Categorieën
Media

Interpret historie: de eerste webcast in NL

Persbericht: 4 mei 2007 is het exact 12,5 jaar geleden dat in Nederland de eerste ‘webcast’ plaatvond. Toen werd vanuit cultuurcentrum Simplon in Groningen live een concert uitgezonden via het internet.Op 4 november 1994 keken maar liefst vier vroege internetters via hun PC naar het Metal concert in de Simplon. Twee waren er speciaal voor thuisgebleven en twee onbekenden volgden het concert vanuit Amsterdam. “Dat wil zeggen: de beelden, want geluid kon nog niet,” licht Stef van der Ziel, de initiatiefnemer van de webcast en oprichter van Jet-Stream, lachend toe. “De techniek faciliteerde bovendien slechts één beeld per seconde, dus alleen de echte internetgelovige zou hier hoop uit putten!” Streaming video wil zeggen dat er realtime gekeken kan worden en dus niet tussentijds gedownload hoeft te worden. Dat was uiterst vernieuwend in een tijd dat er in Nederland nog maar een handvol websites bestond en allemaal ‘text only’ zoals dat heet.Eén beeldje per seconde klinkt nogal prehistorisch, internet has come a long way zou ik zeggen. Tegenwoordig zit ik vaker een avondje te YouTuben dan dat ik televisie kijk. En hoe zit het met jou? Zit je vaker achter de monitor gekluisterd of ben je nog steeds een beeldbuis-addict?

Categorieën
Film

Film: Lachen op het web met HAFF

Internet speelt een steeds groter wordende rol in de productie en distributie van animatie. Daarom vertoont het festival net als in 2004 onder de noemer Panorama NL Web een selectie van autonome Nederlandse webanimaties en projecten.

De geselecteerde webanimaties verschillen veel in onderwerpkeuze en in stijl: van de bijna abstracte zwemmende zaadcellen in Cells (Jurjen Versteeg), tot de meer Pixar-achtige 3D-animatie Inflate escape van Jesper Monteny waarin een ballon zichzelf probeert te bevrijden. De geselecteerde webanimators lijken overigens wel een voorliefde voor onverwachte wendingen en een humoristische invalshoek te delen. Op het web wordt heel wat afgelachen. Ook in De Nieuwe Kleren van de President (Cesare Davolio), een pamflet voor vrijheid van meningsuiting, speelt humor een belangrijke rol.

Jammer genoeg zoeken opvallend weinig webanimators de interactie met het publiek. Nils Mühlenbruch geeft met Het Elfletterig genootschap voorzichtig het goede voorbeeld. In deze webanimatie moet de kijker zelf allerlei voorwerpen aanklikken om de uitbeelding van recent bedachte woorden te activeren. Het is echter te hopen dat webanimaties in de toekomst een wat verdergaande interactie zullen bieden, want dat geeft ze een grote meerwaarde.

Ondanks de voordelen die het internet voor animatie biedt, moet de rol van het web volgens Lex Veerkamp, hoofd publiciteit van het HAFF, ook weer niet worden overschat. De vertoning op het web zal de animatiefilm niet van het grote scherm verdringen:

‘Sommige animatiefilms komen beter tot hun recht in de bioscoop. De film Father and Daughter (Michael Dudok de Wit, 2000) deed me op een klein scherm minder en heeft veel meer impact op het witte doek. Je ziet dan meer details. Maar los daarvan: samen met 40, 50 man in een zaal zitten en in een deuk liggen om een cartoon van Chuck Jones heeft iets magisch. Dat heb je in de huiskamer niet.’

Het Holland Animation Film Festival biedt de kans op die ervaring van 1 t/m 5 november.

Zie ook: Machinima op het HAFF.

Categorieën
Media Mike's notities

Column: ‘God bless The Hoff!’

Bovenstaande uitspraak is een reactie bij de videoclip Looking for Freedom van David Hasselhoff op YouTube. Hasselhoff, bekend van Knight Rider en Baywatch, lijkt weer helemaal terug te zijn. Na enkele jaren verstopt te zijn geweest in Duitsland en dobberend in de alcohol is ‘The Hoff’, zoals hij zichzelf noemt, niet van de buis én vooral van het internet af te slaan.

