Categorieën
Film Media Mike's notities

The Fandom Menace?

Van een kennis kreeg ik laatst een action figure van de Ghostbusters-film uit 2016. Die kennis heeft een beetje een plagerig gevoel voor humor, want hij weet dat ik de laatste Ghostbusters-film helemaal niks vind.

Toen de eerste trailer van Paul Feigs prul online kwam, schrok ik me rot. Wat een ongelooflijk slechte grappen! Dat beloofde niet veel goeds. De recensies waren niet veel beter.

Kinderachtig
Sinds een tijdje staat deze Ghostbusters op Netflix en omdat mijn vriendin wel nieuwsgierig was naar de flick, hebben we hem opgezet. Na twintig minuten keken we elkaar aan, en besloten we onze tijd nuttiger te besteden. De uiteindelijke film bleek nog erger dan de trailer deed vermoeden. Het verhaal zwabberde. De grappen waren van een zeer kinderachtig niveau, met als dieptepunt Thor die tijdens een sollicitatie wordt verteld dat hij even niet mee mag luisteren, en vervolgens zijn handen voor zijn ogen doet. Als je dan toch een remake maakt van een klassieke film, zorg dan dat je in ieder geval in de buurt komt van het origineel. Brand anders je vingers er niet aan.

De Ghostbusters action-figure staat voor mij symbool voor het politieke klimaat in Hollywood en de entertainmentindustrie. Je moet namelijk met commentaar op Feigs Ghostbusters oppassen. Vooral als je een man bent. Want voordat je het weet, word je weggezet als vrouwenhater, omdat de vier mannen uit het origineel door vier vrouwen zijn vervangen. Vind je de nieuwe Ghostbusters dus ruk, dan zal je wel een probleem hebben met de politiek correcte casting.

Dat is niet het geval. Ik vind het gewoon geen goede film. En dan kun je wel juichen dat meisjes nu opeens ook Ghostbusters gaan cosplayen dankzij deze flick, maar dat maakt het nog steeds geen goede film.

Marvel Studios’ BLACK PANTHER..L to R: Nakia (Lupita Nyong’o) and Shuri (Letitia Wright)..Photo: Matt Kennedy..©Marvel Studios 2018

Meer diversiteit!
Ik heb wel een probleem met politieke correctheid overigens, maar niet met meer diversiteit in film en andere media. Wel heb ik soms moeite met hoe dit fenomeen wordt aangepakt. Hollywood lijkt de vraag naar meer diversiteit vooralsnog te beantwoorden door remakes van films te maken waarin voornamelijk blanke mannen de hoofdrol hadden, en in de nieuwe versie die mannen door vrouwen te vervangen. Denk aan Ghostbusters en Ocean’s 8. Die film heb ik nog niet gezien, dus ik kan er inhoudelijk niet verder over oordelen dan dat de trailer een film laat zien die goed kan uitpakken voor vriendinnen die een gezellig avondje in de bios willen zitten. En dat is prima.

Alleen vind ik als antwoord op bovenstaande vraag, genderswapping nogal makkelijk. Dat geldt ook in comics, waar blanke mannelijke superhelden een tijdje worden vervangen door een niet-blank personage of door een personage van de andere sekse: denk aan Captain America en Thor. Ik zie veel liever nieuwe, boeiende superhelden met een diverse achtergrond, dan zo’n (tijdelijke) vervanger. Dat lukt ze bij Marvel zo nu en dan. Ms. Marvel is een geslaagde poging, America Chavez niet, wat alles te maken heeft met een prekerige manier van verhalen vertellen.

Ook maakt een meer diverse cast een comic of film niet meteen goed.

Dat Wonder Woman volgens de marketingcampagne de eerste superheldenfilm is waarin een vrouw de hoofdrol speelt, of dat bij Black Panther voor en achter de camera vooral Afro-Amerikanen hebben gewerkt, maakt deze films niet automatisch goed. Nu vind ik Wonder Woman op meerdere fronten een geslaagde superheldenfilm, en de beste DC Comics verfilming sinds de Batman-films van Chrisopher Nolan, maar dat terzijde. Dat Wonder Woman grotendeels geslaagd is heeft onder andere te maken met de casting en het scenario, en niets met het politiek correcte gehalte. Overigens is Wonder Woman niet de eerste vrouwelijke hoofdrol in een superhelden-film, maar dat terzijde.

