ook de mannen van concurrent Adobe presenteerden hun nieuwe op flash gebaseerde mediaplayer.‘We kennen je beter dan je jezelf kent’
Tapan Bhat sprak over de nieuwe toepassingen van Yahoo. ‘Yahoo wil je geven wat je wenst, op het moment dat je het wil hebben.’ Daarnaast willen ze je zo goed kennen, dat ze je aanbevelingen kunnen doen, nog vóór je die dingen zelf hebt bedacht. Een duidelijke commerciële toepassing van de mogelijkheden van Web 2.0, want laat er geen onduidelijkheid over bestaan: ondanks het feit dat de gebruiker weer centraal staat, mogen we niet uit het oog verliezen dat die gebruiker ook een consument is waar geld aan verdiend kan worden. Netwerken
Producenten willen gebruikers met elkaar in contact brengen via netwerken, of dit nu per pc of mobiel gaat maakt tegenwoordig niet meer zo uit. Alles kan immers geïntegreerd worden. Mobiluck maakt een radar van je telefoon die duidelijk maakt waar je vrienden en onbekende Mobiluck-gebruikers zijn. Tevens heeft het programma een routekaart met een Tom Tom-achtige functie en kun je chatten met andere gebruikers.Gelukkig was er ook ruimte voor de menselijke factor. Deborah Schultz, voormalig Marketing Director van Six Apart, en overigens de enige vrouw in het gezelschap van sprekers, gaf een korte maar enerverende lezing over menselijk sociaal gedrag. Een van de kenmerken van Web 2.0 is immers het netwerken en het opbouwen van (virtuele) relaties. Ze ziet relaties als een soort van ‘bricolage’: je gebruikt iets op een andere manier dan waar het voor bedoeld is. Connecties kunnen je op onverwachte momenten verrassen en uitpakken op een manier die niet gepland was. Schultz constateert dat netwerken met elkaar verweven zijn en dat professionele netwerken met privé-contacten vermengd raken. Ondanks haar vele online contacten hecht ze nog veel waarde aan face to face-contact, want elkaar in de werkelijke wereld ontmoeten verdiept een relatie. ‘Het is belangrijk elkaar in de ogen te kunnen kijken’. (Klik hier voor haar slideshow.)
Postuum eerbetoon
Het bedrijf Respectance zoekt de menselijkheid vooral in emoties. Ze bieden mensen de mogelijkheid een herinneringspagina in te richten voor overledenen, waar mensen ter nagedachtenis teksten, foto’s en video’s kunnen plaatsen. Een soort digitale rouwplek. Deze week werd het project geïntroduceerd. Toevallig werd enkele dagen geleden ook de eerste digizerk in Nederland geplaatst: een grafzerk met ingebouwde laptop, waarop de monitor beeldmateriaal van de overledene is te zien.Identiteit
De meest geanimeerde lezing werd gegeven door Dick Hardt, oprichter en directeur van Sxip, die een bezielde lezing gaf over Identity 2.0– volgens Hardt een verbetering op Id-applicaties als OpenId. Een nieuwe manier om je identiteit online vast te stellen. Vanuit een centraal punt worden alle gegevens van je identiteit bewaard. Je kunt met Identity 2.0 webformulieren praktisch automatisch invullen. Dat klinkt menig webgebruiker natuurlijk als muziek in de oren: geen gezeur meer met de tientallen wachtwoorden en gebruikersnamen die je moet bijhouden. Want, zoals Hardt zelf zegt: ‘Simple and open, wins!’.Fouten durven maken
Saul Klein, van onder andere Skype en investeerder in Last.FM, bracht de verschillen tussen Europa en Amerika in kaart. Waarom komen de meeste internetpioniers uit de States en verdienen Amerikaanse bedrijven veel meer aan het web? Vanwege het cultuurverschil tussen de twee continenten. Terwijl Amerikanen niet bang zijn om fouten te maken en zich daarom meer aan experimenten wagen, kent Europa maar weinig avonturiers. De oplossing zit hem volgens Klein in het idee dat we ‘groot’ moeten denken en niet bang moeten zijn om risico te nemen. Jeff Clavier (oprichter en managing partner van SoftTech VC) onderschrijft dit: ‘Vier je successen, accepteer mislukkingen en promoot het nemen van risico’s.’ Overigens heeft Europa volgens Klein wel een voorsprong op de Verenigde Staten als het gaat om innovatie. We zijn hier verder met mobiele applicaties. Clavier benadrukte nog eens dat Amerika achterloopt als het gaat om bandbreedte-snelheid.Naast lezingen werden er in de foyer op laptops demonstraties gegeven door verschillende bedrijven. Tijdens de pauzes was er ruimte om kennis te maken met verschillende deelnemers en sprekers van de conferentie. Behalve een stapel kaartjes van potentiële nieuwe contacten, neem ik vooral nieuwe ideeën over webtoepassingen mee naar huis. De filosofische kwesties over de Mens in het Web die tijdens de conferentie ter sprake kwamen (wat is identiteit op het web, de verschillende vormen en eigenschappen van webrelaties), prikkelen tot nadenken.

