Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie: Iron Man

Stan Lee, de grootheid die veel populaire superhelden heeft bedacht waaronder Spider-Man, The X-Men en Fantastic Four, heeft ooit gezegd dat Iron Man niet zo succesvol is geworden als zijn andere creaties. Lee wijdt dit aan het feit dat iedereen het harnas van Iron Man kan aantrekken.

In tegenstelling tot de mutanten van de X-Men of de tiener Spiderman, zijn de superkrachten van Iron Man geen intrinsieke eigenschappen, verbonden aan het karakter van het personage. Als Stark zijn harnas uittrekt is hij superheld af.In deze spreek ik Lee (op repectvolle wijze) tegen, want ik denk dat als de film Iron Man een succes wordt, dit in bijzondere mate te danken is aan het feit dat Robert Downey Jr. in het harnas zit. Hij speelt Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier, maar geeft de eigenzinnige playboy/uitvinder tegelijkertijd een nuchterheid en daarmee geloofwaardigheid mee. Aan zijn zijde staat de mooie Gwyneth Paltrow als de bijdehante assistente Pepper Potts. (Lang leve de allitererende namen in superhelden comics.) Paltrow toont net zoveel spunk als Downey Jr. en is een vrouwelijke en up-to-date versie van butler Alfred Pennyworth.

Jeff Bridges staat met zijn kale hoofd en volle baard mijlen ver af van zijn rol als De Dude in The Big Lebowski (Coen Brothers, (1998), maar op het moment dat hij zijn slechte kant laat zien denk je toch even: ‘Fuck man, de dude maakt gehakt van Stark!’ Bridges, die naast de onovertroffen Dude een uiteenlopende reeks personages op zijn naam heeft staan, speelt Obadiah Stane met zichtbaar plezier en met genoeg overdrijving. Exact wat we van een superschurk mogen verwachten.

Lichtvoetig, maar geen camp
Iron Man is een vermakelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. Een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Dit komt wellicht omdat de held in kwestie dit keer geen zoekende tiener is of een getraumatiseerde miljonair, maar een succesvolle zakenman die ontdekt dat hij een verplichting heeft aan de wereld om zijn kennis van techniek ten goede in te zetten.Regisseur Jon Favreau (die zelf een klein rolletje speelt als de chauffeur van Stark) en het team scriptschrijvers presenteren een plot waarin de oorsprong van Iron Man op een logische wijze verhaald wordt. Stark wordt door een groep terroristen ontvoerd in Afghanistan en gedwongen om een door hemzelf ontworpen raket na te bouwen. In plaats daarvan zet hij een metalen harnas in elkaar waarmee hij weet te ontsnappen. Deze ervaring heeft een ander mens van hem gemaakt. Als Stark erachter komt dat zijn wapens onder de tafel aan terroristen worden verkocht, besluit hij zijn harnas te perfectioneren om deze handel een halt toe te roepen. Dit ethische dilemma is natuurlijk niet helemaal waterdicht, want kennelijk had Stark er geen moeite mee om hightech wapens te bouwen zolang de Amerikanen die maar gebruikten om oorlog te voeren in de brandhaarden van de wereld. Dit Amerikaans chauvinisme terzijde geschoven, is Iron Man zoals gezegd een prima actiefilm die de prijs van het immer hoge bioscoopkaartje meer dan waard is.

Lees ook:

Categorieën
Boeken Strips

Recensie: Comics Creators on Spider-Man

Comics Creators on Spider-Man kwam in 2004 al uit bij Titan Books. Ik kreeg het boek pas recent onder ogen en vind dat dit inspirerende werkje als nog een recensie verdient. The Fantastic Four mag dan het eerste superhelden-team uit de pen van Stan Lee zijn waarmee The Marvel Age of Comics in de jaren zestig werd ingeluid, het boegbeeld van de uitgeverij en de meest originele creatie van Lee blijft toch de jonge tiener die dankzij de noodlottige beet van een radioactieve spin al sinds 1962 de harten van menig lezer én stripmaker heeft sneller doen kloppen. Ik heb het natuurlijk over het personage Peter Parker die als Spider-Man zijn grote krachten op een verantwoordelijke wijze ten goede van de mensheid probeert te benutten. In ieder geval sinds zijn geliefde oom Ben werd vermoord door een inbreker die Peter — te druk met zijn eigen ego — een paar weken ervoor had laten gaan. Achter de schermen
De stripserie The Amazing Spider-Man wordt sinds 1963 uitgegeven door Marvel Comics. Voor deze serie schrijven en/of tekenen is het summum voor veel Amerikaanse comictekenaars. Voor Comics Creators On Spider-Man interviewde Tom DeFalco de bekentste makers over hun werk aan Spider-Man. DeFalco is geen onbekende in de stripwereld: hij was ooit hoofdredacteur bij Marvel en schreef ook Spider-Man-comics. Op dit moment is Spider-Girl een van zijn projecten. DeFalco sprak met vakbroeders als Stan Lee, Marv Wolfman, Gerry Conway, Roger Stern, John Romita Sr., J.M. De Matteis en Brian Michael Bendis over hoe het er bij Marvel Comics aan toe gaat, hoe de schrijvers en tekenaars te werk gaan en hoe de stripmakers tegen de muurkruiper aankijken. Groot gemis aan deze collectie van geïnterviewden is het onbreken van John Romita Jr. en J. Michael Straczynski — het succesvolle team dat tot voorkort aan Amazing Spider-Man werkte. Romita werd eerder aan de tand gevoeld in het boek Artists on Comics Art terwijl Straczynski door de drukte geen tijd had voor een gesprek.
Leuke anekdotes
Door de interviewvorm van vraag en antwoord heeft het boek een anekdotisch karakter. De ene maker vult vaak de andere aan. Zo claimt Stan Lee niet meer precies te weten waarom Steve Ditko, de eerste tekenaar van Spidey, stopte met het tekenen van Spider-Man. John Romita Sr. weet echter te vertellen dat de twee ruzie hadden over de identiteit van de Green Goblin. Ditko wilde dat de goblin in werkelijkheid een onbelangrijk personage was, terwijl Lee ervan overtuigd was dat het Norman Osborn, een bekende van Peter Parker, moest zijn. Dat vond hij veel dramatischer. (Het feit dat regisseur Sam Raimi altijd een persoonlijke band tussen het webhoofd en zijn vijanden probeert te forceren om de films dramatischer te maken, onderstreept Lee’s standpunt.) Kloonsaga
Comics Creators On Spider-Man bevat origineel artwork van de tekenaars en kaderteksten met extra informatie. De kaders bieden een mooie staalkaart van Spider-Mans wereld, geschiedenis en uitgeefverleden. Daarmee komen ook de misstappen die Marvel heeft gemaakt aan de oppervlakte. Het recente uitwissen van Peter Parkers huwelijk is slechts één in een reeks van ‘fouten’. In de jaren negentig werd Spidey’s geschiedenis omgegooid toen bleek dat hij eigenlijk een kloon was van de echte Peter Parker. Uit de verschillende anekdotes blijkt dat deze zogenaamde ‘Kloonaga’ oorspronkelijk maar een half jaar zou duren. De grote lijnen werden tijdens vergaderingen uitgedacht. Toen het verhaal de comicverkoop deed stijgen, werd de plot drie en een halfjaar lang uitgesmeerd. Uiteindelijk bleek Peter Parker natuurlijk helemaal geen kloon te zijn, maar toen was het project al volledig ontspoord. Dat krijg je ervan als makers zich te veel laten leiden door marketeers. Marvel plot
Strips schrijven bij Marvel moet een heerlijke baan zijn. In zijn hoogtijdagen schreef Lee verschillende stripboeken per maand. Hiervoor ontwikkelde hij een heel terloopse manier van plotten die bekend staat als ‘Marvel Plot’. Lee vertelde de tekenaar in grote lijnen wat de plot zou zijn. John Romita Sr. vertelt dat hij tijdens zijn gesprekken met Lee aantekeningen maakte op basis waarvan hij aan de slag ging met tekenen. Als Romita klaar was kreeg Lee de potloodpagina’s onder ogen en schreef hij hiervoor de dialoog. Met de Marvel-manier van plotten bepaalt de tekenaar dus hoeveel plaatjes en pagina’s hij aan een scène besteedt. Met deze manier van werken is hij verantwoordelijk voor het verhaalritme van de comic en niet de auteur.
Solliciteren in de stripwereld
DeFalco vraagt zijn collega’s ook naar hoe ze in de comicsindustrie terecht zijn gekomen. Veel makers begonnen bij DC Comics omdat daar elke donderdag een rondleiding werd gegeven. Aspirant-tekenaars en -schrijvers volgden deze toer wekelijks om zo in contact te komen met de redacteuren bij DC. Anderen stuurden herhaaldelijk werk naar de redacteuren of spraken ze aan op stripbeurzen. Mocht je aspiraties in die hoek hebben: gewoon de deur platlopen dus. Deze schrijver heeft de hoop om ooit een goede striptekenaar te worden al eeuwen geleden opgegeven, maar kan daarom des te meer genieten van de enthousiasmerende anekdotes en inzichten uit het boek van Tom DeFalco. Door de verhalen krijg ik zin om de oude Stan Lee comics weer uit de kast te pakken én om zelf een poging te wagen een goed (strip)plot te gaan pennen. Linkjes!

