Categorieën
Film Filmrecensie Mike's notities

Een kunstminnend weekend in Arnhem

L. en ik besloten dat een weekendje Arnhem in een rustiek hotel precies was wat we nodig hadden. Dus togen we op vrijdagavond, net na de spits, met de auto naar de hoofdstad van Gelderland.We kwamen ’s avonds laat in het centrum van Arnhem aan. We parkeerden bij Hotel Molendal, gelegen aan de rand van het Sonsbeekpark, op een steenworp afstand van de binnenstad. Er stond een prettige tweepersoonskamer op ons te wachten op de derde verdieping. Hotel Molendal is het voormalige woonhuis van André de la Porte. Deze villa in Jugendstilstijl werd in 1904 als eerste in de omgeving gebouwd.

Uitzicht vanuit de hotelkamer.

Zaterdag brachten we een paar uur door in het Sonsbeekpark, waar veel beelden geëxposeerd staan, een hertenkamp is en twee watervallen. Het viel me hier op hoe heuvelachtig Arnhem en omgeving eigenlijk zijn. Heel anders dan de platte randstad. Stadspark
Het Sonsbeekpark is ’s lands eerste monumentale stadspark. Een belangrijk onderdeel van het park is de St Jansbeek. Vroeger stonden hier zeven molens langs de St Jansbeek. Tegenwoordig staat er daarvan nog één. De Witte molen heet ie. L. en ik bezochten ook even het bezoekerscentrum dat naast de molen staat. Het was die dag open monumentendag. In het park en bezoekerscentrum waren dan ook een hoop bezoekende bejaarden te vinden.

De Witte Molen.

L. en ik zochten weer snel de buitenlucht op en vonden rust bij de waterval.Door het gehele park hingen allerlei installaties en kunstwerken als onderdeel van een expositie van het Museum voor Moderne Kunst. Het was erg verrassend om dergelijke beelden tussen de bomen te ontdekken.Processies
Later die middag bezochten we het Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) waar de tentoonstelling Carried Away/Procession Art werd gehouden. De tentoonstelling bestaat uit het werk van internationale en Nederlandse kunstenaars die processies organiseerden, of zich hebben laten inspireren door processies, politieke parades, carnavalsoptochten, marsen of begrafenisstoeten. Sommige moderne sculpturen konden mij wel bekoren, zoals het werk van Stephen Wilks die levensgrote varkens naar George Orwells boek Animal Farm maakte.Magisch realisme
Het meest onder de indruk was ik echter van de tentoonstelling over het magisch realisme, waar werk hing van de oude meesters Pyke Koch, Edgar Fernhout, Carel Willink, Dick Ket, Wim Schumacher en Charley Toorop.

Detail van het zelfportret van Edgar Fernhout (1912-1974).

Mocht je ooit een bezoekje brengen aan het MMKA, dan raad ik je bij deze de aspergequiche in het restaurant af. Die had dezelfde nare smaak als de olieverf schilderijen die in het museum hingen.

De beeldentuin rondom het museum kan ik je echter wel aanraden. Daar is onder andere deze prachtige deur te aanschouwen.

Een – wat mij betreft – grappig uithangbord in het centrum van Arnhem.

