Een paar weken geleden zat ik op de redactie van uitgeverij SubQ om het auteurscontract voor mijn debuut te tekenen. Mei 2017 komt Mijn vriend Spider-Man uit.
Foto: Bart Wessels.
Natuurlijk ben ik superblij dat ik dit nieuws eindelijk kan melden! De afgelopen maanden was ik druk bezig met schrijven van Mijn vriend Spider-Man en dat zal de komende tijd ook nog wel het geval zijn.
Mijn vriend Spider-Man gaat over wat het betekent om fan te zijn van de stripheld, hoe Spider-Man mijn leven en dat van anderen verrijkt heeft en wat we van de strips kunnen leren. Ik laat experts aan het woord over verschillende onderwerpen, waaronder rouwdeskundige Daan Westerink over de dood van strippersonages en Dan Hassler-Forest over superheldencultuur. Mijn vriend Spider-Man biedt een unieke kijk in de wereld van de stripliefhebber en gaat in bredere zin dus over fancultuur. Mijn ervaringen zijn immers vergelijkbaar met die van fans van andere fictiefiguren, fans van sporters, popartiesten en kunstenaars.
Meer verklap ik nu nog even niet.
Wie is er nu niet fan van Spider-Man?
Met het schrijven en gepubliceerd krijgen van dit boek komt een grote wens uit. Een paar jaar geleden ben ik aan het project begonnen, maar vooral de laatste twee jaar heb ik er veel aan geschreven. De afgelopen maanden heb ik geen freelance klussen meer aangenomen om mij volledig op Spider-Man te richten. Daarom heeft dit blog een stuk minder updates dan anders: aan het einde van de dag ben ik wel een beetje uit geschreven.
Ik ben erg blij met het vertrouwen dat de mensen van SubQ in het boek en mij hebben. De samenwerking verloopt erg goed.
SubQ is een jonge uitgeverij die beeldverhalen en boeken over strips uitbrengt. Ze is een samenwerking tussen Uitgeverij Q en crossmediale productiestudio Submarine. De eerste uitgave van SubQ was het indrukwekkende Deserteur van Halfdan Pisket.
Van de week kwam er weer een leuk pakketje binnen vol met bestellingen. Ook al heb ik een aardige voorraad strips in de kast staan die op me wacht, toch kan ik het vaak niet laten om alvast nieuw leesvoer aan te schaffen.
Wat strips betreft is mijn verzamelwoede er in de loop der jaren niet minder om geworden. Ik vermoed dat ik mezelf inmiddels een jaar kan opsluiten van de buitenwereld en dan genoeg leesvoer heb zonder ook maar iets nieuws aan te schaffen. Ik vind dat wel een leuk idee.
Daarbij vind ik het ook veel te leuk om stripwinkels te bezoeken, om een praatje te maken met de verkoper en om te zien wat er allemaal uit is gekomen. Zelden ga ik dan met lege handen naar huis wat weer vollere kasten betekent.
Nieuwe leesvoorraad.
Ik heb laatst dus veel Marvel Team-Ups gekocht. Lekker ouderwetse superheldenverhalen waarin Spider-Man samenwerkt met een collega of collega’s uit het Marvel Universum. Tenminste, de meeste deeltjes speelt Spidey een hoofdrol.
Toen ik eind vorig jaar stripmaker Steven de Rie bezocht in Antwerpen, zag ik een Essential-bundel van deze reeks in de kast staan. ‘Verdorie, die heb ik nog niet niet,’ zei de verzamelaar in mij. De locale stripwinkel had ze niet, uiteindelijk Cheap Comics wel.
Eigenlijk ben ik niet zo’n heel fan van Essentials: de strips worden gedrukt op goedkoop papier, in zwart-wit. Ik heb een voorkeur voor kleuren herdrukken. Aan de andere kant heb je echt heel veel comics in zo’n Essential-bundel. Ze zijn dus relatief goedkoop. En behalve de trade van Chris Claremont en John Byrne verhalen, die wel in kleur zijn gereproduceerd, heb ik nog een andere Marvel Team-Up trades kunnen vinden. Dus dan toch maar Essentials.
