Categorieën
Media

Facebook: Wat moet je er mee?

Soms vraag ik mezelf af: Facebook, wat moet je er mee? Eeuwen geleden heb ik Hyves afgeschaft om verschillende redenen en nu heb ik alweer sinds jaren een Facebook-account. Maar waarom eigenlijk. Wat doe ik ermee?

Eigenlijk niet zo heel veel, want veel van de functionaliteiten die Facebook te bieden heeft, gebruik ik al in andere applicaties. Voor directe communicatie met vrienden heb ik een voorkeur voor, nou ja, directe communicatie: bellen, afspreken of mailen. Op een goede tweede plaats komt Twitter en DM’s op Twitter. Dat werkt prima. De linkjes die mensen achterlaten op Facebook, kunnen wat mij betreft ook gewoon via Twitter. Aangezien het merendeel van mijn contacten ook een blog heeft, communiceren we vaak dubbel.

Ik gebruik Facebook zelf ook vaak om blogposts te linken en onder de aandacht te brengen. Dat genereert zeker traffic, hoewel je je mag afvragen hoeveel mensen die ‘ik vind dit leuk‘ hebben aangeklikt daadwerkelijk kennis hebben genomen van de blogpost.

Ik kijk wel eens op de Startpagina voor een overzicht van wat mijn vrienden allemaal uitspoken, maar met meer dan 100 contacten is dat vaak alweer zoveel informatie, dat ik het snel weer gezien heb. Daar komt bij dat veel FB-vrienden eigenlijk kennissen of zakelijke contacten zijn. Ik laat dus op Facebook niet het achterste van mijn tong zien – figuurlijk natuurlijk. Letterlijk krijgt alleen mijn tandarts het achterste van mijn tong te zien.

Om mijn Facebook-gebruik in kaart te brengen en om van anderen te horen wat ze er mee doen, besloot ik het van de week eens in de groep te posten. Dat leverde al een paar leuke reacties op:

Natuurlijk is daar de dialoog nog niet mee afgerond. Voel je vrij om hieronder je eigen twee centen aan de discussie toe te voegen.

Categorieën
Media

En toen was er Facebook

Misschien zijn mensen massaal Hyves moe – I wish – of misschien is twitter niet genoeg. Hoe dan ook: mijn mailbox staat opeens vol met vriendverzoeken op Facebook.Echte vrienden, vage kennissen en voor mij volledig onbekenden willen vriendjes met mij worden via Facebook. Ik maakte een paar jaar geleden een account aan om op een makkelijke manier contact te onderhouden met iemand in het buitenland. Sindsdien deed ik weinig met mijn Facebook-account. Hyves had ik al eerder afgeschaft. Al die vriendennetwerken leiden in mijn ogen immers tot niets productiefs. In Twitter zag ik een mooie directe manier van communiceren. Hoewel sommige twitteraars zich soms ook schuldig maken aan het wedstrijdje van Wie Heeft De Meeste Followers. Wat dat betreft is Twitter net als Hyves of Facebook ook een populariteitswedstrijd.Sinds kort is het mogelijk om zelf het adres van je profielpagina aanpassen. Hiermee worden de willekeurige tekens in het huidige adres vervangen door bijvoorbeeld je eigen (bij)naam. Kennelijk is het vriendennetwerk daardoor weer interessant voor gebruikers geworden. Een andere reden voor de stijging van het aantal gebruikers zou ik niet zo snel kunnen bedenken. Voor mij maakt het niet zo veel uit dat de url van mijn Facebook-account mijn eigen naam draagt. Ik ben immers al te vinden via dit blog en een .nl-site die onder mijn naam (en nog in aanbouw is, dus daarover later meer.)
Voorlopig voeg ik al die nieuwe vrienden maar aan mijn profiel toe. Al zie ik nu niet direct in wat Facebook voor toegevoegde waarde heeft: eigenlijk vind ik bloggen, twitter en (nou ja, vooruit) LinkedIn wel genoeg online netwerken.
Wellicht dat een van de lezers uit kan leggen wat de charme van Facebook anno 2009 is?Gerelateerd: Dutch Cowgirl Didie Schackman verklaart haar Hyve overleden en vertelt waarom.