Factory Girl
In de avond besloten we deze kunstgerichte dag af te sluiten met een voorstelling van Factory Girl. Deze film uit 2006 van George Hickenlooper vertelt over het leven van Edie Sedgwick. Deze schoonheid verliet de kunstacademie om het te gaan maken in New York en raakte verstrikt in het web van de wereld van Andy Warhol. Het is een film die vooral de negatieve kanten van haar leven belicht en waarin alle personages heel zielig worden voorgesteld. Op het moment dat acteur Hayden Christensen (Skywalker in de nieuwe Star Wars-trilogie) in de film verscheen en een belabberde poging deed om Bob Dylan te imiteren, had Factory Girl voor mij volledig afgedaan. Hoe een regisseur deze non-acteur kon casten om iemand met de statuur van Dylan neer te zetten, was mij een compleet raadsel. In I Am Not There waren daar nog zes acteurs voor nodig. Allemaal met meer ervaring en veel meer talent dan Anakin Skywalker. Christensen probeert op krampachtige wijze de stem van Bob Dylan na te doen, maar lijkt eerder een monotone voice-over van een derderangs film noir detective op te roepen. Nee, Factory Girl zou wat mij betreft nooit op de lijst van beste film verschijnen. Mocht je de flick toch per se willen zien: ga de bioscoop dan niet in zonder wat prozac-pilletjes.
Een pluspunt aan de voorstelling was dat ik ter promotie van de film een blik Campbell Tomato Soup kreeg van de caissière. De Warhol-fan in mij maakte een klein huppeltje bij de aanblik van dit soepblik.Veluwe
De zondag stond vooral in het teken van de Nederlandse prairie: de veluwe. We pakten twee Witte Fietsen waarmee we het gebied doorkruisten. Bij het Kröller-Müller Museum parkeerden we de stalen rossen om daar een paar uurtjes heerlijk te dwalen door de beeldentuin.
‘Kijk uit attention’ van Krijn Giezen (1939) is sinds een ongeval helaas afgesloten voor het publiek.
Paviljoen voor de 5de Internationale Beeldententoonstelling in het Park Sonsbeek te Arnhem, 1966; herbouwd in de beeldentuin van het museum, 2005-2006.Net als ET
Toen het museum ging sluiten, liepen we naar de fietsenrekken waar normaliter de Witte Fietsen staan. Die waren echter allemaal al meegenomen, of hadden een lekke band. Er zat niets anders op dan de 2,5 kilometer terug te lopen naar de auto. Toen we echter stuitten op een hek en een bordje met ‘verboden toegang’ moesten we van het aangewezen pad afwijken. Al snel liepen we niet meer in de goede richting. Een aardige man en een kaart bood uitkomst. We waren inderdaad een stukje verkeerd gelopen. De avond viel en het zou weldra donker worden. Heel toevallig stonden er twee witte kinderfietsen op ons te wachten in de berm. Niet veel later raceten we door het Veluwse landschap op veel te kleine fietsjes. In mijn hoofd hoorde ik de melodie van de film ET, want het deed me denken aan de fietstocht van Elliot en co. Goed, Elliot had een crossfiets en een alien in het mandje aan het stuur die de fietsen door de lucht liet vliegen, maar voor de rest voelde het precies hetzelfde. 🙂 Een aardige melige afsluiter van een weekend vol kunst – in Arnhem.
Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Column: Lot, toeval en/of karma

Met haastige hartslag ren ik de roltrap op. De sneltrein staat op het punt van vertrekken en ik verdom het ook deze te missen. Het is vrijdagavond, ik ben moe en wil naar huis. Bovengekomen zie ik hoe mijn medeforenzen zichzelf in de trein proppen. Misschien een idee om mensen eerst allemaal uit te laten stappen? De dikke achterwerken schudden bij het instappen van ‘nee’. Ach, when in Rome, denk ik, terwijl ik mezelf tussen het natte klamme vlees wurm. Gehaald. Nu nog een zitplaats in deze veekar zien te vinden. In loop langs volle banken, grote voeten en bagage als ik twee treinstellen verder een unieke lege zitplaats vind. Mazzel. Met een gevoel van licht geluk zet ik mezelf neer en pak het boek over Andy Warhol uit mijn tas. Drie kwartier te gaan en ik heb geen zin om te staren naar de vermoeide gelaten van mijn collega-reizigers. Er zit namelijk niets tussen van eind twintig, met sprekende ogen en volle lippen. Dus waarom zou ik.De trein schokt en zucht als een oude bejaarde die in beweging komt. Maar deze bejaarde is in de war en rijdt de verkeerde richting uit. Ik kijk uit het raam en zie het oude PTT-gebouw voorbij rijden. Ik zit in de verkeerde trein. Geen idee waar naartoe. ‘Kaartjes alstublieft.’Met het schaamrood op de kaken beken ik aan de geuniformde kaartenknipper dat ik per ongeluk in de verkeerde trein ben gestapt. Vanonder de pet komen staren twee starre ogen me aan. Natuurlijk, per ongeluk, denk ik. Wie gaat er voor zijn lol in de verkeerde trein naar… Waar naartoe? Naar Nijmegen zitten. ‘Uitstappen op Amstel, kaartje kopen naar centraal’, zegt de kaartenknipper terwijl hij zijn naam eer aan doet. En ik voel me weer vier jaar oud en sta met gebogen hoofd voor juffrouw Hetty die voorzichtig de twee potloden uit mijn neusgaten probeert te trekken. ‘Niet meer doen hè?’
‘Nee, juffrouw Hetty.’Als de trein halt houdt, stap ik snel de anonimiteit in. Niemand die weet waarom ik hier op dit perron sta. Ik houd mijn nieuw gekochte kaartje in de hand alsof ik bang ben hem te verliezen en wacht op de trein naar Amsterdam Centraal. Ach, zo kom je nog eens ergens. Misschien moeten we allemaal een keer de verkeerde trein nemen. Wie weet waar je eindigt. Er loopt een meisje met een slank figuur langs me. Ze draagt een grote blauwe tas en een pakketje in cadeaupapier om haar arm. Ze ziet me niet staan, wat me alle tijd geeft haar te observeren. Maar tegen de tijd dat het grote gele monster aan komt rijden, ben ik haar allang uit het oog verloren. Het heeft geen zin om een plaatsje in de coupé te zoeken, moet toch immers zo uitstappen. Het meisje van zojuist zit alleen op het balkon in een tweezitter. ‘Mazzel’, denk ik. Ik plof naast haar neer en ze kijkt nieuwsgierig naar me op. ‘Hoi,’ zeg ik.
‘Hoi,’ antwoordt ze. Daarna blijft ze me aankijken, alsof ze nog iets verwacht. Een verklaring voor waarom ik naast haar ben ga zitten. ‘Ik had de verkeerde trein gepakt,’ probeer ik uit te leggen.
‘Oh, grappig.’
‘Ja. Grappig,’ ratel ik. De automatische piloot klikt aan.
‘En wat doe jij?’ vraag ik.
Ze vertelt dat ze sinds een maand voor een reisbureau werkt. Ze heeft toerisme gestudeerd omdat ze niet zo heel goed weet wat ze wilde gaan doen. Maar zie hield van reizen, dus vandaar. Het meisje beantwoordt mijn vragen alsof dit derdegraadsverhoor de normaalste zaak van de wereld is. Ze heeft een zachte stem. Met haar mooie lippen articuleert ze ieder woord. Wanneer Amsterdam Centraal in zicht komt, vraagt ze wat ik doe. We lopen samen naar de centrale hal. Opeens moet ik denken aan het gesprek wat vriend P. en ik laatst hadden. Over karma en vrouwen. Ben ik in de verkeerde trein gestapt zodat het lot me op het goede spoor zou zetten? Omdat ik dit meisje móest ontmoeten? Of is het allemaal gewoon toeval? Hoe dan ook, daar staan we dan. Onderaan de roltrap zullen onze wegen scheiden. Tenzij ik iets zeg. Maar wát? Ik zeg niets bijzonders. Zij ook niet trouwens. Gewoon ordinaire beleefdheden ter afscheid van een gesprek tussen vreemden. We lopen allebei een andere kant uit. Voorgoed? Thuis check ik haar profiel op Hyves. Ik gebruik daarvoor de inlogcode van vriend P.: ik heb zelf namelijk geen pagina bij de virtuele netwerkmaffia. (Wil je echt weten waarom, lees dan deze column.) Ik check haar relatiestatus: bezet. Niks lot, maar toeval. Of toch karma?Meer in de rubriek De Eeuwige Forens.