Giftig
In Star Wars: The Last Jedi, kun je zonder moeite een aanklacht tegen (toxic) masculinity zien en een duidelijke feministische boodschap. Nu hou ik er zelf van als verhalen sociale kritiek bevatten en als er dingen worden aangekaart. Films reflecteren de tijd en de wereld waarin ze gemaakt worden. Spelen er zaken in de maatschappij, dan zal je die ook op het witte doek gereflecteerd zien. Die reflectie kan echter op verschillende manieren geconstrueerd worden. Als een boeiend meeslepend verhaal, of als een preek van de filmmakers die het publiek wel even zullen opvoeden. Mijn voorkeur gaat uit naar het eerste. Voor dat laatste gaan mensen zondag maar naar de kerk.

Slordig geschreven, prekerige films is dus Hollywoods tweede antwoord op de vraag naar meer representatie in film.

Maar oh, wee als je kritiek hebt op bovengenoemde films. Dan ben je of een vrouwenhater, racist of manbaby. Vooral Star Wars-fans liggen de laatste tijd onder vuur in de media. Ze spreken zich uit over Solo: A Star Wars Story om verschillende redenen. Op de een of andere manier worden deze fans geframed als extreem rechtse, witte mannen. Nu is er wel een percentage fans dat zich niet zo netjes gedraagt online. Kelly Marie Tran die Rose Tico speelt in The Last Jedi, schijnt van Instagram weggepest te zijn.

Ik schrijf schijnt, want hoewel dit overal bericht wordt, heb ik haar hierover nog nergens horen praten. Er wordt dus wel heel veel over haar gesproken maar niet met haar. Mocht jij een artikel weten waarin ze hier direct over geciteerd wordt, dan hoor ik het graag.

Hoe dan ook, dat soort trolgedrag valt nooit goed te praten. Maar om hoeveel Star Wars-fans hebben we het dan eigenlijk? De meeste fans met kritiek op de films gedragen zich prima.

Donald Glover Trump
En zo gaat dat wel vaker, heb ik gemerkt. Een kleine groep wordt gezien als representatief voor de rest en dat terwijl er niet één soort Star Wars-fan bestaat. Mensen worden heel makkelijk in een hokje gestopt of op basis van een kenmerk meteen gebrandmerkt. Zo worden sommige Amerikaanse stripmakers opeens door hun collega’s geboycot en genegeerd omdat ze bij de vorige verkiezingen Trump hebben gestemd en daarvoor zijn uitgekomen.

Nu ben ik zelf geen fan van Trump, en als ik Amerikaan was geweest had ik waarschijnlijk niet op hem gestemd. Maar ja, ik ben geen Amerikaan, dus hoe kan ik de afwegingen van een Trump-stemmer precies duiden? Als je een staalarbeider bent en je zit al jaren op de bank omdat de fabriek waar je werkte moest sluiten in de recessie, en Trumps campagne belooft je een baan, dan is dat wellicht reden genoeg om op hem te stemmen.

Maar los daarvan: who cares? Politieke oriëntatie is voor mij geen reden om niet te luisteren naar wat die persoon te vertellen heeft zolang als hij of zij zinnige dingen zegt. Bovendien staat dit los van of iemand goed kan tekenen of niet.

Als vrienden vertellen dat ze heel erg teleurgesteld zijn in de huidige reeks Star Wars-films, snap ik waar ze vandaan komen. Ik snap waarom ze moeite met deze films hebben, ook al heb ik met sommige elementen geen of minder moeite dan zij. Dat veroordeel ik niet. Soms ben ik het zelfs met ze eens.

Dat geldt ook voor heel veel vloggers die hun teleurstelling in de franchise laten blijken, zoals Ethan van Sciver die op het YouTube-kanaal ComicArtistPro Secrets veel video’s over Star Wars publiceert. Ook Uncle Ethan, zoals de kijkers hem vaak noemen, is een Trump-stemmer en zit politiek gezien in de conservatieve hoek. Ik hoef het niet altijd met hem eens te zijn om samen met hem te kunnen lachen om de gekke plotgaten in de films en de vreemde houding die Disney en de makers aannemen tegenover kritische kijkers. Want die trollen soms net zo hard als de fans die hen laten weten dat ze de nieuwe films niks vinden.

Hmmm Lekker klassiek!

En daarbij: soms ben ik het gewoon helemaal met de kritiek eens. Ik vind Rey een heel tof personage en een boeiende toevoeging aan de Star Wars-wereld. Maar als een vlogger erop wijst dat Rey wel heel erg makkelijk de Force onder controle heeft, en vrijwel moeiteloos Kylo Ren verslaat met een lightsaber terwijl ze zo’n ding – voor zover wij weten – voor het eerst vasthoudt, dan denk ik opeens: Hm, het is eigenlijk wel gek dat ze overal goed in is zonder dat ze hier echt voor getraind heeft of kennis van heeft. De vragen die Rey oproept, zijn in The Force Awakens noch in The Last Jedi beantwoord. Misschien komt dat nog, maar dat betekent niet dat dit soort slecht geschreven elementen uit de films niet benoemd mogen worden.