Categorieën
Media Mike's notities

Dubbele identiteiten. Of: dit is niet mijn Hyvesprofiel!

Mooi hoor, hoe je overal tegenwoordig een profiel kunt aanmaken en je leven, gedachtes en andere zaken met vrienden, kennissen en wildvreemden kunt delen. Maar het heeft ook een nadeel als je online iemand tegenkomt met jouw naam.

Ik ben mijn ouders altijd dankbaar geweest voor mijn naam. Ik ben er erg op gesteld en vind dat mijn voor- en achternaam lekker allitereren. Michael Minneboo. Ook ben ik dankbaar dat het eind jaren zeventig in onze gemeente nog niet mogelijk was om ‘Michael’ als ‘Maikel’ te spellen omdat de Engelstalige spelling van mijn naam toen nog verplicht was. Een feit waar ik toen ik in Amerika woonde veel profijt van heb gehad.

Hoewel mijn ouders met de naam ‘Michael’ niet erg origineel waren, daar ik al een neef heb rondlopen die Michel heet. Dat ene lettertje verschil heeft al heel wat verkeerd-verbonden-momenten opgeleverd.

Welke voornaam je draagt is belangrijk. Een naam moet bij je passen. Er is natuurlijk niets ergers dan wanneer je een Ronald bent maar Patrice heet. Ook moeten mensen in staat zijn je naam makkelijk te onthouden. En vooral: ze moeten je naam kunnen spellen. (Da’s met mijn achternaam altijd lastig, maar goed, ook daar raak je naar dertig plus jaren wel aan gewend.)

Wat ik zelf nog een belangrijke eigenschap van een naam vind is dat deze uniek moet zijn. Kijk, we kunnen natuurlijk niet allemaal met de naam Hallie Lama geboren worden, maar hoe onhandig is het niet als vijf andere collega’s ook Jan heten? Helaas ben ik al lang niet meer de enige Michael Minneboo in de wereld. Naar mijn weten lopen er nog twee anderen rond.

Toen ik nog bij Intermediair werkte, kreeg ik op zekere dag een mailtje van een onbekende vrouw. Ze was net bevallen van haar zoontje en die had ze ook Michael genoemd. Toevallig deelden deze jonge spruit en ik dezelfde achternaam, hoewel we naar mijn weten geen directe familie zijn. Ze had de naam van haar zoon gegoogled en was zo op mijn site terechtgekomen. Ook woont er nog een naamgenoot in Zeeland. Die heeft sinds 2008 een Hyvesprofiel onder mijn naam, euh zijn naam aangemaakt. En daarmee begint de ellende.

Als journalist en videomaker wil je dat mensen je kunnen googlen, zodat ze een indruk krijgen van je werk en je hopelijk een leuke opdracht aanbieden. Daarom ben ik nu ook druk bezig met mijn eigen domeinsite op te zetten. Maar tijdens de virtuele zoektocht moeten mensen natuurlijk niet op Hyves terechtkomen en denken dat ik die aardige gozer met die twee kleine kinderen op de profielpagina ben. Het kan natuurlijk nog erger: foto’s van een uit de hand gelopen studentenfeestje waarop handelingen staan waar je nooit van je leven mee geassocieerd wilt worden. Ik hoop dat mijn naamgenoot zich een beetje gedraagt, want stel dat hij extreme meningen op zijn pagina uitspreekt waardoor je niet meer zonder bewaking over straat kunt. Je zult bijvoorbeeld maar een vriendelijke tuinman zijn die Geert Wilders heet.

Het is ironisch dat ik een tijd geleden een column schreef waarin ik aankondigde dat ik mijn Hyvesaccount had gewist omdat ik die virtuele hangplek maar abject vind en dat er nu nog steeds een Hyvesaccount bestaat met mijn naam erop. De verwarring van identiteit en nare Hyvesplekken: het zijn enkele van de grote nadelen van de virtuele wereld waar we niet omheen kunnen.

Zucht.

Goed, voor de duidelijkheid: dit is dus niet mijn profiel. En wie precies wilt weten wat ik tegen Hyves heb, kan daar hier alles over lezen.