Categorieën
Film Mike's notities Strips

Mike’s Webs: A – Z

Persoonlijk jaaroverzicht 2007

Het is december en dus weer tijd voor lijstjes: de Top 100 Aller Tijden, de top-2000, de beste/slechtste films van het jaar… Arbitrair, vaag, maar wat kan het schelen? Dit keer op Mike’s Webs geen top-zoveel, maar een persoonlijk alfabet, waarin iedere letter een voor mij belangrijke betekenis meekrijgt. Schroom niet om je eigen lijstje als commentaar toe te voegen.

A – Andy Warhol: Kunstminnaars ontkwamen dit jaar niet aan het werk van Warhol die twintig jaar geleden overleed. Ikzelf was blij verrast toen ik in Edinburgh zijn schilderwerk ‘live’ kon zien. De expositie in het Stedelijk een paar maanden later, vol met zijn filmwerk, was daar een mooie aanvulling op. Voor een Warhol-fan als ik een ware dream come true.

B – Bloggen: Sinds augustus meer dan een jaar(!) Oké, dat is nog relatief kort vergeleken bij die-hard bloggers als Aukje en Frommel (die respectievelijk al ruim vier en drie jaar achter het toetsenbord kruipen) maar goed. Bloggen is de vrijheid om te publiceren wat je wilt; het is een creatieve manier om met anderen in contact te komen en hier en daar steek je nog iets op van andermans blog.

C – Californication: Een sitcom die ver boven het genre uitstijgt. Kon televisie maar altijd zo goed zijn…

D – Des Duivels: Dit jaar las ik Lucifer Rising van Gavin Baddeley. Een interessant boek over zonde, satanisme en rock-‘n-roll. Aansluitend The Satanic Bible van Anton Szandor LaVey, oprichter van The Church of Satan, gelezen. Een uniek zelfhulpboek dat niet mag ontbreken in de collectie van iedere zelfrespecterende satanist.

E – Edinburgh: Waar ik op spokenjacht ging en mijn hart verloor aan (een) lokale schoonheid.

F – Faces & Names: Het soloalbum van David Pirner. Ik liep stad en (buiten)land af op zoek naar deze cd, om hem uiteindelijk via het interpret in Oostenrijk aan te schaffen. Gelukkig was dit kleine meesterwerkje alle moeite van het bemachtigen waard.