Zie ook het verslag over Blognomics 07.Een interessant en uitgebreid verslag over The Next Web is te vinden op: Frankwatching.com.En een filmpje over The Next Web van Emerce op YouTube.

Categorieën
Bloggen Media

Blognomics 07: Web 2.0

Weblogs zijn nog steeds hot: dagelijks komen er wereldwijd zo’n 120.000 nieuwe blogs bij. 10 mei vond de derde editie van Blognomics plaats in de RAI Amsterdam. Thema web 2.0. Enkele enthousiaste presentaties, maar een wat lauwe zaal vol bloggers.
Peter Olsthoorn vertelde met veel zelfrelativering wat hij nu verstond onder een goede weblog. Olsthoorn houdt niet van blogs die last hebben van gebrek aan zelfkritiek, die voorspelbaar zijn en te veel aan navelstaarderij doen. Ook mogen schrijvers wel eens selectiever publiceren. Wat maakt dan een goed weblog? Originaliteit staat bovenaan. Dit hangt samen met een individuele toonzetting. De blogger moet een kwaliteitsmaatstaf hanteren en moet naar buiten zijn gericht.Copyright, en wat dan nog?
Vreemde eend in de bijt was advocaat Jetse Sprey die een lezing hield over het probleem van de schending van auteursrecht op het internet. Wat mag je overnemen, waar moet je toestemming voor vragen? Hij concludeerde dat de enige manier om ervoor te zorgen dat je auteursrecht veilig wordt gesteld, is een advocaat in de arm te nemen. (Had je een ander antwoord verwacht?) Hoewel dergelijke kwesties interessant zijn, en voor een webredacteur altijd goed om nog eens te horen welke berichten er wel en welke moeilijker over te nemen zijn, verzuchtte de zaal toch dat Sprey zijn lezing niet meer had toegespitst op creative commons en open source-software.Bloggende politici
Een weblog biedt politici een snelle manier om contact te krijgen met de kiezers – democratie in de praktijk. Of dit potentieel ook echt wordt benut bleek niet heel duidelijk uit de discussie met het panel van drie bloggende politici: Arie Slob (fractievoorzitter van de ChristenUnie), Jules Kortenhorst (Tweede Kamerlid CDA) en Martijn van Dam (Tweede Kamerlid PvdA). Van deze drie heren is Slob met een post per week de meest actieve weblogger. Van Dam verklaarde niet genoeg tijd te hebben om actiever te zijn op het web, al zou hij wel graag willen: ‘Als ik online zou doen wat ik wil doen, zou het een fulltime baan zijn.’ Maar helaas zijn er te veel beleidsstukken die gelezen moeten worden en wordt van politici ook verwacht dat ze in het land hun gezicht laten zien. Hierdoor is meer tijd voor internet niet mogelijk. Niet opzienbarend bleek de onthulling dat Jan Peter Balkenende niet zelf zijn eigen weblog schrijft. ‘De minister-president schrijft immers ook niet zelf zijn speech,’ verklaarde Kortenhorst. Overigens schrijven de drie leden van het panel wel hun eigen weblogs. Het mag duidelijk zijn dat ze daarin niet alles kunnen zeggen wat ze zouden willen. ‘Alles wat je op zo’n weblog schrijft wordt op een gouden schaaltje gewogen,’ zegt Van Dam. Hij blijft dan ook op zijn blog binnen de grenzen die zijn woordvoerder heeft gesteld. Van Dam kaartte een ander nadeel aan van het handelen van de pers in het algemeen, maar van internet in het bijzonder. ‘Wanneer je een fout citaat probeert te rectificeren word je beschuldigd van draaikonterij. Wat je ook doet: de schade is altijd voor jezelf.’Arie Slob doet wel eens een persoonlijke ontboezeming in zijn weblog: toen het konijn van zijn dochter tijdens de kabinetsformatie overleed meldde hij dit in zijn blog. Tot zijn grote verbazing werd dit ‘harde’ nieuwsfeit overgenomen door de reguliere pers. Bedrijfspresentaties