Zwart-wit uitgaven doen me overigens wel weer terugdenken aan comics van Classics en Hip comics indertijd. De eerste Wonderbaarlijke Spinnemannen en Het Monster van Frankenstein kan ik me nog goed herinneren. Stuk gelezen, want ze zaten in de striptas van mijn opa en oma die telkens weer opnieuw uit de kast werd gehaald als we iets wilden lezen.
Fijn hoe nieuwe strips in de kast toch een prettig nostalgisch gevoel kunnen oproepen.
Een tijd lang heb ik Instagram erg leuk gevonden: het is heerlijk om foto’s te zien van wat mensen maken, stripplaatjes, opvallende straattaferelen en stripomslagen.
Een kijkje in het leven en de interesses van iemand anders. Misschien horizon verbredend, maar vooral lekkere visuele afleiding tijdens de lunch.
Selfies en foodporn vind ik overigens niks. Ik hou niet van eten, dus ik ben al helemaal niet geïnteresseerd in wat anderen op hun bord hebben liggen. En die narcisten moeten maar gewoon vaker in de spiegel kijken, in plaats van anderen met hun hoofd lastig te vallen.
A photo posted by Michael Minneboo (@michael_minneboo) on
De laatste tijd begint Instagram me een beetje tegen te staan. Dat komt vooral door vele spammers die erop frequenteren. Deze week werd ik door iets van 30 spamaccounts gevolgd die allemaal vinden dat ik meer volgers moet hebben, waar ze me vervolgers aan willen helpen.
Soms plaatsen ze een opmerking onder een post, hoe fantastisch ze een plaatje van Thing van the Fantastic Four vinden. En dat doet dan een of ander modemerk dat niets met strips te maken heeft.
Daarnaast zijn er veel bedrijven actief op Insta, in de hoop hun bereik te vergroten. Dat hoeft niet heel storend te zijn, zolang het maar een beetje stijlvol en met humor gebeurt. Dat lukt Dirtees aardig op dit moment.
Kortom, Instagram begint steeds meer op Fakebook te li(j)ken. En dat is niet bedoeld als compliment.
Nu zag ik bij Axel Watteeuw de hashtag Belgiumblogger voorbij komen. Die heb ik overgenomen en er uiteraard Dutchblogger van gemaakt. Dat had tot gevolg dat veel andere Dutch Bloggers afbeeldingen beginnen te liken. Een vriendelijk bedoeld gebaar onder bloggers, vermoed ik.
Veel van die bloggers hebben zeer gestileerde foto’s op hun Instagramfeed staan. Foto’s die doen denken aan glossy magazines vol mode en lifestyle.
Toch: als iets er te gelikt uitziet, wantrouw ik het een beetje. Dat heeft wellicht met mijn afkeer voor reclame te maken en de leugens die in dat genre worden verspreid. Als het te goed lijkt om waar te zijn, dan is het dan waarschijnlijk ook.
Kortom, het is een kwestie van goed selecteren en vooral niet te veel mensen volgen wat Instagram voor mij leuk houdt. Nu nog een oplossing vinden voor al die spammende eikels.
Soms moet je favoriete films juist niet meer kijken.
Een aantal films behoren echt tot mijn favorieten. Ik heb ze meerdere keren gekeken en ze hebben allemaal een warm plekje in mijn hart veroverd. Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) is zo’n film: ik vind dit een van de mooiste films over liefde en vriendschap. Bovendien gaat Chasing Amy over stripmakers. Ghostbusters (Ivan Reitman, 1984) is een favoriet die zo goed is dat de film jeugdsentiment overstijgt. Batman van Tim Burton is wellicht niet de beste Batman-film die er is, maar een favoriet hoeft ook niet de beste van iets te zijn. En dan zijn er nog films als Wonder Boys, Almost Famousen Spider-Man 2.
Batman (1989)
Waarom je je een film een favoriet noemt, is afhankelijk van particuliere redenen. Niet perse omdat die film door de critici als beste uit de bus kwam. Meestal niet natuurlijk, want lijstjes met favorieten staan dikwijls vol met zogenoemde guilty pleasures. Nu vind ik eigenlijk dat alles wat je genot geeft nooit schuldig kan zijn, maar dat even terzijde.