Femme Fatale: Omdat je weet dat je je vingers gaat branden, maar je toch de drang om haar aan te raken niet kan weerstaan.

G – Gothic: In sommige gevallen is het wellicht een overheersing van style over matter, maar tóch blijven die door korsetten strakgetrokken meisjes met dikke lagen zwarte make-up en een bleke huid, het werk van Edgar Allan Poe en oude kerkhoven mij fascineren.

H – Halloween: Het leukste feestje van het jaar.

I – Inspiratiebronnen: Van die werken waardoor je gewoon zin krijgt om zelf iets te gaan maken. Dit jaar waren dat in ieder geval alle producten en makers die in deze lijst positief naar voren komen. De documentaire over de tot standkoming van de film Clerks II was tevens een bron van inspiratie – de lol van het is namelijk van Kevin Smith en zijn crew af te lezen. Als ik zie met hoeveel passie deze flick van Kevin Smith is gemaakt, en hoeveel lol de makers op de set hadden, krijg ik meteen zin zelf ook achter de camera te duiken.

J – Joker: Niet alleen een van de meest tot de verbeeldingsprekende stripschurken, ook de kleurrijke en psychotische tegenhanger van de Dark Knight. En de levendige pleitbezorger van de filosofie dat je maar beter lachend kunt sterven. Eigenlijk heb ik relatief weinig van de grijnzende psycho vernomen in 2007, maar dat zal volgend jaar ruimschoots worden gecompenseerd als The Dark Knight in de bioscoop te zien is. “I always envisioned myself as being a hero like Batman, but I turned out to be just another Joker.”

K- Kaufman, Andy.

L – Liveconcerten: Een paar memorabele optredens die ik heb gezien waren die van Ellen ten Damme tussen de uitverkoopbakken in Concerto en het optreden van Moke op het lokale poppodium.

M – Meccano: De Ruwe Gids. Een gestileerd meesterwerk van Hanco Kolk. Een van de beste graphic novels van het jaar.

N – Nine to Five: Omdat dit eigenlijk niet echt bij me past, maar ik me er toch al een jaar doorheen weet te slepen. Het staat voor het feit dat ik vond dat ik me op mijn dertigste maar eens volwassen moest gaan gedragen. Dus een vaste baan, vast inkomen en dagritme. Een paar maanden later besef ik dat dit allemaal niet echt nodig is. Volwassenheid is ook maar een pose. Weer wat geleerd.N – Nerds: Love ‘em!O – Onmogelijke liefde: You know who you are.

P – Prestige, The: Een van de beste films van het jaar. Een genot om keer op keer te bekijken.

Q – (altijd lastig in te vullen die ‘Q’) Queeste: De eeuwigdurende zoektocht naar zingeving en geluk.

R – Reed, Lou: Door de Warhol-expo en zijn eigen foto-expositie in Amsterdam was dit voor mij ook een beetje het jaar van Lou. Maar vooral om zijn muzikale erfenis en het werk van The Velvet Underground.

S – Spider-Man 3: De grootste teleurstelling van het jaar.S- Stripbeurzen: In totaal vijf stripbeurzen bezocht dit jaar. Rijswijk en Houten waren allebei memorabel om verschillende redenen. De recente stripbeurs in Turnhout fungeerde ik als pr-man van Studio Nieuw Gehoer, wat een geheel nieuwe ervaring met zich mee bracht. In alle gevallen in ieder geval veel lol gehad. De videoreportage over Nieuw Gehoer On Tour zal begin volgend jaar op de site te zien zijn. Andere stripevents als de Bloeddorst-borrel en 24hr Comics waren weliswaar geen hoogtepunten, maar wel erg gezellige bliksembezoeken.

T – Twin Peaks:
De gehele televisieserie weer gezien én beleefd. Nog steeds boeiend, unheimisch en van een onbeschrijfelijke schoonheid. David Lynch weet als geen ander hoe hij dagelijkse voorwerpen ‘eng’ moet maken. Ik las na het herzien van de serie Lynch on Lynch, een boek vol interviews met de excentrieke filmmaker. Wie met aandacht naar de films van Lynch kijkt, gaat de wereld door andere ogen beleven. Zelfs het alledaagse blijkt bijzonder. Angst zit in een klein hoekje.

U – Ultieme ervaringen: Dát gevoel van spanning, opwinding en verbazing dat je ervaart als je voor het eerst in aanraking komt met iets totaal nieuws, afwijkends of singuliers. Momenten die zeldzamer zijn dan we zouden willen, maar die wél voor een groot deel de kwaliteit van een leven bepalen. Uiteindelijk draait het wat mij betreft om dit soort momenten. (Maar ja, ik geloof dan ook niet in een leven na dit leven.)