Tussen de panels door werden er korte bedrijfspresentaties gehouden van Xolo.tv, Bliin en OMD. Michael Nederlof van Skoeps.nl legde uit hoe zijn site een mooi voorbeeld is van de gewone burger die een reporter wordt. Mensen kunnen hun eigen nieuws aanleveren en wanneer dit na plaatsing op Skoeps.nl doorverkocht wordt aan derden, krijgt de burgerjournalist hier een deel van de opbrengst voor: ‘Nu is verdelen we alles nog 50/50, maar als de gebruiker wil dat het 75/25 wordt, dan doen we dat!’. Nederlof hield een enthousiast verhaal over de nieuwe journalistiek, waarbij ooggetuigen dankzij mobiel of digitale camera zelf verslag doen. Een mooi voorbeeld van het begrip web 2.0. RSS-feed, baby
Het laatste panel met daarin bloggers die een positie hebben verworven in de mainstream media (Dominique Weesie van Geenstijl.nl; Frank Janssen van Frankwatching.com; Frank Meeuwsen van Frank-ly.nl; Eduard de Wilde van BrickMeetsByte.com en Marco Derksen van Marketingfacts.nl) verzorgde niet voor het vuurwerk dat je aan het einde van de middag mocht verwachten. Deze vijf bloggers behoren tot het establishment en stijgen hoog boven de gemiddelde blogger uit. Toch zijn, zoals Paul Moolenaar tijdens zijn keynote speech al aangaf, het vooral specialistische blogs die geld opleveren. Het merendeel zal geen geld verdienen aan zijn blog. Het bijhouden van een geldgenererend blog vereist een hoop tijd en is een dagtaak.
Toen er terecht vanuit de zaal de vraag werd gesteld hoe men denkt te blijven verdienen aan advertenties op de sites als iedereen rss-feeds gebruikt, werd daar door Dominique Weesie wat neerbuigend op gereageerd: hij gelooft dat het grote internetpubliek niet bekend is met rss-feeds: ‘Tante Annie, met haar 386 maak je niet wijs wat rss-feeds zijn.’ Dat mag dan waar zijn, de nieuwe generatie internetters zal de voor hem belangrijke berichten nog voornamelijk lezen via pagina’s als netvibes en bloglines. Rss-feeds zijn een belangrijke tool voor de toekomst waar nu al rekening mee gehouden moet worden. Voorlopig heeft Weesie echter niet te klagen, met gemiddeld 1,6 miljoen bezoekers per maand op Geenstijl.nl.Tijdens de borrel heb ik nog even gebabbeld met enkele bekenden en kennis gemaakt met nieuwe gezichten. Het is altijd interessant om bloggers eens in the flesh te spreken en te weten wie er nu precies achter de site zit die je geregeld bezoekt. Bij de borrel kwamen de lippen van het publiek pas echt in beroering: door het volgeplande programma was er niet echt veel tijd om vragen te stellen tijdens de conferentie. We zullen dus de blogs van de aanwezigen moeten lezen om te weten te komen wat ze er allemaal van vonden.