Almost Famous. (Cameron Crowe, 2000)
Films zijn favorieten omdat ze je op een bepaalde manier geraakt hebben. Je zag ze bijvoorbeeld op het juiste moment in je leven, je herkent jezelf in de hoofdpersoon of situatie of ze onthullen een belangrijke waarheid voor je.
Vanmorgen werd ik wakker met het verlangen Chasing Amy weer eens te zien. Dat verlangen naar een specifieke film heb ik wel vaker. Al een maand of wat wil ik Batman nog een keer gaan kijken. Toch stel ik het opnieuw bekijken van deze films vaak lang uit.
Dat doe ik dan bijvoorbeeld door toch op een bepaalde manier met die film bezig te zijn: ik kijk een videorecensie/ analyse op YouTube, check de trailer nog eens of een documentaire over die film of filmmakers, lees een boek over de film (een (auto)biografie of making of), luister de soundtrack of bekijk simpelweg wat screencaps.
https://www.youtube.com/watch?v=YzyZFgQa_rg
Hoe vaak moet je immers een film kijken? Een film vaker zien is fijn, want je ziet vaak nieuwe dingen omdat bij iedere kijkbeurt andere details op kunnen vallen. Maar op een gegeven moment ken je een film door en door. En kun je zelfs ieder stukje dialoog meepraten. Wat je, tot ergernis van je partner, vervolgens ook doet.
Juist omdat je een film door en door kent, gaat misschien de glans er wat vanaf. Je kent het nu wel. Die dingen die eerst bijzonder vond, heb je nu zo vaak gezien, dat ze niet meer echt opmerkelijk lijken. Je bent aan ze gewend geraakt. Dat is jammer, want dan is je favoriete film niet meer een lieveling van je simpelweg omdat je die te vaak gekeken hebt.
De enige Ghostbusters-film die je echt gezien moet hebben. Nuff Said.
Misschien moeten we favoriete films daarom vaker koesteren dan terugkijken. Ik stel het kijken van Chasing Amy daarom nog even uit.
Er zijn immers nog heel veel films die ik nog niet gezien heb. En wie weet zit daar wel een nieuwe favoriet tussen.
Een aquarel van Mark Beachum waarin Wonder Woman en Supergirl het erg gezellig hebben met elkaar. Lekkere cheesecake natuurlijk, maar ook een afbeelding die tijdens Gay Pride niet misstaat, vind ik.
Wanneer is Supergirl trouwens oud genoeg om Superwoman genoemd te worden? Zo’n klein meisje is het nu ook niet meer. Maar dat terzijde.
Ik trof de aquarel van Beachum aan in de Twitterstroom van Savage Comics. Een account waar wel meer NSFW stripgerelateerde afbeeldingen worden getoond en geretweet. Foto’s, tekeningen en schilderingen met borsten en tepels enzo, dus dingen die je normaliter niet op het brave Fakebook aantreft. Soms gaat het ook wel wat verder dan alleen naakte dames, al heb ik nog niet veel echte hardcore zaken aangetroffen.
Zoals deze stijlvolle foto van Eva Green die een rol speelde in Sin City 2:
Ik weet overigens niet precies wat de regels op Twitter voor dit soort materiaal zijn. Wat ik wel weet is dat er vaak veel te krampachtig wordt gedaan over naakt, semi-naakt en alles wat daar tussenin zit.
Om over homoseksualiteit maar te zwijgen. Vooral gelovigen hebben daar een handje van. Hoewel het menselijk lichaam door hun God geschapen is, volgens de theorie die zij aanhangen in ieder geval, is het uit den boze om dat lichaam te tonen.
Nou ja, ik heb op deze zonnige vrijdagmiddag niet heel veel trek om bij die mensen te lang stil te staan. Als ze zich ergens aan storen, kijken ze maar een andere kant op. Ook morgen tijdens de Canal Pride.
Kijk ik ondertussen nog even verder bij Savage Comics.
Het werk van Manara ontbreekt natuurlijk ook niet.Paul Rader.
Van de week belde maatje Chris me op: ‘We zijn de studio aan het opruimen en hebben een berg comics liggen die wegmoeten. Wil jij ze misschien hebben?’