V – (Daredevil) Visionaries: Frank Millers baanbrekende werk in de Daredevil-reeks is een paar jaar geleden opnieuw uitgegeven in drie dikke stripbundels. Recentelijk heb ik eindelijk het tweede deel gelezen. Hierin wordt onder andere het verhaal van Daredevils vriendin Elektra uit de doeken gedaan. Inclusief haar (tijdelijke) dood. Millers verhalen zijn tijdloos. Het artwork springt van iedere pagina. Inkter Klaus Janson zette de potloodschetsen van Miller om in een levendige lijn.

W – Wonder Boys:
Het boek én de film.

X – (zal altijd staan voor) X-Men: De buitenbeentjes in het Marvel Universum die als geen andere superheldengroep staan voor de ontwikkeling en vervreemding die pubers doormaken. Maar iedereen voelt zich wel eens buitengesloten. Het lukte de filmmakers van de X-Men-trilogie overigens wél om drie goede films af te leveren. Misschien had Sam Raimi Spider-Man 3 aan anderen moeten overlaten. Of hij had beter een deel van het derde deel in een volgende film kunnen stoppen.

Y – Yesterdays: In het jachtige jaar 2007 was voor mij weinig plaats voor gevoelens van nostalgische aard. De toekomst klopt al een tijdje op de deur, maar pas sinds kort zijn de contouren van haar gestalte zichtbaar. (Beetje vaag filosofisch geneuzel, ik weet het, maar het is dan ook erg lastig om de Y te vullen.. 😉

Z – Zondag: Perfect of niet
, toch fijn dat hij er is. En volgens sommigen nog steeds de eerste dag van de week.

Categorieën
Media

“Andy Warhol kon niet filmen!”

Paul, met wie ik laatst de Andy Warhol expositie Other Voices, Other Rooms in het Stedelijk heb bezocht, schreef op zijn website het volgende verslag:Andy Warhol – Voor iemand die zoveel films gemaakt heeft kan hij niet filmen!Laatst ben ik met Mike naar de Andy Warhol expositie geweest in het Stedelijk Museum in Amsterdam, een keer wat anders dan… eh… anders. Ik moet zeggen ik heb me kostelijk vermaakt, maar dat ligt niet aan de kwaliteit van Andy’s werk. Zijn overgeproduceerde vel gekleurde Marilyn Monroe’s zijn het visitekaartje van de popart. Helaas lag de nadruk bij deze expo op Andy’s filmwerk… of zal ik zeggen, huis-tuin-en-keuken-filmpjes met een idee. Lees voor een diepgaande uiteenzetting Mike’s review op Mike’s Webs. We verschillen lichtelijk van mening, mijn mening is namelijk: voor iemand die zoveel gefilmd heeft kan hij eigenlijk niet filmen.De expo is opgedeeld in meerdere zalen. De zaal met de ‘origineel’ werk (lees originele reproducties) is verplichte kost en bevat wat je mag verwachten, al is het wat karig. De fotomuur bij binnenkomst biedt een snelle chronologische terugblik op zijn leven. De zaal met tv-fragmenten staat vol videoschermen met koptelefoons en toont Andy’s tv-escapades. Het enige echt boeiende was de grote filmzaal: hier hangen kris kras door de langwerpige zaal halftransparante doeken waarop de ‘belangrijkste’ van Andy’s films draaien vergezeld van borden met uitleg (thank god).
Op de doeken krijgen we met films als Blow Job (een film van 45 minuten waar we alleen het bovenlijf en gezicht van een man zien wiens gezicht allerlei vormen van extase aanneemt), Sleep (8 uur bij elkaar geëdit filmmateriaal van Andy’s slapende vriendje) of Mario Banana (een travo die bezig is op ‘erotische’ wijze een banaan te verorberen, serieus, ik bedenk dit niet) een blik in de gedachten wereld van the animal Andy Warhol: een voyeuristisch mannetje die leuke ideeën heeft, maar waar geen mens het geduld voor heeft ze in ze geheel te bekijken (uitzonderingen daargelaten, “wedden dat ik een Warhol-film kan uitzitten!”, “Dat kan je echt niet!”, “Oh ja, wat krijg ik als ik het doe?”).Voor iemand die uren filmmateriaal heeft geschoten kon hij eigenlijk behoorlijk klote filmen, of hoor je de camera niet te bewegen bij kunst? Flikker een zwart/wit-camera neer op een feestje en viola, een filmpje dat ik kwaliteit niet onderdoet voor Warhol.Maar toch heb ik me kostelijk vermaakt.Lees ook (of niet): Andy in WarHollandLees ook over de Warhol-expositie in Edinburgh en de Expo van Lou Reed’s New York.