Goed verdienmodel
Het discours online is veel te zwart-wit. Daar zeg ik niets nieuws mee. In plaats van te vragen waarom iemand op Trump stemde, is het veel makkelijker om die stemmer weg te zetten als conservatief/racistisch/weetikveelwat. In plaats van een Star Wars-fan te vragen waarom hij The Last Jedi ruk vond of teleurgesteld was in Solo: A Star Wars Story, is het veel makkelijker om die fan weg te zeggen als vrouwenhater, of racist of weetikveelwat. En waarom? Het is voor (Amerikaanse) mediabedrijven goed verdienen aan deze patstelling en het ongenuanceerd brengen van de situatie. Clickbate scoort goed. Wij/zij denken is een verdienmodel dat het ook goed doet in de politieke arena. Maar ook tussen mensen onderling. Hoor je bij ons of ben je de vijand?

En daarbij is het voor Disney veel handiger om fans de schuld te geven van het feit dat Solo het slecht doet in de bioscoop en verlies lijdt, dan kritisch te kijken naar het product dat ze gemaakt hebben. Misschien is Solo gewoon niet zo’n goede film en valt daarom de box office tegen. Misschien hebben de bioscoopgangers te veel het gevoel dat Disney Star Wars als melkkoe zien en daarom de ene film na de andere uitpoept. Misschien was de concurrentie in de bios ook groot dit keer. Teveel nieuwe blockbusters in een te korte tijd. Het is voor de aandeelhouders van Disney ook fijner als het gesprek in de media gaat over het slechte gedrag van Star Wars-fans, want dat leidt af van allerlei inhoudelijke problemen die Solo heeft. Het ligt niet aan de film, het ligt aan de boze, witte fans die zich online schofterig gedragen. Boehoe.

Punt van mijn rant is: ik heb daar geen zin meer in. Vanaf nu onttrek ik me aan het discours. Maar ik heb ook geen zin meer om op mijn tong te moeten bijten omdat we nu in een verstikkend politiek correcte tijd leven.

Categorieën
Bloggen Media

Vero

De laatste dagen vertellen steeds meer mensen op Instagram of Twitter dat ze zich hebben aangesloten op een nieuw sociaalnetwerk genaamd Vero. Zo op het eerste gezicht lijkt dit een goed alternatief voor Fakebook.

Ik heb het dan vooral over de voorwaarden die aan dit netwerk verbonden zijn en hun business model:

Unlike most of our competitors, Vero’s business model isn’t based on serving advertisements. As a subscription-based service, our users are our customers, not the product we sell to advertisers.

Our subscription model will allow us to keep Vero advertising-free, and to focus solely on delivering the best social experience instead of trying to find new ways to monetize our users’ behavior or tricking them back into the app with notifications.

Als Vero twee jaar geleden was gestart, was ik waarschijnlijk meteen overgestapt van Fakebook naar dit nieuwe, veelbelovende platform. Maar nu ik twee maanden geleden voorgoed afscheid nam van Mark Zuckerberg en zijn niet zo sociale val, ben ik eens goed gaan nadenken over wat sociale media voor mij betekenen. En vooral: wat ze geworden zijn.

Behalve de privacyvraagstukken, het verschrikkelijke domme algortime en andere zaken, is een van de redenen waarom ik niet meer rond wil hangen op Fakebook, dat de toon van de gesprekken steeds scherper wordt. Axel beschreef dat laatst mooi in een mail naar me: ‘Het lijkt alsof je steeds op eieren moet lopen, omdat mensen uitspraken verkeerd interpreteren.’

Daar ben ik het mee eens. Discussies worden veel te zwart-wit gevoerd. Het lijkt soms wel of mensen alleen nog maar zin hebben om te rellen in plaats van een constructieve dialoog aan te gaan. Dit zie je natuurlijk ook op Twitter en ook buiten de virtuele wereld. In de politiek, maar ook op straat en in de krant.

Ik probeer mijn leven zo fijn mogelijk te leiden en dat betekent dat ik geestelijke diarree zoveel mogelijk probeer te mijden. Vrijwel afwezig zijn op sociale media helpt daarbij enorm, dus mij zie je voorlopig niet aanmelden bij een nieuw platform. Al ben ik blij dat de mensen die sociale media wel nog steeds leuk vinden, nu een goed alternatief hebben voor maffiabook.