Categorieën
Strips

De oorsprong van The Fantastic Four

Marvels eerste superheldenteamMet de komst van de Fantastic Four (FF) in 1961 kreeg de stripwereld een nieuwe impuls. Sterker nog: zonder de FF hadden Spiderman, de Hulk en de X-Men waarschijnlijk nooit bestaan.In de jaren vijftig was het superheldengenre namelijk op sterven na dood. Dit genre kende zijn hoogtijdagen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De comics werden zelfs verspreid onder de Amerikaanse soldaten om de strijdlust en het moraal op te peppen. Na 1945 nam de interesse beduidend af. Alleen klassiekers als Superman en Batman werden nog gelezen.Justice League of America
DC Comics begon begin jaren zestig met de serie Justice League of America, waarin een paar oude helden van stal werden gehaald en in een team werden gezet. Deze serie bleek populair – de tijd was weer rijp voor superheldenverhalen. Martin Goodman, uitgever van Marvel Comics, gaf Stan Lee de opdracht een groep superhelden te bedenken om zo mee te dingen in het commerciële succes.Lee en Kirby bedachten een viertal astronauten die tijdens een ruimtereis hun speciale krachten kregen door een kosmische storm. De straling van de storm had hun DNA voorgoed veranderd. Reed Richards (Mr. Fantastic), de intelligente allesweter, had nu een elastisch lichaam dat hij ver kon uitrekken. Sue Storm (The Invisible Girl, later Woman) kan na het stralingsongeluk een onzichtbaar krachtveld vormen en zich volledig onzichtbaar maken. Johnny Storm (The Human Torch), een heethoofd vol bravoure, was een menselijke toorts geworden. Ook kon hij vuurballen afschieten en vliegen. Het ergste was Ben Grimm (The Thing) eraan toe. Hij was in een stenen monster veranderd met een opvallend oranje kleur die goed paste bij zijn blauwe kijkers.

Pseudowetenschap
Zoals zo vaak in Marvel comics, was er in de oorsprong van The Fantastic Four sprake van magische wetenschap: een pseudowetenschappelijke verklaring voor de speciale gave van de helden. In de jaren zestig was angst voor de atoombom en straling alom aanwezig. Radioactieve straling werd vaak gebruikt als middel om de superhelden en – schurken hun krachten te geven.
Met het bedenken van de Fantastic Four initieerden Stan Lee en Jack Kirby het Marvel Universum. Dit is het universum vol superhelden die leven in bestaande delen van de wereld – zoals New York – in mythologische plekken en nog te ontdekken dimensies. Zo leeft de Submariner in Atlantis en regeert Dr. Doom in het fictieve land Latveria. Mede dankzij de Fantastic Four werden superhelden weer populair en hiermee begon een golf van striphelden die we nog steeds kennen, zoals Spiderman, de Hulk, X-Men en Daredevil.Superhelden zijn net mensen
Het basisidee achter alle Marvelverhalen is Stan Lee’s uitgangspunt van de superheld in de echte wereld. Lee vroeg zich af hoe het dagelijks leven van de helden eruit zou zien, hoe de wereld op de superhelden zou reageren en wat de motieven van de helden zou zijn om de wereld te redden. Iedere goede schrijver die een levensecht personage wil bedenken moet zich vragen over de motivatie en de acties van het personage stellen. Tot dan toe was dit echter een zeldzaamheid in het superheldengenre. (Batman liep bijvoorbeeld de eerste strips rond in Gotham City zonder ook maar enige verklaring waarom. Pas later is zijn trauma uit de doeken gedaan.) Hierdoor waren de helden van Lee iets nieuws.
Roddelbladen
De Fantastic Four is om meerdere redenen een bijzonder team. Om te beginnen hebben deze superhelden geen geheime identiteit: ze dragen weliswaar uniformen om zich te onderscheiden van gewone stervelingen, maar dragen geen maskers om anoniem te blijven. Iedereen weet dus wie ze zijn. Het zijn supercelebs: beroemdheden wier foto’s verschijnen in de roddelbladen.Familiewaarden
Verder is de FF een superheldenteam dat uit familieleden bestaat. Reed Richards en Sue zijn getrouwd, Johnny Storm is Sue’s broertje terwijl Ben Grimm een goede vriend is van Reed. In superheldenverhalen zijn alternatieve familiebanden belangrijk. Zo is Peter Parker (Spiderman) een wees opgevoed door zijn oom en tante, zijn de X-Men een groep van rebelse mutanten die als familie beschouwd mogen worden en is Bruce Wayne Batman geworden omdat hij zijn familie op gewelddadige wijze heeft verloren.De familiestructuur nodigt uit tot soapachtige ontwikkelingen. Dit is een van de belangrijkste kenmerken van Marvel-comics: het privé-leven van de helden is vaak spannender en ingewikkelder dan de strijd tegen de misdaad. De lezers willen niet alleen actie en spektakel: het is vooral de meeslepende menselijke kant van het verhaal die ons telkens de bladzijde doet omslaan.