Categorieën
Film Media

Andy Warhol in het Stedelijk Museum

Andy in WarHollandDe expositie Andy Warhol: Other Voices, Other Rooms hangt op dit moment in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De expositie is samengesteld door gastcurator Eva Meyer-Hermann en concentreert zich voornamelijk op het multimediale aspect van Warhol en op zijn leven. Andy Warhol is dit jaar twintig jaar dood. Hij stierf in 1987 aan complicaties van een galblaasoperatie. In 1968 wist hij een aanslag te overleven: de radicale feministe Valerie Solanes schoot Warhol neer in de Factory – de studio waar Warhol werkte. Valerie had zelf kleine rolletjes gespeeld in meerdere films van de kunstenaar en verklaarde na haar arrestatie dat ze wraak wilde nemen op Warhol omdat hij vrouwen met zijn films zou vernederen. (Wie meer wil weten over deze schietgrage feministe, verwijs ik graag door naar de film I shot Andy Warhol.)Het kunstmerk Andy Warhol is natuurlijk niet kapot te krijgen. Dat hebben de afgelopen twintig jaar wel bewezen. Wie niet bekend is met zijn Campbell soepblikken, kent vast de portretten van Marilyn Monroe en anders de muziek van The Velvet Underground – de band van Lou Reed die door Warhol is ontdekt. ‘And action!’
In de expositie Other Voices, Other Rooms ligt de nadruk vooral op Warhols film- en televisiewerk en zijn leven. Er hangen ook wat tekeningen en zeefdrukken op papier, maar dit soort museumstukken zijn in de minderheid. Naar ik vermoed omdat gastcurator Meyer-Hermann een andere kant wilde belichten van het werk van Warhol en de Marilyns en andere schilderijen zijn immers overbekend. In het Parool zei Meyer-Hermann over haar keuze het volgende:

”Ik ben vooral op zoek gegaan naar Warhol, de kunstenaar, naar zijn artistieke ziel. Warhol, het fenomeen, is bekend: de cultus die om hem heen is ontstaan als de Pope of Pop, dat complex van glamour en sterrendom, de oppervlakte inderdaad. Voor mij is Warhol vooral een kunstenaar, van top tot teen!”

De kracht van Warhols films ligt in de concepten van de werkstukken. Weinig mensen zullen het geduld kunnen opbrengen om acht uur lang naar het Empire State Building te kijken (de film Empire bestaat uit een shot van het betreffende gebouw) of de gehele nachtrust van beat-poëet John Giorno in Sleep uit te zitten. Het idee om dit soort taferelen op film vast te leggen was in die tijd echter origineel en daardoor interessant. Dat laatste geldt zeker voor de screentests die hij maakte. In het Stedelijk is hier een speciale ruimte voor ingericht, waar op iedere muur een screentest groot wordt geprojecteerd. Op die manier kun je de bewegende portretten levensgroot bekijken. Willekeur
Als filmmaker onderscheidde Warhol zich niet door een professionele filmesthetiek, maar juist door het gebrek daaraan. Zijn films lijken vooral amateuristisch. Het technische aspect is niet belangrijk, de films draaien om de registratie van wat zich voor de camera afspeelt. In de film The Velvet Underground & Nico filmde Warhol een jamsessie van de band. De camera draait vanaf statief terwijl Warhol op willekeurige wijze verschillende cameratechnieken inzet. Hij zoomt lukraak in of maakt het beeld onscherp, zonder dat de handelingen in dienst staan van het vertellen van een verhaal. Het lijkt eerder een cameraoefening dan een doelbewuste registratie van een repetitie van de VU.Zouden we dit beschouwend willen duiden, dan kunnen we theoretiseren dat de handelingen wijzen op een autonome camera die als een nieuwsgierig oog inzoomt op wat hem op dat moment interessant lijkt. Anderzijds valt net zo goed te beweren dat het camerawerk geheel losstaat van hetgeen geregistreerd wordt, alsof het aanstaan van het apparaat tijdens de jamsessie een toevallige bijkomstigheid was.
Instant message
Het televisiewerk van Warhol – hij maakte tussen 1979 en 1987 in totaal 42 afleveringen voor New Yorkse kabelzenders en voor MTV – vertelt een ander verhaal. Warhol TV geeft aandacht aan de beloftes en trends van toen en is daarmee een goede illustratie van het idee dat televisie vooral een venster biedt op de huidige wereld. In de show van Warhol zien we bandjes uit New York die toen misschien hot waren, maar die we nu allang vergeten zijn. Andere sterren als Brooke Shields, Liza Minelli en Grace Jones hebben de vergetelheid vooralsnog weten te vermijden. Warhols televisie biedt instant messages waarvan het merendeel nu verjaard is. Fysiek zappen
In het Stedelijk zijn vele aflevering op verschillende schermpjes te zien die in rijen van twee zijn opgesteld. Je kunt van het ene scherm naar het andere lopen, waarmee je dus in staat bent om fysiek te zappen. Datzelfde geldt voor de zaal die gevuld is met schermen waarop constant verschillende films van Warhol worden vertoond. De zaal geeft een aardig overzicht van zijn oeuvre en biedt de bezoeker de mogelijkheid om er doorheen te wandelen. Een ware ruimtelijke media-ervaring.Persoonlijke noot
Other Voices, Other Rooms is een bijzondere expositie die geïnteresseerden in Warhol veel te bieden heeft. Voor mij is de expositie een mooie aanvulling op de tentoonstelling die ik Edinburgh zag, waarin het schilderwerk van Warhol juist wel centraal stond.De expositie is nog te zien tot en met 13 januari 2008. Hieronder een fragment van Warhols film The Velvet Underground & Nico:Lees ook over de Warhol-expositie in Edinburgh en de Expo van Lou Reed’s New York.