Nu is mijn huis al een behoorlijk magazijn aan het worden en de stripkasten beginnen ook aardig vol te raken. Toch was ik nieuwsgierig naar wat er in de stapel te vinden zou zijn. ‘Veel Nederlandse comics van Juniorpress en wat Amerikaans spul,’ vertelde Chris.
Op Nederlandse vertalingen zat ik niet echt te wachten. De Nederlandse comics die ik vroeger kocht, koester ik, maar tegenwoordig lees ik liever de oorspronkelijke versies.
Uiteindelijk ging ik overstag en een paar uur later stond Chris in mijn woonkamer met een enorme Ikea-tas vol comics. Chris is behalve stripliefhebber en Star Wars-nerd in het dagelijks leven een heel goede illustrator die samen met een stel vrienden Moker Ontwerp runt. Ze maken onder andere illustraties en omslagen voor boeken en de VPRO gids. Net als ondergetekende is Chris ook een Spider-Man-fan, dus we hebben altijd wel wat te bespreken als we elkaar zien. De rest van de avond hebben we dan ook zitten praten.
De volgende dag heb ik de Ikea-tas rustig uitgepakt, nieuwsgierig naar welke schatten deze allemaal herbergde. Ik legde de comics per serie op tafel en kwam al snel tafel te kort.
Er zat inderdaad veel Juniorpress tussen: veel X-Men, Spawn, Generation X en Wolverine. Ook Amerikaanse versies hiervan. Comics met Wolverine in de hoofdrol lust ik graag. X-Men is lange tijd een van mijn favoriete series geweest. Er zaten ook enkele deeltjes Wonder Man tussen waar ik meteen zin in kreeg. Ik heb van Wonder Man namelijk nog nooit een solo-avontuur gelezen.
Al de comics zijn afkomstig uit de jaren negentig – niet echt bepaald het beste tijdperk met de beste verhalen, wat de reeks X-Force van Rob Liefeld goed demonstreert. Ook was ik verbazend enkele deeltjes Tomb Raider tegen te komen: nooit geweten dat JP die ook uitgaf.
De meeste comics staan inmiddels in de kast. Wanneer ik eraan toe kom om ze te lezen, weet ik nog niet, maar ik vind het een fijn idee dat ze bij mij onderdak hebben gevonden. Mijn werkkamer is een soort weeshuis voor strips geworden, of Weeshuis van de strips, vrij naar het radioprogramma Het weeshuis van de hits, dat tot 1991 te horen was en wat ik vaak luisterde als ik mijn huiswerk deed.
Deze mooie cover van John Byrne zat er ook bij. (Maar die had ik al in de kast staan.)
Toch moest ik bij het uitzoeken het meeste aan Frits Jonker denken, die allerlei dingen van mensen krijgt opgestuurd. Vaak zijn dat dingen die ze niet meer willen hebben, maar die Frits met open armen ontvangt: postzegelverzamelingen, oude boeken, spaarzegels of reclameplaatjes.
Ik wilde nog een foto nemen van de tafel vol met strips, maar ik dacht daar pas weer aan toen ze al in de kast stonden. Hoe dan ook: ik ben blij dat Chris aan me dacht en de comics bij mij onderbracht. Ze staan nu gezellig bij de andere X-Men comics en strips van Juniorpress.
Wat superheldenfilms betreft is er nog maar een film waar ik dit jaar echt naar uit kijk en dat is Doctor Strange.
De synopsis van de film luidt als volgt:
In Marvels DoctorStrange volgen we het verhaal van de wereldberoemde neurochirurg Dr. Stephen Strange. Zijn leven verandert drastisch na een verschrikkelijk auto-ongeluk dat het einde van zijn carrière betekent. Wanneer de traditionele medische wetenschap hem in de steek laat, gaat hij noodgedwongen op zoek naar genezing en hoop, in de mysterieuze enclave van Kamar-Taj. Hier ontdekt hij de geheimen van een verborgen wereld vol mystiek en verschillende dimensies. Strange staat voor de keuze; terugkeren naar zijn bestaan vol welvaart en aanzien, of alles achter zich te laten en de wereld verdedigen tegen duistere krachten uit andere dimensies als machtigste magiër.