Categorieën
Strips

Superhelden 101: De superschurk

Een held heeft geen functie zonder een tegenstrever, een antagonist. De superheld kent als tegenhanger de superschurk. Het is de schurk die de orde overhoop haalt en doet omslaan in chaos. De antagonist
Veel van de kenmerken van de held zijn ook van toepassing op de schurk: zo heeft hij/zij een kostuum, superkracht of een bijzondere eigenschap en een alter ego. Daarbij moet worden gezegd dat de meest sinistere superschurken geen masker dragen. Zo staat de misdaadbaas van New York, de Kingpin, over het algemeen bekend als gerespecteerd zakenman in plaats van schurk. Senator Kelly, die zich in X-Men (Bryan Singer, 2000) hard maakt voor de mutantenregistratiewet, is met zijn politieke ideeën een gevaarlijker opponent van de X-Men dan de gemiddelde gekostumeerde superschurk.In principe heeft iedere held zijn eigen vijanden, zodat hij te maken heeft met opponenten die ongeveer evenveel kracht hebben. Zo zijn Batmans vijanden meestal niet supersterk. Schurken als de Joker en de Penguin zijn gevaarlijk door hun psychotische natuur en het gebruik van technische middelen – niet door brute kracht. Het komt overigens wel voor dat een superheld als bijvoorbeeld Spiderman te maken krijgt met een schurk die normaliter met een andere supercollega vecht en die veel meer kracht heeft dan hij.Psychologie van de schurk
Superschurken zijn niet zomaar slecht: er wordt altijd een reden gegeven voor hun gedrag. Reynolds is van mening dat misdaad niet op sociologische wijze benaderd wordt, maar dat de mythologie achter de tekst die van ‘verleiding en val door de zucht naar macht’ is. De motivatie van superschurken als de Joker, Doctor Doom, Lex Luthor en de Green Goblin komt voort uit een zucht naar macht; het zijn zogenaamde ‘gevallen’ personages. ‘All are corrupted by power, and power in the particular form of knowledge,’ schrijft Reynolds. (Reynolds 1992: 24)In de handen van de schurk is kennis een wapen en kan wetenschap uitzonderlijke krachten verschaffen. De Green Goblin is hiervan een goed voorbeeld: de formule die de verborgen kracht in de mens naar boven moet halen, zorgt dat Norman Osborn supersterk wordt. De mythologisering van wetenschappelijke kennis is een van de meest prominente thema’s van sciencefiction, en daarbij is de scheiding tussen kennis en geweten – die verbeeld wordt door de superschurken in comics – een conflict dat nooit op te lossen is: ‘A villain such as the Joker continues year after year, story after story, sabotaging the social order in an endless treadmill of destruction, which Batman struggles to control and contain’. (Reynolds 1992: 25)Net als de superheld, krijgen de meeste schurken hun krachten door een experiment dat fout gaat. De Green Goblin (Willem Dafoe) wordt slachtoffer van zijn eigen formule – behalve dat het ontploffende goedje hem supersterk maakt, verliest hij tegelijkertijd zijn realiteitszin. Hetzelfde geldt voor Dr. Octopus (Alfred Molina) in Spider-Man 2 die door een mislukt wetenschappelijk experiment de controle over zijn mechanische armen verliest. Doordat de chip die zijn geest zou moeten beschermen beschadigd wordt, beïnvloedden zijn kwaadwillende armen zijn hersenen in plaats van andersom.Tijdelijke overwinning
In de meeste gevallen wordt de schurk wel verslagen, maar is deze overwinning slechts tijdelijk: de verslagen schurk zal in de toekomst wederom zijn opwachting maken. Mocht hij permanent uitgeschakeld zijn, dan staat de volgende aflevering een nieuwe schurk klaar om toe te slaan en de sociale orde omver te werpen. De schurk wordt overigens zelden door brute kracht verslagen. Meestal vereist de overwinning een extra inspanning van de held door middel van een slimme handigheid of doorzettingsvermogen:

The moment of the extra effort, and the soul searching that is conducted to make it possible, are the key moments of most superhero narratives, and far more significant in terms of character development than all the acrobatic and artistic slugging and atomic, psychic, or electromagnetic zapping that comprises the progress of the fights themselves. (Reynolds 1992: 41)

Een kanttekening is hier wel op zijn plaats: Reynolds is wel wat snel met het stellen dat misdaad niet sociologisch gemotiveerd wordt. Niet iedere superschurk wil de wereld overheersen en als hij dat wel wil, wordt deze wens dikwijls vanuit de achtergrond van het personage gemotiveerd. Magneto’s acties komen bijvoorbeeld voort uit zelfbescherming: hij heeft zijn familie verloren in een concentratiekamp, en wil kostte wat het kost een mutantenvervolging voorkomen. Magneto ziet normale mensen als een bedreiging voor mutanten en is bereid tot het uiterste te gaan om zijn mensen te beschermen. Superschurken grijpen dus niet per definitie naar de macht om de macht; er kan van een degelijke motivatie sprake zijn die samenhangt met de achtergrond of met een eigenschap van het personage:

The villain’s motivation may be greed (the Kingpin, Lex Luthor), political fanaticism (the Red Skull), a mania for power (Doctor Doom), social engineering (the original Magneto), psychotic revenge against society for sundry personal reasons (Bullseye, the Joker) or even a metaphysical evil which presumes a Manichean view of universal order (Mr Mxyzptlk, Loki, Mephisto). (Reynolds 1992: 51)

De superschurk als vaderfiguur
In Sam Raimi’s Spider-Man komen enkele belangrijke thema’s uit het superheldengenre naar voren, namelijk het verlies van familie, de rol van vaderfiguren en gespleten persoonlijkheden. Net als in de comics, zorgt het verlies van oom Ben voor Peters motivatie om zijn spinnenkrachten in te zetten om mensen te redden. In dit opzicht is de rol van de vaderfiguur cruciaal. In de film worden bepaalde zaken echter anders verteld dan in de comics. Omdat daardoor ideologische verschillen ontstaan, is het belangrijk hier dieper op in te gaan.Peter en oom Ben: ‘atonement with the father’
De origin story van Spiderman is kenmerkend voor de origin stories van superhelden: hij krijgt zijn speciale kracht als tiener en het ontstaan van de held gaat gepaard met het verlies van de vader. Zoals al eerder is aangegeven speelt bij superhelden het verlies van de ouders een centrale rol in de wording van de held. Volgens Richard Reynolds doorlopen de superhelden het oedipale traject niet volledig omdat een confrontatie met de vader uitblijft:

The most satisfying and enduring superheroes have incorporated the familiar emotional landscape of adolescence into their developing superhero mythology. Their exploits very frequently dramatize the Oedipal conflict, or what [Joseph] Campbell refers to as the ‘Atonement with the Father’. This conflict is especially acute for the superhero. He will generally be the possessor of extraordinary physical and often mental powers, yet be unsure of his maturity and trustworthiness to use them. In any straight show-down with his father – in any trial of strength – he would clearly be triumphant. But such simplicity would be impermissible and unsatisfying as story or myth – it is never allowed to happen. Approval by the father is withheld time and again by the absence or unavailability of the father-figure. (Reynolds 1992: 61)

Reynolds verwijst in zijn tekst naar Joseph Campbells The Hero with a Thousand Faces, waarin Campbell inderdaad spreekt over ‘atonement with the father’: het goedmaken/verzoening met de vader. Dit gebeurt door een confrontatie met de vader en is voor het kind het moment van initiatie tot de wereld van de volwassene:

When the child outgrows the popular idyl of the mother breast and turns to face the world of specialized adult action, it passes, spiritually, into the sphere of the father – who becomes, for his son, the sign of the future task, and for his daughter, the future husband. Whether he knows it or not, and no matter what his position in society, the father is the initiating priest through whom the young being passes on into the larger world. And just as, formerly, the mother represented the ‘good’ and ‘evil’, so now does he, but with this complication – that there is a new element of rivalry in the picture: the son against the father for the mastery of the universe, and the daughter against the mother to be the mastered world. (Campbell 1949: 136)

Volgens Reynolds vindt dit dus niet plaats bij superhelden omdat de vaderfiguur ontbreekt: de confrontatie blijft uit en daarmee de goedkeuring van de zoon door de vader. We kunnen echter stellen dat in het geval van Spiderman hij toch de volwassen wereld in stapt, juist doordat hij zijn verantwoordelijkheden neemt. Als Spiderman de inbreker verslaat die zijn oom heeft vermoord, is dat zijn initiatiemoment. Peter kent dus geen directe confrontatie met zijn vader om, zoals Campbell het noemt, ‘de heerschappij van het universum’. Als Spiderman levert hij echter dagelijks een dergelijke strijd met superschurken. Deze schurken zijn soms te zien als alternatieve vaderfiguren. Voor ik hier nader op in ga, is het belangrijk de relatie tussen Peter en oom Ben nader te bekijken.In de film wordt de relatie tussen Peter (Tobey Maguire) en zijn oom Ben (Cliff Robertson) uitvoeriger behandeld dan in de strip. Deze veranderingen hebben tot gevolg dat de theorie van Reynolds niet opgaat. Hoewel Ben Parker maar kort aanwezig is in de film is het belangrijk dat dit personage goed wordt neergezet en dat zijn band met Peter zo duidelijk mogelijk wordt gemaakt. De dood van Ben is immers Peters motivatie om Spiderman te worden. In de strip heeft Ben drie korte scènes met Peter. In de film zien we Ben ook maar drie keer voordat hij sterft, en in die scènes wordt al het mogelijke gedaan om hem neer te zetten als een liefdevolle vaderfiguur voor Peter, die samen met zijn vrouw het beste met hem voor heeft. Wanneer Peter voor zijn doen zich steeds vreemder begint te gedragen, valt dit Ben meteen op. Hij probeert er met Peter over te praten in de auto; in deze scène vertelt Ben Peter dat grote krachten met grote verantwoordelijkheden gepaard gaan. Tijdens dit gesprek probeert hij echt te begrijpen wat er met Peter aan de hand is, maar Peter wil niet luisteren – hij denkt het allemaal beter te weten en wil geen preek van zijn oom. Ben antwoordt: ‘I don’t mean to lecture, and I don’t mean to preach, and I know I am not your father.’ Peter antwoordt boos: ‘Then stop pretending to be!’ Dit raakt Ben diep en hij staakt het gesprek. Peter heeft echter ongelijk: sinds zijn ouders omkwamen, zijn Ben en tante May (Rosemary Harris) zijn ouders.