De uitspraak roept de vraag op in hoeverre de fan dit serieus bedoelt of dit heeft geschreven met een ironische glimlach rond de lippen.

David Hasselhoff maakte furore met zijn rol van Michael Knight in de televisieserie Knight Rider. Een serie die nu nog steeds wel ergens in de wereld wordt uitgezonden en waar ik als kind erg fan van was. Wie de ster van de serie was – de supergeavanceerde auto KITT of de chauffeur van deze auto, Knight – daar kun je over twisten. Hasselhoff maakte in ieder geval dankbaar gebruik van het imago dat de rol hem verschafte en trad in het begin van zijn zangcarrière op met zijn trouwe vierwieler.

Duidelijk was dat Hasselhoff zichzelf vanaf het begin serieus nam. De vraag is of dit ook voor het publiek geldt. Of met andere woorden: is het überhaupt mogelijk om serieus fan te zijn van Hasselhoff zonder dat mensen zich afvragen of er ergens een schroefje bij je loszit?

Laat ik vooropstellen dat David geen domme jongen is. Hij werkte zich op van soapacteur naar de Ridder in het Leren Jack en rende daarna voor veel geld heel wat rondjes op het strand als strandwacht. Ondertussen is hij een gevierd zanger in bepaalde landen (Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk) en heeft hij door zijn carrière goed geboerd.

Dit jaar speelde hij een rol in Click met Adam Sandler, was hij onder andere jurylid van de show America ’s got Talent (een soort van Idols) en kwam zijn autobiografie Making Waves uit. En nu wordt het verhaal een beetje eng.

Niets vermoedend surfte ik laatst op Google Video en kwam ik een wat amateuristische videoboodschap van The Hoff Himself tegen. Hij vertelt dat zijn boek gaat over hoe hij in het leven staat en hoe mensen over de hele wereld positief reageren op Michael Knight. ‘One man can make a difference,’ zegt hij serieus in de camera. Dit was de slogan van de serie Knight Rider en is nu kennelijk ook de lijfspreuk van de acteur in het dagelijks leven. Ik besefte dat David, niet gespeend van een beetje zelfspot, méénde wat hij zei. Dit ging verder dan Hasselhoff die handig gebruik maakte van zijn voorgaande televisierol. David was Michael geworden zo leek het. In ieder geval in zijn hoofd.

(Je mag je wel afvragen waarom iemand die multimiljonair is geen professioneler ogende videoboodschap laat opnemen in plaats van dit amateuristische filmpje. Misschien wil hij hiermee zijn ‘echtheid’ aantonen.)

Maar het wordt nog vreemder. In de videoclip Jump in my Car, die gretig gedownload wordt op YouTube, zien we Hasselhoff die een parodie neerzet van Michael Knight. Hij probeert een meisje in KITT uit te nodigen om haar vervolgens met de schietstoel te lanceren als blijkt dat ze echt te ver weg woont.

In een andere videoboodschap geeft The Hoff de kijker een update over zijn leven. En kondigt hij David Hasselhoff – the Musical aan. Hij als Belle, KITT als ’t Beest? Hasselhoff zendt een dubbele boodschap uit: aan de ene kant leeft David als een soort Michael Knight die de harten van kinderen over de hele wereld verblijdt door ze een bezoekje te brengen; aan de andere kant steekt hij met zichzelf de draak in videoclips en filmrollen. Hasselhoff heeft twee gezichten.

En zo zijn er ook twee typen fans: de mensen die geloven in het Heilige Vuur van The Hoff, en de mensen die Hasselhoff zien als een campfiguur. De reacties op de video’s gaan van extreem pro tot erg negatief. Kennelijk ben je voor of tegen The Hoff.