Benedict Cumberbatch ziet er overtuigend uit als Stephen Strange. Het kostuum dat hij draagt op de poster en in de trailers lijkt veel op dat uit de comics. Fijn dat ze bij de Marvel-films dit gegeven van superhelden zoveel mogelijk omarmen. De X-Men moesten in 2000 nog rondlopen in zwarte, leren uniformen. En tegenwoordig is het nog steeds wachten tot Wolverine in live-action te zien is een van zijn klassieke outfits.
Verder vermoed ik dat Cumberbatch een boeiende interpretatie zal geven van een van mijn favoriete superhelden. Als Sherlock is hij goed te pruimen in ieder geval en ook in The Imitation Game was zijn optreden sterk.
Overigens had ik het ook niet erg gevonden als Michael Keaton Strange gespeeld zou hebben. Weliswaar levert dat een ouder personage op – wellicht is Keaton hier al te oud voor – maar desondanks vind ik zijn uiterlijk en zijn vaak scherpe optreden goed bij het personage passen. Keaton is in staat om heel duidelijk op het randje van sanity en insanity te spelen. Ik ben daarom erg blij met zijn casting als The Vulture in Spider-Man: Homecoming.
Conceptart van Spider-Man: Homecoming
Ik maak me meer zorgen over Mads Mikkelsen als schurk Kaecilius. Te vaak zien we eendimensionale schurken in superheldenfilms. Het zou mooi zijn als de tegenstrever van Strange een gelaagd en boeiend personage is. Eerder vertelde de acteur over zijn personage het volgende:
‘He’s not a villain in that way – he’s a man who believes in something else than the hero. That doesn’t mean that he doesn’t want to make the planet look wonderful or he wants to save the world as well, but he has a different way of doing it. He is the antagonist, of course, but he’s not necessarily wrong.’
De tweede trailer van Doctor Strange ziet er in ieder geval veelbelovend uit. Al kreeg ik wel het idee dat ze dezelfde trucendoos als die van Inception hebben gebruikt. Bovendien moet je films eigenlijk nooit op hun trailer beoordelen natuurlijk, want de trailer van Batman v Superman zag er ook veelbelovend uit en we weten allemaal hoe dat is afgelopen, maar goed, die film werd dan ook gemaakt doon regisseur die de ballen verstand heeft van verhalen vertellen. Dat laatste geldt gelukkig niet voor producent Kevin Feige en regisseur Scott Derrickson.
Overigens legt vlogger Nerdwriter haarfijn uit waarom de films van Zack Snyder zo verschrikkelijk zuigen en waarom Justice League waarschijnlijk ook ruk zal zijn. Snyder plakt grootse momenten aan elkaar, maar vergeet tussendoor ook nog een echt verhaal te vertellen. Misschien heeft hij begin jaren negentig te veel Image-comics gelezen. Hoe dan ook Justice League sla ik naar alle waarschijnlijkheid gewoon lekker over. En ook Suicide Squad staat niet hoog op mijn wensenlijstje.
Doctor Strange is vanaf 27 oktober 2016 te zien in de Nederlandse bioscopen.
Peter Parker hoeft ze ook niet zo nodig, blijkt uit Amazing Spider-Man 265. Tekst: Tom DeFalco, tekeningen: Ron Frenz.
Mensen kijken vaak een beetje verbaasd als ik ze vertel dat ik geen ouder ben en ook niet van plan ben ooit vader te worden.
Het schijnt dat vrouwen nog veel vaker vreemd worden aangekeken als ze zeggen geen kinderen te willen hebben. Alsof het iets onnatuurlijks is.
Peter Parker hoeft ze ook niet zo nodig, blijkt uit Amazing Spider-Man 265. Tekst: Tom DeFalco, tekeningen: Ron Frenz.
Waarom ik geen kinderen wil? Het is niet zo dat ik een hekel heb aan kinderen. Hoewel ik geen fan ben van slecht opgevoede en verwende krengen.
Ten eerste is er sprake van overbevolking. De aarde heeft het al zwaar genoeg met al die mensen die nu al rondlopen, waarom zou ik er daar nog eentje of meerdere mensen aan toevoegen?
Vanwege deze reden zou ik ook eerder adoptie overwegen dan mezelf voortplanten. Er zijn heel veel kinderen in deze wereld zonder ouders, dus waarom niet een van hen proberen gelukkig te maken en op te voeden? Op die manier kun je je ouderwens uit laten komen zonder nog een mens toe te voegen aan de massa.