With great power…

In deze scène wordt een klassiek conflict uitgebeeld, dat tussen de vader en het kind. Dit is het moment dat het kind zich losmaakt van zijn ouders en alles op zijn manier wil doen. Uiteindelijk zal Peter echter leren dat Ben gelijk had en dit besef zorgt ervoor dat hij zijn krachten inderdaad gebruikt om het goede te doen. De vaderfiguur fungeert hier in principe als voorbeeld – als spiegelbeeld – voor de zoon: doordat Peter de normen en waarden van Ben overneemt, wordt in Spiderman de goedheid van Ben gereflecteerd.Peter gaat in de film dus wel het conflict aan met de vader, zij het dan dat het initiatiemoment waar Joseph Campbell het over heeft, later plaatsvindt. In de film zien we echter wel de verzoening (atonement) tussen vader en zoon. In tegenstelling tot de stripversie ziet Peter oom Ben namelijk nog even voordat deze doodgaat. Peter vindt Ben op straat, waar hij is neergeschoten. Peter knielt bij hem neer. Als Ben hem herkent, glimlacht hij nog even: hij vergeeft hem de ruzie van eerder die dag. Dit moment is een belangrijke en interessante toevoeging in de film. In geen van de stripversies van de origin story ziet Peter Ben sterven. In het oorspronkelijke verhaal van Stan Lee en Steve Ditko is het Lee, de geestelijk vader van Spiderman, en niet Ben die aan het eind van het eerste verhaal zegt dat met grote krachten grote verantwoordelijkheden gepaard gaan.Osborn/Green Goblin
In Sam Raimi’s Spider-Man is Norman Osborn heel duidelijk een alternatieve vaderfiguur voor Peter. Hij biedt hem zijn hulp aan als Peter een baantje zoekt en is aanwezig op Peters diploma-uitreiking. Hier is hij letterlijk de vervanging voor Ben Parker die inmiddels gestorven is. (Dat Osborn aanwezig is omdat zijn zoon Harry ook zijn diploma krijgt maakt hierin geen verschil.) In het eindgevecht zegt Osborn ook dat hij als een vader voor Peter is geweest. ‘Be a son to me now,’ vraagt hij hem. Peter wijst Osborn uiteindelijk af als vaderfiguur en stelt heel duidelijk dat oom Ben zijn vader is: ‘I have a father. His name is Ben Parker.’ De relatie tussen Peter en Osborn is in de film anders dan in de comics: daarin wordt Norman nooit neergezet als alternatieve vaderfiguur voor Peter.In Spider-Man 2 wordt Dr. Octopus ook neergezet als een soort van vaderfiguur, hoewel dat subtieler gebeurt dan bij Osborn. De scène waarin Peter bij Dr. Octavius en diens vrouw aan de thee zit is duidelijk geschreven om een persoonlijke band tussen Peter en Doc Ock bewerkstelligen. Je zou Octopus dan ook als wetenschappelijk vader van Peter kunnen beschouwen.

Harry Osborn in de voetsporen van zijn vader.

In tegenstelling tot Peter, doorloopt Harry Osborn (James Franco) wel het gehele oedipale traject. In het begin van de film verzet hij zich tegen zijn afkomst: als Norman Harry naar school brengt, wil Harry niet dat zijn klasgenoten hem in een limousine zien zitten. In de film probeert Harry wel de goedkeuring van zijn vader te krijgen. Deze blijft uit tot het moment dat Mary Jane (Kirsten Dunst) het uitmaakt met Harry – dan verzoenen Norman en zijn zoon zich met elkaar. Op de begrafenis van Norman zweert Harry zich op Spiderman te wreken. Hij denkt dat Spiderman verantwoordelijk is voor de dood van zijn vader. Harry neemt afscheidt van Peter en loopt naar de limousine: hij heeft zich verzoend met zijn lot en stapt letterlijk in de voetsporen van Norman Osborn. In de volgende films blijkt hoeveel als Harry ook daadwerkelijk de identiteit van de Green Goblin op zich neemt.In de film worden de relaties tussen de personages, in het bijzonder die van Peter met Ben en Peter met Osborn, duidelijk naar voren gebracht. Dit gebeurt ook in andere superheldenfilms: in The Hulk (Ang Lee, 2003) speelt de vader (Nick Nolte) ook een belangrijke rol in het leven van Bruce Banner (Eric Bana). De vader vervult ook de rol van superschurk: de strijd tussen vader en zoon wordt letterlijk verbeeld als Banners vader de krachten van zijn zoon probeert te absorberen. Het vooropstellen van de relaties tussen de personages maakt duidelijk dat het in de films – net als in strips van Marvel – ook draait om de mensen áchter het masker.

Lees verder over de wereld van de superheld
Michael Minneboo
Bovenstaande tekst is een bewerking van de doctoraalscriptie Superhelden in actie: Comics op celluloid. Geschreven door Michael Minneboo, major filmstudies Vakgroep Film- en televisiewetenschappen, Universiteit van Amsterdam.Literatuur
Adatto, Kiku. Picture Perfect. The Art and Artifice of Public Image Making. New York: Basic Books, 1993.

Brooker, Will. Batman Unmasked. Analyzing a Cultural Icon. London: Continuum, 2000.

McCloud, Scott. Understanding Comics. The Invisible Art. 2e druk. New York: Paradox Press, 2000(a).

Persmap. Spider-Man. Production Information. Amsterdam: Columbia Tristar Films, 2002.

Persmap. The Hulk. Amsterdam: Universal Pictures, 2003.

Reynolds, Richard. Superheroes. A Modern Mythology. London: B.T. Batsford, 1992.

Sassienie, Paul. The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere. London: Ebury, 1994.

Taormina, Agatha. The Hero, the Double, and the Outsider. Images of Three Archetypes in Science Fiction. Diss. Carnegie-Mellon University, 1980. Ann Arbor: University microfilms international, 1982.

Gerelateerde artikelen
Batman op de divan

De charme van Spider-Man

Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Spider-Man 3 stelt teleur

Spider-Man 3 draait eindelijk in de bioscoop. In dit deel worden de draadjes van Sam Raimi’s web samengeknoopt. Hier en daar laat de regisseur echter behoorlijke steken vallen.

Toen Sam Raimi’s Spider-Man vijf jaar geleden uitkwam, ging mijn jongenshart sneller kloppen. Eindelijk een volwassen interpretatie van mijn favoriete superheld, gemaakt door een filmmaker die het materiaal begreep en de strip vol enthousiasme geloofwaardig naar het witte doek wist te vertalen. Goede vertolkingen van een uitstekende cast en een schilderachtige cinematografie brachten de creatie van Stan Lee en Steve Ditko uit 1962 tot leven. Met het vervolg gooide Raimi daar nog een schepje bovenop en leverde hij een evenwichtige en spectaculaire film af. De verwachtingen voor de derde episode waren dan ook hooggespannen. Helaas worden die verwachtingen maar voor een deel waargemaakt.Spider-Man 3 begint nagenoeg waar deel twee ophield. Mary Jane en Peter hebben elkaar gevonden, zij accepteert dat hij een dubbelleven leidt als webhoofd en New York juicht de held toe. Het gaat Peter Parker dus eindelijk eens voor de wind. Dat mag natuurlijk niet te lang duren. De schurken Sandman en Harry Osborn als de Green Goblin draven daarom al snel op om roet in het eten te gooien.