Categorieën
Media

Expositie Lou Reed’s New York

Amateurkiekjes van een popheldIn de Amsterdamse galerie Serieuze Zaken Studioos te Amsterdam is de expositie Lou Reed’s New York te zien. Recentelijk was de oude rocker in Amsterdam om zijn expositie en de Warhol-tentoonstelling in het Stedelijk Museum te openen. De openingen kregen veel aandacht in de pers. Volgens de berichtgeving liet Reed zich toch vooral van zijn nukkige kant zien. Kennelijk houdt hij niet van het geven van interviews of van zelf gefotografeerd worden. Foto’s maken daar houdt Reed wel van. Ruim 28 jaar legde hij zijn tournees vast op camera. Fotograaf of niet, het meest bekend is de 65-jarige Reed toch als het gezicht van de invloedrijke rockband The Velvet Underground. Als soloartiest had hij succes met nummers als ‘Walk on the wild side’ en ‘Perfect day’. Empty Apple
Het New York dat Lou Reed laat zien, bevat bijna geen inwoners. Reed toont lege straten, skylines, wolkenbeelden en neonverlichting. De serie bestaat uit verstilde weergaven van de metropool waarin vooral het contrast tussen architectuur/techniek en natuur wordt gezocht. Strakke gebouwen tegen de achtergrond van dreigende onweerswolken; of een helikopter tegen de avondrode wolkenlucht. Sommige foto’s zijn wat onscherp en lijken vluchtige impressies. Een paar foto’s zijn typische sluitertijdstudies die de beginnende fotograaf uitvoert: kolkend water bevroren in de tijd, een autoweg in de nacht met gekleurde strepen van voorbijgereden koplampen. Ook kent de serie enkele panoramashots van de skyline die niet zouden misstaan op een ansichtkaart. Herhaling en variatie
Net als zijn grote voorbeeld Andy Warhol maakt Reed variaties op enkele thema’s. Er zit dus aardig wat herhaling in deze relatief kleine collectie foto’s. Het bevroren water kent twee varianten en ook het beeld van de helikopter wordt – met een kleine variatie in het beeld – een keer herhaald. De expositie is niet bepaald een walk on the wild side te noemen. De foto’s ontstijgen het niveau van de enthousiaste amateurfotograaf eigenlijk niet. De vraag rijst dan ook of deze foto’s geëxposeerd zouden zijn als de maker een onbekende was geweest. Waarschijnlijk niet. Leuk detail is dat de boekenkasten van Serieuze Zaken Studioos vol staan met interessante boeken over Warhol, popart en het werk van schrijvers als Truman Capote. De cultuurwereld van de jonge Reed is dus ruimvertegenwoordigd op de boekenplanken. Wat de foto’s van de nukkige popheld betreft, hou ik het liever bij de muziek van Reed. Voetnoot
De expositie is te zien t/m 15 november in Serieuze Zaken Studioos. Bilderdijkstraat 66 Amsterdam. Een foto-impressie door Jan van Breda van de opening is hier te zien. Lees ook over de Warhol-expositie in Edinburgh.

Categorieën
Media Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (5)

Dag 3: Andy Warhol & Harry PotterMet de dagpas die ik gisteren heb gekocht, ga ik vandaag maar liefs vijf bezienswaardigheden af: De camera obscura biedt een aardig beeld van de stad en is de live reality tv uit de 19e eeuw. De Vault Tour brengt me onder de straten van Edinburgh waar mensen in de kelders werkten, stiekem woonden, waar lijken werden opgeslagen door bodysnatchers en ook goede wijn een plaatsje vond. In de middag zie ik een tegenvallende (bijna) 3-D film over Loch Ness; en in de avond volg ik een inspirerende tour langs de kroegen waar beroemde Schotse schrijvers hun gelag haalden. Hoogtepunt van de dag (en wellicht van de gehele trip) is de Andy Warhol expositie in de National Gallery of Schotland.