Ten tweede wil ik helemaal de verantwoordelijkheid van een kind grootbrengen niet dragen. Noem het egoïstisch of wat dan ook, maar ik vind de relatieve vrijheid die ik nu geniet zonder kinderen heel fijn. Je kunt ze natuurlijk vijf dagen per week in de opvang stoppen, maar hoe je het ook wendt of keert: zodra je kinderen hebt, staat je leven in het teken van hen groot brengen. Voor je kinderen zorgen zou in ieder geval je grootste prioriteit moeten zijn. Dat is een offer dat ik niet wil maken.
Mijn levensstijl zou drastisch moeten veranderen als ik een kind zou hebben. Ik zou waarschijnlijk moeten stoppen met freelancen en een echte baan moeten zoeken, want kinderen kosten een berg geld. Daarbij betwijfel ik ten zeerste of ik een goede ouder zou zijn. Ik geloof niet dat kinderen kinderen moeten opvoeden en aangezien ik nog steeds niet echt volwassen ben, vind ik mezelf bij voorbaat ongeschikt voor deze functie.
Ten derde heb ik geen behoefte om mijn dna door te geven. Er schort nogal wat aan, aan dat dna van mij. Ik ga verder niet in op de details, maar nog een kleine Minneboo in de wereld helpen lijkt me allesbehalve een goed idee.
Daarbij voel ik ook geen behoefte om de lijn in stand te houden of een zekere vorm van onsterfelijkheid te claimen doordat je deels doorleeft in je kinderen. Whatever that means anyway.
Laatst was ik bij het huwelijksfeest van een neef van me. Toegegeven, die neef en ik spreken elkaar niet vaak sinds we geen tieners meer zijn. De laatste keer dat ik hem zag was bij het herdenkingsetentje van zijn vader. Bruiloften en begrafenissen zijn dus de plekken waar we elkaar nog wel eens treffen. Daarom vond ik het leuk dat Linda en ik toch waren uitgenodigd.
Mijn neef, laten we hem Gilles noemen want zo heet hij, is nu dus getrouwd. Samen met zijn vrouw heeft hij een lief, jong dochtertje en ze zojuist hebben ze een huis gekocht in Hoofddorp. Allemaal elementen die horen bij wat ik gemakshalve maar even als het leven van een volwassene zie.
Zelf heb ik het gevoel nog steeds niet het stadium volwassene bereikt te hebben en eerlijk gezegd betwijfel ik of het ooit zover zal komen. In eerste plaats omdat ik bewust geen kinderen heb en mezelf heb voorngenomen ze ook nooit te nemen. Ik hoef dus nooit de rol van ouder op me te nemen. Met mijn onregelmatige freelance salaris zit een huis kopen er ook echt niet in.
En een stropdas dragen of een pak, zoals Gilles op zijn feestje, doe ik ook nooit. Een pak zie ik nog steeds als het uniform van een volwassene. Ik draag nog steeds T-shirts met plaatjes van striphelden erop en soms een overhemd. (En schoon ondergoed natuurlijk, maar daar gaat het nu even niet om.)
Natuurlijk is een volwassen leven meer dan alleen een huisje kopen, uniform dragen en verantwoording nemen voor anderen, maar dit zijn wel belangrijke onderdelen van wat ik gemakshalve maar even als een serieuze levenshouding bechouw. Mijn vader neemt het leven en vooral zijn werk bijvoorbeeld heel serieus. Ik doe mijn werk ook graag goed, maar leef niet om te werken. Dat verschil tussen ons zal wel een generatiedingetje zijn.
Gelukkig heb ik vrienden in mijn sociale kring die ondanks het feit dat ze ouder zijn, niet hun jeugdigheid hebben verloren. Dat komt waarschijnlijk omdat het allemaal professionele creatieven zijn en niet van die bank- en zakensloeries die alleen maar zoveel mogelijk geld willen verdienen. Ze hebben in hun studio zelfs twee planken vol met Star Wars action figures staan. Iets waar ik steeds vrolijk van word als die figuren zie:
De Imperial Base-set van Star Wars.