Peter is er maar druk mee en zo vol van zichzelf, dat hij geen oog heeft voor de problemen van Mary Jane. Als een symbiotisch wezen uit de ruimte zich probeert te hechten aan Parker, komt zijn duistere kant boven en laat hij zich van zijn allerslechtste kant zien. Als Sandman ook nog eens de echte moordenaar van oom Ben blijkt te zijn, heeft Peter alle reden om te handelen naar wat de duisternis hem dicteert. Ondertussen drijft de komst van Gwen Stacy ook nog een wig tussen het geluk van Peter en MJ.

Overvloed
De plot van de film klinkt veelbelovend, maar maakt tevens duidelijk dat er heel wat draadjes samen moeten komen in het web dat Raimi en zijn team hebben gesponnen in de afgelopen twee films. Het stripmateriaal van Marvel is een nogal rijke bron en het lijkt wel alsof de scenaristen (Raimi schreef het script samen met broer Ivan en Alvin Sargent) er te veel van in één film wilden proppen. Na het zien van Spider-Man 3 heb je het gevoel dat je twintig comics achter elkaar hebt gelezen.

Het probleem hiervan is dat er die 2 ½ uur filmduur niet genoeg tijd biedt om alles goed uit te werken; de filmmakers hebben er flink de kantjes van afgelopen. Dat is jammer, want de duistere kant van Peter (Tobey Maguire) als thema had een boeiende film kunnen opleveren. Van alle personages komt Harry Osborn (James Franco) – na Peter uiteraard – nog het beste uit de verf: de ontwikkeling van zijn karakter werd al op gang gebracht in de voorgaande delen en komt nu tot een boeiende slotsom.

Hetzelfde kan helaas niet gezegd worden voor Sandman (Thomas Haden Church) of Venom (Topher Grace). Raimi past het verhaal van de moord op oom Ben aan om deze in Sandmans schoenen te kunnen schuiven. Kenmerkend aan zijn Spiderman-films is dat het conflict met de schurk altijd een persoonlijke strijd is. De Green Goblin en, in mindere mate, Doc Ock werden neergezet als alternatieve vaderfiguren voor Peter. Dit keer krijgt hij dus te maken met de echte moordenaar van zijn pleegvader oom Ben (Cliff Robertson). De makers wringen zich onnodig in allerlei bochten om een persoonlijke connectie tussen Peter en Sandman te bewerkstelligen.

De shots waarin Sandman zijn krachten krijgt zijn weliswaar een spectaculair staaltje CGI, de manier waarop hij het slachtoffer wordt van een wetenschappelijk experiment had beter toegelicht mogen worden. De ontwikkeling van Venom wordt stelselmatig opgebouwd en zijn motivatie is duidelijk. Toch maakt ook deze schurk zijn potentie niet geheel waar. Purist
Waarom Gwen Stacy (Bryce Dallas Howard) een rol speelt in het verhaal is echter het grootste raadsel. Stripliefhebbers zullen weten dat Peter een relatie met Gwen had voordat hij Mary Jane ontmoette. In Amazing Spider-Man #121 is het Gwen die door de Green Goblin van de Brooklyn Bridge wordt gegooid waardoor ze sterft. In Spider-Man is de geschiedenis met Gwen overgeslagen en is zij vervangen voor Mary Jane. Prima, want in hervertellingen van Spiderman-verhalen is Gwen ook out of the picture. Waarom Gwen nu dus geïntroduceerd wordt als rivaal voor Mary Jane (Kirsten Dunst) is vreemd, want Felicia Hardy (alias Black Cat) zou bijvoorbeeld een logischer keuze zijn geweest. Het grote bioscooppubliek zal het echter worst wezen, de strippurist in mij echter niet.

Suikerzoet en disco-moves
Raimi heeft in de vorige films een aardige balans gevonden tussen de emotionele lading in het verhaal en de actiescènes, de kenmerkende mix van de Spiderman-strips. In deze aflevering is hij die balans echter kwijt. Veel van de scènes slaan te veel door in suikerzoete emoties. Hierdoor dreigen ze pathetisch te worden.

Dit staat in schril contrast met de meer humoristische elementen. Wanneer Spidey slecht wordt door de invloed van de symbiont, laat hij ook als Peter Parker zijn duistere kant vrij. Raimi verbeeldt dit echter door Peter een emo-kapsel te geven – een iconografie die niet geheel bij het personage past. In combinatie met de disco-moves die Peter op straat demonstreert, wordt het allemaal net iets te belachelijk.

Los daarvan herhalen Raimi en de zijnen net te vaak trucjes uit de eerste twee films. Tante May (Rosemary Harris) fungeert wederom als moreel centrum in Peters leven en brengt hem door een monoloog op het rechte pad – dat hebben we nu wel vaak genoeg gezien. En kunnen de scenaristen niets beters verzinnen dan het ontvoeren van Mary Jane om Spidey in de val te lokken? Het ziet ernaar uit dat de Raimi-Spiderman-formule na drie films wat sleets begint te raken.En toch…
Tot zover de minpunten van deze film, want je moet dit derde deel natuurlijk wél gaan zien. Er wordt een hoop goed gemaakt in het laatste kwart van de film, al had de climax wel wat – wederom – beter uitgewerkt mogen worden. In de laatste akte van Spider-Man 3 weet Raimi alle elementen toch nog bij elkaar te brengen en wordt duidelijk waarom er zoveel personages in de film rondlopen. Visueel ziet de film er fantastisch uit en is voor digitaal Hollywood de lat wederom een stukje hoger gelegd. Met het visuele spektakel en actie zit het dus wel goed.

Christopher Youngs soundtrack weet hier en daar de emoties de juiste hoeveelheid kracht bij te zetten zonder de aandacht op zichzelf te vestigen (en heeft veel weg van Danny Elfmans score voor de andere Spidey-flicks). Ook is Bruce Campbell weer van de partij in misschien wel zijn beste cameo ooit.

Ondanks de onevenwichtigheid en volheid van de film, (en als je als purist de ergernissen buiten beschouwing laat) is deze toch onderhoudend. Al is Spider-Man 3 niet zo goed als zijn voorgangers. Tot slot is het een fijn idee dat er na vijf jaar een (soort van) einde is gebreid aan een trilogie die de film- en stripgeschiedenis zal ingaan als een van de meest boeiende superhelden-stripadaptaties ooit.

Categorieën
Film Strips

Film: Striptaal in The Green Goblin’s Last Stand

Toen ik met mijn scriptie over stripverfilmingen bezig was stuitte ik tijdens mijn research op een vreemde maar intrigerende Spiderman-film. Begin jaren negentig produceerde en regisseerde Dan Poole zijn eigen versie van Spiderman in de film The Green Goblin’s Last Stand.

Deze lowbudget-film maakte Poole om indruk te maken op regisseur James Cameron die indertijd de echte Spiderman-film zou maken. Poole draaide de film in ruim een jaar tijd met een budget onder de 500 dollar. Hij speelde zelf de hoofdrol van Spiderman en Peter Parker.In vele opzichten is deze amateurfilm tot op dit moment de meest getrouwe comicbook-adaptatie van Spiderman. Poole baseerde zijn script op The Amazing Spider-Man (Vol. 1) #121 en 122 uit 1973. (Geschreven door Gerry Conway en getekend door Gil Kane.) In dit verhaal wordt Peters vriendin Gwen Stacy vermoord door de Green Goblin, die even later zelf sterft. Deze verhaallijn is ook gebruikt voor de climax van Raimi’s Spider-Man, zij het dan dat deze erg veranderd is ten opzichte van de comics.