Edinburgh bovengronds…

…en onder de straat.

Lachen met Andy
Het roert mij om het werk van Andy Warhol eindelijk eens ‘live’ te zien. Ik ben al jaren een grote fan van zijn zeefdrukken en het is dan ook moeilijk om de grijns van extatisch plezier op mijn gezicht te onderdrukken. Het werk van Warhol bevat van zichzelf al veel humor. Een stapel Brillodozen in het museum en een muur vol gezeefdrukte soepblikken zijn niet anders te interpreteren als een dikke middelvinger naar verkrampte eliteopvattingen over wat kunst hoort te zijn. Het is erg interessant om de zijdezeefdrukken van Marilyn Monroe van dichtbij te zien. De nuanceringen in het werk zijn veel duidelijker te onderscheiden dan wanneer je een reproductie in een boek bekijkt. Je ziet duidelijk dat de oorspronkelijke foto door de dunne laag verf schijnt. Het doorgronden van de textuur van de schilderingen is een avontuurlijke ontdekking. Geen enkele afbeelding van Marilyn is hetzelfde: in ieder portret lopen de kleurvlakken anders en vaak buiten de lijnen. Warhols muze
Warhol maakte een serie screentest van de mensen uit zijn sociale cirkel. Hij richtte de lens van de camera op hun gezicht en draaide zo’n drie à vier minuten film. Deze werd vervolgens met eenderde vertraging afgedraaid, zodat iedere beweging in het gezicht nauwgezet wordt getoond. Een studie naar expressies, maar ook Warhols manier om nieuwe sterren te vinden. In de expositie is onder andere de screentest van Lou Reed te zien – toen nog de zanger van de Velvet Underground, de huisband van Warhols Factory. In een van de zalen maak ik kennis met Warhols muze Edie Sedgwick – zijn eigen Marilyn. Van de drie screentests die er van Sedgwick worden getoond, vind ik haar als zigeunermeisje het mooiste. Misschien omdat dit de eerste test is die ik van haar zie. Misschien omdat de dikke wenkbrauwen perfect passen bij de donkere ogen die oneindig diep lijken te zijn. Misschien is het ‘t ∫-vormige lidteken tussen haar ogen wat haar gezicht net dat beetje éxtra levenservaring geeft. Het is heerlijk om minuten lang ongegeneerd naar haar schoonheid te kijken. Ik ben een voyeur. Maar zij kijkt net zo goed terug in de camera – uitdagend, brutaal en bloedmooi. The Elephant House
The Elephant House is het eetcafé waar J.K. Rowling haar eerste Harry Potter-boek schreef. Toen was ze bijstandmoeder, tegenwoordig de wereldberoemde schrijfster van de meest populaire kinderboekreeks aller tijden. Ik kan me goed voorstellen waarom ze deze plek koos om haar gedachtenkronkels op papier te stellen. Het is warm en gezellig in The Elephant House. Aan de muur hangen schilderijen en posters van olifanten. Krantenknipsels verhalen over het uitsterven van de olifant. Toch hebben de meeste toeristen meer interesse in het tafeltje waar Rowling haar tovenaarsleerling op papier pende. De ober vertelt me dat ze waarschijnlijk aan een klein rond tafeltje vlakbij de toiletten zat. Misschien had ze een kleine blaas, maar het is waarschijnlijker dat ze graag uit het raam keek om zich te laten inspireren. Door het venster ingelijst zijn duidelijk Edinburgh Castle (ongetwijfeld de inspiratiebron voor Hogwards) en Greyfriars Cemetery te zien.Flashforward: overmorgen zie ik twee toeristen in The Elephant House die op zoek zijn naar het betreffende tafeltje. Serveerster Imogen wijst ze een tafeltje in de hoek aan. Maar aan mij vertelt ze met een knipoog dat alle tafeltjes de zitplaats van Rowling zijn. Toeristen krijgen er gewoon lukraak eentje aangewezen. Nu dompelt de ondergaande zon Edinburgh onder in een gouden gloed. Greyfriars ziet er vredig uit, alsof de doden nog even rust krijgen voordat ze weer mogen spoken om de toeristen te vermaken. Als er magie te vinden is in Edinburgh, dan is het zeker tijdens magic hour (een filmterm die slaat op het uur dat de zon ondergaat, red.) Ik voel me op dit moment heerlijk rozig, vredig bijna. Het is goed dat ik hier naartoe ben gegaan.Wordt vervolgd.
Next: bergopwaarts & Black MedicineLees ook:
Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden,
Deel 4: Serpenten, tombes en Sherlock Holmes.