Categorieën
Bloggen

Weblog: Hyves versus Blogger

No more Hyves, part deuxEnkele maanden geleden schreef ik een column over het opzeggen van mijn Hyves-account. Een van de lezers die recent op het stukje reageerde, vroeg zich af waarom iemand überhaupt de behoefte zou hebben om een lading persoonlijke gegevens op het internet te plaatsen in een profielpagina van Hyves. Een goede vraag die wat mij betreft sociologisch uitgezocht mag worden. In een reactie op een recente column vroeg iemand zich af waarom ik wel blog bij Google, maar het vervelend vind om mijn gegevens af te geven aan Hyves. Daar heb ik wel een antwoord op.
Voor mij zijn Hyven en Bloggen twee heel verschillende dingen. En wel hierom:1. Ik bepaal zelf bij het bloggen welke privé-gegevens ik prijsgeef. Lezers van dit blog zullen weten dat het merendeel van de posts gaan om media, strips en films. De stukjes hebben dikwijls een persoonlijke insteek, het zijn dan ook vaak recensies of observaties. Daar ben je filmwetenschapper voor. Posts die meer over de persoonlijke levenssfeer gaan geven eigenlijk niet zo veel prijs en zijn vaak in een verhalende vorm gegoten. Ze zijn waarheidsgetrouw, dat wel, maar strikt gedoseerd. Natuurlijk kun je op Hyves zelf ook bepalen wat je wel en niet prijsgeeft, maar het is wel de bedoeling zoveel mogelijk van jezelf te laten zien. En alles achter een slotje verbergen, een pseudoniem nemen: het kan allemaal, maar gaat in tegen het principe van Hyves om alles te delen met je vrienden. 2. Ik kan me niet vinden in de cultus van het zoveel mogelijk vrienden verzamelen. Of zoveel mogelijk connecties met anderen te tonen. Dit sociaalexhibitionisme is niet meer dan een populariteitswedstrijd en ik zit niet meer op de middelbare school.3. Het is waar dat Google heel veel gegevens verzamelt, gegevens die wellicht commercieel interessant voor ze zijn. Maar aan mijn blog verdienen ze geen cent. (Ik ook niet trouwens, maar daar doe ik het ook niet voor.) Ik heb geen banners op mijn pagina staan, geen Google-ads of andere commerciële tie-ins. En de gegevens die ik prijsgeef aan Google zijn zoals gezegd strak geregisseerd. (Wat ze met de gegevens van mijn zoekacties doen is een andere kwestie.) Op Hyves is iedere profielhouder een potentiële gouden kip voor de beheerders van Hyves. Iedereen die op zijn Hyves-pagina aangeeft welke merken hij adoreert is een potentiële klant die benaderd kan worden. In de marketingwereld zijn gegevens van mensen goud waard en worden profielen, cv-databases, etc. voor veel geld verkocht. Iedere Hyver maakt het netwerk méér waard. Als het geheel wordt verkocht aan een andere partij, steken Spanjar en zijn posse veel geld in hun zak. Dat is natuurlijk slim zakendoen en dat kun je ze niet kwalijk nemen. Alleen wil ik daar geen deel van uitmaken. 4. Bloggen is voor mij vrijheid. Ik kan zelf de pagina opmaken zoals ik hem wil hebben en het template aanpassen waar ik wil. Voor zover ik weet is Hyves nogal beperkt. Bovendien ziet bijna alles op Hyves eruit alsof het bestemd is voor kinderen uit groep vier. En Blogger is niet traag.Het evangelie van Hyves in boekvorm
Recent las ik het boekje Hyves van Eva Kol. Kol werkte eerst als stagiair bij Hyves en was later ook medewerker. Het boekje is een bewerking van haar scriptie. In Kols boekje zijn weinig kritische noten te vinden, het lijkt wel of ze de Blijde Boodschap verkondigt. Het glas is altijd halfvol. Als er beschreven wordt dat Hyves te kampen heeft met traagheid, wordt er opgemerkt dat het vroeger veel erger was. Waar dus niet mee gezegd is dat Hyves nu niet meer traag is, alleen minder traag dan eerst. De toon van het boekje werkt aanstekelijk. Halverwege had ik bijna de neiging om een nieuw profiel aan te maken. Kol plaats Hyves wijselijk wel in de bredere context van het fenomeen social networks. Maar goed, dat mag je dan ook verwachten van een communicatiewetenschapper. Tot slot moet iedereen natuurlijk doen waar hij zelf zin in heeft. Het hebben van een Hyves-profiel heeft veel voordelen. Al is het alleen maar dat vijf miljoen Nederlanders zich hebben aangesloten bij dat netwerk. Dat zijn een hoop potentiële lezers, geliefden, vijanden en spammers en stalkers. Dus, voor de Hyves-adepten die vinden dat non-liefhebbers van de netwerkmaffia niet moeten zeuren en dan maar gewoon geen profiel moeten aanmaken (ik parafraseer nu even een van de reacties op het vorige stukje): ga lekker je gang met je te uiten op Hyves of waar dan ook, dan doe ik dat fijn op mijn eigen blog.Wat mij betreft genoeg geneuzeld over Hyves.Update:

Lees ook (of vooral niet):

Categorieën
Mike's notities

Column: Lot, toeval en/of karma

Met haastige hartslag ren ik de roltrap op. De sneltrein staat op het punt van vertrekken en ik verdom het ook deze te missen. Het is vrijdagavond, ik ben moe en wil naar huis. Bovengekomen zie ik hoe mijn medeforenzen zichzelf in de trein proppen. Misschien een idee om mensen eerst allemaal uit te laten stappen? De dikke achterwerken schudden bij het instappen van ‘nee’. Ach, when in Rome, denk ik, terwijl ik mezelf tussen het natte klamme vlees wurm. Gehaald. Nu nog een zitplaats in deze veekar zien te vinden. In loop langs volle banken, grote voeten en bagage als ik twee treinstellen verder een unieke lege zitplaats vind. Mazzel. Met een gevoel van licht geluk zet ik mezelf neer en pak het boek over Andy Warhol uit mijn tas. Drie kwartier te gaan en ik heb geen zin om te staren naar de vermoeide gelaten van mijn collega-reizigers. Er zit namelijk niets tussen van eind twintig, met sprekende ogen en volle lippen. Dus waarom zou ik.De trein schokt en zucht als een oude bejaarde die in beweging komt. Maar deze bejaarde is in de war en rijdt de verkeerde richting uit. Ik kijk uit het raam en zie het oude PTT-gebouw voorbij rijden. Ik zit in de verkeerde trein. Geen idee waar naartoe. ‘Kaartjes alstublieft.’Met het schaamrood op de kaken beken ik aan de geuniformde kaartenknipper dat ik per ongeluk in de verkeerde trein ben gestapt. Vanonder de pet komen staren twee starre ogen me aan. Natuurlijk, per ongeluk, denk ik. Wie gaat er voor zijn lol in de verkeerde trein naar… Waar naartoe? Naar Nijmegen zitten. ‘Uitstappen op Amstel, kaartje kopen naar centraal’, zegt de kaartenknipper terwijl hij zijn naam eer aan doet. En ik voel me weer vier jaar oud en sta met gebogen hoofd voor juffrouw Hetty die voorzichtig de twee potloden uit mijn neusgaten probeert te trekken. ‘Niet meer doen hè?’
‘Nee, juffrouw Hetty.’Als de trein halt houdt, stap ik snel de anonimiteit in. Niemand die weet waarom ik hier op dit perron sta. Ik houd mijn nieuw gekochte kaartje in de hand alsof ik bang ben hem te verliezen en wacht op de trein naar Amsterdam Centraal. Ach, zo kom je nog eens ergens. Misschien moeten we allemaal een keer de verkeerde trein nemen. Wie weet waar je eindigt. Er loopt een meisje met een slank figuur langs me. Ze draagt een grote blauwe tas en een pakketje in cadeaupapier om haar arm. Ze ziet me niet staan, wat me alle tijd geeft haar te observeren. Maar tegen de tijd dat het grote gele monster aan komt rijden, ben ik haar allang uit het oog verloren. Het heeft geen zin om een plaatsje in de coupé te zoeken, moet toch immers zo uitstappen. Het meisje van zojuist zit alleen op het balkon in een tweezitter. ‘Mazzel’, denk ik. Ik plof naast haar neer en ze kijkt nieuwsgierig naar me op. ‘Hoi,’ zeg ik.
‘Hoi,’ antwoordt ze. Daarna blijft ze me aankijken, alsof ze nog iets verwacht. Een verklaring voor waarom ik naast haar ben ga zitten. ‘Ik had de verkeerde trein gepakt,’ probeer ik uit te leggen.
‘Oh, grappig.’
‘Ja. Grappig,’ ratel ik. De automatische piloot klikt aan.
‘En wat doe jij?’ vraag ik.
Ze vertelt dat ze sinds een maand voor een reisbureau werkt. Ze heeft toerisme gestudeerd omdat ze niet zo heel goed weet wat ze wilde gaan doen. Maar zie hield van reizen, dus vandaar. Het meisje beantwoordt mijn vragen alsof dit derdegraadsverhoor de normaalste zaak van de wereld is. Ze heeft een zachte stem. Met haar mooie lippen articuleert ze ieder woord. Wanneer Amsterdam Centraal in zicht komt, vraagt ze wat ik doe. We lopen samen naar de centrale hal. Opeens moet ik denken aan het gesprek wat vriend P. en ik laatst hadden. Over karma en vrouwen. Ben ik in de verkeerde trein gestapt zodat het lot me op het goede spoor zou zetten? Omdat ik dit meisje móest ontmoeten? Of is het allemaal gewoon toeval? Hoe dan ook, daar staan we dan. Onderaan de roltrap zullen onze wegen scheiden. Tenzij ik iets zeg. Maar wát? Ik zeg niets bijzonders. Zij ook niet trouwens. Gewoon ordinaire beleefdheden ter afscheid van een gesprek tussen vreemden. We lopen allebei een andere kant uit. Voorgoed? Thuis check ik haar profiel op Hyves. Ik gebruik daarvoor de inlogcode van vriend P.: ik heb zelf namelijk geen pagina bij de virtuele netwerkmaffia. (Wil je echt weten waarom, lees dan deze column.) Ik check haar relatiestatus: bezet. Niks lot, maar toeval. Of toch karma?Meer in de rubriek De Eeuwige Forens.