Dichtbij de bron
Dan Poole heeft de belangrijkste scènes uit deze comics in zijn film opgenomen en blijft behoorlijk dicht bij de oorspronkelijke versie: dialogen worden vrijwel letterlijk uitgesproken en in sommige gevallen komt de kadrering van de shots overeen met de plaatjes uit de comics. Hier en daar zijn wel aanpassingen gemaakt vanwege budgettaire overwegingen: zo wordt Gwen Stacy van Peters dak gegooid in plaats van de Washington Bridge. Zelfs het team van Raimi kon onmogelijk filmen op de brug, zodat ze alles in een studio moesten nabouwen. Die luxe had Poole uiteraard niet.

Al moet gezegd worden dat deze productie geen cinematografisch hoogtepunt is: veel shots overstijgen het niveau van de gemiddelde homevideo niet en je zou wensen dat de cameraman meer gebruik had gemaakt van een statief. Voor een lowbudget film zijn de stunts overigens erg indrukwekkend. Aan de film is de passie van de filmmaker voor het strippersonage duidelijk af te lezen. Dit is een van de redenen die deze film charmant maakt. Aan de andere kant zorgt Poole’s respect voor het oorspronkelijke stripmateriaal er juist voor dat The Green Goblin’s Last Stand op een laag niveau blijft steken.Striptaal
In strips zijn de woorden van de personages de belangrijkste indicatoren van hun emoties en gedachten. In de Spidermancomics praat de held vaak tegen zichzelf; zo weet de lezer precies wat er in hem omgaat. De vertelstijl van Stan Lee (die samen met Steve Ditko Spiderman creëerde en in het begin de verhalen schreef) is doorspekt met drama en humor. Edward Gross, auteur van Spider-Man Confidential (uit 2002), omschrijft Lee’s schrijfstijl als volgt:

‘Lee’s dialogue often may seem bombastic, melodramatic, and corny, but it nonetheless endows his Spider-Man stories with sharp humor, incisive characterizations, and surprisingly affecting drama.’

In Raimi’s Spiderman-films zitten teksten die veel weg hebben van Lee’s vertelstijl, zoals Peters voice-over aan het begin van Spider-Man. In feite vertelt Peter op dezelfde manier als zijn geestelijk vader Stan Lee. Dat deze melodramatische dialogen niet overdreven overkomen is voornamelijk te danken aan het optreden van de acteurs, want de teksten zijn van zichzelf hoogdravend en liggen er te dik bovenop.

Theatraal
Dat het overnemen van stripdialogen niet altijd even goed werkt, bewijst de film The Green Goblin’s last stand. In deze film wordt dialoog op dezelfde manier toegepast als in de comics: gedachten worden uitgesproken door de personages. (Er wordt overigens nergens gebruik gemaakt van een voice-over, dus alle gedachten worden door de acteurs uitgesproken: ze praten tegen zichzelf.) Hierdoor worden in sommige gevallen dingen dubbel verteld.

Dit komt erg theatraal over, wat voor een deel te wijten is aan het beperkte talent van de acteurs, maar ook aan het feit dat als alles gezegd wordt er weinig te raden overblijft. Daarbij komt nog dat het erg onnatuurlijk overkomt als mensen in een film constant tegen zichzelf praten.Het theatrale en overdreven karakter van de film wordt versterkt door het acteerwerk van Jimmy Kinstle die de Green Goblin speelt. Kinstle gebruikt bij het uitspreken van zijn tekst grote gebaren. Daarbij neemt hij poses aan om zijn woorden te onderstrepen. Het is bijna alsof hij de houdingen van de Goblin in de strip letterlijk plaatje voor plaatje overneemt, waardoor het geheel overdreven wordt.

Bewonderingswaardig
Poole’s film bewijst wat mij betreft twee dingen: als je een adaptatie maakt van een strip is het belangrijk jezelf voldoende los te maken van het bronmateriaal zodat je in staat bent in filmtaal het verhaal te vertellen. De film maakt ook duidelijk dat Sam Raimi een waar vakman is als het om regisseren gaat. Zijn Spider-Man-films hebben voldoende respect voor het bronmateriaal. Tegelijkertijd heeft Raimi er met zijn eigen stijl een eigentijdse filmversie van gemaakt.Overigens neemt dat niet weg dat Poole’s film een bewonderenswaardig project is dat bij mij als Spidey-fan respect afdwingt.

Nieuwsgierig geworden naar Pooles film? The Green Goblin’s Last Stand is onder andere te bekijken op: http://www.ifilm.com/ifilmdetail/2403520.

Categorieën
Media Strips

The Incredible Hulk 2: Niet van de buis te slaan

Na de televisieserie over de Incredible Hulk verschenen er nog enkele tv-films van de groene held. Deze wijken echter af van de oorspronkelijke serie en halen ook niet het zelfde niveau.Toen televisiemaker Kenneth Johnson gevraagd werd om eens tussen de stapel superhelden van Marvel te snuffelen om te zien welke hij geschikt achtte voor televisie, zag hij voorzichtig iets in The Incredible Hulk. Toch besefte hij dat het een en ander aangepast moest worden om het stripverhaal geloofwaardig naar het televisiescherm te brengen.

Johnson zegt hierover in een interview met Mark Rathwell:

‘I was reading Les Miserables so I had Jan Val Jean and Javert and The Fugitive concept in my head. I thought, “well – maybe there’s a way to take a little Victor Hugo, a little Robert Louis Stevenson and this ridiculous premise called The Incredible Hulk and turn it into something, if they allow me to do it as a psychological drama with real adult appeal and with strong, classy casting.” And they did!’ (Bron: http://www.incrediblehulktvseries.com.)

Johnson heeft met de serie eigenlijk The Fugitive met het stripverhaal van de Hulk vermengd. In The Fugitive is de hoofdrolspeler op de vlucht omdat hij verdacht wordt van de moord op zijn vrouw. Hij zwerft van stad tot stad, op de hielen gezeten door een US Marshall. De Hulk wordt verdacht van de moord op Banner en collega-wetenschapper, op de hielen gezeten door een reporter van een tweederangs krant. Omdat de naam Bruce te veel een homoseksuele connotatie had, werd ervoor gekozen om Bruce Banner te veranderen in David. (Alsof dat veel beter is :-). )De pilot
Ook de gehele ontstaansgeschiedenis van de Hulk werd veranderd. Dit keer beschermt Dr. Banner niet ene Rick Jones tegen een explosie van de gammabom, maar zoekt de goede dokter naar de extra krachten die in ons allen verborgen liggen. Hij verloor zijn vrouw in een auto-ongeluk en was niet sterk genoeg haar te redden uit de vlammenzee. Andere mensen die een soortgelijke ervaring hadden meegemaakt, beschikten opeens over supermenselijke krachten. Banner ontdekt dat dit met gammastraling te maken heeft en neemt per ongeluk een overdosis gammastraling, waarna hij dus geregeld in de Hulk verandert als hij boos wordt.

Dit verhaal wordt met veel pathos en met een realistische psychologische achtergrond verteld in de pilot van de serie. Uiteindelijk sterft Elaina Marks (Susan Sullivan), de vrouw met wie Banner samenwerkt, en krijgt het monster de schuld van haar dood en de dood van Banner zelf. De pilot werd goed ontvangen en snel opgevolgd door A Death in the Family, waarna de serie het groene licht kreeg en elke week een aflevering van de Hulk verscheen.