En waar sta ik eigenlijk in deze kwestie van wereldse importantie? Hoe zie ik de Man die in mijn jeugd met mijn favoriete auto menig vrouw-in-nood redde, maar later schlagerachtige popmuziek ten gehore bracht en tegenwoordig videoclips maakt waar hij voor een glanzende Amerikaanse vlag staat? De Man die om zichzelf kan lachen, T-shirts draagt met de tekst ‘Don’t Hassel the Hoff’ erop en zich tegelijkertijd heel serieus lijkt te nemen in videoboodschappen en interviews? Laat ik het zo zeggen: ‘God Bless The Hoff!’

Categorieën
Strips

Webcomics 101

Webcomics: Een korte introductie

De tijd van papieren strips is voorbij? Dat is wellicht wat te voorbarig om zo te stellen. Toch moet gezegd worden dat er vele strips zijn die slechts in digitale vorm op het web verschijnen: de zogenaamde webcomics. Vaak worden deze comics getypeerd als ‘strips op internet’. Hoewel dit de eerste eigenschap is die wellicht te binnenschiet, zijn deze strips in feite veel meer. Via webcomics hebben tekenaars creatief vrij spel, met allerlei mogelijkheden die ‘op papier’ niet kunnen, zoals animatie, interactiviteit en geluid. Een goed voorbeeld hiervan biedt het werk van Stephan Brusche, waar interactie een grote rol speelt. Wie van animatie en konijnen houdt, heeft wellicht meer aan de Bunbun-strips van Mattt Baay.

Interactie
Zoals met andere vormen van internetpublicaties, bieden webcomics een direct contact met de makers via guestbooks, posts en e-mails. Commentaar op het werk, toevoegingen van lezers en zelfs persoonlijke ontboezemingen verrijken het oorspronkelijke materiaal. Een dergelijke interactie met de maker is normaliter alleen mogelijk op stripbeurzen. Maar ja, daar moet je dan wel tegen (andere) stripnerds strijden om aandacht van de stripmaker.

Veel makers zorgen voor updates op vaste tijdstippen. Terwijl sommige comics wekelijks een nieuwe aflevering brengen, verschijnen andere zelfs dagelijks (!). Op vaste tijdsstippen updaten is een goede manier om een vast lezerspubliek te trekken. Mensen zijn nu eenmaal gewoontedieren. Dit feit heeft televisie indertijd ook geen windeieren gelegd. De comic Questionable Content was met zijn dagelijkse updates op een gegeven moment zo populair, dat maker Jeph Jacques zijn baantje opzegde om fulltime aan zijn strip te werken.

Webcomics worden overal ter wereld gemaakt, al hou ik mezelf vooral bezig met wat de Engelstalige strips en het werk dat in Nederland en België verschijnt.

Clickburg
In Nederland wordt het fenomeen op uitgebreide en professionele wijze vertegenwoordigd door Stichting Clickburg. Deze organisatie is juist in het leven geroepen om het fenomeen webcomics op de kaart te zetten. Op de website van clickburg wordt de geschiedenis van webcomics uit de doeken gedaan. Ook verschijnt er wekelijks een recensie over een bepaalde webcomic en kunnen mensen meepraten op het forum. Wie meer wil weten over dit fenomeen: Clickburg is een goede plek om te starten.

Met enige regelmaat schijf ik zelf ook een recensie voor de site, al wordt het gros door twee andere stripkenners geschreven die al veel langer met het onderwerp bezig zijn. (Tot zover deze schaamteloze vorm van sluikreclame.)

Goeroe
Mijn eerste kennismaking met webcomics vond plaats toen ik het boek Reinventing Comics van Scott McCloud las. McCloud is een striptekenaar die enkele boeken schreef over strips in stripvorm. Hij wordt gezien als een van de goeroes op webcomics gebied – al was hij niet de eerste die over dit fenomeen begon of online strips publiceerde. Die eer valt te beurt aan Hans Bjordahl die in 1992 zijn strip Where the Buffalo Roam publiceerde via een nieuwsgroep van Usenet. Met dat even terzijde. Wie de eerste was is niet echt interessant. Wel interessant is het feit dat het aantal webcomics in de afgelopen jaren sterk is toegenomen en dat er voor iedereen wel iets te halen valt .

Kortom: Go check them out.