Categorieën
Media

Column: No more Hyves

Het mag dan een rage zijn, persoonlijk vind ik Hyves niet veel aan.Ik vind de site traag en omslachtig. Als je door iemands vriendenbestand bladert, en met je muis op een foto blijft hangen, duurt het een eeuwigheid voordat je de basisinformatie over die persoon krijgt. Wanneer iemand mij een berichtje stuurt, of ‘krabbelt’ zoals dat heet in Hyves-jargon, krijg ik een e-mail die me daarvan op de hoogte stelt. Om de krabbel te lezen, word ik geacht eerst in te loggen. Bovendien heb ik niet de behoefte om zoveel mogelijk vrienden in mijn sociale harem te linken en deze tentoon te stellen. E-mail, telefoon en weblogs zijn wat mij betreft genoeg digitale communicatie. Ouderwets afspreken is overigens ook zeer plezierig. En dan te bedenken dat je eigen vrienden je hebben uitgenodigd voor deze netwerkmaffia. En een handige manier om oude bekenden terug te vinden? Dat werkt ook averechts: probeer die vage kennissen die je liever niet meer ziet maar eens te ontlopen in het doolhof van contacten.
Nee, ik hou niet van Hyves. Daarom zojuist mijn Hyves-profiel in de digitale prullenbak gedumpt. Wie echter zijn profiel wil wissen is eerst verantwoording schuldig aan het Hyves-bestuur. Spanjar wil namelijk dat je in een e-mail uitlegt waarom je je deelname aan het netwerkwalhalla van Nederland wil opzeggen. (Bij deze dus Raymond…) Zelfs opzeggen is dus omslachtig. Het valt me overigens nog mee dat dit überhaupt mogelijk is. Wel probeert het Hyves-team je met een zelfingenomen waarschuwing van je beslissing af te bregen:

“Er moet een vergissing in het spel zijn, want als we niet beter wisten zouden we denken dat je je account permanent wilt verwijderen. Hiermee verwijder je ook al je foto’s, video’s, vrienden en deel je je sociale leven een klap toe die niet zelden fataal blijkt…”

Ongetwijfeld sarcastisch bedoeld, maar ondertussen…Voor mij vanaf vandaag No more Hyves… What a Wonderful World. Het werd toch eens tijd voor een MySpace-account.Lees ook: Opa en de digitale revolutie.