Daredevil
Toen de serie al een aantal jaar ten einde was, werden er eind jaren tachtig nog drie zogenaamde reüniefilms gemaakt. De eerste twee hiervan waren ook voorzichtig bedoeld als pilot voor andere helden uit het Marvel-universum. In de eerste, The Incredible Hulk Returns, krijgt de Hulk te maken met Thor. (Dat deze ontmoeting op meerdere vlakken niet geheel geslaagd is, kun je in dit fragment zien.) In de tweede, The Trial of the Incredible Hulk, wordt de blinde held Daredevil op een aardige manier geïntroduceerd. Bruce is door al het jaren zwerven zo afgestompt, dat hij zich ver houdt van iedere vorm van menselijk contact. Totdat voor zijn ogen een vrouw verkracht dreigt te worden in de metro. Bruce wordt echter als dader gezien en het is aan advocaat Matt Murdock – het alter ego van Daredevil – om hem uit de bak te krijgen. Banner en Murdock werken samen om de inmiddels ontvoerde vrouw uit de toren van Kingpin te halen.Trial is een opmerkelijke aflevering om verschillende redenen. John Rhys-Davies (Professor Orturo in Sliders) geeft een interessante interpretatie van misdaadbaas Kingpin: een videoverslaafde voyeur die alles in de gaten houdt via een reeks videoschermen. Goed, hij is niet zo bedreigend als Michael Clarke Duncan in de film Daredevil, maar ook in die film lijkt Kingpin in de verste verte niet op de stripversie. Rex Smith speelt een aardige Daredevil (al zie ik toch liever Ben Affleck in de rol), maar het zwarte turnpakje dat hij aan heeft slaat een modderfiguur. Of, om het in de woorden van Stan Lee te zeggen:

‘Whoever designed [DD’s] nowhere costume should be stranded on a desert island with nothing to read but DC mags until he begs for mercy!’. (Geciteerd in Comic Book Heroes of the Screen, William Schoell).

Opmerkelijk detail is dat Stan Lee een cameo heeft als een van de juryleden tijdens de rechtszaak tegen de Hulk. Helaas is deze aflevering iets te veel een promofilmpje voor een potentiële Daredevil-serie en in de laatste actiescène verandert Banner niet eens in de Hulk.

Dood eind
De laatste televisiefilm, The Death of the Incredible Hulk, bracht Banner weer in romantische moeilijkheden als hij verliefd wordt op een dievegge (voormalig Miss America en ster uit de Highlander tv-serie Elizabeth Gracen). De Hulk sterft door uit een opstijgend vliegtuig te vallen. Gek genoeg overleefde hij in een aflevering uit de serie een veel hogere val. Daarmee komt de Incredible Hulk dus een beetje knullig aan zijn eind. Het moment dat de gevallen Hulk in de armen van zijn geliefde langzaam terugverandert in Banner is erg roerend omdat Bruce door de dood eindelijk bevrijd zal zijn van zijn ‘vloek’. Er waren nog plannen om de Hulk wederom te reanimeren in een vierde film, maar doordat Bill Bixby ziek werd en uiteindelijk stierf aan prostaatkanker, is het er niet meer van gekomen.

De televisiefilms halen geen van allen het niveau van de televisieserie. Veel fans klagen over het feit dat er veel inconsistenties in de films zitten ten opzichte van de serie. Zo vindt men het vreemd dat als Banner verandert in de Hulk, zijn gehele baard verdwijnt. (Volgens mij zou een Hulk met baard er te belachelijk hebben uitgezien, wat de producenten gelukkig zelf ook beseften). Ook zien we Jack McGee (Jack Colvin) niet meer terug na Return of the Incredible Hulk.Het grootste manco van de films is wellicht het combineren van de Hulk met andere superhelden. De vertolking van Thor (Eric Allan Kramer) is te kinderachtig voor woorden. Hoewel Daredevil redelijk goed gedaan is, steelt hij weer te veel de show van onze groene held. Wat dat betreft had Johnson het goed ingezien om het menselijke aspect van de Hulk centraal te stellen en overdreven fantastische figuren achterwege te laten. Het meest irritante is wellicht dat hoewel de Hulk uiteindelijk sterft, dit einde niet voelt als een goede afronding van het verhaal van David Banner. Johnson wilde de serie laten eindigen met een televisiefilm waarin Banner aangeklaagd zou worden voor de moord op Elaina Marks uit de pilot. Omdat de serie abrupt werd gestopt, is het hier nooit van gekomen. Zoals vaak in televisieland, blijft de hartstochtelijke kijker met veel losse eindjes zitten.De drie reüniefilms danken hun bestaansrecht aan een misplaatste nostalgie voor de televisieserie. De films bewijzen dat wie echt goede Hulkverhalen wil ervaren, zich het beste kan houden bij het lezen van de strips.

Zie ook: The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie en Spiderman in de seventies.

Categorieën
Media Strips

The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie

Wie regelmatig de televisieserie The Incredible Hulk kijkt, weet dat Dr. David Banner (Bill Bixby) geen makkelijk leven leidt.

Niet alleen verandert hij om de haverklap in het groene monster de Hulk als hij boos wordt, de meeste vrouwen die hij ontmoet sterven of moet hij vroegtijdig verlaten doordat reporter McGee (Jack Colvin) hem op de hielen zit. Banner zwerft van stad naar stad en weet zichzelf iedere aflevering goed in de nesten te werken. Alleen de immense kracht van de Hulk is in staat de misdaad een halt toe te roepen.

Lief
The Incredible Hulk werd eind jaren zeventig en begin jaren tachtig gemaakt en werd sindsdien meerdere keren uitgezonden. Tegenwoordig is de serie op dvd te krijgen en te zien bij SBS6 rond 6:15 in de ochtend.

De serie is heel anders dan de film van Ang Lee uit 2003. In de jaren zeventig was er nog geen sprake van een computer-Hulk en speelde bodybuilder Lou Ferrigno het monster. Ferrigno werd voorzien van een kortgeknipte spijkerbroek, groene bodypaint en een slechte pruik. In tegenstelling tot de strip-Hulk kon hij niet praten. Ook was de televisieversie niet zo sterk als in de strips. Sterker nog: producent Kenneth Johnson schreef de Hulk zo dat hij kind- en diervriendelijk overkomt. Momenten van pure agressie waarin de Hulk van alles wegsmijt komen dan ook abrupt tot een eind wanneer het monster een kind of lief dier ontwaart.

Metamorfose

Ik zag The Incredible Hulk voor het eerst toen ik een jaar of vier was en was zeer onder de indruk van het monster en de specialeffects. Tegenwoordig zijn deze nogal doorzichtig, maar als we het beperkte televisiebudget in het achterhoofd houden, zit de serie toch heel aardig in elkaar. De verandering van Banner naar de Hulk zijn op ouderwetse wijze gemaakt: shots van verschillende fasen van de verandering vloeien in elkaar over.
Vooral in de eerste seizoenen werd veel werk gemaakt van de transformaties. Later liet men vaak zien dat Davids ogen wit werden (dankzij contactlenzen), waarna een close-up van een scheurend T-shirt of openscheurende schoenen met daarin de groene gestalte van de Hulk voldoende werd geacht om de transformatie aan de kijker te verkopen. De transformatie ging altijd gepaard met enge muziek. In sommige gevallen gebeurde de verandering volledig buiten beeld terwijl de enge muziek aangaf wat er aan de hand was.
(Overigens was The Incredible Hulk voor televisiebegrippen een dure show; het budget voor de specialeffects was groter dan voor Buck Rogers in the 25th Century. Omdat Banner door het hele land zwierf, moesten er voor iedere aflevering nieuwe decors gebouwd worden – ook dat dreef de productiekosten op.)

Charmeren
Bill Bixby zette een aantrekkelijke en sympathieke Banner neer. Banner is een renaissanceman van de jaren zeventig en weet in ieder vreemd baantje wat hij krijgt overtuigend te functioneren (een Pretender avant la lettre). De dames die hij onderweg tegenkomt, weet hij dan ook vaak te charmeren, al staat het monster een fatsoenlijke relatie natuurlijk in de weg. Een interessant gegeven is dat veel vrouwen die Banner ontmoet geëmancipeerd zijn. Zo zijn de meeste wetenschappers met wie hij samenwerkt vrouw.