Ik vrees echter dat mensen hetzelfde gedrag zullen vertonen op dit nieuwe platform en daar hoef ik dus niet tussen te zitten.

Professioneel gebruik
Dat neemt allemaal niet weg dat ik goed weet hoe sociale media werken en dat ik het voor mijn werk geen probleem vind om ze te gebruiken. Als ik voor een opdrachtgever publiciteit moet genereren, vind ik het dus prima om het social media-account van die opdrachtgever te gebruiken om dat te doen. Privé voel ik die behoefte niet.

Bloggen vind ik een fijne vorm van communiceren, dus daar ga ik vooralsnog mee door. Ik lees ook nog steeds graag posts van anderen. Dat is nooit veranderd. Op Twitter en Instagram ben ik nog steeds aanwezig, maar wel veel minder actief. Ik vind het algoritme van beide platforms niks. Ik word niet graag behandeld als kind. En het discours op Twitter zijn vaak net zo erg als op Fakebook.

Less is more (time for other stuff), less is better.

Categorieën
Bloggen Daily Webhead Video

Daily Webhead Video: De filosofie van Jeroen Mirck

Jeroen Mirck. Illustratie: Hanco Kolk.
Jeroen Mirck. Illustratie: Hanco Kolk.

Jeroen Mirck is internetjournalist, blogger en ook actief als duo-raadslid voor D66 in Amsterdam Nieuw-West. Waneer Mirck en ik online met elkaar discussiëren wordt de dialoog vaak behoorlijk pittig.

Jeroen heeft een uitgesproken mening en gooit graag de knuppel in het hoenderhok. Ook heeft hij in het verleden veel te maken gehad met plagerijtjes en scheldpartijen van GeenStijl-reaguurders. (Overigens heeft die aandacht van GeenStijlers hem ook voordelen gebracht, zoals hij in de video uitlegt.) Ik was daarom benieuwd naar zijn visie op reageren op internet. Hoe reageert hij als zijn blog met nare comments volloopt? Ook geeft hij tips om met reaguurders om te gaan. Alles wordt onthuld in dit video-interview.

De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van componist en blogger Marco Raaphorst.

Categorieën
Bloggen

Waarom je negatieve comments moet negeren

Illustratie: Emma Ringelberg

Sinds ik ben gaan bloggen heb ik een haat-liefderelatie met het reactieformulier. Of eigenlijk: met reageerders.

In beginsel ben ik voor het gegeven dat mensen kunnen reageren op blogposts. In het positieve geval levert dat interessante reacties op die de blogpost verrijken, soms door aanvullende informatie voor de lezer en blogger, soms doordat de reageerder eigen ervaringen deelt met de wereld of een compliment geeft. (Complimenten zijn als chocoladekoekjes voor een blogger en motiveren om meer te schrijven.) Allemaal mooi, maar je ziet te vaak dat mensen hun zure ei kwijt moeten: het zijn immers vaak de energiezuigende zeurpieten die reageren. GeenStijl is daar groot mee geworden. Het grote nadeel van negatieve reacties: ze zetten de toon voor de rest van de discussie en in sommige gevallen zorgen die reacties ervoor dat de discussie een heel andere kant op gaat en eigenlijk niet meer slaat op de blogpost zelf. Dat laatste is helemaal spijtig want een blogger legt ziel en zaligheid in zijn stuk en dan komt er een zuurpruim langs die al dat mooie werk eigenlijk teniet doet.

In comics zijn sinds jaar en dag brievenpagina’s te vinden waarin brieven van lezers worden afgedrukt. Comicveteraan Jim Shooter (over wiens blog ik laatst nog blogde) schrijft het volgende over het nut van die brievenpagina’s:

Lettercols in commercial, entertainment publications are PROMOTIONAL INSTRUMENTS (and entertaining, if done right). Like it, don’t like it, or whatever. If you’re a professional with the brains God gave a goat, you know this and you act accordingly. This isn’t journalism.

Ideally, you select letters positive letters, especially thoughtful, thought-provoking letters, including some, OCCASIONALLY that express thoughtful criticism along with positive comments. A critical letter that is clearly biased or dumb enough to incite the readers to rebut it, if only in their own minds, works too. Publishing 101.