Categorieën
Media

Column: Opa en de digitale revolutie

Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet..!

Ik ben minstens tien jaar te vroeg geboren. Nu ben ik allesbehalve een digibeet, maar als ik zie wat jongeren allemaal doen op het interpret en hoe vloeiend deze activiteiten overlopen in de verplichtingen van alle dag, ben ik soms wel wat jaloers. ‘In mijn tijd’ belde je nog met een vaste lijn, elkaar schrijven deed je op papier met een typemachine (of nog onleesbaarder: met de hand) en als je echte interactie wilde, dan ontmoette je elkaar ergens. Kortom: een sociaal netwerk opbouwen kostte meerdere decennia. Nu voeg je iedere vage kennis toe aan je sociale harem en voordat je het weet telt je Hyves tweehonderd échte ‘vrienden’.

Experimenten
Ik heb de videorevolutie nog meegemaakt en uren (home)video’s geschoten maar er was nog geen Youtube of ander digitaal platform waar je het kon laten zien. Dus behalve een select gezelschap zijn mijn filmexperimenten de rest van de wereld bespaard gebleven. Televisiekijken was helemaal vervelend: je was afhankelijk van de programmering en moest soms anderhalf jaar wachten voordat een programma uit de States hier een keertje werd uitgezonden. Hoeveel uren tijd had ik mezelf kunnen besparen met een peer-to-peersysteem? Daar wil ik niet eens aan denken.Muziek wisselde je uit op tapes – of als je genoeg geld had, kocht je het album op vinyl. Je logde niet in bij last.fm en je kreeg niet automatisch een muziekmenu voorgeschoteld. Je moest helemaal zélf kiezen wat je uit de kast haalde en waarin je zin had om naar te luisteren. Dat kon gelukkig wel al onderweg, met dikke vierkante walkmans en gigantische koptelefoons. (Als ik nu in de trein zit, mis ik soms goede geluidsdichte koptelefoons bij mijn medereizigers.)

Hyvesmaffia
Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet! De digitale revolutie geeft mensen sneller toegang tot elkaar en als alles lekker loopt met je pc en verbinding krijg je veel meer gedaan dan vroeger in dezelfde tijd. Dit zijn interessante tijden. We zitten in een stroom van technische ontwikkeling die enkele decennia geleden al is ingezet, maar die een steeds snellere vlucht neemt. Ik leef veel online. Ik blog, lees blogs, websites, bekijk filmpjes op Youtube en zit zelfs bij een paar sociale netwerken. Nou goed, één ding is mij wel een digitale doorn in het oog.

Die Hyvesmaffia vind ik een gruwel. De site loopt veel te traag – voordat je een foto ziet, of op een andere pagina terechtkomt… er gaan kostbare levensminuten verloren. Daarbij word je praktisch verplicht om mee te doen aan dit soort praktijken (peer-to-peerpressure, zeg maar). En dat geneuzel met die krabbels ben ik meer dan zat. Raymond Spanjar laat een e-mail sturen als ik gekrabbeld wordt. Maar om de tekst te lezen moet ik eerst inloggen op Hyves. Kortom: een heel effectief en nuttig netwerk dat Hyves. Laatst zag ik Spanjar op e.day. Voordat ik hem kon vragen of hij denkt dat het nog een keer wat gaat worden met dat Hyves, was hij alweer in de menigte verdwenen – de man die sneller is dan zijn netwerk. Ik zal hem eens krabbelen, snapt hij misschien meteen wat ik bedoel.

Voetnoot
Mijn opa was dik in de zeventig toen hij zijn eerste pc kocht. Hij was altijd geïnteresseerd in techniek, en hoewel hij soms wat hulp nodig had, kon hij zich aardig redden met dat ding. E-mailen met familie overzee, foto’s scannen en bewerken. Het spelletje Patience was een favoriete applicatie van hem. Toen hij stierf erfde ik zijn oude pc. Deze gaf enkele maanden geleden de geest. Misschien wordt het tijd dat ik hem eens weg doe.

Lees ook (of niet): het verslag van e.day 2007 en Een muzikale schatkamer.