Het is niet verrassend dat de producenten zich concentreerden op de menselijke helft van het duo Banner-Hulk om het programma aantrekkelijk te maken voor volwassen en kinderen. De nadruk ligt op het psychologische vlak en dat is eigenlijk wel bijzonder voor die tijd. De meeste critici waren dan ook blij verrast met de pilot, omdat ze een flauwe camp-versie hadden verwacht zoals de Batman-serie tien jaar eerder. De toon van de serie is dan ook serieus en maatschappelijke zaken als alcoholisme, kindermishandeling en verschillende geestesziekten worden geregeld behandeld.

Sloopwerk
Stan Lee, bedenker van de Hulk, was zeer enthousiast over deze versie van zijn held. Wie de Hulk kent uit de strips krijgt bij het zien van de serie toch een dubbel gevoel. Hoewel het een plausibele adaptatie is voor het kleine scherm, is het toch betreurenswaardig dat er niet meer gedaan is met de Hulk. In het begin van de serie was deze wat agressiever en deed hij veel meer. De Hulk viel misdadiger fysiek aan en deelde nog wel eens een tik uit. Dit werd later vervangen voor worstelworpen en een hoop sloopwerk van het decor.

Sommige scènes beloofden voorhand heel wat: zoals de scène waarin Banner in een taxi op Times Square in de Hulk verandert. (In de aflevering ‘Terror in Times Square’, van het eerste seizoen.) Helaas blijft het in deze scène bij het aanbrullen van omstanders en een joggingsessie over Times Square naar een parkeergarage.

Het zal voor de productie lastig en duur genoeg zijn geweest om in New York te draaien. De scènes in Times Square worden in de montage dan ook sluw afgewisseld met shots die in een studio-omgeving zijn opgenomen. Dit geldt overigens voor de gehele serie: vaak werd de setting neergezet door archiefmateriaal, waarna de straatscènes op de backlot van de studio werden gedraaid. Dit drukte de kosten van een aflevering aanzienlijk en is de normale procedure in televisieland.
Desondanks werd de serie tijdens het maken van het vijfde seizoen onverwachts stopgezet vanwege het hoge budget. Harvey Shepherd, hoofd programma’s van CBS indertijd, was geen fan van de serie en trok de stekker eruit. Toch was dat niet geheel het einde van The Incredible Hulk op televisie, maar daarover later wellicht meer.

Zie ook: Spiderman in de seventies.

En het dagboek van de Hulk online.

Volgende keer: The Incredible Hulk televisiefilms.

Categorieën
Strips

Spider-Man in de seventies

Sinds Stan Lee en Steve Ditko in 1962 de stripheld Spiderman bedachten is hij in verschillende gedaanten op televisie en film verschenen. Een van de meest curieuze verschijningen is de televisieserie The Amazing Spider-Man.

Voordat Tobey Maguire het strakke pak van Spiderman mocht aantrekken in de recente klassiekers geregisseerd door Sam Raimi, was Nicholas Hammond hem voor. Nicholas wie? vraag je je wellicht af. Hammond is een acteur die misschien wel het meest bekend is door zijn rol in The Sound of Music. Hij was een van de kinderen van vader Von Trapp. In de jaren zeventig speelde hij ook Peter Parker in de kortlopende televisieserie The Amazing Spider-Man.De serie bestond in totaal uit dertien afleveringen, waarvan de pilot in Europa in de bioscoop is vertoond. Hoewel de serie aardig genietbaar is, zijn de makers er niet in geslaagd een geloofwaardige Spider-Man te creëren. Kenmerkend aan de serie zijn de doorzichtige specialeffects en het hergebruik van eerder vertoonde opnames. In de pilot-aflevering doen de blue screeneffecten goedkoop aan. Wanneer Spiderman langs de muren kruipt, wordt de acteur zichtbaar aan kabels omhooggetrokken. Het ergste zijn de continuïteitsfouten door veelvuldig hergebruik van eerder vertoonde beelden. Zo komt het voor dat Spiderman in het ene shot een riem draagt en het volgende shot opeens niet.

Funky
Ook wisten de makers niet de juiste toon te zetten. Het is bewonderingwaardig dat het materiaal redelijk serieus benaderd werd. Tien jaar daarvoor durfden televisiemakers superhelden alleen maar met een flinke dosis camp op het scherm te brengen zoals in de serie Batman met Adam West. Toch ontkomt The Amazing Spiderman ook niet aan de nodige camp, al komt dat vooral doordat de serie nu gedateerd overkomt dankzij de jaren zeventig look. Daarbij bevat de soundtrack overdadig schallende trompetten en een vleugje discomuziek. Aan de andere kant geeft dit de serie juist een bepaalde curiositeitswaarde en een vleugje funk. Nicholas Hammond schiet duidelijk tekort als Peter Parker. In de meeste scènes speelt hij als een stijve hark. De charme waarmee Maguire van Peter een aandoenlijke nerd maakt, ontbreekt volledig in het spel van Hammond.

Vertaling met gebreken
Het grote manco van de serie is dat van het concept van de Spiderman-strip weinig is overgebleven. Peter is een student die zijn krachten krijgt tijdens wat labwerk. In de strip en in de film van Raimi wordt hij door de spin gebeten tijdens een schoolexcursie. Die setting is dramatischer en verhalender: Peter wordt eigenlijk bij toeval gebeten door de spin. In principe had het ook iemand anders kunnen zijn. In de televisieserie is Peter alleen als hij gebeten wordt.In de televisieserie komen weinig personages uit de comic voor: in de pilot speelt Tante May een rol en verder is J. Jonah Jameson een vaste speler die het leven van Peter zuur maakt.Omdat oom Ben is weggelaten ontbreekt een goede verklaring waarom Peter besluit met zijn krachten de wereld te helpen. In de serie wordt Ben immers niet vermoord door de moordenaar die Peter even daarvoor heeft laten gaan, omdat hij vond dat het niet zijn taak was om boeven te vangen. Het gegeven van ‘grote krachten geven grote verantwoordelijkheden’ wat zo centraal staat in de strips en in de films van Raimi ontbreekt daardoor volledig.

Doe maar gewoon…
In de serie vecht Spiderman tegen gewone mensen en niet tegen superschurken. Hier zijn enkele verklaringen voor te geven. In de eerste plaats wordt een televisieserie die op primetime wordt uitgezonden nooit alleen voor kinderen gemaakt. Volwassenen moeten er ook van kunnen genieten. Daarom probeert men de verhalen niet te fantastisch te maken. Door Spiderman het op te laten nemen tegen gewone schurken, blijft de verhaalwereld nog enigszins realistisch.In de tweede plaats is het budgettair niet erg aantrekkelijk om dure specialeffects te moeten gebruiken om de krachten van de schurken geloofwaardig te maken. Om dezelfde redenen hield men de serie The Incredible Hulk uit dezelfde tijd ook redelijk down to earth. De Hulk (Lou Ferrigno) is maar twee keer per aflevering te zien en dan niet erg lang. De meeste tijd is Bruce Banner (Bill Bixby) in zijn normale gedaante. Om volwassenen geïnteresseerd te houden werd de nadruk gelegd op human interest-verhalen en niet op het bovennatuurlijke.

Dat allemaal in het achterhoofd gehouden…. The Amazing Spider-Man is zeker de moeite waard om een keertje te bekijken. Goed, het pak zit slecht, het verteltempo is traag en deze Spiderman is niet altijd even handig: juist deze elementen (en de seventies uitstraling) maken dat de serie genoeg in zich heeft om een avondje even lekker te ‘genieten’. Probleem is echter dat de serie tot op heden niet officieel op dvd is uitgebracht. Gelukkig zwerven er op het internet nog enkele VHS versies. (En op YouTube zijn wat fragmenten te vinden, zie daarvoor ook de links in dit stuk.) Goed zoeken dus voor de liefhebber.