Met mijn vrienden kan ik lekker nerden over strips en films. Praten over zaken die we in onze jeugd al tof vonden en die we nooit hebben losgelaten.
Ik vind het dus helemaal niet erg dat ik op mijn 39ste nog steeds over Spider-Man, Batman, Star Wars, Back to the Future en de echte Ghostbusters zit te praten. Waar wil je het anders over hebben? Terrorisme, politiek of godbetert, de economie? Ga toch weg! Ik besteed mijn tijd liever aan interessante zaken.
Vorige week kwam ik deze bundel Spider-Man-strips tegen bij de American Book Center Spider-Man: Tombstone vol 1. Zonder te aarzelen kocht ik deze, want ik vind het fijn om oude verhalen opnieuw te kunnen lezen.
Grappig want laatst vroeg ik me af of Marvel ooit de verhalen rondom huurmoordenaar Tombstone nog eens gaat bundelen. Het is alsof de stripgoden mij gehoord hebben.
Natuurlijk kan ik ook gewoon de Juniorpress-uitgaven van Peter Parker: The Spectacular Spider-Man uit de kast pakken, maar als ik de kans krijg om oude verhalen in het Engels te lezen, dan grijp ik die met beide handen aan. Niet dat de mensen van Juniorpress niet hun best deden om de strips goed te vertalen, maar ik hoor Peter Parker toch het liefste in zijn moerstaal.
Sal Buscema
Wie oude Peter Parkers in het Engels wil lezen, heeft echter behoorlijke pech bij Marvel Comics. Amazing Spider-Man wordt geregeld herdrukt in verschillende soorten uitgaven. De Marvel Marsterworks serie is de mooiste en ook meteen de duurste, maar in deze reeks is er nog geen Spectacular Spider-Man verschenen. Je kunt wel Essentials krijgen van Peter Parker, maar ik wil die verhalen het liefste gewoon in kleur lezen en op beter papier gedrukt dan krantenpapier. Behalve enkele bundels is de reeks nog niet op die manier heruitgegeven.
Ik vroeg laatst aan Tom Brevoort of we nog iets in die trant mogen verwachten en hij antwoordde: ‘My guess is that it will show up as a Masterworks volume next.’ Maar wanneer dat gaat gebeuren vertelde hij niet. En op mijn vervolgvraag heeft Tom nooit geantwoord. Geeft niet, die man is ook druk en zijn tumblr-inbox zit barstens vol asks.
Daarom ben ik blij dat ik deze bundel tegenkwam. Het verhaal van Tombstone liep indertijd als subplot door de lopende reeks heen, dus de bundel bevat aardig wat deeltjes. Schrijver Gerry Conway was toen ook goed bezig kan ik me nog herinneren. Hij schreef tegelijkertijd ook Web of Spider-Man. Tegenwoordig schrijf hij nog wel eens een deeltje van een miniserie, maar de hoofdserie helaas niet.
Uit: Peter Parker, The Spectacular Spider-Man 139.
In deze verhalen wordt de achtergrond van Tombstone, de best betaalde huurmoordenaar, onthuld. Lonnie Lincoln zat met Joe Robertson op de middelbare school. Als Robertson een artikel over Lonnie wil schrijven voor de schoolkrant, waarin hij onthult dat Tombstone schoolgenoten afperst voor ‘bescherming’, overtuigt Lonnie hem met geweld dat artikel niet te publiceren. Als Robertson acht jaar later voor een krant in Philadelphia werkt, betrapt hij Tombstone op het vermoorden van een informant. Bang dat Tombstone hem en zijn gezin iets aan zal doen, zwijgt Robertson erover. Jaren later werkt hijj voor The Daily Bugle en komt Tombstone naar New York. Hij is ingehuurd door Kingpin. Al die jaren heeft Robertson gezwegen en heeft zijn oud-schoolgenoot mensen vermoord. Als Robertson eerder zijn mond open had gedaan, was Tombstone opgepakt en hadden die mensen nog geleefd. Joe besluit niet langer te zwijgen en biecht alles op door een tape in te spreken en die aan Peter Parker te geven.
Hier laat ik de synopsis even bij, want je wilt ongetwijfeld deze verhalen zelf gaan lezen. Conway trakteert ons op een mooi ethisch dilemma dat ook nog eens tijdloos is.