Stan told me that when John Romita replaced Steve Ditko on Spider-Man, the mail was overwhelmingly negative. Stan ran only the rave letters, almost without exception. Soon, the mail became overwhelmingly positive. And, P.S., people got used to John’s style and sincerely started grooving on it. This happened, in part, because the lettercols promoted the new look. That helped to start a movement.

P.S. That wouldn’t have worked if John’s work wasn’t really good. Trying to promote in a lettercol something that’s really lousy usually is a non-starter.

Ik zie een overeenkomst tussen die reacties van lezers op de brievenpagina en de reacties van bloglezers. Veel negatieve reacties lokken meer negatieve reacties uit; veel positieve reacties zorgen dat mensen positief tegen de zaak aan gaan kijken. Als je als blogger zelf zou bepalen welke reacties je onder een stuk plaatst, dan zou je dus de flow van deze reacties kunnen manipuleren. Dat doen bloggers in de prakijk meestal niet, want we leven nog in het vage idee dat internet democratisch is en dat iedereen gehoord moet worden. Onzin natuurlijk. Je kunt als blogger negatieve reacties van lezers met een GeenStijl-mentaliteit gewoon weren van je blog. Hun reacties leveren namelijk niets positiefs op en kosten doorgaans veel te veel tijd. Tijd die je beter kunt besteden aan inhoudelijke reacties waar je nog iets van opsteekt.

Misschien gaat het weren wat te ver voor sommigen, maar dan zou ik ze in ieder geval negeren. Al loop je dan wel de kans dat die negatieve comments die nergens op slaan toch de rest van de discussie sturen.

Let wel: het gaat me niet om reacties van mensen die kritisch zijn over wat je schrijft en dat op een beschaafde, constructieve manier laten weten. Daar heb je wel wat aan als blogger. Aan azijnpissers die alleen maar hun plasje willen doen, niet.

Gewoon je comments uitzetten
Dat neemt overigens niet weg dat je vrij bent als blogger om je commentformulier op een gegeven moment op slot te zetten of helemaal achterwege te laten. Een blog is nog steeds een blog als er niet gereageerd kan worden.

Soms schrijf ik een stuk waar wat controverse over is en dan staat er binnen de kortste keren een hele rits reacties onder. Dat gebeurde laatst bij mijn stuk over waarom ik geen advertorials op mijn blog wil.

Dat onderwerp leverde sowieso heftige discussies op tijdens #blogpraat. Daar heb ik een paar dingen van geleerd:

  • Voor mij werken discussies op Twitter niet. Ik vind 140 tekens te weinig om me genuanceerd uit te kunnen drukken. Zonder nuance heb je niet veel aan een discussie. Kortom: wat levert al dat gepraat je eigenlijk op?
  • Ook discussieren via een commentformulier gaat me steeds meer tegenstaan. Sommige reageerders hebben je stuk niet goed gelezen of verkeerd geïnterpreteerd waardoor een discussie daarna flink loos kan gaan. Tekst en te snel lezen kunnen tot een hoop onduidelijkheid leiden. Als ik een stelling met iemand wil bespreken, spreek ik liever met die persoon af. Voorbeeld: Marco Raaphorst en ik waren flink heen en weer aan het antwoorden op elkaar op mijn blog terwijl we elkaar die avond ook zouden zien, want we gingen samen naar de debatavond in de Balie over journalistiek. Tegenover elkaar zitten praat een heel stuk makkelijker. Je kunt iemand zien, je hoort de nuances in zijn stem en ondertussen kun je ook nog gezellig een glas drinken met elkaar. Ik geef dus weer de voorkeur aan gezichtscontact en laat discussies op het web links liggen, want het kost me simpelweg te veel tijd. Tijd die ik aan andere dingen wil besteden.
  • Karin, Marco en ik reageren vaak op elkaars blogpost door zelf een blogpost te schrijven. Ik ben van mening dat, wanneer je een blogpost schrijft, jezelf meer de tijd gunt. Dat levert overwegend genuanceerdere teksten op dan via een reactieformulier. En zo ontstaat ook nog eens een mooie ketting aan blogposts die naar elkaar verwijzen.
  • En als mensen zelf geen blog hebben en toch wat aan je kwijt willen, kunnen ze altijd een mailtje sturen.

Wat betekent dit voor mijn blogpraktijk? Dat ik zo nu en dan gewoon de comments uitzet. Als ik een blogposts schrijf, dan staat daar in principe alles in wat ik te zeggen heb. Ik heb vaak geen zin om dan met Jan en alleman tot het oneindige in discussie te gaan. Daar word ik simpelweg niet gelukkig van en het kost me te veel tijd.

Don’t like? Tough shit.