Uit Peter Parker, The Spectacular Spider-Man 139.
Het tekenwerk van veteraan Sal Buscema (1936) was toen heel sterk, dus op grafisch vlak valt er al genoeg te genieten. Buscema is heel goed als visueel storyteller en hoewel hij niet zo van achtergronden tekenen houdt, tekent hij mensfiguren des te overtuigender. Buscema is inmiddels tachtig jaar en soort van met pensioen: hij inkt hier en daar nog wel eens een comic maar verder niets.
De verhalen in deze bundel zijn dan ook bijna dertig jaar oud… Damn, dat soort dingen drukken je meteen met je neus op de feiten: deze Spidey-fan wordt oud. En na al die jaren heb ik nog steeds zin om Spider-Man-comics te lezen.
Vroeger had ik twee stamkroegen: ’t Kroegie en Swaf. Nu heb ik er geen.
Swaf circa 2005-2006
In Hoorn is het makkelijk kiezen wat stamkroegen betreft: ‘t Kroegie en Swaf waren de enige leuke, wat mij betreft. Swaf staat tegenwoordig in de verkoop dus dat maakt de keuze nog makkelijker. Tenminste, dat vermoed ik: want ik ben er al jaren niet meer uitgegaan dus ik ben niet helemaal op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
In Amsterdam heb ik niet echt een stamkroeg, wel plekken waar ik vaak en graag afspreek. De Balie, Stanislavski en het Ketelhuis, zijn mijn vaste plekken voor koffiedates. Soms zit ik nog wel eens in de Koe om met een paar bevriende nerds af te spreken om over Spider-Man, Marvel en Star Wars te lullen. Goede avonden zijn dat.
Toch voelen die plekken niet echt als stamkroegen. Misschien komt hierdoor. Toen ik in Hoorn woonde, ging ik vaak naar Swaf omdat mijn woonkamer op een gegeven moment wat eenzaam voelde. Behoefte aan gesprek en gezelschap, ging ik dan naar Swaf. Ook al was ik altijd een buitenbeentje onder de outsiders. Het zij zo. Ik vond eigenaar Nico Danenberg altijd een aardige gastheer en zijn café voelde altijd uitnodigend.
Karlijn.
Op een gegeven moment ken je de barflies daar wel, al ben ik nu van de meeste de namen vergeten. Die van Karlijn natuurlijk niet – die werkte in ’t Kroegie indertijd en we gingen wel eens samen ontbijten. Dankzij Karlijn heb ik uiteindelijk Linda ontmoet.
Ik kan me leuke zaterdagmiddagen herinneren en goede avonden in ’t Kroegie en Swaf. Als je mensen maar vaak genoeg tegenkomt en spreekt, krijg je toch een vals gevoel van saamhorigheid op een gegeven moment.
Natuurlijk hoopte je als vrijgezel ook wel een leuke meid tegen te komen. Soms lukte dat en werd het een interessante nacht. Vaak waren die leuke meiden echter bezet en bleef het blij slap lullen. Letterlijk en figuurlijk.
En als er niemand was om mee te praten, dan ging ik bierviltjes vol tekenen. Soms maakte ik portretten van de aanwezige dames en dan kwam het vanzelf tot een gesprekje.
Nu ik erover na denk, heb ik wel een stamkroeg in Amsterdam. Als je mijn vaste plek op de bank als zodanig kunt aanduiden. Ik zit er vaak en graag. Drink er mijn koffie en lees er mijn strips. Huismus als ik ben tegenwoordig. Maar goed, naar leuke dames hoef ik dan ook niet meer op zoek.
In mijn oude appartement in Hoorn had ik mijn action figures op een plank boven de televisie staan. Zo zag dat er op 1 januari 2008 uit. Ik heb ze overigens allemaal nog. Eigenlijk heb ik ze allemaal gekocht of gekregen toen ik nog heel jong was. Alleen Boeddha kreeg ik in 2007 van een collega van me van Intermediair, maar dat maakt deze denkende superheld natuurlijk niet minder welkom.
En ja, de plank is behoorlijk stoffig zie ik.
Tegenwoordig staan de helden op een van de boekenkasten: